NL2002349C2 - Een pakket bestratingstenen geschikt voor machinaal bestraten. - Google Patents

Een pakket bestratingstenen geschikt voor machinaal bestraten. Download PDF

Info

Publication number
NL2002349C2
NL2002349C2 NL2002349A NL2002349A NL2002349C2 NL 2002349 C2 NL2002349 C2 NL 2002349C2 NL 2002349 A NL2002349 A NL 2002349A NL 2002349 A NL2002349 A NL 2002349A NL 2002349 C2 NL2002349 C2 NL 2002349C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
stones
paving
paving stones
layer
opening
Prior art date
Application number
NL2002349A
Other languages
English (en)
Other versions
NL2002349A1 (nl
Inventor
Franciscus Maria Scheel
Adrianus Antonius Van Veen
Original Assignee
Struyk Verwo Infra B V
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Struyk Verwo Infra B V filed Critical Struyk Verwo Infra B V
Priority to NL2002349A priority Critical patent/NL2002349C2/nl
Publication of NL2002349A1 publication Critical patent/NL2002349A1/nl
Application granted granted Critical
Publication of NL2002349C2 publication Critical patent/NL2002349C2/nl

Links

Classifications

    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E01CONSTRUCTION OF ROADS, RAILWAYS, OR BRIDGES
    • E01CCONSTRUCTION OF, OR SURFACES FOR, ROADS, SPORTS GROUNDS, OR THE LIKE; MACHINES OR AUXILIARY TOOLS FOR CONSTRUCTION OR REPAIR
    • E01C19/00Machines, tools or auxiliary devices for preparing or distributing paving materials, for working the placed materials, or for forming, consolidating, or finishing the paving
    • E01C19/52Apparatus for laying individual preformed surfacing elements, e.g. kerbstones

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Architecture (AREA)
  • Civil Engineering (AREA)
  • Structural Engineering (AREA)
  • Road Paving Structures (AREA)
  • Revetment (AREA)

