NL2004524C2

NL2004524C2 - Schuifdeurinrichting.

Info

Publication number: NL2004524C2
Application number: NL2004524A
Authority: NL
Inventors: Paul Tongeren
Original assignee: Smits Gemert B V
Priority date: 2010-04-08
Filing date: 2010-04-08
Publication date: 2011-10-11

Description

S chuifdeurinrichting BESCHRIJVING: 5

Gebied van de uitvinding

De uitvinding heeft betrekking op een schuifdeurinrichting omvattende een kozijn en een daarin verrijdbare schuifdeur, waarbij de onderdorpel van het kozijn 10 een rail omvat en de schuifdeur aan de onderzijde is voorzien van ten minste twee wielen.

Stand van de techniek 15 Een dergelijke schuifdeurinrichting is algemeen bekend. De bekende schuifdeurinrichting heeft een sluitmechanisme waarmee men het deurframe over de wielen kan laten zakken tot de onderzijde van het deurframe tegen de dorpel van het kozijn komt. Dit sluitmechanisme is relatief complex en duur.

20 Samenvatting van de uitvinding

Een doel van de uitvinding is het verschaffen van een schuifdeurinrichting van de in de aanhef omschreven soort waarbij het sluitmechanisme eenvoudiger en goedkoper is dan dat van de bekende schuifdeurinrichting. Hiertoe is de 25 schuifdeurinrichting volgens de uitvinding gekenmerkt, doordat in de bovenzijde van de rail ten minste twee uitsparingen aanwezig zijn op een onderlinge afstand die gelijk aan die van de wielen. In plaats van een mechanisme om het deurframe over de wielen te laten zakken zijn bij de schuifdeurinrichting volgens de uitvinding enkel twee uitsparingen in de bovenzijde van de rail aanwezig waarbij het deurframe in de gesloten 30 stand in de uitsparingen is gereden en met de onderzijde op de dorpel rust.

Een uitvoeringsvorm van de schuifdeurinrichting volgens de uitvinding is gekenmerkt, doordat nabij het voorste wiel dat in gesloten stand van de schuifdeur nabij de sluitstijl van het kozijn aanwezig is een verder wiel aan de onderzijde van de schuifdeur aanwezig is en dat nabij de voorste uitsparing die nabij de sluitstijl aanwezig 2 is een verdere uitsparing in de bovenzijde van de rail aanwezig is, waarbij de afstand tussen het voorste wiel en het verdere wiel gelijk is aan die tussen de voorste uitsparing en de verdere uitsparing. Hierdoor wordt voorkomen dat in open stand van de schuifdeur het voorste wiel in de achterste uitsparing terecht komt en daardoor de 5 schuifdeur scheef staat in open stand. Nabij de achterste uitsparing is dan uiteraard geen verdere uitsparing aanwezig.

Een verdere uitvoeringsvorm van de schuifdeurinrichting volgens de uitvinding is gekenmerkt, doordat de schuifdeurinrichting een hendel omvat en een daarmee gekoppelde pal die door middel van de hendel verplaatsbaar is tussen een 10 gesloten stand waarin de pal in de sluitstijl of in de schuifdeur aanwezig is en een open stand waarin de pal uit de sluitstijl of uit de schuifdeur steekt en verhindert dat de schuifdeur tegen de sluitstijl kan komen. De constructie is zodanig dat in de open stand de schuifdeur de pal niet kan wegdrukken. Met de hendel kunnen de wielen van de schuifdeur via een hefboomconstructie uit de uitsparingen gedrukt worden. Tevens 15 vormt de pal hierdoor een knelbeveiliging die voorkomt dat men met de vingers tussen het kozijn en de schuifdeur bekneld kan raken.

Beknopte omschrijving van de tekeningen 20 Hieronder zal de uitvinding nader worden toegelicht aan de hand van een in de tekeningen weergegeven uitvoeringsvoorbeeld van de schuifdeurinrichting volgens de uitvinding. Hierbij toont:

Figuur 1 het onderste deel van de schuifdeurinrichting in doorsnede in open stand; 25 Figuur 2 de in figuur 1 weergegeven schuifdeurinrichting in gesloten stand;

Figuur 3 het onderste deel van de schuifdeurinrichting in perspectief open stand;

Figuur 4 de in figuur 3 weergegeven schuifdeurinrichting in gesloten 30 stand;

Figuur 5 het bovenste deel van de schuifdeurinrichting in doorsnede in open stand;

Figuur 6 de in figuur 5 weergegeven schuifdeurinrichting in gesloten stand; 3

Figuur 7 het sluitmechanisme van de schuifdeurinrichting in open stand; en

Figuur 8 het sluitmechanisme in gesloten stand.

