NL2005213C2 - Een van een steuninrichting voorziene vormbak-persinrichting, alsmede een dergelijke steuninrichting en werkwijze voor de vervaardiging daarvan. - Google Patents

Een van een steuninrichting voorziene vormbak-persinrichting, alsmede een dergelijke steuninrichting en werkwijze voor de vervaardiging daarvan. Download PDF

Info

Publication number
NL2005213C2
NL2005213C2 NL2005213A NL2005213A NL2005213C2 NL 2005213 C2 NL2005213 C2 NL 2005213C2 NL 2005213 A NL2005213 A NL 2005213A NL 2005213 A NL2005213 A NL 2005213A NL 2005213 C2 NL2005213 C2 NL 2005213C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
plate part
plate
stair
parts
mold
Prior art date
Application number
NL2005213A
Other languages
English (en)
Inventor
Wilhelmus Jacobus Maria Kosman
Original Assignee
Beheermij De Boer Nijmegen Bv
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Beheermij De Boer Nijmegen Bv filed Critical Beheermij De Boer Nijmegen Bv
Priority to NL2005213A priority Critical patent/NL2005213C2/nl
Priority to EP11176822.2A priority patent/EP2425949B1/en
Application granted granted Critical
Publication of NL2005213C2 publication Critical patent/NL2005213C2/nl

Links

Classifications

    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B28WORKING CEMENT, CLAY, OR STONE
    • B28BSHAPING CLAY OR OTHER CERAMIC COMPOSITIONS; SHAPING SLAG; SHAPING MIXTURES CONTAINING CEMENTITIOUS MATERIAL, e.g. PLASTER
    • B28B7/00Moulds; Cores; Mandrels
    • B28B7/02Moulds with adjustable parts specially for modifying at will the dimensions or form of the moulded article

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Manufacturing & Machinery (AREA)
  • Chemical & Material Sciences (AREA)
  • Ceramic Engineering (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Devices For Post-Treatments, Processing, Supply, Discharge, And Other Processes (AREA)
  • Press-Shaping Or Shaping Using Conveyers (AREA)

