NL9401478A - Brandvaste schuifdeur. - Google Patents

Description

BRMTPVagTg. B.gg?irPBPB

De uitvinding heeft betrekking op een brandvaste schuifdeur, bestead voor openingen vaar draaideuren niet toegepast kunnen worden.

Aan een brandvaste deur wordt de eis gesteld dat deze bij brand gedurende een bepaalde tijd stand houdt en zijn integriteit niet verliest.

Bekende brandvaste deuren hebben gewoonlijk een deurblad dat opgebouwd is uit brandvaste of brandvertragende materialen en dat bekleed is met een stalen beplating. De bekende brandvaste deuren zijn dan ook kostbaar en hebben een zware constructie.

De uitvinding beoogt nu een brandvaste deur te verschaffen die economisch kan worden vervaardigd en toch aan de gewenste eisen voldoet.

Dit doel wordt bereikt met de brandvaste deur volgens de uitvinding zoals gekenmerkt in conclusie 1. De deur wordt zodanig gemonteerd dat de met gipsplaat beklede zijde van het deurblad gericht is naar de zijde waar eventueel brand kan ontstaan. Gebleken is dat de gipsplaat zelf bij brand voldoende lang stand kan houden om de houtvezelplaat tegen aantasting door vuur te beschermen. Houtvezelplaat is een relatief goedkoop produkt en verleent slechts de constructieve sterkte aan het deurblad. Door het ontbreken van een als brandwering bedoelde stalen beplating is de constructie van de brandvaste deur volgens de uitvinding relatief licht en economisch.

Een bijkomend voordeel is dat een beschadiging van de deur, waarbij de gipsplaat wordt beschadigd, bijvoorbeeld door een aanrijding met een vorkheftruck of dergelijke, eenvoudig kan worden gerepareerd. De gipsplaat is direct toegankelijk en kan door aanstrijken met een gipsmortel worden hersteld.

Bij bekende deuren met een brandwerende stalen beplating is een dergelijke reparatie moeilijk of zelfs mogelijk. Bij een dergelijke deur zal bij een overeenkomstige aanrijding ook de onderliggende brandwerende laag beschadigd raken, zodat de deur in zijn geheel moet worden vervangen of moet worden gedemonteerd en hersteld, hetgeen een kostbare aangelegenheid is.

Bij voorkeur wordt de maatregel van conclusie 2 toegepast. De gipsplaat is dan bestand tegen aanzienlijke mechanische belastingen.

De gipsplaten bekleding van het deurblad kan bijvoorbeeld worden afgewerkt door daarop een verflaag aan te brengen. Volgens de uitvinding kan echter een willekeurige andere afwerking worden gekozen door toepassing van de maatregel van conclusie 3. De sierplaat kan zijn van hout, kunststof, geplastificeerde dunne staalplaat, die op zichzelf niet aan de brandwerendheid bijdraagt maar slechts een verfraaiingsdoel dient, zijn uitgevoerd. Ook als de sierplaat van hout is, wordt de brandvastheid van de deur niet nadelig beïnvloed. In geval van brand zal de sierplaat snel verbranden, waarna de gipsplaat als brandbarrière in stand blijft.

Een gunstige verdere ontwikkeling van de deur volgens de uitvinding is gekenmerkt in conclusie 4. Op deze wijze is het deurblad goed beschermd tegen beschadigingen en ter plekke goed bestand tegen hoge temperaturen.

Bij voorkeur wordt daarbij de maatregel van conclusie 5 toegepast.

Het U-vormige profiel van metaalplaat is slechts met vuurvast materiaal, de gipsplaat en de laag vuurvast materiaal in contact, zodat een hoge temperatuur in geval van brand, niet tot ontbranding van daarmee in contact verkerend materiaal van de deur kan leiden.

Het U-profiel zorgt bovendien voor een aanzienlijke stijfheid van het deurblad.

Volgens een verdere ontwikkeling wordt bij voorkeur de maatregel van conclusie 6 toegepast. De stalen strip zorgt voor een extra stijfheid van het deurblad.

Bij toepassing van de maatregel van conclusie 7 wordt de door de strip verschafte stijfheid ook lang in stand gehouden in geval van brand, zodat voortijdig krom· trekken van het deurblad en daardoor het ontstaan van ongewenste kieren, nog voordat de integriteit van de deur verloren is gegaan, wordt voorkomen.

De kern van de deur kan van goedkope houtvezel-plaat worden vervaardigd, zodat bij toepassing van de maatregel van conclusie 8 een deur met een lage kostprijs kan worden verkregen.

De uitvinding zal verder toegelicht worden in de volgende beschrijving aan de hand van de bijgevoegde figuren.

Figuur 1 toont in gedeeltelijk weggebroken perspectivisch aanzicht een brandvaste deur volgens de uitvinding, uitgevoerd als schuifdeur.

