NL194819C - Modulaire detector opstelling voor röntgen-tomografisch stelsel. - Google Patents

Modulaire detector opstelling voor röntgen-tomografisch stelsel. Download PDF

Info

Publication number
NL194819C
NL194819C NL9520008A NL9520008A NL194819C NL 194819 C NL194819 C NL 194819C NL 9520008 A NL9520008 A NL 9520008A NL 9520008 A NL9520008 A NL 9520008A NL 194819 C NL194819 C NL 194819C
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
modules
detector
module
reference surface
pins
Prior art date
Application number
NL9520008A
Other languages
English (en)
Other versions
NL9520008A (nl
NL194819B (nl
Inventor
John Dobbs
David Banks
Original Assignee
Analogic Corp
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Analogic Corp filed Critical Analogic Corp
Publication of NL9520008A publication Critical patent/NL9520008A/nl
Publication of NL194819B publication Critical patent/NL194819B/nl
Application granted granted Critical
Publication of NL194819C publication Critical patent/NL194819C/nl

Links

Classifications

    • AHUMAN NECESSITIES
    • A61MEDICAL OR VETERINARY SCIENCE; HYGIENE
    • A61BDIAGNOSIS; SURGERY; IDENTIFICATION
    • A61B6/00Apparatus or devices for radiation diagnosis; Apparatus or devices for radiation diagnosis combined with radiation therapy equipment
    • A61B6/02Arrangements for diagnosis sequentially in different planes; Stereoscopic radiation diagnosis
    • A61B6/03Computed tomography [CT]
    • A61B6/032Transmission computed tomography [CT]

Landscapes

  • Health & Medical Sciences (AREA)
  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Medical Informatics (AREA)
  • Optics & Photonics (AREA)
  • Biomedical Technology (AREA)
  • Biophysics (AREA)
  • High Energy & Nuclear Physics (AREA)
  • Theoretical Computer Science (AREA)
  • Nuclear Medicine, Radiotherapy & Molecular Imaging (AREA)
  • Pulmonology (AREA)
  • Pathology (AREA)
  • Radiology & Medical Imaging (AREA)
  • Physics & Mathematics (AREA)
  • Heart & Thoracic Surgery (AREA)
  • Molecular Biology (AREA)
  • Surgery (AREA)
  • Animal Behavior & Ethology (AREA)
  • General Health & Medical Sciences (AREA)
  • Public Health (AREA)
  • Veterinary Medicine (AREA)
  • Analysing Materials By The Use Of Radiation (AREA)
  • Apparatus For Radiation Diagnosis (AREA)