Description

EEN VAN EEN STEUNINRICHTING VOORZIENE VORMBAK-PERSINRICHTING, ALSMEDE EEN DERGELIJKE STEUNINRICHTING EN WERKWIJZE VOOR DE VERVAARDIGING DAARVAN
5 De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een van een steuninrichting voorziene vormbak-persinrichting, een dergelijke steuninrichting, alsmede een werkwijze voor de vervaardiging daarvan.
Meer in het bijzonder heeft de uitvinding 10 betrekking op een vormbak-persinrichting voor het vervaardigen van vormelingen uit klei voor de steenindustrie, omvattende: - een rondgaande, uit vormbakdelen verenigde transporteur, waarbij elk vormbakdeel één of meer vormbakken 15 met telkens een vormholte omvat; - ten minste één aan de transporteur aangebrachte en ten opzichte van de transporteur beweegbare uitstootinrichting die is ingericht voor het tijdens een ontvormfase uitstoten van een in de vormbak aanwezige 20 vormeling; - waarbij de uitstootinrichting ten minste één in de vormbak verplaatsbare bodem omvat, die tijdens de vormfase steunt tegen een getrapte steuninrichting, waarbij met behulp van een instelbare steunhoogte, via de diepte van 25 de vormbak, de hoogte van de in de vormbak te vormen vormeling instelbaar is. Een dergelijke vormbak-persinrichting is tevens bekend uit ΕΡ-Ά-1 595 665 van aanvraagster.
Bakstenen zijn in verschillende hoogtematen 30 leverbaar. Een veelvuldig toegepast type baksteen is het
Waalsteenformaat, met een hoogte van 50 mm. Er zijn echter ook steenformaten met afwijkende hoogten leverbaar, zoals het Vechtformaat van 40 mm hoog, het Renovaformaat van 55 mm hoog en het Waaldikformaat van 65 mm hoog. Extreme 2 hoogtematen zijn te vinden bij het Lilliput II formaat met een hoogte van 30 mm, en het Kloostermop formaat met een hoogte van 85 mm. Straatstenen zijn leverbaar met een hoogte van 100 mm.
5 Wanneer in het productieproces tussen steenformaat gewisseld wordt, dient de hoogte van de steen aangepast te worden. In het productieproces van een vormbakpers dient daarvoor de hoogte van de te vormen vormeling aangepast te worden.
10 Een vormbakpers bestaat uit een rondgaande, uit vormbakdelen verenigde transporteur, waarbij elk vormbakdeel één of meer vormbakken met telkens een vormholte omvat. Een typische vormbakpers bestaat uit circa 50 vormbakdelen, met per vormbakdeel 24 vormbakken met telkens een vormholte.
15 In ieder vormbakdeel zijn uitstoters aangebracht voor het uit de respectievelijke vormbak drukken van de daarin gevormde vormelingen. De diepte van de vormholte van de vormbakken wordt bepaald, doordat een in de vormbak beweegbare bodem van de uitstoters steunt tegen een 20 daaronder aangebracht steunlichaam. Doorgaans is de beweegbare bodem op een stempel aangebracht, en wordt derhalve in het navolgende stempelbodem genoemd. Iedere stempelbodem is voorzien van poten waarmee de stempelbodem op één of meer steunlichamen steunt. Met behulp van de 25 stempel wordt de in de vormbak gevormde vormeling gelost om vervolgens te worden gedroogd en gebakken.
Een uit 50 vormbakdelen bestaande vormbakpers, met 24-steens vormbakdelen heeft maar liefst 1200 vormbakken met telkens een vormholte. Om te voorkomen dat iedere 30 stempelbodem afzonderlijk dient te worden bijgesteld bij een wisseling van gewenste steenhoogte, is het gebruikelijk om per vormbak één of meer langwerpige steunlichamen aan te brengen, die in zijaanzicht gezien een getrapte vorm hebben.
3
Door het zijdelings verplaatsen van het steunlichaam, kan in één keer voor een groot aantal naast elkaar gelegen stempelbodems worden bewerkstelligd dat ze steunen op een hoger of lager gelegen trap van het 5 steunlichaam.
Per vormbak dienen doorgaans twee strippen - voor iedere zijde van de stempelbodems één - verschoven te worden. Bij een uit 50 vormbakdelen bestaande vormbakpers, wordt het aantal handmatige handelingen voor het verstellen 10 van de hoogtemaat van 1200 vormbakken gereduceerd tot 2 x 50, ofwel 100 handelingen. Hierdoor is de hoogtemaat van de te vormen vormelingen voor een gehele vormband binnen een half uur arbeidstijd te verstellen.
Thans bekende steunlichamen worden vervaardigd 15 door op een langwerpig plaatdeel, op vaste onderlinge afstanden van elkaar, blokdelen vast te lassen.
Uit GB-A-257,112 is een wigvormige inrichting voor het instellen van de dikte van vormelingen bekend.
Daar iedere stempelbodem in alle hoeken is 20 voorzien van een poot, dat wil zeggen 4 poten per stempelbodem, vereist een 24-steens vormbakdeel dat maar liefst 4 x 24, ofwel 96 blokdelen - verdeeld over 2 steunlichamen - dienen te worden gelast.
Voor een vormbakpers bestaande uit 50 25 vormbakdelen, dienen 50 x 96, ofwel 4800 van dergelijke blokdelen te worden gelast. Dat dit enorm arbeidsintensief en tijdrovend is, wordt nog meer duidelijk wanneer er bij stil wordt gestaan dat ieder blokdeel wordt vastgelast met ten minste 2 lassen, en bij voorkeur met 4 lassen rondom.
30 Dit zijn dus minstens 9600 lassen in totaal!
