BE1027031B1

BE1027031B1 - System for covering a large surface such as a wall

Info

Publication number: BE1027031B1
Application number: BE20200017A
Authority: BE
Inventors: Der Lee Leonardus Johannes Maria Van
Original assignee: Savantics Holding B V
Priority date: 2019-02-12
Filing date: 2020-02-11
Publication date: 2021-03-12
Also published as: LU101637B1; GB2583815A; GB2583815A8; DE102020103443A1; BE1027031A1; GB202001761D0; NL1043153B1

Abstract

Een systeem (1) voor het bedekken van een oppervlak, omvat: - ten minste één langwerpige monteerrail (100) omvattende twee monteerflenzen (145, 150) met naar elkaar toe gerichte vrije randen; - ten minste één geprofileerde strook (200) die longitudinale zijvlakken (220, 230) heeft, met ten minste één langwerpige verdieping of groef (222, 232) aangebracht in elk van de zijvlakken (220, 230). De rail en strook zijn zodanig gedimensioneerd, dat de strook (200) binnen de monteerflenzen (140, 150) van de rail (100) past waarbij genoemde monteerflenzen zich uitstrekken in de groeven (222, 232) om de strook (200) effectief vast te houden.A surface covering system (1) comprises: - at least one elongated mounting rail (100) comprising two mounting flanges (145, 150) with facing free edges; - at least one profiled strip (200) having longitudinal side surfaces (220, 230), with at least one elongated recess or groove (222, 232) provided in each of the side surfaces (220, 230). The rail and strip are dimensioned such that the strip (200) fits within the mounting flanges (140, 150) of the rail (100) with said mounting flanges extending into the grooves (222, 232) to effectively secure the strip (200) hold.

Description

Titel: Systeem voor het bedekken van een groot oppervlak zoals een wandTitle: System for covering a large surface such as a wall

GEBIED VAN DE UITVINDING De uitvinding heeft in het algemeen betrekking op een wandbedekking.FIELD OF THE INVENTION The invention relates generally to a wall covering.

ACHTERGROND VAN DE UITVINDING Traditioneel worden wanden van gebouwen zoals woonhuizen of kantoorgebouwen gebouwd door het op elkaar metselen van stenen. De stenen worden naast elkaar aangebracht in een horizontale laag, waarop een volgende laag wordt aangebracht, enzovoort. Wanneer klaar, vormen de stenen zelf de structurele wand, en zij zijn in staat tot het verschaffen van draagkracht. De aldus gebouwde wand kan een binnenwand van het desbetreffende gebouw zijn, of een buitenwand. In elk geval heeft een dergelijke wand een wandoppervlak dat, tenzij afgedekt, visueel waarneembaar is, en dat een patroon toont van zijvlakken van stenen. Een dergelijk patroon, en de impressie die dit geeft aan een menselijke waarnemer, blijkt esthetische waarde te hebben, zodat zelfs in gevallen waar een wand gebouwd wordt door andere methodes, er wandbedekkingen ontworpen zijn die aan de wand worden bevestigd om dezelfde of vergelijkbare indruk te wekken. Als voorbeeld kan behang met steenprint genoemd worden. Een voordeel van behang is dat het lichtgewicht is en geen zware belasting voor de dragende wand vormt. Echter, hoewel er misschien vanaf een afstand een vergelijkbare indruk wordt gegeven, blijft behang papier, en nadere inspectie zal alle impressie van werkelijke stenen teniet doen. Daarnaast is een patroon in behangpapier altijd repeterend, en dit laat geen ruimte voor artistieke variatie. Een verder nadeel is dat het moeilijk is om een werkelijk driedimensionaal effect te bieden. Een verder nadeel is dat, indien men het patroon wenst te wijzigen, het vrijwel onmogelijk is om het bestaande behang opnieuw te gebruiken: hetzij men brengt nieuw papier aan over het oude papier, of men verwijdert het oude papier en gooit dat weg. Een alternatief wandbedekkingssysteem bestaat uit tegels die met lijm bevestigd moeten worden op de draagwand. Deze tegels worden verkregen door uit een werkelijke steen een dunne laag te snijden, en zij worden ook aangeduid als steenstrips. Het aanbrengen daarvan op een wand vereist dat zij individueel gelijmd worden, het is moeilijk om rechte lijnen te verkrijgen, en het is moeilijk om de strips zodanig te verwijderen dat zij niet breken en opnieuw gebruikt kunnen worden.BACKGROUND OF THE INVENTION Traditionally, walls of buildings such as residential or office buildings have been built by bricklaying together. The stones are applied side by side in a horizontal layer, on which a next layer is applied, and so on. When finished, the stones themselves form the structural wall and are capable of providing bearing strength. The wall thus constructed can be an inner wall of the building concerned, or an outer wall. In any case, such a wall has a wall surface which, unless covered, is visually observable, and which shows a pattern of side faces of stones. Such a pattern, and the impression it gives to a human observer, appears to have aesthetic value, so that even in cases where a wall is built by other methods, wall coverings have been designed that are attached to the wall to give the same or similar impression. arouse. As an example, wallpaper with a stone print can be mentioned. An advantage of wallpaper is that it is lightweight and does not form a heavy load on the load-bearing wall. However, although a similar impression may be given from a distance, wallpaper remains paper, and closer inspection will nullify any impression of actual stones. In addition, a pattern in wallpaper is always repetitive, and this leaves no room for artistic variation. A further disadvantage is that it is difficult to provide a truly three-dimensional effect. A further disadvantage is that if one wishes to change the pattern, it is almost impossible to reuse the existing wallpaper: either one applies new paper over the old paper, or one removes the old paper and throws it away. An alternative wall covering system consists of tiles that must be attached to the bearing wall with glue. These tiles are obtained by cutting a thin layer from an actual stone, and they are also referred to as stone slips. Their application to a wall requires them to be individually glued, it is difficult to obtain straight lines, and it is difficult to remove the strips so that they do not break and can be reused.

