NL8701500A - Werkwijze voor het vervaardigen van een door heipalen ondersteunde fundering. - Google Patents

Description

-1- 26571/cv/tl

Korte Aanduiding: Werkwijze voor het vervaardigen van een door heipalen ondersteunde fundering.

De uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor het vervaardigen 5 van een door heipalen ondersteunde fundering,welke tenminste twee VQorgefrabriceerde funderingsbalken omvat, die beiden door eenzelfde heipaal moeten worden ondersteund.

Het is bekend om voor het vervaardigen van een dergelijke fundering de ter plaatse van een heipaal op te stellen delen van de 10 funderingsbalken te voorzien van uitstekende neuzen of lippen en/of uitsparingen,zodanig,dat de ter hoogte van de heipaal gelegen delen van de funderingsbalk zich op elkaar kunnen afsteunen. Dit leidt echter tot een dure uitvoering van de funderingsbalken,terwijl ook het in de juiste stand op elkaar plaatsen van de funderingsbalken in het werk 15 moeilijkheden met zich mee kan brengen.

Ook is het wel voorgesteld om aan de kop van de heipaal een ondersteuningsconstructie aan te gieten,maar ook dit is een tijdrovend en duur werk.

Met de uitvinding wordt beoogd een werkwijze van de boven aangege-20 ven soort te verkrijgen,waarbij de aan de tot nu toe toegepaste werkwijzen klevende nadelen kunnen worden vermeden.

Volgens de uitvinding kan dit worden bereikt doordat men op de aan zijn bovenzijde vlak afgewerkte heipaal een voorgefabriceerde betonnen plaat plaatst,en de ter hoogte van de heipalen op. te stellen delen 25 van de beide te ondersteunen funderingsbalken naast elkaar liggend op de plaat worden geplaatst.

Door toepassing van de werkwijze volgens de uitvinding kan de voorgefabriceerde betonnen plaat snel en op eenvoudige wijze bovenop de kop van de paal worden geplaatst,waarna op de plaat de desbetreffende 30 delen van de funderingsbalken naast elkaar kunnen worden geplaatst,zodat de nabij elkaar gelegen delen van de funderingsbalken niet een speciale vormgeving behoeven te hebben om op elkaar te. kunnen worden gelegd.

Zo kan onder gebruikmaking van voorgefabriceerde onderdelen een snelle en eenvoudige opbouw van de fundering worden gerealiseerd. Het gewicht 35 van de funderingsbalken en uiteindelijk door deze funderingsbalken ondersteunde delen zal daarbij op effectieve wijze via de voorgefabriceerde 8701500

, -2- 26571/CV/tL

4 betonplaat op de desbetreffende heipaal worden overgebracht.

De uitvinding zal hieronder nader worden uiteengezet aan de hand van enige in bijgaande figuren weergegeven mogelijke uitvoeringsvormen van de constructie volgens de uitvinding.

5 Fig. 1 toont verschillende fasen in de opbouw van een fundering vol- qens de uitvinding.

Fig. 2 toont een bovenaanzicht op een betonnen plaat.

Fig. 3 toont een zijaanzicht op fig. 2.

Fig. 4 toont een zijaanzicht op een tweede uitvoeringsvoorbeeld 10 van een betonnen plaat volgens de uitvinding.

Fig. 5 toont een zijaanzicht op een derde uitvoeringsvoorbeeld van een betonnen plaat volgens de uitvinding.

Fig. 6 toont een bovenaanzicht op een deel van fig.4 ,gezien volgens de lijn VI- VI in fig. 5.

15 Fig. 7 toont een ondersteuning van de uiteinden van een drietal funderingsbalken op een betonnen plaat.

Fig. 8 toont een zijaanzicht op fig. 7.

Fig. 9 toont een tweede uitvoeringsvoorbeeld van de ondersteuning van een drietal funderingsbalken op een betonnen plaat.

20 Fig.10 toont een zijaanzicht op fig. 9.

Fig. 11 toont een verder uitvoeringsvorbeeld van de ondersteuning van de uiteinden van een drietal funderingsbalken op een betonnen plaat.

Fig. 12 toont een uitvoeringsvoorbeeld van de ondersteuning van een tweetal funderingsbalken op een betonnen plaat.