Buiten het arbeidsintensieve en tijdrovende proces van het vastlassen van het grote aantal blokdelen, heeft het lassen een verder significant nadeel. Immers, leidt de met het lassen gepaard gaande warmteontwikkeling regelmatig tot 4 het kromtrekken van het stripdeel van het steunlichaam. In voorkomend geval, is een verdere nabewerking vereist.
De onderlinge afstand van de blokdelen dient zodanig nauwkeurig te zijn, dat bij het verschuiven van het 5 steunlichaam, alle poten van de stempelbodems op hetzelfde hoogteniveau zullen steunen. Dat wil zeggen dat alle poten van de stempelbodems ofwel steunen op het plaatdeel, ofwel of op daarop vastgelaste blokdelen. Kortom, alle 4800 blokdelen dienen op exact de juiste posities op de strip van 10 het steunlichaam te worden vastgelast.
Als gevolg van het kromtrekken van de strip en het van de gewen blijkt het in de praktijk vaak nodig om -eenmaal gemonteerd om de vormbakpers - handmatige nabewerkingen uit te voeren, die arbeidsintensief zijn.
15 Een doel van de onderhavige uitvinding is om een inrichting en werkwijze te verschaffen, waarbij de genoemde nadelen zich niet, of althans in mindere mate voordoen.
Het genoemde doel is bereikt met door de in de inleiding genoemde vormbak-persinrichting voor het 20 vervaardigen van vormelingen uit klei voor de steenindustrie te voorzien van een steuninrichting omvattende: - een in hoofdzaak langwerpig basis-plaatdeel en een in hoofdzaak langwerpig eerste trap-plaatdeel, waarbij beide plaatdelen een bovenzijde, een onderzijde, kopzijden, 25 een voorzijde en een achterzijde omvatten; - waarbij het eerste trap-plaatdeel een plaatdikte omvat, en op regelmatige afstanden is voorzien van uitsparingen; - waarbij het eerste trap-plaatdeel met zijn 30 onderzijde tegen de bovenzijde van het basis-plaatdeel is aangebracht; en - waarbij de bovenzijden van het basis-plaatdeel en het eerste trap-plaatdeel samen een getrapt 5 steunoppervlak vormen, waarop de in de vormbakken verplaatsbare bodems steunbaar zijn.
De uitsparingen strekken zich uit over de gehele plaatdikte van het trap-plaatdeel, en vormen zo een 5 traphoogte die overeenkomt met de plaatdikte van het trap-plaatdeel waarin de uitsparingen zijn uitgebracht. De plaatdikte van het trap-plaatdeel is zo bepalend voor de traphoogte van het getrapt steunoppervlak. Plaatdelen zijn leverbaar in vele plaatdikten. Door plaatdelen met een 10 plaatdikte van de gewenste traphoogte als basis toe te passen, zijn verspanende nabewerkingen met betrekking tot de traphoogte overbodig. Hierdoor is op zeer eenvoudige wijze een nauwkeurige traphoogte realiseerbaar.
In de trap-plaatdelen worden uitsparingen 15 aangebracht, bijvoorbeeld door middel van lasersnijdtechniek. Hoewel dit met een CNC-machine zeer nauwkeurig en efficiënt realiseerbaar is, wordt opgemerkt dat de nauwkeurigheid van de snijvlakken van de uitsparingen van ondergeschikt belang is. Immers, is slechts de 20 plaatdikte relevant bepalend voor de traphoogte.
Het verschil tussen bijvoorbeeld Waalsteenformaat met een hoogte van 50 mm, en Waaldikformaat met een hoogte van 65 mm, is eenvoudig realiseerbaar met een trap-plaatdeel met een plaatdikte van 65 - 50 mm = 15 mm.
25 Volgens een voorkeursuitvoeringsvorm, omvat de steuninrichting verder een tweede trap-plaatdeel met een plaatdikte; - waarbij het tweede trap-plaatdeel op regelmatige afstanden is voorzien van uitsparingen; 30 - waarbij het tweede trap-plaatdeel met zijn onderzijde tegen de bovenzijde van het eerste trap-plaatdeel is aangebracht; en 6 - waarbij de bovenzijden van het basis-plaatdeel en de trap-plaatdelen samen een getrapt steunoppervlak vormen.
Door twee trap-plaatdelen toe te passen, is een 3-5 traps steunoppervlak realiseerbaar. Zo is bijvoorbeeld naast de bovengenoemde steenformaten Waalsteenformaat en Waaldikformaat, met hoogten van respectievelijk 50 mm en 65 mm, tevens het tussenliggende Renovaformaat met een hoogte van 55 mm realiseerbaar wanneer een eerste trap-plaatdeel 10 van 55 - 50 mm = 5 mm wordt toegepast, en een tweede trap-plaatdeel van 65 - 55 mm = 10 mm wordt toegepast. De totale maximale traphoogte, welke de som is van de plaatdikten van beide trap-plaatdelen, is wederom 5+10 mm = 15 mm, ofwel het verschil tussen Waalsteenformaat en Waaldikformaat.
15 Teneinde in samengestelde toestand een getrapt steunoppervlak te vormen, worden de uitsparingen in de eerste en tweede trap-plaatdelen ten minste gedeeltelijk, en bij voorkeur in hoofdzaak over de gehele lengte van de kortste uitsparing, boven elkaar aangebracht.
20 Volgens een verdere voorkeursuitvoeringsvorm zijn de uitsparingen in lengterichting van het tweede trap-plaatdeel in hoofdzaak langer dan de uitsparingen die in lengterichting van het eerste trap-plaatdeel zijn aangebracht, opdat de bovenzijden van het basis-plaatdeel en 25 de trap-plaatdelen samen een 3-traps steunoppervlak vormen.
Het is denkbaar dat twee opeenvolgende trap-plaatdelen in hoofdzaak dezelfde lengte uitsparing omvatten, bijvoorbeeld omdat bewerking van twee dunnere platen eenvoudiger is. Binnen de lering van deze octrooiaanvrage 30 dienen dergelijke uit dunnere trap-plaatdelen samengestelde dikkere trap-plaatdelen als één samengesteld trap-plaatdeel te worden opgevat.
