NL192777C - Speen voor een zuigfles. - Google Patents

Description

1 192777

Speen voor een zuigfles

De uitvinding heeft betrekking op een speen voor een zuigfles omvattend een koppeldeel ter aansluiting op het halsdeel van een zuigfles, een hol rompdeel dat één geheel vormt met het koppeldeel, een papildeei dat 5 één geheel vormt met het rompdeel, waarbij een toedienopening om drank toe te dienen in het papildeei aangebracht is, en een diafragma geplaatst is tussen het rompdeel en het papildeei om het inwendige van de speen op te delen, waarbij een spleet in het diafragma gevormd is, welke open is in de niet-samengedrukte toestand van de speen, waardoor de drank van het rompdeel naar het papildeei kan stromen, en welke bij samendrukking van de speen gesloten is, waardoor stroming van drank van het 10 rompdeel naar het papildeei verhinderd is.

Een dergelijke speen is beschreven in de niet-voorgepubliceerde Europese octrooiaanvrage 384.394 van aanvraagster. Bij deze speen kan drank zoals melk in de zuigfles door het diafragma in het papildeei worden toegelaten. In deze toestand, wanneer het papildeei wordt samengedrukt bij een kauwactie, verhindert de afsluitklep het terugstromen van de drank maar laat toe dat de drank in het papildeei door een 15 toedienopening in het papildeei wordt toegediend in de mondholte van de zuigeling. Zo kan de zuigeling de drank in de zuigfles achtereenvolgens tot zich nemen door herhaaldelijk op de speen te kauwen. Doordat deze speen zodanig ingericht is dat een zuigeling een drank zoals melk door een kauwactie tot zich moet nemen, en niet door een zuighandeling, is voorzien in een speen om het voldoende ontwikkelen van het kauworgaan van een opgroeiende zuigeling die gevoed wordt met flessenmelk te garanderen.

20 Een nadeel van de beschreven speen is dat wanneer de zuigeling opeenvolgende slokken neemt binnenin de zuigfles een onderdruk kan ontstaan. Wanneer de onderdruk zich ontwikkelt zal daardoor het samengedrukte papildeei in de vervormde toestand blijven waardoor ook het diafragma in de gesloten toestand blijft. Zo een gesloten toestand van de afsluitklep zal vooral ontstaan in een speen die een toedienopening in het papildeei heeft die zodanig gevormd is dat deze gesloten is, behalve wanneer de 25 drank wordt toegediend, om te voorkomen dat de lucht daardoorheen terugstroomt in het papildeei wanneer het samengedrukte papildeei zijn oorspronkelijke vorm herkrijgt. De bovengenoemde gesloten toestand van de afsluitklep veroorzaakt het verhinderen van stroming van de drank van het rompdeel van de speen naar het papildeei, waardoor het papildeei zijn vorm niet kan herkrijgen en niet in staat is de drank vanuit de speen toe te dienen.

30 Het is een doel van de uitvinding om een speen voor een zuigfles te verschaffen die de slechte beschikbaarheid van de drank voorkomt.

Dit doel wordt volgens de uitvinding bereikt met een speer voor een zuigfles van de in de aanhef omschreven soort, waarbij een open-verbindingsdeel in het diafragma gevormd is, om de stroming van de drank van het rompdeel naar het papildeei enigszins toe te staan in een geval waarin de spleet gesloten is. 35 Hiermee wordt bereikt dat wanneer het samengedrukte papildeei zijn vorm niet kan herkrijgen en de spleet in de gesloten toestand blijft, het open-verbindingsdeel het toestaat dat een kleine hoeveelheid van de drank wordt toegelaten van het rompdeel in het papildeei, zodat het herstel van het vervormde papildeei begint om de gesloten spleet ogenblikkelijk te openen.

Volgens een voorkeursuitvoering bestaat het open-verbindingsdeel uit een speldengaatje. Deze 40 uitvoering is eenvoudig.

Volgens een andere voorkeursuitvoering bestaat het open-verbindingsdeel uit openingen aan de uiteinden van de spleet in gesloten toestand. Deze openingen kunnen bij de vervaardiging van de speen meegevormd worden.

