BE1027031B1 - Systeem voor het bedekken van een groot oppervlak zoals een wand - Google Patents

Systeem voor het bedekken van een groot oppervlak zoals een wand Download PDF

Info

Publication number
BE1027031B1
BE1027031B1 BE20200017A BE202000017A BE1027031B1 BE 1027031 B1 BE1027031 B1 BE 1027031B1 BE 20200017 A BE20200017 A BE 20200017A BE 202000017 A BE202000017 A BE 202000017A BE 1027031 B1 BE1027031 B1 BE 1027031B1
Authority
BE
Belgium
Prior art keywords
strip
grooves
rail
mounting flanges
mounting
Prior art date
Application number
BE20200017A
Other languages
English (en)
Other versions
BE1027031A1 (nl
Inventor
Der Lee Leonardus Johannes Maria Van
Original Assignee
Savantics Holding B V
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Savantics Holding B V filed Critical Savantics Holding B V
Publication of BE1027031A1 publication Critical patent/BE1027031A1/nl
Application granted granted Critical
Publication of BE1027031B1 publication Critical patent/BE1027031B1/nl

Links

Classifications

    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E04BUILDING
    • E04FFINISHING WORK ON BUILDINGS, e.g. STAIRS, FLOORS
    • E04F13/00Coverings or linings, e.g. for walls or ceilings
    • E04F13/07Coverings or linings, e.g. for walls or ceilings composed of covering or lining elements; Sub-structures therefor; Fastening means therefor
    • E04F13/08Coverings or linings, e.g. for walls or ceilings composed of covering or lining elements; Sub-structures therefor; Fastening means therefor composed of a plurality of similar covering or lining elements
    • E04F13/0871Coverings or linings, e.g. for walls or ceilings composed of covering or lining elements; Sub-structures therefor; Fastening means therefor composed of a plurality of similar covering or lining elements having an ornamental or specially shaped visible surface
    • E04F13/0873Coverings or linings, e.g. for walls or ceilings composed of covering or lining elements; Sub-structures therefor; Fastening means therefor composed of a plurality of similar covering or lining elements having an ornamental or specially shaped visible surface the visible surface imitating natural stone, brick work, tiled surface or the like
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E04BUILDING
    • E04FFINISHING WORK ON BUILDINGS, e.g. STAIRS, FLOORS
    • E04F13/00Coverings or linings, e.g. for walls or ceilings
    • E04F13/07Coverings or linings, e.g. for walls or ceilings composed of covering or lining elements; Sub-structures therefor; Fastening means therefor
    • E04F13/08Coverings or linings, e.g. for walls or ceilings composed of covering or lining elements; Sub-structures therefor; Fastening means therefor composed of a plurality of similar covering or lining elements
    • E04F13/0801Separate fastening elements
    • E04F13/0803Separate fastening elements with load-supporting elongated furring elements between wall and covering elements
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E04BUILDING
    • E04FFINISHING WORK ON BUILDINGS, e.g. STAIRS, FLOORS
    • E04F13/00Coverings or linings, e.g. for walls or ceilings
    • E04F13/07Coverings or linings, e.g. for walls or ceilings composed of covering or lining elements; Sub-structures therefor; Fastening means therefor
    • E04F13/08Coverings or linings, e.g. for walls or ceilings composed of covering or lining elements; Sub-structures therefor; Fastening means therefor composed of a plurality of similar covering or lining elements
    • E04F13/0801Separate fastening elements
    • E04F13/0803Separate fastening elements with load-supporting elongated furring elements between wall and covering elements
    • E04F13/081Separate fastening elements with load-supporting elongated furring elements between wall and covering elements with additional fastening elements between furring elements and covering elements
    • E04F13/0821Separate fastening elements with load-supporting elongated furring elements between wall and covering elements with additional fastening elements between furring elements and covering elements the additional fastening elements located in-between two adjacent covering elements
    • E04F13/0826Separate fastening elements with load-supporting elongated furring elements between wall and covering elements with additional fastening elements between furring elements and covering elements the additional fastening elements located in-between two adjacent covering elements engaging side grooves running along the whole length of the covering elements
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E04BUILDING
    • E04FFINISHING WORK ON BUILDINGS, e.g. STAIRS, FLOORS
    • E04F13/00Coverings or linings, e.g. for walls or ceilings
    • E04F13/07Coverings or linings, e.g. for walls or ceilings composed of covering or lining elements; Sub-structures therefor; Fastening means therefor
    • E04F13/08Coverings or linings, e.g. for walls or ceilings composed of covering or lining elements; Sub-structures therefor; Fastening means therefor composed of a plurality of similar covering or lining elements
    • E04F13/14Coverings or linings, e.g. for walls or ceilings composed of covering or lining elements; Sub-structures therefor; Fastening means therefor composed of a plurality of similar covering or lining elements stone or stone-like materials, e.g. ceramics concrete; of glass or with an outer layer of stone or stone-like materials or glass
    • E04F13/147Coverings or linings, e.g. for walls or ceilings composed of covering or lining elements; Sub-structures therefor; Fastening means therefor composed of a plurality of similar covering or lining elements stone or stone-like materials, e.g. ceramics concrete; of glass or with an outer layer of stone or stone-like materials or glass with an outer layer imitating natural stone, brick work or the like