Daarnaast zal het voor de vakman duidelijk zijn dat een te vormen getrapt steunoppervlak niet uitsluit dat 7 er ook tussenliggende trap-plaatdelen worden toegepast, waarbij de uitsparingen van deze tussenliggende trap-plaatdelen in lengterichting enigszins korter zijn dan de uitsparingen die in een daarboven gelegen trap-plaatdeel 5 zijn aangebracht, terwijl de uitsparingen van deze tussenliggende trap-plaatdelen tevens langer zijn dan de uitsparingen van een daaronder gelegen trap-plaatdeel.
Hoewel een dergelijke uitvoering nadrukkelijk binnen de beschermingsomvang van de uitvinding valt, heeft deze 10 slechts een ondergeschikte voorkeur, daar bij steunen op het overstekend deel van een tussenliggende trap-plaatdeel doorbuiging daarvan kan optreden.
Volgens een nog verdere voorkeursuitvoeringsvorm is de steuninrichting van één of meer verdere trap-15 plaatdelen voorzien, de verdere trap-plaatdelen omvattende: - een plaatdikte; en - op regelmatige afstanden aangebrachte uitsparingen die in lengterichting van het verdere trap-plaatdeel in hoofdzaak langer zijn dan de uitsparingen die 20 in lengterichting in een daaronder gelegen trap-plaatdeel zijn aangebracht, opdat de bovenzijden van het daaronder gelegen trap-plaatdeel en het verdere trap-plaatdeel samen een getrapt steunoppervlak vormen.
Op vergelijkbare wijze zoals hierboven beschreven, 25 zijn met behulp van verdere trap-plaatdelen extra trappen in het getrapt steunoppervlak realiseerbaar.
Volgens een nog verdere voorkeursuitvoeringsvorm hebben het basis-plaatdeel en de één of meer trap-plaatdelen in hoofdzaak dezelfde lengte- en breedte-afmetingen.
30 Hierdoor zijn de één of meer trap-plaatdelen en het basis-plaatdeel eenvoudig samenstelbaar tot een plaatdelenpakket, waarvan de plaatdelen eenvoudig aan elkaar bevestigbaar zi jn.
8
De uitvinding heeft verder betrekking op een steuninrichting voor het instellen van de hoogte van een te vormen vormeling, bedoeld voor toepassing in een vormbak-persinrichting voor het vervaardigen van vormelingen uit 5 klei voor de steenindustrie zoals hierboven beschreven, de steuninrichting omvattende: - een in hoofdzaak langwerpig basis-plaatdeel en een in hoofdzaak langwerpig eerste trap-plaatdeel, waarbij beide plaatdelen een bovenzijde, een onderzijde, kopzijden, 10 een voorzijde en een achterzijde omvatten; - waarbij het eerste trap-plaatdeel een plaatdikte omvat, en op regelmatige afstanden is voorzien van uitsparingen; - waarbij het eerste trap-plaatdeel met zijn 15 onderzijde tegen de bovenzijde van het basis-plaatdeel is aangebracht; en - waarbij de bovenzijden van het basis-plaatdeel en het eerste trap-plaatdeel samen een getrapt steunoppervlak vormen, waarbij de traphoogte wordt bepaald 20 door de plaatdikte van het eerste trap-plaatdeel.
Op het getrapt steunoppervlak is een aanslag van een uitstoter van een vormbak-persinrichting steunbaar. De traphoogte komt overeen met de plaatdikte van het trap-plaatdeel, dat met uitsparingen is voorzien en bovenop het 25 basis-plaatdeel is aangebracht.
De uitvinding heeft verder betrekking op een werkwijze voor het vervaardigen van een steuninrichting zoals in het vorengaande beschreven, de werkwijze omvattende de stappen van: 30 - het in één of meer plaatdelen op regelmatige afstanden aanbrengen van uitsparingen.
Volgens een voorkeursuitvoeringsvorm van de werkwijze worden de uitsparingen met lasers uitgesneden. Hoewel bij stansen voor beperkte plaatdiktes denkbaar is, 9 worden de uitsparingen bij voorkeur met lasers uitgesneden. Aangestuurd door een CNC-machine kan dit zeer nauwkeurig en geautomatiseerd plaatsvinden.
Volgens een voorkeursuitvoeringsvorm van de 5 werkwijze omvat deze verder de stap van het op een basis-plaatdeel aanbrengen van het eerste trap-plaatdeel, zodanig dat de bovenzijden van het basis-plaatdeel en het eerste trap-plaatdeel samen een getrapt steunoppervlak vormen, waarbij de traphoogte wordt bepaald door de plaatdikte van 10 het eerste trap-plaatdeel.
Volgens een voorkeursuitvoeringsvorm van de werkwijze omvat deze verder de stap van het op het eerste trap-plaatdeel aanbrengen van het tweede trap-plaatdeel, zodanig dat de bovenzijden van het basis-plaatdeel en de 15 trap-plaatdelen samen een getrapt steunoppervlak vormen, waarbij de traphoogte van de trappen wordt bepaald door de plaatdikten van de eerste en tweede trap-plaatdelen.
Volgens een voorkeursuitvoeringsvorm van de werkwijze omvat deze verder de stap van het op het tweede 20 trap-plaatdeel aanbrengen van één of meer verdere trap- plaatdelen, zodanig dat telkens het trap-plaatdeel met de kleinste uitsparing als opeenvolgend op het voorgaande trap-plaatdeel wordt aangebracht, zodanig dat de bovenzijden van het basis-plaatdeel en het de daarop aangebrachte trap-25 plaatdelen samen een getrapt steunoppervlak vormen.
Volgens een voorkeursuitvoeringsvorm van de werkwijze omvat deze verder de stap van het aan elkaar bevestigen van het basis-plaatdeel en de één of meer daarop aangebrachte trap-plaatdelen.
