NL194703C - Inrichting voor het genereren, detecteren en kenmerken van een rasterbeeld van de contour van een voorwerp. - Google Patents

Inrichting voor het genereren, detecteren en kenmerken van een rasterbeeld van de contour van een voorwerp. Download PDF

Info

Publication number
NL194703C
NL194703C NL8800271A NL8800271A NL194703C NL 194703 C NL194703 C NL 194703C NL 8800271 A NL8800271 A NL 8800271A NL 8800271 A NL8800271 A NL 8800271A NL 194703 C NL194703 C NL 194703C
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
light beam
reflector
light
retro
detector
Prior art date
Application number
NL8800271A
Other languages
English (en)
Other versions
NL194703B (nl
NL8800271A (nl
Original Assignee
Tomra Systems As
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Tomra Systems As filed Critical Tomra Systems As
Publication of NL8800271A publication Critical patent/NL8800271A/nl
Publication of NL194703B publication Critical patent/NL194703B/nl
Application granted granted Critical
Publication of NL194703C publication Critical patent/NL194703C/nl

Links

Classifications

    • GPHYSICS
    • G01MEASURING; TESTING
    • G01BMEASURING LENGTH, THICKNESS OR SIMILAR LINEAR DIMENSIONS; MEASURING ANGLES; MEASURING AREAS; MEASURING IRREGULARITIES OF SURFACES OR CONTOURS
    • G01B11/00Measuring arrangements characterised by the use of optical techniques
    • G01B11/24Measuring arrangements characterised by the use of optical techniques for measuring contours or curvatures
    • G01B11/2433Measuring arrangements characterised by the use of optical techniques for measuring contours or curvatures for measuring outlines by shadow casting

Landscapes

  • Physics & Mathematics (AREA)
  • General Physics & Mathematics (AREA)
  • Length Measuring Devices By Optical Means (AREA)
  • Optical Radar Systems And Details Thereof (AREA)

