NL2005214C2 - Een van een afdichtinrichting voorzien vormbakdeel, alsmede een dergelijke afdichtinrichting en werkwijze voor de toepassing daarvan. - Google Patents

Een van een afdichtinrichting voorzien vormbakdeel, alsmede een dergelijke afdichtinrichting en werkwijze voor de toepassing daarvan. Download PDF

Info

Publication number
NL2005214C2
NL2005214C2 NL2005214A NL2005214A NL2005214C2 NL 2005214 C2 NL2005214 C2 NL 2005214C2 NL 2005214 A NL2005214 A NL 2005214A NL 2005214 A NL2005214 A NL 2005214A NL 2005214 C2 NL2005214 C2 NL 2005214C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
mold container
wall
mold
sealing device
top side
Prior art date
Application number
NL2005214A
Other languages
English (en)
Inventor
Wilhelmus Jacobus Maria Kosman
Original Assignee
Beheermij De Boer Nijmegen Bv
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Beheermij De Boer Nijmegen Bv filed Critical Beheermij De Boer Nijmegen Bv
Priority to NL2005214A priority Critical patent/NL2005214C2/nl
Priority to EP11176804.0A priority patent/EP2418057B1/en
Application granted granted Critical
Publication of NL2005214C2 publication Critical patent/NL2005214C2/nl

Links

Classifications

    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B28WORKING CEMENT, CLAY, OR STONE
    • B28BSHAPING CLAY OR OTHER CERAMIC COMPOSITIONS; SHAPING SLAG; SHAPING MIXTURES CONTAINING CEMENTITIOUS MATERIAL, e.g. PLASTER
    • B28B5/00Producing shaped articles from the material in moulds or on moulding surfaces, carried or formed by, in or on conveyors irrespective of the manner of shaping
    • B28B5/04Producing shaped articles from the material in moulds or on moulding surfaces, carried or formed by, in or on conveyors irrespective of the manner of shaping in moulds moved in succession past one or more shaping stations
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B28WORKING CEMENT, CLAY, OR STONE
    • B28BSHAPING CLAY OR OTHER CERAMIC COMPOSITIONS; SHAPING SLAG; SHAPING MIXTURES CONTAINING CEMENTITIOUS MATERIAL, e.g. PLASTER
    • B28B5/00Producing shaped articles from the material in moulds or on moulding surfaces, carried or formed by, in or on conveyors irrespective of the manner of shaping
    • B28B5/02Producing shaped articles from the material in moulds or on moulding surfaces, carried or formed by, in or on conveyors irrespective of the manner of shaping on conveyors of the endless-belt or chain type
    • B28B5/021Producing shaped articles from the material in moulds or on moulding surfaces, carried or formed by, in or on conveyors irrespective of the manner of shaping on conveyors of the endless-belt or chain type the shaped articles being of definite length
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B28WORKING CEMENT, CLAY, OR STONE
    • B28BSHAPING CLAY OR OTHER CERAMIC COMPOSITIONS; SHAPING SLAG; SHAPING MIXTURES CONTAINING CEMENTITIOUS MATERIAL, e.g. PLASTER
    • B28B5/00Producing shaped articles from the material in moulds or on moulding surfaces, carried or formed by, in or on conveyors irrespective of the manner of shaping
    • B28B5/02Producing shaped articles from the material in moulds or on moulding surfaces, carried or formed by, in or on conveyors irrespective of the manner of shaping on conveyors of the endless-belt or chain type
    • B28B5/021Producing shaped articles from the material in moulds or on moulding surfaces, carried or formed by, in or on conveyors irrespective of the manner of shaping on conveyors of the endless-belt or chain type the shaped articles being of definite length
    • B28B5/022Producing shaped articles from the material in moulds or on moulding surfaces, carried or formed by, in or on conveyors irrespective of the manner of shaping on conveyors of the endless-belt or chain type the shaped articles being of definite length the moulds or the moulding surfaces being individual independant units and being discontinuously fed
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B28WORKING CEMENT, CLAY, OR STONE
    • B28BSHAPING CLAY OR OTHER CERAMIC COMPOSITIONS; SHAPING SLAG; SHAPING MIXTURES CONTAINING CEMENTITIOUS MATERIAL, e.g. PLASTER
    • B28B7/00Moulds; Cores; Mandrels
    • B28B7/0002Auxiliary parts or elements of the mould
    • B28B7/0011Mould seals
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B28WORKING CEMENT, CLAY, OR STONE
    • B28BSHAPING CLAY OR OTHER CERAMIC COMPOSITIONS; SHAPING SLAG; SHAPING MIXTURES CONTAINING CEMENTITIOUS MATERIAL, e.g. PLASTER
    • B28B7/00Moulds; Cores; Mandrels
    • B28B7/0029Moulds or moulding surfaces not covered by B28B7/0058 - B28B7/36 and B28B7/40 - B28B7/465, e.g. moulds assembled from several parts
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B28WORKING CEMENT, CLAY, OR STONE
    • B28BSHAPING CLAY OR OTHER CERAMIC COMPOSITIONS; SHAPING SLAG; SHAPING MIXTURES CONTAINING CEMENTITIOUS MATERIAL, e.g. PLASTER
    • B28B7/00Moulds; Cores; Mandrels
    • B28B7/36Linings or coatings, e.g. removable, absorbent linings, permanent anti-stick coatings; Linings becoming a non-permanent layer of the moulded article

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Manufacturing & Machinery (AREA)
  • Chemical & Material Sciences (AREA)
  • Ceramic Engineering (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Devices For Post-Treatments, Processing, Supply, Discharge, And Other Processes (AREA)
  • Press-Shaping Or Shaping Using Conveyers (AREA)

