NL192695C - Inrichting voor het bepalen van waarden, betreffende de massa van een materiaalstroom. - Google Patents
Inrichting voor het bepalen van waarden, betreffende de massa van een materiaalstroom. Download PDFInfo
- Publication number
- NL192695C NL192695C NL8300190A NL8300190A NL192695C NL 192695 C NL192695 C NL 192695C NL 8300190 A NL8300190 A NL 8300190A NL 8300190 A NL8300190 A NL 8300190A NL 192695 C NL192695 C NL 192695C
- Authority
- NL
- Netherlands
- Prior art keywords
- emptying
- reservoir
- weighing
- values
- flow
- Prior art date
Links
Classifications
-
- G—PHYSICS
- G01—MEASURING; TESTING
- G01G—WEIGHING
- G01G11/00—Apparatus for weighing a continuous stream of material during flow; Conveyor belt weighers
- G01G11/14—Apparatus for weighing a continuous stream of material during flow; Conveyor belt weighers using totalising or integrating devices
Landscapes
- Physics & Mathematics (AREA)
- General Physics & Mathematics (AREA)
- Weight Measurement For Supplying Or Discharging Of Specified Amounts Of Material (AREA)
- Basic Packing Technique (AREA)
- Flow Control (AREA)
- Paper (AREA)
Description
1 192695
Inrichting voor het bepalen van waarden, betreffende de massa van een materiaalstroom
De uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het bepalen van waarden, betreffende de massa van een materiaalstroom, voorzien van een reservoir, welke de materiaalstroom ontvangt, een weeginrichting, 5 die op het reservoir is aangesloten voor het wegen van de inhoud hiervan, een toevoerorgaan voor het toevoeren van de materiaalstroom aan het reservoir en een leidingsorgaan voor het afvoeren van het materiaal dat uit de stroom in het reservoir is verzameld, zodat de materiaalstroom aan het reservoir kan worden toegevoerd en het gewicht van het in het reservoir verzamelde materiaal kan worden bepaald door middel van de weeginrichting, waarna het reservoir kan worden geledigd en een nieuwe hoeveelheid 10 binnenstromend materiaal kan worden verzameld, enz.
Een dergelijke inrichting is bekend uit het Amerikaanse octrooischrift 4.130.171.
Onder omstandigheden is het gewenst het gewicht te registreren van een materiaal in een massastroom. Het betreffende materiaal kan een vloeistof of een massagoed zijn, bijvoorbeeld in poeder- of korrelvorm. Ook kan het gewenst zijn gasvormige stoffen in een continue stroom te meten. Het resultaat van de weging 15 kan betrekking hebben op de gewichtshoeveelheid per tijdseenheid of het totale gewicht gedurende een bepaalde tijdsperiode of gedurende een beperkte werktijd of beide, zodat het mogelijk is om een registratie te verkrijgen van de grootte van de stroom als een gewicht per tijdseenheid en nadat de werking is beëindigd het totale gewicht van het materiaal. De behoefte aan een dergelijke gewichtsregistratie kan bestaan tijdens de productie of het gebruik van een stof, zodat de productiecapaciteit of verbruikseenheid 20 gedurende een bepaalde tijdseenheid of als een totaal gedurende de werking, kan worden bepaald en gecontroleerd. Voorts bestaat dikwijls behoefte aan een registratie van het totale gewicht van een materiaal, dat in de vorm van een massastroom door een leverancier wordt geleverd, teneinde een betaling voor de geleverde materiaalhoeveelheid vast te stellen.
Bij een vergelijking van het meten van de massa van een stroom en het volume van een stroom, blijkt, 25 dat de laatste meting aanmerkelijk eenvoudiger is. Een volumemeetinrichting kan bestaan uit een meet-positie, waarin de beweging van het materiaal langs een meetpunt met een bepaald doorstroomoppervlak wordt gemeten. De grootte van de stroom is hierbij gelijk aan het oppervlak maal de bewegingssnelheid. Indien de soortgelijke massa van het materiaal bekend is, is de omzetting van het volume in gewicht eenvoudig en wordt dan ook algemeen toegepast voor het bepalen van het gewicht van vloeistoffen. Indien 30 het echter moeilijk is om de soortelijke massa vast te stellen, wordt een bepaling van het gewicht op basis van de volumestroom onbetrouwbaar. Dit is het geval bij vloeistoffen, waarin zich een gas bevindt, of bij vloeistoffen met een variërende mengverhouding ten aanzien van de samenstellende stoffen met verschillende soortgelijke massa’s, alsmede in het geval van een massagoed, waarvan het gewicht per volume-eenheid afhankelijk is van zowel de soortelijke massa van de deeltjes en de afmeting en vorm. In dergelijke 35 gevallen, waarin de onzekerheid ten aanzien van de gewichtsbepaling op grond van de volumestroom groot wordt, wordt gebruik gemaakt van een bekende procedure, waarbij de stroom gedurende een bepaalde tijdsperiode wordt verzameld in een weegvat, waarna de verzamelde hoeveelheid wordt gewogen en uit het weegvat wordt uitgevoerd, waarna deze cyclus wordt herhaald. Een dergelijke procedure is bekend uit het Amerikaanse octrooischrift 4.130.171. Dit vormt bijgevolg een intermitterend proces en ten einde de stroom 40 niet volledig te onderbreken wordt dikwijls gebruik gemaakt van twee weegvaten, die afwisselend functioneren en waarover de stroom wordt geleid. Een dergelijke intermitterende procedure is echter ten aanzien van de besturing gecompliceerd. Bij de genoemde tweevoudige uitvoering van de apparatuur wordt de inrichting bovendien zeer gecompliceerd en neemt een grote ruimte in beslag.
De uitvinding beoogt een inrichting te verschaffen voor het wegen van een materiaalstroom, waarbij een 45 continue stroom naar een vanaf het weegapparaat mogelijk is zonder deze laatste in tweevoud aan te brengen.