30 Volgens een voorkeursuitvoeringsvorm van de werkwijze worden het basis-plaatdeel en de één of meer daarop aangebrachte trap-plaatdelen losmaakbaar aan elkaar bevestigd, opdat één of meer trap-plaatdelen vervangbaar en/of voor een trap-plaatdeel met een andere plaatdikte 10 uitwisselbaar zijn. Een losmaakbare bevestiging kan bijvoorbeeld worden gerelasieerd door in het basis-plaatdeel en de trap-plaatdelen doorboringen te maken waardoorheen een boutverbinding plaatsbaar is, doch ook andere varianten zijn 5 denkbaar.
In de navolgende beschrijving worden voorkeursuitvoeringsvormen van de onderhavige uitvinding aan de hand van de tekening verder verklaard, waarin tonen:
Figuur 1: een perspectivisch aanzicht van een 10 inrichting voor het vervaardigen van vormelingen uit klei voor de steenindustrie;
Figuur 2: een opengewerkt zijaanzicht van een een vormbak waarin een uitstootinrichting is aangebracht die is voorzien van een steuninrichting volgens de stand der 15 techniek;
Figuur 3: een perspectivisch detailaanzicht van de in figuur 2 getoonde steuninrichting uit de stand der techniek;
Figuur 4: een opengewerkt zijaanzicht van een 20 een vormbak waarin een uitstootinrichting is aangebracht die is voorzien van een steuninrichting volgens de onderhavige uitvinding;
Figuur 5: een perspectivisch detailaanzicht van de in figuur 4 getoonde steuninrichting volgens de onderhavige 25 uitvinding; en
Figuur 6: een uit elkaar getrokken weergave van de in figuur 5 getoonde steuninrichting.
Figuur 1 toont een vormbak-persinrichting 1 voor het vervaardigen van vormelingen 18 uit klei voor de 30 steenindustrie, omvattende een rondgaande, uit vormbakdelen 3 verenigde transporteur 2, waarbij elk vormbakdeel 3 één of meer vormbakken 16 met telkens een vormholte 19 omvat, een boven de vormbakken 16 aangebracht reservoir 4 voor klei, kleiaanbrengmiddelen voor het tijdens een vormfase uit het 11 reservoir 4 in de vormbakken 16 aanbrengen van klei, middelen voor het met aflegplaten 11 afdekken van een open zijde van de vormbakken 16, ten minste één aan de transporteur 2 aangebrachte en ten opzichte van de 5 transporteur 2 beweegbare uitstootinrichting 20, waarbij de uitstootinrichting 20 is ingericht voor het tijdens een ontvormfase uitstoten van een in de vormbak 16 aanwezige vormeling 18 tot op een bijbehorende aflegplaat 11, waarbij de uitstootinrichting 20 ten minste één in de vormbak 16 10 verplaatsbare bodem 38 omvat, die tijdens de vormfase met als afstandhouders fungerende poten 42 steunt tegen een getrapte steuninrichting 22, waarbij met behulp van een instelbare steunhoogte, via de diepte van de vormbak 16, de hoogte van de in de vormbak 16 te vormen vormeling 18 15 instelbaar is.
De inrichting 1 voor het vervaardigen van vormelingen voor de steenindustrie omvat een kettingtransporteur 2, ook wel vormband genoemd. Deze kettingtransporteur 2 is samengesteld uit een groot aantal aaneengeschakelde 20 vormbakdelen 3 die telkens een aantal vormbakken 16 omvatten. In figuur 1 zijn de vormbakdelen 3 telkens voorzien van zestien vormbakken 16. Elke vormbak 16 omvat een vormholte 19 waarin klei opneembaar is om een vormeling 18 te vormen. De vormbakdelen 3 zijn aan elkaar gekoppeld en 25 voorzien van over liggers 14 draaibare rollen 15 om zodoende samen de ketting - ofwel band - van de kettingtransporteur 2 - ofwel vormband - te vormen. De ketting wordt aangedreven door één van de kettingwielen 13 of door beide kettingwielen 13 (waarbij voor de duidelijkheid alleen het rechter 30 kettingwiel in figuur 1 is weergegeven). De transportrichting van de kettingtransporteur is in de weergegeven uitvoering van figuur 1 linksom (Pi in figuur 1). Een rechtsom draaiende transporteur is uiteraard evenzeer mogelijk.
12
Boven de vormbakken 16 is een reservoir 4 voor klei geplaatst dat voortdurend in beweging wordt gehouden door een roerder 5 welke aangedreven wordt door de motor 6. Klei wordt aan het reservoir 4 toegevoerd door een rondgaande 5 transporteur 7. Vanuit het reservoir 4 wordt de klei in de vormbak 16 gebracht en vervolgens aangedrukt door een aandrukinrichting 8, die zwenkbaar is rond een as 9. Tevens wordt met behulp van niet-getoonde middelen het teveel aan klei afgestreken.
10 De inrichting 1 omvat verder een transporteur 10 waarmee aflegplaten 11 worden aangevoerd. De transporteur 10 zorgt er tevens voor dat bovenop elk passerend vormbakdeel 3 een aflegplaat 11 wordt geplaatst. De aflegplaten 11 blijven door een vasthoudmechanisme 12 tegen de respectievelijke 15 vormbakdelen 3 gedrukt wanneer deze het linker kettingwiel (niet-getoond) aan de afvoerzijde van de inrichting passeren. Na het keren van het vormbakdeel 3 liggen de vormelingen 18 nog steeds op de platen 11.
Een in figuren 2 en 4 getoonde uitstootinrichting 20 20 drukt per vormbakdeel 3 de vormelingen 18 uit de vormbakken 16. De vormelingen 18 blijven hierbij op de platen 11 liggen nadat deze uit de vormbakken 16 zijn gelost. De platen 11 met daarop de vormelingen 18 worden vervolgens afgevoerd voor verdere behandeling, zoals drogen 25 en bakken.
