NL2013930B1 - Vormbakdeel voor de vervaardiging van steenstrips, vormbak-persinrichting en werkwijze voor de toepassing daarvan. - Google Patents

Abstract

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een vormbakdeel voor de vervaardiging van steenstrips, omvattende één of meer vormbakken voor het daarin uit klei vormen van een vormeling voor de steenindustrie, het vormbakdeel omvattende ten minste twee ten opzichte van elkaar beweegbare strip-vormdelen die beweegbaar zijn tussen een vulstand waarin de vormelingen vormbaar zijn, en een losstand waarin de strip-vormdelen van elkaar verwijderd zijn en de in bedrijf daarin opgenomen deelvormelingen van elkaar gescheiden en losbaar zijn. De uitvinding heeft verder betrekking op een vormbak-persinrichting met een dergelijk vormbakdeel, en op een werkwijze voor de vervaardiging van steenstrips waarin een vormbak-persinrichting met een dergelijk vormbakdeel wordt toegepast.

Description

Vormbakdeel voor de vervaardiging van steenstrips, vormbak-persinrichting en werkwijze voor de toepassing daarvan

De uitvinding heeft betrekking op een vormbakdeel voor de vervaardiging van steenstrips, een vormbak-persinrichting die is voorzien van een dergelijk vormbakdeel, alsmede op een werkwijze voor de toepassing van een vormbak-persinrichting met een dergelijk vormbakdeel.

Wanneer steenstrips op een wand worden aangebracht krijgt deze wand de visuele verschijningsvorm van een uit bakstenen opgetrokken wand. Steenstrips worden dan ook toegepast voor het verfraaien van vlakke wanden.

Doordat de bouw van panden uit polystyreen toeneemt, en ook in de renovatiebouw vaak isolatiewanden worden geplaatst, neemt de vraag naar steenstrips toe.

Traditioneel worden steenstrips vervaardigd door een gebakken baksteen in strips te zagen. Deze werkwijze heeft meerdere nadelen. Zo ontstaat bij het doorzagen een grote hoeveelheid afvalmateriaal en gaat het zagen gepaard met geluid- en stofontwikkeling. Daarnaast slijten de zagen en de zaagmachines. Ook komt het verder regelmatig voor dat een baksteen bij het zagen geheel of gedeeltelijk breekt en onbruikbaar wordt. De gehele baksteen, inclusief al het afvalmateriaal, heeft een volledig droog- en bakproces doorlopen, wat tijd en energie kost. Voor het afvalmateriaal is de daarmee gepaard gaande energiebehoefte letterlijk weggegooid. Tenslotte is deze conventionele zaagwerkwijze arbeidsintensief.

Mede door de toegenomen vraag naar steenstrips is er behoefte aan een verbeterde werkwijze voor de vervaardiging van steenstrips. DE-A1-3400380 openbaart een vormbak-persinrichting met een vormband, waarvan de vormbakken zijn gevormd uit twee rond een schamieras schamierbaar aan elkaar bevestigde helften, die ten behoeven van het lossen van de vormelingen openklappen wanneer de vormband over een omlooprol loopt. NL-A2-6913272 openbaart een werkwijze voor het vervaardigen van vormbakstenen, waarbij de vormelingen voorafgaand aan het drogen in hun vormbakken tot stukken elk ter grootte van een steen worden gesneden. EP-A1-2085199 ten name van Aanvraagster toont een vormbakdeel waarbij tegen een zijwand van de vormbak een plaat aanbrengbaar is teneinde de afmeting van de in de vormbak te vormen vormeling te beïnvloeden.

Een doel van de onderhavige uitvinding is om een vormbak-persinrichting en werkwijze voor de toepassing daarvan te verschaffen, waarbij de genoemde nadelen zich niet, of althans in mindere mate voordoen.

Het genoemde doel is volgens de uitvinding bereikt met het vormbakdeel voor de vervaardiging van steenstrips volgens conclusie 1.

Met het vormbakdeel volgens de uitvinding is het mogelijk om vulmiddelen van een traditionele vormbak-persinrichting voor conventionele bakstenen te gebruiken. De door deze vulmiddelen gevormde vormeling wordt immers pas na het vormen op de gewenste dikte van de steenstrips gebracht door het opdelen van de vormeling. Door het gebruik van conventionele vulmiddelen kan enerzijds beproefde en betrouwbare techniek worden gebruikt. Het direct persen van een vormeling met de geringe dikte van een steenstrip geeft problemen, zoals het moeilijk vullen van de vormbak. Anderzijds zal door de toepassing van conventionele vulmiddelen een steenstrip worden verkregen die visueel exact overeenkomt met een standaard baksteen die met dergelijke vulmiddelen gevormd zijn. Een met dergelijke steenstrips bedekte wand is daardoor visueel niet meer te onderscheiden van een uit bakstenen opgetrokken wand.