De uitvinding heeft hiertoe het kenmerk, dat het materiaaltoevoerorgaan het materiaal, zolang de materiaalstroom duurt, althans nagenoeg continu toevoert en derhalve tevens tijdens het ledigen van het reservoir, waarbij de capaciteit van het toevoerorgaan en het ledigingsorgaan onderling zodanig is 50 aangepast, dat de materiaalstroom uit het reservoir gedurende het ledigen zoveel sneller plaatsvindt dan de toevoer van het materiaal bij de maximale door het toevoerorgaan geleverde stroom, dat een duidelijke niveaudaling wordt bereikt gedurende het ledigen, zodat dit laatste wordt afgewisseld door tussenliggende vulperioden, waarbij een rekenorgaan, bij voorkeur een computer, die is aangesloten op de weeginrichting en het ledigingsorgaan, het ledigingsorgaan zodanig bestuurt, dat de vulperioden, gedurende welke het 55 ledigingsorgaan is uitgeschakeld, worden afgewisseld met ledigingsperioden, gedurende welke het ledigingsorgaan in werking is, zodat het materiaal uit het reservoir wordt verwijderd, de momentele gewichtswaarden gedurende nagenoeg volledige vulperioden registreert, zodat reeksen waarden, die elk 192695 2 een vuioperatie voorstellen, door het rekenorgaan worden ontvangen, waarbij de reeksen waarden voor de vuloperaties worden benut voor het bepalen van overeenkomstige reeksen berekende, waarschijnlijke waarden voor de ledigingsperioden, terwijl met behulp van de waarden, die gedurende de vuloperaties worden ontvangen en de berekende waarden voor de ledigingsperioden waarden worden gevormd, 5 betreffende de materiaalstroom gedurende de volledige weegperiode, terwijl deze waarden worden benut als basis voor de gewenste waarden, zoals de totale gedurende de weegoperatie toegevoerde massa.
De uitvinding wordt hierna nader toegelicht aan de hand van de tekening. Hierin toont respectievelijk tonen: figuur 1 een doorsnede van een uitvoeringsvorm van de weeginrichting, 10 figuur 2 een blokschema van de weeginrichting volgens figuur 1, de figuren 3-7 diagrammen ter toelichting van de weegwerking.
De hierna beschreven inrichting is geschikt voor toepassing bij de melkproductie. Melk vormt juist een stof, waarvan de soortelijke massa moeilijk onder dynamische omstandigheden is te bepalen, aangezien hierin 15 lucht is opgenomen en bijgevolg schuimvorming optreedt. De toepassing van machinaal melken draagt bij tot het opnemen van lucht in de melk, waardoor de omstandigheden nog moeilijker worden. Door deze moeilijkheden bij het verkrijgen van praktisch toepasbare methoden voor het wegen met behulp van bekende apparatuur, werd het voldoende geacht om een volumetrische meting gedurende de melkproductie toe te passen. Dit leverde echter onbetrouwbare resultaten op, welke geen juiste waarde geven voor de 20 totaal of per koe geleverde hoeveelheid of de wijzigingen in de stroom als functie van de tijd gedurende een melkbewerking. De beschreven inrichting is echter toepasbaar bij alle typen vloeistoffen, waarbij een continue weging gewenst is. Het basisprincipe van de weeginrichting is tevens toepasbaar bij een stroom van een massagoed en voor bepaalde gassen. Voor dit doel zijn echter bepaald wijzigingen van de inrichting noodzakelijk.
25 In figuur 1 is een doorsnede van de onderhavige weeginrichting weergegeven. De weergegeven inrichting dient voor het wegen van een vloeistofstroom. De inrichting bestaat uit een buitenhuis 1, voorzien van een kamer 2 met een inlaat 3 en een uitlaat 4. Onder de inlaat 3 bevindt zich een compensatievat 4, dat aan de bovenzijde open is uitgevoerd en aan de onderzijde uitmondt boven een vloeistofverdeler 6. De vloeistofverdeler 6 bezit een omtrek 7, waarover de vloeistof kan stromen.
30 Onder het vat 4 bevindt zich een weegvat 8. Dit weegvat 8 is aan de bovenzijde open uitgevoerd, waarbij de omtrek 7 van de vloeistofverdeler 6 aansluit op de binnenwand 9 van het weegvat 8. De omtrek van de vloeistofverdeler volgt met een nauwe tussenruimte de binnenwand van het weegvat. Het weegvat 8 is bij voorkeur cilindrisch uitgevoerd en in dit geval is de omtrek van de vloeistofverdeler cirkelvormig, waarbij de diameter hiervan is kleiner is dan de diameter van de binnenwand van het weegvat. De vloeistofverdeler 6 35 is zodanig uitgevoerd, dat de vloeistof op zodanige wijze naar de binnenwand 9 van het weegvat 8 stroomt, dat de vloeistofstroom geen krachtcomponenten veroorzaakt, die omhoog of omlaag zijn gericht. Bij voorkeur is het oppervlak van de vloeistofverdeler 6 voorzien van groeven, uitsteeksels of dergelijke, ten einde de vloeistofstroom te vertragen, zodat de snelheid wordt verminderd.
Aan de onderzijde is het weegvat 8 voorzien van een bodem 10, vanaf welke zich een afvoerbuis 11 40 uitstrekt. De afvoerbuis 11 is voorzien van een klep 12, welke omschakelbaar is tussen een gesloten stand, waarin de binnenkomende vloeistof in het weegvat 8 wordt verzameld en een geopende stand, waarin de vloeistof uit het weegvat 8 en voorts uit de uitlaat 4 van het huis 1 kan stromen. De in figuur 1 weergegeven klep bestaat uit een elastische huls met een binnenwand 13, welke op de uitlaatbuis 11 en een eindbuis 14 is gestoken. Binnen de huls bevindt zich derhalve een vrije zone 15 tussen de beide buizen 11 en 14. De 45 binnenwand 13 is verbonden met een buitenwand 16, welke echter niet elastisch behoeft te zijn. Tussen de beide wanden bevindt zich een kamer 17. Op deze kamer 17 is een zeer flexibele slang 18 aangesloten, door middel waarvan een drukmedium aan de kamer 17 kan worden toegevoerd, zodat de elastische binnenwand kan worden samengeknepen en de stroom kan worden beëindigd. Wanner de druk in de kamer 17 niet groter is dan de omgevingsdruk, neemt de binnenwand 13 de in figuur 1 weergegeven stand in en is 50 de klep open.
