NL2003535C2 - Spiegel voor een voertuig. - Google Patents

Description

SPIEGEL VOOR EEN VOERTUIG

De onderhavige uitvinding betreft een spiegel voor een voertuig, in het bijzonder een relatief lang voertuig, zoals 5 een vrachtwagen.

Een dergelijke spiegel voor een voertuig is bekend uit document US 4,436,372. Hier wordt een spiegel beschreven, welke een convex reflecterend oppervlak heeft. De spiegel is gemonteerd op een schijfonderdeel met behulp van een 10 balonderdeel met schroefdraad. Het onderdeel met schroefdraad is aangebracht aan beugels, welke zijn aangebracht aan het voertuig. Een nadeel van een dergelijke uitvoering van een spiegel voor een voertuig is dat het onmogelijk is om te zien wat er onder de spiegel gebeurt. Is 15 de spiegel boven een voorwiel van het voertuig aangebracht, dan zal de bestuurder van het voertuig niet kunnen zien wat er bij de wielen gebeurt. Wordt de spiegel meer naar de voorzijde van het voertuig aangebracht, dan is het mogelijk om te zien wat er gebeurt bij de banden, maar dan is er een 20 groter uitsteeksel aan het voertuig gecreëerd. Een zodanig uitsteeksel kan gevaarlijk situaties opleveren, in het bijzonder wanneer het voertuig bij een ongeval betrokken raakt. Een ander nadeel van een dergelijke spiegel is dat het zichtbare gebied naast het voertuig of voor het voertuig 25 relatief klein is. In het bijzonder bij voertuigen met grotere afmetingen kan dit gevaarlijke situaties opleveren, want bepaalde gebieden rondom het voertuig zijn niet zichtbaar.

Met de onderhavige uitvinding is gepoogd de nadelen van 30 de bekende techniek te verhelpen of althans te verminderen, door een spiegel te verschaffen zoals gedefinieerd in de bijgevoegde conclusies, in het bijzonder de onafhankelijke conclusie.

2

Wellicht ten overvloede wordt opgemerkt dat een verbetering van het zicht van een bestuurder van een voertuig rondom het voertuig de verkeersveiligheid ten goede komt. Met name bij voertuigen met relatief grote afmetingen 5 wil het nog weleens voorkomen dat bijvoorbeeld een fietser of een voetganger over het hoofd wordt gezien en het gevolg kan een aanrijding zijn.

Hiertoe wordt een spiegel volgens de uitvinding verschaft, met de bekende en bovendien ook de zich van de 10 bekende techniek onderscheidende eigenschappen dat het eerste vlakke spiegeldeel en het tweede gekromde spiegeldeel althans in gebruik samenhangen met de ophanging en vloeiend in elkaar overlopen. Door een spiegel op deze manier te verschaffen wordt het gezichtsveld van een bestuurder, welke 15 de spiegel gebruikt, aanzienlijk groter. De bestuurder heeft nu de mogelijkheid om in twee richtingen het gebied rondom zijn voertuig in de gaten te houden. Tevens is er in beide richtingen geen sprake meer van een dode hoek. Het resultaat hiervan is dat het risico dat bijvoorbeeld een voetganger of 20 fietser over het hoofd wordt gezien is afgenomen.

De uitvinding kent diverse geprefereerde uitvoeringsvormen, die in de afhankelijke conclusies zijn gedefinieerd en/of blijken uit de hierna volgende beschrijving van enkele dergelijke uitvoeringsvormen. De 25 voordelen en de inventieve eigenschappen van de uitvinding in al haar aspecten, met inbegrip van de in de afhankelijke conclusies gedefinieerde maatregelen, zijn geenszins beperkt tot de hierboven en/of hieronder genoemde overwegingen.

Daarbij is het gunstig, dat het eerste vlakke 30 spiegeldeel en het tweede gekromde spiegeldeel zodanig vloeiend in elkaar overlopen, dat daartussen geen discontinuïteit, zoals een rand of spleet, aanwezig is. Wanneer er tussen het eerste vlakke spiegeldeel en het 3 tweede gekromde spiegeldeel een discontinuïteit zou zitten, dan zou dit een discontinuïteit in het gezichtsveld tot gevolg hebben. Het resultaat hiervan is dat er in het gezichtsveld een gebied is dat de bestuurder van een 5 voertuig niet kan waarnemen. Dit kan leiden tot gevaarlijke situaties.

