NL2000794C2 - Vloerelement. - Google Patents

Vloerelement. Download PDF

Info

Publication number
NL2000794C2
NL2000794C2 NL2000794A NL2000794A NL2000794C2 NL 2000794 C2 NL2000794 C2 NL 2000794C2 NL 2000794 A NL2000794 A NL 2000794A NL 2000794 A NL2000794 A NL 2000794A NL 2000794 C2 NL2000794 C2 NL 2000794C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
edge profile
anchoring
floor element
profile
concrete slab
Prior art date
Application number
NL2000794A
Other languages
English (en)
Inventor
Ludovicus Franciscus Maria Van Kimmenade
Original Assignee
Wernink Beton B V
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Wernink Beton B V filed Critical Wernink Beton B V
Priority to NL2000794A priority Critical patent/NL2000794C2/nl
Priority to EP20080161244 priority patent/EP2045395A2/en
Application granted granted Critical
Publication of NL2000794C2 publication Critical patent/NL2000794C2/nl

Links

Classifications

    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E01CONSTRUCTION OF ROADS, RAILWAYS, OR BRIDGES
    • E01CCONSTRUCTION OF, OR SURFACES FOR, ROADS, SPORTS GROUNDS, OR THE LIKE; MACHINES OR AUXILIARY TOOLS FOR CONSTRUCTION OR REPAIR
    • E01C5/00Pavings made of prefabricated single units
    • E01C5/06Pavings made of prefabricated single units made of units with cement or like binders
    • E01C5/08Reinforced units with steel frames

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Architecture (AREA)
  • Civil Engineering (AREA)
  • Structural Engineering (AREA)
  • Bridges Or Land Bridges (AREA)
  • Joining Of Building Structures In Genera (AREA)