Description

EEN VAN EEN AFDICHTINRICHTING VOORZIEN VORMBAKDEEL, ALSMEDE EEN DERGELIJKE AFDICHTINRICHTING EN WERKWIJZE VOOR DE
TOEPASSING DAARVAN
5 De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een van een afdichtinrichting voorzien vormbakdeel van een vormbak-persinrichting, alsmede een dergelijke afdichtinrichting en werkwijze voor de toepassing daarvan.
Tevens heeft de uitvinding betrekking op een 10 vormbak-persinrichting voor het vervaardigen van vormelingen uit klei voor de steenindustrie, omvattende een vormbakdeel met een dergelijke afdichtinrichting.
Meer in het bijzonder heeft de uitvinding betrekking op een vormbakdeel voor het met een vormbak-15 persinrichting daarin vervaardigen van vormelingen, het vormbakdeel omvattende: - één of meer vormbakken met telkens een vormholte voor het daarin uit klei vormen van een vormeling; - koppelmiddelen waarmee vormbakdelen onderling 20 koppelbaar zijn; en - een zich van een wand van het vormbakdeel uitstrekkende afdichtinrichting, geschikt voor het daarmee althans grotendeels afdichten van een zich tussen gekoppelde vormbakdelen bevindende tussenruimte.
25 Volgens de stand der techniek bestaat de afdichtinrichting uit tegen de wand van het vormbakdeel aangelaste lekstrippen. Doordat deze lekstrips en de bovenzijde van de vormbakdelen tijdens de productie van stenen afslijten, is periodiek elke 1 tot 1,5 jaar een 30 reparatie nodig. Doordat de lekstrippen zijn vastgelast, moeten deze lassen bij een reparatie regelmatig worden ingeslepen, weer worden ingelast, en vervolgens opnieuw vlak gevreesd worden. Naast dat deze reparaties erg tijdrovend en bewerkelijk zijn, hebben ze het verdere nadeel dat met enige 2 regelmaat een vormbakdeel ten gevolge van de bij het lassen vrijkomende hitte kromtrekt.
Een doel van de onderhavige uitvinding is om een inrichting en werkwijze te verschaffen, waarbij de genoemde 5 nadelen zich niet, of althans in mindere mate voordoen.
Het genoemde doel is volgens de uitvinding bereikt met een vormbakdeel voor het met een vormbak-persinrichting daarin vervaardigen van vormelingen, het vormbakdeel omvattende: 10 - één of meer vormbakken met telkens een vormholte voor het daarin uit klei vormen van een vormeling; - koppelmiddelen waarmee vormbakdelen onderling koppelbaar zijn; en - een zich van een wand van het vormbakdeel 15 uitstrekkende afdichtinrichting, geschikt voor het daarmee althans grotendeels afdichten van een zich tussen gekoppelde vormbakdelen bevindende tussenruimte, de afdichtinrichting omvattende: - een tegen de wand aangebracht basisdeel 20 waarvan de bovenzijde zich op een afstand van de bovenzijde van de wand bevindt; - een losmaakbaar boven het basisdeel aanbrengbaar slijtdeel waarvan de bovenzijde in aangebrachte toestand in hoofdzaak gelijk is met de bovenzijde van de 25 wand; - een tussen het basisdeel en het slijtdeel aanbrengbaar tussendeel; - waarbij het tussendeel aan ten minste een zijde daarvan van een uitsparing is voorzien die in 30 gemonteerde toestand van de wand af is gekeerd; en - waarbij een in hoofdzaak veerkrachtige afdichting in de uitsparing van het tussendeel zodanig opneembaar is, dat deze afdichting zich van de wand van het vormbakdeel vandaan tot voorbij de van de wand van het 3 vormbakdeel afgekeerde zijden van het basisdeel, het tussendeel en het slijtdeel uitstrekt.
Door middel van de koppelmiddelen zijn de vormbakdelen onderling koppelbaar, en zo verenigbaar tot een 5 transporteur van een vormbak-persinrichting. In gekoppelde toestand bevindt zich een tussenruimte tussen de opeenvolgende vormbakdelen, waartussendoor bij het persen van vormelingen vrijkomende kleiresten kunnen vallen. De afdichtinrichting verschaft een overspanning van deze 10 tussenruimte.
Doordat het basisdeel tegen de wand van het vormbakdeel is aangebracht met zijn bovenzijde op een afstand van de bovenzijde van de wand, ontstaat er een hoogteverschil waarin een eenvoudig vervangbaar slijtdeel 15 aanbrengbaar is. Bovendien is dit hoogteverschil ook na het vlak vrezen van de bovenzijde van een enigszins afgesleten vormbakdeel herstelbaar, doordat van de bovenzijde van het basisdeel een zelfde hoeveelheid materiaal kan worden afgehaald. Na terugplaatsen van een vervangend slijtdeel 20 zijn de bovenzijde van het slijtdeel en de bovenzijde van de wand in hoofdzaak gelijk, d.w.z. dat deze bovenzijden in hoofdzaak vlak en nagenoeg zonder hoogteverschil op elkaar aansluiten.
De afdichtinrichting volgens de uitvinding maakt 25 het aldus mogelijk om een vormbakdeel te repareren met een standaard slijtdeel, dat evenvoudig op voorraad kan worden gehouden. Het bewerkelijke lassen, met bijbehorende risico's van kromtrekken van de vormbakdelen, is hierdoor volledig overbodig geworden.
