NL1010534C2 - Voertuig voorzien van een achteruitkijkspiegel. - Google Patents

Description

Voertuig voorzien van een achteruitkijkspiegel.

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een voertuig waarvan de voorzijde de voorruit van het bestuurderscompartiment omvat, voorzien van een 5 uitwendig aangebrachte achteruitkijkspiegel, meer in het bijzonder een dode- of blinde-hoekspiegel, welke spiegel zodanig is aangebracht, dat de bestuurder van het voertuig door de voorruit van het voertuig in die spiegel kan kijken, waarbij tenminste een deel van het spiegelvlak zich op of onder het scheidingsvlak voorruit-carrosserie bevindt, en waarbij het spiegelvlak zich tenminste 3 cm buiten de begrenzing carrosserie-voorruit 10 van het voertuig uitstrekt.

Een dergelijke spiegel is bekend uit DE 9005537.3 UI.

Met name bij hogere voertuigen zoals vrachtwagens en bussen is het van belang dat de bestuurder ook op de hoogte is van hetgeen zich rechts naast hem afspeelt (bij rechts rijdend verkeer). Immers (brom)fïetsers, voetgangers, andere zwakke 15 verkeersdeelnemers en zelfs complete voertuigen en/of obstakels kunnen een hoogte hebben die lager is dan de hoogte van de zijdelingse portierruit waardoor de bestuurder deze zwakke verkeersdeelnemers of obstakels niet waarneemt. Dit geldt in nog veel aanzienlijker mate voor personen die zich direct rechts naast de bestuurscabine van het voertuig bevinden. Zonder achteruitkijkspiegel kan de bestuurder op generlei wijze 20 deze personen waarnemen.

Het is in de stand der techniek gebruikelijk aan zowel het rechter- als linkervoorportier een of meer achteruitkijkspiegels aan te brengen waardoor het zichtveld van de bestuurder vergroot wordt.

Zolang het voertuig aanzienlijk sneller beweegt en blijft bewegen dan de overige 25 weggebruikers waarvan de baan gekruist wordt bestaan geen problemen. Echter zodra de snelheidsverschillen minder groot worden of niet continu zijn kunnen gevaarlijke situaties ontstaan. Dit treedt met name op bij benadering van een kruispunt, rotonde en/of verkeerslichten waarvoor het betreffende voertuig vaart mindert of wacht. Tijdens deze wachtperiode kunnen fietsers en dergelijke ongemerkt langs het voertuig bewegen 30 en zich in een positie enigszins voorbij het zichtveld van de aan de portier bevestigde spiegels bewegen. Indien dadelijk na het op groen springen van het verkeerslicht zowel het voertuig als de fietser of andere zwakke verkeersdeelnemers gelijktijdig met ongeveer gelijke snelheid optrekken en het voertuig de baan van de fietser en/of andere tOt 0534» 2 zwakke verkeersdeelnemers kruist kan de voertuigbestuurder de fietser niet waarnemen. Datzelfde geldt in situaties waarin het voertuig tijdelijk aanzienlijk langzamer rijdt dan de fietser of andere weggebruiker en vervolgens zijn baan kruist. Voor Nederland en de E.E.G. gelden voor vrachtwagens de wettelijke norm 5 71/127/EEG en 85/205/EEG. Ondanks de toepassing van deze voorschriften blijft een aanzienlijk bereik bestaan dat niet door de spiegels bestreken wordt. In het Gebrauchmuster 9005537 wordt dit probleem gedeeltelijk opgelost door het aan de voorzijde van een voertuig aanbrengen van een spiegel. Het spiegelvlak van deze spiegel ligt volledig buiten de begrenzing van de carrosserie, dat wil zeggen, steekt 10 volledig rechts of links naast het voertuig uit. Bovendien is deze spiegel op aanzienlijke afstand (geschat wordt tenminste 25 cm) van de voorzijde van het voertuig aangebracht.

Dit heeft enerzijds als nadeel dat kwetsbaarheid van een dergelijke spiegel aanzienlijk is. Bovendien wordt weliswaar het gebied de scheiding vrachtwagen-weg 15 goed overzien, maar wordt het voorste deel naast de vrachtwagen slecht overzien zodat een flink deel van de dode hoek blijft bestaan.

Het is het doel van de uitvinding deze nadelen weg te nemen en het zichtveld van de bestuurder van het voertuig zodanig te vergroten dat ook in deze situaties de medeweggebruiker waargenomen kan worden en wel op het moment waarop de 20 voertuigbestuurder voornemens is de baan van die medeweggebruiker te kruisen.

Dit doel wordt verwezenlijkt bij een hierboven beschreven voertuig doordat een deel van het spiegelvlak van de spiegel zich binnen de begrenzing van carosserie-voorruit bevindt.