Zoals reeds werd opgemerkt, is de beschreven inrichting bestemd voor het wegen gedurende de melkproductie. Bij gebruik van melkmachines zijn de afvoerkanalen van de uierhouders, die op de uiers van de koeien zijn bevestigd, blootgesteld aan vacuüm. Dit vacuüm heerst bijgevolg in de inlaat 3 en, aangezien de inrichting is voorzien van het huis 1, kan dit vacuüm in de gehele weeginrichting worden gehandhaafd, 55 dat wil zeggen in de kamer 2. Het huis 1 heeft tevens tot doel vervuiling van het materiaal door de omgeving te voorkomen, alsmede spatten uit de weeginrichting. Een huis kan derhalve gewenst zijn, zelfs ais de druk gedurende de weegprocedure niet afwijkt van de atmosferische druk. De stijfheid van de 3 192695 binnenwand 13 van de rubberhuls is in het onderhavige geval zodanig aangepast aan het vacuüm in de kamer 2, dat de klep de gesloten stand inneemt, indien de atmosferische druk heerst in de kamer 17. Een regelklep 19, die op de slang 18, via een pijpleiding 20 op de kamer 2 en via een inlaat 21 op de atmosfeer is aangesloten, dient voor het besturen van de klep 12. De klep 19 wordt bediend door middel van een 5 elektromagneet 22. Hierdoor kan de klep enerzijds een stand innemen, waarin de kamer 17 via de slang 18 en de inlaat 21 met de atmosfeer in verbinding staat, zodat de atmosferische druk in de kamer 17 heerst, welke hoger is dan de druk in de kamer 2, zodat de klep sluit, terwijl de regelklep 19 de kamer 17 via de slang 18 en de pijpleiding 20 op de kamer 2 kan aansluiten. Hierdoor heerst dezelfde druk aan weerszijden van de elastische binnenwand 13 en neemt de klep de open stand volgens figuur 1 in. Indien de inrichting 10 zodanig is uitgevoerd, dat geen vacuüm heerst in de kamer 2 kan de inlaat 21 op een drukbron zijn aangesloten, die een medium onder druk levert. Ook andere oplossingen zijn mogelijk om een positieve druk in de kamer 17 op te wekken voor het sluiten van de klep. Voorts kunnen ook andere klepuitvoeringen worden toegepast, bijvoorbeeld een magneetklep, die direct op de afvoerbuis 11 is aangesloten.
Het weegvat 8 is zodanig opgehangen, dat momentele gewicht hiervan kan worden geregistreerd. Bij de 15 weergegeven uitvoeringsvorm is het weegvat 8 in twee bladveren 23 gemonteerd, die zijn voorzien van draadrekstrookjes 24. Hierdoor kan op bekende wijze het gewicht, dat het weegvat belast, door een elektronisch orgaan worden gemeten. Voor een dergelijke gewichtsregistratie is echter een groot aantal oplossingen beschikbaar voor de deskundige en de draadrekstrookjes zijn slechts bij wijze van voorbeeld genoemd. Er wordt echter verondersteld, dat het weegresultaat bij de onderhavige weeginrichting beschik-20 baar komt in de vorm van een elektrische waarde, zodat een elektrische gever in het systeem aanwezig moet zijn. Indien de inhoud van het weegvat moet worden gewogen, dient op gebruikelijke wijze een tarrering voor het intrinsieke gewicht van het weegvat plaats te vinden.
In figuur 2 is de inrichting als blokschema weergegeven. Links zijn de hierboven beschreven mechanische en hydraulische onderdelen zichtbaar, zoals het huis 1, het verzamelvat 4, het weegvat 8 en de klep 25 12. Rechts zijn de elektronische onderdelen van de inrichting zichtbaar. Deze omvatten een gewichtszender, welke met het verwijzingscijfer 25 is aangeduid, waarvan het actieve gedeelte in figuur 1 door het draadrek-strookje 24 is aangeduid. Voorts toont het blokschema de bedieningsmagneet 22 van de klep 12 en een computereenheid 26 voor het verwerken van de signalen, die van de gewichtszender 25 worden ontvangen. De computereenheid 26 is aangesloten op een weergeef- en/of registratieorgaan 27 voor het weergeven 30 van de parameters, die zijn verkregen of berekend en die in dit verband van belang zijn zoals de gewichts-waarde. Indien verscheidene weeginrichtingen gelijktijdig werken, is voorts een onderlinge verbinding nodig, zodat de specifieke stroom, te zamen met de totale stroom van alle inrichtingen, kan worden afgelezen. Aangezien het bij melkproduktieapparatuur gewenst is om de specifieke stroom van elke koe te kunnen aflezen, dienen verscheidene weeginrichtingen te worden aangebracht, welke op een gemeenschappelijke 35 computer voor de gelijktijdige verwerking van deze signalen moeten worden aangesloten of via gescheiden computers op een gemeenschappelijk weergeeforgaan en bij voorkeur tevens op registratieorganen (aangeduid in figuur 2).
De werking van de beschreven inrichting zal hierna nader worden toegelicht aan de hand van de diagrammen in de figuren 3-7. De beschrijving heeft betrekking op een melkprocedure, doch geldt in wezen 40 ook voor andere bewerkingen.
Zoals bekend vindt het melken plaats door de uier van de koe door middel van uierhouders bloot te stellen aan een vacuüm met een frequentie van ongeveer 1 Hz, waarbij de melk aan het vacuümsysteem wordt toegevoerd in de vorm van korte vloeistofetralen. Het diagram uit figuur 3 toont op welke wijze de massa per tijdseenheid van de vloeistofstroom (kg/min) varieert in de tijd (min). Zoals uit het diagram blijkt 45 wordt eerst een steeds toenemende hoeveelheid melk per tijdseenheid geproduceerd, welke na een maximum weer afneemt, totdat het melken stopt. De totale hoeveelheid melk wordt gevormd door de integraal van de getoonde kromme. De kromme komt nagenoeg overeen met de stroom door de inlaat 3.