Een gemeenschappelijk nadeel van de bovengenoemde systemen is dat zij alle de aanwezigheid van een dichte wand nodig hebben waarop het behang of de steenstrips bevestigd kunnen worden. Het is echter ook gewenst om in staat te zijn een bedekking te vormen voor een wand die een open structuur heeft, bijvoorbeeld een metaalframestructuur.A common drawback of the above systems is that they all require the presence of a closed wall to which the wallpaper or brick slips can be attached. However, it is also desirable to be able to form a cover for a wall that has an open structure, for example a metal frame structure.

SAMENVATTING VAN DE UITVINDING Een doel van de onderhavige uitvinding is het verschaffen van een oplossing voor de bovenstaande problemen. In het bijzonder beoogt de onderhavige uitvinding een relatief lichtgewicht wandbedekkingssysteem te verschaffen dat veelzijdig is, een werkelijk driedimensionaal effect van echte stenen verschaft, en herbruikbaar is. Verder dient het systeem gemakkelijk toe te passen te zijn zonder bepaalde vaardigheden te vereisen. Het systeem dient in staat te zijn tot toepassing op open wanden.SUMMARY OF THE INVENTION An object of the present invention is to provide a solution to the above problems. In particular, the present invention seeks to provide a relatively lightweight wall covering system that is versatile, provides a true three-dimensional effect of real bricks, and is reusable. Furthermore, the system should be easy to use without requiring certain skills. The system must be capable of application on open walls.

Hiertoe stelt de onderhavige uitvinding een systeem voor dat bestaat uit speciaal geprofileerde steenstrips, en monteerrails voor het vasthouden van de steenstrips. De monteerrails kunnen gemakkelijk worden bevestigd, bijvoorbeeld door schroeven, aan een steunstructuur, die geen gesloten wand hoeft te zijn. De geprofileerde steenstrips kunnen gemakkelijk in de rails gemonteerd worden door een schuifbeweging. De rails verzekeren een fraai, strak resultaat. Het uit elkaar nemen van de wandbedekking kan gemakkelijk worden gedaan door omgekeerde operatie, het schuiven van de strips uit de rails en het losschroeven van de rails, waarna het systeem direct gereed is voor hergebruik op een andere plaats. Het is ook gemakkelijk mogelijk om de visuele indruk te veranderen door de strips te verwisselen met andere strips.To this end, the present invention proposes a system consisting of specially profiled brick slips and mounting rails for holding the brick slips. The mounting rails can be easily attached, for example by screws, to a support structure, which does not have to be a closed wall. The profiled brick slips can easily be mounted in the rails by a sliding movement. The rails ensure a nice, sleek result. Disassembling the wall covering can easily be done by reverse operation, sliding the strips out of the rails and unscrewing the rails, after which the system is immediately ready for reuse in another location. It is also easily possible to change the visual impression by swapping the strips with other strips.