Description

P29158NL01/RAL
Korte aanduiding: Een pakket bestratingstenen geschikt voor machinaal bestraten.
Het beroep van stratenmaker is een vrij zwaar beroep, met name doordat stratenmakers een groot deel van de dag op de knieën doorbrengen en vaak met grote 5 hoeveelheden stenen lopen te sjouwen. Hierdoor is het beroep niet erg geliefd, en bovendien is uit onderzoek gebleken dat het stratenmaken met de hand minder snel gaat dan wanneer het machinaal gebeurt.
In het huidige bestratingsproces worden de (straat)stenen aangeleverd op transportmiddelen, bijvoorbeeld pallets en stuk voor stuk opgepakt en verplaatst naar een 10 ondergrond, bijvoorbeeld een zandbed. Hier worden de stenen handmatig, en ook weer stuk voor stuk in het zandbed gelegd. Wanneer een deel van de bestrating gereed is wordt dit aangetrild met behulp van een trilinrichting. Doordat alle stenen met de hand worden gelegd is straten maken over het algemeen een tijdrovend proces. Daarnaast bukken en tillen stratenmakers veel, en zitten ze vaak op hun knieën waardoor het beroep van stratenmaker 15 zeer belastend is voor het lichaam. Om deze nadelen deels op te heffen wordt er tegenwoordig steeds meer gebruik gemaakt van machinaal bestraten. Dit heeft tot voordeel dat stratenmakers minder hoeven te tillen en te bukken en dat grotere stukken bestrating in een keer gelegd kunnen worden, waardoor het hele bestratingsproces sneller kan verlopen.
In document NL 9200735 wordt een betonstenenpakket geschikt voor machinaal 20 bestraten en werkwijze voor de vervaardiging van een laag betonstenen geschikt voor machinaal bestraten beschreven. Het beschreven betonsteenpakket omvat een aantal lagen in verband gerangschikte betonstenen, welke lagen geschikt zijn voor machinaal bestraten.
De pakketten voor machinaal bestraten worden ook op transportmiddelen, bijvoorbeeld gerangschikt op pallets aangeleverd, echter met het verschil dat de lagen in 25 een keer opgepakt kunnen worden om in het zandbed te worden gelegd. Hiertoe wordt een laag (beton)stenen in een vervaardiginginrichting, bijvoorbeeld een fabriek, in verband gelegd, waarbij aan de buitenkant van de laag betonstenen enkele plaatsen openblijven. Deze open plaatsen zijn nodig om in het zandbed de volgende laag betonstenen aan te sluiten op een reeds in het zandbed liggende laag betonstenen.
30 De open plaatsen in een laag betonstenen sluiten aan op open plaatsen in een andere laag betonstenen. Voor het koppelen van de lagen betonstenen op elkaar worden in de open plaatsen stenen geplaatst, waardoor de aansluitende lagen betonstenen verband krijgen en een stabiele bestrating vormen. Een laag betonstenen wordt gefixeerd en dan op een transportmiddel, bijvoorbeeld gerangschikt op een pallet geplaatst. Door de open -2- plaatsen zijn deze lagen echter niet zo stabiel wanneer ze gefixeerd worden. Om te zorgen dat deze pakketten stabiel op het transportmiddel, bijvoorbeeld de pallet gelegd kunnen worden en stabiel blijven liggen kunnen er opvulstenen worden gebruikt. Deze opvulstenen worden voor het fixeren van een laag betonstenen aangebracht, waarna een laag 5 betonstenen geen open plaatsen meer heeft en gefixeerd en stabiel op de pallet kan worden geplaatst. Bij het verwerken van de lagen betonstenen tot bestrating worden de opvulstenen handmatig uit de lagen gehaald, omdat deze het verband verstoren. Deze pakketten voor machinaal bestraten hebben als nadeel dat verwerking nog steeds een tijdrovende klus is.
10 Het doel van de onderhavige uitvinding is een pakket bestratingstenen, een werkwijze voor het gebruik van een pakket bestratingstenen en een werkwijze voor het vervaardigen van een pakket bestratingstenen te verschaffen, waarbij dit nadeel ten minste gedeeltelijk wordt ondervangen, of althans om een bruikbaar alternatief te verschaffen.
In het bijzonder heeft de uitvinding als doel het verschaffen van een pakket 15 bestratingstenen voor machinaal bestraten dat minder tijdrovend is.
Dit doel wordt bereikt met een pakket bestratingstenen voor machinaal bestraten volgens conclusie 1. Een pakket bestratingstenen voor machinaal bestraten omvat meerdere op elkaar gelegen lagen in regelmatig verband gerangschikte bestratingstenen, waarbij een laag bestratingstenen zich uitstrekt in een bestratingvlak. Verder is in een 20 buitenrand van de laag bestratingstenen ten minste een opening voorzien om tijdens het bestraten een koppelsteen in aan te brengen om de laag bestratingstenen te koppelen aan een aansluitende laag bestratingstenen. Verder heeft de ten minste ene opening een lengte die kleiner is dan de lengte van een in regelmatig verband gerangschikte bestratingsteen. Verder omvat het pakket bestratingstenen opvulmiddelen die zijn aangebracht in de ten 25 minste ene opening om stabiliteit te verschaffen aan de laag bestratingstenen tijdens behandeling ervan. Verder omvatten de opvulmiddelen ten minste een losneembare opvulsteen, welke een uitneemopening definieert voor het daarin ontvangen van een uitneemmiddel. Verder is een grootste parallel aan het bestratingvlak gelegen dwarsdoorsnede van het te ontvangen deel van het uitneemmiddel ten minste 0,5% van een 30 grootste parallel aan het bestratingvlak gelegen dwarsdoorsnede van de opvulsteen.
Het voordeel van de uitvinding ligt in het feit dat de losneembare opvulstenen voor het werk, dus wanneer het pakket nog op de pallet ligt, verwijderd kunnen worden, maar ook dat de opvulstenen in het werk, dus wanneer het pakket bestratingstenen op een ondergrond, zoals bijvoorbeeld een zandbed ligt, verwijderd kunnen worden. Dit is mogelijk 35 omdat de losneembare opvulstenen een uitneemopening definiëren voor het daarin plaatsen van een uitneemmiddel, met als voordeel dat de opvulstenen middels een uitneemmiddel uit het pakket bestratingstenen wordt verwijderd. Het gebruik van een -3- uitneemmiddel maakt het bukken voor het verwijderen van losneembare opvulstenen overbodig. Het uitneemmiddel moet wel mechanisch voldoende sterk zijn. Daarom is de grootste parallel aan het bestratingvlak gelegen dwarsdoorsnede van het te ontvangen deel van het uitneemmiddel ten minste 0,5% van een grootste parallel aan het bestratingvlak 5 gelegen dwarsdoorsnede van de opvulsteen. Een uitneemmiddel met een dergelijke dwarsdoorsnede en bijbehorende uitneemopening zorgen voor voldoende sterkte voor een uitneemmiddel om een losneembare opvulsteen te verwijderen. Een verder voordeel van de uitvinding ligt in het feit dat de opvulmiddelen zorgen voor stabiliteit in een pakket bestratingstenen, waarbij de opvulmiddelen losneembare opvulstenen zijn. De opening voor 10 het daarin plaatsen van een opvulsteen heeft een lengte die kleiner is dan de lengte van een in regelmatig verband gerangschikte bestratingsteen. Met lengte wordt hiermee de grootste zijde bedoeld. Het voordeel van de stabiliteit in een pakket bestratingstenen verschaft door de opvulmiddelen, toont zich tijdens opslag, transport en verwerking van het pakket bestratingstenen. Door de stabiliteit van het pakket bestratingstenen kunnen deze 15 zonder extra maatregelen gestapeld worden op transportmiddelen, bijvoorbeeld gerangschikt op pallets, en hierop veilig worden vervoerd.
In een voorkeursuitvoeringsvorm omvat elk van de meerdere op elkaar gelegen lagen bestratingstenen ten minste een opening met daarin een opvulsteen omvat, waarbij de respectieve opvulstenen zich boven elkaar bevinden, met als voordeel dat bij het 20 uitnemen van de opvulstenen niet voor elke laag bestratingstenen de locatie van de opvulstenen hoeft te worden gezocht, zodat het uitnemen van de opvulstenen sneller kan geschieden.
In een voorkeursuitvoeringsvorm zijn de zich boven elkaar bevindende opvulstenen zodanig gerangschikt dat de respectieve uitneemopeningen een doorlopende opening 25 vormen, met als voordeel dat het uitneemmiddel in deze opening geplaatst kan worden, waarna de boven elkaar liggende opvulstenen met behulp van het uitneemmiddel in een handeling uit het pakket bestratingstenen kunnen worden verwijderd.
In een voorkeursuitvoeringsvorm omvatten de opvulstenen ten minste keperstenen,en daarnaast eventueel halve stenen met als voordeel dat deze opvulstenen 30 de maat hebben van standaard bestratingstenen, waardoor ze ook gebruikt kunnen worden in bestrating met bijvoorbeeld een elleboog-, keper-, of visgraatverband. Deze voorkeursuitvoeringsvorm heeft als extra voordeel dat er minder steenafval overblijft na het verwerken van een pakket bestratingstenen. In de stand van de techniek zijn de opvulstenen niet bruikbaar en zijn dus steenafval. Dit steenafval moet afgevoerd en 35 verwerkt worden, ook weer extra handelingen die tijd en geld kosten.
In een voorkeursuitvoeringsvorm omvat een laag bestratingstenen meerdere openingen, die elk zijn gevuld met een opvulsteen, met als voordeel dat een laag -4- bestratingstenen zoveel mogelijk stabiliteit krijgt en daardoor goed, snel en veilig te behandelen is.
In een voorkeursuitvoeringsvorm zijn de opvulstenen vullend plaatstbaar in openingen tussen een laag bestratingstenen en een rand van de bestrating, met als 5 voordeel dat opvulstenen worden hergebruikt en dat er minder steenafval overblijft. De opvulstenen koppelen een laag in regelmatig verband gerangschikte bestratingstenen aan op een rand van de bestrating, die bijvoorbeeld door een rand van een parkeervak, fietspad, voetgangerspad, betonnen opsluitband of enig andere rand gevormd wordt.
In een voorkeursuitvoeringsvorm is een parallel aan het bestratingvlak gelegen 10 dwarsdoorsnede van de opvulsteen ten minste 35% van een parallel aan de bestratingvlak gelegen dwarsdoorsnede van de opening, met als voordeel dat de opvulsteen zo klein mogelijk is maar nog voldoende stabiliteit levert. Een kleine opvulsteen bespaart gewicht. Opvulstenen met een lager gewicht kunnen sneller verwerkt worden.
In een voorkeursuitvoeringsvorm zijn de bestratingstenen en de opvulsteen van 15 eenzelfde basismateriaal.