De gepulseerd aankomende melk wordt verzameld in het compensatievat 4 en verlaat dit vat op hetzelfde moment via afvoeropeningen aan de omtrek 7. Bij toenemende vloeistofhoeveelheld per 50 tijdseenheid stijgt het vloeistofniveau in het compensatievat 4 en neemt dan weer af, zodat het compensatievat leeg is, direct nadat het melken is gestopt. Er vindt derhalve een afvoer uit het compensatievat en een overeenkomstige toevoer aan het weegvat 8 plaats, waardoor een gemiddelde kromme in plaats van de kromme volgens figuur 3 wordt verkregen, welke echter in de tijd iets is verschoven tengevolge van de vertraging in het compensatievat. Indien een goede middeling van de vloeistof-55 impulsen van het melkmechanisme nodig is, moet de grensfrequentie van het als een laag doorlatend filter beschouwde compensatievat enerzijds worden gekozen aan de hand van de frequentie van de melk-impulsen en anderzijds van de frequentie-inhoud van de ideale gemiddelde kromme voor het normale geval.
192695 4
Dit houdt in, dat het compensatievat een niet al te groot horizontaal oppervlak moet hebben, aangezien het anders mogelijk is dat een zodanige afvlakking optreedt, dat een nagenoeg rechte kromme wordt verkregen voor de binnenkomende stroom over een groot gedeelte van de duur van de stroom. In het onderhavige geval is aangenomen, dat het compensatievat een zodanige vorm en volume bezit, dat de afvlakking 5 volgens de kromme uit figuur 4 wordt bereikt.
Wanneer de melk uit het compensatievat stroomt begint het volume in het weegvat 8 bij gesloten klep 12 geleidelijk toe te nemen. Zoals reeds werd opgemerkt, dient de stroom naar het weegvat zodanig te zijn, dat het weegvat zo min mogelijk wordt beïnvloed door dynamische krachten. De door de zender 25 geleverde waarde dient derhalve een juiste indruk te verschaffen van de momentele gewichtshoeveelheid in het 10 weegvat. Wanneer de hoeveelheid in het weegvat een maximumniveau heeft bereikt, wordt de tot nu toe gesloten klep 12 geopend. Zoals reeds werd opgemerkt, vindt dit plaats door een impuls aan de bedienings-magneet 22 te leveren. Wanner de meeste vloeistof uit het weegvat is afgevoerd via de klep 12 en weg is gestroomd door de uitlaat 4 voor verder transport, bijvoorbeeld naar een verzameltank, wordt de klep gesloten en begint het weegvat zich weer te vullen totdat het vooraf bepaalde niveau wordt bereikt, waarna 15 de klep opnieuw opent enz. Het is niet noodzakelijk, dat een bepaald niveau moet worden bereikt, er zijn aanmerkelijke variaties mogelijk. Uiteraard moet het niveau niet de positie van de verdeler 6 van het compensatievat 4 overschrijden. Het ledigen behoeft evenmin volledig te zijn; er kan een kleine hoeveelheid in het weegvat achter blijven, wanneer de klep sluit. Dit houdt in, dat de nauwkeurigheid van de klep-besturing niet zeer groot behoeft te zijn. De bediening van de klep kan in hoofdzaak op twee manieren 20 plaatsvinden. Er kan een regelmatige periodieke tijdsbesturing plaatsvinden, zodat de klep gedurende bepaalde perioden gesloten en geopend wordt gehouden. De inkomende stroom en uitgaande stroom dienen hierbij zodanig te zijn aangepast, dat de afvoerperioden korter zijn dan de invoerperioden, bij voorkeur aanmerkelijk korter, bijvoorbeeld met een verhouding 1 :10. De computer 27 kan deze tijdsbesturing uitvoeren. Indien een regelmatige tijdsbesturing wordt toegepast, kunnen bij variëren toevoer-25 stroom verschillende niveaus optreden, wanneer het ledigen start, terwijl tevens kleine volumes kunnen achterblijven na het ledigen.
Als alternatief kan de klep worden bestuurd in afhankelijkheid van het gewicht, dat het weegvat belast. Wanneer een bepaald maximaal gewicht wordt bereikt, wordt de klep geopend. Indien er althans enige zekerheid bestaat omtrent de soortelijke massa van de vloeistof, wordt een relatief constant niveau bereikt, 30 wanneer het ledigen begint. Op dezelfde wijze kan de klep zodanig worden bediend, dat de klep sluit, wanneer het gewicht aangeeft, dat het vat leeg is. Indien het maximumniveau constant wordt gehouden en de viscositeit van de vloeistof niet varieert, worden voor een bepaald apparaat de ledigingstijden alleen gewijzigd tengevolge van de grootte van de gelijktijdige toevoerstroom.
Gedurende dit afwisselend vullen en ledigen van het gewichtsvat 8 wordt een gewichtswaarde van de 35 zender 25 verkregen van de in figuur 5 afgebeelde vorm. Deze kromme toont de momentele massa in het gewichtsvat (kg) en is gebaseerd op de tweede methode met vaste gewichtswaarden bij het begin van het ledigen. Deze kromme bevat derhalve een aantal weegperioden (a) gedurende welke vullen plaatsvindt met tussenliggende tijdsperioden (b) gedurende welke ledigen plaatsvindt met gelijktijdig vullen, aangezien de binnenkomende stroom zonder onderbreking doorgaat. Aangezien de kromme zijn oorsprong heeft aan het 40 begin van het ledigen bij een bepaalde gewichtswaarde, zullen de vulperioden (a) in lengte variëren, aangezien de binnenkomende stroom niet constant is. De vulperioden worden bijgevolg langer aan het einde van de kromme ten opzichte van de grotere stroom in het midden van de kromme. Wanneer het melken wordt beëindigd, kan het voorkomen, dat de resterende hoeveelheid niet voldoende is om het vat voor de laatste maal te vullen. In dit geval dient de computer zodanig te zijn geprogrammeerd, dat het vat 45 wordt geledigd, indien de waarde gedurende een bepaalde tijdsperiode constant blijft. Dit is in figuur 5 aangeduid door een rechte lijn aan het einde van een kromme. De gewichtswaarde, die kan worden geregistreerd gedurende de ledigingsperiode, is niet van belang, aangezien deze geen juiste indruk geeft van het gewicht, dat gedurende de ledigingsperiode (b) door het systeem is gestroomd. Gedurende de weegperioden (a) geeft de verkregen kromme echter een kenmerkende bemonstering van de werkelijke 50 stroom, die gedurende deze periode aan het weegvat is toegevoerd. Dit gegeven wordt in het geheugen van de aangesloten computer vastgelegd voor verdere verwerking. Hier worden in hoofdzaak berekeningen gemaakt van de afgeleiden naar de tijd van de bemonsteringskrommedelen, waardoor de gemeten waarden volgens figuur 6 worden verkregen. Door een geschikte verdere programmering van de computer is het nu mogelijk om de volgende controles en toevoegingen van de afgefeide-kromme volgens figuur 6 uit te 55 voeren.