Figuren 2 en 3 tonen een uitvoeringsvorm volgens de stand der techniek. In figuur 2 wordt een vormbak 16 in een vormbakdeel 3 getoond, waarin een uitstootinrichting 20 is aangebracht die is voorzien van een steuninrichting 22 30 volgens de stand der techniek. Deze steuninrichting 22, welke volgens de stand der techniek een plaatdeel 24 met daarop vastgelaste blokdelen 25 omvat, wordt in meer detail getoond in figuur 3.
13
Figuur 4 toont een vormbak 16 in een vormbakdeel 3, waarin een uitstootinrichting 20 is aangebracht die is voorzien van een steuninrichting 22 volgens de onderhavige uitvinding.
5 Het vormbakdeel 3 is samengesteld uit verschillende vormbakken 16 die tot een eenheid zijn verenigd. Verder omvat het vormbakdeel 3 een kettingdeel 44 waaraan schalmdelen 46 zijn gelast. Wanneer verschillende vormbakdelen 3 met de kettingdelen 44 naast elkaar worden 10 geplaatst, en een as 52 door de schalmdelen wordt gestoken, worden deze vormbakdelen 3 verenigd tot een kettingtransporteur 2. Aan het einde van de as 52 bevindt zich een loopwiel 48. Voorts is een bout 56 voorzien om de as 52 door de schalmdelen 46 te borgen.
15 De uitstootinrichting 20 is samengesteld uit een stempelbodem 38 en een stempelas 36 die ten minste aan zijn van de stempelbodem 38 afgekeerde zijde een aanslag in de vorm van dopmoer 64 heeft. De stempelbodem 38 is verplaatsbaar in de vormbak 16 van het vormbakdeel 3 20 aangebracht.
Om de stempelas 36 is een veer 62 aangebracht die met zijn uiteinde 72 aangrijpt op een rand van de dopmoer 64 die op een van schroefdraad voorzien uiteinde van de stempelas 36 is geschroefd.
25 Met behulp van een bout 56, die met een drukveer 58 tegen de onderwand 54 van het vormbakdeel 3 is voorgespannen, is de steuninrichting 22 losmaakbaar vastklembaar. Door de klemming tijdelijk op te heffen, is de steuninrichting 22 in lengterichting van het vormbakdeel 3 30 verplaatsbaar, opdat de aanslagen 42 die zich aan de onderzijde van de stempelbodem 38 bevinden, naar wens op een gekozen trap van het getrapte steunoppervlak van de steuninrichting 22 steunen. De aanslagen 42 fungeren daarbij 14 als afstandshouder, en bepalen zo de diepte van de vormholte 19 waarin een vormeling 18 gevormd wordt.
De steuninrichting 22 wordt in meer detail getoond in figuren 5 en 6, en omvat een in hoofdzaak langwerpig 5 basis-plaatdeel 24 en een in hoofdzaak langwerpig eerste trap-plaatdeel 26, waarbij beide plaatdelen 24, 26 een bovenzijde B, een onderzijde 0, kopzijden K, een voorzijde V en een achterzijde A omvatten, waarbij het eerste trap-plaatdeel 26 een plaatdikte D26 omvat, en op regelmatige 10 afstanden is voorzien van uitsparingen U26, waarbij het eerste trap-plaatdeel 26 met zijn onderzijde O26 tegen de bovenzijde B van het basis-plaatdeel 24 is aangebracht, en waarbij de bovenzijden B24, B26 van het basis-plaatdeel 24 en het eerste trap-plaatdeel 26 samen een getrapt 15 steunoppervlak vormen, waarop de in de vormbakken 16 verplaatsbare bodems 38 steunbaar zijn.
Tevens is een trap-plaatdeel 28 met een plaatdikte D voorzien, dat op regelmatige afstanden is voorzien van uitsparingen U28 die in lengterichting van het tweede trap-20 plaatdeel 28 in hoofdzaak langer zijn dan de uitsparingen U26 die in lengterichting van het eerste trap-plaatdeel 26 zijn aangebracht.
Het tweede trap-plaatdeel 28 is met zijn pp pp onderzijde 0 tegen de bovenzijde B van het eerste trap-25 plaatdeel 26 aangebracht, waardoor de bovenzijden B24, B26, B28 van het basis-plaatdeel 24 en de trap-plaatdelen 26, 28 samen een 3-traps steunoppervlak vormen.
In de uit elkaar getrokken weergave van figuur 6 is getoond hoe de uitsparingen U26 en U28 in respectievelijk 30 de eerste en tweede trap-plaatdelen ten minste gedeeltelijk, en bij voorkeur in hoofdzaak over de gehele lengte van de kortste uitsparing, in dit geval U26, boven elkaar worden aangebracht. Hierdoor wordt in samengestelde toestand van de plaatdelen 24, 26, 28 een getrapt steunoppervlak gevormd.
15
Met een dikte D26 van het eerste trap-plaatdeel 26 van 5 mm, en een dikte D28 van het tweede trap-plaatdeel 28 van 10 mm, zijn met de in figuren 5 en 6 getoonde uitvoeringsvorm stenen in Waalsteenformaat, Renovaformaat en 5 Waaldikformaat, met respectievelijk steenhoogten van 50 mm, 55 mm en 65 mm, realiseerbaar.
Door andere plaatdikten te kiezen, die overeen komen met het hoogte verschil tussen verschillende steenformaten, kan de vakman naar wens de steenhoogte 10 aanpassen naar de te fabriceren steenhoogte.
In het bijzonder interessant zijn trap-plaatdelen met plaatdikten van 5, 10, 15, 20, 25, 30, 35, 40, 45, 50, 55, 60, 65, en 70 mm, omdat daarmee alle in de inleiding genoemde steenformaten, van het Lilliput II formaat met een 15 steenhoogte van 30 mm, tot een straatsteen met een steenhoogte van 100 mm realiseerbaar zijn.
De hierboven beschreven uitvoeringsvormen zijn, hoewel ze voorkeursuitvoeringsvormen van de uitvinding tonen, enkel bedoeld om de onderhavige uitvinding te 20 illustreren en niet om op enigerlei wijze de omschrijving van de uitvinding te beperken. De omvang van de uitvinding wordt dan ook uitsluitend bepaald door de nu volgende conclusies.