Doordat iedere vormeling telkens twee steenstrips kan verschaffen, is de productiecapaciteit die een dergelijke vormbakdeel kan verschaffen, bovendien verdubbeld ten opzichte van een conventionele vormbak-persinrichting.

Een verder belangrijk voordeel is dat het vormbakdeel deelvormelingen in het formaat van een steenstrip verschaft, waardoor alléén het nette product aan een droog- en bakproces hoeft te worden onderworpen. Doordat deze deelvormelingen veel dunner zijn dan een vormeling voor een conventionele baksteen, zal dit droog- en bakproces bovendien sneller kunnen verlopen en minder energie verbruiken.

Volgens een voorkeursuitvoeringsvorm zijn de strip-vormdelen in de vulstand naar elkaar toe gekeerd en vormen zij wanden van de vormbak. In de vulstand wordt zodoende een vormbak van conventionele afmetingen, d.w.z. vergelijkbaar met een vormeling voor een traditionele baksteen, gevormd. De wanden van de traditionele baksteen zullen de wanden van de deelvormeling vormen, en daarmee de zichtzijde van de uiteindelijke steenstrip.

Volgens een nog verdere voorkeursuitvoeringsvorm zijn de ten minste twee ten opzichte van elkaar beweegbare strip-vormdelen ten opzichte van elkaar schamierbaar tussen de in de vulstand naar elkaar toe gekeerde toestand waarin ze wanden van de vormbak vormen, en de losstand waarin de strip-vormdelen een in hoofdzaak liggende oriëntatie omvatten. De in hoofdzaak liggende oriëntatie is gedefinieerd in het liggende deel van de transporteur van de vormbak-persinrichting. Het snijvlak van de deelvormeling is daarbij bovenwaarts gericht, en is in deze in hoofdzaak liggende oriëntatie geschikt voor het daarop ontvangen van een droogplaat, waarop de deelvormelingen uiteindelijk afgevoerd kunnen worden en naar het droogproces kunnen worden getransporteerd en daaraan kunnen worden onderworpen. De zichtzijde van de uiteindelijke steenstrip is neerwaarts gericht en opgenomen in het respectievelijke strip-vormdeel.

De scharnieren zijn zodanig geplaatst dat de strip-vormdelen onder invloed van de persdruk van het persen naar elkaar toe worden gedrukt, waardoor wordt voorkomen dat de vormbak zich onder invloed van de persdruk zou kunnen openen.

Een constructief elegante doorsnede-opening wordt verkregen indien volgens een nog verdere voorkeursuitvoeringsvorm de twee ten opzichte van elkaar beweegbare strip-vormdelen van het vormbakdeel op twee aangrenzende transporteurdelen van een rondgaande transporteur zijn aangebracht, en waarbij de scheiding tussen deze transporteurdelen een eerste doorsnede-opening in de vormbakken vormt.

Hoewel het voor steenstrips met de dikte van een halve baksteen zou volstaan om een enkele doorsnede-opening in het midden van de vormeling aan te brengen, hebben steenstrips normaliter smallere afmetingen. Teneinde de productiecapaciteit voor dergelijke steenstrips te verdubbelen is volgens een nog verdere voorkeursuitvoeringsvorm een tweede doorsnede-opening in de zijwanden van de vormbakken aangebracht.

De één of meer strip-vormdelen omvatten één of meer zich binnen een vormbak uitstrekkende uitstekende delen. Door de strip-vormdelen van uitstekende delen te voorzien, is de vorm van de in het respectievelijke strip-vormdeel te vormen deelvormeling aanpasbaar. De deelvormeling zal immers een negatieve afdruk zijn van de ruimte die door het strip-vormdeel wordt ingesloten.

Deelvormelingen met uitstekende delen bieden voordelen, zoals het eenvoudig en reproduceerbaar kunnen aanbrengen op prefab constructies, waarbij de uitstekende delen bijvoorbeeld onder op vooraf aangebrachte haakdelen kunnen worden geschoven of anderszins aangebracht. Tevens kan door het tegen elkaar aan plaatsen van de uitstekende delen van naburige steenstrips, een gewenste tussenafstand voor de later aan te brengen voegen tussen naburige steenstrips worden verkregen.

De uitstekende delen omvatten een in langsrichting van het strip-vormdeel aangebrachte langsstrip en/of een in dwarsrichting van het strip-vormdeel aangebrachte dwarsstrip.

Op de langsstrip en/of op de dwarsstrip zijn één of meer verdere uitstekende delen voorzien, waardoor de op de deelvormeling te vormen nokdelen worden onderbroken door uitsparingen. Deze uitsparingen vereenvoudigen het aanbrengen van een nokdeel van een steenstrip onder een haakdeel op een prefab constructie, omdat de haakdelen door de uitsparingen tussen de nokdelen in heen leidbaar is. Vervolgens kan met een geringe verschuiving van de steenstrip een nokdeel in aangrijping met een prefab haakdeel worden gebracht. Een dergelijke prefab constructie maakt géén onderdeel uit van deze aanvrage.