Verder heeft de uitvinding nog betrekking op een werkwijze voor het gebruik van een laag bestratingstenen waarbij de opvulstenen worden uitgenomen middels een uitneemmiddel en op een werkwijze voor het gebruik van een laag bestratingstenen, waarbij de opvulstenen worden uitgenomen middels een uitneemmiddel en gebruikt worden in de 20 bestrating. Daarnaast heeft de uitvinding nog betrekking op een werkwijze voor het vervaardigen van een pakket bestratingstenen.
Verdere voordelen en uitvoeringsvormen van de uitvinding worden hierna beschreven, waarbij: 25 - Figuur 1 een voorkeursuitvoeringsvorm toont van een laag in regelmatig verband gerangschikte bestratingstenen, waarbij de opvulmiddelen keperstenen en halve stenen omvatten.
- Figuur 2 een voorkeursuitvoeringsvorm toont van een laag in regelmatig verband gerangschikte bestratingstenen, waarbij de opvulmiddelen schuin afgesneden stenen en 30 L-vormige stenen omvatten.
- Figuur 3 een uitvoeringsvorm toont van een laag in regelmatig verband gerangschikte bestratingstenen, waarbij de opvulmiddelen u-vormige stenen omvatten.
- Figuur 4 een uitvoeringsvorm toont van een laag in regelmatig verband gerangschikte bestratingstenen, waarbij de opvulmiddelen u-vormige stenen omvatten welke anders 35 zijn gepositioneerd ten opzichte van de u-vormige stenen in figuur 3.
- Figuur 5 toont een voorbeeld van een staafvormig uitneemmiddel ontvangen in een opening van een laag in regelmatig verband gerangschikte bestratingstenen.
-5- - Figuur 6 toont een voorbeeld van een grijpend uitneemmiddel ontvangen in een opening van een laag in regelmatig verband gerangschikte bestratingstenen.
In figuur 1 wordt een voorkeursuitvoeringsvorm van een laag in regelmatig verband 5 gerangschikte bestratingstenen voor machinaal bestraten getoond. In deze voorkeursuitvoeringsvorm zijn de gebruikte bestratingstenen betonstraatstenen (BSS). Betonstraatstenen hebben een lengte van 21 cm en een breedte van 10,5 cm ten opzichte van het bestratingvlak.
Het getoonde verband is elleboogverband, met als belangrijkste kenmerk dat de 10 bestratingstenen om-en-om haaks en parallel liggen aan de rand van de bestrating. Een andere vorm van verband van regelmatig verband is keperverband, of ook wel visgraatverband genoemd. Het kenmerk van keperverband of visgraatverband is dat de stenen onder een hoek van ongeveer 45°, ten opzichte van een rand van de bestrating staan. Een rand van de bestrating wordt bijvoorbeeld gevormd door een stoeprand, rand 15 van een parkeervak, fietspad, voetgangerspad, betonnen opsluitband, rand van een laag in regelmatig verband gerangschikte bestratingstenen of enig andere rand gevormd wordt. Het voordeel van regelmatig verband is dat het grote stabiliteit verschaft aan het wegdek.
De laag in regelmatig verband gerangschikte bestratingstenen worden in figuur 1 aangeduid met verwijzingscijfer 1. In de buitenrand 2 van de laag bestratingstenen 1 is 20 tenminste een opening 3 voorzien. In figuur 1 is de met 3 aangegeven opening gedefinieerd door drie bestratingstenen en de buitenrand. In de figuur is de opening vierkant. Deze opening 3 heeft twee functies, de eerst functie is het verschaffen van een opening 3 voor het hierin plaatsen van een opvulsteen 4,5. Daarnaast heeft deze opening 3 nog een functie tijdens en na het bestratingsproces. Tijdens het bestraten van een straat of bijvoorbeeld een 25 parkeerterrein worden steeds lagen bestratingstenen 1 aansluitend aan elkaar gelegd. De openingen 3 in de buitenrand 2 van de laag bestratingstenen 1 sluiten hierbij aan op vergelijkbare openingen 3 in aansluitende lagen bestratingstenen 1. Om te zorgen voor stabiliteit in de bestrating, worden de verschillende naast elkaar liggen en aansluitende lagen bestratingstenen 1 aan elkaar gekoppeld middels koppelstenen. De koppelsteen 30 wordt geplaatst in twee openingen 3, welke na het aansluitend plaatsen van twee lagen bestratingstenen 1 een opening vormen met dezelfde afmeting als een bestratingsteen. Deze koppelstenen zijn dezelfde stenen als de bestratingstenen in een laag 1. De koppelstenen koppelen twee lagen bestratingstenen 1 op elkaar aan met behoud van het regelmatig verband. De opening voor het daarin plaatsen van een opvulsteen heeft een 35 lengte die kleiner is dan de lengte van een in regelmatig verband gerangschikte bestratingsteen. Met lengte wordt hiermee de grootste zijde bedoeld. In figuur 1 is de lengte van de opening 10,5 cm.
-6-
In de figuur 1 worden tevens opvulstenen 4,5 getoond. Tenminste een opvulsteen 4,5 wordt geplaatst in tenminste een opening 3, maar bij voorkeur in alle openingen, waarbij de opvulstenen 4,5 stabiliteit verschaffen aan een laag bestratingstenen 1 tijdens behandeling van een laag bestratingstenen 1, zoals opslag, transport, plaatsing en andere 5 handelingen. In ieder geval worden zoveel opvulstenen 4,5 geplaatst in openingen 3 dat een stabiele laag gevormd kan worden.
Deze opvulstenen 4,5 worden bij voorkeur in dezelfde mal en productiecyclus gemaakt als de bestratingstenen, waarna de laag bestratingstenen 1 wordt gefixeerd tot een geheel en deze laag bestratingstenen 1 op een transportmiddel, zoals een pallet wordt 10 gelegd. Door het plaatsen van opvulstenen 4,5 in de openingen 3, hebben de stenen minder ruimte om te bewegen. Door het hierna tot een geheel te fixeren van een laag bestratingstenen 1 ontstaat een laag stenen die strak tegen elkaar aanliggen, waardoor het een stabiel geheel vormt.
De opvulstenen 4,5 hebben twee verschillende vormen, een driehoekige vorm en 15 een rechthoekige vorm. De driehoekige stenen worden hierdoor ook wel keperstenen genoemd en worden aangeduid met verwijzingscijfer 4. Deze keperstenen 4 worden zo in een opening 3 geplaatst dat de buitenrand 2 van een laag bestratingstenen 1 doorloopt, terwijl de keperstenen 4 in de opening 3 een uitneemopening 6 definiëren. Bij het stapelen van verschillende lagen bestratingstenen 1 worden de lagen allen met eenzelfde oriëntatie 20 gestapeld. Hierdoor liggen de openingen 3 van de verschillende lagen bestratingstenen 1 recht boven elkaar, waardoor ook de keperstenen 4 en de uitneemopeningen 6 recht boven elkaar liggen. Doordat de uitneemopeningen 6 recht boven elkaar liggen, vormen deze met elkaar een doorlopende opening in de verschillende lagen bestratingstenen 1. In deze doorlopende opening kan een uitneemmiddel (niet zichtbaar) geplaatst worden. Door nu het 25 uitneemmiddel naar de dichtstbijzijnde buitenrand 2 te trekken, worden de keperstenen 4, grenzend aan de doorlopende opening met daarin een uitneemmiddel, in alle lagen bestratingstenen 1 uitgenomen uit een pakket bestratingstenen. Om te zorgen dat het uitneemmiddel daadwerkelijk geschikt is voor het uitnemen van de keperstenen 4 dient het uitneemmiddel lang en sterk genoeg te zijn om de hoogte van een pakket stenen te 30 overbruggen en om voldoende kracht uit te oefenen over de hoogte van een pakket stenen. Als uitneemmiddel kan bijvoorbeeld gebruik gemaakt worden van een stootijzer, een stuk wapeningsstaal of een bezemsteel, of elk lang en sterk genoeg uitneemmiddel. Een uitneemmiddel is geschikt indien de grootste dwarsdoorsnede van het uitneemmiddel parallel aan bestratingvlak ten minste 0,5% is van de grootste dwarsdoorsnede van de te 35 verwijderen opvulsteen in het vlak van de bestrating. Bij betonstraatstenen in de in figuur 1 in regelmatig verband gerangschikte laag bestratingstenen bedraagt de grootst mogelijke grootste dwarsdoorsnede van een opvulsteen 10,5 cm x 10,5 cm = 110,25 cm2. Hier 0,5% -7- van komt overeen met een minimale uitneemopening van 0,55 cm2 of een diameter van 8,4 mm. Een uitneemmiddel is bijvoorbeeld gemaakt van ijzer. Het uitneemmiddel heeft bijvoorbeeld een diameter van 14 mm, in het bijzonder 12 mm en meer in het bijzonder 10 mm. Dit komt overeen met een dwarsdoorsnede van respectievelijk 1,54 cm2, in het 5 bijzonder 1,13 cm2 en meer in het bijzonder 0.79 cm2. Bijbehorende percentage van het uitneemmiddel wordt berekend door de dwarsdoorsnede van het uitneemmiddel te delen door de grootst mogelijke grootste dwarsdoorsnede van een opvulsteen waarvan de dwarsdoorsnede van het uitneemmiddel is afgetrokken. Deze percentages bedragen respectievelijk 1,4%, in het bijzonder 1% en meer in het bijzonder 0,7%. Voor de in figuur 1 10 getoonde kepersteen bedraagt de grootste dwarsdoorsnede 55,13 cm2. Bijbehorende percentages van het uitneemmiddel bedragen respectievelijk 2,8%, in het bijzonder 2,0% en meer in het bijzonder 1,4%. De minimale diameter van een uitneemmiddel met cirkelvormige dwarsdoorsnede voor de in figuur 1 getoonde uitvoeringsvorm bedraagt ten minste 8,4 mm. De dwarsdoorsnede van het uitneemmiddel is kleiner dan de dwarsdoorsnede van de 15 opening.
In figuur 1 zijn ook opvulstenen met een rechthoekige vorm getoond. Deze opvulstenen hebben de maat en vorm van halve bestratingstenen en worden aangeduid met verwijzingscijfer 5. Deze opvulstenen definiëren geen uitneemopening volgens de uitvinding.
De keperstenen 4 en halve stenen 5 kunnen voor het werk verwijderd worden uit een 20 pakket bestratingstenen, wanneer het pakket nog op een transportmiddel, bijvoorbeeld een pallet ligt. Tevens kunnen de keperstenen 4 en halve stenen 5 ook in het werk verwijderd worden, bijvoorbeeld als een laag bestratingstenen 1 reeds in het zandbed is geplaatst. De verwijderde keperstenen 4 en halve stenen 5 kunnen na het uitnemen uit een laag bestratingstenen 1 en/of een pakket bestratingstenen ook gebruikt worden in de bestrating. 25 Bijvoorbeeld kunnen de opvulstenen worden gebruikt als een randsteen, die de opening opvult tussen een laag in regelmatig verband gerangschikte bestratingstenen en de rand van de bestrating.
In figuur 2 wordt een voorkeursuitvoeringsvorm van een laag in regelmatig verband gerangschikte bestratingstenen voor machinaal bestraten getoond. In deze 30 voorkeursuitvoeringsvorm zijn de gebruikte bestratingstenen dik formaten. Dik formaten hebben een lengte van 21 cm en een breedte van 7,0 cm ten opzichte van het bestratingvlak.