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Architecture (AREA)
  • Civil Engineering (AREA)
  • Structural Engineering (AREA)
  • Chemical & Material Sciences (AREA)
  • Ceramic Engineering (AREA)
  • Finishing Walls (AREA)

Abstract

Een systeem (1) voor het bedekken van een oppervlak, omvat: - ten minste één langwerpige monteerrail (100) omvattende twee monteerflenzen (145, 150) met naar elkaar toe gerichte vrije randen; - ten minste één geprofileerde strook (200) die longitudinale zijvlakken (220, 230) heeft, met ten minste één langwerpige verdieping of groef (222, 232) aangebracht in elk van de zijvlakken (220, 230). De rail en strook zijn zodanig gedimensioneerd, dat de strook (200) binnen de monteerflenzen (140, 150) van de rail (100) past waarbij genoemde monteerflenzen zich uitstrekken in de groeven (222, 232) om de strook (200) effectief vast te houden.

Description

Titel: Systeem voor het bedekken van een groot oppervlak zoals een wand
GEBIED VAN DE UITVINDING De uitvinding heeft in het algemeen betrekking op een wandbedekking.
ACHTERGROND VAN DE UITVINDING Traditioneel worden wanden van gebouwen zoals woonhuizen of kantoorgebouwen gebouwd door het op elkaar metselen van stenen. De stenen worden naast elkaar aangebracht in een horizontale laag, waarop een volgende laag wordt aangebracht, enzovoort. Wanneer klaar, vormen de stenen zelf de structurele wand, en zij zijn in staat tot het verschaffen van draagkracht. De aldus gebouwde wand kan een binnenwand van het desbetreffende gebouw zijn, of een buitenwand. In elk geval heeft een dergelijke wand een wandoppervlak dat, tenzij afgedekt, visueel waarneembaar is, en dat een patroon toont van zijvlakken van stenen. Een dergelijk patroon, en de impressie die dit geeft aan een menselijke waarnemer, blijkt esthetische waarde te hebben, zodat zelfs in gevallen waar een wand gebouwd wordt door andere methodes, er wandbedekkingen ontworpen zijn die aan de wand worden bevestigd om dezelfde of vergelijkbare indruk te wekken. Als voorbeeld kan behang met steenprint genoemd worden. Een voordeel van behang is dat het lichtgewicht is en geen zware belasting voor de dragende wand vormt. Echter, hoewel er misschien vanaf een afstand een vergelijkbare indruk wordt gegeven, blijft behang papier, en nadere inspectie zal alle impressie van werkelijke stenen teniet doen. Daarnaast is een patroon in behangpapier altijd repeterend, en dit laat geen ruimte voor artistieke variatie. Een verder nadeel is dat het moeilijk is om een werkelijk driedimensionaal effect te bieden. Een verder nadeel is dat, indien men het patroon wenst te wijzigen, het vrijwel onmogelijk is om het bestaande behang opnieuw te gebruiken: hetzij men brengt nieuw papier aan over het oude papier, of men verwijdert het oude papier en gooit dat weg. Een alternatief wandbedekkingssysteem bestaat uit tegels die met lijm bevestigd moeten worden op de draagwand. Deze tegels worden verkregen door uit een werkelijke steen een dunne laag te snijden, en zij worden ook aangeduid als steenstrips. Het aanbrengen daarvan op een wand vereist dat zij individueel gelijmd worden, het is moeilijk om rechte lijnen te verkrijgen, en het is moeilijk om de strips zodanig te verwijderen dat zij niet breken en opnieuw gebruikt kunnen worden.
Een gemeenschappelijk nadeel van de bovengenoemde systemen is dat zij alle de aanwezigheid van een dichte wand nodig hebben waarop het behang of de steenstrips bevestigd kunnen worden. Het is echter ook gewenst om in staat te zijn een bedekking te vormen voor een wand die een open structuur heeft, bijvoorbeeld een metaalframestructuur.
