NL2000157C2 - Kozijnconstructie. - Google Patents

Description

Koziinconstructie

Beschrijving

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een kozijnconstructie omvattende 5 een rechthoekige omlijsting met bovenlijst, onderlijst en zijlijsten en daarbinnen opgenomen beglazing. Dergelijke kozijnconstructies zijn in de stand van de techniek algemeen bekend. Eveneens is het bekend op een dergelijke constructie een schermdoekkast aan te brengen. In een dergelijke schermdoekkast is een rol aanwezig met daar een schermdoek opgewikkeld. Het schermdoek kan zowel aan de binnenzijde 10 als de buitenzijde van de kozijnconstructie geplaatst worden. Het is in de stand van de techniek bekend reeds bij de bouw een dergelijke kast aan te brengen waardoor deze zoveel mogelijk geïntegreerd kan worden in de constructie. Bij andere voorstellen wordt pas later een dergelijke kast aangebracht waarbij het vaak niet te vermijden is dat deze als uitstekend deel op de gevel geplaatst is. In alle gevallen is aanzienlijke extra 15 inspanning vereist om een dergelijke kast aan te brengen en te fixeren zowel ten opzichte van kozijnconstructie als ten opzichte van de gevel.

Het is het doel van de onderhavige uitvinding dit nadeel te vermijden.

Dit doel wordt bij een hierboven beschreven kozijnconstructie verwezenlijkt doordat de bovenbegrenzing van die bovenlijst op zodanige afstand van die beglazing 20 ligt dat tussen die beglazing en de bovenbegrenzing van die bovenlijst een ruimte voor het opnemen van een rolscherm wordt begrensd. Volgens de onderhavige uitvinding wordt geïntegreerd met het kozijn voorzien in een kast of ruimte. Deze kast kan dadelijk gebruikt worden voor het opnemen van een rol met schermdoek maar het is ook mogelijk pas in een later stadium een dergelijk schermdoek en bijbehorende 25 constructies aan te brengen. Doordat de ruimte of kast geïntegreerd is in de bovenlijst van de kozijnconstructie zijn geen aparte montagewerkzaamheden noodzakelijk. Het kozijn kan als een geheel inclusief de zich daarin bevindende ruimte voor het opnemen van een zonwerking geplaatst worden in een gevel en op het gewenste moment kan de betreffende zonwerking opgenomen worden. Begrepen zal worden dat de extra kosten 30 voor een dergelijke constructie verhoudingsgewijs beperkt zijn en dat de gebruiker van een gebouw op enig moment een zonwerking aan kan passen zonder dat ingrijpende werkzaamheden aan de gevel noodzakelijk zijn en zonder het karakter van de gevel aan te tasten. Daarbij ontstaat in het bijzonder de mogelijkheid een deel van de bovenlijst 2 achter het buitenblad van de gevel aan te brengen zodat dit van buitenaf niet zichtbaar is. Daardoor ontstaat een constructie met zonwering waarvan de kast of ruimte voor de buitenstaander niet zichtbaar is. Bovendien is het daardoor mogelijk een dergelijke ruimte van binnenuit wel toegankelijk te maken. Dit kan bijvoorbeeld door gebruik van 5 een deksel of dergelijke. Daardoor is de inhoud van de ruimte goed toegankelijk en kunnen hetzij onderdelen onderhouden, hetzij gerepareerd, hetzij vervangen of voor de eerste keer geplaatst worden.

Een dergelijke in de bovenlijst van een kozijnconstructie te integreren ruimte of kast zal door de integratie daarvan verhoudingsgewijs weinig ruimte innemen. De 10 hoogte daarvan is bij voorkeur ten minste 6 cm en meer in het bijzonder 8-10 cm.