De uitvinding zal hieronder worden toegelicht aan de hand van uitvoeringsvoorbeelden, onder verwijzing 45 naar de tekening.

Figuur 1 toont een doorsnedetekening van de uitvoering van de speen voor een zuigfles volgens de onderhavige uitvinding; figuur 2 toont een vergrote doorsnedetekening genomen langs de lijn ll-ll in figuur 1; 50 figuur 3 toont een doorsnedetekening van de toestand waarin de spleet gesloten is; figuur 4 toont een zijaanzicht van de speen; figuur 5 toont een perspectivische tekening van de speen; figuur 6 toont een vergrote doorsnedetekening van de speen; figuur 7 toont een doorsnedetekening genomen langs de lijn VII—VII in figuur 6; 55 figuur 8 toont een vergrote doorsnedetekening van een andere uitvoering van de toedienopening; figuur 9 toont een doorsnedetekening genomen langs de lijn IX—IX in figuur 8; figuur 10 toont een doorsnedetekening van de toestand waarin het papildeei vervormd is; 192777 2 figuur 11 toont een doorsnedetekening van nog een andere uitvoering van de toedienopening; figuur 12 toont een doorsnedetekening voor de toelichting op de grootte van het papildeel; figuur 13 toont een doorsnedetekening van een uitvoering van het papildeel waarin het zijvlak is aangebracht aan slechts één zijde; 5 figuur 14 toont een doorsnedetekening genomen langs lijn XIV-XIV in figuur 13; figuur 15 toont een doorsnedetekening van een andere uitvoering van het open-verbindingsdeel; figuur 16 toont een doorsnedetekening van weer een andere uitvoering van het papildeel; figuur 17 toont een doorsnedetekening van een andere uitvoering van de luchtklep; figuur 18 toont een doorsnedetekening van een andere uitvoering van het diafragma; 10 figuur 19 en 20 tonen in hoofdzaak doorsnedetekeningen van een uitvoering van de onderhavige uitvinding waarin twee afsluitkleppen zijn aangebracht; figuur 21 toont een doorsnedetekening genomen langs lijn XXI-XXI in figuur 20.

Figuur 1 is een doorsnedetekening tonend een speen A voor een zuigfles volgens de onderhavige uitvinding 15 en figuur 5 toont een perspectivische tekening van de speen A. De speen A wordt gevormd door als één geheel te verbinden een papildeel 1, waarvan de top een ronde vorm heeft, met een sterk taps toelopend kokervormig rompdeel 2 en een flensvormig koppeldeel 3 geschikt gemaakt om aan te sluiten aan een halsdeel B1 van een zuigfles B.

De bovenbeschreven speen A wordt vervaardigd door het vormen van een rubber materiaal zoals 20 isopreenrubber, siliconenrubber of polyurethaanrubber in een voorafbepaalde vorm door spuitgieten, slagvormen, dompelvormen of zo’n soort techniek. De speen A wordt verbonden met de zuigfles B door het koppeldeel 3 tussen de dop C en een halsdeel B1 van de zuigfles B te klemmen.

Het papildeel 1 is voorzien van een top waarin een toedienopening 11 is gevormd om de drank zoals flessenmelk toe te dienen van het inwendige van de speen A in de mondholte van een zuigeling. De 25 toedienopening 11 is zo geconstrueerd dat hij dicht is behalve wanneer de drank wordt toegediend, hetgeen kan worden verkregen door een vorm aan te brengen zoals een kruissnede (zie figuren 6 en 7), een zogenaamde superkruissnede voorzien van een holte 11 a aan de binnenzijde van de kruissnede (zie figuren 8 en 9), en een Y-vormige snede. Het papildeel 1 heeft vlakke zijkanten 21 die tegenover elkaar liggen, welke de weerszijden van het papildeel 1 vormen.

30 De bovengenoemde speen A heeft een afsluitklep 5 daarin aangebracht om de binnenkant van speen A op te delen in een papildeelzijde A1 en een koppeldeelzijde A2. De afsluitklep 5 neemt de vorm aan van een diafragma 51 aangebracht tussen het papildeel 1 en het rompdeel 2 en een spleet 52 gevormd in het midden van het diafragma 51. Zoals getoond in figuur 2, strekt de spleet 52 zich uit in een richting parallel met de zijkanten 21. De spleet 52 heeft twee concave oppervlakken 52a waarvan de beide uiteinden 35 tegenover elkaar liggen en die elkaar geleidelijk aan naderen. Een maximale openingshoogte L van de spleet 52 is vastgesteld op ongeveer 0,5 tot 5 millimeter.