- Integreren van de afgeleide waarde gedurende een bemonsteringsperiode en vergelijken met de gemeten gewichtstoename gedurende de bemonsteringsperioden. Indien afwijkingen zijn opgetreden, wordt het 5 192695 afgeleide-gegeven in overeenstemming hiermee gecorrigeerd.
- Verbinden van de kromme-delen van de bemonsteringsperioden door toepassing van de ingebouwde continuïteitscriteria. Deze zijn bepaald door de laagdooriatende karakteristieken van het compensatievat, de afgeleiden van de hoofdcomponenten van verschillende orden enz.
5 - Berekenen van verschillende in dit verband van belang zijnde gegevens, bijvoorbeeld totaalgewicht, tijdafgeleide van de stroom enz.
In figuur 6 zijn de deelkrommen voor het wegen (a) na het vormen van de afgeleide weergegeven. Deze gekromde delen stellen bijgevolg de snelheid van het vullen in massa voor. De integraal van de kromme voor de toevoegtijd (a) verschaft het gewicht, dat gedurende deze tijdsperioden aan het weegvat is 10 toegevoerd. De gecumuleerde integraal van de kromme uit figuur 6 verschaft derhalve slechts een gedeeltelijk gewicht voor de totale doorstromende massa, aangezien geen informatie beschikbaar is omtrent de massastroom gedurende de leidingsperioden.
Om een juiste voorstelling van de momentele massahoeveelheden en de totale doorstromende massa gedurende de werking te verkrijgen, is een kromme nodig, die overeenkomt met de kromme uit figuur 4. De 15 wijze, waarop deze kan worden verkregen, is in principe hierboven beschreven. De computer 26 is zodanig geprogrammeerd, dat de kromme volgens figuur 6 wordt getransformeerd in een kromme, welke sterk lijkt op de kromme uit figuur 4. De delen van de kromme uit figuur 6, die binnen de meetperioden (a) liggen, moeten bijgevolg worden verbonden met deelkrommen, die de ledigingsperioden (b) betreffen. Elk van de deelkrommen binnen de perioden (a) duidt de specifieke massastroom voor elk moment van de vulwerking 20 aan en deze specifieke massastroom wordt door de computer berekend voor elke vulperiode (a) op grond van de geregistreerde opeenvolgende gewichtstoename van het meetvat. Aangezien metingen worden genomen van de gewichtstoename, en niet van het geaccumuleerde gewicht op elke moment, is de grootte van het gewicht aan het begin onbelangrijk. Het is met andere woorden niet noodzakelijk om te waarborgen, dat het meetvat leeg is, wanneer de volgende meetperiode begint. Dit is van belang, aangezien op deze 25 wijze niet alleen minder noodzaak voor een nauwkeurig besturingsproces bestaat, maar ook omdat de vloeistofhoeveelheden, die op de wanden van het vat achterblijven, geen invloed hebben.
Ten einde de kromme te voltooien, is de computer zodanig geprogrammeerd, dat door extrapoleren een kromme wordt verkregen voor de direct voorafgaande meetperiode (a), zodat de kromme de ledigings-periode (b) overbrugt. Voorts kan afvlakking plaatsvinden, zodat de geëxtrapoleerde kromme aansluit op het 30 beginpunt van de kromme voor de volgende meetperiode. Indien de wijziging in het stromingsvolume relatief langzaam plaatsvindt, is de laatstgenoemde stap waarschijnlijk niet noodzakelijk.
In figuur 7 is de uiteindelijke kromme weergegeven. De deelkrommen, die gedurende de meetperioden zijn gevormd, zijn met getrokken lijnen aangeduid, terwijl de geëxtrapoleerde delen met een puntlijn zijn aangeduid. Zoals uit figuur 7 blijkt, komt deze kromme zeer nauw overeen met de kromme volgens figuur 4. 35 Uit deze kromme kan de grootte van de momentele massastroom voor elk moment worden afgelezen, terwijl het door het integreren van de kromme mogelijk is om de totale gewichtshoeveelheid gedurende een bepaalde tijdsperiode of gedurende een beëindigde werking te verkrijgen.
Er wordt geen gedetailleerde toelichting gegeven van de wijze, waarop de computer dient te worden geprogrammeerd ter verkrijging van de genoemde extrapolatie. Bij wijze van voorbeeld kan echter worden 40 opgemerkt, dat met een digitale meetmethode de digitale waarden achtereenvolgens kunnen worden opgeteld bij de waarde, die eerder werd gesommeerd, met de toename van het gewicht gedurende de meetperioden. De specifieke massastroomwaarde wordt bijgevolg verkregen door het aantal gewichtseenheden, welke zijn opgeteld voor elke tijdseenheid (de in figuur 6 getekende kromme wordt verkregen). Extrapolatie kan dan plaatsvinden door de computer de optelling tevens gedurende de ledigingsperioden te 45 laten voortzetten en wel met dezelfde snelheid, welke het einde vormde van de direct hieraan voorafgaande meetperiode (weergegeven in figuur 7) of mogelijkerwijs in overeenstemming met een gemiddelde van de optelling binnen deze periode. In het geval van een afnemende stroom (rechterdeel van de kromme) wordt dezelfde methode toegepast, waarbij echter in plaats van optellen aftrekken plaatsvindt. Door de gegevensverwerking van de binnenkomende gewichtswaarden kunnen verscheidene functies voor de massa worden 50 bepaald. In vele gevallen bestaat de meest belangrijke waarde uit het totale gewicht gedurende een bepaalde weegoperatie, zoals in de aanhef werd opgemerkt. Het kan echter tevens gewenst zijn om andere waarden te bepalen en af te drukken, zoals verschillende differentiaal· en integraalwaarden voor de weegoperatie, welke loopt of is beëindigd. Het is bijvoorbeeld dikwijls nuttig om een waarde voor de specifieke massastroom te verkrijgen, zoals het gewicht per tijdseenheid en de wijziging van deze waarden 55 gedurende de weegoperatie.