Volgens een verdere van voordeel zijnde uitvoering is de bodemzijde van de bovenlijst zodanig uitgevoerd dat zich daarin een zich over de hele “lengte” (breedte) van de gevel bevindende spleet bevindt waarlangs het schermdoek bewogen kan worden. Deze spleet kan zowel aan de binnenzijde als aan de buitenzijde aanwezig zijn waardoor de 15 gebruiker de vrije keuze heeft een dergelijk schermdoek hetzij voor een af te schermen raam, hetzij daarachter te verplaatsen. De voorkeur is het schermdoek voorzien van een eindstrip die in combinatie met een opname in de onderbegrenzing in afsluiting van de ruimte voorziet. Dit geldt met name indien het scherm zich aan de buitenzijde van het kozijn uitstrekt. Met de uitvinding is het met name mogelijk om na de eerste inbouw 20 van het kozijn op een later tijdstip alsnog zonwering aan te brengen. Daarvoor is het niet langer nodig om steigers en andere constructies tegen een gebouw te plaatsen. Eveneens kan op eenvoudige wijze van binnen af in het plaatsen van een doekrol met doek voorzien worden. Bij voorkeur wordt een dergelijke rol elektrisch aangedreven en is een elektromotor ook in de kozijnconstructie aanwezig. Meer in het bijzonder is een 25 van de zijlijsten van het kozijn uitgevoerd als goot voor een kabel die verbonden kan worden met een elektrische aansluiting die zich elders in de gevel bevindt Bij voorkeur is deze elektrische aansluiting bij het installeren van het kozijn in de gevel al aanwezig waardoor latere gecompliceerde werkzaamheden vervallen.

Indien de betreffende beglazing als te openen raam uitgevoerd is en het openen 30 zodanig plaats kan vinden dat dit in conflict kan komen met het schermdoek, worden er volgens een bijzondere uitvoering van de uitvinding veiligheidsmaatregelen genomen. Deze kunnen omvatten dat het raam niet te openen is als het schermdoek niet volledig opgerold is of dat het scherm dadelijk oprolt bij het openen van het raam. Een en ander 3 kan verwezenlijkt worden met een in de ruimte volgens de uitvinding aangebrachte besturing en positieschakelaars respectievelijk elektrische vergrendelingen.

Bij voorkeur is bij een eventuele elektrische bediening van de doekrol een en ander op afstand bedienbaar uitgevoerd zodat geen verdere bedrading aangebracht 5 hoeft te worden.

Volgens een verdere van voordeel zijnde uitvoering van de uitvinding is in geleiding van het schermdoek voorzien. Meer in het bijzonder betreft het een zijdelingse geleiding. Deze is met name van belang indien het schermdoek aan de buitenzijde aangebracht is en aan windbelasting onderworpen. Volgens de onderhavige 10 uitvinding bestaat deze zijdelingse geleiding uit eenvoudige profielen die bijvoorbeeld met een simpele snap- of klikconstructie op het kozijn aangebracht zijn. Dit is met name van belang bij constructies die pas later van een zonnescherm voorzien worden. Immers met de onderhavige uitvinding is het mogelijk bij een nieuwbouwproject nog geen zonwering aan te brengen en pas later, bij gebleken behoefte, op eenvoudige wijze 15 alsnog zonwering te installeren.

De uitvinding zal hieronder nader aan de hand van een in de tekening afgebeeld uitvoeringsvoorbeeld verduidelijkt worden. Daarbij tonen:

Fig. 1 schematisch in dwarsdoorsnede een deel van een kozijnconstructie volgens de uitvinding; en 20 Fig. 2 van binnen naar buiten de kozijnconstructie volgens Fig. 1.

In de figuren is met 1 een gevel aangegeven. Deze bestaat uit een buitenblad 2 en een binnenblad 3 met daartussen aangebrachte isolatie. Uit Fig. 1 is duidelijk dat het buitenblad 2 zich verder (lager) uitstrekt dan het binnenblad 3. Daardoor is het mogelijk een kozijnconstructie 5 volgens de onderhavige uitvinding door een opening 25 in het binnenblad 3 tegen het buitenblad 2 te plaatsen. De kozijnconstructie bestaat uit een bovenlijst 10, onderlijst 13 en zijlijsten 11 en 12. Door het gekozen overlappend aanbrengen van het buitenblad 2 is van buitenaf slechts een beperkt deel van de hoogte van de bovenlijst 10 zichtbaar.