Claims (14)

1. Steuninrichting (22) voor het instellen van de hoogte van een te vormen vormeling, gekenmerkt door: 5. een in hoofdzaak langwerpig basis-plaatdeel (24) en een in hoofdzaak langwerpig eerste trap-plaatdeel (26), waarbij beide plaatdelen (24, 26) een bovenzijde (B), een onderzijde (0), kopzijden (K), een voorzijde (V) en een achterzijde (A) omvatten; 10. waarbij het eerste trap-plaatdeel (26) een plaatdikte (D26) omvat, en op regelmatige afstanden is voorzien van uitsparingen (U26) ; - waarbij het eerste trap-plaatdeel (26) met zijn onderzijde (O26) is aangebracht tegen de bovenzijde (B24) van 15 het basis-plaatdeel (24); en - waarbij de bovenzijden (B24, B26) van het basis-plaatdeel (24) en het eerste trap-plaatdeel (26) samen een getrapt steunoppervlak vormen, waarbij de traphoogte wordt bepaald door de plaatdikte (D26) van het eerste trap- 20 plaatdeel (26).
2. Steuninrichting volgens conclusie 1, verder omvattende: - een tweede trap-plaatdeel (28) met een 25 plaatdikte (D28); - waarbij het tweede trap-plaatdeel (28) op regelmatige afstanden is voorzien van uitsparingen (U ) ; - waarbij het tweede trap-plaatdeel (28) met zijn *) Q O/Γ onderzijde (0 ) tegen de bovenzijde (B ) van het eerste 30 trap-plaatdeel (26) is aangebracht; en - waarbij de bovenzijden (B , B , B ) van het basis-plaatdeel (24) en de trap-plaatdelen (26, 28) samen een getrapt steunoppervlak vormen, waarbij de traphoogte van de trappen wordt bepaald door de plaatdikten (D26, D28) van de eerste en tweede trap-plaatdelen (26, 28).
3. Steuninrichting volgens conclusie 2, waarbij de 5 uitsparingen (U ) in lengterichting van het tweede trap- plaatdeel (28) in hoofdzaak langer zijn dan de uitsparingen (U26) die in lengterichting van het eerste trap-plaatdeel (26) zijn aangebracht, opdat de bovenzijden (B24, B26, B28) van het basis-plaatdeel (24) en de trap-plaatdelen (26, 28) 10 samen een 3-traps steunoppervlak vormen.
4. Steuninrichting volgens conclusie 2 of 3, waarbij de steuninrichting (22) van één of meer verdere trap-plaatdelen is voorzien, de verdere trap-plaatdelen 15 omvattende: - een plaatdikte; en - op regelmatige afstanden aangebrachte uitsparingen die in lengterichting van het verdere trap-plaatdeel in hoofdzaak langer zijn dan de uitsparingen die 20 in lengterichting in een daaronder gelegen trap-plaatdeel zijn aangebracht, opdat de bovenzijden van het daaronder gelegen trap-plaatdeel en het verdere trap-plaatdeel samen een getrapt steunoppervlak vormen.
5. Steuninrichting volgens een van de conclusies 6-9, waarbij het basis-plaatdeel (24) en de één of meer trap-plaatdelen (26, 28) in hoofdzaak dezelfde lengte- en breedte-afmetingen hebben. 30
6. Vormbak-persinrichting (1) voor het vervaardigen van vormelingen (18) uit klei voor de steenindustrie, omvattende: - een rondgaande, uit vormbakdelen (3) verenigde 5 transporteur (2), waarbij elk vormbakdeel (3) één of meer vormbakken (16) met telkens een vormholte (19) omvat; - ten minste één aan de transporteur (2) aangebrachte en ten opzichte van de transporteur (2) beweegbare uitstootinrichting (20) die is ingericht voor het 10 tijdens een ontvormfase uitstoten van een in de vormbak (16) aanwezige vormeling (18); - waarbij de uitstootinrichting (20) ten minste één in de vormbak (16) verplaatsbare bodem (38) omvat, die tijdens de vormfase steunt tegen een getrapte 15 steuninrichting (22), waarbij met behulp van een instelbare steunhoogte, via de diepte van de vormbak (16), de hoogte van de in de vormbak (16) te vormen vormeling (18) instelbaar is; met het kenmerk dat de vormbak-persinrichting (1) 20 een steuninrichting (22) volgens één van de conclusies 1-5 omvat.
7. Vormbak-persinrichting volgens conclusie 6, waarbij het basis-plaatdeel (24) en de één of meer trap- 25 plaatdelen (26, 28) in hoofdzaak dezelfde lengte- en breedte-afmetingen hebben.
8. Werkwijze voor het vervaardigen van een steuninrichting (22) zoals beschreven in één of meer van de 30 conclusies 1-5, met het kenmerk date het de stap omvat van: - het in één of meer plaatdelen (26, 28) op regelmatige afstanden aanbrengen van uitsparingen (U).
9. Werkwijze volgens conclusie 8, waarbij de uitsparingen met lasers worden uitgesneden.
10. Werkwijze volgens een van de conclusies 8-9, 5 verder omvattende de stap van: - het op een basis-plaatdeel (24) aanbrengen van het eerste trap-plaatdeel (26), zodanig dat de bovenzijden (B24, B26) van het basis-plaatdeel (24) en het eerste trap-plaatdeel (26) samen een getrapt steunoppervlak vormen, 10 waarbij de traphoogte wordt bepaald door de plaatdikte (D26) van het eerste trap-plaatdeel (26).
11. Werkwijze volgens conclusie 10, verder omvattende de stap van: 15. het op het eerste trap-plaatdeel (26) aanbrengen van het tweede trap-plaatdeel (28), zodanig dat de bovenzijden (B24, B26, B28) van het basis-plaatdeel (24) en de trap-plaatdelen (26, 28) samen een getrapt steunoppervlak vormen, waarbij de traphoogte van de trappen wordt bepaald 20 door de plaatdikten (D26, D28) van de eerste en tweede trap-plaatdelen (26, 28).
12. Werkwijze volgens conclusie 11, verder omvattende de stap van: 25. het op het tweede trap-plaatdeel (28) aanbrengen van één of meer verdere trap-plaatdelen, zodanig dat telkens het trap-plaatdeel met de kleinste uitsparing als opeenvolgend op het voorgaande trap-plaatdeel wordt aangebracht, zodanig dat de bovenzijden van het basis-30 plaatdeel (24) en het de daarop aangebrachte trap-plaatdelen samen een getrapt steunoppervlak vormen.
13. Werkwijze volgens een van de conclusies 8-12, verder omvattende de stap van: - het aan elkaar bevestigen van het basis-plaatdeel en de één of meer daarop aangebrachte trap-5 plaatdelen.
14. Werkwijze volgens conclusie 13, waarbij het basis-plaatdeel en de één of meer daarop aangebrachte trap-plaatdelen losmaakbaar aan elkaar bevestigd worden, opdat 10 één of meer trap-plaatdelen vervangbaar en/of voor een trap-plaatdeel met een andere plaatdikte uitwisselbaar zijn.
NL2005213A 2010-08-11 2010-08-11 Een van een steuninrichting voorziene vormbak-persinrichting, alsmede een dergelijke steuninrichting en werkwijze voor de vervaardiging daarvan. NL2005213C2 (nl)