Description

%
VLOERELEMENT
De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een vloerelement 5 omvattende een in hoofdzaak vlakke betonplaat en een langs de zijkanten van de betonplaat aangebrachte en een omtreksrand daarvan beschermend randprofiel, alsmede verankeringsmiddelen voor het verankeren van het randprofiel in de betonplaat. De uitvinding heeft tevens betrekking op een vloer die is samengesteld uit dergelijke naast elkaar gepositioneerde rechthoekige betonplaten.
10 Voor het tijdelijk of (semi-) permanent verharden van een ondergrond zijn betonvloeren bekend die zijn opgebouwd uit een aantal naast elkaar op de ondergrond te plaatsen losse betonplaten. De betonplaten zijn eenvoudig op de ondergrond te plaatsen en daarvan te verwijderen, bijvoorbeeld doordat de platen zijn voorzien van aangrijppunten voor een hijskraan die platen op kan hijsen of kan laten zakken of door 15 het gebruik van vacuümapparatuur.
Dergelijke platen zijn onder meer onder de naam “Stelcon® platen” bekend en vinden al enige decennia toepassing bij het verharden van industrieterreinen, transport- en overslagbedrijven, bouwprojecten en dergelijke. Van de platen is een uitvoering bekend waarin langs de zijkanten of boven- en zijkanten van de plaat een 20 hoekstalen omranding is aangebracht, teneinde de bovenste randen van de platen tijdens verwerking alsmede het in gebruik zijn van de vloer te beschermen, bijvoorbeeld tegen de invloed van over de platen rijdende voertuigen. De omranding is hierbij vervaardigd van staal met een dikte van kenmerkend meer dan 2 mm. De omranding is bevestigd aan de betonplaat door middel van een groot aantal aan de 25 omranding gelaste ankers die in het beton van de betonplaat meegestort worden.
Een bezwaar van de bekende platen is dat de omranding vervaardigd is van relatief dik materiaal, hetgeen niet alleen kostbaar is, maar tevens het gewicht van de vloerplaat hoog maakt (massa van de omranding bedraagt circa 20 kg of meer). Dit bezwaar wordt nog vergroot door de stalen ankers, die apart aan de omranding moeten 30 worden vastgelast.
Wanneer er wordt gekozen voor dunner materiaal om bijvoorbeeld het gewicht van de omranding te verminderen, gaat dit ten koste van de stevigheid daarvan. Dit betekent dat bij relatief dunne omranding, als deze op de bekende wijze 2000794 2 geconstrueerd is, er een vrij grote kans op beschadiging van de omranding is. Wanneer bovendien het aantal ankers wordt verminderd om gewicht of kosten te besparen, gaat dit ten koste van de mate van verankering van de ankers in de betonplaat.
Het is een doel van de onderhavige uitvinding een vloerplaat en een van 5 dergelijke vloerplaten opgebouwde vloer te verschaffen waarin bovengenoemde bezwaren zijn ondervangen. Het is tevens een doel van de uitvinding een vloerplaat en een van dergelijke vloerplaten opgebouwde vloer te verschaffen die is voorzien van een omranding die relatief licht is, een relatief grote sterkte heeft en zich goed in de betonplaat laat verankeren.
10 Volgens een eerste aspect van de uitvinding wordt hiertoe een vloerelement verschaft, omvattende een in hoofdzaak vlakke betonplaat en een langs de zijkanten of zij- en bovenkanten van de betonplaat aangebrachte en een omtreksrand daarvan beschermend randprofiel, alsmede verankeringsmiddelen voor het verankeren van het randprofiel in de betonplaat, waarbij de verankeringsmiddelen gevormd worden door 15 ten minste twee zich in langsrichting van het randprofiel uitstrekkende verankeringsflenzen waarbij het randprofiel een tweetal in hoofdzaak haaks ten opzichte van elkaar gevormde profieldelen omvat waarvan de langsuiteinden naar elkaar toe gebogen zijn voor het verschaffen van verankeringsflenzen en waarbij ten minst één van de verankeringsflenzen een op het naar binnen toe gebogen deel 20 aansluitend deel omvat, dat ten opzichte van het naar binnen toe gebogen deel gebogen is.