Volgens de onderhavige uitvinding strekt de bovenlijst 10 zich over een wat 30 grotere hoogte dan in de stand van de techniek gebruikelijk uit omdat daarin een ruimte 9 begrensd wordt voor het opnemen van een zonwerking. Deze zonwerking bestaat uit een doekrol 24 waarvan doek 23 aiwikkelt dat aan het vrije einde daarvan voorzien is van een eindstrip 22. De hoogte van de bovenlijst is slechts beperkt groter dan 4 bovenlijsten volgens de stand van de techniek door het integreren van ruimte 9 in de bovenlijst (bijvoorbeeld 8 cm groter). Dat wil zeggen, in principe bestaat geen scheiding tussen de ruimte 9 en de onderbegrenzing 16 van de bovenlijst. Ruimte 9 wordt verder begrensd door bovenbegrenzing 14 buiten begrenzing 15 en binnen 5 begrenzing 17. Zoals al aangegeven ligt de buitenbegrenzing 15 grotendeels binnen het bereik van het buitenblad 2 van gevel 1. De binnenbegrenzing wordt voor een deel gevormd door een zich over een aanzienlijke lengte uitstrekkend deksel 18. Dit kan op eenvoudige wijze verwijderd worden waarna vrije toegang tot de ruimte 9 verkregen wordt. Daardoor is het mogelijk pas na het installeren van het kozijn doekrol 24 en de 10 daarbij behorende aandrijfmotor 25 en sturing 26 aan te brengen. Wel wordt er de voorkeur aan gegeven reeds bij montage in het aanbrengen van bekabeling 27 (fig. 3)te voorzien. Bekabeling 27 kan aangesloten worden op een zich onder het kozijn bevindende kabelgoot of dergelijke. Vanzelfsprekend kan afhankelijk van de omstandigheden bekabeling 27 anders uitgevoerd zijn.

15 Uit Fig. 1 blijkt dat een centraal deel of geleiding 19 aanwezig is in de onderbegrenzing 16 van de bovenlijst. Deze ligt op afstand van het overige van de onderbegrenzing respectievelijk de betreffende buitenbegrenzing 15/binnenbegrenzing 17. In de zo gevormde spleet 20 respectievelijk 21 kan doek 23 bewogen worden. Dat wil zeggen in principe wordt in een universele constructie voorzien en de gebruiker kan 20 kiezen door welke spleet 20 of 21 het doek bewogen wordt. Bij spleet 21 ontstaat een zich aan de buitenzijde van de gevel bevindend schermdoek. Dit beweegt naar beneden door het gewicht van de eindstrip 22 die bij voorkeur beweegt binnen een U-vormige geleiding 29. Dit is, in ieder geval bij constructies waarbij later zonwering aangebracht wordt, bij voorkeur een constructie die door snappen op de betreffende zijlij st 11,12 25 aangebracht wordt. Bij het aan de binnenzijde aanbrengen van het zonnescherm 23, dat wil zeggen via spleet 20 kan een dergelijke geleiding al dan niet aanwezig zijn.

In het getoonde voorbeeld kan de beglazing 6 die zich in het kozijn bevindt, welke een raam 8 met omlijsting omvat, in de richting van pijl 7 naar binnen toe geopend worden. Daarbij zal een conflict kunnen ontstaan met schermdoek die zich 30 door spleet 21 uitstrekt en naar beneden gelaten is. Daarom zijn bij voorkeur beveiligingsmiddelen aanwezig om een dergelijk conflict te voorkomen. Zo is het mogelijk dat ontgrendeling van het raam 8 voorkomen wordt zolang de doekrol 24 zich 5 niet in de bovenste positie bevindt. Andere alternatieven zijn eveneens mogelijk en kunnen met sensoren en dergelijke werken. Deze kunnen de besturing 26 beïnvloeden.

Eventueel kan het raam 8 motorisch geopend en gesloten worden waardoor een combinatie met de hierboven beschreven beveiliging bijzonder eenvoudig is.

5 Zoals uit figuur 1 blijkt wordt tussen het centrale deel 19 en het overige van de onderbegrenzing 16 een opname 28 begrensd waarin eindstrip 22 afsluitend opgenomen kan worden. Een dergelijke constructie kan eveneens aan de buitenzijde toegepast worden en voorziet in volledige afsluiting van ruimte 9.

Met behulp van de onderhavige uitvinding is het mogelijk onafhankelijk van de 10 wens van de gebmiker van een gebouw reeds bij de bouw daarvan in een voorziening respectievelijk ruimte te voorzien voor het later opnemen van een zonwerking. Dat wil zeggen ten tijde van de bouw hoeft de gebruiker niet te beslissen of hij al dan niet zonwering wenst en mocht in een later stadium dit alsnog gewenst zijn dan kan tegen geringe kosten en met weinig inspanning zonder het karakter van het gebouw en 15 buitenaanzicht te wijzigen, dit alsnog aangebracht worden. Vanzelfsprekend is het mogelijk zonwering direct aan te brengen.