Het getoonde verband is elleboogverband, met als belangrijkste kenmerk dat de bestratingstenen om-en-om haaks en parallel liggen aan de rand van de bestrating. Een 35 andere vorm van verband van regelmatig verband is keperverband, of ook wel visgraatverband genoemd. Het kenmerk van keperverband of visgraatverband is dat de stenen onder een hoek van ongeveer 45°, ten opzichte van een rand van de bestrating -8- staan. Een rand van de bestrating wordt bijvoorbeeld gevormd door een stoeprand, rand van een parkeervak, fietspad, voetgangerspad, betonnen opsluitband, rand van een laag in regelmatig verband gerangschikte bestratingstenen of enig andere rand gevormd wordt. Het voordeel van regelmatig verband is dat het grote stabiliteit verschaft aan het wegdek.
5 De laag in regelmatig verband gerangschikte bestratingstenen worden in figuur 2 aangeduid met verwijzingscijfer 101. In de buitenrand 102 van de laag bestratingstenen 101 is tenminste een opening 103 voorzien. In de in figuur 2 met 103 aangegeven opening is de opening gedefinieerd door vier bestratingstenen en de buitenrand. In de figuur 2 is de opening L-vormig. Deze opening 103 heeft twee functies, de eerst functie is het verschaffen 10 van een opening 103 voor het hierin plaatsen van een opvulsteen. Daarnaast heeft deze opening 103 nog een functie tijdens en na het bestratingsproces. Tijdens het bestraten van een straat of bijvoorbeeld een parkeerterrein worden steeds lagen bestratingstenen 101 aansluitend aan elkaar gelegd. De openingen 103 in de buitenrand 102 van de laag bestratingstenen 101 sluiten hierbij aan op vergelijkbare openingen 103 in aansluitende 15 lagen bestratingstenen 101. Om te zorgen voor stabiliteit in de bestrating, worden de verschillende naast elkaar liggen en aansluitende lagen bestratingstenen 101 aan elkaar gekoppeld middels koppelstenen. De koppelsteen wordt geplaatst in twee openingen 103, welke na het aansluitend plaatsen van twee lagen bestratingstenen 101 een opening vormen met dezelfde afmeting als een bestratingsteen. Deze koppelstenen zijn dezelfde 20 stenen als de bestratingstenen in een laag 101. De koppelstenen koppelen twee lagen bestratingstenen 101 op elkaar aan met behoud van het regelmatig verband. De opening voor het daarin plaatsen van een opvulsteen heeft een lengte die kleiner is dan de lengte van een in regelmatig verband gerangschikte bestratingsteen. Met lengte wordt hiermee de grootste zijde bedoeld. In figuur 2 is de lengte van de opening 14,0 cm.
25 In de figuur 2 worden tevens opvulstenen 104,105 getoond. Tenminste een opvulsteen 104,105 wordt geplaatst in tenminste een opening 103, maar bij voorkeur in alle openingen, waarbij de opvulstenen 104,105 stabiliteit verschaffen aan een laag bestratingstenen 101 tijdens behandeling van een laag bestratingstenen 101, zoals opslag, transport, plaatsing en andere handelingen. In ieder geval worden zoveel opvulstenen 30 104,105 geplaatst in openingen 103 dat een stabiele laag gevormd kan worden.
Deze opvulstenen 104,105 worden bij voorkeur in dezelfde mal en productiecyclus gemaakt als de bestratingstenen, waarna de laag bestratingstenen 101 wordt gefixeerd tot een geheel en deze laag bestratingstenen 101 op een transportmiddel, bijvoorbeeld een pallet wordt gelegd. Door het plaatsen van opvulstenen 104,105 in de openingen 103, 35 hebben de stenen minder ruimte om te bewegen. Door het hierna tot een geheel te fixeren van een laag bestratingstenen 101 ontstaat een laag stenen die strak tegen elkaar aanliggen, waardoor het een stabiel geheel vormt.
-9-
De opvulstenen 104,105 hebben twee verschillende vormen, een rechthoekig en schuin afgesneden vorm en een L-vorm. De rechthoekig en schuin afgesneden stenen worden aangeduid met verwijzingscijfer 104. Deze rechthoekig en schuin afgesneden steen 104 worden zo in een opening 103 geplaatst dat de buitenrand 102 van een laag 5 bestratingstenen 101 doorloopt, terwijl de rechthoekig en schuin afgesneden steen 104 in de opening 103 een uitneemopening 106 definiëren. Bij het stapelen van verschillende lagen bestratingstenen 101 worden de lagen allen met eenzelfde oriëntatie gestapeld. Hierdoor liggen de openingen 103 van de verschillende lagen bestratingstenen 101 recht boven elkaar, waardoor ook de rechthoekig en schuin afgesneden stenen 104 en de 10 uitneemopeningen 106 recht boven elkaar liggen. Doordat de uitneemopeningen 106 recht boven elkaar liggen, vormen deze met elkaar een doorlopende opening in de verschillende lagen bestratingstenen 101. In deze doorlopende opening kan een uitneemmiddel (niet zichtbaar) geplaatst worden. Door nu het uitneemmiddel naar de dichtstbijzijnde buitenrand 102 te trekken, worden de rechthoekig en schuin afgesneden stenen 104, grenzend aan de 15 doorlopende opening met daarin een uitneemmiddel, in alle lagen bestratingstenen 101 uitgenomen uit een pakket bestratingstenen. Om te zorgen dat het uitneemmiddel daadwerkelijk geschikt is voor het uitnemen van de rechthoekig en schuin afgesneden stenen 104 dient het uitneemmiddel lang en sterk genoeg te zijn om de hoogte van een pakket stenen te overbruggen en om voldoende kracht uit te oefenen over de hoogte van 20 een pakket stenen. Als uitneemmiddel kan bijvoorbeeld gebruik gemaakt worden van een stootijzer, een stuk wapeningsstaal of een bezemsteel, of elk lang en sterk genoeg uitneemmiddel. Een uitneemmiddel is geschikt indien de grootste dwarsdoorsnede van het uitneemmiddel parallel aan het bestratingvlak ten minste 0,5% is van de grootste dwarsdoorsnede van de te verwijderen opvulsteen in het vlak van de bestrating. Bij dik 25 formaten in de in figuur 2 in regelmatig verband gerangschikte laag bestratingstenen bedraagt de grootst mogelijke grootste dwarsdoorsnede van een opvulsteen 3 x (7 cm x 7 cm) = 147 cm2. Hier 0,5% van komt overeen met een minimale uitneemopening van 0,73 cm2 of een diameter van 9,7 mm. Een uitneemmiddel is bijvoorbeeld gemaakt van ijzer. Het uitneemmiddel heeft bijvoorbeeld een diameter van 14 mm, in het bijzonder 12 mm en meer 30 in het bijzonder 10 mm. Dit komt overeen met een dwarsdoorsnede van respectievelijk 1,54 cm2, in het bijzonder 1,13 cm2 en meer in het bijzonder 0.79 cm2. Bijbehorende percentage van het uitneemmiddel wordt berekend door de dwarsdoorsnede van het uitneemmiddel te delen door de grootst mogelijke grootste dwarsdoorsnede van een opvulsteen waarvan de dwarsdoorsnede van het uitneemmiddel is afgetrokken. Deze percentages bedragen 35 respectievelijk 1,1%, in het bijzonder 0,8% en meer in het bijzonder 0,5%. Voor de in figuur 2 getoonde rechthoekig en schuin afgesneden opvulsteen bedraagt de grootste dwarsdoorsnede 73,5 cm2. Bijbehorende percentages van het uitneemmiddel bedragen -10- respectievelijk 2,1%, in het bijzonder 1,4% en meer in het bijzonder 1,1%. De minimale diameter van een uitneemmiddel met cirkelvormige dwarsdoorsnede voor de in figuur 2 getoonde uitvoeringsvorm bedraagt ten minste 9,7 mm. De dwarsdoorsnede van het uitneemmiddel is kleiner dan de dwarsdoorsnede van de opening.
5 In figuur 2 zijn ook opvulstenen met een L-vorm getoond. Deze opvulstenen hebben de maat en vorm van een lijnsymmetrische L en worden aangeduid met verwijzingscijfer 105. Deze L-vormige stenen definiëren geen uitneemopening volgens de uitvinding. De L-vormige steen in de figuur heeft een siervoeg, die de L-vormige steen in een rechthoek en een vierkant. De siervoeg is bijvoorbeeld in de L-vormige steen voorgebakken. Een 10 siervoeg kan ook gefreesd zijn of op enig andere manier zijn geproduceerd. In een variant, is een voeg een breekgroef waarlangs de steen gebroken wanneer deze wordt aangetrild.
De rechthoekig en schuin afgesneden stenen 104 en L-vormige stenen 105 kunnen voor het werk verwijderd worden uit een pakket bestratingstenen, wanneer het pakket nog op een transportmiddel, bijvoorbeeld een pallet ligt. Tevens kunnen de rechthoekig en 15 schuin afgesneden stenen 104 en L-vormige stenen 105 ook in het werk verwijderd worden, bijvoorbeeld als een laag bestratingstenen 101 reeds in het zandbed is geplaatst. De verwijderde rechthoekig en schuin afgesneden stenen 104 en L-vormige stenen 105 kunnen na het uitnemen uit een laag bestratingstenen 101 en/of een pakket bestratingstenen ook gebruikt worden in de bestrating. Bijvoorbeeld kunnen de opvulstenen worden gebruikt als 20 een randsteen, die de opening opvult tussen een laag in regelmatig verband gerangschikte bestratingstenen en de rand van de bestrating.
In figuur 3 is een alternatieve uitvoeringsvorm getoond van een pakket bestratingstenen voor machinaal bestraten. In deze voorkeursuitvoeringsvorm zijn de gebruikte bestratingstenen betonstraatstenen (BSS). Betonstraatstenen hebben een lengte 25 van 21 cm en een breedte van 10,5 cm ten opzichte van het bestratingvlak.
Het getoonde verband is elleboogverband, met als belangrijkste kenmerk dat de bestratingstenen om-en-om haaks en parallel liggen aan de rand van de bestrating. Een andere vorm van verband van regelmatig verband is keperverband, of ook wel visgraatverband genoemd. Het kenmerk van keperverband of visgraatverband is dat de 30 stenen onder een hoek van ongeveer 45°, ten opzichte van een rand van de bestrating staan. Een rand van de bestrating wordt bijvoorbeeld gevormd door een stoeprand, rand van een parkeervak, fietspad, voetgangerspad, betonnen opsluitband, rand van een laag in regelmatig verband gerangschikte bestratingstenen of enig andere rand gevormd wordt. Het voordeel van regelmatig verband is dat het grote stabiliteit verschaft aan het wegdek.
35 De laag regelmatig in verband gerangschikte bestratingstenen worden in figuur 3 aangeduid met verwijzingscijfer 1. In de buitenrand 2 van de laag bestratingstenen 1 is ten minste een opening 3 voorzien. Deze opening 3 heeft twee functies, de eerst functie is het -11 - verschaffen van een opening 3 voor het hierin plaatsen van een opvulsteen 8 met uitneemopening 6a.