De uitvinding heeft verder betrekking op een vormbak-persinrichting voor het vervaardigen van steenstrips voor de steenindustrie, omvattende een rondgaande transporteur die een aantal vormbakdelen omvat, waarbij elk vormbakdeel één of meer vormbakken voor het daarin uit klei vormen van een vormeling omvat, waarbij een snij orgaan is voorzien waarmee de in de vormbak gevormde vormeling in deelvormelingen deelbaar is, en waarbij het vormbakdeel een vormbakdeel volgens de uitvinding is. Het snijorgaan snijdt de in de vormbakken gevormde vormeling door op een voorafbepaalde afstand van de door de strip-vormdelen gevormde zijwanden van de vormbak. Deze voorafbepaalde afstand komt overeen met de dikte van de deelvormeling, die uiteindelijk na drogen en bakken, de steenstrip zal vormen.

Volgens een voorkeursuitvoeringsvorm van de vormbak-persinrichting omvat het snijorgaan een in hoofdzaak flexibel eindloos orgaan. Een dergelijk flexibel eindloos orgaan kan bijvoorbeeld een koord zijn waarmee door de nog natte klei wordt gesneden. Een dergelijk koord is aanzienlijk minder kostbaar dan de aan slijtage onderhevige zagen volgens de steenstripproductietechnieken uit de stand der techniek.

Indien volgens een nog verdere voorkeursuitvoeringsvorm tussen de strip-vormdelen een midden-vormdeel is voorzien, kan een vormeling met het formaat voor conventionele baksteen worden vervaardigd, waarvan vervolgens smalle deelvormelingen voor de steenstrips worden afgesneden. De aanvankelijk door de vormbak-persinrichting te vormen vormeling kan in een baksteenformaat via een beproefd en geoptimaliseerd proces worden gevormd, waarna daar dunne strips van worden afgenomen. Een belangrijk verder voordeel is dat het uiterlijk van de zichtzijde identiek is aan een conventionele baksteen.

Een deel van de klei kan al vroeg in het vervaardigingsproces worden weggenomen en gerecycled, indien volgens een nog verdere voorkeursuitvoeringsvorm een afvoerorgaan is voorzien waarmee zich in het midden-vormdeel bevindende klei afvoerbaar is. Hierdoor hoeft alléén het netto product aan een droog- en bakproces te worden onderworpen. Doordat deze deelvormelingen veel dunner zijn dan de vormeling waar ze de zijwanden van vormden, zal het droog- en bakproces voor de deelvormelingen bovendien sneller kunnen verlopen en minder energie verbruiken.

Volgens een nog verdere voorkeursuitvoeringsvorm omvat het afvoerorgaan grijporganen en/of zuigmiddelen.

Een ongewenste verplaatsing van de strip-vormdelen van de vulstand naar de losstand en vice versa wordt volgens een verdere voorkeursuitvoeringsvorm voorkomen doordat vasthoudmiddelen zijn voorzien die zijn ingericht om de strip-vormdelen in de vulstand en/of losstand vast te houden.

Volgens een nog verdere voorkeursuitvoeringsvorm omvatten de vasthoudmiddelen ten minste één met de strip-vormdelen verbonden veer die is ingericht om het ten minste één met de ten minste één veer verbonden strip-vormdeel in de vulstand en/of in de losstand te forceren, en waarbij één of meer standomslagactuatoren zijn voorzien die zijn ingericht om de strip-vormdelen tegen de veervoorspanning in van de vulstand naar de losstand en vice versa te bewegen. De standomslagactuator kan bijvoorbeeld een stoter of een nokgeleiding omvatten.

De uitvinding heeft verder betrekking op een werkwijze voor het met een vormbak-persinrichting uit klei vervaardigen van steenstrips voor de steenindustrie, omvattende de stappen van: - het aandrijven van een rondgaande transporteur omvattende een aantal vormbakdelen, waarbij elk vormbakdeel één of meer vormbakken voor het daarin vormen van een vormeling omvat; - het onder vulmiddelen door voortbewegen van de transporteur, waarbij vormelingen worden gevormd door de één of meer vormbakken met klei te vullen; - het met een snij orgaan doorsnijden van één of meer in de vormbakken gevormde vormelingen; en - het van een vulstand naar een losstand bewegen van strip-vormdelen, waarbij de strip-vormdelen in de vulstand naar elkaar toe gekeerd zijn en wanden van één of meer vormbakken vormen waarin één of meer vormelingen vormbaar zijn, en waarbij in de losstand de strip-vormdelen zodanig van elkaar verwijderd zijn dat de daarin opgenomen deelvormelingen gescheiden en losbaar zijn.

Volgens een voorkeursuitvoeringsvorm van de werkwijze omvat de stap van het met een snijorgaan doorsnijden van één of meer in de vormbakken gevormde vormelingen het in lengterichting doorsnijden van deze vormelingen.

