NL192392C - Brandvaste schuifdeur. - Google Patents

Description

I I

Brandvaste schuifdeur

De uitvinding heeft betrekking op een brandvaste schuifdeur, bestaande uit een deurblad en montage· middelen waarmee het deuiblad schuifbaar ter plaatse van een opening in een wand van een gebouw wordt 5 gemonteerd, waarbij het deurblad een houtdelen bevattende kern van met aan ten minste één zijde een brandvaste bekledingspiaat omvat.

Een dergelijke brandvaste deur is bekend uit de Franse octrooiaanvrage 2.470.235. Bij deze bekende deur is de bekledingspiaat een asbest-cementplaat. De brandvastheid van deze plaat wordt bepaald door de hoeveelheid asbestvezels, die een hoge warmteweerstand bezitten. Het verharde cement in deze plaat dient 10 slechts als bindmiddel voor de brandwerende vezels. Asbest-cementplaten zijn door hun groot vezel· aandeel, ondanks de geringe plaatdikte, constructief sterk, maar ook relatief zwaar. Dit zware materiaal verschaft de deur de benodigde constructieve sterkte en brandvastheid.

De uitvinding beoogt een brandvaste deur van de in de aanhef beschreven soort te verschaffen die met behoud van de gunstige sterkte en brandvasteigenschappen van de bekende schuifdeur, relatief licht van 15 gewicht is en economisch kan worden vervaardigd.

Dit doel wordt bij de brandvaste schuifdeur volgens de uitvinding bereikt doordat de houtdeeltjes bevattende kern bestaat uit een constructief dragende houtvezelplaat, de brandvaste plaat en gipsplaat is en het van de houtvezelplaat afgekeerde oppervlak daarvan vrij is van een constructief dragende, de gipsplaat beschermende, bekleding. Gebleken is dat de gipsplaat, waarvan de brandvaste eigenschappen in 20 dit vakgebied algemeen bekend zijn, bij brand voldoende lang stand kan houden om de houtvezelplaat tegen aantasting door vuur te beschermen. Houtvezelplaat is relatief goedkoop en constructief sterk. Bij de dunne gipsplaat is het brosse verharde materiaal zelf, door de grote waterinhoud van de gipskristallen, het brandwerende materiaal. In tegenstelling tot asbest-cementplaten dienen eventuele vezels in de gipsplaat voor het aan elkaar binden van het brosse verharde gips en hebben weinig of geen brandwerende functie. 25 Opgemerkt wordt dat het op zichzelf wel bekend is, bijvoorbeeld uit het Amerikaanse octrooischrift 3.974.607, om gipsplaat voor brandweringsdoeleinden te gebruiken. Het genoemde Amerikaanse octrooi-schrift betreft echter het gebruik van gipsplaat in vast opgestelde wandconstructies. Het gebruik van op zichzelf relatief bros en constructief niet dragend gipsplaat voor beweeglijke constructies zoals deuren, is niet uit deze publicatie bekend.

30 Een bijkomend voordeel van de uitvinding is dat een beschadiging van de deur, waarbij de gipsplaat wordt beschadigd, bijvoorbeeld door een aanrijding met een vorkheftruck of dergelijke, eenvoudig kan worden gerepareerd. De gipsplaat is direct toegankelijk en kan door aanstrijken met een gipsmortel worden hersteld.

Bij de bekende brandvaste deur met een opgelijmde beplating is een dergelijke reparatie moeilijk of zeffs 35 onmogelijk. Bij een dergelijke deur zal bij een overeenkomstige aanrijding ook de onderliggende brandwerende laag beschadigd raken, zodat de deur in zijn geheel moet worden vervangen of moet worden gedemonteerd en hersteld, hetgeen een kostbare aangelegenheid is.

Bij voorkeur, is op de, op zichzelf uit bijvoorbeeld de Europese octrooiaanvrage EP-A2-258.064, bekende wijze het materiaal van de gipsplaat verrijkt met het gips van de plaat vasthoudende vezels. De gipsplaat is 40 dan beter bestand tegen mechanische belastingen.