Daarnaast heeft deze opening 3 nog een functie tijdens en na het bestratingsproces. Tijdens het bestraten van een straat of bijvoorbeeld een parkeerterrein worden steeds lagen 5 bestratingstenen 1 aansluitend aan elkaar gelegd. De opening 3 in de buitenrand 2 van de laag bestratingstenen 1 sluit hierbij aan op een vergelijkbare opening 3 in een aansluitende laag bestratingstenen 1. Om te zorgen voor stabiliteit in de bestrating, worden de verschillende naast elkaar liggende en aansluitende lagen bestratingstenen 1 aan elkaar gekoppeld middels koppelstenen. Deze koppelsteen wordt geplaatst in de twee openingen 10 3, die inmiddels een opening vormen met dezelfde afmetingen als een bestratingsteen. Op deze wijze brengen de koppelstenen nog meer verband en stabiliteit aan in het wegdek. De koppelstenen koppelen twee lagen bestratingstenen 1 op elkaar aan met behoud van het regelmatig verband. De opening voor het daarin plaatsen van een opvulsteen heeft een lengte die kleiner is dan de lengte van een in regelmatig verband gerangschikte 15 bestratingsteen. Met lengte wordt hiermee de grootste zijde bedoeld. In figuur 3 is de lengte van de opening 10,5 cm.
Ten minste een opvulsteen 8 wordt geplaatst in een opening 3, maar bijvoorkeur worden in alle openingen 3 opvulstenen 8 geplaatst. De functie van de opvulstenen 8 is stabiliteit verschaffen aan een laag bestratingstenen 1 tijdens behandeling van een laag 20 bestratingstenen, zoals opslag, transport, machinale plaatsing en andere handelingen. In ieder geval worden zoveel opvulstenen 8 in zoveel openingen 3 geplaatst zodat een stabiele laag bestratingstenen 1 gevormd kan worden.
Deze opvulstenen 8 worden bij voorkeur in dezelfde mal en productiecyclus gemaakt als de bestratingstenen, waarna de laag wordt gefixeerd tot een geheel en op een 25 transportmiddel, bijvoorbeeld een pallet wordt gelegd. Door het plaatsen van de opvulstenen 8 in de openingen 3 en het hierna tot een geheel fixeren van een laag bestratingstenen 1 ontstaat een laag stenen die strak tegen elkaar aanliggen, waardoor het een stabiel geheel vormt.
De opvulstenen 8 hebben globaal een u-vorm. In deze figuur is een alternatieve 30 uitvoeringsvorm van de opvulstenen te zien, waarbij de uitneemopening 6a naar de buitenrand 2 van een laag bestratingstenen 1 is georiënteerd. Door de u-vorm van de opvulstenen 8 wordt er ook een uitneemopening 6b gedefinieerd tussen de opvulstenen 8 en een rij stenen 10 meer in het pakket gelegen.
Bij het stapelen van verschillende lagen bestratingstenen 1 liggen de openingen 3 35 van de verschillende lagen bestratingstenen 1 recht boven elkaar, waardoor ook de opvulstenen 8 en de uitneemopeningen 6a en 6b recht boven elkaar liggen. Doordat de uitneemopeningen 6a en 6b recht boven elkaar liggen, vormen deze met elkaar een -12- doorlopende opening in de verschillende lagen bestratingstenen 1. In deze doorlopende opening kan een uitneemmiddel (niet zichtbaar) geplaatst worden. Door nu het uitneemmiddel naar de dichtstbijzijnde buitenrand 2 te trekken, worden de opvulstenen 8, grenzend aan de doorlopende opening in alle lagen bestratingstenen 1 uitgenomen uit een 5 pakket bestratingstenen. Om te zorgen dat het uitneemmiddel daadwerkelijk geschikt is voor het uitnemen van de opvulstenen 8 dient het uitneemmiddel lang en sterk genoeg te zijn om de hoogte van een pakket stenen te overbruggen en om voldoende kracht uit te oefenen over de hoogte van een pakket stenen. Als uitneemmiddel kan bijvoorbeeld gebruik gemaakt worden van een stootijzer, een stuk wapeningsstaal of een bezemsteel, of elk lang 10 en sterk genoeg uitneemmiddel. Een uitneemmiddel is geschikt indien de doorsnede van het uitneemmiddel in het vlak van de bestrating ten minste 0,5% is van de grootste dwarsdoorsnede van de te verwijderen opvulsteen in het vlak van de bestrating.
Een uitneemmiddel is bijvoorbeeld gemaakt van ijzer. Het uitneemmiddel heeft bijvoorbeeld een diameter van 14 mm, in het bijzonder 12 mm en meer in het bijzonder 10 15 mm. Dit komt overeen met een dwarsdoorsnede van respectievelijk 1,54 cm2, in het bijzonder 1,13 cm2en meer in het bijzonder 0.79 cm2. Bij betonstraatstenen in de in figuur 3 in regelmatig verband gerangschikte laag bestratingstenen bedraagt de grootst mogelijke grootste dwarsdoorsnede van een opvulsteen 10,5 cm x 10,5 cm = 110,25 cm2. Bijbehorende percentage van het uitneemmiddel wordt berekend door de dwarsdoorsnede 20 van het uitneemmiddel te delen door de grootst mogelijke grootste dwarsdoorsnede van een opvulsteen waarvan de dwarsdoorsnede van het uitneemmiddel is afgetrokken. Deze percentages bedragen respectievelijk 1,4%, in het bijzonder 1% en meer in het bijzonder 0,7%. Voor de in figuur 3 getoonde u-vormige opvulsteen bedraagt de grootste dwarsdoorsnede 48,5 cm2. Bijbehorende percentages van het uitneemmiddel bedragen 25 respectievelijk 3,2%, in het bijzonder 2,3% en meer in het bijzonder 1,6%. De dwarsdoorsnede van het uitneemmiddel is kleiner dan de dwarsdoorsnede van de opening.
In een bijzonder uitvoeringsvorm is het uitneemmiddel een grijpend uitneemmiddel. Het grijpend uitneemmiddel omvat drie langwerpige klemmiddelen die elk ontvangen worden in een verschillende uitneemopening van de opvulsteen 8. De langwerpige klemmiddelen 30 omklemmen hierdoor de opvulsteen. Het grijpend uitneemmiddel omvat verder een scharnier en twee armen. Een eerste arm is schamierbaar vast verbonden met een tweede arm. De eerste arm is verbonden met twee langwerpige klemmiddelen. De tweede arm is verbonden met één langwerpig klemmiddel. Door de eerste arm te scharnieren ten opzicht van de tweede arm kan een opvulsteen worden omklemd en verplaatst. Bijvoorbeeld 35 hebben de klemmiddelen een diameter van 10 mm, wat overeenkomt met een dwarsdoorsnede van het klemmiddel van 0,79 cm2. De dwarsdoorsnede van drie -13- klemmiddelen bedraagt dan 2,37 cm2. Bijbehorend percentage ten opzichte van een u-vormige opvulsteen is hiermee 4,9%.
In de alternatieve uitvoeringsvorm van figuur 3 is tevens te zien dat een of meer openingen 3 eventueel ook opgevuld kan of kunnen worden met halve stenen 5. Deze halve 5 stenen 5 definiëren geen uitneemopening zoals bedoeld in de uitvinding.
In een alternatieve uitvoeringsvorm kan een laag bestratingstenen ook bestaan uit gebakken straatstenen, waarbij de hele stenen en opvulstenen door de fabriek aangeleverd worden, waarna deze stenen in een laag in verband gerangschikt worden en waarna deze laag wordt gefixeerd tot een geheel, waarbij een stabiele laag bestratingstenen ontstaat.
10 In figuur 4 is een alternatieve uitvoeringsvorm getoond van een pakket bestratingstenen voor machinaal bestraten. In deze voorkeursuitvoeringsvorm zijn de gebruikte bestratingstenen betonstraatstenen (BSS). Betonstraatstenen hebben een lengte van 21 cm en een breedte van 10,5 cm ten opzichte van het bestratingvlak.
Het getoonde verband is elleboogverband, met als belangrijkste kenmerk dat de 15 bestratingstenen om-en-om haaks en parallel liggen aan de rand van de bestrating. Een andere vorm van verband van regelmatig verband is keperverband, of ook wel visgraatverband genoemd. Het kenmerk van keperverband of visgraatverband is dat de stenen onder een hoek van ongeveer 45°, ten opzichte van een rand van de bestrating staan. Een rand van de bestrating wordt bijvoorbeeld gevormd door een stoeprand, rand 20 van een parkeervak, fietspad, voetgangerspad, betonnen opsluitband, rand van een laag in regelmatig verband gerangschikte bestratingstenen of enig andere rand gevormd wordt. Het voordeel van regelmatig verband is dat het grote stabiliteit verschaft aan het wegdek.
De laag in verband gerangschikte bestratingstenen worden in figuur 4 aangeduid met verwijzingscijfer 1. In de buitenrand 2 van het de laag bestratingstenen 1 is ten minste een 25 opening 3 voorzien. Deze opening 3 heeft twee functies, de eerst functie is het verschaffen van een opening 3 voor het hierin plaatsen van een opvulsteen 8 met uitneemopening 6b.
Daarnaast heeft deze opening 3 nog een functie tijdens en na het bestratingsproces. Tijdens het bestraten van een straat of bijvoorbeeld een parkeerterrein worden steeds lagen bestratingstenen 1 aansluitend aan elkaar gelegd. De opening 3 in de rand van de laag 30 bestratingstenen sluit hierbij aan op een vergelijkbare opening 3 in een aansluitende laag bestratingstenen. Om te zorgen voor stabiliteit in de bestrating, worden de verschillende naast elkaar liggende en aansluitende lagen bestratingstenen 1 aan elkaar gekoppeld middels koppelstenen. Deze koppelsteen wordt geplaatst in de twee openingen 3, die inmiddels een opening vormen met dezelfde afmeting als een bestratingsteen. Op deze 35 wijze brengen de koppelstenen nog meer verband en stabiliteit aan in het wegdek. De koppelstenen koppelen twee lagen bestratingstenen 1 op elkaar aan met behoud van het regelmatig verband. De opening voor het daarin plaatsen van een opvulsteen heeft een - 14- lengte die kleiner is dan de lengte van een in regelmatig verband gerangschikte bestratingsteen. Met lengte wordt hiermee de grootste zijde bedoeld. In figuur 4 is de lengte van de opening 10,5 cm.
Ten minste een opvulsteen 8 wordt geplaatst in een opening 3, maar bijvoorkeur 5 worden in alle openingen 3 opvulstenen 8 geplaatst. De functie van de opvulstenen 8 is stabiliteit verschaffen aan een laag bestratingstenen 1 tijdens behandeling van een laag bestratingstenen, zoals opslag, transport, machinale plaatsing en andere handelingen. In ieder geval worden zoveel opvulstenen 8 in zoveel openingen 3 geplaatst zodat een stabiele laag bestratingstenen 1 gevormd kan worden. De koppelstenen sluiten twee lagen 10 bestratingstenen 1 op elkaar aan met behoud van het regelmatig verband.
Deze opvulstenen 8 worden bij voorkeur in dezelfde mal en productiecyclus gemaakt als de bestratingstenen, waarna zo’n laag wordt gefixeerd tot een geheel en op een transportmiddel, bijvoorbeeld een pallet wordt gelegd. Door het plaatsen van de opvulstenen 8 in de opening 3 en het hierna tot een geheel fixeren van een laag bestratingstenen 15 ontstaat een laag stenen die strak tegen elkaar aanliggen, waardoor het een stabiel geheel vormt.
De opvulstenen 8 hebben globaal een u-vorm. In figuur 4 is een alternatieve uitvoeringsvorm van de opvulstenen te zien, waarbij de uitneemopening 6b gedefinieerd wordt door de vorm van de opvulsteen en waarbij de uitneemopening 6b naar het midden 20 van een laag bestratingstenen 1 is georiënteerd.