30 De in de uitsparing van het tussendeel opneembare veerkrachtige afdichting in geschikt om een veerkrachtige afdichting met een identieke afdichtinrichting van een naastgelegen vormbakdeel te vormen. Een dergelijk veerkrachtig contact tussen twee naastgelegen veerkrachtige 4 afdichtingen garandeert een continue afdichting, die tevens slijtvast is.
Volgens een voorkeursuitvoeringsvorm hebben het basisdeel en tussendeel samen een dikte die overeenkomt met 5 de afstand waarvan de bovenzijde van het basisdeel zich van de bovenzijde van de wand bevindt, opdat de bovenzijde van het slijtdeel in aangebrachte toestand in hoofdzaak gelijk is met de bovenzijde van de wand.
Volgens een verdere voorkeursuitvoeringsvorm is 10 het vormbakdeel aan beide wanden voorzien van een afdichtinrichting.
Hoewel het denkbaar is dat opeenvolgend telkens om en om een vormbakdeel met afdichtinrichtingen aan beide zijden, en een vormbakdeel dat dergelijke 15 afdichtinrichtingen volledig ontbeert, worden toegepast, zijn volgens een nog verdere voorkeursuitvoeringsvorm de koppelmiddelen schalmdelen van een kettingdeel zijn; en strekken de afdichtinrichting en de hartlijn van het schalmdeel zich tot in hoofdzaak dezelfde afstand van de 20 wand van het vormbakdeel vandaan uit. Hierdoor is gewaarborgd dat in hoofdzaak de gehele tussenruimte tussen aan elkaar gekoppelde vormbakdelen door twee aangrenzende afdichtinrichtingen wordt overspannen, waardoor nagenoeg geen klei of andere ongewenste materie daartussendoor kan 25 geraken.
Bij de voorkeursuitvoeringsvorm met de veerkrachtige afdichting die zich van de wand van het vormbakdeel vandaan tot voorbij de van de wand van het vormbakdeel afgekeerde zijden van het basisdeel, het 30 tussendeel en het slijtdeel uitstrekt, ontstaat een veerkrachtig contactvlak tussen de veerkrachtige afdichtingen van aan opeenvolgende vormbakdelen aangebrachte afdichtinrichtingen. Dit veerkrachtige contact garandeert een continue afdichting, die tevens slijtvast is.
5
Volgens een nog verdere voorkeursuitvoeringsvorm is het vormbakdeel slechts aan één wand voorzien van een afdichtinrichting. Bij een uitvoeringsvorm waarbij er slechts een beperkte afstand tussen opeenvolgende 5 vormbakdelen van een transporteur van een vormbak- persinrichting is, kan een enkele afdichtinrichting volstaan om de afstand tussen de opeenvolgende vormbakdelen in hoofdzaak geheel te overspannen. Opgemerkt wordt dat de afdichtinrichting bij een enkelzijdige uitvoeringsvorm bij 10 voorkeur telkens aan dezelfde zijde van het vormbakdeel wordt toegepast.
Volgens een nog verdere voorkeursuitvoeringsvorm zijn de koppelmiddelen schalmdelen van een kettingdeel; en strekt de afdichtinrichting zich verder uit dan de hartlijn 15 van het schalmdeel zich van de wand van het vormbakdeel vandaan uitstrekt. Hierdoor is het zelfs met een enkelzijdig aan het vormbakdeel aangebrachte afdichtinrichting mogelijk om nagenoeg de hele afstand tussen opeenvolgende vormbakdelen te overbruggen, en dus af te dichten tegen daar 20 tussendoor vallende klei en andere vervuilingen.
De uitvinding heeft verder betrekking op een afdichtinrichting, kennelijk bedoeld voor toepassing aan een vormbakdeel zoals bovenstaand beschreven, de afdichtinrichting omvattende: 25 - een tegen een wand van het vormbakdeel aanbrengbaar basisdeel; en - een losmaakbaar boven het basisdeel aanbrengbaar slijtdeel; - een tussen het basisdeel en het slijtdeel 30 aanbrengbaar tussendeel; - waarbij het tussendeel aan ten minste een zijde daarvan van een uitsparing is voorzien; en - waarbij een in hoofdzaak veerkrachtige afdichting in de uitsparing van het tussendeel zodanig 6 opneembaar is, dat deze afdichting zich van het tussendeel vandaan tot voorbij het basisdeel, het tussendeel en het slijtdeel uitstrekt. De bovenzijde van het slijtdeel is in aangebrachte toestand in hoofdzaak gelijk met de bovenzijde 5 van de wand van het vormbakdeel.
De uitvinding heeft verder betrekking op een vormbak-persinrichting voor het vervaardigen van vormelingen uit klei voor de steenindustrie, omvattende: - een rondgaande, uit vormbakdelen verenigde 10 transporteur, waarbij elk vormbakdeel één of meer vormbakken met telkens een vormholte omvat; - waarbij ten minste één vormbakdeel zoals bovenstaand beschreven wordt toegepast.