Description

1 194703
Inrichting voor het genereren, detecteren en kenmerken van een rasterbeeld van de contour van een voorwerp
De uitvinding betreft een inrichting voor het genereren, detecteren en Kenmerken van een rasterbeeld van 5 de contour van een voorwerp, waarbij een smalle geconcentreerde lichtbundel met een eerste verspreidingshoek geëmitteerd wordt naar een lichtbundeldeflector, die de lichtbundel herhaaldelijk zwaait in een vlak, waardoorheen dat voorwerp wordt geleid, en waarbij de lichtbundels, die niet afgeschermd worden door het voorwerp worden opgevangen en opto-elektrisch omgezet worden in elektrische signalen, die karakteristiek zijn voor de incrementele delen van een rasterbeeld van het voorwerp, welke elektrische 10 signalen worden verwerkt om een karakteristieke weergave van de contour van het object te verkrijgen.
Een inrichting van het genoemde type is bekend uit het Amerikaanse octrooischrift 4.055.834 volgens welke de smalle geconcentreerde lichtbundel die wordt toegepast een laserbundel is en waarbij de deflectormiddelen voor de lichtbundel worden gevormd door een roterende spiegel. De niet door het voorwerp afgeschermde lichtbundels worden volgens het Amerikaanse octrooischrift ontvangen door een 15 lichtdetectorkolom omvattende een bepaald aantal optische vezels, die boven elkaar en op een afstand tot elkaar zijn geplaatst, waarbij de respectieve lichtopnemende einden van de vezels in een vlak zijn opgesteld met die onderlinge afstand van de lichtdetectorkolom en waarbij de respectieve lichtuitzendende einden verzameld zijn in een gemeenschappelijk opto-elektrisch middel. Deze bekende detectorkolom is echter duur en een zorgvuldige opstelling van de kolom is nodig om te waarborgen dat de laserbundel elk 20 afzonderlijk lichtontvangend einde van de respectieve optische vezels kan bereiken.
Het is het doel van de uitvinding de bekende inrichting te verbeteren, door een technische vereenvoudiging van de inrichting zonder het resultaat van de detectie nadelig te beïnvloeden, en de gehele inrichting minder kostbaar te maken.
Volgens de uitvinding is de bovengenoemde inrichting gekarakteriseerd door het feit dat een retroreflec-25 tor aanwezig is, zodanig dat de lichtbundels die niet door het voorwerp worden afgeschermd, gereflecteerd worden in dat vlak, en dat de detector de gereflecteerde lichtbundels ontvangt en transformeert in de elektrische signalen.
Opgemerkt wordt dat een rasterreflector in een inrichting voor het meten van afmetingen op zich bekend is uit het Amerikaanse octrooischrift 3.744.915. De rasterreflector bepaalt reflecterende en niet-reflecterende 30 delen, maar wordt in feite gebruikt als pulsgenerator.
Andere kenmerken van de uitvinding zullen duidelijk worden uit de conclusies alsmede uit de beschrijving aan de hand van de tekening van uitvoeringsvoorbeelden. In de tekening toont: figuur 1 een eerste uitvoeringsvorm van een inrichting volgens de uitvinding met een eerste type 35 retro-reflector, figuur 2 een modificatie van de retro-reflector uit figuur 1, figuur 2a een modificatie van figuur 1 voorzien van de retro-reflector volgens figuur 2, figuur 3 een schematisch bovenaanzicht van de bewegingsbaan van een voorwerp, dat de inrichting volgens figuren 1 en 2 moet passeren, 40 figuur 4 een modificatie van de inrichting uit figuur 1 (en 2) met de bewegingsbaan van een voorwerp dat de inrichting volgens de uitvinding moet passeren, figuur 5 de lichtbundels die uitgezonden worden uit de lichtbundel deflecterende middelen en gereflecteerde lichtbundels die aankomen op de lichtdetectormiddelen, figuur 6 een modificatie van figuur 5, 45 figuur 7 een modificatie van figuur 6, figuur 8 een schematische benadering volgens welke het lichtbundelzwaaivlak beweegt in een tweede vlak dat loodrecht op het zwaaivlak staat, figuur 9 een modificatie van de inrichting volgens figuur 8, figuur 10 een modificatie van de inrichting volgens de figuren 1 en 4 gebruikmakend van een collimerend 50 optisch element, dat ervoor zorgt dat de lichtbundels vrijwel evenwijdig verlopen langs de aftastende zone.
Een smalle lichtbundel 1 wordt uitgezonden vanuit een lichtbron 2, die werkzaam is in een continu bedrijf in de uitvoering volgens figuur 1. De lichtbron kan een laser, een lichtemitterende diode of een andere lichtbron zijn welke geen laser is. Voorbeelden van lasers, die genoemd worden, zijn een laserdiode, een 55 halfgeleiderlaser, een kleurlaser, een gaslaser. Indien een laserdiode, een LED of een andere lichtbron welke geen laser is, wordt gebruikt, moet een collimerende lens aanwezig zijn voor de lichtbron om te waarborgen dat wat wordt uitgezonden uit een lichtbron 2 een smalle geconcentreerde lichtbundel is. De 194703 2 lichtbundel moet zwaaien over een hoek α met behulp van een licht afbuigend middel 3, dat is voorzien van roterende spiegels. In de tekening zijn de lichtafbuigende middelen voorzien van vier spiegelvlakken maar ook kunnen meer ol minder spiegelvlakken worden gebruikt. Lichtafbuigende middelen 3 worden aangedreven door een motor 4, die een regelbare snelheid heeft.
5 In een modificatie van figuur 1 kan de spiegel oscilleren in plaats van roteren.
Zoals duidelijk zal zijn uit figuur 1, wordt de lichtbundel 1 uitgezonden door de lichtafbuigende middelen 3 in de vorm van een smalle geconcentreerde lichtbundel 1', die gericht is op een retro-reflector 5. De retro-reflector in figuur 1 is in deze uitvoeringsvorm voorzien van een aantal smalle niet-reflecterende stroken 6, die onderling op afstand van elkaar zijn opgesteld. De bovenste en benedenste delen van de 10 retroreflector zijn voorzien van niet-reflecterende zones, aangegeven met respectievelijk de verwijzingscijfers 7 en 8. Het doel van de niet-reflecterende zones 7 en 8 is om het begin en het einde van het actieve deel (stroken 9) van de retroreflector 5 aan te geven.