Bij het stapelen van verschillende lagen bestratingstenen 1 krijgen alle lagen dezelfde oriëntatie. Hierdoor komen de openingen 3 van de verschillende lagen bestratingstenen 1 recht boven elkaar te liggen, waardoor ook de opvulstenen 8 en de uitneemopeningen 6b recht boven elkaar liggen. Doordat de uitneemopeningen 6b van 25 verschillende lagen 1 recht boven elkaar liggen, vormen deze met elkaar een doorlopende opening in de verschillende lagen bestratingstenen 1. In deze doorlopende opening kan een uitneemmiddel (niet zichtbaar) geplaatst worden. Door nu het uitneemmiddel naar de dichtstbijzijnde buitenrand 2 te trekken, worden de opvulstenen 8 in alle lagen bestratingstenen 1 uitgenomen uit een pakket bestratingstenen. Om te zorgen dat het 30 uitneemmiddel daadwerkelijk geschikt is voor het uitnemen van de opvulstenen 8 dient het uitneemmiddel lang en sterk genoeg te zijn om de hoogte van een pakket stenen te overbruggen en om voldoende kracht uit te oefenen over de hoogte van een pakket stenen. Als uitneemmiddel kan bijvoorbeeld gebruik gemaakt worden van een stootijzer, een stuk wapeningsstaal of een bezemsteel, of elk lang en sterk genoeg uitneemmiddel. Een 35 uitneemmiddel is geschikt indien de doorsnede van het uitneemmiddel in het vlak van de bestrating ten minste 0,5% is van de grootste dwarsdoorsnede van de te verwijderen opvulsteen in het vlak van de bestrating.
-15-
Een uitneemmiddel is bijvoorbeeld gemaakt van ijzer. Het uitneemmiddel heeft bijvoorbeeld een diameter van 14 mm, in het bijzonder 12 mm en meer in het bijzonder 10 mm. Dit komt overeen met een dwarsdoorsnede van respectievelijk 1,54 cm2, in het bijzonder 1,13 cm2 en meer in het bijzonder 0.79 cm2. Bij beton straatstenen in de in figuur 4 5 in regelmatig verband gerangschikte laag bestratingstenen bedraagt de grootst mogelijke grootste dwarsdoorsnede van een opvulsteen 10,5 cm x 10,5 cm = 110,25 cm2. Bijbehorende percentage van het uitneemmiddel wordt berekend door de dwarsdoorsnede van het uitneemmiddel te delen door de grootst mogelijke grootste dwarsdoorsnede van een opvulsteen waarvan de dwarsdoorsnede van het uitneemmiddel is afgetrokken. Deze 10 percentages bedragen respectievelijk 1,4%, in het bijzonder 1% en meer in het bijzonder 0,7%. Voor de in figuur 4 getoonde u-vormige opvulsteen bedraagt de grootste dwarsdoorsnede 48,5 cm2. Bijbehorende percentages van het uitneemmiddel bedragen respectievelijk 3,2%, in het bijzonder 2,3% en meer in het bijzonder 1,6%. De dwarsdoorsnede van het uitneemmiddel is kleiner dan de dwarsdoorsnede van de opening. 15 In een bijzonder uitvoeringsvorm is het uitneemmiddel een grijpend uitneemmiddel.
Het grijpend uitneemmiddel omvat drie langwerpige klemmiddelen die elk ontvangen worden in een verschillende uitneemopening van de opvulsteen 8. De langwerpige klemmiddelen omklemmen hierdoor de opvulsteen. Het grijpend uitneemmiddel omvat verder een scharnier en twee armen. Een eerste arm is scharnierbaar vast verbonden met een tweede 20 arm. De eerste arm is verbonden met twee langwerpige klemmiddelen. De tweede arm is verbonden met één langwerpig klemmiddel. Door de eerste arm te scharnieren ten opzicht van de tweede arm kan een opvulsteen worden omklemd en verplaatst. Bijvoorbeeld hebben de klemmiddelen een diameter van 10 mm, wat overeenkomt met een dwarsdoorsnede van het klemmiddel van 0,79 cm2. De dwarsdoorsnede van drie 25 klemmiddelen bedraagt dan 2,37 cm2. Bijbehorend percentage ten opzichte van een u-vormige opvulsteen is hiermee 4,9%.
In de alternatieve uitvoeringsvorm van figuur 4 is tevens te zien dat een of meer openingen 3 eventueel ook opgevuld kan of kunnen worden met halve stenen 5. Deze halve stenen 5 definiëren geen uitneemopening zoals bedoeld in de uitvinding.
30 In een alternatieve uitvoeringsvorm kan een laag bestratingstenen ook bestaan uit gebakken straatstenen, waarbij de hele stenen en opvulstenen door de fabriek aangeleverd worden, waarna deze stenen in een laag in verband gerangschikt worden en waarna deze laag wordt gefixeerd tot een geheel, waarbij een stabiele laag bestratingstenen ontstaat.
Figuur 5 toont een langwerpig uitneemmiddel 11 voor het uitnemen van opvulstenen 35 4 in een laag in regelmatig verband gerangschikte bestratingstenen 1. De bestratingstenen zijn betonstraatstenen (BSS) en hebben een lengte van 21,0 cm en breedte van 10,5 cm ten opzichte van een bestratingvlak. Het langwerpige uitneemmiddel 11 is lang en sterk en heeft -16- de vorm van bijvoorbeeld een stootijzer, wapeningsbeton of een bezemsteel. Figuur 5 toont drie lagen in regelmatig verband gerangschikte bestratingstenen 1. Elke laag bestratingstenen 1 is voorzien van een opening 3 voor het daarin opnemen van een opvulsteen 4. Bij het stapelen van de verschillende lagen bestratingstenen 1 zijn de lagen 5 bestratingstenen allen met eenzelfde oriëntatie gestapeld. Hierdoor liggen de openingen 3 van de verschillende lagen bestratingstenen 1 recht boven elkaar, waardoor de opvulstenen 4 en de uitneemopeningen 6 recht boven elkaar liggen. Doordat de uitneemopeningen 6 recht boven elkaar liggen, vormen deze met elkaar een doorlopende opening in de verschillende lagen bestratingstenen. De opening 3 voor het daarin plaatsen van een 10 opvulsteen 4 heeft een lengte die kleiner is dan de lengte van een in regelmatig verband gerangschikte bestratingsteen. Met lengte wordt hiermee de grootste zijde bedoeld. In figuur 5 is de lengte van de opening 10,5 cm. In figuur 5 is het langwerpige uitneemmiddel 11 doorlopend ontvangen in de doorlopende opening. De opvulstenen 4 hebben een driehoekige vorm en worden ook wel keperstenen 4 genoemd. Het langwerpige 15 uitneemmiddel 11 is geschikt indien de doorsnede van het langwerpige uitneemmiddel in het bestratingvlak ten minste 0,5% is van de grootste dwarsdoorsnede van de te verwijderen opvulsteen 4 in het bestratingvlak.
Een uitneemmiddel is bijvoorbeeld gemaakt van ijzer. Het uitneemmiddel heeft bijvoorbeeld een diameter van 14 mm, in het bijzonder 12 mm en meer in het bijzonder 10 20 mm. Dit komt overeen met een dwarsdoorsnede van respectievelijk 1,54 cm2, in het bijzonder 1,13 cm2 en meer in het bijzonder 0.79 cm2. Bij betonstraatstenen in de in figuur 5 in regelmatig verband gerangschikte laag bestratingstenen bedraagt de grootst mogelijke grootste dwarsdoorsnede van een opvulsteen 10,5 cm x 10,5 cm = 110,25 cm2. Bijbehorende percentage van het uitneemmiddel wordt berekend door de dwarsdoorsnede 25 van het uitneemmiddel te delen door de grootst mogelijke grootste dwarsdoorsnede van een opvulsteen waarvan de dwarsdoorsnede van het uitneemmiddel is afgetrokken. Deze percentages bedragen respectievelijk 1,4%, in het bijzonder 1% en meer in het bijzonder 0,7%. Voor de in figuur 5 getoonde kepersteen bedraagt de grootste dwarsdoorsnede 55,13 cm2. Bijbehorende percentages van het uitneemmiddel bedragen respectievelijk 2,8%, in het 30 bijzonder 2,0% en meer in het bijzonder 1,4%. De dwarsdoorsnede van het uitneemmiddel is kleiner dan de dwarsdoorsnede van de opening.
Figuur 6 toont een grijpend uitneemmiddel 12 voor het uitnemen van opvulstenen 8 in een laag in regelmatig verband gerangschikte bestratingstenen 1. De bestratingstenen zijn betonstraatstenen (BSS) en hebben een lengte van 21,0 cm en breedte van 10,5 cm ten 35 opzichte van een bestratingvlak. Figuur 6 toont drie lagen in regelmatig verband gerangschikte bestratingstenen 1. Elke laag bestratingstenen 1 is voorzien van een opening 3 voor het daarin opnemen van een opvulsteen 8. De opening 3 voor het daarin plaatsen -17- van een opvulsteen 8 heeft een lengte die kleiner is dan de lengte van een in regelmatig verband gerangschikte bestratingsteen. Met lengte wordt hiermee de grootste zijde bedoeld. In figuur 5 is de lengte van de opening 10,5 cm. Bij het stapelen van de verschillende lagen bestratingstenen 1 zijn de lagen bestratingstenen allen met eenzelfde oriëntatie gestapeld.
5 Hierdoor liggen de openingen 3 van de verschillende lagen bestratingstenen 1 recht boven elkaar. De opvulsteen definieert drie uitneemopeningen 6c, 6d, 6e. De opvulstenen 8 en de uitneemopeningen 6 liggen recht boven elkaar liggen. Doordat de uitneemopeningen 6c, 6d, 6e recht boven elkaar liggen, vormen deze met elkaar een doorlopende opening in de verschillende lagen bestratingstenen 1. Het grijpend uitneemmiddel 12 omvat drie 10 langwerpige klemmiddelen 13a, 13b, 13c die elk ontvangen worden in een verschillende uitneemopening 6c, 6d, 6e van de opvulsteen 8. De langwerpige klemmiddelen 13a, 13b, 13c omklemmen hierdoor de opvulsteen 8. Het grijpend uitneemmiddel 12 omvat verder een scharnier 14 en twee armen 15, 16. Een eerste arm 15 is scharnierbaar vast verbonden met een tweede arm 16 door middel van het scharnier 14. De eerste arm 15 is verbonden met 15 twee langwerpige klemmiddelen 13a, 13c. De tweede arm 16 is verbonden met één langwerpig klemmiddel 13b. Door de eerste arm 15 te scharnieren ten opzicht van de tweede arm 16 kan een opvulsteen 8 worden omklemd. De opvulstenen 8 hebben drie uitneemopeningen 16c, 16d, 16e en worden ook wel u-vormige stenen 8 genoemd. De u-vormige opvulsteen 8 heeft een grootste dwarsdoorsnede parallel ten opzichte van het 20 bestratingvlak van 48,5 cm2. De klemmiddelen 13a, 13b, 13c hebben bijvoorbeeld een diameter van 10 mm, wat overeenkomt met een dwarsdoorsnede van het klemmiddel van 0,79 cm2. De dwarsdoorsnede van drie klemmiddelen bedraagt dan 2,37 cm2. Bijbehorend percentage ten opzichte van de u-vormige opvulsteen 8 is hiermee 4,9%. De dwarsdoorsnede van het uitneemmiddel is kleiner dan de dwarsdoorsnede van de opening. 25 Figuur 7 toont opvulstenen 104 in visgraatverband met een rand van de bestrating.
De opvulstenen zijn hier randstenen en zijn van het rechthoekig en schuin afgesneden type. Naast de getoonde uitvoeringsvormen zijn vele varianten mogelijk. Bijvoorbeeld een variant geschikt voor uitneemmiddelen die gemaakt zijn van andere materialen, zoals hout en kunststof. Ook zijn varianten in de afmetingen van de bestratingstenen mogelijk. Daarbij zijn 30 varianten mogelijk waarbij de bestratingstenen gemaakt zijn van beton, kunststof, steen of andere materialen.