Met de onderhavige uitvinding kan een bijzonder compacte bouw verkregen worden omdat de ruimte vóór de doekrol geïntegreerd is in de bovenlijst van een kozijnconstructie. Een dergelijke bovenlijst kan bijvoorbeeld op eenvoudige wijze door 20 extrusie van bijvoorbeeld aluminium vervaardigd worden. Met de onderhavige uitvinding is het mogelijk deze constructie geheel of gedeeltelijk weg te werken.

Na het bovenstaande zullen bij degenen bekwaam met de stand van de techniek duidelijk varianten opkomen die liggen binnen het bereik van de bijgaande conclusies en voor de hand liggend zijn.

25 Uitdrukkelijk worden rechten gevraagd voor de materie beschreven in de conclusies waarbij de volgconclusies zowel onafhankelijk als in combinatie met de hoofdconclusie gelezen moeten worden.

Claims (14)

1. Kozijnconstructie (5) omvattende een rechthoekige omlijsting met bovenlijst (10), onderlijst (13) en zijlijsten (11,12) en daarbinnen opgenomen beglazing (6), met 5 het kenmerk, dat de bovenbegrenzing (14) van die bovenlijst (10) op zodanige afstand van die beglazing (5) ligt dat tussen die beglazing en de bovenbegrenzing van die bovenlijst een ruimte (9) voor het opnemen van een rolscherm (23) wordt begrensd.

2. Kozijnconstructie volgens conclusie 1, waarbij die hoogte (h) ten minste 6 cm omvat.

3. Kozijnconstructie volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij de bovenbegrenzing (14) van die bovenlijst (10) verbonden is met een binnenbegrenzing (17) en een buitenbegrenzing (15) van die bovenlijst (10), waarbij een van die binnen-en buitenbegrenzing van die bovenlijst aan de onderzijde op aistand liggend van een centraal deel (19) van de bodembegrenzing (16) van de bovenlijst ligt teneinde een 15 spleet te begrenzen voor het doorlaten van schermdoek (23).

4. Kozijnconstructie volgens conclusie 3, waarbij de onderzijde van zowel de binnenbegrenzing (17) als de buitenbegrenzing (15) van de bovenlijst (10) op aistand van het centrale deel van de bodembegrenzing (16) van de bovenlijst ligt teneinde steeds een spleet te begrenzen voor het naar keuze doorlaten van schermdoek (23).

5. Kozijnconstructie volgens conclusie 3 of 4, omvattende een in die ruimte aangebracht scherm (23) waarvan het einde voorzien is van een eindstrip (22) en de bodembegrenzing (16) en/of de onderzijde van de betreffende binnenbegrenzing of buitenbegrenzing van de bovenlijst van een opname (28) voorzien is voor het afsluitend ontvangen van die eindstrip (22).

6. Kozijnconstructie volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij de binnenbegrenzing (17) van die bovenlijst (10) een de toegang tot die ruimte (9) verschaffende verwijderbare afdekplaat (18) omvat.

7. Kozijnconstructie volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij een zijlijst (12) omvat een daardoor geleide bekabeling (27) die in die ruimte (9) uitmondt.

8. Kozijnconstructie volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij die ruimte (9) omvat een wikkelrol (24) voor een schermdoek alsmede een aandrijfmotor (25) voor die wikkelrol.

9. Kozijnconstructie volgens conclusie 8, waarbij die beglazing een te openen raam (6) omvat en het scherm zodanig aangebracht is dat dit in de openingsbaan (7) van het raam kan komen, waarbij beveiligingsmiddelen aanwezig zijn die bediening van het raam en/of dat schermdoek blokkeren.

10. Kozijnconstructie volgens conclusie 8 of 9, waarbij die aandrijfmotor (25) op afëtand draadloos bedienbaar is.

11. Kozijnconstructie volgens een van de conclusie 8-10, waar het scherm aan weerszijden geleidingsmiddelen heeft, ingericht op aan te grijpen op samenwerkende geleidingsmiddelen (29) op de zijlijsten.

12. Kozijnconstructie volgens conclusie 11, waarbij de samenwerkende geleidingsmiddelen (29) op de zijlijsten, op die zijlijsten snapbare profielen zijn.

13. Gevel (1) omvattende een kozijnconstructie volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij een deel van de bovenlijst (10) afgedekt wordt door een deel (2) van die gevel.

14. Gevel volgens conclusie 13, waarbij dat door een deel van de gevel afgedekte deel van de bovenlijst die ruimte (9) omvat.