KORTE BESCHRIJVING VAN DE TEKENINGEN Deze en andere aspecten, kenmerken en voordelen van de onderhavige uitvinding zullen verder worden uitgelegd door de volgende beschrijving van één of meerdere uitvoeringsvoorbeelden met verwijzing naar de tekeningen, waarin gelijke verwijzingscijfers gelijke of vergelijkbare onderdelen aanduiden, en waarin: figuur 1 een schematisch perspectiefaanzicht is van een gedeelte van een speciaal geprofileerde monteerrail volgens de onderhavige uitvinding; figuur 2 een schematisch perspectiefaanzicht is van een gedeelte van een speciaal geprofileerde strip volgens de onderhavige uitvinding;BRIEF DESCRIPTION OF THE DRAWINGS These and other aspects, features and advantages of the present invention will be further explained by the following description of one or more exemplary embodiments with reference to the drawings, in which like reference numerals indicate like or like parts, and in which: figure 1 is a schematic perspective view of a portion of a specially profiled mounting rail according to the present invention; figure 2 is a schematic perspective view of a portion of a specially profiled strip according to the present invention;

figuur 3 een schematische dwarsdoorsnede is, op een grotere schaal, van een in de monteerrail gemonteerde steenstrip; figuur 4 een schematische dwarsdoorsnede is van een met het systeem volgens de onderhavige uitvinding bedekte wand.Figure 3 is a schematic cross-section, on a larger scale, of a brick slip mounted in the mounting rail; Figure 4 is a schematic cross-section of a wall covered with the system according to the present invention.

GEDETAILLEERDE BESCHRIJVING VAN DE UITVINDING Figuur 1 toont schematisch een perspectiefaanzicht van een gedeelte van een speciaal geprofileerde langwerpige monteerrail 100 volgens de onderhavige uitvinding. De rail 100 heeft een in zijn algemeenheid U-vormige vorm, met een bodemwand 110, en twee zijwanden 120, 130 aan weerszijden van de bodemwand 110. Aan zijn bovenuiteinde heeft elke zijwand 120, 130 een respectieve naar binnen gerichte monteerflens 140, 150.DETAILED DESCRIPTION OF THE INVENTION Figure 1 schematically shows a perspective view of a portion of a specially contoured elongated mounting rail 100 in accordance with the present invention. The rail 100 has a generally U-shaped shape, with a bottom wall 110, and two side walls 120, 130 on either side of the bottom wall 110. At its top end, each side wall 120, 130 has a respective inwardly facing mounting flange 140, 150.

De wanden en flenzen kunnen loodrecht op elkaar staan, zoals getoond, maar dat is niet essentieel. In een alternatieve uitvoeringsvorm kan de bodem 110 kleiner zijn, waarbij één van de zijwanden 120, 130, of beide, schuin naar buiten reiken.The walls and flanges can be perpendicular to each other as shown, but this is not essential. In an alternative embodiment, the bottom 110 may be smaller, with one of the side walls 120, 130, or both extending obliquely outward.

In een voorkeursuitvoeringsvorm, zoals getoond, zijn de monteerflenzen 140, 150 met elkaar uitgelijnd, dat wil zeggen zij liggen in een gemeenschappelijk virtueel vlak, evenwijdig aan de bodemwand 110. In andere uitvoeringsvormen is dat niet nodig: de flenzen kunnen onder een hoek zijn aangebracht ten opzichte van de bodemwand.In a preferred embodiment, as shown, the mounting flanges 140, 150 are aligned with each other, that is, they lie in a common virtual plane, parallel to the bottom wall 110. In other embodiments, this is not necessary: the flanges may be angled. relative to the bottom wall.