De retro-reflector 5 kan bestaan uit een conventioneel reflecterend materiaal waarop de stroken 6 en een niet-reflecterende zone 7, 8 aanwezig zijn. Het doel van de stroken 6 is het vormen van corresponderende 15 tussengelegen stroken 9, die reflecterend zijn, zodat de gereflecteerde lichtbundels 10 zullen aankomen op een opto-elektrische detector 11 op intermitterende wijze, aangezien de zwaaiende lichtbundel 1' alleen gereflecteerd wordt door de stroken 9. Het zal duidelijk zijn dat de inrichting uit de figuren 1-4 in het genoemde Amerikaanse octrooischrift 4 055 834 op deze wijze kan worden vervangen door de bovenbeschreven inrichting. De inrichtingen uit het Amerikaanse octrooischrift die beschreven zijn aan de hand 20 van de figuren 6a, 6b, 7, 8, 10, 11, 12 (met inbegrip van de uitgang van de fotodiode 6) en de figuren 13 en 14, die in dit octrooischrift zijn aangegeven, kunnen vanzelfsprekend worden gebruikt in de onderhavige uitvinding voor verdere signaalverwerking voor de signalen die verschijnen aan de uitgang 12 van de opto-elektrische fotodetector 11. Zoals blijkt uit figuur 1 zullen de gereflecteerde lichtbundels 10 de detector 11 treffen onder een grotere verspreidingshoek, dan die van de lichtbundel 1', wanneer deze geëmitteerd 25 wordt uit de lichtdeflecterende middelen 3. De verspreidingshoek van de lichtbundel 10 is zodanig groot, dat zelfs alhoewel de lichtdeflecterende middelen 3 een deel van de lichtkegel 10 afschermen, een deel van de lichtbundel 10 nog steeds de detector 11 zal treffen. De detector 11 moet een voldoende lichtontvangend oppervlak bezitten om te waarborgen dat ten minste een deel van de lichtbundel 10 ontvangen wordt. In dit opzicht wordt gerefereerd aan figuur 5. Op de detector 11 die van een conventioneel type kan zijn en 30 derhalve slechts schematisch is aangeduid, is het licht uit de lichtbundel 10 dat de detector 11 aangegeven door korte pijlen respectievelijk met getrokken en onderbroken lijnen en aangeduid door respectievelijk de verwijzingscijfers 13 en 13'. Zelfs alhoewel de lichtdeflecterende middelen 3 een deel van de gereflecteerde lichtbundel 10 afschermen (zie verwijzingscijfers 14, 14'), zal nog steeds een aanzienlijk deel van de gereflecteerde lichtbundel 10 de detector 11 treffen.
35 Wanneer de detector 11 dus aan de achterzijde van de lichtdeflecterende middelen 3 is geplaatst, zoals de figuren 1 en 5 tonen, zal een detector 11 detecteren of lichtbundels 1', die gericht zijn naar de reflecterende stroken op de retro-reflector, als bundels 10 worden gereflecteerd. Het feit dat de lichtbundel 10 een grotere verspreidingshoek zal hebben (ten gevolge van de natuurlijke eigenschappen van de retro-reflector) dan de lichtbundel 1', die invalt op de retro-reflector is geen nadeel van de uitvinding maar juist een 40 essentieel kenmerk ervan, aangezien een terugkerende te nauwe lichtbundel vrijwel volledig afgeschermd zou zijn door de lichtdeflecterende middelen 3 volgens de uitvoeringsvorm van de figuren 1 en 5. Het is dus een voofwaarde van de uitvoeringsvorm van figuur 5 dat de tweede verspreidingshoek voldoende groot is.
Indien deze tweede verspreidingshoek niet groot genoeg is of indien om andere reden deze niet geschikt is om de detector dicht achter de lichtdeflector te plaatsen, kan een concept zoals is aangegeven in figuur 6 45 worden gebruikt. In deze modificatie van de opstelling van de detector en lichtdeflectormiddelen is een bundelsplitser 15 schuin in de lichtbaan 1' geplaatst. Detector 11 is zodanig opgesteld dat lichtbundels 10 die gereflecteerd worden door de retro-reflector worden afgebogen bijvoorbeeld 90° naar de detector 11 en een gereflecteerde, gedeflecteerde lichtbundel 10' vormen. Een deel van de gereflecteerde lichtbundel zal vallen door de bundelsplitser 15 als een lichtbundel 10", welke niet gebruikt kan worden.
50 Een deel van de zwaaiende lichtbundel 1' zal dienovereenkomstig worden afgebogen, bij voorkeur onder een hoek van 90°, met behulp van de bundelsplitser 15, welke een lichtbundel 1' vormt, terwijl een ander deel van de zwaaiende lichtbundel 1' door de bundelsplitser 15 zal vallen als een lichtbundel 1'" in de richting van de retro-reflector. Het zal voldoende zijn om de bundelsplitser 15 op een gelijke afstand te plaatsen van de lichtbundeldeflectormiddelen en de detector 11.
55 In figuur 7 is een modificatie van het concept volgens figuur 6 getekend. Een schuinstaande spiegel 16 is opgesteld en voorzien van een gleuf 17 waardoorheen de zwaaiende lichtbundel 1' kan vallen. De lichtbundels 10 die gereflecteerd worden door de retro-reflector zal worden afgebogen door een schuine 3 194703 spiegel 16, bij voorkeur onder een hoek van 90® naar de detector 11. Op deze wijze kan de detector 11 nagenoeg al het gereflecteerde licht 10 ontvangen. In het concept volgens figuur 7 is een kleinere lichtsterkte voor de lichtbundel 1' nodig dan in het geval van de lichtbundel 1' volgens figuur 6.
De opto-elektrische detector 11 zal op de genoemde uitgang 12 herhaaldelijk karakteristieke signalen 5 met de incrementele delen van een rasterbeeld van het voorwerp 18 afgeven (zie de figuren 3 en 4) welke door het detectievlak 19 van deze inrichting vallen (zie figuren 3 en 4). De karakteristieke signalen zullen in het algemeen de vorm van pulstreinen hebben met pulsen die optreden met dezelfde frequentie als waarmee de lichtbundels gereflecteerd worden door de retro-reflector 5.
