NL193848C

NL193848C - Grondbewerkingsmachine.

Info

Publication number: NL193848C
Application number: NL9400667A
Authority: NL
Inventors: Cornelis Van Der Lely
Original assignee: Lely Nv C Van Der
Priority date: 1983-12-20
Filing date: 1994-04-26
Publication date: 2001-01-03
Also published as: FR2641934A1; NL193848B; NL9400667A; NL8304356A; DE3446312A1; GB2151443A; FR2556553B1; FR2556553A1; GB8431180D0; FR2641934B1; GB2151443B; DE3446312C2

Description

1 193848

Grondbewerkingsmachine

De uitvinding heeft betrekking op een grondbewerkingsmachine met een gestel, waarin roterend om opwaarts gerichte assen motorisch aandrijfbare bewerkingsorganen zijn gelegerd, waarbij elk bewerkings-5 orgaan een nabij de onderzijde van de draaias aangebrachte, liggend opgestelde drager omvat, aan welke drager op afstand van de rotatieas in hoofdzaak neerwaarts gerichte bewerkingselementen zijn bevestigd, die zijn uitgevoerd in in hoofdzaak plat stripvormig materiaal en bestaan uit een in hoofdzaak neerwaarts gericht werkzaam deel en een in hoofdzaak haaks daarop gericht bevestigingsdeel, waarbij het werkzame deel met de breedterichting althans in hoofdzaak in de beoogde rotatierichting van het bewerkingsorgaan is 10 opgesteld, in neerwaartse richting geleidelijk in breedte afneemt en in hoofdzaak symmetrisch is ten opzichte van een in de langsrichting van het werkzame deel verlopende denkbeeldige spiegellijn.

Een dergelijke grondbewerkingsmachine is bekend uit de Europese octrooiaanvrage EP-A-0 081 600. De bewerkingselementen hiervan zijn relatief eenvoudig en economisch voordelig te vervaardigen, maar kunnen, met name bij zwaardere of bij stenige gronden, onderhevig zijn aan verbuigingen als gevolg van de 15 enorme krachten, die tijdens het bedrijf op een bewegingselement inwerken. Een oplossing hiervoor wordt gevormd door het dikker uitvoeren van het bewegingselement. Door het extra gewicht aan de machine en de daarmee gepaard gaande kosten van het bewerkingselement, is een dergelijke oplossing slechte matig aantrekkelijk.

De onderhavige uitvinding heeft tot doel te komen tot een machine, waarvan de bewerkingselementen 20 een gunstige vorm hebben en tijdens bedrijf niet licht verbuigen.

Overeenkomstig de uitvinding wordt dit bereikt, wanneer het werkzame deel gerekend in de breedterichting daarvan, in hoofdzaak in het midden, is voorzien van een verstevigingsprofiel, dat aan de van de rotatieas van het bewerkingsorgaan afgekeerde zijde van het werkzame deel naar buiten uitsteekt en zich over de hele lengte van het werkzame deel recht uitstrekt. Door het verstevigingsprofiel in het midden aan 25 één zijde aan te brengen en zich over althans de gehele lengte van het werkzame deel uit te laten strekken, wordt naast de beoogde versteviging van het bewerkingselement ook een gunstige slijtage van het bewerkingselement verkregen. Tijdens de levensduur van het bewerkingselement treedt een zodanige slijtage aan de voorlopende zijde van het werkzame deel op, dat met dit bewerkingselement een uniforme grondbewerking kan worden gerealiseerd gedurende de gehele levensduur van het element 30 Opgemerkt wordt dat uit de Nederlandse terinzagelegging 7908090 een stripvormig bewerkingselement bekend is dat is voorzien van vérstevigingsprofielen.

Volgens een aspect van de uitvinding bestaat het verstevigingsprofiel uit een aan één zijde van het werkzame deel gelegen bolvormig uitsteeksel met een daartegenover aan de andere zijde van het werkzame deel gelegen met de bolle vorm overeenkomend hol deel. Op deze wijze wordt, behalve de 35 genoemde versteviging, tevens een gewichts- en kostenbesparing gerealiseerd.