De bovengenoemde spleet 52 van de afsluitklep 5 wordt gesloten wanneer de randen van de afsluitklep 5 worden samengedrukt in de richting van pijl X in figuur 2 (zie figuur 3). Het aanbrengen van de drukkracht verhindert de stroming van de drank van het rompdeel 2 naar het papildeel 1 in hoge mate. Wanneer de 40 drukkracht wordt opgeheven, opent de spleet zich waardoor de drank van het rompdeel 2 naar het papildeel 1 stroomt.

Het bovengenoemde diafragma 51 heeft een speldengaatje 53 als een open-verbindingsdeel voor de verbinding tussen het papildeel 1 en het rompdeel 2. Het speldengaatje 53 is gevormd op een of meer plaatsen in het diafragma 53, om toe te staan dat een kleine hoeveelheid van de drank van het rompdeel 2 45 naar het papildeel 1 kan stromen voor het geval wanneer de spleet 52 gesloten is. Bij voorkeur heeft het diafragma 51 een zekere dikte om te verhinderen dat het bezwijkt wanneer de spleet 52 gesloten is.

Het koppeldeel 3 heeft cirkelvormige ribben 34 geschikt om aan te sluiten op het halsdeel B1 van de zuigfles B op vooraf bepaalde afstanden samen met een of meer luchtkleppen 33 (zie figuren 1 en 4) gevormd op vooraf bepaalde posities tussen de ribben 34. De luchtklep 33 neemt de vorm aan van een 50 korte rechte snede 33a gevormd op de bodem van een dopvormig hol uitsteeksel 35 gevormd tussen de ribben 34. De snede 33a loopt in de radiale richting. Dit is om te voorkomen dat de snede 33a, wanneer het koppeldeel 3 wordt vastgeklemd met de dop C, wordt vervormd in de klemrichting van dop C en daardoor gesloten wordt. De luchtklep 33, die is gevormd tussen de ribben 34, is beschermd tegen externe kracht door deze ribben 34. Het holle uitsteeksel 35 heeft bij voorkeur een indringhoogte van ongeveer 2 millimeter 55 en een dikte van 6 millimeter of meer. Het verdient de voorkeur om een luchtdoorgang te vormen tussen het koppeldeel 3 en de dop C om lucht toe te laten In de luchtklep 33.

In overeenstemming met bovengenoemde constructie zal, wanneer een zuigeling het papildeel 1 van 3 192777 speen A in zijn mond steekt, de zuigeling geneigd zijn instinctief op het papildeel 1 te kauwen. Daardoor wordt het papiideel 1 samengedrukt en tegelijkertijd wordt de afsluitklep 5 gesloten door een kauwactie, zodat de toegelaten drank in het papildeel 1 wordt toegediend in de mondholte van o'e zuigeling door de toedienopening 11. Wanneer de samendrukkracht op de speen A wordt opgeheven, wordt het papildeel 1 5 hersteld in zijn oorspronkelijke vorm door een elastische herstelkracht en overeenkomstig wordt de spleet 52 die de afsluitklep 5 vormt geopend. Bijgevolg wordt de drank weer toegelaten van het rompdeel 2 in het papildeel 1. Zodoende kan de zuigeling de drank in de zuigfles B tot zich nemen door herhaaldelijk te kauwen op het papiideel 1. De bovenbeschreven speen A staat een zuigeling toe een drank tot zich te nemen door een kauwactie zoals hierboven beschreven, zelfs een zuigeling met een hazenlip kan hiermee 10 makkelijk de drank tot zich nemen.