De verankeringsflenzen hebben een tweeledig effect. Enerzijds verhogen ze de constructieve sterkte van het randprofiel zodat volstaan kan worden met een randprofiel van geringe materiaaldikte (kenmerkend tussen 0,8 mm en 2 mm in plaats van de 25 gebruikelijke grotere dikte), anderzijds zorgen ze voor een goede verankering van het randprofiel in de betonplaat doordat de bekende puntverankering is vervangen door een lij nverankering.
De verankeringsflenzen worden gevormd door naar binnen toe omgebogen langsranden van het randprofiel. Gebleken is dat de naar binnen toe gebogen 30 langsranden een verbeterde verankering van de profielen aan de betonplaat opleveren. Dergelijke verankeringsflenzen zijn relatief eenvoudig te realiseren.
Teneinde te zorgen voor een goede toegankelijkheid van het binnenste van het profiel voor het te storten beton en mede daardoor een goede verankering van het % 3 randprofiel, is ten minste één van de verankeringsflenzen opgebouwd uit een eerste, naar binnen toe gebogen deel en een op het eerste deel aansluitend tweede deel, dat ten opzichte van het eerste deel naar binnen of naar buiten toe gebogen is. Het tweede deel zorgt voor een verbeterde verankering zonder daarbij de toegankelijkheid te 5 verminderen.
Volgens een uitvoeringsvorm van de uitvinding omvat het randprofiel een tweetal in hoofdzaak haaks ten opzichte van elkaar gevormde profieldelen waarvan de langsuiteinden naar elkaar toe gebogen zijn voor het verschaffen van verankeringsflenzen. De hoek (a) tussen een profieldeel en de bijbehorende omgebogen 10 verankeringsflens bedraagt tussen circa 30 en 135 graden, bij voorkeur tussen de 45 en 90 graden.
Volgens een verdere uitvoeringsvorm wordt een vloerelement verschaft, omvattende een in hoofdzaak vlakke rechthoekige betonplaat en een langs de vier zijkanten of zij- en bovenkanten van de betonplaat aangebrachte en een omtreksrand 15 daarvan beschermend randprofiel, alsmede verankeringsmiddelen voor het verankeren van het randprofiel in de betonplaat, waarbij het randprofiel omvat: - een aantal langgerekte randprofielelementen; - koppelelementen voor het onderling ter plaatse van de hoeken van de betonplaat koppelen van de randprofielelementen; 20 - bevestigingsmiddelen voor het bevestigen van de randprofielelementen aan de koppelelementen.
Door gebruik te maken van aparte koppelelementen kunnen de randprofielelementen aan elkaar gekoppeld worden zonder dat daarbij een lasverbinding nodig is.
25 De bevestigingsmiddelen voor het koppelen van de koppelelementen aan de respectievelijke randprofielelementen zijn bij voorkeur zodanig uitgevoerd, dat deze aan de randprofielelementen en koppelelementen zijn gevormd, zodat losse gangbare bevestigingsonderdelen, zoals bijvoorbeeld bouten en moeren, achterwege kunnen blijven.
30 In een uitvoeringsvorm omvatten de bevestigingsmiddelen een veerkrachtige lip aan een koppelelement, welke lip is uitgevoerd om te kunnen rusten in een met de lip corresponderende uitsparing in het randprofielelement. Op deze wijze kan een “klik”-verbinding tussen het koppelelement en de randprofielelementen ♦ 4 gerealiseerd worden door de koppelelementen in het betreffende randprofielelement te schuiven tot dat de lip in de bijbehorende opening valt. Andersom kan de veerkrachtige lip ook aan het randprofielelement en de openingen in het koppelelement voorzien zijn.