Volgens een verdere voorkeursuitvoeringsvorm van de werkwijze omvat het van de vulstand naar de losstand bewegen van de strip-vormdelen het naar een in hoofdzaak liggende oriëntatie scharnieren van de strip-vormdelen en daarin gevormde deelvormelingen.

Volgens een nog verdere voorkeursuitvoeringsvorm van de werkwijze is tussen de strip-vormdelen een midden-vormdeel voorzien, en omvat de werkwijze verder de stap van het met een afvoerorgaan afvoeren van zich in het midden-vormdeel bevindende klei. De afgevoerde klei kan worden gerecycled, en hoeft bovendien niet te worden onderworpen aan een droog- en bakproces.

Volgens een nog verdere voorkeursuitvoeringsvorm van de werkwijze wordt een vormbakdeel en/of een vormbak-persinrichting volgens de uitvinding toegepast.

In de navolgende beschrijving worden voorkeursuitvoeringsvormen van de onderhavige uitvinding aan de hand van de tekening verder verklaard, waarin toont:

Figuur 1: een perspectivische weergave van een vormbak-persinrichting met een vormbakdeel volgens de onderhavige uitvinding;

Figuur 2: een perspectivische weergave van twee opeenvolgende transporteurdelen van een rondgaande transporteur van de in fïguurl getoonde vormbak-persinrichting;

Figuur 3: een perspectivische weergave waarin van de in figuur 2 getoonde transporteurdelen waarbij een vormbakdeel verduidelijkt is weergegeven;

Figuur 4: een uiteengetrokken perspectivische weergave van een eerste stap in het productie proces;

Figuur 5: een uiteengetrokken perspectivische weergave van een verdere stap in het productie proces;

Figuren 6 en 7: een perspectivische weergave van het delen van de in de vormbakdelen gevormde vormelingen;

Figuur 8: een perspectivische weergave waarin het uitnemen van overtollig materiaal wordt getoond;

Figuur 9: een perspectivische weergave van een strip-vormdeel met daarin aangebrachte nokdelen;

Figuur 10: een perspectivische weergave van een deelvormeling die met de in figuur 9 getoonde strip-vormdelen vormbaar is;

Figuur 11: een perspectivische weergave van een alternatief strip-vormdeel met daarin aangebrachte nokdelen;

Figuur 12: een perspectivische weergave van een deelvormeling die met de in figuur 11 getoonde strip-vormdelen vormbaar is;

Figuur 13: een perspectivische weergave van een verder alternatief strip-vormdeel met daarin aangebrachte nokdelen;

Figuur 14: een perspectivische weergave van een deelvormeling die met de in figuur 13 getoonde strip-vormdelen vormbaar is.

De in figuur 1 getoonde vormbak-persinrichting 1 omvat een rondgaande transporteur 24 die uit meerdere transporteurdelen 26 is samengesteld. Aan de transporteurdelen zijn looprollen 28 voorzien die in (niet getoonde) kettingwielen aangrijpen, waardoor de transporteur 24 aandrijfbaar is. Op de transporteurdelen 26 van de transporteur 24 zijn vormbakdelen 2 aangebracht die in het navolgende in meer detail zullen worden toegelicht.

Aan de hand van figuur 1 worden nu de verschillende productiestappen kort toegelicht, waarna de voor de onderhavige uitvinding relevante stappen in meer detail aan de hand van de navolgende figuren zullen worden besproken. Boven de transporteur 24 is een vulinrichting aangebracht waarmee klei in de vormbakdelen 2 daaronder wordt aangebracht. Ieder vormbakdeel 2 heeft in de getoonde uitvoeringsvorm vier vormbakken 4 waarin telkens een vormeling vormbaar is.

Nadat de klei in de vormbakken 4 van de vormbakdelen 2 is aangebracht wordt overtollige klei met een eerste snijorgaan 52 afgesneden, zodat een vormeling 32 ontstaat die aan de bovenzijde in hoofdzaak vlak aansluit op de bovenzijde van het vormbakdeel 2. Het snijorgaan 52 omvat in de getoonde uitvoeringsvorm een koord 56 dat over twee rollen 54 loopt en vlak boven het vormbakdeel 2 is opgespannen en daaroverheen snijdt.

Nadat de vormelingen 32 van hun overtollige klei zijn ontdaan, wordt dit kleiafval 58 met een eerste afvoertransporteur 60 opgepakt en op een tweede afvoertransporteur 61 afgezet. De tweede afvoertransporteur 61 voert de kleiafval 58 af, en bij voorkeur wordt dit hergebruikt.

Nadat de vormelingen 32 in de vormbakken 4 van het vormbakdeel 2 zijn gevormd, worden deze volgens de uitvinding opgedeeld. Hoewel dit aan de hand van de figuren 6 en 7 in detail zal worden toegelicht, wordt nu opgemerkt dat een tweede snij orgaan 62 rollen 64 omvat waarover een koord 66 loopt. Dit koord 66 is met het tweede snijorgaan 62 in hoogterichting verplaatsbaar, en door deze hoogteverplaatsing wordt de vormeling 32 opgedeeld in twee deelvormelingen 34 en zich tussen deze deelvormelingen 34 bevindende overtollige klei 72.