Tenslotte wordt opgemerkt, dat het compensatievat, dat zodanig is aangebracht, dat zeer grote oscillaties in het systeem, wanneer de binnenkomende stroom onregelmatig is, worden voorkomen, door een ander
Claims (5)
1. Inrichting voor het bepalen van waarden, betreffende de massa van een materiaalstroom, voorzien van een reservoir (8), welke de materiaalstroom ontvangt, een weeginrichting (24, 25), die op het reservoir is aangesloten voor het wegen van de inhoud hiervan, een toevoerorgaan (3, 4) voor het toevoeren van de 15 materiaalstroom aan het reservoir en een ledigingsorgaan (12) voor het afvoeren van het materiaal dat uit de stroom in het reservoir is verzameld, zodat de materiaalstroom aan het reservoir kan worden toegevoerd en het gewicht van het in het reservoir verzamelde materiaal kan worden bepaald door middel van de weeginrichting, waarna het reservoir kan worden geledigd en een nieuwe hoeveelheid binnenstromend materiaal kan worden verzameld, enz., met het kenmerk, dat het materiaaltoevoerorgaan (3, 4) het 20 materiaal, zolang de materiaalstroom duurt, althans nagenoeg continu toevoert en derhalve tevens tijdens het ledigen van het reservoir, waarbij de capaciteit van het toevoerorgaan (3, 4) en het ledigingsorgaan (12) onderling zodanig is aangepast, dat de materiaalstroom uit het reservoir gedurende het ledigen zoveel sneller plaatsvindt dan de toevoer van het materiaal bij de maximale door het toevoerorgaan geleverde stroom, dat een duidelijke niveaudaling wordt bereikt gedurende het ledigen, zodat dit laatste wordt 25 afgewisseld door tussenliggende vulperioden, waarbij een rekenorgaan, bij voorkeur een computer (26), die is aangesloten op de weeginrichting (24, 25) en het ledigingsorgaan (12), het ledigingsorgaan (12) zodanig bestuurt, dat de vulperioden, gedurende welke het ledigingsorgaan is uitgeschakeld, worden afgewisseld met ledigingsperioden, gedurende welke het ledigingsorgaan in werking is, zodat het materiaal uit het reservoir (8) wordt verwijderd, de momentele gewichtswaarden gedurende nagenoeg volledige vulperioden 30 registreert, zodat reeksen waarden, die elk een vuloperatie voorstellen, door het rekenorgaan worden ontvangen, waarbij de reeksen waarden voor de vuloperatïes worden benut voor het bepalen van overeenkomstige reeksen berekende, waarschijnlijke waarden voor de ledigingsperioden, terwijl met behulp van de waarden, die gedurende de vuloperatïes worden ontvangen en de berekende waarden voor de ledigingsperioden waarden worden gevormd, betreffende de materiaalstroom gedurende de volledige weegperiode, 35 terwijl deze waarden worden benut als basis voor de gewenste waarden, zoals de totale gedurende de weegoperatie toegevoerde massa.
2. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het rekenorgaan (26) is ingericht om gedurende de vuloperatïes informatie te leveren betreffende de toegevoerde materiaalmassa per tijdseenheid, welke waarden opeenvolgende secties van een kromme voorstellen, die de geleverde massa per tijdseenheid 40 weergeeft, in welke kromme onderbrekingen aanwezig zijn, welke de ledigingsperioden voorstellen, waarbij het rekenorgaan voorts is aangepast om op basis van de informatie betreffende aangrenzende delen van de kromme, de benaderingswaarden voor de onderbrekingen te berekenen.
3. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het toevoerorgaan (3, 4) zodanig is ingericht dat oscillaties in de materiaalstroom worden afgevlakt, ten einde een kromme voor de gemiddelde waarde te 45 verkrijgen.
4. Inrichting volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat het toevoerorgaan (3, 4) het afvlakken van de oscillaties in de materiaalstroom in de materiaalstroom verzorgt, doordat het een reservoir (5) omvat, dat de stroom opvangt en het materiaal aan het reservoir (8) in de vorm van een gelijkmatige stroom afgeeft.