5 Gedetailleerde omschrijving van de tekeningen

In de figuren 1-4 is het onderste deel van de schuifdeurinrichting in doorsnede en in deels opengewerkt aanzicht weergegeven. Daarbij is in de figuren 1 en 3 de schuifdeur in deels geopende stand weergegeven en in de figuren 2 en 4 in gesloten 10 stand. De schuifdeurinrichting 1 heeft een kozijn 3 en een daarin verrijdbare schuifdeur 5. De onderdorpel 7 van het kozijn is voorzien van een rail 9 en de schuifdeur is aan de onderzijde is voorzien van wielen waarvan het voorste wiel 11 zichtbaar is. In de bovenzijde van de rail 9 zijn uitsparingen aanwezig waarvan de voorste uitsparing 13 zichtbaar is. De afstand tussen de voorste en achterste uitsparing in de rail is hierbij 15 gelijk aan de afstand tussen het voorste en achterste wiel van de schuifdeur.

Nabij het voorste wiel is een verder wiel aan de onderzijde van de schuifdeur aanwezig (dit wiel valt net buiten het afgebeelde deel van de schuifdeur) en voorts is er nabij de voorste uitsparing, die nabij de sluitstijl van het kozijn aanwezig is, een verdere uitsparing in de bovenzijde van de rail aanwezig (ook deze valt net buiten 20 het afgebeelde deel van het kozijn). Ook hierbij is de afstand tussen het voorste wiel en het verdere wiel gelijk is aan die tussen de voorste uitsparing en de verdere uitsparing. Dit om te voorkomen dat in volledig geopende stand van de schuifdeur het voorste wiel in de achterste uitsparing (aan de achterzijde is wel maar één wiel en één uitsparing aanwezig) terecht komt en daardoor de schuifdeur scheef staat in open stand.

25 Aan weerszijde naast de rail 9 bevinden zich afdichtrubbers 15. In gesloten stand van de schuifdeur zakt deze met onderste randen 17 op de rubbers 15 waardoor de schuifdeur winddicht afsluit op de dorpel. Ook aan de bovenzijde van de schuifdeurinrichting is een afdichting aanwezig. In de figuren 5 en 6 is het bovenste deel van de schuifdeurinrichting in doorsnede in open respectievelijk gesloten stand 30 weergegeven. Hierbij bevinden zich rubbers 19 aan de schuifdeur 5 en drukken deze in gesloten stand (zie figuur 6) op omgezette randen 21 aan de bovendorpel 23 van het kozijn 3.

De schuifdeurinrichting 1 heeft voorts een hendel 25 en een daarmee gekoppelde pal 27, zie figuren 7 en 8, die door middel van de hendel verplaatsbaar is.

4

De pal 27 is verplaatsbaar tussen een gesloten stand waarin de pal in de schuifdeur 5 aanwezig is (zie figuur 8) en een open stand waarin de pal uit de schuifdeur steekt (zie figuur 7) en verhindert dat de schuifdeur tegen de sluitstijl van het kozijn kan komen. Door de hendel 25 in de gesloten stand van de schuifdeur te verdraaien, duwt de pal de 5 wielen van de schuifdeur uit de uitsparingen, waarna de schuifdeur gemakkelijk handmatig over de rail verreden kan worden. Bovendien zorgt de pal 27 ervoor dat iemand niet met de vingers bekneld kan raken tussen de schuifdeur en de sluitstijl van het kozijn.

Hoewel in het voorgaande de uitvinding is toegelicht aan de hand van de 10 tekeningen, dient te worden vastgesteld dat de uitvinding geenszins tot de in de tekeningen getoonde uitvoeringsvorm is beperkt. De uitvinding strekt zich mede uit tot alle van de in de tekeningen getoonde uitvoeringsvorm afwijkende uitvoeringsvormen binnen het door de conclusies gedefinieerde kader.

Claims

1. Schuifdeurinrichting omvattende een kozijn en een daarin verrijdbare schuifdeur, waarbij de onderdorpel van het kozijn een rail omvat en de schuifdeur aan de onderzijde is voorzien van ten minste twee wielen, met het kenmerk, dat in de 5 bovenzijde van de rail ten minste twee uitsparingen aanwezig zijn op een onderlinge afstand die gelijk aan die van de wielen.

2. Schuifdeurinrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat nabij het voorste wiel dat in gesloten stand van de schuifdeur nabij de sluitstijl van het kozijn aanwezig is een verder wiel aan de onderzijde van de schuifdeur aanwezig is en dat 10 nabij de voorste uitsparing die nabij de sluitstijl aanwezig is een verdere uitsparing in de bovenzijde van de rail aanwezig is, waarbij de afstand tussen het voorste wiel en het verdere wiel gelijk is aan die tussen de voorste uitsparing en de verdere uitsparing.

3. Schuifdeurinrichting volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat de schuifdeurinrichting een hendel omvat en een daarmee gekoppelde pal die door middel 15 van de hendel verplaatsbaar is tussen een gesloten stand waarin de pal in de sluitstijl of in de schuifdeur aanwezig is en een open stand waarin de pal uit de sluitstijl of uit de schuifdeur steekt en verhindert dat de schuifdeur tegen de sluitstijl kan komen.