De signaalverwerking kan geschieden op dezelfde wijze als beschreven is in het Amerikaanse octrooi-10 schrift 4 055 834 met dezelfde eenheden als in deze beschrijving worden aangegeven. Het Amerikaanse octrooischrift wordt dus als opgenomen beschouwd in de onderhavige beschrijving met name wat betreft de weergave in die beschrijving in samenhang met de figuren 6Ί4, met als uitzondering figuur 12, waarbij de beschrijving slechts in verband staat met wat wordt aangegeven betreffende de signaalverwerking van de opto-elektrische detector. Voor de eenvoud zijn de signaalverwerkende circuits in verband met de onderha-15 vige inrichting alleen aangeduid door het verwijzingscijfer 20 (zie figuur 1), aangezien een programmerings-eenheid 21 voor de signaalverwerkende schakelingen aanwezig kan zijn. Communicatie tussen de eenheden 20 en 21 geschiedt via de gegevensbus 22. De signaalverwerkingseenheid 20 is gekoppeld met een weergeef- en/of besturingspaneel 23 via een informatiebus 24. De signaalverbinding tussen de uitgang 12 van de detector 11 en de signaalverwerkingseenheid 20 loopt via een verbinding 25.
20 Wat is opgenomen in de lichtbundelzender 2, de signaalverwerkingseenheid 20, 21, 23 met bijbehorende transmissiemiddelen 22, 24 en 25 alsmede detector 11, de lichtdeflector 3, mogelijkerwijs met de bundel-splitser 15 in figuur 6 op de spiegel 16 in figuur 7 is gemeenschappelijk aangeduid met 26 in de figuren 3 en 4. In het concept van figuur 4 laat men de lichtbundel 1' zwaaien naar een schuinstaande spiegel 27, waarna de lichtbundel 1' afgebogen wordt in de richting van de retro-reflector 5. De lichtbundels 1' die niet 25 beschermd worden door het voorwerp 18 dat beweegt door de detectiezone 19 zal gereflecteerd worden door de retro-reflector als lichtbundels 10. De eenheid 26 in de figuren 3 en 4 kunnen mogelijkerwijze zodanig worden ontworpen, dat de signaalverwerkings- en besturingsapparatuur 20, 21 en 23 wordt geleverd als een afzonderlijke eenheid op een plaats op afstand van de in de figuren 3 en 4 schematisch aangegeven inrichting. In figuur 4 wordt een voorwerp 18, bijvoorbeeld een vloeistof bevattende houder, 30 ingebracht op A en verlaat deze de apparatuur bij B. Met behulp van het deflectoroppervlak 28 wordt het voorwerp 18 ingebracht op een draaitafel 29 en dan langs het detectievlak 29 op de bovenaangegeven wijze bewogen, waarbij het voorwerp 18 uit de inrichting wordt geleid via de geleidingsplaat 30 en indien gewenst wordt een verdere transporteur (niet getekend) buiten de draaitafel 29 geplaatst. Het zal echter duidelijk zijn dat de onderhavige uitvinding niet beperkt is tot het transport van het voorwerp langs de baan 35 A-B met behulp van een draaitafel, maar dat een concept volgens figuur 3 met een transporteur 31 ook mogelijk is. Het concept volgens figuur 4 echter maakt een relatief smalle deflectiehoek α vanaf de lichtzender 2 mogelijk. De baan van de lichtbundel 1' kan dus worden vergroot met behulp van de spiegel 27 hetgeen resulteert in een kleine gevoeligheid voor de parallaxfout, dat wil zeggen de gevoeligheid voor de afstand tussen voorwerp 18 en de retro-reflector. Indien de eenheid 26 direct in de positie van de spiegel 40 27 is geplaatst en deze wordt verwijderd, zal dit een grotere hoek α betekenen en een grotere parallaxfout met dezelfde hoogte van de retro-reflector.
De bovengenoemde beschrijving werd gemaakt onder de aanname dat de uitgezonden zwaaiende lichtbundel 1' een continue lichtbundel is die een retro-reflector van het type volgens figuur 1 treft, dat wil zeggen waarbij het reflecterende materiaal is voorzien van een aantal smalle niet-reflecterende stroken 6, 45 die geplaatst zijn over de zwaairichting van de bundel 1'. In de uitvoering uit figuur 1 heeft het reflecterende materiaal de vorm van een band. De aandacht wordt er echter op gevestigd dat het reflecterende materiaal elke gewenste afmeting in de horizontale en verticale richting kan hebben en dat de uitvoeringsvorm van figuur 1 niet als een beperking van de uitvinding kan worden opgevat. Als alternatief voor het concept uit figuur 1 omvattende reflecterend materiaal met een aantal smalle niet-reflecterende stroken, wordt volgens 50 de uitvinding voorgesteld om een retro-reflector van een niet-behandeld reflecterend materiaal te gebruiken, zoals in figuur 2 door het verwijzingscijfer 32 is aangeduid.
Indien het gewenst is om een continue lichtbundel 1 uit de lichtzender 2 in plaats van een retro-reflector van het type volgens figuur 2 te gebruiken, is een transversaal raster 33 (aangegeven in streep-puntlijnen in figuur 3 en in perspectief in figuur 2a) nodig. Een dergelijk raster omvat afwisselend doorzichtige en 55 niet-doorzichtige stroken 34 en 35. Deze stroken alsmede bovenste en benedenste blokkeringszones respectievelijk 36 en 39 zullen in feite dezelfde functie hebben als de speciaal ontworpen retro-reflector 5 uit figuur 1. Op deze wijze zullen de lichtbundels Γ die de retroreflector 32 treffen, intermitterend zijn en zullen 194703 4 de gereflecteerde lichtbundels (niet getekend) in figuur 2a die door het raster 33 vallen de detector 11 op de bovenbeschreven wijze treffen. Met een concept volgens figuur 2a zal het dus mogelijk zijn om een retro-reflector 32 te gebruiken, welke geen speciale behandeling vereisen. Het raster 33 kan worden gevormd met een oplossend vermogen dat afhankelijk is van de vereisten die gesteld worden aan detectie.