Voorts heeft de uitvinding betrekking op een 15 werkwijze voor de toepassing van een afdichtinrichting zoals bovenstaand beschreven, de werkwijze omvattende de stappen van: - het van een vormbakdeel met een door gebruik afgesleten bovenzijde van wand en afgesleten slijtdeel 20 verwijderen van het afgesleten slijtdeel; - het vlak maken van de bovenzijde van de wand door het daarvandaan wegnemen van een laag materiaal; - het van de bovenzijde van het basisdeel wegnemen van een laag materiaal met een laagdikte die de som is van 25 de door gebruik afgesleten laagdikte en de tijdens de stap van het vlak maken van de bovenzijde van de wand weggenomen laagdikte; - het losmaakbaar boven het basisdeel aanbrengen van een in hoofdzaak onversleten slijtdeel, zodanig dat de 30 bovenzijde daarvan in aangebrachte toestand in hoofdzaak gelijk is met de bovenzijde van de wand.
Volgens een voorkeursuitvoeringsvorm omvat de werkwijze verder de stap van het desgewenst vervangen van tussendeel en/of het vervangen van veerkrachtige afdichting.
7
Volgens een verdere voorkeursuitvoeringsvorm omvat de werkwijze verder de stap van het eveneens met een laagdikte, welke laagdikte de som is van de door gebruik afgesleten laagdikte en de tijdens de stap van het vlak 5 maken van de bovenzijde van de wand weggenomen laagdikte, inkorten van als afstandhouders fungerende poten.
Door middel van een beweegbare bodem is de hoogte van de in de vormholte van de vormbak te vormen vormeling instelbaar. Door de als afstandhouders voor de beweegbare 10 bodem fungerende poten met een afstand in te korten die overeenkomt met de laagdikte die de som is van de door gebruik afgesleten laagdikte en de tijdens de stap van het vlak maken van de bovenzijde van de wand weggenomen laagdikte, blijft de diepte van de vormholte ongewijzigd. De 15 te vormen vormelingen zullen na het bakken daarvan stenen ongewijzigde steenhoogte opleveren.
Volgens een nog verdere voorkeursuitvoeringsvorm omvat de werkwijze verder de toepassing van het vormbakdeel zoals bovenstaand beschreven.
20 In de navolgende beschrijving worden voorkeursuitvoeringsvormen van de onderhavige uitvinding aan de hand van de tekening verder verklaard, waarin tonen:
Figuur 1: een perspectivisch aanzicht van een inrichting voor het vervaardigen van vormelingen uit klei 25 voor de steenindustrie;
Figuur 2: een opengewerkt zijaanzicht van een een vormbakdeel van de in figuur 1 getoonde vormbak-persinrichting, waarbij het vormbakdeel is voorzien van een afdichtinrichting volgens de stand der techniek; 30 Figuur 3: een opengewerkt zijaanzicht van een een vormbakdeel van de in figuur 1 getoonde vormbak-persinrichting, waarbij het vormbakdeel is voorzien van een afdichtinrichting volgens een eerste voorkeursuitvoeringsvorm van de uitvinding; 8
Figuur 4: een opengewerkt zijaanzicht van een een vormbakdeel dat is voorzien van een afdichtinrichting volgens een tweede voorkeursuitvoeringsvorm van de uitvinding; 5 Figuur 5: een opengewerkt zijaanzicht van tot een transporteur verenigde vormbakdelen, met een gedetailleerde weergave van twee afdichtinrichtingen van twee aaneengesloten vormbakdelen;
Figuur 6: een afdichtinrichting volgens de tweede 10 uitvoeringsvorm in een eerste toestand;
Figuur 7: de in figuur 6 getoonde afdichtinrichting in een tweede toestand;
Figuur 8: de in figuren 6 en 7 getoonde afdichtinrichting in een derde toestand; 15 Figuur 9: een overzichtsweergave van een vormbakdeel met een afdichtinrichting;
Figuur 10: de in figuren 6-8 getoonde afdichtinrichting in een vierde toestand; en
Figuur 11: een gedetailleerd zijaanzicht van een 20 verplaatsbare bodem met daaraan aangebrachte pootvormige afstandshouders.
Figuur 1 toont een vormbak-persinrichting 1 voor het vervaardigen van vormelingen 18 uit klei voor de steenindustrie, omvattende een rondgaande, uit vormbakdelen 25 3 verenigde transporteur 2, waarbij elk vormbakdeel 3 één of meer vormbakken 16 met telkens een vormholte 19 omvat, een boven de vormbakken 16 aangebracht reservoir 4 voor klei, kleiaanbrengmiddelen voor het tijdens een vormfase uit het reservoir 4 in de vormbakken 16 aanbrengen van klei, 30 middelen voor het met aflegplaten 11 afdekken van een open zijde van de vormbakken 16, ten minste één aan de transporteur 2 aangebrachte en ten opzichte van de transporteur 2 beweegbare uitstootinrichting 20, waarbij de uitstootinrichting 20 is ingericht voor het tijdens een 9 ontvormfase uitstoten van een in de vormbak 16 aanwezige vormeling 18 tot op een bijbehorende aflegplaat 11, waarbij de uitstootinrichting 20 ten minste één in de vormbak 16 verplaatsbare bodem 38 omvat, die tijdens de vormfase met 5 behulp van poten 24 steunt tegen een getrapte steuninrichting, waarbij met behulp van een instelbare steunhoogte, via de diepte van de vormbak 16, de hoogte van de in de vormbak 16 te vormen vormeling 18 instelbaar is.