De monteerrail 100 kan vervaardigd zijn als een extrusieprofiel, of kan vervaardigd zijn door het vouwen van een vlakke strook. Op geschikte wijze is het materiaal van de strip een metaal, bijvoorbeeld aluminium of roestvaststaal.The mounting rail 100 can be made as an extrusion profile, or can be made by folding a flat strip. Suitably the material of the strip is a metal, for example aluminum or stainless steel.

De rail 100 is bedoeld om bevestigd te worden aan een steunstructuur, met zijn bodemwand 110 naar een dergelijke steunstructuur gericht. Daartoe kan de rail 100 gemakshalve zijn voorzien van gaten 111 voor het doorlaten van schroeven. Deze gaten kunnen zijn aangebracht door de fabrikant, maar Zij kunnen ook later zijn aangebracht of toegevoegd, op de bedoelde toepassingsplaats. Er kunnen ook situaties zijn waar het handiger is om een zijwand aan een ondersteuning te bevestigen. Als een alternatief voor schroeven is het ook mogelijk om de rail te bevestigen door gebruikmaking van een kleefmiddel.The rail 100 is intended to be attached to a support structure, with its bottom wall 110 facing such support structure. To this end, the rail 100 can conveniently be provided with holes 111 for passage of screws. These holes can be made by the manufacturer, but they can also be made or added later, at the intended application site. There may also be situations where it is more convenient to attach a sidewall to a support. As an alternative to screws, it is also possible to attach the rail using an adhesive.

Figuur 2 toont schematisch een perspectiefaanzicht van een gedeelte van een speciaal geprofileerde strip 200 volgens de onderhavige uitvinding.Figure 2 schematically shows a perspective view of a portion of a specially profiled strip 200 according to the present invention.

De strip 200 heeft een in zijn algemeenheid rechthoekig uiterlijk, met een longitudinale afmeting L, een breedteafmeting W en een hoogteafmeting of dikte H. Normaliter zal de longitudinale afmeting L groter zijn dan de breedteafmeting W, maar dat is niet essentieel. Normaliter zal de dikte H kleiner zijn dan de breedteafmeting W, maar dat is niet essentieel voor het toepassen van de onderhavige uitvinding.The strip 200 has a generally rectangular appearance, with a longitudinal dimension L, a width dimension W, and a height dimension or thickness H. Normally, the longitudinal dimension L will be greater than the width dimension W, but this is not essential. Normally, the thickness H will be less than the width dimension W, but that is not essential to the practice of the present invention.

Hoofdoppervlakken van de strip 200 worden aangeduid als eerste hoofdvlak 210 en tweede hoofdvlak 240, of gemakkelijker, met het oog op de tekening, als boven- en ondervlakken 240, 210. Deze vlakken reiken in het algemeen in de longitudinale en breedterichting.Major surfaces of the strip 200 are referred to as first major face 210 and second major face 240, or more conveniently, for purposes of the drawing, as top and bottom faces 240, 210. These faces generally extend in the longitudinal and width directions.

Zijoppervlakken van de strip 200, die in het algemeen in de longitudinale en hoogterichting reiken, worden aangeduid als eerste zijvlak 220 en tweede zijvlak 230, of gemakkelijker met het oog op de tekening, als linker- en rechtervlakken 230, 220.Side surfaces of the strip 200, which extend generally in the longitudinal and height directions, are referred to as first side surface 220 and second side surface 230, or more conveniently for the purposes of the drawing, as left and right surfaces 230, 220.

Volgens een essentieel aspect van de onderhavige uitvinding is er in elk van de zijvlakken 220, 230 een langwerpige verdieping of groef 222, 232 aangebracht. De resterende zijvlakgedeelten boven en onder de groef worden aangeduid als onderzijvlakgedeelten 221, 231 respectievelijk bovenzijvlakgedeelten 223, 233.In accordance with an essential aspect of the present invention, an elongated depression or groove 222, 232 is provided in each of the side faces 220, 230. The remaining side face portions above and below the groove are referred to as bottom side face portions 221, 231 and top side face portions 223, 233, respectively.