SAMENVATTING VAN DE UITVINDING Een doel van de onderhavige uitvinding is het verschaffen van een oplossing voor de bovenstaande problemen. In het bijzonder beoogt de onderhavige uitvinding een relatief lichtgewicht wandbedekkingssysteem te verschaffen dat veelzijdig is, een werkelijk driedimensionaal effect van echte stenen verschaft, en herbruikbaar is. Verder dient het systeem gemakkelijk toe te passen te zijn zonder bepaalde vaardigheden te vereisen. Het systeem dient in staat te zijn tot toepassing op open wanden.
Hiertoe stelt de onderhavige uitvinding een systeem voor dat bestaat uit speciaal geprofileerde steenstrips, en monteerrails voor het vasthouden van de steenstrips. De monteerrails kunnen gemakkelijk worden bevestigd, bijvoorbeeld door schroeven, aan een steunstructuur, die geen gesloten wand hoeft te zijn. De geprofileerde steenstrips kunnen gemakkelijk in de rails gemonteerd worden door een schuifbeweging. De rails verzekeren een fraai, strak resultaat. Het uit elkaar nemen van de wandbedekking kan gemakkelijk worden gedaan door omgekeerde operatie, het schuiven van de strips uit de rails en het losschroeven van de rails, waarna het systeem direct gereed is voor hergebruik op een andere plaats. Het is ook gemakkelijk mogelijk om de visuele indruk te veranderen door de strips te verwisselen met andere strips.
KORTE BESCHRIJVING VAN DE TEKENINGEN Deze en andere aspecten, kenmerken en voordelen van de onderhavige uitvinding zullen verder worden uitgelegd door de volgende beschrijving van één of meerdere uitvoeringsvoorbeelden met verwijzing naar de tekeningen, waarin gelijke verwijzingscijfers gelijke of vergelijkbare onderdelen aanduiden, en waarin: figuur 1 een schematisch perspectiefaanzicht is van een gedeelte van een speciaal geprofileerde monteerrail volgens de onderhavige uitvinding; figuur 2 een schematisch perspectiefaanzicht is van een gedeelte van een speciaal geprofileerde strip volgens de onderhavige uitvinding;
figuur 3 een schematische dwarsdoorsnede is, op een grotere schaal, van een in de monteerrail gemonteerde steenstrip; figuur 4 een schematische dwarsdoorsnede is van een met het systeem volgens de onderhavige uitvinding bedekte wand.
GEDETAILLEERDE BESCHRIJVING VAN DE UITVINDING Figuur 1 toont schematisch een perspectiefaanzicht van een gedeelte van een speciaal geprofileerde langwerpige monteerrail 100 volgens de onderhavige uitvinding. De rail 100 heeft een in zijn algemeenheid U-vormige vorm, met een bodemwand 110, en twee zijwanden 120, 130 aan weerszijden van de bodemwand 110. Aan zijn bovenuiteinde heeft elke zijwand 120, 130 een respectieve naar binnen gerichte monteerflens 140, 150.
De wanden en flenzen kunnen loodrecht op elkaar staan, zoals getoond, maar dat is niet essentieel. In een alternatieve uitvoeringsvorm kan de bodem 110 kleiner zijn, waarbij één van de zijwanden 120, 130, of beide, schuin naar buiten reiken.
In een voorkeursuitvoeringsvorm, zoals getoond, zijn de monteerflenzen 140, 150 met elkaar uitgelijnd, dat wil zeggen zij liggen in een gemeenschappelijk virtueel vlak, evenwijdig aan de bodemwand 110. In andere uitvoeringsvormen is dat niet nodig: de flenzen kunnen onder een hoek zijn aangebracht ten opzichte van de bodemwand.
De monteerrail 100 kan vervaardigd zijn als een extrusieprofiel, of kan vervaardigd zijn door het vouwen van een vlakke strook. Op geschikte wijze is het materiaal van de strip een metaal, bijvoorbeeld aluminium of roestvaststaal.
De rail 100 is bedoeld om bevestigd te worden aan een steunstructuur, met zijn bodemwand 110 naar een dergelijke steunstructuur gericht. Daartoe kan de rail 100 gemakshalve zijn voorzien van gaten 111 voor het doorlaten van schroeven. Deze gaten kunnen zijn aangebracht door de fabrikant, maar Zij kunnen ook later zijn aangebracht of toegevoegd, op de bedoelde toepassingsplaats. Er kunnen ook situaties zijn waar het handiger is om een zijwand aan een ondersteuning te bevestigen. Als een alternatief voor schroeven is het ook mogelijk om de rail te bevestigen door gebruikmaking van een kleefmiddel.