De vormbak-persinrichting 1 omvat een 10 kettingtransporteur 2, ook wel vormband genoemd. Deze kettingtransporteur 2 is samengesteld uit een groot aantal aaneengeschakelde vormbakdelen 3 die telkens een aantal vormbakken 16 omvatten. Elke vormbak 16 omvat een vormholte 19 waarin klei opneembaar is om een vormeling 18 te vormen.
15 De vormbakdelen 3 zijn aan elkaar gekoppeld en voorzien van over liggers 14 draaibare rollen 15 om zodoende samen de ketting - ofwel band - van de kettingtransporteur 2 - ofwel vormband - te vormen. De ketting wordt aangedreven door één van de kettingwielen 13 of door beide kettingwielen 13 20 (waarbij voor de duidelijkheid alleen het rechter kettingwiel in figuur 1 is weergegeven). De transportrichting van de kettingtransporteur is in de weergegeven uitvoering van figuur 1 linksom (Pi in figuur 1). Een rechtsom draaiende transporteur is uiteraard evenzeer 25 mogelijk.
Boven de vormbakken 16 is een reservoir 4 voor klei geplaatst dat voortdurend in beweging wordt gehouden door een roerder 5 welke aangedreven wordt door de motor 6. Klei wordt aan het reservoir 4 toegevoerd door een rondgaande 30 transporteur 7. Vanuit het reservoir 4 wordt de klei in de vormbak 16 gebracht en vervolgens aangedrukt door een aandrukinrichting 8, die zwenkbaar is rond een as 9. Tevens wordt met behulp van niet-getoonde middelen het teveel aan klei afgestreken.
10
De inrichting 1 omvat verder een transporteur 10 waarmee aflegplaten 11 worden aangevoerd. De transporteur 10 zorgt er tevens voor dat bovenop elk passerend vormbakdeel 3 een aflegplaat 11 wordt geplaatst. De aflegplaten 11 blijven 5 door een vasthoudmechanisme 12 tegen de respectievelijke vormbakdelen 3 gedrukt wanneer deze het linker kettingwiel (niet-getoond) aan de afvoerzijde van de inrichting passeren. Na het keren van het vormbakdeel 3 liggen de vormelingen 18 nog steeds op de platen 11.
10 Een in figuren 2-4 getoonde uitstootinrichting 20 drukt per vormbakdeel 3 de vormelingen 18 uit de vormbakken 16. De vormelingen 18 blijven hierbij op de platen 11 liggen nadat deze uit de vormbakken 16 zijn gelost. De platen 11 met daarop de vormelingen 18 worden vervolgens afgevoerd 15 voor verdere behandeling, zoals drogen en bakken.
Figuren 2-4 tonen een vormbakdeel 3 dat is samengesteld uit verschillende vormbakken 16 die tot een eenheid zijn verenigd. Verder omvat het vormbakdeel 3 een kettingdeel 44 waaraan schalmdelen 46 zijn gelast. Wanneer 20 verschillende vormbakdelen 3 met de kettingdelen 44 naast elkaar worden geplaatst, en een as 52 door de schalmdelen wordt gestoken, worden deze vormbakdelen 3 verenigd tot een kettingtransporteur 2. Aan het einde van de as 52 bevindt zich een loopwiel 48. Voorts is een bout 56 voorzien om de 25 as 52 door de schalmdelen 46 te borgen.
Teneinde te voorkomen dat klei dat in de vormbakken 16 wordt geperst voor het daarin vormen van een vormeling 18 en wordt gemorst tussen opeenvolgende vormbakdelen 3 door naar beneden valt, zijn volgens de stand 30 der techniek de vormbakdelen 3 aan de buitenzijde van de wand 40 daarvan, voorzien van vastgelaste lekstrippen 56 en 58 (Figuur 2). De aan de voorzijde van het vormbakdeel 3 aangebrachte voorste lekstrip 56 sluit in hoofdzaak aan tegen de achterste lektstrip 58 van een (niet getoond) 11 daarvoor bevindend aangrenzend vormbakdeel 3, opdat slechts een geringe kier daartussen overblijft.
Tijdens productie van bakstenen slijten de bovenzijde van de vormbakdelen, alsmede de lekstrippen 56 en 5 58 af. Doordat deze lekstrippen 56, 58 zijn vastgelast, moeten deze lassen bij reparatie regelmatig worden ingeslepen, weer worden ingelast, en vervolgens opnieuw vlak gevreesd worden, hetgeen zeer bewerkelijk is en bovendien regelmatig als nadelig effect heeft dat een vormbakdeel ten 10 gevolge van de bij het lassen vrijkomende hitte kromtrekt.
De uitvoeringsvormen zoals getoond in figuren 3 en 4 omvatten een basisdeel 24 dat aan de wand 40 van het vormbakdeel 3 is bevestigd. Op de bovenzijde van het basisdeel 24 rust een slijtdeel 28 dat met zijn bovenzijde 15 in hoofdzaak vlak aansluit op de bovenzijde van de wand 40. Wanneer de wand 40 tijdens productie van bakstenen afslijt zal tevens het slijtdeel 28 mee slijten. Bij reparatiewerkzaamheden kan eenvoudig de wand 40 worden afgevreesd, waarna de oorspronkelijke afstand tussen de 20 bovenzijde 32 van het basisdeel 24 en de bovenzijde 41 van de wand 40 wordt hersteld door het eveneens afvrezen van de bovenzijde 32 van het basisdeel 24. Het afgesleten slijtdeel 28 wordt verwijderd en een nieuw in hoofdzaak onversleten slijtdeel wordt boven het basisdeel 24 aangebracht, wederom 25 met zijn bovenzijde 33 in hoofdzaak vlak aansluitend aan de bovenzijde 41 van wand 40.