Van een strip 200 wordt gezegd dat deze "past" bij een monteerrail 100 indien de strip 200 aan de rail 100 gemonteerd kan worden, met de monteerflenzen 140, 150 reikend in de groeven 222, 232 en aldus de strip 200 vasthoudend, zoals getoond in figuur 3. Hiertoe is nodig dat: - de breedte (hoogte) van de groeven 222, 232 correspondeert met, dat wil zeggen enigszins groter is dan de dikte van de monteerflenzen 140, 150; - de breedte van het lichaamsdeel 250 van de strip 200 dat overblijft tussen de bodems van de groeven 222, 232, correspondeert met, dat wil zeggen kleiner is dan, de onderlinge afstand tussen de vrije eindranden van de monteerflenzen 140, 150; - voor elke groef het totaal van zijn diepte (breedterichting) en de breedte van het lichaamsdeel 250 groter is dan de onderlinge afstand tussen de vrije eindranden van de monteerflenzen 140, 150.A strip 200 is said to "mate" with a mounting rail 100 if the strip 200 can be mounted to the rail 100, with the mounting flanges 140, 150 extending into the grooves 222, 232 and thus holding the strip 200, as shown in FIG. figure 3. For this it is necessary that: - the width (height) of the grooves 222, 232 corresponds to, that is to say slightly greater than the thickness of the mounting flanges 140, 150; the width of the body portion 250 of the strip 200 remaining between the bottoms of the grooves 222, 232, corresponds to, i.e., is less than the spacing between the free end edges of the mounting flanges 140, 150; for each groove the total of its depth (width direction) and the width of the body part 250 is greater than the mutual distance between the free end edges of the mounting flanges 140, 150.

Het monteren van een strip 200 aan een rail 100 wordt gedaan door de strip 200 in uitlijning te plaatsen met het uiteinde van de rail 11, en de strip longitudinaal in aangrijping te schuiven met de rail, en dan de strip verder te schuiven naar een doellocatie. Deze doellocatie kan gedefinieerd worden door aan te stoten tegen een buurstrip die reeds op zijn plaats zit. Het dient duidelijk te zijn dat dit een zeer gemakkelijke operatie is.Mounting a strip 200 to a rail 100 is done by placing the strip 200 in alignment with the end of the rail 11, and sliding the strip longitudinally into engagement with the rail, and then further sliding the strip to a target location. . This target location can be defined by bumping into a neighbor strip that is already in place. It should be understood that this is a very easy operation.

Figuur 4 is een schematische dwarsdoorsnede van een wand M die 5 bedekt is met het systeem 1 volgens de onderhavige uitvinding. Meerdere monteerrails 100 zijn bevestigd aan de wand M in een rechte lijn, waarbij naburige rails elkaar bij voorkeur raken, en indien noodzakelijk worden de rails aangepast om alle in hetzelfde vlak te liggen. Dit vereist geen specifieke bouwvaardigheden. Dan worden de strips 200 gemonteerd op de rails 100. Het eindresultaat is een wandbedekking die een impressie geeft van perfect rechte lijnen van bakstenen.Figure 4 is a schematic cross-section of a wall M covered with the system 1 according to the present invention. Multiple mounting rails 100 are attached to the wall M in a straight line, with adjacent rails preferably touching each other, and if necessary, the rails are adapted to all lie in the same plane. This does not require any specific construction skills. Then the strips 200 are mounted on the rails 100. The end result is a wall covering that gives an impression of perfectly straight lines of bricks.