Description

1 194819
Modulaire detectoropstelling voor röntgen-tomografisch stelsel
De uitvinding heeft betrekking op een modulaire opstelling voor een röntgendetectorsamenstel voor gebruik met een röntgenbron in een röntgenstelsel, waarbij de opstelling omvat: 5 — ten minste een detectormodule, waarbij deze detectormodule een referentieoppervlak omvat en een of meer detectoren, die met betrekking tot het referentieoppervlak zijn bevestigd, voor het detecteren van röntgenstralen die door de bron zijn opgewekt; - ten minste een anti-verstrooiingsmodule, dat een tweede referentieoppervlak omvat en organen die bevestigd zijn met betrekking tot het tweede referentieoppervlak, voor het reduceren van de hoeveelheid 10 verstrooide röntgenstralen die worden opgevangen door de detector; - basis dragerorganen, die aan het röntgenstelsel kunnen worden bevestigd, voor het dragen van de detector en de anti-verstrooiingsmodulen, met een basisreferentieoppervlak en positioneringsorganen voor het op de juiste wijze positioneren en fixeren van elk van de genoemde modulen aan het basisdragerorgaan en met betrekking tot elkaar; 15 waarbij de positioneerorganen drie pennen omvatten die zich door het basisreferentieoppervlak uitstrekken, en die zodanig met betrekking tot het basisoppervlak zijn bevestigd, dat de eerste van die pennen met de detectormodule samenwerkt en de tweede van die pennen met de anti-verstrooiingsmodule, zodat de referentieoppervlakken van elk van de modulen zodanig onderling met het basisreferentieoppervlak tegen elkaar komen te staan dat de detectormodule en de anti-verstrooiingsmodule nauwkeurig zijn gepositioneerd 20 met betrekking tot de bron wanneer de modulen en het basisdragerorgaan zijn bevestigd aan het röntgenstelsel.
Een dergelijke opstelling is bekend uit het Amerikaanse octrooischrift US-A 4.338.521. Bij een dergelijke opstelling is het van belang om nauwkeurig geplaatste detectoren te hebben en om nauwkeurig op tijd metingen uit te voeren, om te voorkomen dat het beeld dat met de inrichting wordt verkregen onnauwkeurig-25 heden bevat. De uitvinding heeft tot doel de nauwkeurigheid te vergroten waarmee de detectormodules en de anti-verstrooiingsmodules worden geplaatst. Dit doel wordt bereikt door een opstelling van de in de aanhef genoemde soort, waarbij de derde van die pennen samenwerkt en gemeenschappelijk is met zowel de detector als de anti-verstrooiingsmodules. De plaats van elk anti-verstrooiingsmoduul en elk detector-moduul op het uitsteeksel wordt nauwkeurig bepaald door een stelpen die is ingebracht door de ronde 30 referentieopening van de moduul en een referentieopening van het uitsteeksel, dat is aangebracht in het referentieoppervlak van het uitsteeksel, en het uitrichten van elke anti-verstrooiingsmoduul en elke detectormoduul wordt bepaald door een stelpen in zowel de referentiesleuf ervan als een referentieopening in het uitsteeksel. Voor een opbouw met minder tolerantie, kan de plaats van zowel een anti-verstrooiingsmoduul als een detectormoduul worden bepaald door een gemeenschappelijke stelpen en 35 referentieopening van het uitsteeksel, en elk anti-verstrooiingsmoduul kan worden geplaatst door een primaire referentieopening van het uitsteeksel.
De uitvinding zal nu aan de hand van de tekeningen en'de beschrijving in het volgende nader worden toegelicht, waarbij: 40 figuur 1 is een axiaal aanzicht van een CAT-scanner volgens de voorkeursuitvoering; figuur 2 is een uit elkaar getrokken perspectivisch bovenaanzicht, gedeeltelijk weggesneden, en toont de modulaire opstelling van de voorkeursuitvoeringsvorm van het detectorstelsel; figuur 3 is een perspectivisch onderaanzicht van de voorkeursuitvoeringsvorm van de detectormoduul; figuur 4 is een axiaal aanzicht van de voorkeursuitvoeringsvorm van een uitsteeksel voor het gefixeerd 45 ondersteunen van de detector- en anti-verstrooiingsmodulen, en voor het monteren van het detectorsamen-stel aan het portaal zodat de modulen op de juiste wijze zijn uitgericht met het scanvlak van de scanner; figuur 5 is een axiaal aanzicht van drie detectormodulen en een anti-verstrooiingsmoduul, bevestigd aan het uitsteeksel van de voorkeursuitvoeringsvorm van het detectorsamenstel; en figuur 6 is een tangentiale dwarsdoorsnede langs de lijn 6-6 in figuur 5.
50
Onder verwijzing naar de tekeningen voor een meer volledig begrip van de opstelling, geeft figuur 1 een uitvoeringsvorm van de verbeterde CAT-scanner 8 weer. Om te voorzien in de gegevens voor een CAT-scanning, omvat de scanner 8 een röntgenbron 12 en een detectorsamenstel 14, gemonteerd op een ring of schijf 10. De bron 12 en het detectorsamenstel 14 worden geroteerd om de rotatieas 16 (die zich 55 loodrecht op het aanzicht, getoond in figuur 1 uitstrekt) om te roteren rond het voorwerp 18 dat zich uitstrekt door de centrale opening van de schijf gedurende de CAT-scanning. Het voorwerp 18 kan een deel van een levende menselijke patiënt zijn, zoals het hoofd of de romp. De bron 12 zendt binnen het scanvlak 194819 2 (loodrecht op de rotatieas 16) een continue waaiervormige bundel 20 röntgenstralen uit, die worden geregistreerd door de detectoren van het samenstel 14 nadat ze door het voorwerp 18 zijn gegaan. Een reeks anti-verstrooiingsplaten 22 is geplaatst tussen het voorwerp 18 en de detectoren van het samenstel 14 om te voorkomen dat verstrooide stralen worden geregistreerd door de detectoren. In de voorkeurs-5 uitvoeringsvorm is het aantal detectoren 384 over een boog van 48°, hoewel het aantal en de hoek kunnen variëren. De schijf 10, die op voordelige wijze van lichtgewicht materiaal zoals aluminium kan zijn, laat men snel en geleidelijk roteren rond de as 16. De schijf 10 heeft een open frameconstructie zodat het voorwerp 18 door de opening van de schijf kan worden gepositioneerd. Het voorwerp 18 kan bijvoorbeeld worden gedragen op een bed of tafel 32, die natuurlijk zo doorzichtig mogelijk moeten zijn voor röntgenstralen.