5 Met het concept zoals getoond in samenhang met de retro-reflector 32 in figuur 2 en met dezelfde technische benadering als in hierboven is beschreven aan de hand van de figuren 1, 3-7, kan het van voordeel zijn gepulseerd licht 1 voor de zwaaiende lichtbundel Γ te gebruiken. In een dergelijke uitvoeringsvorm kan een bestuurbare laserdiode bijvoorbeeld worden gebruikt en zijn voorzien van een collimerende lens. In dit verband zou een besturingsverbinding 38 (zie figuur 1) nodig zijn tussen de signaal-10 verwerkingseenheid 20 en een lichtemitter 2. De signaalverwerkende eenheid 20 kan dus de pulsatie- frequentie van de lichtbundel 1 bepalen. Het is echter van belang dat de motor 4 van de roterende spiegel 3 een stabiele bekende snelheid heeft. Dit kan worden verkregen door het gebruik van motoren van een type dat op zichzelf met dergelijke eigenschappen bekend is. Een andere mogelijkheid is, in het geval dat het licht 1 niet pulserend is, het meten van de ontvangen signaalsterkte op discrete voorafbepaalde tijdstippen. 15 In dit geval moeten dezelfde eisen aan de motor 4 worden gesteld.
Figuur 8 toont hoe twee-dimensionale aftasting kan worden uitgevoerd. Het gebruik van een pulserende lichtbundel 1' die op de bovenbeschreven wijze wordt afgebogen door de lichtbundeldeflector 3, kan geschikt zijn en wordt aangeduid door een roterende spiegel die door de motor 4 wordt aangedreven. De zwaaiende lichtbundel 1' treft de spiegel 27' en wordt naar de retro-reflector 32 afgebogen. In dit verband 20 wordt gerefereerd aan de uitvoeringsvorm volgens figuur 4 waarin de spiegel 27 stationair is. Indien de spiegel 27 beweegbaar was rond een as loodrecht op een vlak van de tekening zou hetzelfde mogelijk worden als aangeduid is in figuur 8. In figuur 8 is de spiegel aangegeven met 27' en geeft de dubbele pijl 39 aan dat de spiegel naar voren of naar achteren kan hellen. In de uitvoering volgens figuur 8 zal de zwaaiende lichtbundel 1' bewegen in de richting van de pijl 40, terwijl het hellen van de spiegel 27' zal 25 resulteren in een op- en neergaande beweging in de richting van de pijl 42 op de retro-reflector 32 door de lichtbundel die is aangegeven als een puntlijn 41 op de retro-reflector 32. Een puntraster wordt op deze wijze op de retro-reflector 32 verkregen. Wanneer een voorwerp door de baan van de zwaaiende lichtbundel 1' beweegt, zal een puntrasterbeeld van de contour van het voorwerp dus worden gevormd op de retro-reflector 32, welk puntrasterbeeld gereflecteerd wordt door de retro-reflector 32 als bundels 10, die via 30 de spiegel 27 naar de lichtdetector 11 bewegen. Tengevolge van de verspreidingshoek van de lichtbundel 10 zal de lichtdeflecterende eenheid 3 zoals in het voorgaande is genoemd geen belangrijk afschermend effect hebben wat betreft de detectie op de detector 11. Een verdergaande signaalverwerking van de signalen die uit de detector 11 komen, wordt uitgevoerd als in het voorgaande is vermeld in samenhang met de voorgaande figuren. De frequentie van het hellen van de motor 43 die de spiegel 27' stuurt en de 35 rotatiesnelheid van de spiegel 3 moeten vanzelfsprekend bekend zijn aan de signaalverwerkingseenheïd 20.
In figuur 9 is een variant van de uitvoering uit figuur 8 getekend waarbij een fles 18 op een transportband 31 beweegt. Een lichtbundel 1 wordt geëmitteerd uit de lichtemitter 2 en gedeflecteerd door de lichtdeflector 3, die door de motor 4 wordt aangedreven. Een detector 11 met de bijbehorende versterker 11' (niet getekend in de voorgaande figuren) is eveneens aanwezig. In het concept volgens figuur 9 moet de 40 lichtbundel 1' horizontale puntlijnen 41 op de retro-reflector 32 aanbrengen. In plaats van een hellende spiegel 27 (zie figuur 8) wordt voorgesteld om een hellend gemonteerde lichtbundeldeflector, zoals aangeduid is door de pijl 44, aan te brengen. Wanneer de lichtdeflector 3, 4 helt, zoals door de dubbele pijl 44 is aangegeven, zullen de lijnen 41 op en neer bewegen op de retro-reflector 32. Een dergelijke kantelbeweging kan indien men wenst tot stand gebracht worden door een stappenmotor 45, die gekoppeld 45 is met de lichtdeflector met behulp van een band 46 zodat deze voorwaarts en achterwaarts gaat hellen.
In de uitvoering volgens figuur 10 moeten de lichtbundels nagenoeg evenwijdig over de detectiezone bewegen. Volgens de uitvinding wordt voorgesteld om een collimerend optisch element 47 te gebruiken van een type dat op zichzelf bekend is, bijvoorbeeld een holografische lens. Het voordeel van dit concept is dat een volledige onafhankelijkheid wordt verkregen van de afstand van het voorwerp tot de retro-reflector 5; 32 50 (parallaxfout) aangezien de lichtbundels 10' nagenoeg evenwijdig over de detectiezone lopen. In de uitvoering volgens figuur 10 geldt hetzelfde als voor wat betreft de voorgaande figuren dat wil zeggen dat deze uitvoeringsvorm gebruikt kan worden voor een-dimensionale of twee-dimensionale rasterbeelden evenals bij de figuren 8 en 9 en met continu of pulserend licht afhankelijk van het type retro-reflector, zie de figuren 1, 2, 2a, 3-7.
55 Het is een aanzienlijk voordeel van de onderhavige uitvinding, dat de retro-reflector reflecterend materiaal kan zijn dat op zichzelf bekend is. Er kan dus een zeer goedkope retro-reflector worden verkregen. Een voordeel van de retroreflector is, dat deze steeds licht in dezelfde hoofdrichting zal reflecteren als waarin het