Hoewel figuur 4 het systeem 1 toegepast op een verticale wand toont, wordt opgemerkt dat het inventieve systeem ook gebruikt kan worden om een plafond of een vloer te bedekken. De steunstructuur, misschien een wand, hoeft niet van tevoren geprepareerd te worden om een vlak monteeroppervlak te bieden. Eigenlijk hoeft de steunstructuur helemaal geen monteeroppervlak te presenteren: de steunstructuur kan bijvoorbeeld bestaan uit een balkenframe. Opgemerkt wordt dat de steunstructuur als zodanig geen deel is van de uitvinding.Although Figure 4 shows the system 1 applied to a vertical wall, it is noted that the inventive system can also be used to cover a ceiling or a floor. The support structure, perhaps a wall, does not need to be prepared in advance to provide a flat mounting surface. Actually, the support structure does not have to present a mounting surface at all: the support structure may, for example, consist of a beam frame. It is noted that the support structure as such is not part of the invention.

Niet alleen laat het inventieve systeem zeer gemakkelijke montering toe, en evenzo gemakkelijke demontage zonder vernieling en daardoor herbruikbaar, maar het systeem laat ook diverse variaties toe voor het verkrijgen van gewenste visuele effecten. Afhankelijk of dergelijke mogelijkheden gewenst zijn of niet, kan het systeem diverse ontwerpdetails vertonen.Not only does the inventive system allow for very easy mounting, and equally easy disassembly without destruction and therefore reusable, but the system also allows for various variations to achieve desired visual effects. Depending on whether such capabilities are desired or not, the system can exhibit various design details.

Het materiaal van de strip 200 kan eigenlijk elk willekeurig materiaal zijn dat een ontwerper zou willen gebruiken om esthetische redenen, bijvoorbeeld metaal, hout, steen, glas, keramiek. De strip 200 kan vervaardigd worden als een extrusieproduct dat op maat wordt gesneden. De strip 200 kan vervaardigd worden als een gietproduct. De strip 200 kan vervaardigd worden door het snijden van plakken uit een groter stuk materiaal, bijvoorbeeld een baksteen of een stuk hout. De groeven kunnen intrinsiek gevormd worden, bijvoorbeeld bij extrusie, maar de groeven kunnen ook later worden aangebracht, bijvoorbeeld door het wegslijpen of wegsnijden van het groefmateriaal.The material of the strip 200 can actually be any material that a designer would like to use for aesthetic reasons, for example, metal, wood, stone, glass, ceramic. The strip 200 can be manufactured as an extrudate that is cut to size. The strip 200 can be manufactured as a cast product. The strip 200 can be made by cutting slabs from a larger piece of material, such as a brick or a piece of wood. The grooves can be formed intrinsically, for example in extrusion, but the grooves can also be provided later, for example by grinding or cutting away the groove material.

Bij montage op de monteerrail 100 heeft de strip 200 één van zijn hoofdvlakken gericht naar het inwendige van de rail terwij! het andere hoofdvlak naar buiten is gericht om zichtbaar te zijn voor een waarnemer. Dit hoofdvlak zal het buitenvlak genoemd worden. Dit buitenvlak kan desgewenst een vlak oppervlak zijn of een oppervlak dat driedimensionale structuur vertoont.When mounted on the mounting rail 100, the strip 200 has one of its major faces toward the interior of the rail while retaining it. the other major plane faces outward to be visible to an observer. This main plane will be called the outer plane. This outer surface can, if desired, be a flat surface or a surface exhibiting three-dimensional structure.

Het kan zijn dat de strip 200 slechts één vlak heeft dat bedoeld is om het buitenvlak te zijn. In een dergelijk geval kan het gewenst zijn om beschermende maatregelen te verschaffen om te voorkomen dat de strips in de verkeerde oriëntatie (binnenstebuiten) gemonteerd worden. Daartoe kunnen de monteerflenzen 140, 150 onder een geringe hoek worden aangebracht, corresponderend met een vergelijkbare hoek in de oriëntatie van de groeven 222, 232, zodat de strips slechts in één richting passen.Strip 200 may have only one face which is intended to be the outer face. In such a case, it may be desirable to provide protective measures to prevent the strips from being mounted in the wrong orientation (inside out). To this end, the mounting flanges 140, 150 can be arranged at a slight angle, corresponding to a comparable angle in the orientation of the grooves 222, 232, so that the strips only fit in one direction.