10 Wanneer de schijf 10 roteert, worden de detectoren van het samenstel 14 periodiek bemonsterd om discrete metingen van röntgenstralen te geven, die in het scanvlak door het voorwerp 18 gaan vanuit vele projectie-hoeken. De metingen worden vervolgens elektronisch verwerkt met geschikte signaalverwerkingsinrichtingen (niet getekend), in overeenstemming met bekende mathematische technieken, om op deze wijze de uiteindelijke beeldinformatie voort te brengen. De beeldinformatie kan vervolgens in een geheugen worden 15 geplaatst, en kan worden geanalyseerd in een computer, of kan op geschikte wijze worden weergegeven.
Vroeger was een grote inspanning vereist om elke detector en de anti-verstrooiingsplaten uit te richten om een juiste plaatsing van deze componenten op de roterende schijf in de bekende tomografische stelsels te verzekeren. Het komt ons voor dat een reden voor de problemen ten aanzien van de uitrichting is te wijten aan het feit dat de opstelling van de detectoren met betrekking tot de bron een poolcoördinaten 20 probleem is, waarbij het centrum van de poolcoördinaten is geplaatst in het brandpunt van de röntgenbron 12. Daarentegen werken machines voor het aanbrengen van monteringsopeningen in de schijf gewoonlijk in het rechthoekige coördinatenstelsel.
In de verbeterde inrichting is derhalve het detectorsamenstel zodanig ontworpen dat de componenten ervan gemakkelijk kunnen worden vervaardigd met standaardmachines die werken in rechthoekige 25 coördinatenstelsels, en, wanneer gemonteerd en bevestigd aan de schijf 10, nauwkeurig zijn uitgericht met de röntgenbron in het poolcoördinatenstelsel van het tomografische stelsel.
Onder verwijzing wederom naar figuur 1 bevat meer in het bijzonder het detectorsamenstel 14 een basisdragerelement in de vorm van een referentiesteun of uitsteeksel 28 dat voorzien is van een vlak uitgangs- of referentieoppervlak dat gemakkelijk en nauwkeurig kan worden bewerkt in het rechthoekige 30 coördinatenstelsel van machines. De detectoren en anti-verstrooiingsplaten worden elk samengesteld tot een aantal identieke modulen 24 en 26 respectievelijk, en de modulen worden ook nauwkeurig bewerkt binnen de rechthoekige coördinaten van standaardmachines. De modulen worden vervolgens nauwkeurig uitgericht en bevestigd aan de referentievlakken van het uitsteeksel 28, en het uitsteeksel wordt gedragen door de schijf 10 met geschikte dragers, zoals de dragers 30, zodat de detectoren allen in het scanvlak 35 liggen en een gelijke hoek met betrekking tot het brandpunt van de röntgenbron 12 maken.
Een opstelling die de gewenste nauwkeurige plaatsing en uitrichting van de anti-verstrooiingsplaten en detectoren tot stand brengt, wordt in detail in figuren 2-12 weergegeven. Met verwijzing in het bijzonder naar figuur 2, omvat het detectorsamenstel het uitsteeksel 28, de detectormodulen 24 en anti-verstrooiingsmodulen 26. Bij gebruik wordt het volledige detectorsamenstel bevestigd in de schijf 10 en kan 40 bijvoorbeeld één uitsteeksel, acht anti-verstrooiingsmodulen en vierentwintig detectormodulen omvatten waarbij elk detectormoduul zestien detectoren omvat. Het uitsteeksel 28, waarvan een axiaal aanzicht is getoond in figuur 4, is bij voorkeur boogvormig met een krommingscentrum dat samenvalt met het brandpunt van de bron 12 wanneer dit op de juiste wijze aan de schijf 10 is bevestigd. Zoals goed te zien is in figuur 6 omvat het uitsteeksel ook twee vlakke parallelle oppervlakken 40 en 42, waarvan het oppervlak 45 40 kan worden beschouwd als een voorste, referentie- of uitgangsoppervlak. Deze vlakke oppervlakken maken het zeer nauwkeurig boren van referentieopeningen in het uitsteeksel 28 mogelijk uit en loodrecht op het referentievlak 40 met gebruikmaking van in de handel verkrijgbare standaardmachines. Zoals goed te zien is in figuren 2 en 4, wordt een reeks primaire referentieopeningen 44, een voor elk anti-verstrooiingsmoduul (en derhalve 8 in getal in de weergegeven uitvoeringsvorm) aangebracht op een boog 50 46 met een vooraf bepaalde kromming, die de openingen op gelijke afstanden laat staan van de röntgenbron 12 wanneer het uitsteeksel op de juiste wijze is bevestigd aan de schijf 10, dat wil zeggen waarbij de bron zich bevindt in het krommingscentrum van de boog 46. De plaatsen van de openingen 44 worden nauwkeurig bepaald met betrekking tot het boogcentrum en met betrekking tot elkaar. Verbonden met elke primaire referentieopening 44 zijn twee secundaire referentieopeningen 48, die zijn aangebracht op dezelfde 55 boog 46 en die nauwkeurig zijn geplaatst met betrekking tot de primaire referentieopeningen. Ook zijn met elke primaire referentieopening 44 drie extra secundaire referentieopeningen 50 verbonden, die zijn aangebracht op een boog 52, concentrisch met boog 46, en nauwkeurig geplaatst met betrekking tot elke 3 194819 , respectieve primaire referentieopening 44. Bovendien kunnen er, zoals goed te zien is in figuur 2, verbonden met elke primaire referentieopening 