Claims (14)

1. Inrichting voor het genereren, detecteren en kenmerken van een rasterbeeld van de contour van een voorwerp, waarbij een smalle geconcentreerde lichtbundel met een eerste verspreidingshoek geëmitteerd wordt naar een lichtbundeldeflector, die de lichtbundel herhaaldelijk zwaait en een vlak, waardoorheen dat 40 voorwerp wordt geleid, en waarbij de lichtbundels, die niet afgeschermd worden door het voorwerp worden opgevangen en opto-elektrisch omgezet worden in elektrische signalen, die karakteristiek zijn voor de incrementele delen van een rasterbeeld van het voorwerp, welke elektrische signalen worden verwerkt om een karakteristieke weergave van de contour van het object te verkrijgen, met het kenmerk, dat een retro-reflector (5, 32) aanwezig is, zodanig dat de lichtbundels (10) die niet door het voorwerp (18) worden 45 afgeschermd, gereflecteerd worden in dat vlak (19), en dat de detector (11) de gereflecteerde lichtbundels (10) ontvangt en transformeert in de elektrische signalen.
2. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de retro-reflector (5) voorzien is van een aantal smalle, niet reflecterende onderling gescheiden stroken, die aangebracht zijn over een hoofddeel van zijn gebied.
3. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat een raster (33) omvattende een aantal smalle afwisselend niet-reflecterende (34) en doorlaatbare (3.5) stroken met dezelfde richting verschaft worden in de baan van de straling van de zwaaiende lichtbundel.
4. Inrichting volgens één of meer van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat een lichtbundel-detector (3) gezien in de richting van de gereflecteerde lichtbundels, welke lichtbundeldeflector (3) zodanig 55 geconstrueerd en gedimensioneerd is dat de lichtbundeldetector (11) zodanig geplaatst is, dat de lichtbundeldeflector (3) alleen een deel van de iichtkegel van de gereflecteerde lichtbundels (10) zal afschermen.
5. Inrichting volgens één of meer van de conclusies 1-3, met het kenmerk, dat een bundelsplitser (15) 194703 6 geplaatst is in de baan van de straling van de zwaaiende lichtbundel (1') en de gereflecteerde lichtbundels (10) en dat de lichtbundeldetector (11) zodanig is opgesteld dat een deel (10') van de gereflecteerde lichtbundels (10) gedeflecteerd worden naar de lichtbundeldetector (11).
5 194703 licht invalt. Een alternatief voor de getekende en beschreven lichtdeflectiemiddelen is het gebruik van een holografische deflector in plaats van een roterende of oscillerende spiegel. Een lichtdeflecterend middel in dit verband is dus elk denkbaar technisch element met behulp waarvan het technische effect, dat is getekend 5 en beschreven, kan worden verkregen. Over figuur 10 wordt opgemerkt dat het collimerende optische element 47, indien gewenst, een normale lens kan zijn zelfs alhoewel een holografische of een Fresnel lens het meest geschikt is. In de uitvoering van figuur 10 kan de parallaxfout die zich kan voordoen bij de uitvoeringen volgens de figuren 1, 3, 8 en 9, worden vermeden. Om te waarborgen dat de eenduidige detectie mogelijk is, is het dus van belang dat de 10 te meten voorwerpen in overeenstemming met wat is gezegd aan de hand van de figuren 1-4, 8 en 9 de retro-reflector op een specifieke afstand passeren. Andere modificaties van de inrichtingen alsmede technische equivalenten ervan zijn mogelijk binnen het raam van de uitvinding. Met behulp van de onderhavige uitvinding kan een naar verhouding dure vezeloptische detectorkolom en 15 een kritische afstelling daarvan worden vermeden door gebruik te maken van laserdiodes die bestuurbaar zijn en een langere levensduur hebben dan de bekende gaslasers terwijl ze bovendien goedkoper zijn, de onderhavige inrichting kan worden geïmplementeerd met aanzienlijk lagere kosten dan de techniek die beschreven is in het eerder genoemde Amerikaanse octrooischrift 4 055 834. In de onderhavige inrichting zijn er slechts actieve componenten aan één zijde van de transporteur, dat 20 wil zeggen de laser, de lichtbundeldeflectormiddelen met de bijbehorende motor en detector 11. De inrichting volgens de uitvinding is dienovereenkomstig eenvoudig en goedkoop te vervaardigen en kan ook heel compact worden gemaakt. Tengevolge van het feit dat deze componenten slechts aan één zijde van de transporteurs zijn opgesteld, zijn ze onafhankelijk van trillingen. Trillingen doen zich dikwijls voor met name bij gebruik van een transporteur. Kleine trillingen van de retroreflector zijn van geen belang voor het 25 gedrag van de retroreflector. De afstelling van de onderhavige inrichting zal eenvoudiger zijn dan tot nog toe eerst en vooral omdat het reflecterende materiaal een arbitraire breedte kan hebben. Wanneer de laser, de lichtbundeldeflector en de detector aan één zijde van de transporteur zijn opgesteld, vervalt de eis van een stijf frame dat de laser en de lichtbundeldeflector met de detector verbindt, zie bijvoorbeeld het Amerikaanse octrooischrift 4 055 30 834. De reflector zal zelf steeds de ontvangen lichtbundel reflecteren in precies dezelfde richting als waarin de bundel werd ontvangen. De retro-reflector kan van elk bekend type zijn, bijvoorbeeld een zogenoemde bol van een prismatische reflector.
35 Conclusies
6. Inrichting volgens één van de conclusies 13, met het kenmerk, dat een schuinstaande spiegel (16) 5 geplaatst is in de stralingsbaan van de zwaaiende lichtbundel (10 en de gereflecteerde lichtbundels (10) af gebogen worden onder een hoek naar de lichtbundeldetector (10) en dat de spiegel voorzien is van een gleuf (17) waardoor het mogelijk wordt dat de zwaaiende lichtbundel (1') ongehinderd door de spiegel (16) valt.
7. Inrichting volgens één of meer van de conclusies 1, 2, 4-6, met het kenmerk, dat de geëmitteerde 10 lichtbundel een gepulseerde lichtbundel is.
8. Inrichting volgens één of meer van de conclusies 1-7, met het kenmerk, dat de lichtbundeldeflector bestaat uit een holografische deflector, bijvoorbeeld een roterende holografische plaat.
9. Inrichting volgens één of meer van de conclusies 1-8, met het kenmerk, dat de lichtbundels het genoemde vlak (19) doorlopen onder nagenoeg een gelijke hoek ten opzichte van de horizontaal, waarbij de 15 zwaaiende lichtbundels door een collimerend optisch element (47) vallen, voordat zij de retro-reflector bereiken.
10. Inrichting volgens één of meer van de conclusies 1-9, met het kenmerk, dat de geëmitteerde en gereflecteerde lichtbundels de stralingsrichting veranderen ten gevolge van een extra spiegel (27, 27').
11. Inrichting volgens conclusie 10, met het kenmerk, dat de extra spiegel stationair en schuinstaand is.
12. Inrichting volgens één of meer van de conclusies 1, 4-10, met het kenmerk, dat de extra spiegel (27') zodanig is geplaatst dat deze kan oscilleren voor het vormen van een twee-dimensionaal raster van lichtpunten op de retro-reflector (32).
13. Inrichting volgens één of meer van de conclusies 1, 4-10, met het kenmerk, dat voor het vormen van een twee-dimensionaal rasterbeeld van lichtpunten op de retro-reflector (32) de lichtbundeldeflector (3) 25 voorzien is van middelen (44, 46) voor een heen- en weergaande beweging van zijn as in voorwaartse en achterwaartse richting in een viak loodrecht op het afbuigvlak (41) van de lichtbundel.
14. Inrichting volgens één of meer van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de lichtbundels (1') die niet afgeschermd worden door het voorwerp gereflecteerd (10) worden onder een tweede hoek, welke gelijk is aan of groter dan de eerste verspreidingshoek. Hierbij 5 bladen tekening
NL8800271A 1987-02-20 1988-02-04 Inrichting voor het genereren, detecteren en kenmerken van een rasterbeeld van de contour van een voorwerp. NL194703C (nl)