Deze overtollige klei wordt vervolgens in een verder stap door een afvoerorgaan 68, dat bijvoorbeeld grijporganen en/of zuigmiddelen 70 omvat, als kleiafval 72 afgevoerd en bij voorkeur hergebruikt.

Vervolgens worden droogplaten 74 op de deelvormelingen 34 geplaatst en worden deze door het verder roteren van de transporteur 24 naar een positie gebracht waarin de droogplaten 74 zich onder de vormbakdelen 2 bevinden. Teneinde te voorkomen dat de droogplaten vallen worden (niet getoonde) spanbanden of kettingen gebruikt die de droogplaten 74 tegen de vormbakdelen 2 aandrukken wanneer ze over een (niet getoond) kettingwiel lopen.

Wanneer de droogplaten 74 zich aan de onderzijde van de vormbakdelen 2 bevinden worden deze geleidelijk van de vormbakdelen 2 af bewogen en zullen de door de vormbakpers-inrichting 1 gevormde deelvormelingen 34 op de droogplaat 74 komen te liggen. Vervolgens worden de droogplaten 74 met de daarop aanwezige deelvormelingen 74 voor verdere behandeling afgevoerd. De deelvormelingen 34 worden eerst in een droogkamer geplaatst, waar ze zullen worden gedroogd, alvorens ze in een oven tot een harde steen worden gebakken.

In figuur 2 worden twee opeenvolgende transporteurdelen 26 van de transporteur 24 getoond, waarbij een vormbakdeel 2 zich op de scheiding tussen deze beide transporteurdelen 26 bevindt. Ieder vormbakdeel 2 heeft in de getoonde uitvoeringsvorm vier vormbakken 4, en omvat ten minste twee ten opzichte van elkaar beweegbare strip-vormdelen 6 die beweegbaar zijn tussen een vulstand (stand zoals getoond in figuur 2) waarin de vormelingen 32 vormbaar zijn, en een losstand (zoals getoond in onder andere figuur 8), waarin de strip-vormdelen 6 Van elkaar verwijderd zijn en waarbij de daarin opgenomen deelvormelingen 34 van elkaar gescheiden en losbaar zijn.

In de in figuren 2, 3 en 4 getoonde oriëntatie van de strip-vormdelen 6 zijn deze naar elkaar toegekeerd en vormen zij de wanden 8 van de vormbakken 4. Deze oriëntatie komt overeen met de vulstand waarin de vonnelingen 32 in de vormbakken 4 vormbaar zijn.

In de getoonde uitvoeringsvorm zijn de ten opzichte van elkaar beweegbare strip-vormdelen 6 ten opzichte van elkaar schamierbaar, doordat ze ieder op een schamieras 10 zijn aangebracht.

Wanneer de strip-vormdelen 6 ieder om hun eigen scharnieras 10 roteren, verplaatsen zij zich van de in figuren 2, 3 en 4 getoonde vulstand naar een losstand, waarin de strip-vormdelen 6 een in hoofdzaak liggende oriëntatie hebben.

Teneinde er voor te zorgen dat strip-vormdelen 6 in de gewenste vulstand of losstand blijven, zijn vasthoudmiddelen 38 voorzien die deze standen kunnen vasthouden. De vasthoudmiddelen omvatten een rondom de scharnieras 10 draaiend nokorgaan 40 dat met een as 48 is verbonden met een schuiforgaan 44. Het schuiforgaan is over een as 42 schuifbaar en wordt voorgespannen door een veer 46. De veervoorspanning van de veer 46 zorgt er voor dat de strip-vormdelen 6 in de vulstand of in de losstand worden vastgehouden. Door ( niet getoonde) standomslagactuatoren te gebruiken, bijvoorbeeld stoters die de nokorganen 40 wegdrukken, kan de veervoorspanning van de veer 46 tijdelijk worden overwonnen en kunnen de strip-vormdelen 6 van de vulstand naar de losstand en vice versa worden gedwongen.

In de weergave van figuur 3 wordt getoond hoe een vormbakdeel 2 zich over twee transporteurdelen 26 uitstrekt. Ieder vormbakdeel 2 wordt gevormd uit strip-vormdelen 6 en een daartussen gelegen midden-vormdeel 12. Tezamen sluiten de strip-vormdelen 6 en het midden-vormdeel 12 een vormbak 4 in die overeenkomt met de afmetingen van een vormbak voor bijvoorbeeld conventionele bakstenen. Hoewel in deze afmetingen variaties zijn, kenmerken conventionele bakstenen zich ten opzichte van een steenstrip door de veel grotere dikte. Met het vullen van baksteenformaat vormbakken 4 is een ruime hoeveelheid ervaring, en deze beproefde techniek staat zeer betrouwbare en goede resultaten toe. Door de combinatie van strip-vormdelen 6 en midden-vormdeel 12 kan aldus van deze beproefde en uitontwikkelde techniek gebruik worden gemaakt, waardoor een zeer betrouwbare en consistente vulling van de vormbakken 4 is gegarandeerd.