Doordat de spiegel volgens de uitvinding zijdelings minder uitsteekt, is deze 25 minder kwetsbaar. Bovendien is verrassenderwijs gebleken dat de dode hoek in zijdelingse richting daardoor aanzienlijk verkleind kan worden. Daardoor wordt het gezichtsveld van de bestuurder aanzienlijk vergroot.

Met name voor fietsers die samen met hun rijwiel een aanzienlijke lengte-afmeting hebben zal de bestuurder hetzij het deel van het rijwiel zien dat zich voorbij 30 de voorzijde van het voertuig uitstrekt door recht door de voorruit naar buiten te kijken hetzij de fietser zien via de spiegel volgens de uitvinding. Daarmee wordt de verkeersveiligheid aanzienlijk bevorderd.

Omdat de betreffende spiegel uitsluitend van belang is voor het detecteren van 1010534 3 medeweggebruikers in de baan rechts en ook links van het voertuig hoeft deze niet zodanig uitgevoerd te zijn dat afstanden en dergelijke door een dergelijke spiegel ! optimaal ingeschat kunnen worden. Daardoor is het mogelijk de spiegel zodanig uit te voeren dat op optimale wijze het zichtveld van de bestuurder vergroot wordt. Zo is het 5 mogelijk het spiegelvlak gekromd uit te voeren om het zichtveld te optimaliseren.

Andere aanpassingen aan het spiegelvlak zijn eveneens mogelijk.

Het is van belang dat het uitzicht door de voorruit zo weinig mogelijk beperkt wordt door de spiegel volgens de uitvinding. Daartoe wordt voorgesteld dat een deel van het spiegelvlak zich onder de grenslijn carrosserie-voorruit bevindt. Immers door 10 de afstand tussen spiegel en voorzijde carrosserie respectievelijk voorruit en door de wat hogere positie van de ogen van de bestuurder is het mogelijk dat hij ook op nuttige wijze gebruik maakt van dat deel van het spiegelvlak dat zich in verticale richting gezien bevindt onder de scheidingslijn voorruit-voorzijde van de cabine van het voertuig.

15 Volgens een van voordeel zijnde uitvoering van de uitvinding is de spiegel op een afstand van 3-20 cm van de buitenzijde voor de voorruit aangebracht. Daardoor is de spiegel ook in de rijrichting minder kwetsbaar. In veel gevallen zal deze binnen het “bumpervlak” bevinden.

j

Volgens een verdere van voordeel zijnde uitvoering steekt bijvoorbeeld slechts 20 een kwart van het spiegelvlak buiten het voertuig. Op deze wijze is de spiegel minder kwetsbaar en veroorzaakt een geringere verstoring van de aërodynamische eigenschappen van het voertuig.

De hierboven beschreven spiegel kan alle technische bijzonderheden hebben die bekend zijn in de stand der techniek. Dit betreft zowel materialen als uitvoeringen. Bij 25 dat laatste wordt gedacht aan elektrisch van binnenuit bedienbaar zijn, de aanwezigheid van verwarming, wegklapbaarheid en dergelijke.

De uitvinding heeft eveneens betrekking op een spiegelsamenstel voor een voertuig, omvattende een achteruitkijkspiegel een panoramaspiegel en een spiegel volgens een van de voorgaande conclusies.

30 De uitvinding zal hieronder nader aan de hand van in de tekening afgebeelde uitvoeringsvoorbeelden verduidelijkt worden. Daarbij tonen:

Fig. 1 schematisch in zij-aanzicht een voertuig voorzien van een spiegel volgens de uitvinding waarbij het gezichtsveld schematisch getoond is; •>01053? 4

Fig. 2 het voertuig volgens figuur 1 voorzien van een spiegel volgens de uitvinding in vooraanzicht;

Fig. 3 een detail van fig. 2 op vergrote schaal; en

Fig. 4 in bovenaanzicht het zichtveld van de verschillende spiegels volgens fig.

5 2.

In figuur 1 is een voertuig in het geheel met 1 aangegeven. Dit is voorzien van de gebruikelijke achteruitkijkspiegels zijnde breedtespiegels 12, standaard achteruitkijk-spiegel 13 en trottoirspiegel 17 die aangebracht zijn op een stang bevestigd aan het voorportier. De bestuurder kijkt door de zijruit in de betreffende 10 spiegels 12,13 en 17.

Bovendien is een spiegel 14 volgens de uitvinding aangebracht. Deze is aangebracht op geringe afstand voor de voorzijde van de carrosserie 16 ter hoogte van de scheidingslijn tussen carrosserie en voorruit 15. De afstand tussen de voorzijde van de carrosserie 16 en het spiegelende vlak van de spiegel 14 is met a aangegeven. A ligt 15 bij voorkeur tussen 3 en 20 cm en meer in het bijzonder tussen 5 en 14 cm.