Daarbij is het mogelijk, dat het eerste vlakke spiegeldeel in gebruik is georiënteerd op één van de richtingen uit de groep, welke omvat: het gebied in de 10 rijrichting van het voertuig vóór een cabine van het voertuig, en het gebied in de rijrichting achterwaarts langs de vrachtwagen. In het bijzonder bij voertuigen met relatief grote afmetingen zijn deze gebieden moeilijk te overzien. Door het eerste vlakke spiegeldeel op één van beide gebieden 15 te richten wordt het door de vorm van het eerste vlakke spiegeldeel mogelijk om een gebied geheel te overzien. De grenzen van het gebied worden hierbij bepaald door het bereik van hoekinvallen die mogelijk zijn. Immers geldt bij spiegels dat de hoek van inval gelijk is aan de hoek van 20 uitval. Wanneer een bestuurder van een voertuig een groter zichtveld heeft aan de voorzijde of langs de vrachtwagen, dan is het voor deze bestuurder mogelijk om nauwkeurig te manoeuvreren met het voertuig. Het resultaat hiervan is dat er botsingen worden voorkomen en de daarmee gepaard gaande 25 schade.

Een uitvoering van de spiegel volgens de uitvinding heeft het kenmerk, dat het tweede gekromde spiegeldeel vanaf het eerste vlakke spiegeldeel in hoofdzaak boogvormig is gekromd in een richting weg van een cabine van het voertuig. 30 In de praktijk geldt in het algemeen dat hoe groter het zichtveld van de bestuurder van een voertuig is, des te meer is de bestuurder in staat de situatie rondom het voertuig te overzien. Door het tweede gekromde spiegeldeel in hoofdzaak 4 boogvormig van een cabine van het voertuig weg te laten krommen is het zichtveld nog verder uitgebreid. Immers geldt ook hier dat de hoek van inval gelijk is aan de hoek van uitval. Door de kromming in het spiegelvlak worden beide 5 hoeken groter en de grootte van het zichtveld zal toenemen in de richting weg van het voertuig. De bestuurder heeft hierdoor meer overzicht van de situatie rondom zijn voertuig.

Verder is het mogelijk, dat het tweede gekromde 10 spiegeldeel in gebruik onder het eerste vlakke spiegeldeel is gepositioneerd om georiënteerd te zijn op en de chauffeur zicht te geven op het gebied onder de buitenspiegel tussen een ondergrond, waar het voertuig op voortbeweegt, en het door het eerste vlakke spiegeldeel zichtbaar gemaakte 15 gebied. Uit de praktijk blijkt dat bestuurders van een voertuig moeite hebben met het inschatten van wat er in het gebied onder het door het eerste vlakke spiegeldeel zichtbare gebied gebeurt. Te denken valt bijvoorbeeld aan het parkeren van een voertuig, en dan met name hoe ver het 20 voertuig van bijvoorbeeld een trottoirrand is verwijderd of, bij een voertuig met relatief grote afmetingen, dat een persoon zich naast/voor de cabine van het voertuig bevindt. Door het tweede gekromde spiegeldeel onder het eerste vlakke spiegeldeel te verschaffen is er zicht verschaft op dit 25 gebied. Bestuurders van een voertuig hebben dan zicht op de afstand van een wiel tot een trottoirrand of personen die zich naast/voor de cabine van het voertuig bevinden, en daardoor is voorkomen dat er schade wordt gereden of dat ongelukken plaatsvinden.

30 Verder is het mogelijk, dat het tweede gekromde spiegeldeel in gebruik ter zijde van het eerste vlakke spiegeldeel is gepositioneerd om georiënteerd te zijn op en de chauffeur zicht te geven op het gebied naast de 5 buitenspiegel vanaf het door het eerste vlakke spiegeldeel zichtbaar gemaakte gebied. Wanneer alleen het eerste vlakke spiegeldeel zou zijn gebruikt, dan zou het alleen mogelijk zijn hetzij het gebied in de rijrichting voor een cabine van 5 het voertuig hetzij het gebied in de rijrichting achterwaarts langs het voertuig te overzien. Door de spiegel volgens deze uitvoeringsvorm te verschaffen is het mogelijk om beide gebieden te overzien. Één deel van de spiegel kan georiënteerd zijn op het gebied voor de cabine van het 10 voertuig en het tweede deel op het gebied naast het voertuig. Tevens wordt opgemerkt dat het gebied wat overzien kan worden met behulp van het gekromde spiegeldeel in grootte is toegenomen. Wanneer het voertuig een vrachtwagen betreft en het gekromde spiegeldeel is gericht op het gebied 15 achterwaarts in de rijrichting langs de vrachtwagen, dan is het mogelijk om de zijkant van de vrachtwagen waarop de spiegel is georiënteerd geheel in de gaten te houden. Dat gebiedt begint voor bij de cabine van de vrachtwagen en loopt door tot de achterzijde van de vrachtwagen en zelfs 20 verder. Tevens neemt het gebied in grootte toe in de richting weg van de vrachtwagen. Door deze uitvoeringsvorm van de spiegel is de grootte van de dode hoek aanzienlijk afgenomen.