In een bijzonder voordelige uitvoering bestaat het randprofielelement uit 5 één stuk, dat zodanig op een aantal posities (bijvoorbeeld drie posities in het geval van een rechthoekige vloerplaat en twee posities in het geval van een driehoekige vloerplaat) ingesneden is, dat het op betreffende posities ten opzichte van elkaar zwenkbaar is voor het in het gewenste (d.w.z. rechthoekige of driehoekige) verband brengen van het randprofiel.
10 Volgens een uitvoeringsvorm van de uitvinding zijn in ten minste één van de verankeringsflenzen openingen voorzien waarin bij het fabriceren van de vloerplaten beton kan plaatsnemen ter verdere verankering van de flenzen aan de betonplaat.
Verdere voordelen, kenmerken en details van de onderhavige uitvinding worden hierna beschreven aan de hand van enige uitvoeringsvorm daarvan. In de 15 beschrijving wordt verwezen naar de bijgevoegde figuren, waarin tonen:
Fig. 1 een aanzicht in perspectief van een vloerplaat voorzien van een randprofiel volgens een eerste uitvoeringsvorm van de uitvinding;
Fig. 2 een bovenaanzicht van een vloerplaat volgens de eerste uitvoeringsvorm; 20 Fig. 3 een dwarsdoorsnede van een vloerplaat volgens de eerste uitvoeringsvorm;
Fig. 4 een dwarsdoorsnede van een vloerplaat volgens een tweede uitvoeringsvorm;
Fig. 5 een dwarsdoorsnede van een vloerplaat volgens een derde 25 uitvoeringsvorm;
Fig. 6 een aanzicht in perspectief van een deel van het randprofielelement van figuur 5;
Fig. 7 een bovenaanzicht van een deel van het randprofielelement van figuur 5; 30 Fig. 8 een dwarsdoorsnede van een vloerplaat volgens een vierde uitvoeringsvorm;
Fig. 9 een aanzicht in perspectief van een uitvoeringsvorm van een koppelelement volgens de uitvinding; 5
Fig. 10 een bovenaanzicht van het koppelelement van figuur 9; en
Fig. 11 een aanzicht in perspectief van een deel van twee met een koppelelement aan elkaar bevestigde randprofielelementen.
Figuren 1 en 2 tonen een vloerplaat 1 volgens een uitvoeringsvorm van de 5 uitvinding. De plaat is opgebouwd uit een al dan niet gewapende betonnen plaat 2, aan de bovenste omtreksranden waarvan een randprofiel 3 is aangebracht. In de getoonde uitvoeringsvorm is de vloerplaat 1 rechthoekig van vorm (kenmerkende afmetingen lengte 200 cm, breedte 200 cm en hoogte 12 cm, 14 cm, 16 cm, 18 cm of 20 cm, andere afmetingen zijn uiteraard ook mogelijk), maar andere veelhoekige vormen zijn 10 eveneens mogelijk. De betonnen plaat 2 is in de weergegeven uitvoeringsvorm niet voorzien van een wapening, maar in andere, niet-weergegeven uitvoeringsvormen is het beton gewapend, bijvoorbeeld door daarin een of meer wapeningsmatten aan te brengen. De betonplaat kan bestaan uit grindbeton waarop een slijtvaste betonnen bovenlaag is voorzien, maar een andere opbouw behoort eveneens tot de 15 mogelijkheden. De randprofielen 3 zijn vervaardigd van metaal, bijvoorbeeld gewalst plaatstaal, of kunststof.
Dergelijke vloerplaten met hoekstalen omranding worden met name voor tijdelijke of permanente verharding van een ondergrond toegepast. Om het leggen en verwijderen van de vloer te vergemakkelijken zijn in bepaalde uitvoeringen de 20 vloerplaten op zich bekende wijze voorzien van hijsbuizen waarmee de platen opgehesen en getransporteerd kunnen worden. Ook zijn er uitvoeringen zonder hijsbuizen, waarbij legwerk door bijvoorbeeld vacuümapparatuur kan geschieden.