Figuur 2 toont schematisch een perspectiefaanzicht van een gedeelte van een speciaal geprofileerde strip 200 volgens de onderhavige uitvinding.
De strip 200 heeft een in zijn algemeenheid rechthoekig uiterlijk, met een longitudinale afmeting L, een breedteafmeting W en een hoogteafmeting of dikte H. Normaliter zal de longitudinale afmeting L groter zijn dan de breedteafmeting W, maar dat is niet essentieel. Normaliter zal de dikte H kleiner zijn dan de breedteafmeting W, maar dat is niet essentieel voor het toepassen van de onderhavige uitvinding.
Hoofdoppervlakken van de strip 200 worden aangeduid als eerste hoofdvlak 210 en tweede hoofdvlak 240, of gemakkelijker, met het oog op de tekening, als boven- en ondervlakken 240, 210. Deze vlakken reiken in het algemeen in de longitudinale en breedterichting.
Zijoppervlakken van de strip 200, die in het algemeen in de longitudinale en hoogterichting reiken, worden aangeduid als eerste zijvlak 220 en tweede zijvlak 230, of gemakkelijker met het oog op de tekening, als linker- en rechtervlakken 230, 220.
Volgens een essentieel aspect van de onderhavige uitvinding is er in elk van de zijvlakken 220, 230 een langwerpige verdieping of groef 222, 232 aangebracht. De resterende zijvlakgedeelten boven en onder de groef worden aangeduid als onderzijvlakgedeelten 221, 231 respectievelijk bovenzijvlakgedeelten 223, 233.
Van een strip 200 wordt gezegd dat deze "past" bij een monteerrail 100 indien de strip 200 aan de rail 100 gemonteerd kan worden, met de monteerflenzen 140, 150 reikend in de groeven 222, 232 en aldus de strip 200 vasthoudend, zoals getoond in figuur 3. Hiertoe is nodig dat: - de breedte (hoogte) van de groeven 222, 232 correspondeert met, dat wil zeggen enigszins groter is dan de dikte van de monteerflenzen 140, 150; - de breedte van het lichaamsdeel 250 van de strip 200 dat overblijft tussen de bodems van de groeven 222, 232, correspondeert met, dat wil zeggen kleiner is dan, de onderlinge afstand tussen de vrije eindranden van de monteerflenzen 140, 150; - voor elke groef het totaal van zijn diepte (breedterichting) en de breedte van het lichaamsdeel 250 groter is dan de onderlinge afstand tussen de vrije eindranden van de monteerflenzen 140, 150.
Het monteren van een strip 200 aan een rail 100 wordt gedaan door de strip 200 in uitlijning te plaatsen met het uiteinde van de rail 11, en de strip longitudinaal in aangrijping te schuiven met de rail, en dan de strip verder te schuiven naar een doellocatie. Deze doellocatie kan gedefinieerd worden door aan te stoten tegen een buurstrip die reeds op zijn plaats zit. Het dient duidelijk te zijn dat dit een zeer gemakkelijke operatie is.
Figuur 4 is een schematische dwarsdoorsnede van een wand M die 5 bedekt is met het systeem 1 volgens de onderhavige uitvinding. Meerdere monteerrails 100 zijn bevestigd aan de wand M in een rechte lijn, waarbij naburige rails elkaar bij voorkeur raken, en indien noodzakelijk worden de rails aangepast om alle in hetzelfde vlak te liggen. Dit vereist geen specifieke bouwvaardigheden. Dan worden de strips 200 gemonteerd op de rails 100. Het eindresultaat is een wandbedekking die een impressie geeft van perfect rechte lijnen van bakstenen.