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NO870681 1987-02-20
NO870681A NO162830C (no) 1987-02-20 1987-02-20 Anordning ved dimensjonsmaaling.

Publications (3)

Publication Number Publication Date
NL8800271A NL8800271A (nl) 1988-09-16
NL194703B NL194703B (nl) 2002-08-01
NL194703C true NL194703C (nl) 2002-12-03

Family

ID=19889691

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL8800271A NL194703C (nl) 1987-02-20 1988-02-04 Inrichting voor het genereren, detecteren en kenmerken van een rasterbeeld van de contour van een voorwerp.

Country Status (8)

Country Link
US (1) US4859862A (nl)
DE (1) DE3804079C2 (nl)
DK (1) DK167583B1 (nl)
FR (1) FR2611263B1 (nl)
IT (1) IT1220535B (nl)
NL (1) NL194703C (nl)
NO (1) NO162830C (nl)
SE (2) SE8800301L (nl)

Families Citing this family (20)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
FR2642164B1 (fr) * 1989-01-26 1991-04-12 Saint Gobain Cinematique Contr Controle d'objets a forte cadence
US5359418A (en) * 1992-11-02 1994-10-25 Omnitech Electronics, Inc. Photometric grinder and lathe gauge
GB2288016B (en) * 1994-03-31 1998-05-13 Tomra Systems As Device for generating,detecting and recognizing a contour image of a liquid container
DE9412196U1 (de) * 1994-07-28 1994-09-29 Leuze Electronic Gmbh & Co Optoelektronische Vorrichtung zum Erkennen von Kontrastmarken
DE59611281D1 (de) 1995-09-29 2005-11-17 Wincor Nixdorf Int Gmbh Vorrichtung zur Vermessung von Poststücken
DE19741730B4 (de) * 1997-09-22 2006-02-02 Sick Ag Verfahren zur Ermittlung der Oberflächenkontur von Meßobjekten
ES2152180B1 (es) * 1999-04-07 2001-08-16 Ct Investig Energeticas Ciemat Aparato y metodo de metrologia bidimensional para temperaturas criogenicas.
DE10028703A1 (de) * 2000-06-09 2001-12-13 Volkswagen Ag Vorrichtung zur Erkennung von Personen oder Gegenständen, insbesondere für Sicherheitssysteme von Fahrzeugen
US20060067572A1 (en) * 2004-09-14 2006-03-30 Tattile, L.L.C. Object imaging system
US8170322B2 (en) * 2006-03-22 2012-05-01 Jadak Llc Optical imaging system and method using a reflective background
EP2122300A1 (de) 2007-02-09 2009-11-25 TeZet Technik AG Messvorrichtung und verfahren zur ermittlung geometrischer eigenschaften von profilen
US10259607B2 (en) * 2008-03-04 2019-04-16 Vanrx Pharmasystems Inc. Aseptic robotic filling system and method
DE102010006116A1 (de) 2010-01-29 2011-08-04 Hans-Hermann Trautwein SB-Technik GmbH, 73760 Verfahren und Vorrichtung zur Identifizierung der Kontur von Körpern, vorzugsweise von zumindest nahezu achssymmetrischen Flüssigkeitsbehältern
DE102010037448A1 (de) * 2010-09-10 2012-03-15 Wincor Nixdorf International Gmbh Verfahren und Vorrichtung zur Erfassung von Leergutbehältern
DE102011050052A1 (de) * 2011-05-02 2012-11-08 Deutsches Zentrum für Luft- und Raumfahrt e.V. Messvorrichtung und Verfahren zum Ermitteln einer Kontur
DE102014217771B4 (de) * 2014-09-05 2023-05-04 Fraunhofer-Gesellschaft zur Förderung der angewandten Forschung e.V. Vorrichtung und Verfahren zur Qualitätskontrolle transparenter Objekte
US9729832B2 (en) 2014-11-14 2017-08-08 Envipco Holding N.V. Device for measuring the length and diameter of a container using structured lighting, and method of use
JP6859098B2 (ja) * 2016-12-28 2021-04-14 株式会社キーエンス 光走査高さ測定装置
EP3575742B1 (en) * 2018-05-29 2022-01-26 Global Scanning Denmark A/S A 3d object scanning using structured light
DE102018118097A1 (de) * 2018-07-26 2020-01-30 Sikora Ag Vorrichtung zur Bestimmung des Durchmessers und/oder der Außenkontur eines strangförmigen Gegenstandes