Claims (15)

  1. 2. Een pakket bestratingstenen volgens conclusie 1, waarbij elk van de meerdere op elkaar gelegen lagen bestratingstenen ten minste een opening met daarin een opvulsteen omvat, waarbij de respectieve opvulstenen zich boven elkaar bevinden.
  2. 3. Een pakket bestratingstenen volgens conclusie 2, waarbij de zich boven elkaar 25 bevindende opvulstenen zodanig zijn gerangschikt dat de respectieve uitneemopeningen een doorlopende opening vormen.
  3. 4. Een pakket bestratingstenen volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij de opvulstenen keperstenen omvatten. 30
  4. 5. Een pakket bestratingstenen volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij de laag bestratingstenen meerdere openingen in de buitenrand van de laag bestratingstenen omvat om tijdens het bestraten een koppelsteen in aan te brengen om de laag bestratingstenen aan te sluiten op een aansluitende laag 35 bestratingstenen, waarbij de meerdere openingen een lengte hebben die kleiner zijn - 19- dan de lengte van een in regelmatig verband gerangschikte bestratingsteen en waarbij in elke opening een opvulsteen voorzien is.
  5. 6. Een pakket bestratingstenen volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij de 5 opvulsteen vullend plaatsbaar is in een opening tussen een laag bestratingstenen en een rand van de bestrating.
  6. 7. Een pakket bestratingstenen volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij een parallel aan het bestratingvlak gelegen dwarsdoorsnede van de opvulsteen ten 10 minste 35% is van een parallel aan het bestratingvlak gelegen dwarsdoorsnede van de ten minste ene opening.
  7. 8. Een pakket bestratingstenen volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij de bestratingstenen en de opvulsteen van eenzelfde basismateriaal zijn. 15
  8. 9. Een werkwijze voor het gebruik van een pakket bestratingstenen volgens de conclusies 1-7, omvattende de volgende stappen: - het plaatsen van het uitneemmiddel in de uitneemopening, - het verwijderen van de opvulstenen uit de ten minste ene opening, 20. het plaatsen van een laag bestratingstenen op een ondergrond, - het voorzien van een koppelsteen in een opening tussen lagen op elkaar aangesloten bestratingstenen.
  9. 10. Een werkwijze voor het gebruik van een laag bestratingstenen volgens conclusie 8 , 25 omvattende de stap: - het gebruik van ten minste een deel van de opvulstenen in de bestrating
  10. 11. Een werkwijze voor het gebruik van een laag bestratingstenen volgens een van de conclusies 8-9, omvattende de stap van het voorzien van een randsteen in een 30 opening tussen een laag bestratingstenen en een rand van de bestrating, waarbij de randsteen een opvulsteen is.
  11. 12. Een werkwijze voor het gebruik van een laag bestratingstenen volgens een van de conclusies 8-9, waarbij elke randsteen een opvulsteen is. 35
  12. 13. Een werkwijze volgens een van de conclusies 8-11, waarbij het uitneemmiddel geplaatst in de uitneemopening een grootste parallel aan het bestratingvlak gelegen -20- dwarsdoorsnede van het ontvangen deel heeft van ten minste 0,5% van een grootste parallel aan het bestratingvlak gelegen dwarsdoorsnede van de opvulsteen.
  13. 14. Een werkwijze voor het vervaardigen van een pakket bestratingstenen omvattende 5 de volgende stappen: - het verschaffen van een mal, - het verschaffen van basismateriaal voor bestratingstenen, - het vormen van een laag in regelmatig verband gerangschikte bestratingstenen in de mal met het basismateriaal, waarbij de laag 10 bestratingstenen zich uitstrekt in een bestratingvlak, waarbij in een buitenrand van een laag bestratingstenen ten minste een opening is voorzien om tijdens het bestraten een koppelsteen in aan te brengen om de laag bestratingstenen te koppelen aan een aansluitende laag bestratingstenen, waarbij de ten minste ene opening een lengte heeft die kleiner is dan de 15 lengte van een in regelmatig verband gerangschikte bestratingsteen, - het voorzien van opvulmiddelen in de ten minste ene opening om stabiliteit te verschaffen aan de laag bestratingstenen tijdens behandeling ervan, en - het fixeren van de bestratingstenen tot een pakket bestratingstenen, waarbij de opvulmiddelen ten minste een losneembare opvulsteen omvatten, welke een 20 uitneemopening definieert voor het daarin ontvangen van een uitneemmiddel, waarbij een grootste parallel aan het bestratingvlak gelegen dwarsdoorsnede van het ontvangen deel van het uitneemmiddel ten minste 0,5% is van een parallel aan het bestratingvlak gelegen dwarsdoorsnede van de opvulsteen.
  14. 15. Een werkwijze volgens conclusie 13, waarbij het basismateriaal vloeibaar beton is.
  15. 16. Een werkwijze volgens een van de conclusies 13-14, waarbij de opvulsteen meegevormd wordt in de mal.
NL2002349A 2007-12-21 2008-12-19 Een pakket bestratingstenen geschikt voor machinaal bestraten. NL2002349C2 (nl)