Priority Applications (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL2005213A NL2005213C2 (nl) 2010-08-11 2010-08-11 Een van een steuninrichting voorziene vormbak-persinrichting, alsmede een dergelijke steuninrichting en werkwijze voor de vervaardiging daarvan.
EP11176822.2A EP2425949B1 (en) 2010-08-11 2011-08-08 A support device for adjusting the height of a green brick to be formed, and method for manufacture thereof

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL2005213 2010-08-11
NL2005213A NL2005213C2 (nl) 2010-08-11 2010-08-11 Een van een steuninrichting voorziene vormbak-persinrichting, alsmede een dergelijke steuninrichting en werkwijze voor de vervaardiging daarvan.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL2005213C2 true NL2005213C2 (nl) 2012-02-14

Family

ID=43859736

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL2005213A NL2005213C2 (nl) 2010-08-11 2010-08-11 Een van een steuninrichting voorziene vormbak-persinrichting, alsmede een dergelijke steuninrichting en werkwijze voor de vervaardiging daarvan.

Country Status (2)

Country Link
EP (1) EP2425949B1 (nl)
NL (1) NL2005213C2 (nl)

Families Citing this family (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
CN106042155A (zh) * 2016-08-12 2016-10-26 郑州远东耐火材料有限公司 砂板制作自动化装置
NL2019422B1 (nl) * 2017-08-16 2019-02-25 Beheermaatschappij De Boer Nijmegen B V Een van een steun voorziene vormbak-persinrichting, alsmede een dergelijke steun en werkwijze voor de vervaardiging daarvan
CN115416148A (zh) * 2022-10-11 2022-12-02 绍兴市强舜新能源有限公司 一种环保砖全自动制备养护循环系统

Citations (6)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
GB257112A (en) * 1925-09-26 1926-08-26 Whittaker And Company Ltd C Improvements in brick making machinery
US3079661A (en) * 1961-03-06 1963-03-05 Crossley Machine Company Inc Automatic thickness control means for flat products
DE2264247A1 (de) * 1972-12-30 1974-07-11 Krupp Gmbh Verfahren zur herstellung von formlingen
NL1006041C2 (nl) * 1997-05-13 1998-11-19 Struyk Verwo Groep B V Werkwijze en inrichting voor het vervaardigen van betonnen voorwerpen.
EP1088633A1 (en) * 1999-09-29 2001-04-04 Anvil Iron Works Inc. Brick moulding apparatus and method
EP1595665A1 (en) * 2004-05-13 2005-11-16 Beheermaatschappij De Boer Nijmegen B.V. Device and method for manufacturing green bricks

Patent Citations (6)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
GB257112A (en) * 1925-09-26 1926-08-26 Whittaker And Company Ltd C Improvements in brick making machinery
US3079661A (en) * 1961-03-06 1963-03-05 Crossley Machine Company Inc Automatic thickness control means for flat products
DE2264247A1 (de) * 1972-12-30 1974-07-11 Krupp Gmbh Verfahren zur herstellung von formlingen
NL1006041C2 (nl) * 1997-05-13 1998-11-19 Struyk Verwo Groep B V Werkwijze en inrichting voor het vervaardigen van betonnen voorwerpen.
EP1088633A1 (en) * 1999-09-29 2001-04-04 Anvil Iron Works Inc. Brick moulding apparatus and method
EP1595665A1 (en) * 2004-05-13 2005-11-16 Beheermaatschappij De Boer Nijmegen B.V. Device and method for manufacturing green bricks

Also Published As

Publication number Publication date
EP2425949A1 (en) 2012-03-07
EP2425949B1 (en) 2016-03-02

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL2005213C2 (nl) Een van een steuninrichting voorziene vormbak-persinrichting, alsmede een dergelijke steuninrichting en werkwijze voor de vervaardiging daarvan.
AU2004261556B2 (en) Concrete block mold with moveable liner
US8632718B2 (en) Method for forming tapered products
BE1027229B1 (nl) Inrichting en werkwijze voor het vervaardigen van betonnen artikelen
NL1034930C2 (nl) Inrichting met verbeterde stempelinrichting en werkwijzen daarvoor.
NL2000945C2 (nl) Stenenlegger.
EP1595665B1 (en) Device and method for manufacturing green bricks
NL2019422B1 (nl) Een van een steun voorziene vormbak-persinrichting, alsmede een dergelijke steun en werkwijze voor de vervaardiging daarvan
NL8502484A (nl) Werkwijze en inrichting voor het vervaardigen van stenen in een mal.
NL2013930B1 (nl) Vormbakdeel voor de vervaardiging van steenstrips, vormbak-persinrichting en werkwijze voor de toepassing daarvan.
NL1007600C2 (nl) Inrichting voor het vervaardigen van vormlingen voor de steenindustrie.
DK166949B1 (da) Fremgangsmaade og apparat til fremstilling af tagplader, som har en tvaergaaende flange
US8951618B2 (en) Hollow panel and mould for the manufacture thereof
NL2009324C2 (nl) Transportsysteem, transportinrichting en vormbakdeel daarvoor, alsmede een daarmee voorziene inrichting en een werkwijze voor de toepassing daarvan.
NL1002858C2 (nl) Inrichting alsmede werkwijze voor het vervaardigen van vormlingen, zoals tegels.
EP3713730B1 (en) Device for pressing a non-hardened concrete composition and method for the manufacture of concrete articles
NL1031935C2 (nl) Werkwijze en inrichting voor het vervaardigen van steenvormelingen voor metselstenen, en in het bijzonder kalkzandstenen.
NL2005214C2 (nl) Een van een afdichtinrichting voorzien vormbakdeel, alsmede een dergelijke afdichtinrichting en werkwijze voor de toepassing daarvan.
NL2002993C2 (nl) Inrichting en werkwijze voor het vervaardigen van vormelingen uit klei, en ponsinrichting daarvoor.
ITMO20010071A1 (it) Stampo perfezionato ad alveoli modulari per la produzione di manufatti ceramici
NL2026214B1 (en) Mould container part and mould container press comprising such a mould container part
EP1510312A2 (en) Apparatus and method for manufacturing a decorated product, and decorated product
NL1007991C2 (nl) Werkwijze en inrichting voor het vervaardigen van steenvormstukken voor vulstukken.
NL1009244C1 (nl) Inrichting en werkwijze voor het spuitgieten van een werkstuk uit tenminste twee verschillende materiaalcomponenten.
EP3885090A2 (en) A method of manufacturing a brickwork member

Legal Events

Date Code Title Description
MM Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 20170901