5. Inrichting volgens conclusie 2 of 3, bestemd voor toepassing bij een installatie van het vacuümtype, met 50 het kenmerk, dat het reservoir (8) het toevoerorgaan (3, 4) en het ledigingsorgaan (12) zijn omsloten door een luchtdicht huis (1), waarin een vacuüm, dat geschikt is voor de melkinstallatie, wordt gehandhaafd. Hierbij 4 bladen tekening
Applications Claiming Priority (2)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
SE8200284 | 1982-01-20 | ||
SE8200284A SE429790B (sv) | 1982-01-20 | 1982-01-20 | Metod och anordning for bestemning av verden avseende massan hos ett materialflode |
Publications (3)
Publication Number | Publication Date |
---|---|
NL8300190A NL8300190A (nl) | 1983-08-16 |
NL192695B NL192695B (nl) | 1997-08-01 |
NL192695C true NL192695C (nl) | 1997-12-02 |
Family
ID=20345774
Family Applications (1)
Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
---|---|---|---|
NL8300190A NL192695C (nl) | 1982-01-20 | 1983-01-19 | Inrichting voor het bepalen van waarden, betreffende de massa van een materiaalstroom. |
Country Status (11)
Country | Link |
---|---|
US (1) | US4513830A (nl) |
JP (1) | JPS58137718A (nl) |
DE (1) | DE3301958A1 (nl) |
DK (1) | DK156851C (nl) |
FI (1) | FI69704C (nl) |
FR (1) | FR2520108B1 (nl) |
GB (1) | GB2113856B (nl) |
IT (1) | IT1161601B (nl) |
NL (1) | NL192695C (nl) |
NO (1) | NO155163C (nl) |
SE (1) | SE429790B (nl) |
Families Citing this family (24)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
NZ208033A (en) * | 1983-05-11 | 1987-09-30 | Orion Machinery Co Ltd | Method and apparatus for measuring quantity of milk obtained by milking machine |
EP0140213B1 (de) * | 1983-10-06 | 1988-01-20 | Bühler AG | Verfahren und Vorrichtung zur Erfassung des Durchsatzes eines Schüttgutstromes |
DE3346145C2 (de) * | 1983-12-21 | 1986-02-13 | Claus 6304 Lollar Friedrich | Meßvorrichtung zur kontinuierlichen Ermittlung der Durchsatzmenge von Materialströmen |
JPS60152932U (ja) * | 1984-03-21 | 1985-10-11 | 農業機械化研究所 | 乳量計測装置 |
CH668641A5 (de) * | 1985-04-04 | 1989-01-13 | Buehler Ag Geb | Verfahren und vorrichtung zur automatischen erfassung des durchsatzes eines schuettgutstromes, z.b. getreide. |
NZ218558A (en) * | 1985-12-19 | 1989-03-29 | Csr Ltd | Measuring flow rate of a fluid by a weight controlled through-flow container |
US4718443A (en) * | 1987-02-06 | 1988-01-12 | Conoco Inc. | Mass flowmeter apparatus |
EP0278946A1 (de) * | 1987-02-10 | 1988-08-17 | Dietrich Kastner | Vorrichtung zur Massebestimmung pump- und fliessfähiger Nahrungsmittel, insbesondere Milch |
DE3737607A1 (de) * | 1987-11-05 | 1989-05-24 | Hoefelmayr Bio Melktech | Verfahren und vorrichtung zur durchfuehrung von messungen an einer schaeumenden fluessigkeit |
SU1720601A1 (ru) * | 1988-05-05 | 1992-03-23 | Латвийская сельскохозяйственная академия | Устройство дл определени индекса продуктивности и нормы корма животных |
US4954975A (en) * | 1988-08-10 | 1990-09-04 | K-Tron International, Inc. | Weigh feeding system with self-tuning stochastic control and weight and actuator measurements |
NL193553C (nl) * | 1989-02-27 | 2003-01-10 | Lely Entpr Ag | Melkinstallatie. |
DE4112091A1 (de) * | 1991-04-12 | 1992-10-15 | Heller Guenther | Verfahren zur kontrolle einer fluessigkeitsmenge und vorrichtung |
US5487359A (en) * | 1994-03-09 | 1996-01-30 | Montreuil; Michel | Low amperage electronic milk level detector |
DE19507542C1 (de) * | 1995-03-03 | 1996-09-12 | Schwarte Werk Gmbh | Verfahren und Vorrichtung zur Bestimmung der Masse einer eine Durchflußleitung durchströmenden Milchmenge im Zuge der Milchannahme |
US5780780A (en) * | 1997-01-17 | 1998-07-14 | Ahmed; Gulzar | Weighing vibratory apparatus and method |
US5825170A (en) * | 1997-01-24 | 1998-10-20 | Filtre-Expert | Magnetically coupled alternating stray current neutralizing method and system |
DE19730034C2 (de) * | 1997-07-14 | 2003-03-27 | Troester Guenther | Verfahren und Vorrichtung zur Bestimmung der zeitlichen Entnahmerate eines fließfähigen Stoffes aus einem Behälter |
EP1443324A1 (en) | 2003-01-31 | 2004-08-04 | DeLaval Holding AB | Milk metering apparatus and method of milking an animal |
WO2006113064A1 (en) * | 2005-04-12 | 2006-10-26 | E.I. Du Pont De Nemours And Company | Solids handling apparatus and method |
US7683271B2 (en) * | 2005-04-12 | 2010-03-23 | E. I. Du Pont De Nemours And Company | System for accurately weighing solids and control mechanism for same |
DE102014102345A1 (de) * | 2014-02-24 | 2015-08-27 | Dieter Hense | Vorrichtung zur messung der dichte und/oder des durchsatzes von schüttgut, sowie verfahren dafür |
US9915590B1 (en) * | 2015-08-07 | 2018-03-13 | Hollison, LLC | System and methods for maintaining constant airflow and efficiency while tuning sampling flow |
US10815064B1 (en) | 2017-12-22 | 2020-10-27 | Gulzar Ahmed | Systems and methods for controlling the dispensing of articles |
Family Cites Families (13)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
FR1449971A (fr) * | 1965-09-21 | 1966-05-06 | Colgate Palmolive Co | Procédé et dispositif de réglage de débit pondéral |
US3680649A (en) * | 1969-06-19 | 1972-08-01 | Allie A Johnson | Fluent material weighing system |