Aan de hand van een in de tekening weergegeven uitvoeringsvoorbeeld zal de uitvinding hieronder nader uiteen worden gezet.

Figuur 1 geeft In bovenaanzicht een grondbewerkingsmachine weer, die is voorzien van bewerkings-40 elementen en hun bevestiging volgens de uitvinding; figuur 2 geeft een uitvoeringsvoorbeeld weer van een bewerkingselement volgens de uitvinding; figuur 3 is een aanzicht volgens de pijl 111 in figuur 2.

De weergegeven inrichting betreft een grondbewerkingsmachine, in het bijzonder voor de zogenaamde 45 secundaire grondbewerking, dat wil zeggen de bereiding van een zaaibed.

De machine omvat een zich dwars op de 10 voortbewegingsrichting A uitstrekkend gesteldeel 1, dat kokervormig Is uitgevoerd en waarin op onderling gelijke afstand van bij voorkeur 25 cm zich In opwaartse, bij voorkeur verticale richting uitstrekkende assen 2 van roteerbare bewerkingsorganen zijn ondersteund. De respectieve assen 2 steken aan de onderzijde van het kokervormig gesteldeel 1 over een bepaalde afstand 50 uit. Op het uitstekende deel van elke as 2 is een langwerpige drager aangebracht, die zich in hoofdzaak in horizontale richting uitstrekt.

Aan de bovenzijde is de drager aan weerszijden van de naaf voorzien van een bevestigingsvlak voor het bevestigingsdeel 11 van een hierna nader te bespreken bewerkingselement 20.

In de figuren 2 en 3 is een uit stripvormig 25 materiaal gevormd mesvormig bewerkingselement 20 55 afgebeeld, dat op de hiervoor beschreven wijze aan een drager van een bewerkingsorgaan kan worden aangebracht. Het in deze figuren afgebeelde bewerkingselement 20 is door persen verkregen, waarbij het midden van het werkzame deel 21 is voorzien van een voor verstijving aanwezige, naar buiten gerichte

Claims

193648 2 langwerpige uitstulping 22, die van boven naar beneden taps toeloopt. Dit werkzame deel 21 is bij een bevestigd bewerkingselement slepend opgesteld. De voorzijde verloopt van boven naar beneden recht onder een geringe hoek met de langshartlijn. De onderzijde staat haaks op de langshartlijn, terwijl de achterzijde althans nagenoeg evenwijdig aan de langshartlijn verloopt. 5

1. Grondbewerkingsmachine met een gestel, waarin roterend om opwaarts gerichte assen motorisch 10 aandrijfbare bewerkingsorganen zijn gelegerd, waarbij elk bewerkingsorgaan een nabij de onderzijde van de draaias aangebrachte liggen opgestelde drager omvat, aan welke drager op afstand van de rotatieas in hoofdzaak neerwaarts gerichte bewerkingselementen zijn bevestigd, die zijn uitgevoerd in in hoofdzaak plat stripvormig materiaal en bestaan uit een in hoofdzaak neerwaarts gericht werkzaam deel en een in hoofdzaak haaks daarop gericht bevestigingsdeel, waarbij het werkzame deel met de breedterichting althans 15 in hoofdzaak in de beoogde rotatierichting van het bewerkingsorgaan is opgesteld, in neerwaartse richting geleidelijk in breedte afneemt en in hoofdzaak symmetrisch is ten opzichte van een in de langsrichting van het werkzame deel verlopende denkbeeldige spiegellijn, met het kenmerk, dat het werkzame deel (21) gerekend in de breedterichting daarvan, in hoofdzaak in het midden, is voorzien van een verstevigingsprofiel (22), dat aan de van de rotatieas van het bewerkingsorgaan afgekeerde zijde van het werkzame deel (21) 20 naar buiten uitsteekt en zich over de hele lengte van het werkzame deel (21) recht uitstrekt.

2. Grondbewerkingsmachine volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het verstevigingsprofiel (22) bestaat uit een aan één zijde van het werkzame deel (21) gelegen bolvormig uitsteeksel met een daartegenover aan de andere zijde van het werkzame deel (21) gelegen met de bolle vorm overeenkomend hol deel. Hierbij 2 bladen tekening