44, monteringsopeningen 54 en getapte blinde monteringsopenin-gen 56 zijn (zie figuur 2). Een paar doorvoeropeningen 58 (zie figuur 4) zijn van nut om het uitsteeksel 28 vast te klemmen met betrekking tot boorapparatuur die gebruikt wordt voor het boren van alle referentie-5 openingen. Een stelpen 60 wordt bij voorkeur in elke referentieopening 44, 48 en 50 van het uitsteeksel 28 gestoken. Alle stelpennen hebben een zodanige grootte dat zij goed passen in de referentieopeningen, zodat de pennen vastklemmen in de openingen, terwijl zij zich uitstrekken uit het referentievlak 40. De stelpennen 60 bevinden zich derhalve in nauwkeurige clusters van zes (zoals weergegeven door de gestreepte lijnen 62 in figuur 4), drie langs de boog 46 en drie langs de boog 52 met één van elke cluster in 1G een primaire referentieopening 44. Bij voorkeur zal elke stelpen langs de boog 46 een paar vormen met een stelpen langs de boog 52 langs een gemeenschappelijke radiale lijn, zoals de lijn 64, die gaat door het krommingscentrum van de bogen 46 en 52.
Voor een nauwkeurige positionering worden de anti-verstrooiingsplaten 22 eerst samengesteld tot anti-verstrooiingsmodulen 26. Een anti-verstrooiingsmoduul 26 kan bijvoorbeeld achtenveertig anti-15 verstrooiingsplaten 22 bevatten die zijn gemonteerd tussen een basisplaat 70, die zoals getoond in figuren 2 en 6 een vlak buitenvlak 72 heeft, dat wordt beschouwd als referentievlak, en een bovenplaat 74. De onderling tegenover elkaar liggende vlakken van de basisplaat 70 en de bovenplaat 74 bevatten bij voorkeur elk organen voor het dragen van de platen 22 zodat elke plaat radiaal zal worden gericht met het brandpunt wanneer het detectorsamenstel op de juiste wijze is gemonteerd en bevestigd met de schijf. De organen zijn 20 bij voorkeur zeer dunne opgestoken randen 76 die zijn voorzien van positioneringssleuven voor het opvangen van de respectieve anti-verstrooiingsplaten 22. De basis 70 is ook voorzien van een lip 78 om op deze wijze te voorzien in ruimte voor de positioneringsopeningen 80 en 82 en de positioneringssleuf 84. De centra van de openingen 80, 82 en de sleuf 84 liggen langs een boog die gecentreerd is op het brandpunt van de röntgenbron, waarbij de lengteafmeting van de sleuf georiënteerd is langs de lijn die zich uitstrekt 25 van de opening 80 en de sleuf 84. De openingen 80 en 82 en de sleuf 84 zijn zodanig aangebracht, dat zij in lijn staan respectievelijk met een primaire referentieopening 44 en de twee naburige openingen 48 van het uitsteeksel, zodat de verstrooiingsplaten op de juiste wijze zullen worden gepositioneerd met betrekking tot het brandpunt wanneer het uitsteeksel met de schijf is bevestigd. De opening 80 heeft een zodanige grootte dat deze goed passend een stelpen 60A opneemt, en kan worden beschouwd als een primaire 30 referentieopening. De smalste breedte van de sleuf 84 heeft een zodanige grootte dat deze goed passend een stelpen 60C opneemt om zo de anti-verstrooiingsmoduul nauw te positioneren langs de radiale lijnen die zich uitstrekken naar het brandpunt, maar de langwerpige lengte van de sleuf maakt toleranties mogelijk in de afstand tussen de twee stelpennen. De centrumopening 82 heeft een extra grote maat om zonder aanraking de derde centrum-stelpen 60B die is gepositioneerd in de tweede referentieopening 48 langs de 35 boog 46, door te laten. De basisplaat 70 en de plaat 74 kunnen van aluminium zijn voor doeleinden als stabiliteit, lage massa en hoge thermische geleiding, hoewel natuurlijk ook andere materialen zouden kunnen worden gebruikt. De anti-verstrooiingsplaten 22 zijn gewoonlijk van wolfraam.
De geprefereerde detectormoduul 24 is in figuur 3 in detail getoond. Deze moduul bevat een metalen blok 90 met een reeks halfgeleider detectoren 92 en een multi-geleider-lintkabel 94, of andere flexibele 40 verbinding, gemonteerd op een vlak ervan. Het blok 90 is van geëxtrudeerd aluminium, hoewel ook andere materialen kunnen worden gebruikt. De detectoren 92 kunnen elk een scintillatiekristal bevatten om de röntgenenergie om te zetten in iicht, en een fotodiode om het iicht om ie zetten in een elektrische stroom.
De dioden kunnen worden gevormd met bekende technieken op een substraat 96 en de kristallen kunnen direct op de bovenzijde van de dioden worden aangebracht. De multi-geleiderlintkabel 94 wordt bevestigd 45 door solderen (of op andere wijze) aan het substraat 96 zodat de uitgang van elke detector afzonderlijk via een corresponderende geleider in de lintkabel wordt gevoerd naar de signaalverwerkingscomponenten van de scanner. Het voltooide substraatsamenstel kan worden bevestigd op het blok 90. De moduul 24 kan bijvoorbeeld 16 detectoren bevatten. Indien ze worden gemonteerd met boogintervallen van 1/8 graad, zullen hun centra in de voorkeursuitvoeringsvorm een afstand hebben van minder dan twee millimeter. De 50 uniformiteit van de detectorafstand is, zoals in het voorafgaande besproken, belangrijk voor het toewijzen van metingen aan de juiste pixels in het gereconstrueerde beeld. Terwijl uniformiteit van detector-karakteristieken wenselijk is, wordt in de praktijk elke detector bij voorkeur gecalibreerd over het verwachte temperatuurgebied. Derhalve is een goede thermische binding voor uniforme detectortemperatuur wenselijk.