In de praktijk wordt een vloer samengesteld door een aantal zij aan zij geplaatste vloerplaten met een onderlinge tussenafstand van de orde van grootte van 25 0,5 cm tot 2 cm. Door deze relatief kleine tussenafstand en doordat de bovenzijde van de randprofielen 3 in hoofdzaak vlak met de bovenzijde van de betonplaat 2 is gerangschikt, kunnen voertuigen op comfortabele wijze over de vloer rijden.
Figuur 3 toont een eerste uitvoeringsvorm van een randprofiel 3 volgens de uitvinding. Het randprofiel 3 is opgebouwd uit een liggend profieldeel 4 en een haaks 30 daarop voorzien staand profieldeel 5. Aan de profieldelen 4 en 5 zijn geen (of minder) ankers bevestigd zoals gebruikelijk is, zodat de verankering op andere wijze moet plaatsvinden. Verankering vindt in de weergegeven uitvoeringsvorm plaats doordat de langsranden van de profieldelen 4 en 5 enigszins omgebogen zijn om respectievelijke 6 verankeringsflenzen 8 en 9 te vormen. Door een juiste mate van ombuiging van de langsranden en door de verankeringsflenzen voldoende breed te kiezen, blijft er voldoende beton achter de flenzen over om een stevige verankering van het profiel de betonplaat 2 te verzekeren.
5 In de weergegeven uitvoeringsvorm zijn de langsranden over de gehele lengte van het profiel omgebogen, in andere uitvoeringen zijn de profieledelen slechts over een deel van de lengte omgebogen. De hoek ai tussen de het liggende profieldeel 4 en de afhangende flens 8 en de hoek 0¾ tussen het staande profieldeel 5 en de opstaande flens 9 is in de weergegeven uitvoering gelijk en bevindt zich in het gebied van 30 tot 10 135, bij voorkeur tussen 45 en 90 graden. Hierdoor wordt een goede verankering van het profiel verkregen.
De afstand dt tussen de uiteinden van de verankeringsflenzen 8 en 9 moet ruim genoeg gekozen worden om bij het fabriceren van de vloer een voldoende hoeveelheid beton in de ruimte tussen de profieldelen te laten stromen. Afhankelijk van ondermeer 15 de samenstelling van het toegepaste beton kan de afstand di te klein blijken te zijn. Om een grotere afstand en daarmee een eenvoudigere vulling van het profiel te realiseren, is in de in figuur 4 weergegeven tweede uitvoeringsvorm van de uitvinding de hoek a (=0:1=0¾) om en nabij de 90 graden gekozen.
In situaties waarin een verbeterde vulling in combinatie met een verder 20 verbeterde verankering nodig is, kan een derde uitvoeringsvorm van de uitvinding worden toegepast, zoals is weergegeven in figuren 5-7. De derde uitvoeringsvorm komt in grote mate overeen met de tweede uitvoeringsvorm, maar verschilt daarvan doordat aan de flenzen 10 en 11 verdere flensdelen 12 en 13 zijn aangebracht. De hoek β (figuur 5) moet hierbij groter dan 90 graden, bij voorkeur tussen 120 en 150 graden, 25 teneinde de toevoer van beton tijdens het fabricageproces niet te hinderen. In deze uitvoeringsvorm kan hiermee de tussenafstand d3 gelijk zijn aan de in figuur 4 weergegeven tussenafstand d2, zodat een goede vulling mogelijk is. Doordat de flenzen 10 en 11 zijn verbreed kan bovendien een betere verankering van het profiel tot stand worden gebracht.
30 In figuren 6 en 7 is weergegeven dat in de verankeringsflenzen 10,11, dat wil zeggen in het direct op de profieldelen 4 en 5 aansluitende gedeeltes daarvan en/of in tegenoverliggende gedeeltes 12 en 13 daarvan, respectievelijk openingen 17 en 16 zijn aangebracht. Tijdens het fabricageproces kan beton in de openingen 16,17 7 terechtkomen, hetgeen na uitharding leidt tot een verdere verankering van het randprofïel 3 aan de betonvloer 2. Indien nodig, kunnen soortgelijke openingen ook zijn voorzien in elk van de overige hierin beschreven uitvoeringen van de uitvinding. Wanneer de verankering door de verankeringsflenzen zelf reeds voldoende is, kunnen 5 de openingen 16,17 echter achterwege blijven.