Family Cites Families (6)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
GB1347777A (en) * 1970-12-12 1974-02-27 Sick Optik Elektronik Erwin Photoelectric length measuring apparatus
DE2434829C3 (de) * 1974-07-19 1978-11-09 Erwin Sick Gmbh Optik-Elektronik, 7808 Waldkirch Lichtelektronische Vorrichtung zur Messung der Länge oder Breite eines Gegenstands
NO135609C (nl) * 1975-06-03 1977-05-11 Tore Planke
DE2927845C3 (de) * 1979-07-10 1982-01-28 Erwin Sick Gmbh Optik-Elektronik, 7808 Waldkirch Einen Taktmaßstab aufweisender Lichtvorhang
FR2534372A1 (fr) * 1982-10-06 1984-04-13 Renault Dispositif optique pour identifier le profil d'un objet de revolution
DE3409522C2 (de) * 1984-03-15 1986-06-05 Daimler-Benz Ag, 7000 Stuttgart Einrichtung zum Messen des Flächeninhaltes der Projektion eines Prüfkörpers auf eine Ebene

Also Published As

Publication number Publication date
IT8812417A0 (it) 1988-02-12
DK167583B1 (da) 1993-11-22
SE467943C (sv) 1998-03-03
SE8800301L (sv) 1988-08-21
DE3804079C2 (de) 1997-03-13
NO870681D0 (no) 1987-02-20
NO162830C (no) 1990-02-21
SE467943B (sv) 1992-10-05
FR2611263A1 (fr) 1988-08-26
NL194703B (nl) 2002-08-01
SE8800301D0 (sv) 1988-02-01
DE3804079A1 (de) 1988-09-01
NO162830B (no) 1989-11-13
DK88788A (da) 1988-08-21
US4859862A (en) 1989-08-22
DK88788D0 (da) 1988-02-19
FR2611263B1 (fr) 1992-05-07
NO870681L (no) 1988-08-22
IT1220535B (it) 1990-06-15
NL8800271A (nl) 1988-09-16

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL194703C (nl) Inrichting voor het genereren, detecteren en kenmerken van een rasterbeeld van de contour van een voorwerp.
NL194810C (nl) Inrichting voor opwekking, detectie en herkenning van een contourbeeld van een vloeistofhouder.
US9373017B2 (en) Scanning system
US3995166A (en) Optical scan pattern generator for code reading systems
CN103038664B (zh) 主动照明扫描成像器
ES2337025T3 (es) Aparato y metodo para explorar productos con un haz de luz para detectar y eliminar impurezas o anomalias en una corriente de transporte de productos.
EP0449490B1 (en) Optical scanning apparatus
US4302105A (en) Detection apparatus for finding holes in webs
RU99122593A (ru) Блок датчика для контроля поверхности объекта и способ для осуществления этого контроля
KR840008983A (ko) 이중 시계 감지기
JP2002503803A (ja) レーザスキャナ計測システム
CN102498363A (zh) 测量物体尺寸的设备
DK151436B (da) Lysoptagelsesindretning
NL8401649A (nl) Meetstelsel voor het, onder gebruikmaking van een op driehoeksmeting berustend principe, contactloos meten van de afstand tussen een bepaald punt van een objectvlak en een referentieniveau.
US4447723A (en) Scanning beam reference employing a retroreflective code means
JP2022523493A (ja) トランシーバアレイを含むライダーシステム
CN111665514A (zh) 激光雷达传感器及用于激光雷达传感器的方法
JPH01118795A (ja) 光カーテン装置
US6412696B1 (en) Countertop projection laser scanning system for omnidirectional scanning of code symbols within a narrowly-confined scanning volume projected above a countertop surface
JP2005121638A (ja) 光電子検出装置
JP3580676B2 (ja) 光走査装置及び光源モジュール
US5315428A (en) Optical scanning system comprising optical chopper
US3970825A (en) Apparatus and a method for reading light-dark or color-contrast codes on articles
KR970028643A (ko) 광검출장치
US4629885A (en) Scanning apparatus

Legal Events

Date Code Title Description
BA A request for search or an international-type search has been filed
BB A search report has been drawn up
BC A request for examination has been filed
V1 Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 20040901