Priority Applications (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL2002349A NL2002349C2 (nl) 2007-12-21 2008-12-19 Een pakket bestratingstenen geschikt voor machinaal bestraten.

Applications Claiming Priority (4)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL2001116 2007-12-21
NL2001116A NL2001116C2 (nl) 2007-12-21 2007-12-21 Een pakket bestratingstenen geschikt voor machinaal bestraten.
NL2002349 2008-12-19
NL2002349A NL2002349C2 (nl) 2007-12-21 2008-12-19 Een pakket bestratingstenen geschikt voor machinaal bestraten.

Publications (2)

Publication Number Publication Date
NL2002349A1 NL2002349A1 (nl) 2009-06-23
NL2002349C2 true NL2002349C2 (nl) 2009-08-20

Family

ID=39598435

Family Applications (2)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL2001116A NL2001116C2 (nl) 2007-12-21 2007-12-21 Een pakket bestratingstenen geschikt voor machinaal bestraten.
NL2002349A NL2002349C2 (nl) 2007-12-21 2008-12-19 Een pakket bestratingstenen geschikt voor machinaal bestraten.

Family Applications Before (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL2001116A NL2001116C2 (nl) 2007-12-21 2007-12-21 Een pakket bestratingstenen geschikt voor machinaal bestraten.

Country Status (2)

Country Link
BE (1) BE1018619A3 (nl)
NL (2) NL2001116C2 (nl)

Citations (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE8516904U1 (de) * 1985-06-10 1985-07-25 Glöde, Horst, 4730 Ahlen Pflaster-Verlegemaschine
NL9200735A (nl) * 1992-04-22 1993-11-16 Struyk Holding B V Betonstenenpakket en werkwijze voor de vervaardiging van een laag betonstenen geschikt voor mechanisch bestraten.

Family Cites Families (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
CH585818A5 (nl) * 1972-10-20 1977-03-15 Jordan Reinhard
DE2452475C2 (de) * 1972-12-05 1982-09-30 Dr. Barth Gmbh, 7500 Karlsruhe Belagplatte aus durch brechbare Stege miteinander verbundenen Plattenteilen, vorzugsweise für Verkehrsflächen
GB2404674A (en) * 2003-08-08 2005-02-09 Tarmac Concrete Products Ltd Compound paving elements that simplify lifting and installation

Patent Citations (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE8516904U1 (de) * 1985-06-10 1985-07-25 Glöde, Horst, 4730 Ahlen Pflaster-Verlegemaschine
NL9200735A (nl) * 1992-04-22 1993-11-16 Struyk Holding B V Betonstenenpakket en werkwijze voor de vervaardiging van een laag betonstenen geschikt voor mechanisch bestraten.

Also Published As

Publication number Publication date
BE1018619A3 (nl) 2011-05-03
NL2002349A1 (nl) 2009-06-23
NL2001116C2 (nl) 2009-06-23

Similar Documents

Publication Publication Date Title
AU2018261369B2 (en) Concrete slab load transfer and connection apparatus
NL2000945C2 (nl) Stenenlegger.
NL2002349C2 (nl) Een pakket bestratingstenen geschikt voor machinaal bestraten.
CN101228320B (zh) 铺路石、用铺路石铺设路面的方法及生产铺路石的方法
US7950276B1 (en) System and method of forming vehicle test road by joining pre-fabricated pavement modules
NL1038468C2 (nl) Werkwijze en samenstel voor herbestraten.
US8535592B2 (en) Concrete forms
NL1019992C2 (nl) Geprefabriceerd constructie-element voor toepassing in een busperron, vluchtheuvel, verkeersgeleider of dergelijke.
BE1011014A0 (nl) Balkbodem, werkwijze voor het vervaardigen daarvan en voor het daarmee vervaardigen van een balk.
NL1023825C2 (nl) Mozaïek element met onzichtbare overgang.
NL2019588B1 (nl) Blokvormige straatsteen
NL193667C (nl) Werkwijze voor het mechanisch leggen van stenen in keperverband.
NL2002592C2 (nl) Een pakket bestratingsstenen geschikt voor machinaal bestraten.
NL2000794C2 (nl) Vloerelement.
BE1024368B1 (nl) Werkwijze en inrichting voor het vervaardigen van prefab betonwelfsels middels verbeterde afstandshouders
BE1029851B1 (nl) Werkwijze en tafel voor vervaardiging van een betonwelfsel
NL2007556C2 (nl) Geprefabriceerd vloerelement.
NL1016098C2 (nl) Werkwijze voor het vervaardigen van een asfaltwegdek alsmede asfaltplaat.
NL9200735A (nl) Betonstenenpakket en werkwijze voor de vervaardiging van een laag betonstenen geschikt voor mechanisch bestraten.
NL1029648C2 (nl) Betonplaat.
NL1038840C2 (nl) Samenstel van een filterdoek en een groep elementen voor een bekleding.
NL1030451C2 (nl) Afstandhouder in het bijzonder voor toepassing bij betonconstructies.
NL1021086C2 (nl) Werkwijze voor het vormen van een straatwerk, werkwijze voor het vormen van een bestrating, straatwerk, bestrating, alsmede gebruik van straatwerken voor het vormen van een bestrating.
NL1038274C2 (nl) Inrichting voor het machinaal schoonmaken van de stootvoegen van trottoirtegels en andere tegels voor het bestraten of herbestraten van trottoirs of andere locaties waar tegels als verharding worden gelegd.
NL1038370C2 (nl) Afstandshouder voor een blokvormige steen en een werkwijze voor het met blokvormige stenen bedekken van een ondergrond.

Legal Events

Date Code Title Description
AD1B A search report has been drawn up
PD2B A search report has been drawn up
V1 Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 20120701