Het blok 90 heeft een vlak oppervlak 98 voor montage tegen het uitsteekseloppervlak 40. Het oppervlak 55 98 kan worden beschouwd als een referentieoppervlak. Een sectie van het blok nabij de detectoren is teruggeweken om een ander vlak oppervlak 100 te vormen parallel aan het oppervlak 98. De mate van terugwijking overschrijdt de dikte van de lip 78 van de moduul 26, zodat het oppervlak 100 de bovenzijde 194819 4 van de lip niet zal raken wanneer beide oppervlakken 98 en 72 van de detectormoduul en anti-verstrooiingsmoduul respectievelijk tegen het referentieoppervlak van het uitsteeksel 28 aan liggen. Voor een nauwkeurige plaatsing van de detectormoduul 24, is een ronde referentieopening 102 aangebracht in en loodrecht op het oppervlak 100 en heeft een zodanige grootte dat deze nauwsluitend een stelpen 60A, 5 60B of 60C opvangt, die zijn gepositioneerd in het uitsteeksel 28 en zich uitstrekken door een respectieve opening 80, 82 of sleuf 84 van de lip 78. De lengteafmeting van een referentiesleuf 104 in het oppervlak 98 is aangebracht op een lijn met de opening 102 die loodrecht staat op de reeks detectoren. De breedte van de sleuf 104, is in de richting, parallel aan de detectoropstelling, zodanig gedimensioneerd dat een nauwsluitende passing over een stelpen 60D aanwezig is, maar er is voorzien in een speling in de 10 lengterichting ervan om toleranties in de ruimte tussen de respectieve pen 60A, 60B of 60C waarmee de pen 60D een paar vormt, onder te brengen. Een opening 106 door het blok 90 is aangebracht en heeft een zodanige grootte dat deze een monteringsbout 110 (zie figuur 6) opneemt en is overmatig uitgevoerd met betrekking tot de getapte blinde monteringsopening 56 om op deze wijze elke tolerantie tussen de openingen 48, 56 en 50 van het uitsteeksel 26 onder te kunnen brengen langs de radiale lijn waaraan de 15 detector is bevestigd. De detectoren 92 zijn zo zeer nauwkeurig gepositioneerd met betrekking tot de referentieopening 102 en de referentiesleuf 104.
Wanneer de opstelling wordt samengesteld zoals aangegeven in figuur 2, rusten het vlakke oppervlak 72 van elke anti-verstrooiingsmoduul 26 en het vlakke oppervlak 98 van elke detectormoduul 24 tegen het referentievlak 40 van het uitsteeksel. Elk anti-verstrooiingsmoduul wordt geplaatst door de stelpen 60A die 20 zich uitstrekt door de referentieopening 80 ervan in een primaire referentieopening 44 en wordt uitgericht door de stelpen 60C die zich uitstrekt door de referentiesleuf 84 ervan in een referentieopening 48 van het uitsteeksel. De stelpen 60B, die zich uitstrekt door de vergrote opening 82 raakt de moduul 26 niet. Elke detectormoduul 24 wordt geplaatst door een stelpen 60A, 60B of 60C, die zich uitstrekken van de respectieve referentieopening 102 ervan via een opening in de lip 78 van een anti-verstrooiingsmoduul 26 naar 25 een respectieve referentieopening 44 of 48 in het uitsteeksel 28. Deze wordt evenzo uitgericht door een stelpen 60D die zich uitstrekt vanuit de referentiesleuf 104 naar een referentieopening 50 in het uitsteeksel 28. Een bout 110 via de detectormoduulopening 106 naar een van schroefdraad voorziene opening 56 van het uitsteeksel 28 bevestigt elk moduul 24 stevig aan het uitsteeksel 28, terwijl anti-verstrooiingsmodulen worden bevestigd door vier bouten (niet getekend) aan het uitsteeksel. Dit modulaire samenstel is getoond 30 in figuren 5 en 6.
In deze opstelling wordt aan het doel van de verbetering, te weten het uniform apart en op gelijke afstanden plaatsen vanaf de röntgenbron van de detectoren en het zodanig opstellen van de anti-verstrooiingsplaten dat zij tussen de detectoren vallen en hierop geen schaduw werpen, voldaan door een combinatie van factoren: ten eerste, in plaats van het radiaal positioneren van de monteringsopeningen naar 35 de monteringsstructuur van de schijf, wordt voorzien in een boogvormig uitsteeksel met vlakke oppervlakken loodrecht op de as van de boog. Dit geeft een uitgangsvlak, waarna openingen parallel aan de as van deze boog kunnen worden aangebracht. Deze vlakke oppervlakken maken een veel nauwkeuriger plaatsing van referentieopeningen mogelijk.
Ten tweede wordt elk moduul op zijn juiste plaats gehouden door twee pennen die worden aangebracht 40 in de geboorde referentieopeningen. Slechts één pen komt echter in een ronde opening van de moduul; de ander komt in een sleuf die langwerpig in lijn met de ronde opening staat. Deze opstelling van opening en sleuf in plaats van een opstelling met twee ronde openingen is mogelijk.
Tenslotte plaatsen dezelfde pennen die een anti-verstrooiingsmoduul positioneren, ook twee van de drie daarmee verbonden detectormodulen. De verbonden detectoren en anti-verstrooiingsplaten zijn derhalve 45 aangepast aan dezelfde primaire referentieplaats, en elk anti-verstrooiingsmoduul is aangepast aan een primaire referentieopening in het uitsteeksel. De nauwkeurigheid van de geboorde referentieopeningen wordt derhalve overgebracht op de moduulplaatsing zonder geaccumuleerde toleranties. Het resultaat is dat de nauwkeurigheid waarmee de afzonderlijke modulen worden vervaardigd, minimaal is verminderd bij het samenstellen van de acht anti-verstrooiingsmodulen en vierentwintig detectormodulen op het uitsteeksel.
50 Vervanging in het veld van een of meer modulen wordt derhalve mogelijk zonder dat de behoefte bestaat om de gehele opstelling opnieuw uit te richten. Tenslotte worden beide modulen 24 en 26 gemakkelijk vervaardigd uit standaard materialen, waarbij de plaatsing van de anti-verstrooiingsplaten en openingen gemakkelijk tot stand wordt gebracht met gebruikmaking van het rechthoekige coördinatenstelsel van standaardmachines.