Door de transporteurdelen 26 in figuur 4 uit elkaar getrokken te tonen, wordt duidelijk weergegeven hoe ieder vormbakdeel 2 over twee transporteurdelen 26 is verdeeld. Een voordeel van deze opstelling is dat er een natuurlijke scheiding tussen een midden-vormdeel 12 en een strip-vormdeel 6 ontstaat, waardoorheen de vormeling 32 deelbaar is, zoals aan de hand van figuren 6 en 7 nog nader zal worden toegelicht.

In figuur 5 wordt de situatie getoond waarin de strip-vormdelen 6 van de in figuur 4 getoonde vulstand naar de in figuur 8 getoonde losstand worden bewogen. In figuur 5 wordt een tussengelegen toestand getoond waarin de nokorganen 40 door (niet getoonde) standomslagactuatoren worden bediend en een schuiforgaan 44 tegen de veervoorspanning van de veer 46 in over de as 42 van de vasthoudmiddelen 38 drukt.

Omwille van de duidelijkheid zijn de figuren 2-5 zonder daarin aangebrachte vormelingen 32 getoond. De figuren 6 en 7 tonen hoe een vormeling 32 wordt opgedeeld in deelvormelingen 34 en eventueel overtollig kleimateriaal 72.

In figuur 6 is het aan de bovenzijde van het vormbakdeel 2 uitstekende klei reeds met behulp van het eerste snijorgaan 52 en de afvoertransporteurs 60, 61 afgevoerd. Door vervolgens een tweede snij orgaan 62 in hoogterichting door de vormbakdelen 2 heen te verplaatsen, wordt de daarin aanwezige vormeling 32 opgedeeld in deelvormelingen 34 en zich daartussen bevindende overtollige klei 72.

Teneinde het tweede snijorgaan 62, dat in de getoonde uitvoeringsvorm een koord 66 omvat, in hoogterichting door de vormeling 32 verplaatsbaar te maken, zijn een eerste doorsnede opening 18 en een tweede doorsnede opening 20 in het vormbakdeel 2 voorzien. Hierbij wordt opgemerkt dat de eerste doorsnede opening 18 de scheiding tussen twee opeenvolgende transporteurdelen 26 van de rondgaande transporteur omvat.

Door de koorden 66 van het tweede snij orgaan 62 over rollen 64 te laten lopen en deze rondgaand aan te drijven wanneer het snijorgaan 62 in hoogterichting door wordt verplaatst, zullen de koorden 66 beter door de vormelingen 32 heen snijden.

Nadat de vormelingen 32 zijn opgedeeld in deelvormelingen 34 kan de zich daartussen in de midden-vormdelen 12 bevinden overtollige klei 72 met behulp van een afvoerorgaan 68 worden afgevoerd (figuur 8). In de getoonde uitvoeringsvorm is het afvoerorgaan 68 voorzien van grijporganen/zuigmiddelen 70 die het kleiafval 72 oppakken.

Doordat enkel de deelvormelingen 34, die de steenstrips zullen vormen, op de droogplaten 74 zullen worden afgezet, zal enkel het netto eindproduct aan een volledig droog- en bakproces worden onderworpen. De overtollige klei - die een betrouwbare en consistente vulling van de vormbakken 4 mogelijk maakt - kan al vlak na het vullen van de vormbakken 4 worden afgevoerd en desgewenst worden hergebruikt.

De figuren 9-10, 11-12, en 13-14 vormen paren van drie alternatieve strip-vormdelen 16 voor het vormen van deelvormelingen 34 die zijn voorzien van één of meer uitstekende delen 16.

Door de strip-vormdelen 6 van uitstekende delen 16 te voorzien, is de vorm van de in het respectievelijke strip-vormdeel 6 te vormen deelvormeling 134, 234, 334 aanpasbaar. De deel vormeling zal immers een negatieve afdruk zijn van de ruimte die door het strip-vormdeel 6 wordt ingesloten.

Deelvormelingen 134, 234, 334 met uitstekende delen 136, 236, 336, 338 bieden voordelen, zoals het eenvoudig en reproduceerbaar kunnen aanbrengen op prefab constructies, waarbij de uitstekende delen 136, 236, 336, 338 bijvoorbeeld onder op vooraf aangebrachte haakdelen kunnen worden geschoven of anderszins aangebracht. Tevens kan door het tegen elkaar aan plaatsen van de uitstekende delen 136,236, 336, 338 van naburige steenstrips, een gewenste tussenafstand voor de later aan te brengen voegen tussen naburige steenstrips worden verkregen.