US3942562A (en) * | 1971-02-25 | 1976-03-09 | Imperial Chemical Industries Limited | Quantising machines |
GB1427774A (en) * | 1973-05-29 | 1976-03-10 | Transmatic Fyllan Ltd | Metering device for flowable materials |
JPS507945A (nl) * | 1973-05-31 | 1975-01-27 | ||
US3919975A (en) * | 1974-08-05 | 1975-11-18 | Lloyd P Duncan | Milker unit |
US4030356A (en) * | 1975-03-28 | 1977-06-21 | Technical Industries, Inc. | Continuous weighing mechanism for fluids |
US4130171A (en) * | 1976-08-18 | 1978-12-19 | Industrial System Engineers, Inc. | Apparatus for batch-weighing a continuous flow of material |
SU679811A1 (ru) * | 1977-11-24 | 1979-08-15 | Предприятие П/Я М-5397 | Весовой дозатор непрерывного действи дл сыпучих и жидких материалов |
GB1599199A (en) * | 1978-05-31 | 1981-09-30 | Central Electr Generat Board | Weighing of bulk material |
DE2839101C3 (de) * | 1978-09-08 | 1986-08-21 | DEC INTERNATIONAL, Inc. Deutsche Niederlassung, 4660 Gelsenkirchen | Milchmengenmeßgerät |
US4300202A (en) * | 1979-10-16 | 1981-11-10 | Chizhikov Vladimir M | Method and apparatus for weight determination of the amount of a substance possessing fluidity quality |
JPS57208415A (en) * | 1981-06-19 | 1982-12-21 | Hitachi Ltd | Liquid flow meter |
-
1982
- 1982-01-20 SE SE8200284A patent/SE429790B/sv not_active IP Right Cessation
-
1983
- 1983-01-11 DK DK008883A patent/DK156851C/da not_active IP Right Cessation
- 1983-01-13 US US06/457,586 patent/US4513830A/en not_active Expired - Lifetime
- 1983-01-14 FI FI830129A patent/FI69704C/fi not_active IP Right Cessation
- 1983-01-14 GB GB08300955A patent/GB2113856B/en not_active Expired
- 1983-01-19 IT IT19183/83A patent/IT1161601B/it active
- 1983-01-19 NO NO830168A patent/NO155163C/no not_active IP Right Cessation
- 1983-01-19 NL NL8300190A patent/NL192695C/nl not_active IP Right Cessation
- 1983-01-20 JP JP58007999A patent/JPS58137718A/ja active Granted
- 1983-01-20 DE DE3301958A patent/DE3301958A1/de active Granted
- 1983-01-20 FR FR8300853A patent/FR2520108B1/fr not_active Expired
Also Published As
Publication number | Publication date |
---|---|
FI69704C (fi) | 1986-03-10 |
NL8300190A (nl) | 1983-08-16 |
DK8883D0 (da) | 1983-01-11 |
IT1161601B (it) | 1987-03-18 |
FR2520108A1 (fr) | 1983-07-22 |
JPS58137718A (ja) | 1983-08-16 |
FI69704B (fi) | 1985-11-29 |
FI830129L (fi) | 1983-07-21 |
GB2113856A (en) | 1983-08-10 |
NL192695B (nl) | 1997-08-01 |
DK156851B (da) | 1989-10-09 |
SE429790B (sv) | 1983-09-26 |
DK156851C (da) | 1990-03-05 |
SE8200284L (sv) | 1983-07-21 |
NO155163B (no) | 1986-11-10 |
GB8300955D0 (en) | 1983-02-16 |
IT8319183A0 (it) | 1983-01-19 |
GB2113856B (en) | 1985-08-29 |
JPH0368328B2 (nl) | 1991-10-28 |
FI830129A0 (fi) | 1983-01-14 |
NO830168L (no) | 1983-07-21 |
DE3301958A1 (de) | 1983-08-18 |
NO155163C (no) | 1987-03-04 |
DE3301958C2 (nl) | 1992-01-30 |
FR2520108B1 (fr) | 1986-09-19 |
DK8883A (da) | 1983-07-21 |
US4513830A (en) | 1985-04-30 |
Similar Documents
Publication | Publication Date | Title |
---|---|---|
NL192695C (nl) | Inrichting voor het bepalen van waarden, betreffende de massa van een materiaalstroom. | |
US4320775A (en) | Liquid metering unit responsive to the weight of the metered liquid | |
US5024352A (en) | Apparatus for the automatic determination of a continuous bulk material throughput by a continuous balance | |
KR101075347B1 (ko) | 유량 측정용 시스템과, 유량 측정 방법 | |
RU2086931C1 (ru) | Способ регистрации потока продукции и устройство для его осуществления | |
EP0372024A1 (en) | MISSING WEIGHT WEIGHING SYSTEM FOR MATERIAL WITH DISORDERED FLOW. | |
US20120228325A1 (en) | Time Volumetric Fluid Dispensing Apparatus | |
JP2000509816A (ja) | 連続計量メータ | |
DK163836B (da) | Fremgangsmaade til maaling af gennemstroemningsmaengden af styrtgods | |
CN113196019A (zh) | 用于对用于倾注物料的配量设备在其储存容器的再填充期间进行重力调节的方法及用于实施该方法的配量设备 | |
JPH07119643A (ja) | 液体の供給及び測定装置 | |
JPH02191193A (ja) | 定量充填制御される充填方法とその装置 | |
JP2011051624A (ja) | 液体の定量充填方法および装置 | |
SU1618289A3 (ru) | Способ измерени расхода сыпучего материала | |
US3263760A (en) | Weighing machine | |
JPS57108717A (en) | Continuous type flowmeter and constant volume supply device for liquid | |
RU2284016C2 (ru) | Способ порционного взвешивания сыпучих продуктов в потоке с предварительным дозированием и устройство для его осуществления | |
JP2566312B2 (ja) | 液体の計量充填装置 | |
RU2012854C1 (ru) | Дозатор жидкости | |
RU57001U1 (ru) | Устройство для порционного взвешивания сыпучих продуктов в потоке | |
RU1813487C (ru) | Устройство дл измерени содержани твердого в пульпе сгустител | |
JPS6314776B2 (nl) | ||
JPH03114524A (ja) | 流体供給装置の供給切替方法 | |
JPS62298766A (ja) | 粉粒体の移送速度計測装置 | |
JPH03187897A (ja) | 糖度品質管理装置 |
Legal Events
Date | Code | Title | Description |
---|---|---|---|
A85 | Still pending on 85-01-01 | ||
CNR | Transfer of rights (patent application after its laying open for public inspection) |
Free format text: ALFA-LAVAL AGRICULTURE INTERNATIONAL AB |
|
BA | A request for search or an international-type search has been filed | ||
BB | A search report has been drawn up | ||
BC | A request for examination has been filed | ||
V1 | Lapsed because of non-payment of the annual fee |
Effective date: 20020801 |