Bij een verdere ontwikkeling wordt langs ten minste één rand van het deurblad een stalen trip aangebracht. De stalen strip voorkomt dat de relatief lichte constructie van de brandvaste schuifdeur volgens de uitvinding in geval van blootstelling aan de hitte van een brand, kromtrekt. Doordat de strip tegen de kern van houtvezelplaat is aangebracht en daartegenaan op gebruikelijke wijze een laag vuurvast materiaal zal 45 zijn aangebracht, wordt de strip slechts langzaam en gelijkmatig verhit, zodat deze zijn functie langdurig en betrouwbaar kan uitvoeren.

Het Amerikaans octrooischrift 3.974.607 beschrijft een brandwerende constructie met gipsplaten, waarbij langs een rand van de constructie een stalen profiel is aangebracht. Zoals eerder opgemerkt betreft het hier niet een deur maar een vastopgestelde wandconstructie die ter hoogte van het stalen profiel is ingebouwd.

50

De uitvinding zal verder toegelicht worden in de volgende beschrijving aan de hand van de tekening.

Figuur 1 toont in gedeeltelijk weggebroken perspectivisch aanzicht een brandvaste schuifdeur volgens de uitvinding.

Figuur 2 toont de doorsnede volgens II—II in figuur 1.

55 Figuur 3 toont de doorsnede volgens III—III in figuur 1.

Figuur 4 toont de doorsnede volgens IV-IV in figuur 1.

Figuur 5 toont de doorsnede volgens V-V in figuur 1.

Figuur 6 is een perspectivisch detailaanzicht volgens pijl VI in figuur 1.

Figuur 7 is een perspectivisch aanzicht van de deuropening waarmee de deur van figuur 1 samenwerkt.

Figuur 8 is een detailaanzicht volgens pijl VIII in figuur 7.

5 De brandvaste deur 1 van figuur 1 is uitgevoerd als schuifdeur. Het deurblad 2 is door montagemiddelen nabij een opening in de wand van een gebouw gemonteerd. De montagemiddelen omvatten nabij de bovenrand twee steunen 4 waaraan wielen 5 verdraaibaar zijn gemonteerd. De wielen 5 kunnen rijden op een rail 3, zodat de deurblad 2 in figuur 1 gezien naar links en naar rechts kan bewegen.

Bij de getoonde uitvoeringsvorm wordt het deurblad 2 naar links bewogen door op de handgreep 12 een 10 links gerichte kracht uit te oefenen. Het in tegengestelde richting, dat wil zeggen in de sluitrichting bewegen van het deurblad 2 geschiedt door een aandrijving 6 die een gewicht 7 omvat. Het gewicht 7 grijpt aan op een in een kabel 8 hangende katrol. De kabel is met één einde 9 vast verbonden met een op de muur bevestigd hoekprofiel 30 en het andere einde loopt via een roteerbaar met het profiel 30 verbonden katrol 11 en is bevestigd aan een steun 10 van het deurblad 2. Bij het naar links bewegen van het deurblad 2 15 wordt het gewicht 7 omhoog bewogen en, wanneer het deurblad 2 wordt losgelaten, wordt onder invloed van het gewicht 7 de deur dus weer naar rechts bewogen tot in de gesloten stand. Om de aandrijving 6 is een kap 31 aangebracht die deze aan het oog onttrekt en tegen invloeden van buiten beschermt.

Aan het tegenoverliggende, linker einde van het deurblad 2 is op de vloer een geleidingsrol 13 gemonteerd. Deze werkt samen met de onderrand van het deurblad, aan het linker einde waarvan een in het 20 bijzonder in figuren 2 en 6 getoonde wig 22 is aangebracht. In de in de figuren getoonde gesloten stand van het deurblad 2 ligt de rol 13 tegen de wig 22 aan, zodat de deur goed tegen de deuropening aan gesloten wordt gehouden. In de open stand wordt aan de onderrand iets meer ruimte tussen de rol 13 en de deur gelaten, waardoor deze gemakkelijk kan bewegen.

Zoals de doorsneden in detail tonen, is het deurblad 2 van de brandvaste deur 1 samengesteld uit een 25 kem 15 van een constructief sterke houtvezelplaat, zoals bijvoorbeeld spaanplaat, en aan weerszijden een bekleding van gipsplaat 16,17. Op de van de houtvezelplaat afgekeerde zijde van de gipsplaten 16,17 kan een decoratieve afwerkingslaag, zoals een verflaag, sierplaat van kunststof, hout of geplastificeerde dunne metaalplaat zijn aangebracht.