Hoewel figuur 4 het systeem 1 toegepast op een verticale wand toont, wordt opgemerkt dat het inventieve systeem ook gebruikt kan worden om een plafond of een vloer te bedekken. De steunstructuur, misschien een wand, hoeft niet van tevoren geprepareerd te worden om een vlak monteeroppervlak te bieden. Eigenlijk hoeft de steunstructuur helemaal geen monteeroppervlak te presenteren: de steunstructuur kan bijvoorbeeld bestaan uit een balkenframe. Opgemerkt wordt dat de steunstructuur als zodanig geen deel is van de uitvinding.
Niet alleen laat het inventieve systeem zeer gemakkelijke montering toe, en evenzo gemakkelijke demontage zonder vernieling en daardoor herbruikbaar, maar het systeem laat ook diverse variaties toe voor het verkrijgen van gewenste visuele effecten. Afhankelijk of dergelijke mogelijkheden gewenst zijn of niet, kan het systeem diverse ontwerpdetails vertonen.
Het materiaal van de strip 200 kan eigenlijk elk willekeurig materiaal zijn dat een ontwerper zou willen gebruiken om esthetische redenen, bijvoorbeeld metaal, hout, steen, glas, keramiek. De strip 200 kan vervaardigd worden als een extrusieproduct dat op maat wordt gesneden. De strip 200 kan vervaardigd worden als een gietproduct. De strip 200 kan vervaardigd worden door het snijden van plakken uit een groter stuk materiaal, bijvoorbeeld een baksteen of een stuk hout. De groeven kunnen intrinsiek gevormd worden, bijvoorbeeld bij extrusie, maar de groeven kunnen ook later worden aangebracht, bijvoorbeeld door het wegslijpen of wegsnijden van het groefmateriaal.
Bij montage op de monteerrail 100 heeft de strip 200 één van zijn hoofdvlakken gericht naar het inwendige van de rail terwij! het andere hoofdvlak naar buiten is gericht om zichtbaar te zijn voor een waarnemer. Dit hoofdvlak zal het buitenvlak genoemd worden. Dit buitenvlak kan desgewenst een vlak oppervlak zijn of een oppervlak dat driedimensionale structuur vertoont.
Het kan zijn dat de strip 200 slechts één vlak heeft dat bedoeld is om het buitenvlak te zijn. In een dergelijk geval kan het gewenst zijn om beschermende maatregelen te verschaffen om te voorkomen dat de strips in de verkeerde oriëntatie (binnenstebuiten) gemonteerd worden. Daartoe kunnen de monteerflenzen 140, 150 onder een geringe hoek worden aangebracht, corresponderend met een vergelijkbare hoek in de oriëntatie van de groeven 222, 232, zodat de strips slechts in één richting passen.
Als alternatief kan het zijn dat de strip 200 beide vlakken geschikt heeft om het buitenvlak te zijn, waarbij de keuze van welk vlak daadwerkelijk wordt gebruikt als buitenvlak gemaakt wordt door de gebruiker bij het monteren van de strip aan de rail. In een dergelijk geval dienen de flenzen 140, 150 te worden uitgelijnd in een gemeenschappelijk virtueel vlak, en hetzelfde geldt voor de groeven 222, 232.
Het kan zijn dat de groeven 222, 232 symmetrisch gepositioneerd zijn in de strip 200, dat wil zeggen dat de onderzijvlakgedeelten 221, 231 dezelfde hoogte hebben als de bovenzijvlakgedeelten 223, 233. In een dergelijk geval zullen alle strips hun buitenvlak gelijkliggend hebben onafhankelijk van monteeroriëntatie. Het kan echter zijn dat de gebruiker een mogelijkheid wordt geboden om esthetische visuele effecten te verkrijgen door sommige strips verdiept liggend te hebben ten opzichte van andere strips. Dit kan bereikt worden als de groeven 222, 232 asymmetrisch gepositioneerd zijn in de strip 200.
Terwijl de groeven evenwijdig gericht kunnen zijn aan een longitudinale middenlijn van de strip, kunnen de groeven bijvoorbeeld dichterbij het bovenoppervlak 240 / onderoppervlak 210 liggen zodat de onderzijvlakgedeelten 221, 231 grotere / kleinere hoogte hebben dan de bovenzijvlakgedeelten 223,
233. In een dergelijk geval zal de strip, wanneer gemonteerd in één richting, opgetild liggen terwijl hij in de andere oriëntatie verdiept ligt.