In figuur 8 is een vierde uitvoeringsvorm van de uitvinding weergegeven. De vierde uitvoeringsvorm is een combinatie van de in figuur 4 weergegeven tweede uitvoering en de in figuren 5-7 weergegeven derde uitvoering van de uitvinding. Flens 10 die grenst aan het liggende profieldeel 4 is hierbij niet verbreed, terwijl flens 14 die 10 grenst aan het staande deel 5 van het profiel, dat wel is. Deze uitvoering van het randprofïel vergt minder materiaal dan de derde uitvoering, terwijl toch een betere verankering dan in het geval van de tweede uitvoering mogelijk is.
In figuren 1 en 2 is weergegeven dat randprofïel 3 langs de vier zijkanten van de betonplaat 2 is aangebracht. Het randprofïel is hierbij opgebouwd uit een viertal 15 randprofielelementen 3 ’-3”welke aan hun uiteinden aan elkaar zijn bevestigd. In sommige situaties zijn de randprofielelementen aan elkaar gelast. Wanneer gebruik wordt gemaakt van vooraf tegen roestvorming behandelde prefab-elementen, betekent dit vaak dat de voorbehandeling ter plaatse van de lassen beschadigd geraakt en dat een intensieve nabehandeling tegen roest noodzakelijk is. Dit bezwaar geldt des te meer 20 wanneer daarentegen gebruik wordt gemaakt van onbehandelde prefab-elementen. Na de onbehandelde prefab-elementen aan elkaar te hebben vastgelast, moet een intensieve oppervlaktebehandeling van de elementen plaatsvinden om deze afdoende tegen roest en andere externe invloeden te beschermen.
Om het in de hoeken vastlassen van de randprofielelementen te vermijden, wordt 25 volgens de uitvinding gebruik gemaakt van koppelelementen. Met behulp van de koppelelementen kunnen randprofielelementen in de hoeken aan elkaar worden bevestigd. In figuren 9 en 10 is een uitvoeringsvorm van een dergelijk koppelelement 20 weergegeven. Koppelelement 20 is opgebouwd uit een eerste U-profiel 21 en een tweede, haaks daarop voorzien U-profiel 22. Het bovenste gedeelte van de beide 30 U-profielen 20,21 is voorzien van een tweetal afhangende strippen 29, aan elk waarvan een verend lip 30 is bevestigd. Evenzo is het onderste gedeelte van beide U-profielen 20,21 voorzien van een tweetal lippen 31. Lippen 30 en 31 zijn zodanig uitgevoerd, dat ze onder veerkracht zichzelf in respectievelijke openingen 19 en 18 in het 8 randprofielelement duwen zodat een stevige “klik”-verbinding tussen het koppelelement 20 en het betreffende randprofielelement tot stand wordt gebracht.
De randprofielelementen en het koppelstuk in gemonteerde toestand zijn in detail weergegeven in figuur 11. Hierdoor kunnen op snelle en efficiënte wijze de 5 randprofielelementen in de vier hoekpunten aan elkaar worden gekoppeld, zonder dat aanvullende bewerkingen, zoals het vastlassen van de elementen, nodig is.
De onderhavige uitvinding is niet beperkt tot de hierin beschreven voorkeursuitvoeringsvormen daarvan. In figuren 1-5 is bijvoorbeeld weergegeven dat het randprofiel lans de bovenrand van de betonplaat is aangebracht. In andere, niet 10 weergegeven uitvoeringsvormen van de uitvinding is het randprofiel echter langs de onderrand van de betonplaat aangebracht. Laatstgenoemde uitvoeringsvormen vallen alle binnen het bereik van de onderhavige uitvinding. De gevraagde rechten worden bepaald door de navolgende conclusies, binnen de strekking waarvan velerlei modificaties denkbaar zijn.
• 0 0 0 7 9 4