Claims (4)

5 194819 ' Conclusies
1. Modulaire opstelling voor een röntgendetectorsamenstel voor gebruik met een röntgenbron in een röntgenstelsel, waarbij de opstelling omvat: 5. ten minste een detectormodule, waarbij deze detectormodule een referentieoppervlak omvat en een of meer detectoren, die met betrekking tot het referentieoppervlak zijn bevestigd, voor het detecteren van röntgenstralen die door de bron zijn opgewekt; — ten minste een anti-verstrooiingsmodule, dat een tweede referentieoppervlak omvat en organen die bevestigd zijn met betrekking tot het tweede referentieoppervlak, voor het reduceren van de hoeveelheid 10 verstrooide röntgenstralen die worden opgevangen door de detector; - basis dragerorganen, die aan het röntgenstelsel kunnen worden bevestigd, voor het dragen van de detector en de anti-verstrooiingsmodulen, met een basisreferentieoppervlak en positioneringsorganen voor het op de juiste wijze positioneren en fixeren van elk van de genoemde modulen aan het basis-dragerorgaan en met betrekking tot elkaar; 15 waarbij de positioneerorganen drie pennen omvatten die zich door het basisreferentieoppervlak uitstrekken, en die zodanig met betrekking tot het basisoppervlak zijn bevestigd, dat de eerste van die pennen met de detectormodule samenwerkt en de tweede van die pennen met de anti-verstrooiingsmodule, zodat de referentieoppervlakken van elk van de modulen zodanig onderling met het basisreferentieoppervlak tegen elkaar komen te staan dat de detectormodule en de anti- 20 verstrooiingsmodule nauwkeurig zijn gepositioneerd met betrekking tot de bron wanneer de modulen en het basisdragerorgaan zijn bevestigd aan het röntgenstelsel, met het kenmerk dat de derde van die pennen samenwerkt en gemeenschappelijk is met zowel de detector als de anti-verstrooiingsmodules.
2. Opstelling volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat elk van de detector en anti-verstrooiingsmodulen (a) één cirkelvormige opening omvatten voor het nauwsluitend opvangen van de derde van die pennen en 25 (b) een sleuf met een breedte die smaller is dan de lengte ervan, waarbij de lengte van de sleuf in lijn staat met die ene opening, en de breedte van de sleuf van de modules zodanig is bemeten, dat deze nauwsluitend de respectieve eerste en tweede van die pennen ontvangen terwijl de lengte van de sleuven van de modules toleranties toelaat tussen de eerste en derde en tussen de tweede en derde van die pennen.
3. Opstelling volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat een van de modules een lip omvat voor het 30 uitstrekken van zijn referentieoppervlak en dat de andere module een uitsparing bevat voor het ontvangen van deze lip zodat de referentieoppervlakken van de modules coplanair zijn en in contact zijn met het referentieoppervlak van het basisdragerorgaan wanneer de modulen zijn bevestigd aan het basisdragerorgaan door het positioneringsorgaan.
4. Opstelling volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat elk van de verstrooiingsmodules met betrekking tot 35 het basisdragerorgaan wordt gepositioneerd door twee pennen en dat twee van de detectormodules respectievelijk elk één van de twee pennen delen die worden gebruikt voor het dragen van één van de corresponderende anti-verstrooiingsmodulen. Hierbij 3 bladen tekening
NL9520008A 1994-02-03 1995-02-03 Modulaire detector opstelling voor röntgen-tomografisch stelsel. NL194819C (nl)