25 Zoals in fig.1a is weergegeven worden voor het opbouwen van de gewenste fundering eerst het gewenste aantal heipalen 1 in de grond ingébracht zodanig,dat op gebruikelijke wijze de boveneinden van de heipalen boven de grond uitsteken. Daarna wordt het de boveneinden van de heipalen 1 vormende betongedeelte op eveneens gebruikelijke wijze verwijderd, 30 zodanig,dat de bovenste, bijvoorbeeld door het inheien beschadigde en /of vervuilde gedeelten van de betonnen heipalen worden verwijderd en de boven de grond uitstekende uiteinden zich tot op de gewenste hoogte uitstrekken(Fig. 16)

Daarbij worden die palen,waarop men zoals hieronder nader zal 35 worden beschreven een voorgefabriceerde betonplaat wilt aanbrengen,verder ingekort dan de overige palen.

Vervolgens worden in de heipalen verticale gaten geboord^ waarin men 8701500 -3-- 26571/CV/tl ft zich althans nagenoeg loodrecht omhoog uitstrekkende verbindingsstangen 2 steekt zodanig ,dat de boveneinden van deze stangen boven de uiteinden van de palen uitsteken. Daarbij worden de stangen met behulp van een geschikt hechtmiddel in de in de heipalen aangebrachte gaten vastge-5 lijmd.

Die heipalen,waarop ,zoals hieronder nog zal worden beschreven,een betonnen plaat wordt aangebracht,worden aan hun boveneinden vlak afgewerkt door het bijvoorbeeld onder gebruikmaking van een geschikte mal daarop aanbrengen van een afdeklaag 3 uit krimpvrije mortel, een en 10 ander zodanig,dat de op de desbetreffende heipalen aangebrachte afdeklagen met hun bovenvlakken allen in een horizontaal vlak zullen zijn gelegen (Fig. 1c).

Vervolgens kunnen op de van afdeklagen voorziene palen 3 betonplaten worden aangebracht ,zoals weergegeven in fig.ld. Dergelijke 15 voorgefabriceerde en in het algemeen gewapende betonplaten 4 hebben, zoals in het bijzonder uit fig.2 en 3 blijkt in het algemeen bij voorkeur een rechthoekige of vierkante vorm. Daarbij is iedere betonplaat voorzien van een doorlopend gat 5,zodat de betonplaat over de in de desbetreffende paal opgenomen stang 2 kan worden geschoven. Bij voorkeur is 20 het gat 5 uit het midden aangebracht,zodat onder het kleinhouden van de afmeting van de desbetreffende betonplaat 4 deze toch althans aan een zijde buiten een de plaat 4 ondersteunende heipaal kan uitsteken,zoals weergegeven in de fig. 1d en Ie. Uiteraard zullen de lengte en de breedte van de plaat 4 alsmede de ligging van het gat 5 afhankelijk van de maten 25 van de funderingsbalken en de opstelling van de te ondersteunen funderings-balken optimaal kunnen worden bepaald.

Nadat zo op de desbetreffende heipalen 3 de betonplaten 4 zijn geplaatst kan op deze betonplaten een voorgefabriceerde funderingsbalk 6 worden gelegd, zoals weergegeven in fig.1e. Hoewel aanvankelijk bij 30 het aanbrengen van de betonplaten deze zich onder de invloed van hun eigen en ten gevolge van de excentrische ligging van het gat 5 enigszins scheef kunnen instellen,zoals weergegeven in fig.1d,zullen deze platen automatisch hun in fig.T e weergegeven horizontale stand innemen bij het aanbrengen van de funderingsbalk 6,welke bij het in fig.1e weergegeven uit-35 voeringsvoorbeeld met zijn beide uiteinden op een betonplaat 4 rust en zich tussen zijn uiteinden over een verdere heipaal uitstrekt. Voor het opnemen van de boven de heipalen 1 uitstekende einden van de staven 2 zijn gaten? in de funderingsbalk aangebracht,die de staven 2 met ruime speling kunnen opne- 8701500

-4- 26571/CV/tI

if men, om toleranties, die bij het inheien van de palen en het aanbrengen van de staven 2 toelaatbaar geacht worden, op te kunnen nemen.