Claims (20)

1. Vloerelement, omvattende een in hoofdzaak vlakke betonplaat (2) en een 5 langs de zijkanten of zij- en bovenkanten van de betonplaat aangebrachte en een omtreksrand daarvan beschermend randprofiel (3), alsmede verankeringsmiddelen voor het verankeren van het randprofiel in de betonplaat, waarbij de verankeringsmiddelen gevormd worden door ten minste twee zich in langsrichting van het randprofiel uitstrekkende verankeringsflenzen, met het kenmerk, dat het randprofiel een tweetal 10 in hoofdzaak haaks ten opzichte van elkaar gevormde profieldelen (4,5) omvat waarvan de langsuiteinden naar elkaar toe gebogen zijn voor het verschaffen van verankeringsflenzen en dat ten minst één van de verankeringsflenzen een op het naar binnen toe gebogen deel (8,9;10,11,14) aansluitend deel (12,13;15) omvat, dat ten opzichte van het naar binnen toe gebogen deel (8,9;10,11,14) gebogen is. 15
2. Vloerelement volgens conclusie, met het kenmerk dat het aansluitende deel (12.13; 15) naar buiten toe gebogen is.
3. Vloerelement volgens conclusie 1 of 2, waarbij de verankeringsflenzen 20 gevormd worden door naar binnen toe omgebogen langsranden van het randprofiel.
4. Vloerelement volgens conclusie 1, waarbij de hoek (a) tussen een profieldeel en de bijbehorende omgebogen verankeringsflens tussen circa 30 en 135 graden bedraagt, bijvoorkeur tussen de 45 en 90 graden bedraagt. 25
5. Vloerelement volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij elk van de verankeringsflenzen een op het naar binnen toe gebogen deel aansluitend deel omvat, dat naar buiten toe gebogen is. 2 0 0 0 7 9 4
6. Vloerelement volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij het randprofiel slechts aan de bovenste omtreksranden van de plaat (2) zijn aangebracht.
7. Vloerelement volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij de hoek (a) tussen een profieldeel en het eerste verankeringsflensdeel kleiner is dan de hoek (/3) tussen het profieldeel en het tweede verankeringsflensdeel.
8. Vloerelement volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij de hoek (a) tussen circa 70 en 110 graden en hoek (/3) tussen circa 120-150 graden bedraagt.
9. Vloerelement volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij het 10 randprofiel is vervaardigd van metaal en/of kunststof.
10. Vloerelement volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij de afstand (d) tussen de randen van de verankeringsflenzen ten minste 2 cm, bij voorkeur ten minste 3 cm bedraagt. 15
11. Vloerelement volgens een van de voorgaande conclusies, omvattende een in hoofdzaak vlakke rechthoekige betonplaat en een langs de vier zijkanten of de zij- en bovenkanten van de betonplaat aangebrachte en een omtreksrand daarvan beschermend randprofiel, alsmede verankeringsmiddelen voor het verankeren van het 20 randprofiel in de betonplaat, waarbij het randprofiel omvat: - een aantal langgerekte randprofielelementen; - koppelelementen voor het onderling ter plaatse van de hoeken van de betonplaat koppelen van de randprofielelementen; - bevestigingsmiddelen voor het bevestigen van de randprofielelementen 25 aan de koppelelementen.
12. Vloerelement volgens conclusie 11, waarbij de bevestigingsmiddelen aan de randprofielelementen en koppelelementen zijn gevormd.
13. Vloerelement volgens conclusie 11 of 12, waarbij de bevestigingsmiddelen zijn uitgevoerd voor het verschaffen van een klik-bevestiging.
14. Vloerelement volgens een van de conclusies 11-13, waarbij de bevestigingsmiddelen een veerkrachtige lip aan een koppelelement omvatten, welke lip is uitgevoerd om te kunnen rusten in een met de lip corresponderende uitsparing in het randprofielelement. 5
15. Vloerelement volgens een van de conclusies 11-14, waarbij de bevestigingsmiddelen een veerkrachtige lip aan een randprofielelement omvatten, welke lip is uitgevoerd om te kunnen rusten in een met de lip corresponderende uitsparing in het koppelelement. 10
16. Vloerelement volgens een van de conclusies 11-15, waarbij het randprofielelement uit één stuk bestaat dat zodanig op een aantal posities ingesneden is, dat het op betreffende posities ten opzichte van elkaar zwenkbaar is voor het in het gewenste verband brengen van het randprofiel. 15
17. Vloerelement volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij in ten minste één van de verankeringsflenzen openingen zijn voorzien waarin beton kan plaatsnemen ter verdere verankering van de flenzen aan de betonplaat.
18. Vloerelement volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij het randprofiel is vervaardigd van plaatstaal met een dikte tussen circa 0,8 mm en 2 mm.
19. Vloer die is samengesteld uit een aantal naast elkaar gepositioneerde rechthoekige betonplaten volgens een van de voorgaande conclusies. 25
20. Gebruik van een vloerelement zoals gedefinieerd in een van de conclusies 1-18. 2000794
NL2000794A 2007-08-03 2007-08-03 Vloerelement. NL2000794C2 (nl)