Tegen de rand van het deurblad 2 is rondom een laag vuurvast materiaal aangebracht, dat in dit 30 uitvoeringsvoorbeeld gevormd wordt door silicaatvezelplaat. De rand van het deurblad 2 wordt tezamen met deze laag vuurvast materiaal 20 omvat door een U-profiel 19. Het U-profiel 19 is door middel van schroeven 21 vastgeschroefd in de kem 15 van houtvezelplaat. Zoals uit de figuren blijkt is de op zichzelf niet brandvaste kem 15 alzijdig omgeven door brandvast materiaal. Aan de grote vlakken door gipsplaten 16 ,17 en aan de randen door het vuurvaste materiaal dat in dit uitvoeringsvoorbeeld silicaatvezelplaat is.

35 Bij bepaalde toepassingen, in het bijzonder die waarbij slechts aan één zijde van de deur een eventuele brandaanval verwacht kan worden, kan het deurblad aan slechts die zijde van de bekleding van gipsplaat zijn voorzien. Overigens draagt in het bijzonder de vezels bevattende gipsplaat ook enigszins bij aan de stijfheid van het deurblad. Dus ook in die gevallen waarin slechts aan één zijde van de deur een dergelijke brandaanval verwacht kan worden, kan toch op gunstige wijze aan beide zijden gipsplaat worden aange-40 bracht.

Aan de in figuur 1 gezien bovenrand en linkerrand van de deur is het U-profiel 19 breder uitgevoerd dan het eigenlijke deurblad 2. Hierdoor ligt een zich nabij de muur 24 bevindende flens van het profiel 19 op een afstand van het deurblad. Tegen de muur 24 is een smal U-profiel 23 aangebracht, waarin de vrije flens van het U-profiel 19 in de gesloten toestand van de deur uitsteekt. Aldus vormt het profiel 23 tezamen met de 45 uitstekende flens en het deurblad een labyrint. In dit labyrint is op een aantal plaatsen tegen het profiel 23 op zichzelf bekend opschuimband 26 aangebmcht. Dit opschuimband 26 schuimt op boven een bepaalde temperatuur, welke op kenmerkende wijze in geval van brand wordt bereikt. In geval van brand wordt het labyrint dus volledig door het opgeschuimde band 26 afgesloten en worden aldus kieren, die een fnuikende invloed op de brandvastheid van de inrichting hebben, voorkomen.

50 Aansluitend op het labyrintprofiel 23 is nog een afdekprofiel 25 aangebracht.

Zoals de figuren 3 en 5 laten zien, is het opschuimband 26 ook toegepast aan de zijde van de deur waar niet de labyrintafdichting kan worden toegepast.

De wielen 5 zijn van kunststof of gietijzer met een kunststof ring. In geval van brand zal de kunststof van de wielen 5 snel smelten, waardoor het deurblad enigszins naar beneden zakt en goed aan de onderzijde 55 afsluit teneinde ook daar kiervorming te voorkomen.

In het deurblad 2 is aan de onderzijde een stalen strip 38 opgenomen. Deze stalen strip is aangebracht tegen de kem 15 van houtvezelplaat en de laag vuurvast materiaal 20 ligt weer tegen de strip 38 aan. Deze

Claims (3)

1. Brandvaste schuifdeur bestaande uit een deurblad en montagemiddelen waarmee het deurblad schuifbaar ter plaatse van een opening in een wand van een gebouw wordt gemonteerd, waarbij het deurblad een houtdelen bevattende kern met aan ten minste één zijde een brandvaste bekledingsplaat omvat, met het kenmerk, dat de houtdeeltjes bevattende kem bestaat uit een constructief dragende 30 houtvezelplaat, de brandvaste plaat een gipsplaat is en het van de houtvezelplaat afgekeerde oppervlak daarvan vrij is van een constructief dragende, de gipsplaat beschermende bekleding.

2. Deur volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de gipsplaat met vezels versterkt is.

3. Deur volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat langs ten minste één rand van het deurblad een stalen strip is aangebracht. Hierbij 4 bladen tekening