Terwijl de groeven evenwijdig gericht kunnen zijn aan een longitudinale middenlijn van de strip, kunnen de groeven 222, 232 verder op verschillende niveaus liggen, zodat de strip, wanneer gemonteerd, in dwarsrichting enigszins helt.
Verder, terwijl de groeven onder een geringe hoek in longitudinale richting kunnen liggen, zodat de strip, wanneer gemonteerd enigszins helt in longitudinale richting.
Verder is het mogelijk dat een strip 200 twee of zelfs meer groeven in zijn zijden 220, 230 heeft om toe te laten dat de strip aan de rail gemonteerd wordt op diverse selecteerbare niveaus. Combinaties van de bovenstaande variaties zijn mogelijk. Deze combinaties kunnen in één en dezelfde strip zijn. Deze combinaties kunnen ook zijn dat de diverse strips van het systeem onderling verschillende ontwerpkenmerken vertonen. In figuur 3 kan gezien worden dan de binnenste helft van de strip 200 is opgesloten tussen de zijwanden 120, 130 van de rail 100. Indien het gewenst is dat de strip 200 ook gebruikt kan worden in een omgekeerde oriëntatie, moet de bovenste helft van de strip 200 ook kunnen passen tussen de zijwanden 120, 130 van de rail 100. Bijgevolg zullen, aan de buitenzijde van de rai! 100, de buitenvlakken een kleine spleet daartussenin hebben, gedefinieerd door de materiaaldikte van de zijwanden van de rail. Indien het gewenst is dat een dergelijke spleet kleiner is, of zelfs nul, kan de strip 200 asymmetrisch zijn doordat het buitenvlak in geringe mate breder is dan het binnenvlak.
De opsluiting van de strip 200 in dwarsrichting ten opzichte van de rail 100 wordt ofwel tot stand gebracht doordat de binnenste helft van de strip 200 (één van) de zijwanden 120, 130 van de rail 100 raakt, of doordat de bodem van de groeven 222, 232 (één van) de monteerflenzen 140, 150 raakt. De hoeveelheid speling die de strip heeft, zal worden bepaald door de hoeveelheid speling op genoemde plaatsen.
Wanneer eenmaal gemonteerd, vormt de combinatie van de rail 100 met strippen 200 een gesloten doos. Het inwendige van deze doos vormt een geschikte opneemruimte voor het opnemen van kabels, slangen, pijpen, van diverse typen, geïnstalleerd voordat de strippen geplaatst worden of later. Verder kan dit inwendige bijdragen aan isolatie. Om de isolatie-eigenschappen van de wandbedekking verder te verbeteren, is het mogelijk dat er isolatiemateriaal wordt aangebracht in de rail voordat de strips geplaatst worden, maar het is ook mogelijk dat de strips 200 isolatiemateriaal bevestigd hebben aan hun binnenvlakken.
Het moet voor een deskundige duidelijk zijn dat de onderhavige uitvinding niet beperkt is tot de hierboven besproken voorbeelduitvoeringsvormen, maar dat er diverse variaties en modificaties mogelijk zijn binnen de beschermingsomvang van de uitvinding zoals gedefinieerd in de aangehechte conclusies.
Bijvoorbeeld kunnen de zij- en bodemwanden van de rails voorzien zijn van gaten, of zij kunnen geïmplementeerd zijn als een open gaas of rooster, om materiaal en gewicht te verminderen.
Verder kunnen de zijwanden voorzien zijn van één of meer verdiepte gedeelten voor het opnemen van kabels die niet gemakkelijk toegankelijk zijn vanaf de buitenzijde.
Zelfs indien bepaalde kenmerken vermeld zijn in verschillende afhankelijke conclusies, heeft de onderhavige uitvinding ook betrekking op een uitvoeringsvorm die deze kenmerken gemeenschappelijk omvat.
Zelfs indien bepaalde kenmerken beschreven zijn in combinatie met elkaar, heeft de onderhavige uitvinding ook betrekking op een uitvoeringsvorm waarin één of meer van deze kenmerken zijn weggelaten.
Kenmerken die niet expliciet beschreven zijn als zijnde essentieel, mogen ook worden weggelaten.
Eventuele verwijzingscijfers in een conclusie dienen niet begrepen te worden als beperkend voor de omvang van die conclusie.