Figuur 2 toont de doorsnede volgens Iï-II in figuur 1. Figuur 3 toont de doorsnede volgens III-III in figuur 1. Figuur 4 toont de doorsnede volgens XV-IV in figuur 1. Figuur 4 toont de doorsnede volgens V-V in figuur 1.

Figuur 6 is een perspectivisch detailaanzicht volgens pijl VI in figuur 1.

Figuur 7 is een perspectivisch aanzicht van de deuropening waarmee de deur van figuur 1 samenwerkt.

Figuur 8 is een detailaanzicht volgens pijl VIII in figuur 7.

De brandvaste deur 1 van figuur 1 is uitgevoerd als schuifdeur. Het deurblad 2 is nabij zijn bovenrand voorzien van twee steunen 4 waaraan wielen 5 verdraaibaar zijn gemonteerd. De wielen 5 liggen op een rail 3, zodat het deurblad 2 in figuur 1 gezien naar links en naar rechts kan bewegen.

Bij de getoonde uitvoeringsvorm wordt het deurblad 2 naar links bewogen door op de handgreep 12 een links gerichte kracht uit te oefenen. Het in tegengestelde richting, dat wil zeggen in de stuitrichting bewegen van de deur 2 geschiedt door een aandrijving 6 die een gewicht 7 omvat.

Het gewicht 7 grijpt aan op een in een kabel 8 hangende ka- trol. De kabel is roet één einde 9 vast verbonden met een op de muur bevestigd hoekprofiel 30 en het andere einde loopt via een roteerbaar met het profiel 30 verbonden katrol 11 en is bevestigd aan een steun 10 van de deur 2. Bij het naar links bewegen van de deur 2 wordt het gewicht 7 omhoog bewogen en, wanneer de deur 2 wordt losgelaten, wordt onder invloed van het gewicht 7 de deur dus weer naar rechts bewogen tot in de gesloten stand. Om de aandrijving 6 is een kap 31 aangebracht die deze aan het oog onttrekt en tegen invloeden van buiten beschermt.

Aan het tegenoverliggende, linker einde van de deur 2 is op de vloer een geleidingsrol 13 gemonteerd. Deze werkt samen met de onderrand van de deur, aan het linker einde waarvan een in het bijzonder in figuur 2 en 6 getoonde wig 22 is aangebracht. In de in de figuren getoonde gesloten stand van de deur 2 ligt de rol 13 tegen de wig 22 aan, zodat de deur goed tegen de deuropening aan gesloten wordt gehouden. In de open stand wordt aan de onderrand iets meer ruimte tussen de rol 13 en de deur gelaten, waardoor deze gemakkelijk kan bewegen.

Zoals de doorsneden in detail tonen, is het deur-blad 2 van de brandvaste deur 1 samengesteld uit een kern 15 van een houtvezelplaat, zoals bijvoorbeeld spaanplaat, en aan weerszijden een bekleding van gipsplaat 16, 17. Over de gipsplaten 16, 17 zijn sierplaten 18 aangebracht die bijvoorbeeld van kunststof, hout, ofwel geplastificeerde dunne metaalplaat kunnen zijn. In plaats van de sierplaat 18 kan de gipsplaat 16 ook van een verflaag zijn voorzien ter afwerking van de deur 1.

Tegen de rand van het deurblad 2 is rondom een laag vuurvast materiaal aangebracht, dat in dit uitvoerings-voorbeeld gevormd wordt door silicaatvezelplaat. De rand van het deurblad 2 wordt te zamen met deze laag vuurvast materiaal 20 omvat door een U-profiel 19. Het U-profiel 19 is door middel van schroeven 21 vastgeschroefd in de kern 15 van houtvezelplaat. Zoals uit de figuren blijkt is de op zichzelf niet brandvaste kern 15 alzijdig omgeven door brandvast materiaal. Aan de grote vlakken door gipsplaten 16, 17 en aan de randen door het vuurvaste materiaal dat in dit uitvoer ingsvoorbeeld silicaatvezelplaat is.

Bij bepaalde toepassingen, in het bijzonder die waarbij slechts aan één zijde van de deur een eventuele brandaanval verwacht kan worden, kan het deurblad aan slechts die zijde van de bekleding van gipsplaat zijn voorzien. Overigens draagt de bekleding van gipsplaat bij aan de stijfheid van de deur. Dus ook in die gevallen waarin slechts aan één zijde van de deur een dergelijke brandaanval verwacht kan worden, kan toch op gunstige wijze aan beide zijden gipsplaat worden aangebracht, en in het bijzonder met vezels gewapende gipsplaat.