In figuur 9 is aan de wand 8 van het strip-vormdeel 6 een uitstekend deel 16 in de vorm van een langsstrip 116 voorzien. Een deelvormeling 134 die in het strip-vormdeel 6 van figuur 9 wordt gevormd, zal aan zijn langszij den 135 klei ontberen waar de langsstrip 116 bij het vormen heeft gezeten. Als gevolg daarvan ontstaat een zich aan de langszijden 135 van de deelvormeling 134 uitstrekkende uitstekende langsrand 136 (figuur 10). Met behulp van deze langsrand 136 is een uit deze deelvormeling 134 vervaardigde steenstrip eenvoudig onder een haakdeel haakbaar, hetgeen voordelig kan zijn voor prefab constructies. Een dergelijke steenstrip is daardoor bijvoorbeeld bijzonder geschikt voor prefab constructies waarbij haakdelen op isolatieplaten of vooraf te plaatsen stripdelen zijn voorzien.

Wanneer het uitstekend deel 16 een langsstrip 216 met daarop aangebrachte verdere uitstekende delen 217 omvat (figuur 11), zal de corresponderende deelvormeling 234 langs zijn langszijden 235 kunnen worden voorzien van korte nokdelen 236, waartussen zich uitsparingen 238 bevinden. De uitsparingen 238 tussen de nokdelen maken het mogelijk dat een steenstrip wordt geplaatst door een haakdeel via de uitparing 238 te geleiden, waarna de steenstrip enigszins opzij wordt geschoven, zodat het haakdeel in aangrijping komt met een nokdeel 236.

In figuur 13 omvat het strip-vormdeel 6 naast een langsstrip 316 tevens een dwarsstrip 317. Een corresponderende deelvormeling 334 wordt getoond in figuur 14, en omvat een zich langs de langszijde 335 van de deelvormeling 334 uitstrekkende langsrand 336, en een zich langs de kopse zijde 337 van de deelvormeling 334 uitstrekkende dwarsrand 338. Een dwarsrand 337 aan de kopse zijde is bijzonder voordelig, omdat naburige steenstrips nu met hun dwarsranden tegen elkaar plaatsbaar zijn en zo een perfecte voegbreedte kunnen vastleggen. De dwarsrand 338 strekt zich bij voorkeur een halve afstand van de gewenste voegbreedte van de kopse zijde 337 uit, zodat elke steenstrip een halve afstand van de voegbreedte bijdraagt. Uiteraard is het denkbaar dat de steenstrips slechts aan één kopse zijde 337 van een dwarsrand 338 zijn voorzien, die zich dan circa de gehele afstand van de gewenste voegbreedte van de kopse zijde 337 uitstrekt, doch dit zou als nadeel hebben dat de oriëntatie van plaatsing van naburige steenstrips niet meer vrij is.

De hierboven beschreven uitvoeringsvorm is, hoewel ze een voorkeursuitvoeringsvorm van de uitvinding toont, enkel bedoeld om de onderhavige uitvinding te illustreren en niet om op enigerlei wijze de omschrijving van de uitvinding te beperken. De vakman zal inzien dat maatregelen van de verschillende uitvoeringen combineerbaar zijn, zoals bijvoorbeeld het voorzien van uitsparingen 238 conform figuren 11 en 12 in een dwarsrand 338 aan een kopse zijde 337 van een deelvormeling. Wanneer maatregelen in de conclusies gevolgd worden door verwijzingscijfers, dienen dergelijke verwijzingscijfers enkel om bij te dragen aan het begrip van de conclusies, maar zijn ze op geen enkele wijze beperkende voor de beschermingsomvang. De beschreven rechten worden bepaald door de navolgende conclusies in de strekking waarvan vele modificaties denkbaar zijn.

Claims (17)

1. Vormbakdeel (2) voor de vervaardiging van steenstrips, omvattende één of meer vormbakken (4) voor het daarin uit klei vormen van een vormeling voor de steenindustrie, het vormbakdeel (4) omvattende ten minste twee ten opzichte van elkaar beweegbare strip-vormdelen (6) die beweegbaar zijn tussen een vulstand waarin de vormelingen vormbaar zijn, en een losstand waarin de strip-vormdelen (6) van elkaar verwijderd zijn en de in bedrijf daarin opgenomen deelvormelingen van elkaar gescheiden en losbaar zijn; met het kenmerk, dat - één of meer strip-vormdelen (6) één of meer zich binnen een vormbak uitstrekkende uitstekende delen (16,116,216, 316) omvatten; - de uitstekende delen (16, 116, 216, 316) een in langsrichting van het strip-vormdeel (6) aangebrachte langsstrip (116,216, 316) en/of een in dwarsrichting van het strip-vormdeel (6) aangebrachte dwarsstrip (317) omvatten; en - op de langsstrip (116, 216, 316) en/of op de dwarsstrip (317) één of meer verdere uitstekende delen (217) zijn voorzien.