Priority Applications (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL2000794A NL2000794C2 (nl) 2007-08-03 2007-08-03 Vloerelement.
EP20080161244 EP2045395A2 (en) 2007-08-03 2008-07-28 Floor element

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL2000794A NL2000794C2 (nl) 2007-08-03 2007-08-03 Vloerelement.
NL2000794 2007-08-03

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL2000794C2 true NL2000794C2 (nl) 2009-02-04

Family

ID=40119317

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL2000794A NL2000794C2 (nl) 2007-08-03 2007-08-03 Vloerelement.

Country Status (2)

Country Link
EP (1) EP2045395A2 (nl)
NL (1) NL2000794C2 (nl)

Families Citing this family (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
RU2595020C2 (ru) * 2014-09-29 2016-08-20 Игорь Алексеевич Иванов Дорожная плита

Citations (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE2106670A1 (de) * 1971-02-12 1972-08-17 Büchner, Fritz, 5500 Trier Stahlbetonplatte, insbesondere für schienengleiche Bahnüberwege
DE8903721U1 (nl) * 1989-03-24 1989-05-24 Stelcon Ag, 4300 Essen, De
DE10155980A1 (de) * 2001-11-14 2003-05-22 Dietrich Poburski Bodenplatte

Patent Citations (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE2106670A1 (de) * 1971-02-12 1972-08-17 Büchner, Fritz, 5500 Trier Stahlbetonplatte, insbesondere für schienengleiche Bahnüberwege
DE8903721U1 (nl) * 1989-03-24 1989-05-24 Stelcon Ag, 4300 Essen, De
DE10155980A1 (de) * 2001-11-14 2003-05-22 Dietrich Poburski Bodenplatte

Also Published As

Publication number Publication date
EP2045395A2 (en) 2009-04-08

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US10711410B2 (en) Structural joint
US10907312B2 (en) Road form work
AU2014206674B2 (en) Apparatus for forming a joint
US10099852B2 (en) Corrugated steel floor in a shipping container
NL2000794C2 (nl) Vloerelement.
KR100647223B1 (ko) 복공판
KR101630931B1 (ko) 콘크리트의 전단 균열 방지근 및 제작 편의성을 갖는 복공판
KR100608992B1 (ko) 복공판
US8572788B2 (en) Concrete diaphragm including form spanning between spaced-apart longitudinal members
FI69285B (fi) Anordning foer att sammanbinda pao varandra stamplade formplattor
US3471117A (en) Concrete forming apparatus
US20080072505A1 (en) Building seismic structure
US7118309B2 (en) Component for spatial grid supporting systems comprising filler material especially for retaining walls or noise-abatement walls, and corresponding structure
RU222764U1 (ru) Контейнер для транспортировки нефтепродуктов
BE1021486B1 (nl) Afzetcontainer met vernieuwde bodem
GB2537347A (en) Slab support
NL2005561C2 (nl) Wanddeel voor het vormen van een stalwand, gebouw voorzien daarvan en werkwijze daarvoor.
NL2012652C2 (nl) Werkwijze voor het optrekken van een gebouw, alsmede een werkwijze voor het vervaardigen van een breedplaat.
NL1038476C2 (nl) Werkwijze voor het vervaardigen van een fundering.
BE1017733A3 (nl) Werkwijze voor het realiseren van muren van een prefabgebouw en bouwsteen, evenals mal die bij deze werkwijze kunnen worden toegepast.
JPH1113255A (ja) 外装壁材の取付け構造
JP3135815U (ja) トラックの荷箱
NL8501020A (nl) Werkwijze voor het vervaardigen van verticale constructies en onder toepassing van deze werkwijze vervaardigde constructies.
EA037662B1 (ru) Компенсационный стык
AU2010227107A1 (en) Backing system

Legal Events

Date Code Title Description
PD2B A search report has been drawn up
PD Change of ownership

Owner name: STRUYK VERWO INFRA B.V.; NL

Free format text: DETAILS ASSIGNMENT: CHANGE OF OWNER(S), ASSIGNMENT; FORMER OWNER NAME: WERNINK BETON B.V.

Effective date: 20170418

MM Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 20230901