Applications Claiming Priority (4)

Application Number Priority Date Filing Date Title
US19094594A 1994-02-03 1994-02-03
US19094594 1994-02-03
PCT/US1995/001303 WO1995020910A1 (en) 1994-02-03 1995-02-03 Modular detector arrangement for x-ray tomographic system
US9501303 1995-02-03

Publications (3)

Publication Number Publication Date
NL9520008A NL9520008A (nl) 1996-12-02
NL194819B NL194819B (nl) 2002-12-02
NL194819C true NL194819C (nl) 2003-04-03

Family

ID=22703441

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL9520008A NL194819C (nl) 1994-02-03 1995-02-03 Modulaire detector opstelling voor röntgen-tomografisch stelsel.

Country Status (9)

Country Link
US (1) US5487098A (nl)
JP (1) JP3132663B2 (nl)
KR (1) KR100194195B1 (nl)
CN (1) CN1139872A (nl)
AU (1) AU1609795A (nl)
BR (1) BR9506680A (nl)
DE (1) DE19581491C2 (nl)
NL (1) NL194819C (nl)
WO (1) WO1995020910A1 (nl)

Families Citing this family (47)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
JPH09131338A (ja) * 1995-11-07 1997-05-20 Toshiba Corp X線検出装置
US5867554A (en) * 1996-06-20 1999-02-02 Siemens Aktiengesellschaft Spiral scan computed tomography apparatus having a modular surface detector for radiation
US5668851A (en) * 1996-06-21 1997-09-16 Analogic Corporation X-ray Tomography system with stabilized detector response
US5781606A (en) * 1996-07-25 1998-07-14 Analogic Corporation X-ray tomography system with substantially continuous radiation detection zone
US5757878A (en) * 1996-08-16 1998-05-26 Analogic Corporation Detector arrangement for x-ray tomography system
US5912938A (en) * 1996-10-07 1999-06-15 Analogic Corporation Tomography system having detectors optimized for parallel beam image reconstruction
US6144718A (en) * 1997-11-26 2000-11-07 General Electric Company Flexible cable connection for detector module
US6115448A (en) * 1997-11-26 2000-09-05 General Electric Company Photodiode array for a scalable multislice scanning computed tomography system
US5991357A (en) * 1997-12-16 1999-11-23 Analogic Corporation Integrated radiation detecting and collimating assembly for X-ray tomography system
US6181767B1 (en) 1999-04-01 2001-01-30 Analogic Corporation Integrated, self-aligning X-ray detector
JP4476471B2 (ja) * 2000-11-27 2010-06-09 株式会社東芝 X線コンピュータ断層撮影装置
DE10145997B4 (de) * 2001-09-18 2011-03-03 Siemens Ag Hochauflösungsblende für Computertomographen
US6687334B2 (en) 2002-05-31 2004-02-03 General Electric Company X-ray collimator and method of construction
US6778637B2 (en) * 2002-09-20 2004-08-17 Koninklijke Philips Electronics, N.V. Method and apparatus for alignment of anti-scatter grids for computed tomography detector arrays
US7177387B2 (en) * 2003-11-29 2007-02-13 General Electric Company Self-aligning scintillator-collimator assembly
US7190759B2 (en) * 2002-12-19 2007-03-13 General Electric Company Support structure for Z-extensible CT detectors and methods of making same
US7492857B2 (en) * 2002-12-19 2009-02-17 General Electric Company Self-aligning scintillator-collimator assembly
ATE529045T1 (de) * 2003-07-22 2011-11-15 Koninkl Philips Electronics Nv Strahlungsmaske für einen zweidimensionalen ct detektor
JP3888990B2 (ja) * 2003-10-22 2007-03-07 ジーイー・メディカル・システムズ・グローバル・テクノロジー・カンパニー・エルエルシー コネクタおよび放射線断層撮影装置
DE10354497A1 (de) * 2003-11-21 2005-06-30 Siemens Ag Detektor für ein Tomografie-Gerät
WO2005052636A1 (en) * 2003-11-28 2005-06-09 Philips Intellectual Property & Standards Gmbh Radiation detector module
US7235790B2 (en) * 2004-02-17 2007-06-26 Ge Medical Systems Global Technology Company, Llc Methods and apparatus for radiation detection
WO2005096946A1 (en) 2004-04-06 2005-10-20 Philips Intellectual Property & Standards Gmbh Modular device for the detection and/or transmission of radiation
DE102004044901A1 (de) * 2004-09-14 2006-03-30 Siemens Ag Detektor, aufweisend ein Detektorgehäuse und mehere Detektormodule und Computertomographiegerät mit einem solchen Detektor
CN1995993B (zh) 2005-12-31 2010-07-14 清华大学 一种利用多种能量辐射扫描物质的方法及其装置
CN100403986C (zh) * 2006-05-16 2008-07-23 杨诚 医学放射治疗相关设备定位精度的检测方法及其装置
CN101903764B (zh) * 2007-12-19 2012-08-29 皇家飞利浦电子股份有限公司 转子和x射线ct扫描器
CN101470086B (zh) * 2007-12-29 2012-11-28 清华大学 探测器装置及具有该探测器装置的ct检查系统
WO2010133984A2 (en) 2009-05-20 2010-11-25 Koninklijke Philips Electronics, N.V. Detector array with pre-focused anti-scatter grid
JP5683807B2 (ja) * 2009-12-25 2015-03-11 株式会社東芝 X線ct装置用x線検出器のコリメータ
JP2013545082A (ja) 2010-10-08 2013-12-19 タートル・ベイ・パートナーズ,エルエルシー 3次元散乱防止集束グリッド、及び同グリッドの製造方法
US9048002B2 (en) 2010-10-08 2015-06-02 Turtle Bay Partners, Llc Three-dimensional focused anti-scatter grid and method for manufacturing thereof
JP5674424B2 (ja) * 2010-11-11 2015-02-25 株式会社日立メディコ 放射線検出器とそれを備えたx線ct装置
JP5815488B2 (ja) * 2012-08-28 2015-11-17 ジーイー・メディカル・システムズ・グローバル・テクノロジー・カンパニー・エルエルシー 放射線検出装置および放射線撮影装置
CN103845066B (zh) * 2012-12-07 2018-06-19 上海联影医疗科技有限公司 X射线防散射栅格结构、探测器装置及医学影像系统
US9116022B2 (en) * 2012-12-07 2015-08-25 Analog Devices, Inc. Compact sensor module
WO2014145966A2 (en) * 2013-03-15 2014-09-18 Turtle Bay Partners, Llc Practical method for fabricating foam interspaced anti-scatter grid and improved grids
JP6038733B2 (ja) * 2013-06-18 2016-12-07 浜松ホトニクス株式会社 放射線検出ユニットの製造方法
JP2015000290A (ja) 2013-06-18 2015-01-05 浜松ホトニクス株式会社 放射線検出モジュール及び放射線検出ユニット
US10791999B2 (en) * 2014-02-04 2020-10-06 General Electric Company Interface for gantry and component
DE102014205735B4 (de) 2014-03-27 2017-10-12 Siemens Healthcare Gmbh Röntgendetektor für einen Computertomographen
US9788804B2 (en) * 2014-07-22 2017-10-17 Samsung Electronics Co., Ltd. Anatomical imaging system with improved detector block module
JP6776024B2 (ja) * 2016-06-30 2020-10-28 キヤノンメディカルシステムズ株式会社 X線検出器、x線検出器モジュール、支持部材及びx線ct装置
JP7166833B2 (ja) * 2018-08-03 2022-11-08 キヤノンメディカルシステムズ株式会社 放射線検出器及び放射線検出器モジュール
JP2022510692A (ja) 2018-12-06 2022-01-27 アナログ ディヴァイスィズ インク パッシブデバイスアセンブリを備えた集積デバイスパッケージ
US11762108B2 (en) * 2020-01-21 2023-09-19 LightSpin Technologies Inc. Modular pet detector comprising a plurality of modular one-dimensional arrays of monolithic detector sub-modules
US11664340B2 (en) 2020-07-13 2023-05-30 Analog Devices, Inc. Negative fillet for mounting an integrated device die to a carrier