2. Vormbakdeel volgens conclusies 1, waarbij de strip-vormdelen in de vulstand naar elkaar toe gekeerd zijn en wanden van de vormbak vormen.

3. Vormbakdeel volgens conclusie 1 of 2, waarbij de ten minste twee ten opzichte van elkaar beweegbare strip-vormdelen ten opzichte van elkaar schamierbaar zijn tussen de in de vulstand naar elkaar toe gekeerde toestand waarin ze wanden van de vormbak vormen, en de losstand waarin de strip-vormdelen een in hoofdzaak liggende oriëntatie omvatten.

4. Vormbakdeel volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij de twee ten opzichte van elkaar beweegbare strip-vormdelen van het vormbakdeel op twee aangrenzende transporteurdelen van een rondgaande transporteur zijn aangebracht, en waarbij de scheiding tussen deze transporteurdelen een eerste doorsnede-opening in de vormbakken vormt.

5. Vormbakdeel volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij een tweede doorsnede-opening in de zijwanden van de vormbakken is aangebracht.

6. Vormbak-persinrichting voor het vervaardigen van steenstrips voor de steenindustrie, omvattende een rondgaande transporteur die een aantal vormbakdelen omvat, waarbij elk vormbakdeel één of meer vormbakken voor het daarin uit klei vormen van een vormeling omvat, met het kenmerk, dat - een snijorgaan is voorzien waarmee de in de vormbak gevormde vormeling in deelvormelingen deelbaar is; en - waarbij het vormbakdeel een vormbakdeel volgens één van de conclusies 1-5 is.

7. Vormbak-persinrichting volgens conclusie 6, waarbij het snijorgaan een in hoofdzaak flexibel eindloos orgaan omvat.

8. Vormbak-persinrichting volgens conclusie 6 of 7, waarbij tussen de strip-vormdelen een midden-vormdeel is voorzien.

9. Vormbak-persinrichting volgens één van de conclusies 6-8, waarbij een afvoerorgaan is voorzien waarmee zich in het midden-vormdeel bevindende klei afvoerbaar is.

10. Vormbak-persinrichting volgens conclusie 9, waarbij het afvoerorgaan grijporganen en/of zuigmiddelen omvat.

11. Vormbak-persinrichting volgens één van de conclusies 6-10, waarbij vasthoudmiddelen zijn voorzien die zijn ingericht om de strip-vormdelen in de vulstand en/of losstand vast te houden.

12. Vormbak-persinrichting volgens conclusie 11, waarbij de vasthoudmiddelen ten minste één met de strip-vormdelen verbonden veer omvatten die is ingericht om het ten minste één met de ten minste één veer verbonden strip-vormdeel in de vulstand en/of in de losstand te forceren, en waarbij één of meer standomslagactuatoren zijn voorzien die zijn ingericht om de strip-vormdelen tegen de veervoorspanning in van de vulstand naar de losstand en vice versa te bewegen.

13. Werkwijze voor het met een vormbak-persinrichting (Γ) uit klei vervaardigen van steenstrips voor de steenindustrie, omvattende de stappen van: - het aandrijven van een rondgaande transporteur (24) omvattende een aantal vormbakdelen (2), waarbij elk vormbakdeel (2) één of meer vormbakken (4) voor het daarin vormen van een vormeling omvat; en - het onder vulmiddelen (50) door voortbewegen van de transporteur, waarbij vormelingen worden gevormd door de één of meer vormbakken (4) met klei te vullen; gekenmerkt door de stappen van: - het met een snijorgaan doorsnijden van één of meer in de vormbakken gevormde vormelingen; en - het van een vulstand naar een losstand bewegen van strip-vormdelen (6), waarbij de strip-vormdelen in de vulstand naar elkaar toe gekeerd zijn en wanden van één of meer vormbakken (4) vormen waarin één of meer vormelingen vormbaar zijn, en waarbij in de losstand de strip-vormdelen zodanig van elkaar verwijderd zijn dat de daarin opgenomen deelvormelingen gescheiden en losbaar zijn.

14. Werkwijze volgens conclusie 13, waarbij de stap van het met een snijorgaan doorsnijden van één of meer in de vormbakken gevormde vormelingen het in lengterichting doorsnijden van deze vormelingen omvat.

15. Werkwijze volgens conclusie 13 of 14, waarbij het van de vulstand naar de losstand bewegen van de strip-vormdelen het naar een in hoofdzaak liggende oriëntatie scharnieren van de strip-vormdelen en daarin gevormde deelvormelingen omvat.

16. Werkwijze volgens conclusie 15, waarbij tussen de strip-vormdelen een midden-vormdeel is voorzien, en de werkwijze verder de stap omvat van het met een afvoerorgaan afVoeren van zich in het midden-vormdeel bevindende klei.

17. Werkwijze volgens één van de conclusies 13-16, waarbij een vormbakdeel volgens één van de conclusies 1-5 en/of een vormbak-persinrichting volgens één van de conclusies 6-12 wordt toegepast.