Een verdere uitvoering van de spiegel volgens de 25 uitvinding heeft het kenmerk, dat een overlapgebied van het tweede gekromde spiegeldeel onder het eerste vlakke spiegeldeel en het tweede gekromde spiegeldeel ter zijde van het eerste vlakke spiegeldeel de vorm van in hoofdzaak één-achtste van een bol heeft. De uitvoeringsvorm is hier 30 beschreven aan de hand van een vrachtwagen. Door een spiegel volgens deze uitvoeringsvorm te verschaffen is het mogelijk om in drie richtingen langs de vrachtwagen te kijken. De eerste richting is het gebied in de rijrichting voor de 6 cabine, de tweede richting is het gebied in de rijrichting achterwaarts langs de vrachtwagen en de derde richting is het gebied onder de tweede eerder genoemde gebieden.

Concreet betekent dit voor een bestuurder dat hij/zij 5 relatief eenvoudig een substantieel deel van het gebied in de rijrichting voor de cabine en een substantieel deel het gebied in de rijrichting achterwaarts langs de vrachtwagen over de gehele hoogte van de vrachtwagen kan overzien.

Tevens kan door het tweede gekromde deel verder in de 10 richting van de vrachtwagen weg worden gekeken. De dode hoek, welke in de praktijk ernstige problemen oplevert, is hier verdwenen of althans aanzienlijk in grootte afgenomen.

Hieronder volgt een beschrijving van enkele in de bijhorende tekeningen weergegeven uitvoeringsvormen, die 15 slechts bij wijze van voorbeeld zijn verschaft, en waarin gelijke of gelijksoortige onderdelen componenten en elementen zijn aangeduid met dezelfde referentienummers, en waarin:

Figuur 1 tot en met 5 de zichtvelden van een bestuurder 20 van een voertuig toont gedurende verschillende fases van het nemen van een bocht; en

Figuur 6 een spiegel volgens een uitvoeringsvorm vanuit het oogpunt van een bestuurder toont.

Figuur 1 toont een vrachtwagencombinatie 1, welke door 25 een bestuurder 2 wordt bestuurd, en welke een trekker 8 en een oplegger 9 omvat. Aan de trekker 8 is een spiegel 3 volgens de uitvinding aangebracht. De spiegel 3 omvat een eerste vlak spiegeldeel 4 en een tweede gekromd spiegeldeel 5. Het eerste vlakke spiegeldeel 4 is gericht op het gebied 30 6 in de rijrichting voor de vrachtwagencombinatie 1 en het tweede gekromd spiegeldeel 5 is gericht op het gebied 7 in de rijrichting achterwaarts langs de vrachtwagencombinatie 1. Opgemerkt wordt dat het gebied 6 de gehele breedte van de 7 vrachtwagencombinatie 1 bestrijkt en dat het gebied 7 de gehele lengte van de vrachtwagencombinatie 1 bestrijkt. De trekker 8 en de oplegger 9 zijn hier in hoofdzaak in dezelfde richting georiënteerd.

5 Figuur 2 toont dezelfde vrachtwagencombinatie 1, maar hier is de trekker 8 10° gedraaid rondom het rotatiepunt 10 ten opzichte van de oplegger 9. Aangezien de spiegel 3 gefixeerd is ten opzichte van de trekker 8, is het gebied 6 in de rijrichting voor de cabine onveranderd. Eveneens 10 bestrijkt het gebied 7 nog steeds de gehele zijkant van de vrachtwagencombinatie 1.

Figuur 3 tot en met 5 tonen dezelfde vrachtwagencombinatie 1, maar elke volgende figuur toont dat de trekker 8 10° verder is gedraaid rondom het rotatiepunt 15 10 ten opzichte van de oplegger 9. Zoals eerder vermeldt zal het gebied 6 in de rijrichting voor de cabine onveranderd blijven. In het gebied 7 in de rijrichting achterwaarts langs de vrachtwagen zal er een kleine verandering optreden. Een klein gebiedje 11 wat in de rijrichting direct achter de 20 cabine ligt zal niet meer te overzien zijn met behulp van de spiegel 3. Opgemerkt wordt dat dit klein gebiedje 11 alleen specifiek optreedt bij een trekker 8 met oplegger 9. Dit vormt echter geen probleem, want het is haast onmogelijk om in het gebiedje 11 te komen en personen/voorwerpen die er 25 onverhoopt toch geraken zijn al eerder door de bestuurder 2 waargenomen. Naarmate de trekker 8 verder draait rondom het rotatiepunt 10 ten opzichte van de trekker 9 zal het gebiedje 11 iets groter worden. Waar het hier om gaat, is dat door de spiegel 3 en het gekromd spiegeldeel 5 het nog 30 steeds mogelijk is om de gehele lengte van de vrachtwagencombinatie 1 te overzien. De bestuurder 2 van de vrachtwagencombinatie 1 heeft dus het overzicht over wat zich naast de vrachtwagencombinatie 1 bevindt en kan daar op 8 anticiperen .

