NL9200735A - Betonstenenpakket en werkwijze voor de vervaardiging van een laag betonstenen geschikt voor mechanisch bestraten. - Google Patents

Description

Titel: Betonstenenpakket en werkwijze voor de vervaardiging van een laag betonstenen geschikt voor mechanisch bestraten.

De uitvinding heeft in eerste instantie betrekking op een betonstenenpakket omvattende een aantal lagen in verband aangebrachte betonstenen, welke lagen geschikt zijn voor mechanisch bestraten. Een dergelijk uit bijvoorbeeld tien lagen opgebouwd pakket wordt gewoonlijk op een pallet naar een van een nieuwe bestrating te voorziene weg getransporteerd. Het pakket wordt omsnoerd en om te voorkomen dat stenen uit het pakket vallen worden vrije ruimtes aan de buitenrand van het pakket opgevuld met halve stenen en met zich over de hoogte van het pakket uitstrekkende palen. Het aanbrengen van deze halve stenen en palen en het verwijderen ervan op het werk kost tijd en geld.

Met de uitvinding wordt beoogd deze nadelen te vermijden en een in de aanhef aangeduid beton stenenpakket te verschaffen dat zonder of minder extra hulpmiddelen zoals halve stenen, voldoende stabiel is om te verhinderen dat stenen van een laag worden verplaatst of uit de laag vallen.

Volgens de uitvinding is het in de aanhef aangeduide beton stenenpakket hiertoe gekenmerkt doordat ten minste een beperkt aantal van aan de rand van elke laag aanwezige stenen door een zich over een deel van de dikte van de stenen uitstrekkende, bij aftrillen breekbare schijnvoeg met een aangrenzende steen is verbonden.

Door toepassing van de uitvinding kan de bestrater sneller werker en heeft deze, afgezien van de pallets om de stenenpakketten te verplaatsen, geen hulpmaterialen nodig op het werk.

De uitvinding betreft ook een laag beton stenen en een werkwijze voor de vervaardiging van zo een laag. Bekend is om betonspecie te storten in door een mal op een plank begrensde ruimtes en van de gestorte specie te verdichten door middel van stempelplaten. Ter plaatse van een aan te brengen schijnvoeg sluiten twee stempelplaten met hun ondervlak naadloos op elkaar aan en ter plaatse van die aansluiting is een naar beneden uitstekende strip aangebracht die bij het in de specie drukken van de stempelplaten een spleet vormt die zich slechts over een gedeelte van de dikte van de specie uitstrekt. Aldus wordt de schijnvoeg gevormd. De stempeleenheid wijkt dus af van de gebruikelijke stempeleenheid terwijl ook de mal iets zal afwijken van de gebruikelijke mal.

De uitvinding zal nu nader worden toegelicht aan de hand van de figuren.

Figuur 1 toont een bovenaanzicht van een pakket bestaande uit lagen in verband vervaardigde betonstenen waarbij palen worden toegepast om de stenen in het pakket op hun plaats te houden.

Figuur 2 toont een bovenaanzicht van een pakket bestaande uit lagen in verband gefabriceerde betonstenen waarbij geen palen nodig zijn om de stenen in het pakket op hun plaats te houden.

Figuur 3 toont een perspectivisch aanzicht op de onderzijde van een gedeelte van een stempeleenheid welk gedeelte geschikt is om een schijnvoeg tussen twee stenen te maken.

Figuur 4 toont een doorsnede door betonstenen die door een schijnvoeg met elkaar zijn verbonden.

Het betonstenenpakket volgens figuur 1 omvat een aantal op elkaar gestapelde identieke lagen stenen die in verband (bijvoorbeeld een keperverband of een eleboogverband) zijn vervaardigd. Het pakket wordt in omsnoerde toestand op een pallet vervoerd. Op drie plaatsen zijn stenen (die voor de duidelijkheid van stippeltjes zijn voorzien) door een schijnvoeg 1 met elkaar verbonden. De overige stenen zijn los van elkaar. In een aantal open ruimtes aan de zijranden van het pakket zijn palen 2 aangebracht die het pakket stabiel maken. Indien er geen door een schijnvoeg 1 verbonden stenen zouden zijn, zouden de met 3 aangegeven ruimtes met halve stenen gevuld moeten zijn.