Voorts kan, omdat de bovengenoemde speen A het diafragma 51 heeft waarin het speldengaatje 53 gevormd is, de drank toegelaten worden van de rompdeelzijde 2 door het speldengaatje 53 in de papildeel-zijde 1 zelfs wanneer de spleet 52 van de afsluitklep 5 in de gesloten toestand blijft (zie figuur 10) omdat het samengedrukte papildeel 1 zich niet kan herstellen door de sterke onderdruk aan de binnenzijde van het 15 papildeel 1. Dit maakt het het vervormde papildeel 1 mogelijk te beginnen zich in zijn oorspronkelijke staat te herstellen, waardoor de spleet 52 eerder geopend wordt.

Bovendien kan, omdat de in het koppeldeel 3 gevormde luchtklep 33 de lucht toelaat in het inwendige van de zuigfles B, de sterke onderdruk zoveel mogelijk vermeden worden. Derhalve kan de mogelijkheid dat de spleet 52 van de afsluitklep 5 in gesloten toestand blijft zo klein mogelijk gemaakt worden, zelfs als de 20 zuigeling de drank achter elkaar tot zich neemt.

In de bovengenoemde uitvoering kan, omdat het papildeel 1 de vlakke tegenover elkaar liggende zijkanten 21 heeft en de spleet 52 parallel gevormd is met de bovengenoemde vlakke zijkanten 21, de stand van de speen A makkelijk vastgesteld worden wanneer een zuigeling de speen A in zijn mond steekt. Nog duidelijker, de spleet 52 kan in een juiste richting gepositioneerd worden door alleen maar ervoor te zorgen 25 dat de zuigeling de speen A zodanig in zijn mond steekt dat de bovenstaande vlakke zijkanten 21 parallel lopen met de met tandvlees beklede kaken van de zuigeling. Voorts kan, omdat de bovengenoemde zijkanten 21 in de mond van de zuigeling passen, de zuigeling de speen A eenvoudig kauwen.

Omdat de toedienopening 11 gesloten is behalve wanneer de drank wordt toegediend, verhindert het dat de lucht wordt binnengelaten in het papildeel 1 door de toedienopening 11 wanneer de drank wordt 30 toegelaten door de spleet 52 in het papildeel 1. Dit vergemakkelijkt de toelating van de drank in het papiideel 1.

Het rompdeel 2 moet een zekere dikte hebben om eenvoudige vervorming te vooi omen omdat het doel van de volgende kaakactie niet verzekerd kan worden indien het rompdeel 2 eenvoudig te vervormen is wanneer de zuigeling het rompdeel 2 in zijn mond steekt.

35 Zoals te zien is in figuur 11 mag voorzien worden in twee of meer toedienopeningen 11 in het papildeel 1. De toedienopeningen 11 getoond in figuur 11 zijn korte gesneden lijnen die ieder een lengte hebben van ongeveer 0,5 tot 1,5 mm, met een totaal van ongeveer 2 tot 10 in aantal. Deze toedienopeningen 11 zijn gevormd in een richting parallel aan de zijkant 21. De aldus geconstrueerde toedienopeningen 11 zullen niet toestaan dat de drank daardoorheen wordt toegediend alleen door aan speen A te zuigen. Door de speen A 40 te kauwen, echter, zal de drank eenvoudig worden toegediend. Het resultaat is dat de zuigeling er eenvoudig toe gedwongen wordt een drank tot zich te nemen niet door de zuigactie maar door de kauwactie.

De maximum openinghoogte L van de spleet 52 is bij voorkeur niet meer dan de helft van de korte lengte L1 van de binnenzijde van het papildeel 1 (zie figuur 12). De overlangse lengte M van de spleet 52 is 45 bij voorkeur niet minder dan de helft van de lange lengte M1 van de binnenzijde van het papildeel 1. Verder is de relatie tussen de maximum openinghoogte L en de overlangse lengte M bij voorkeur LVM = 1/20 tot 1/2

Deze waardebepaling is gebaseerd op het feit dat wanneer de overlangse lengte M langer genomen wordt, de spleet eenvoudiger gevormd kan worden, en wanneer de maximum openinghoogte L kleiner 50 genomen wordt, de afsluitklep 5 efficiënter werkt.

Aan de andere kant mag de wanddikte van speen A overal even dik zijn. Het is echter wenselijk dat hei linker en rechter deel in figuur 2 dunner zijn dan het boven- en onderdeel omdat de spleet 52 in afsluitklep 5 dan eenvoudig sluit.