Family Cites Families (11)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
JPS55137656A (en) * 1979-04-13 1980-10-27 Toshiba Corp Radiation detector
DE2940380A1 (de) * 1979-10-05 1981-04-23 Philips Patentverwaltung Gmbh, 2000 Hamburg Strahlennachweisvorrichtung
US4306155A (en) * 1980-04-04 1981-12-15 General Electric Company Gas-filled x-ray detector with improved window
DE3017494A1 (de) * 1980-05-07 1981-11-12 Siemens AG, 1000 Berlin und 8000 München Strahlendiagnostikeinrichtung
US4338521A (en) * 1980-05-09 1982-07-06 General Electric Company Modular radiation detector array and module
US4414473A (en) * 1981-02-23 1983-11-08 General Electric Company Resilient mount for modular detector cell
US4429227A (en) * 1981-12-28 1984-01-31 General Electric Company Solid state detector for CT comprising improvements in collimator plates
FR2566176B1 (fr) * 1984-06-19 1986-08-29 Thomson Cgr Multidetecteur a chambres d'ionisation
DE3817724C2 (de) * 1988-05-25 1996-04-04 Siemens Ag Computertomograph
JPH0619441B2 (ja) * 1989-06-21 1994-03-16 株式会社東芝 X線検出器およびx線ctスキャナ装置
JP2906504B2 (ja) * 1990-01-05 1999-06-21 株式会社日立メディコ 放射線ct装置

Also Published As

Publication number Publication date
DE19581491T1 (de) 1997-06-19
NL9520008A (nl) 1996-12-02
KR100194195B1 (ko) 1999-06-15
WO1995020910A1 (en) 1995-08-10
BR9506680A (pt) 1997-09-09
CN1139872A (zh) 1997-01-08
JPH09508305A (ja) 1997-08-26
JP3132663B2 (ja) 2001-02-05
DE19581491C2 (de) 1999-11-11
NL194819B (nl) 2002-12-02
US5487098A (en) 1996-01-23
AU1609795A (en) 1995-08-21

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL194819C (nl) Modulaire detector opstelling voor röntgen-tomografisch stelsel.
NL1006338C2 (nl) Röntgentomografiestelsel met gestabiliseerde detectorresponsie.
US5757878A (en) Detector arrangement for x-ray tomography system
EP1551301B1 (en) Symmetrical multiple-slice computed tomography data measurement system
JP4070283B2 (ja) コリメータ、コリメータ用のコーミング用具及びx線を検出する装置
US4338521A (en) Modular radiation detector array and module
US7177387B2 (en) Self-aligning scintillator-collimator assembly
US5965893A (en) X-ray CT solid-state detector
NL9520010A (nl) Tomografie detector temperatuurcompensatie.
US20060124856A1 (en) Detector bar or detector formed from a number of detector bars, and computed-tomography unit with such a detector
WO1998004193A1 (en) X-ray tomography system with substantially continuous radiation detection zone
JPH1039032A (ja) ガンマカメラシステム
US4057726A (en) Collimator trans-axial tomographic scintillation camera
WO1999030615A1 (en) Integrated radiation detecting and collimating assembly for x-ray tomography system
NL1014800C2 (nl) Geïntegreerd zelf-uitlijnend röntgendetectorsamenstel voor een computerröntgentomografiestelsel.
US20130223595A1 (en) Grating for phase contrast imaging
EP2704155B1 (en) Radiation detecting apparatus and radiation imaging apparatus
ATE98027T1 (de) Tomographisches aufnahmeverfahren mit zwei detektoren, wobei das visierzentrum und das rotationszentrum abstand haben.
NL1007211C2 (nl) CT-scanner met gesimuleerde parallelle bundel.
US7655915B2 (en) Collimator assembly for computed tomography system
US6617582B2 (en) Scintillation camera having multiple fields of view
US7235788B2 (en) Detector for a tomography unit
RU96108757A (ru) Рентгеновский вычислительный томограф
CN115005852A (zh) 一种新型探测系统
EP0222442A1 (en) Improved double crystal X-ray spectrometer

Legal Events

Date Code Title Description
A1B A search report has been drawn up
BC A request for examination has been filed
V2 Lapsed due to non-payment of the last due maintenance fee for the patent application

Effective date: 20030901