In een zeer voordelige uitvoeringsvorm wordt er tussen het basisdeel 24 en het slijtdeel 28 een tussendeel 25 aangebracht dat aan de van de wand 40 afgekeerde zijde is 30 voorzien van een uitsparing 26 waarin een afdichting 27 opneembaar is.
Figuur 5 toont een uit vormbakdelen 3 verenigde transporteur 2 waarbij in een uitvergrote weergave in detail wordt getoond hoe twee veerkrachtige afdichtingen 27 tussen 12 twee aangrenzende vormbakdelen 3 veerkrachtig contact maken en aldus de ruimte tussen beide aangrenzende vormbakdelen 3 in hoofdzaak volledig afsluiten.
Figuur 6 toont een uitvergrote weergave van de 5 afdichtinrichting 22 volgens de tweede uitvoeringsvorm, waarbij een tussendeel 25 met daarin opgenomen afdichting 27 wordt toegepast. Zoals in figuur 6 duidelijk is getoond strekt de afdichting 27 zich van de wand 40 vandaan verder buitenwaarts uit dan de buitenwand 37 van het basisdeel 24, 10 de buitenwand 35 van het tussendeel 25 en de buitenwand 39 van het slijtdeel 28.
De uitsparing 26 heeft bij voorkeur een in buitenwaartse richting hellend ondervlak met een hellingshoek a, waardoor de uitsparing 26 zich naar de 15 buitenzijde toe vernauwt en de afdichting 27 in enige mate wordt opgesloten.
Zowel de in figuur 3 getoonde eerste uitvoeringsvorm als de in figuur 6 getoonde tweede uitvoeringsvorm zijn voorzien van een doorboring 29 die zich 20 door het basisdeel 24, het tussendeel 25 en het slijtdeel 28 uitstrekt. In een voorkeursuitvoeringsvorm is het slijtdeel 28 voorzien van een draadeinde waarin de bout 30 aangrijpbaar is. Met behulp van een moer zijn het slijtdeel 28 en het tussendeel 25 vervolgens aan het basisdeel 24 25 bevestigbaar.
Wanneer tijdens gebruik de bovenzijde 41 van de wand 40 samen met de bovenzijde 33 van het slijtdeel 28 afslijt - weergegeven met slijtdikte S in figuur 7 - is het gewenst de bovenzijden 41 en 33 van respectievelijk de wand 30 40 en het slijtdeel 28 af te vlakken. Nadat de moer 31 is losgedraaid wordt het slijtdeel 28 samen met de bout 30 uit de doorboring 29 verwijderd. Vervolgens wordt de bovenzijde 41 van de wand 40 vlak gevreesd, waarbij een laagdikte V van de bovenzijde 41 wordt weggehaald (figuur 8).
13
In figuur 9 worden met L locaties weergegeven waar tevens een verdere bewerking kan of dient te worden uitgevoerd om enerzijds de afdichtinrichting 22 in zijn oorspronkelijke staat te herstellen (figuur 10) en 5 anderzijds te waarborgen dat de steenhoogte binnen de gewenste toleranties blijft (figuur 11).
Zoals getoond in figuur 10 wordt van de bovenzijde 32 van het basisdeel 24 een laag materiaal weggevreesd die overeenkomt met de som van de tijdens gebruik afgesleten 10 laag met laagdikte S (figuur 7) en de tijdens het vlak maken weggenomen laagdikte V (figuur 8). Doordat van het basisdeel 24 een laagdikte S + V is weggenomen wordt de oorspronkelijke afstand van de bovenzijde 32 van het basisdeel 24 tot de bovenzijde 41 van de wand 40 hersteld, 15 en is het mogelijk om ofwel een enkel slijtdeel 28 volgens de eerste uitvoeringsvorm terug te plaatsen, ofwel een combinatie van slijtdeel 28 en tussendeel 25 volgens de tweede uitvoeringsvorm terug te plaatsen. Dergelijke slijtdelen 28 en tussendelen 25 zijn standaard delen en 20 kunnen derhalve eenvoudig op voorraad aanwezig zijn. Het los slijpen en opnieuw vast lassen, met alle bijbehorende nadelen, zijn hierdoor geheel overbodig geworden.
Doordat de bovenzijde 41 van de wand 40 met een laagdikte S + V is afgenomen, is de vormholte 19 in de 25 vormbak 16 tevens een afstand S + V minder diep geworden. Teneinde te waarborgen dat vormelingen 18 met de oorspronkelijke steenhoogte worden vervaardigd, worden de als afstandhouders fungerende poten 42 die aan de onderzijde van de stempelbodem 38 zijn bevestigd, eveneens een laag 30 afstand S + V ingekort. Overigens is het in sommige gevallen tevens mogelijk om de steenhoogte met een - hier niet nader beschreven - steuninrichting in te stellen, in welk geval het inkorten van de poten 42 overbodig kan zijn.
14
In de getoonde uitvoeringsvormen zijn de vormbakdelen 3 aan beide zijwanden 40 daarvan voorzien van een afdichtinrichting 22 volgens de uitvinding. Bij een kortere afstand tussen opeenvolgende vormbakdelen 3 is het 5 tevens denkbaar dat slechts één zijwand 40 van een afdichtinrichting 22 is voorzien. Een dergelijke enkelzijdige uitvoeringsvorm valt nadrukkelijk ook binnen de beoogde beschermingsomvang.
De hierboven beschreven uitvoeringsvormen zijn, 10 hoewel ze voorkeursuitvoeringsvormen van de uitvinding tonen, enkel bedoeld om de onderhavige uitvinding te illustreren en niet om op enigerlei wijze de omschrijving van de uitvinding te beperken. De omvang van de uitvinding wordt dan ook uitsluitend bepaald door de nu volgende 15 conclusies.