Aan de in figuur 1 gezien bovenrand en linkerrand van de deur is het U-profiel 19 breder uitgevoerd dan het eigenlijke deurblad 2. Hierdoor ligt een zich nabij de muur 24 bevindende flens van het profiel 19 op een afstand van het deurblad. Tegen de muur 24 is een smal U-profiel 23 aangebracht, waarin de vrije flens van het U-profiel 19 in de gesloten toestand van de deur uitsteekt. Aldus vormt het profiel 23 te zamen met de uitstekende flens en het deurblad een labyrint. In dit labyrint is op een aantal plaatsen tegen het profiel 23 op zichzelf bekend opschuimband 26 aangebracht. Dit opschuimband 26 schuimt op boven een bepaalde temperatuur, welke op kenmerkende wijze in geval van brand wordt bereikt. In geval van brand wordt het labyrint dus volledig door het opgeschuimde band 26 afgesloten en worden aldus kieren, die een fnuikende invloed op de brand-vastheid van de inrichting hebben, voorkomen.

Aansluitend op het labyrintprofiel 23 is nog een afdekprofiel 25 aangebracht.

Zoals de figuren 3 en 5 laten zien, is het opschuimband 26 ook toegepast aan de zijde van de deur waar niet de labyrintafdichting kan worden toegepast.

De wielen 5 zijn van kunststof of gietijzer met een kunststof ring. In geval van brand zal de kunststof van de wielen 5 snel smelten, waardoor de deur enigszins naar beneden zakt en goed aan de onderzijde afsluit teneinde ook daar kiervorming te voorkomen.

In het deurblad 2 is aan de onderzijde een stalen strip 38 opgenomen. Deze stalen strip is aangebracht tegen de kern 15 van houtvezelplaat en de laag vuurvast materiaal 20 ligt weer tegen de strip 38 aan. Deze strip 38 is dus goed door brandvast materiaal omsloten.

De strip 38 draagt bij tot de buigstijfheid van het deurblad aan de lange, niet zijdelings ondersteunde onderrand van de deur. Kromtrekken van de deur in geval van brand wordt hierdoor in verregaande mate vermeden. Door de omsluiting door brandvast materiaal blijft de strip 38 bij brand gedurende lange tijd op relatief lage temperatuur en behoudt deze aldus zijn functie.

Figuur 6 laat nog zien dat de steunrol 13 op een montageplaat 35 is aangebracht die met keilbouten op de vloer is gemonteerd. De keilbouten steken door sleufgaten 36, zodat de afstand van de rol 13 tot de muur 24 nauwkeurig kan worden ingesteld.

Figuur 7 toont de deuropening zonder deur, rail en aandrijfinrichting. Weergegeven is het U-profiel 23 dat te zamen met de uitstekende flens van het profiel 19 de laby-rintafdichting vormt. Ingeval dit profiel 23, zoals in dit getoonde voorbeeld, samengesteld wordt uit een aantal delen, worden koppelstukken 40 toegepast die voor een afdichting van de sleuf tussen de verschillende delen zorgdraagt. De koppelstukken 40 zorgen er dus ook voor dat geen kieren ontstaan.

De in de figuren getoonde brandvaste deur volgens de voorkeursuitvoeringsvorm van de uitvinding heeft een relatief laag gewicht en kan toch in grote oppervlakken tot wel 20 m2 worden toegepast. De gipsplaten 18, die bij voorkeur met vezels zijn versterkt, zorgen voor de brandvastheid aan de grote vlakken van de deur, en het door het U-profiel omsloten brandvast materiaal 20 zorgt ervoor dat ook aan de randen van het deurblad 2 geen vroegtijdige aantasting bij brand optreedt. De deur is eenvoudig van opbouw en kan daarom ook bij beschadiging gemakkelijk worden hersteld. Indien bijvoorbeeld de gipsplaten 16 of 17 beschadigd zijn door mechanische inwerking kunnen deze eenvoudig na verwij- dering van de eventuele sierplaat 18 worden hersteld, door aanstrijken net een gipsmortel. De met een deur van de onderhavige soort beoogde beveiliging bij brand, wordt dus niet gecompromitteerd doordat reparatie van een beschadiging een omslachtige operatie zou vergen.

Claims (8)

1. Brandvaste deur omvattende een deurblad en mon-tagemiddelen waarmee het deurblad beweegbaar ter plaatse van een opening in een wand van een gebouw wordt gemonteerd, waarbij het deurblad omvat een kern van houtvezelplaat en aan ten minste één zijde een bekleding van gipsplaat.

2. Deur volgens conclusie 1, waarbij de gipsplaat een met vezels versterkte plaat is.

3. Deur volgens conclusie 1 of 2, waarbij over de gipsplaat een sierplaat is aangebracht.

4. Deur volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij tegen de rand van het deurblad een laag vuurvast materiaal is aangebracht en deze laag met de rand van het deurblad wordt omvat door een U-vormig profiel van metaalplaat.

5. Deur volgens conclusie 4, waarbij het vuurvaste materiaal silicaatvezelplaat is.

6. Deur volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij langs ten minste één rand van het deurblad een stalen strip is aangebracht.

7. Deur volgens conclusie 4 en 6, waarbij de stalen strip tegen de kern van houtvezelplaat is aangebracht en de laag vuurvast materiaal tegen de strip aanligt.

8. Deur volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij de houtvezelplaat spaanplaat is.