Figuur 6 toont de spiegel 3 volgens een uitvoeringsvorm vanuit het oogpunt van een bestuurder 2. De bestuurder 2 neemt een vlak spiegeldeel 12 waar, waarbij aan de 5 onderzijde daarvan een krommend spiegeldeel 14 is gepositioneerd, welke in gebruik is georiënteerd op en de bestuurder 2 zicht geeft op het gebied onder de spiegel 3 tussen een ondergrond, waar het voertuig op voortbeweegt, en het door het vlakke spiegeldeel 12 zichtbaar gemaakt gebied. 10 Tevens is ter zijde van het vlakke spiegeldeel 12 een gekromd spiegeldeel 13 gepositioneerd, welke in gebruik is georiënteerd op en de bestuurder 2 zicht geeft op het gebied naast de spiegel 3 vanaf het door het vlakke spiegeldeel 12 zichtbaar gemaakte gebied. De kromming van beide gekromde 15 spiegeldelen 13, 14 is van de bestuurder 2 af. Het overlapgebied 15 van de gekromde spiegeldelen 13, 14 heeft de vorm van in hoofdzaak één-achtste van een bol.

Na kennisneming van het voorgaande zullen zich vele alternatieve en aanvullende uitvoeringsvormen aan de vakman 20 opdringen, die allen zijn gelegen binnen het bereik van de onderhavige uitvinding, zoals die is gedefinieerd in de bijbehorende conclusies. Slechts dan, wanneer een uitvoeringsvorm naar letter of geest afwijkt van de specifieke definities van de beschermingsomvang, in het 25 bijzonder de onafhankelijke conclusies, is niet langer sprake van een uitvoeringsvorm volgens de uitvinding.

Zo is het denkbaar dat een dergelijke spiegel op gevaarlijke punten van het wegennet worden geplaatst. Momenteel wordt dat al gedaan, maar met een spiegel volgens 30 de uitvinding neemt het zichtveld op een zodanig gevaarlijk punt aanzienlijk toe. Dit komt de verkeersveiligheid ook ten goede.

Claims (7)

1. Een buitenspiegel voor een voertuig, omvattende: - een ophanging voor montage van de buitenspiegel aan het 5 voertuig; - een eerste vlak spiegeldeel; en - een tweede gekromd spiegeldeel, Met het kenmerk, dat het eerste vlakke spiegeldeel en het tweede gekromde 10 spiegeldeel althans in gebruik samenhangen met de ophanging en vloeiend in elkaar overlopen.

2. De buitenspiegel volgens conclusie 1, waarbij het eerste vlakke spiegeldeel en het tweede gekromde spiegeldeel zodanig vloeiend in elkaar overlopen, dat daartussen geen 15 discontinuïteit, zoals een rand of spleet, aanwezig is.

3. De buitenspiegel volgens conclusie 1 of 2, waarbij het eerste vlakke spiegeldeel in gebruik is georiënteerd op één van de richtingen uit de groep, welke omvat: - het gebied in de rijrichting van het voertuig vóór een 20 cabine van het voertuig, en - het gebied in de rijrichting achterwaarts langs het voertuig.

4. De buitenspiegel volgens conclusie 1, 2 of 3, waarbij het tweede gekromde spiegeldeel vanaf het eerste 25 vlakke spiegeldeel in hoofdzaak boogvormig is gekromd in een richting weg van een cabine van het voertuig.

5. De buitenspiegel volgens ten minste één van de voorgaande conclusies, waarbij het tweede gekromde spiegeldeel in gebruik onder het eerste vlakke spiegeldeel 30 is gepositioneerd om georiënteerd te zijn op en de chauffeur zicht te geven op het gebied onder de buitenspiegel tussen een ondergrond, waar het voertuig op voortbeweegt, en het door het eerste vlakke spiegeldeel zichtbaar gemaakte gebied.

6. De buitenspiegel volgens ten minste één van de voorgaande conclusies, waarbij het tweede gekromde 5 spiegeldeel in gebruik ter zijde van het eerste vlakke spiegeldeel is gepositioneerd om georiënteerd te zijn op en de chauffeur zicht te geven op het gebied naast de buitenspiegel vanaf het door het eerste vlakke spiegeldeel zichtbaar gemaakte gebied.

7. De buitenspiegel volgens conclusies 5 en 6, waarbij een overlapgebied van het tweede gekromde spiegeldeel onder het eerste vlakke spiegeldeel en het tweede gekromde spiegeldeel ter zijde van het eerste vlakke spiegeldeel de vorm van in hoofdzaak één-achtste van een bol heeft. 15