Zoals getoond in figuren 13 en 14, kan de vlakke zijkant 21 gevormd worden aan één zijde van het 55 papildeel 1.

Figuur 15 toont een andere uitvoering waarin een rompdeel 2 in verbinding staat met een papildeel 1 door kleine openingen 54, in plaats van de speldengatjes 53, gevormd aan de uiteinden van een spleet 52

Claims (3)

192777 4 die gesloten is. In de onderhavige uitvoering zijn de einddelen van de spleet 52 voorzien van zich longitudinaal uitstrekkende korte lijndelen 52 die de openingen 54 vormen aan de uiteinden van de spleet 52 in gesloten toestand. Bijgevolg kan de spleet 52 eerder geopend worden door de drank toe te laten door de openingen 54, zelfs wanneer het papildeel 1 niet hersteld is in zijn oorspronkelijke vorm. 5 Het papildeel 1 kan de vorm hebben van een elliptische doorsnede zoals getoond in figuur 16. Verder kan, zoals getoond in figuur 19, de hele speen A zo voorgevormd zijn dat de speen A kan passen in de mondholte van de zuigeling. Zoals getoond in figuur 17 kan de luchtklep 33 de vorm hebben van een doorlopend gat dat door het koppeldeel 3 loopt. 10 Zoals getoond in figuur 18 kan het diafragma 51 van de afsluitklep 5 gelijkmatig als één geheel gevormd worden aan de binnenzijde van het rompdeel 2. In dit geval kan de sterkte van het diafragma 51 verhoogd worden, zodat het bewijzen van het diafragma 51 effectief verhinderd kan worden in de situatie waarin de spleet 52 gesloten is. De onderhavige uitvinding is niet beperkt tot bovenbeschreven uitvoeringen; de afsluitkleppen 5 kunnen 15 bijvoorbeeld in tweevoud gevormd worden met een vantevoren bepaalde afstand tot elkaar (zie figuur 19), hetgeen het hermetische karakter van het papildeel 1 kan versterken. In deze opstelling kan ook, indien de spleten 52 gevormd in de diafragma’s 51 zo gericht zijn dat ze loodrecht op elkaar staan (zie figuren 20 en 21), de speen A in twee verschillende richtingen gekauwd worden. Zoals beschreven in het voorafgaande kan, in de speen voor een zuigfles overeenkomstig de onderha-20 vige uitvinding, omdat de drank kan worden toegelaten van de rompdeelzijde door het open-verbindingsdeel naar de papildeelzijde zelfs in het geval waarin de spleet van de afsluitklep in de gesloten toestand blijft, het vervormde papildeel hersteld worden in zijn oorspronkelijke toestand, waardoor de spleet eerder geopend zal worden. Bijgevolg verhindert deze uitvoering het nadeel dat de drank niet kan worden toegediend vanuit de zuigfles. 25

1. Speen voor een zuigfles omvattend een koppeldeel ter aansluiting op het halsdeel van een zuigfles, een 30 hol rompdeel dat één geheel vormt met het koppeldeel, een papildeel dat één geheel vormt met het rompdeel, waarbij een toedienopening om drank toe te dienen in het papildeel aangebracht is, en een diafragma geplaats·. is tussen het rompdeel en het papildeel om het inwendige van de speen op te delen, waarbij een spleet in het diafragma gevormd is, welke open is in de niet-samengedrukte toestand van de speen, waardoor de drank van het rompdeel naar het papildeel kan stromen, en welke bij samendrukking 35 van de speen gesloten is, waardoor stroming van drank van het rompdeel naar het papildeel verhinderd is, met het kenmerk, dat een open-verbindingsdeel in het diafragma gevormd is, om de stroming van de drank van het rompdeel naar het papildeel enigszins toe te staan in een geval waarin de spleet gesloten is.

2. Speen voor een zuigfles volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het open-verbindingsdeel bestaat uit een speldengaatje.

3. Speen voor een zuigfles volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het open-verbindingsdeel bestaat uit openingen aan de uiteinden van de spleet in gesloten toestand. Hierbij 8 bladen tekening