Zoals in het bijzonder uit fig.le duidelijk zal zijn,worden die heipalen 1,die niet van een betonplaat worden voorzien,zodanig afgekort, 5 dat er bij het aanbrengen van een zich over een desbetreffende heipaal uitstrekkende funderingsbalk een zekere vrij ruimte 8 aanwezig is tussen de onderzijde van de funderingsbalk en de bovenzijde van de desbetreffende heipaal 1.

Na het zo aanbrengen van de funderingsbalk worden de gaten 7 en 10 ook de tussenruimte 8 met een krimpvrije mortel of dergelijke volgestort.

In het in fig.1 weergegeven uitvoeringsvoorbeeld wordt een betonbalk 6 slechts aan zijn uiteinden door voorgefabriceerde betonplaten ondersteund en nabij zijn midden nog door een verdere heipaal. Het zal 15 echter duidelijk zijn,dat een funderingsbalk ook kan worden ondersteund door meer dan twee met een betonplaat uitgeruste heipalen en/of meerdere niet van dergelijke betonplaten voorzien heipalen.

Zoals verder in fig.1 is weergegeven kan door een betonplaat 4 naast het uiteinde van een funderingsbalk 6 nog een daarnaast liggend 20 deel van een verdere funderingsbalk 9 worden ondersteund.

In de fig.7- 12 zijn verschillende raogelijke opstellingen van door een betonplaat ondersteunde funderingsbalken weergegeven .

Zo tonen de fig.7 en 8 een uitvoeringsvorm ,waarbij de uiteinden van een drietal funderingsbalken 11- 13 op een door een heipaal 1 onder-25 steunde betonplaat 4 worden ondersteund. Daarbij ligt het uiteinde van de funderingsbalk 11 tussen de naar elkaar toegekeerde uiteinden van de funderingsbalken 12 en 13.

Fig. 9 en 10 tonen een uitvoeringsvorm ,waarbij een doorlopende hoofdfunderingsbalk 14 wordt ondersteund door een betonplaat 4 alsmede 30 de uiteinden van een tweetal zich loodrecht op deze hoofdfunderingsbalk 14 uitstrekkende funderingsbalken 15 en 16.

Fig. 11 toont de ondersteuning van een drietal funderingsbalken door een plaat 4, waarbij een tweetal in eikaars verlengde liggende funderingsbalken 17 en 18 met hun op de plaat 4 rustende uiteinden 35 tegen elkaar aanliggen,terwijl het uiteinde van de derde funderingsbalk 19 ter hoogte van de tegen elkaar aanliggende uiteinden van de funde- 8701500 to -5- 26571/CV/tl ringsbalken 17 en 18 op de betonplaat 4 is gelegd.

Fig. 12 toont nog een uitvoeringsvorm,waarbij door de plaat 4 een doorlopende hoofdfunderingsbalk 20 wordt ondersteund alsmede het uiteinde van een zich loodrecht op deze hoofdfunderingsbalk 20 uitstrekkende 5 funderingsbalk 21.

Uit bovenstaande voorbeelden zal het duidelijk zijn,dat onder toepassing van de boven omschreven voorgefabriceerde betonplaten en funderingsbalken alle gebruikelijke funderingen op snelle en eenvoudige wijzen kunnen worden opgebouwd.

10 De boven omschreven werkwijze staat het toe dat de betonplaat 4 koud,zonder tussenvoeging van kit of lijm of dergelijke op het boveneinde van een heipaal wordt gelegd.

Zoals nu is weergegeven in fig.4 kan het daarbij gewenst zijn om het ondereinde van het in de betonplaat 4 aangebrachte gat 5' voor het 15 doorvoeren van een staaf 2 een grotere diameter te geven dan het overige gedeelte van dit gat 5·. Hierdoor zal bij het volstorten van dit gat 51 met mortel of dergelijke een brede beschermkraag worden gevormd om de staaf 2 ter hoogte van het scheidingsvlak tussen de betonplaat 4 en het bovenvlak van de heipaal 1. Hierdoor wordt een goede bescherming van de 20 metalen staaf 2 tegen eventueel tussen de onderzijde van de plaat 4 en de bovenzijde van de heipaal dringend vocht verkregen.