Claims (15)

CONCLUSIES
1. Systeem (1) voor het bedekken van een oppervlak, omvattende: - ten minste één langwerpige monteerrail (100) omvattende twee monteerflenzen (145, 150) met naar elkaar toe gerichte vrije randen; - ten minste één geprofileerde strook (200) die longitudinale zijvlakken (220, 230) heeft, met ten minste één langwerpige verdieping of groef (222, 232) aangebracht in elk van de zijvlakken (220, 230); - waarbij de rail en strook zodanig gedimensioneerd zijn, dat de strook (200) binnen de monteerflenzen (140, 150) van de rail (100) past waarbij genoemde monteerflenzen zich uitstrekken in de groeven (222, 232) om de strook (200) effectief vast te houden.
2. Systeem volgens conclusie 1, waarbij de monteerrail (100) een in het algemeen U-vormige vorm heeft, met een bodemwand (110), en twee zijwanden (120, 130) aan weerszijden van de bodemwand (110), waarbij genoemde monteerflenzen (145, 150) zijn aangebracht aan de respectieve bovenuiteinden van de respectieve zijwanden (120, 130), naar binnen gericht.
3. Systeem volgens conclusie 2, waarbij de bodemwand (110) van de rai! (100) is voorzien van gaten (111).
4. Systeem volgens een willekeurige der voorgaande conclusies, waarbij de monteerflenzen (140, 150) met elkaar zijn uitgelijnd.
5. Systeem volgens een willekeurige der voorgaande conclusies, waarbij de strook (200) metaal, hout, steen, glas, keramiek omvat, of een combinatie van deze materialen.
6. Systeem volgens een willekeurige der voorgaande conclusies, waarbij de strook (200) vervaardigd is door extrusie, of waarbij de strook (200) vervaardigd is door het snijden van plakken van een groter stuk materiaal.
7. Systeem volgens een willekeurige der voorgaande conclusies, waarbij de monteerflenzen (140, 150) zijn uitgelijnd in een gemeenschappelijk virtueel vlak,
en waarbij de groeven (222, 232) zijn uitgelijnd in een gemeenschappelijk virtueel vlak.
8. Systeem volgens een willekeurige der voorgaande conclusies, waarbij de groeven (222, 232) symmetrisch in de strook (200) gepositioneerd zijn.
9. Systeem volgens een willekeurige der voorgaande conclusies 1-7, waarbij de groeven (222, 232) asymmetrisch in de strook (200) gepositioneerd zijn.
10. Systeem volgens conclusie 9, waarbij de groeven (222, 232) dichter bij één hoofdoppervlak (240) liggen in vergelijking met het tegenovergelegen hoofdoppervlak (210).
11. Systeem volgens conclusie 9 of 10, waarbij de groeven (222, 232) op onderling verschillende hoogten liggen.
12. Systeem volgens een willekeurige der voorgaande conclusies 9-11, waarbij de groeven onder een kleine hoek in longitudinale richting liggen.
13. Systeem volgens een willekeurige der voorgaande conclusies 9-12, waarbij ten minste één zijde (220, 230) van de strook (200) twee of zelfs meer groeven heeft.
14. Systeem volgens een willekeurige der voorgaande conclusies 1-13, waarbij de strook (200) een buitenvlak breder dan zijn binnenvlak heeft.
15. Systeem volgens een willekeurige der voorgaande conclusies 1-14, waarbij het systeem een eerste veelvoud aan stroken (200) omvat die alle dezelfde ontwerpkenmerken hebben, en/of een tweede veelvoud aan stroken (200) die alle onderling verschillende ontwerpkenmerken hebben.
BE20200017A 2019-02-12 2020-02-11 Systeem voor het bedekken van een groot oppervlak zoals een wand BE1027031B1 (nl)