Claims (13)

1. Vormbakdeel voor het met een vormbak-persinrichting (1) daarin vervaardigen van vormelingen (18), 5 het vormbakdeel (3) omvattende: - één of meer vormbakken (16) met telkens een vormholte (19) voor het daarin uit klei vormen van een vormeling (18); - koppelmiddelen (46) waarmee de vormbakdelen (3) 10 onderling koppelbaar zijn; en - een zich van een wand (40) van het vormbakdeel (3) uitstrekkende afdichtinrichting (22), geschikt voor het daarmee althans grotendeels afdichten van een zich tussen gekoppelde vormbakdelen (3) bevindende tussenruimte, de 15 afdichtinrichting (22) omvattende: - een tegen de wand (40) aangebracht basisdeel (24) waarvan de bovenzijde (32) zich op een afstand (D) van de bovenzijde (41) van de wand (40) bevindt; - een losmaakbaar boven het basisdeel (24) 20 aanbrengbaar slijtdeel (28) waarvan de bovenzijde (33) in aangebrachte toestand in hoofdzaak gelijk is met de bovenzijde (41) van de wand (40); - een tussen het basisdeel (24) en het slijtdeel (28) aanbrengbaar tussendeel (25); 25. waarbij het tussendeel (25) aan ten minste een zijde (35) daarvan van een uitsparing (26) is voorzien die in gemonteerde toestand van de wand (40) af is gekeerd; en - waarbij een in hoofdzaak veerkrachtige 30 afdichting (27) in de uitsparing (26) van het tussendeel (25) zodanig opneembaar is, dat deze afdichting (27) zich van de wand (40) van het vormbakdeel (3) vandaan tot voorbij de van de wand (40) van het vormbakdeel (3) afgekeerde zijden (37, 35, 39) van het basisdeel (24), het tussendeel (25) en het slijtdeel (28) uitstrekt.
2. Vormbakdeel volgens conclusie 1, waarbij het 5 basisdeel (24) en tussendeel (25) samen een dikte (D) hebben die overeenkomt met de afstand waarvan de bovenzijde (32) van het basisdeel (24) zich van de bovenzijde (41) van de wand (40) bevindt, opdat de bovenzijde (33) van het slijtdeel (28) in aangebrachte toestand in hoofdzaak gelijk 10 is met de bovenzijde (41) van de wand (40).
3. Vormbakdeel volgens conclusie 1 of 2, waarbij het vormbakdeel (3) aan beide wanden (40) is voorzien van een afdichtinrichting (22). 15
4. Vormbakdeel volgens conclusie 3, waarbij - de koppelmiddelen schalmdelen (46) van een kettingdeel (44) zijn; en - de afdichtinrichting (22) en de hartlijn (47) 20 van het schalmdeel (46) zich tot in hoofdzaak dezelfde afstand van de wand (40) van het vormbakdeel (3) vandaan uitstrekken.
5. Vormbakdeel volgens conclusie 1 of 2, waarbij 25 het vormbakdeel (3) slechts aan één wand (40) is voorzien van een afdichtinrichting (22).
6. Vormbakdeel volgens conclusie 5, waarbij: - de koppelmiddelen schalmdelen (46) van een 30 kettingdeel (44) zijn; en - de afdichtinrichting (22) zich verder dan de hartlijn (47) van het schalmdeel (46) van de wand (40) van het vormbakdeel (3) vandaan uitstrekt.
7. Afdichtinrichting, kennelijk bedoeld voor toepassing aan een vormbakdeel (3) zoals beschreven in een van de conclusies 1-6, de afdichtinrichting (22) omvattende: - een tegen een wand (40) van het vormbakdeel (3) 5 aanbrengbaar basisdeel (24); - een losmaakbaar boven het basisdeel (24) aanbrengbaar slijtdeel (28); - een tussen het basisdeel (24) en het slijtdeel (28) aanbrengbaar tussendeel (25); 10. waarbij het tussendeel (25) aan ten minste een zijde (35) daarvan van een uitsparing (26) is voorzien; en - waarbij een in hoofdzaak veerkrachtige afdichting (27) in de uitsparing (26) van het tussendeel (25) zodanig opneembaar is, dat deze afdichting (27) zich 15 van het tussendeel (25) vandaan tot voorbij het basisdeel (24), het tussendeel (25) en het slijtdeel (28) uitstrekt.
8. Afdichtinrichting volgens conclusie 7, verder omvattende één of meer van de in conclusies 1-6 beschreven 20 maatregelen.
9. Vormbak-persinrichting voor het vervaardigen van vormelingen (18) uit klei voor de steenindustrie, omvattende: 25. een rondgaande, uit vormbakdelen (3) verenigde transporteur (2), waarbij elk vormbakdeel (3) één of meer vormbakken (16) met telkens een vormholte (19) omvat; - waarbij ten minste één vormbakdeel (3) volgens één of meer van de conclusies 1-6 wordt toegepast. 30
10. Werkwijze voor de toepassing van een afdichtinrichting (22) zoals beschreven in een of meer van de conclusies 1-9, omvattende de stappen van: - het van een vormbakdeel (3) met een door gebruik afgesleten bovenzijde (41) van wand (40) en afgesleten slijtdeel (28) verwijderen van het afgesleten slijtdeel (28) ; 5. het vlak maken van de bovenzijde (41) van de wand (40) door het daarvandaan wegnemen van een laag materiaal (V); - het van de bovenzijde (32) van het basisdeel (24) wegnemen van een laag materiaal met een laagdikte (S+V) 10 die de som is van de door gebruik afgesleten laagdikte (S) en de tijdens de stap van het vlak maken van de bovenzijde (41) van de wand (40) weggenomen laagdikte (V); - het losmaakbaar boven het basisdeel (24) aanbrengen van een in hoofdzaak onversleten slijtdeel (28), 15 zodanig dat de bovenzijde (33) daarvan in aangebrachte toestand in hoofdzaak gelijk is met de bovenzijde (41) van de wand (40) .
11. Werkwijze volgens conclusie 10, verder 20 omvattende de stap van het desgewenst vervangen van tussendeel (25) en/of het vervangen van veerkrachtige afdichting (27).
12. Werkwijze volgens conclusie 10 of 11, verder 25 omvattende de stap van het eveneens met een laagdikte (S+V), welke laagdikte (S+V) de som is van de door gebruik afgesleten laagdikte (S) en de tijdens de stap van het vlak maken van de bovenzijde (41) van de wand (40) weggenomen laagdikte (V), inkorten van als afstandhouders fungerende 30 poten (42).
13. Werkwijze volgens een van de conclusies 10-12, waarbij een vormbakdeel volgens een van de conclusies 1-6 wordt toegepast.
NL2005214A 2010-08-11 2010-08-11 Een van een afdichtinrichting voorzien vormbakdeel, alsmede een dergelijke afdichtinrichting en werkwijze voor de toepassing daarvan. NL2005214C2 (nl)