Een bijzonder gunstige uitvoeringsvorm van het in de betonplaat 4 aangebrachte gat is echter weergegeven in de fig.5 en 6. Hierbij wordt gebruik gemaakt van een vanaf de bovenzijde van de plaat 4 naar beneden 25 taps toelopend gat 22 dat nabij zijn ondereinde overgaat in een rond gat 23,bij voorkeur met een doorsnede groter dan de grootste doorsnede van het taps toelopende gat 22. Zoals verder uit de fig.5 en 6 blijkt is daarbij het taps verlopende gat 22 zodanig in de voorgefabriceerde plaat 4 aangebracht,dat een zich in de lengterichting van dit gat uitstrekkende 30 begrenzingslijn van het gat zich loodrecht op het boven en ondervlak van het blok 4 uitstrekt.

Indien men een met een dergelijk gat uitgeruste plaat op een van een zich omhoog uitstrekkende staaf 2 voorziene heipaal 1 plaatst zal de plaat onder invloed van zijn eigen gewicht steeds geniegd zijn om een 35 stand in te nemen,waarin de staaf aanligt tegen de wand van het gat 22 langs een begrenzingslijn,die in een vlak is gelegen met de bovengenoemde 8701500 -6- 26571/CV/tl zich loodrecht op de boven -en ondervlakken van het blok uitstrekkende begrenzingslijn van het gat en de hartlijn van het gat. Het zal duidelijk zijn,dat door een juiste keuze van de opstelling van het gat in de plaat kan worden bewerkstelligd dat de plaat 4 bij het plaatsen van de plaat 4 5 op de desbetreffende heipaal automatisch de gewenste juiste stand ten opzichte van de heipaal inneemt,hetgeen bijdraagt tot een snelle aanbrenging van de platen 4 op de desbetreffende heipalen 1.

8701500

Claims (7)

1. Werkwijze voor het vervaardigen van een door heipalen ondersteunde fundering,welke tenminste twee voorgefabriceerde funderings-balken omvat, die beiden door eenzelfde heipaal moeten woi— den ondersteund, met het kenmerk, dat men op een aan zijn boven- 5 zijde vlak afgewerkte heipaal een voorgefabriceerde betonnen plaat plaatst, en de ter hoogte van de heipaal op te stellen delen van de beide te ondersteunen funderingsbalken naast elkaar liggend op de plaat worden geplaatst.

2. Werkwijge volgens conclusie 1,met het kenmerk,dat men die beton- 10 palen,die van een betonnen plaat moeten worden voorzien ter ondersteuning van de funderingsbalken na het heien tot op een lager niveau afkort dan de overige voor het ondersteunen van funderingsbalken bestemde palen.

3. Werkwijze volgens een der voorgaande conclusies,met het kenmerk, dat men na het op de gewenste hoogte afkorten van de heipalen in de hei- 15 palen zich omhoog uitstrekkende en boven de heipalen uitstekende staven aanbrengt waarover de voorgefabriceerde platen en/of de funderingsbalken worden geschoven zodanig dat de staven in daartoe in de betonplaten en /of funderingsbalken aangebrachte gaten komen te liggen,waarna deze gaten met mortel of dergelijke worden volgestort.

3 CONCLUSIES -7- 26571/CV/tl

4. Betonplaat kennelijk bestemd om te worden toegepast bij een werkwijze volgens een der voorgaande conclusies,met het kenmerk,dat de betonplaat is voorzien van een zich tussen de bovenzijde en de onderzijde van de betonplaat uitstrekkend gat -

5. Betonplaat volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat het gat uit het 25 midden van de betonplaat is aangebracht.

6. Betonplaat volgens conclusie 4 of 5, met het kenmerk, dat de doorsnede van het onderste gedeeLte van het gat groter is uitgevoerd dan de doorsnede van het hoger gelegen gedeelte van het gat.

7. Betonplaat volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, 30 dat althans het bovenste gedeelte van het gat naar onderen toe taps toeloopt. S. Betonplaat volgens conclusie 7, met het kenmerk, dat het taps toelopende gedeelte van het gat zodanig in de betonplaat is aangebracht, dat een begrenzingslijn van dit gat zich loodrecht op het bovenvlak en 35 het ondervlak van de betonplaat uitstrekt. 87 01 500