In figuur 2 zijn zes paar stenen door schijnvoegen 1 met elkaar verbonden. Indien nodig kunnen ook de met la aangegeven (met streeppuntlijnen getekende) scheidingslijnen als schijnvoegen zijn uitgevoerd. Een uit lagen volgens figuur 2 samengesteld pakket is zonder toepassing van palen 2 en halve stenen stabiel.

Figuur 4 laat zien hoe een schijnvoeg 1 is uitgevoerd: twee stenen, die aan elkaar grenzen, zijn slechts over het onderste deel van hun hoogte met elkaar verbonden. Boven die verbindingsplaats is een spleet 4 aanwezig die zich aan de bovenzijde door twee schuine facetranden 5 verwijd. De spleet 4 is bijvoorbeeld 16 mm hoog en de breedte ervan bedraagt bijvoorbeeld 2 mm.

Door een beperkt aantal stenen aan de buitenzijde van een pakket door een schijnvoeg paarsgewijs met elkaar te verbinden kunnen in elk geval de halve stenen in de ruimtes 3 worden weggelaten en door nog meer schijnvoegen aan te brengen in de steenlagen kan ook van de palen 2 worden afgezien.

De steenlagen van een pakket worden op een plank gemaakt die in op zichzelf bekende wijze in de machine wordt geschoven. Op de plank wordt een mal geplaatst bestaande uit loodrecht op elkaar staande wandjes die ruimtes begrenzen waarin betonspecie kan worden gestort. Na het storten van de specie wordt door middel van een stempeleenheid, die met trilmotoren is verbonden, het beton in de mal verdicht. De stempeleenheid en de mal worden achtereenvolgens omhoog bewogen en de plank wordt uit de machine geschoven. De stenen hebben circa 24 uur hardingstijd nodig om, zonder kans op beschadiging, van de plank te kunnen worden genomen.

De stempeleenheid bestaat gewoonlijk aan de onderzijde uit een met het aantal te vormen stenen overeenkomend aantal afzonderlijke stempeldelen, die elk in een maldeel passen. In figuur 3 is een stempeldeel van zodanig afwijkende vorm weergegeven dat twee beton stenen met tussenliggende schijnvoeg kunnen worden verdicht. Het stempeldeel omvat twee rechthoekige platen 6 en 7 met facetranden 8. De platen 6 en 7 zijn met elkaar verbonden en op de verbindingsplaats is een naar beneden uitstekende strip 9 aangebracht die een spleet 4 kan vormen boven een schijnvoeg 1.

Elk stempeldeel is bijvoorbeeld via een stang 10 verbonden met een door een niet weergegeven trilmotor te trillen eenheid. De langsrichting van de strip 9 komt bij voorkeur overeen met de verplaatsingsrichting van de plank in en uit de machine waarin betonspecie in de mal wordt gestort en verdicht.

Bij mechanisch bestraten wordt een laag beton stenen door een van zuignappen voorzien oppakdeel of een mechanische klem opgepakt en op een te bestraten ondergrond gelegd. Bij het gebruikelijke aftrillen zullen de schijnvoegen 1 breken.

Claims (3)

1. Betonstenenpakket omvattende een aantal lagen in verband aangebrachte betonstenen, welke lagen geschikt zijn voor mechanisch bestraten, met het kenmerk, dat ten minste een beperkt aantal van aan de rand van elke laag aanwezige stenen door een zich over een deel van de dikte van de stenen uitstrekkende, bij aftrillen breekbare schijnvoeg (1) met een aangrenzende steen is verbonden.

2. Voor mechanisch bestraten bestemde laag betonstenen, met het kenmerk, dat tenminste een beperkt aantal van aan de rand van de laag aanwezige stenen door een zich over een deel van de dikte van de stenen uitstrekkende, bij aftrillen breekbare schijnvoeg met een aangrenzende steen is verbonden.

3- Werkwijze voor de vervaardiging van een laag betonstenen volgens conclusie 2, omvattende het storten van betonspecie in door een mal op een plank begrensde ruimtes en het verdichten van de gestorte specie door een stempeleenheid, met het kenmerk, dat ter plaatse van een aan te brengen schijnvoeg twee stempelplaten met hun ondervlak naadloos op elkaar aansluiten en ter plaatse van die aansluiting een naar beneden uitstekende strip is aangebracht die bij het in de specie drukken van de stempelplaten een spleet vormt die zich slechts over een gedeelte van de dikte van de specie uitstrekt.