Applications Claiming Priority (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1043153A NL1043153B1 (en) 2019-02-12 2019-02-12 System for covering a large surface such as a wall

Publications (2)

Publication Number Publication Date
BE1027031A1 BE1027031A1 (nl) 2020-08-31
BE1027031B1 true BE1027031B1 (nl) 2021-03-12

Family

ID=69844319

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
BE20200017A BE1027031B1 (nl) 2019-02-12 2020-02-11 Systeem voor het bedekken van een groot oppervlak zoals een wand

Country Status (5)

Country Link
BE (1) BE1027031B1 (nl)
DE (1) DE102020103443A1 (nl)
GB (1) GB2583815A (nl)
LU (1) LU101637B1 (nl)
NL (1) NL1043153B1 (nl)

Citations (5)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US2073130A (en) * 1936-04-20 1937-03-09 David A Wallace Tile construction
EP0825311A2 (en) * 1996-08-21 1998-02-25 Grand Home Builder Co., Ltd. Support panel for supporting external wall forming members
GB2331770A (en) * 1997-11-26 1999-06-02 Terrapin International Ltd Improved cladding system
US20060260251A1 (en) * 2004-08-04 2006-11-23 Sanwa Sangyo Kabushikigaisha Tile wall structure and construction method therefor
WO2017077268A1 (en) * 2015-11-04 2017-05-11 Pinetree Marketing Limited Building cladding system with grooved cladding elements

Family Cites Families (5)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
JP2645257B2 (ja) * 1987-06-27 1997-08-25 幹夫 吉松 補強基板付き装飾体
AU682331B2 (en) * 1993-02-24 1997-10-02 Muir, Carmel Anne Decking and panelling system
US20020178684A1 (en) * 2001-05-30 2002-12-05 Harry Barnett Structures for edge treatment and for decoration of counters and panels, and for the assembly thereof
US20100146900A1 (en) * 2006-07-28 2010-06-17 Allan Holland connector
GB2579860B (en) * 2018-12-18 2022-01-12 Acs Stainless Steel Fixings Ltd A masonry panel for a building structure

Patent Citations (5)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US2073130A (en) * 1936-04-20 1937-03-09 David A Wallace Tile construction
EP0825311A2 (en) * 1996-08-21 1998-02-25 Grand Home Builder Co., Ltd. Support panel for supporting external wall forming members
GB2331770A (en) * 1997-11-26 1999-06-02 Terrapin International Ltd Improved cladding system
US20060260251A1 (en) * 2004-08-04 2006-11-23 Sanwa Sangyo Kabushikigaisha Tile wall structure and construction method therefor
WO2017077268A1 (en) * 2015-11-04 2017-05-11 Pinetree Marketing Limited Building cladding system with grooved cladding elements

Also Published As

Publication number Publication date
NL1043153B1 (en) 2020-08-27
LU101637B1 (en) 2020-08-18
GB2583815A8 (en) 2020-12-16
BE1027031A1 (nl) 2020-08-31
GB202001761D0 (en) 2020-03-25
GB2583815A (en) 2020-11-11
DE102020103443A1 (de) 2020-08-13

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US20230095434A1 (en) Sound damping wallboard and method of forming a sound damping wallboard
BE1027031B1 (nl) Systeem voor het bedekken van een groot oppervlak zoals een wand
US1878812A (en) Ceiling
NL8104295A (nl) Tunnelbekisting met aanpasbare overspanning.
BE1021698B1 (nl) Wandsysteem voor een wand van houten balken
US2507497A (en) Door
BE1017318A5 (nl) Modulair wandelement.
NL1040481C2 (nl) Vouwbaar bouwkundig plaatelement.
NL2022450B1 (nl) Werkwijze voor het vervaardigen van een wandpaneel voor houtskeletbouw.
US2016882A (en) Movable wall and partition
CN111734068B (zh) 一种墙面铝板安装结构
BE1017104A3 (nl) Verbeterde afwerkingslijst.
NL1035179C2 (nl) Brandwerend kozijn voor een raam of deur en een raam of deur daarvoor.
NL2006645C2 (nl) Vloerelement met gedeelde randkist.
US2672045A (en) Built-up step construction
JP2022520979A (ja) 建物間柱、このような建物間柱を備える壁構造体、及び壁構造体を形成するための方法
BE1026173B1 (nl) Werkwijze voor het aan weerszijden bepleisteren van muurgedeelten die aanliggend zijn aan één of meerdere openingen en pleisterprofiel voor gebruik in zulke werkwijze
DE20003380U1 (de) Schalungsstein
TWM507447U (zh) 輕質隔間牆
BE1012556A3 (nl) Samengesteld gevelpaneel.
NL1024422C1 (nl) Wandsysteem en werkwijze voor gebruik en het vervaardigen daarvan.
NL1028408C1 (nl) Een nieuw standaard bouwprofiel.
JP6626640B2 (ja) 下地構造体の施工方法及びこれに用いる接合用下地材
NL1026651C2 (nl) Bouwsysteem voor het bouwen van vlakke structuren.
TWM574165U (zh) 滾輪式輕隔間牆

Legal Events

Date Code Title Description
FG Patent granted

Effective date: 20210312

PD Change of ownership

Owner name: LEEFRAME PRODUCTS HOLDING B.V.; NL

Free format text: DETAILS ASSIGNMENT: CHANGE OF OWNER(S), ASSIGNMENT; FORMER OWNER NAME: SAVANTICS HOLDING B.V.

Effective date: 20210826

MM Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 20230228