Priority Applications (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL2005214A NL2005214C2 (nl) 2010-08-11 2010-08-11 Een van een afdichtinrichting voorzien vormbakdeel, alsmede een dergelijke afdichtinrichting en werkwijze voor de toepassing daarvan.
EP11176804.0A EP2418057B1 (en) 2010-08-11 2011-08-08 A mould container part provided with a sealing device, and method for application thereof

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL2005214A NL2005214C2 (nl) 2010-08-11 2010-08-11 Een van een afdichtinrichting voorzien vormbakdeel, alsmede een dergelijke afdichtinrichting en werkwijze voor de toepassing daarvan.
NL2005214 2010-08-11

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL2005214C2 true NL2005214C2 (nl) 2012-02-14

Family

ID=43608256

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL2005214A NL2005214C2 (nl) 2010-08-11 2010-08-11 Een van een afdichtinrichting voorzien vormbakdeel, alsmede een dergelijke afdichtinrichting en werkwijze voor de toepassing daarvan.

Country Status (2)

Country Link
EP (1) EP2418057B1 (nl)
NL (1) NL2005214C2 (nl)

Families Citing this family (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
NL2019423B1 (nl) * 2017-08-16 2019-02-25 Beheermaatschappij De Boer Nijmegen B V Van een afdichtstrip voorzien vormbakdeel, alsmede een dergelijke afdichtstrip

Citations (6)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
GB326307A (en) * 1929-02-12 1930-03-13 Sydney Arthur Wright Improvements in moulds for brick and tile making
NL7209048A (nl) * 1971-07-08 1973-01-10
EP0140721A1 (fr) * 1983-08-05 1985-05-08 Promotec (S.A.R.L.) Outillage pour mouler des produits en béton à démoulage immédiat
EP0919345A1 (en) * 1997-11-25 1999-06-02 FOMB Officine Meccaniche Bongioanni S.r.l. A process for preparing a mould with replaceable stamping surface for clay manufactured articles
EP0919346A1 (en) * 1997-11-25 1999-06-02 FOMB Officine Meccaniche Bongioanni S.r.l. A process for quickly preparing a mould for clay manufactured articles
EP1595665A1 (en) * 2004-05-13 2005-11-16 Beheermaatschappij De Boer Nijmegen B.V. Device and method for manufacturing green bricks

Patent Citations (6)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
GB326307A (en) * 1929-02-12 1930-03-13 Sydney Arthur Wright Improvements in moulds for brick and tile making
NL7209048A (nl) * 1971-07-08 1973-01-10
EP0140721A1 (fr) * 1983-08-05 1985-05-08 Promotec (S.A.R.L.) Outillage pour mouler des produits en béton à démoulage immédiat
EP0919345A1 (en) * 1997-11-25 1999-06-02 FOMB Officine Meccaniche Bongioanni S.r.l. A process for preparing a mould with replaceable stamping surface for clay manufactured articles
EP0919346A1 (en) * 1997-11-25 1999-06-02 FOMB Officine Meccaniche Bongioanni S.r.l. A process for quickly preparing a mould for clay manufactured articles
EP1595665A1 (en) * 2004-05-13 2005-11-16 Beheermaatschappij De Boer Nijmegen B.V. Device and method for manufacturing green bricks

Also Published As

Publication number Publication date
EP2418057B1 (en) 2016-02-10
EP2418057A1 (en) 2012-02-15

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL2005214C2 (nl) Een van een afdichtinrichting voorzien vormbakdeel, alsmede een dergelijke afdichtinrichting en werkwijze voor de toepassing daarvan.
US8342773B2 (en) Paving apparatus
CN108773070B (zh) 3d打印设备用铺料装置及其铺料方法
NL1034930C2 (nl) Inrichting met verbeterde stempelinrichting en werkwijzen daarvoor.
EP1595665B1 (en) Device and method for manufacturing green bricks
US20140119827A1 (en) Asphalt pavement constructing machine and method of operation
NZ711232A (en) Modular broadcast spreader
NL2005213C2 (nl) Een van een steuninrichting voorziene vormbak-persinrichting, alsmede een dergelijke steuninrichting en werkwijze voor de vervaardiging daarvan.
US5207551A (en) Removable conveyor belt assembly with adjustable barriers for concrete trucks
EP1598275A1 (en) Device for handling of tools readily detachable in a machine, especially a packaging machine, and method
NL2009324C2 (nl) Transportsysteem, transportinrichting en vormbakdeel daarvoor, alsmede een daarmee voorziene inrichting en een werkwijze voor de toepassing daarvan.
CN106758696B (zh) 一种摊铺机用清料机构
NL2019423B1 (nl) Van een afdichtstrip voorzien vormbakdeel, alsmede een dergelijke afdichtstrip
NL1007600C2 (nl) Inrichting voor het vervaardigen van vormlingen voor de steenindustrie.
EP3050826B1 (en) Wear-resistant lining
KR200473736Y1 (ko) 이송용 컨베이어 장치
FR2964897A1 (fr) Dispositif de rectification de la hauteur de blocs beton et l'installation de production de blocs beton equipee d'un tel dispositif
NL2019422B1 (nl) Een van een steun voorziene vormbak-persinrichting, alsmede een dergelijke steun en werkwijze voor de vervaardiging daarvan
EP1074361B1 (en) Device for loading material into the die cavity of a mould, in particular for pressing ceramic tiles
JP2021186981A (ja) 耐摩耗ライニング材
US20150048190A1 (en) Wear Part for a Jaw Crusher, Jaw Crusher, Mineral Material Processing and Method for Fixing a Wear Part
KR102474705B1 (ko) 밸브플레이트 연삭가공 자동화 시스템
KR100750602B1 (ko) 압밀장치가 부착된 재생 굵은 골재용 모르타르 박리기
CN107362935B (zh) 铝模板传送一体机
KR101411857B1 (ko) 리크레이머