In figuur 2 is het voertuig in vooraanzicht afgebeeld. Die is voorzien van gebruikelijke zijspiegels 12, 13 terwijl de spiegel volgens de uitvinding met 14 aangegeven is. De voorruit is met 15 aangegeven en de carrosserie met 16.

Uit vergelijking tussen figuur 1 en 2 blijkt hoe het beeld van de in figuur 1 20 afgebeelde fietser waargenomen kan worden door de bestuurder van het voertuig. Deze bestuurder kijkt door de voorruit via de spiegel 14 naar hetgeen zich zijdelings naast hem bevindt.

In fig. 3 zijn de afstanden b en c aangegeven, b komt overeen met het deel van het spiegelvlak dat zich buiten de begrenzing van het voertuig uitstrekt. Dit kan 25 bijvoorbeeld 5 cm zijn bij een totale breedte van de spiegel van 15 cm, dat wil zeggen ongeveer een derde van de breedte van de spiegel.

c geeft aan de hoogte waarmee de onderrand van het spiegelvlak zich onder het scheidingsvlak voorruit-carrosserie bevindt, dat wil zeggen in verticale richting gezien onder de voorruit ligt. Dit kan ongeveer de helft van de totale hoogte van de spiegel 30 zijn.

Indien de spiegel een totale hoogte van 23 cm heeft zal deze waarde ongeveer 11 cm zijn.

In figuur 4 is schematisch het zichtveld van de gebruikelijke spiegels 12, 13, 17 1010534 5 weergegeven met 18 en 19. Het blijkt dat een aanzienlijk gebied bestaat dat niet door deze spiegels bestreken wordt. Door gebruik van de spiegel 14 volgens de uitvinding wordt bereik 20 bedekt. Het thans overblijvende deel dat niet door de spiegels bestreken wordt is zo kort dat met name voor fietsers het gevaar wordt geminimaliseerd 5 dat deze niet meer door de bestuurder waargenomen kunnen worden. Immers de bestuurder kan door het rechtstreeks naar buiten kijken door de voorruit de voorzijde van het rijwiel zien indien de wielrijder zich buiten dat wil zeggen voor gebied 20 bevindt.

Hoewel begrepen zal worden dat het probleem waarvoor de uitvinding een 10 oplossing biedt vooral speelt bij verhoudingsgewijs hoge voertuigen kan de spiegel eveneens toegepast worden bij wat lagere voertuigen zoals bestelwagens en overige voertuigcategorieën. Met de spiegel volgens de uitvinding kan een aanzienlijke toename van de verkeersveiligheid verkregen worden.

Begrepen zal worden dat de hier getoonde spiegel elke in de stand der techniek 15 bekende spiegel kan omvatten. Slechts de positie van de spiegel ten opzichte van de voertuigcarrosserie is van belang voor de uitvinding. Zo zal de spiegel 14 bij voorkeur convex zijn. Dergelijke wijzigingen worden geacht binnen het bereik van de onderhavige conclusies te liggen en zijn voor de hand liggend voor degene bekwaam in de stand der techniek.

1010534

Claims (6)

1. Voertuig waarvan de voorzijde de voorruit van het bestuurderscompartiment omvat, voorzien van een uitwendig aangebrachte achteruitkijkspiegel, meer in het 5 bijzonder een dode- of blinde-hoekspiegel, welke spiegel zodanig is aangebracht, dat de bestuurder van het voertuig door de voorruit van het voertuig in die spiegel kan kijken, waarbij tenminste een deel van het spiegelvlak zich op of onder het scheidingsvlak voorruit-carrosserie bevindt, en waarbij het spiegelvlak zich tenminste 3 cm (b) buiten de begrenzing carrosserie-voorruit van het voertuig uitstrekt, met het kenmerk, dat een 10 deel van het spiegelvlak van de spiegel (14) zich binnen de begrenzing van carosserie-voorruit bevindt.

2. Voertuig volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het spiegelvlak van die spiegel op een afstand (a) van 3-20 cm van de buitenzijde voor de voorruit is 15 aangebracht.

3. Voertuig volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat het spiegelvlak in verticale richting is gekromd.

4. Voertuig volgens een van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat ongeveer de helft van het oppervlak van het spiegelvlak (c) zich onder de afscheiding carrosserie-voorruit bevindt.

5. Spiegelsamenstel voor een voertuig, met het kenmerk, dat dit omvat een 25 achteruitkijkspiegel (12), een panoramaspiegel (13) en een spiegel (14) volgens een van de voorgaande conclusies.

6. Spiegelsamenstel volgens conclusie 5, met het kenmerk, dat deze een portierspiegel (17) omvat. 1010534