Als alternatief kan het zijn dat de strip 200 beide vlakken geschikt heeft om het buitenvlak te zijn, waarbij de keuze van welk vlak daadwerkelijk wordt gebruikt als buitenvlak gemaakt wordt door de gebruiker bij het monteren van de strip aan de rail. In een dergelijk geval dienen de flenzen 140, 150 te worden uitgelijnd in een gemeenschappelijk virtueel vlak, en hetzelfde geldt voor de groeven 222, 232.Alternatively, the strip 200 may have both faces adapted to be the outer face, with the choice of which face to actually use as the outer face being made by the user when mounting the strip to the rail. In such a case, the flanges 140, 150 should be aligned in a common virtual plane, and the same is true for the grooves 222, 232.

Het kan zijn dat de groeven 222, 232 symmetrisch gepositioneerd zijn in de strip 200, dat wil zeggen dat de onderzijvlakgedeelten 221, 231 dezelfde hoogte hebben als de bovenzijvlakgedeelten 223, 233. In een dergelijk geval zullen alle strips hun buitenvlak gelijkliggend hebben onafhankelijk van monteeroriëntatie. Het kan echter zijn dat de gebruiker een mogelijkheid wordt geboden om esthetische visuele effecten te verkrijgen door sommige strips verdiept liggend te hebben ten opzichte van andere strips. Dit kan bereikt worden als de groeven 222, 232 asymmetrisch gepositioneerd zijn in de strip 200.The grooves 222, 232 may be symmetrically positioned in the strip 200, that is, the bottom side face portions 221, 231 have the same height as the top side face portions 223, 233. In such a case, all of the strips will have their outer face flush regardless of mounting orientation. . However, the user may be afforded an opportunity to obtain aesthetic visual effects by having some strips recessed relative to other strips. This can be achieved if the grooves 222, 232 are positioned asymmetrically in the strip 200.

Terwijl de groeven evenwijdig gericht kunnen zijn aan een longitudinale middenlijn van de strip, kunnen de groeven bijvoorbeeld dichterbij het bovenoppervlak 240 / onderoppervlak 210 liggen zodat de onderzijvlakgedeelten 221, 231 grotere / kleinere hoogte hebben dan de bovenzijvlakgedeelten 223,For example, while the grooves may be parallel to a longitudinal centerline of the strip, the grooves may be closer to the top surface 240 / bottom surface 210 so that the bottom side face portions 221, 231 have greater / lesser height than the top side face portions 223,

233. In een dergelijk geval zal de strip, wanneer gemonteerd in één richting, opgetild liggen terwijl hij in de andere oriëntatie verdiept ligt.233. In such a case, when mounted in one direction, the strip will be lifted while recessed in the other orientation.

Terwijl de groeven evenwijdig gericht kunnen zijn aan een longitudinale middenlijn van de strip, kunnen de groeven 222, 232 verder op verschillende niveaus liggen, zodat de strip, wanneer gemonteerd, in dwarsrichting enigszins helt.While the grooves may be parallel to a longitudinal centerline of the strip, the grooves 222, 232 may further be at different levels so that the strip, when mounted, slopes slightly transversely.

Verder, terwijl de groeven onder een geringe hoek in longitudinale richting kunnen liggen, zodat de strip, wanneer gemonteerd enigszins helt in longitudinale richting.Furthermore, while the grooves may be angled in the longitudinal direction so that the strip, when mounted, slopes slightly in the longitudinal direction.

Verder is het mogelijk dat een strip 200 twee of zelfs meer groeven in zijn zijden 220, 230 heeft om toe te laten dat de strip aan de rail gemonteerd wordt op diverse selecteerbare niveaus. Combinaties van de bovenstaande variaties zijn mogelijk. Deze combinaties kunnen in één en dezelfde strip zijn. Deze combinaties kunnen ook zijn dat de diverse strips van het systeem onderling verschillende ontwerpkenmerken vertonen. In figuur 3 kan gezien worden dan de binnenste helft van de strip 200 is opgesloten tussen de zijwanden 120, 130 van de rail 100. Indien het gewenst is dat de strip 200 ook gebruikt kan worden in een omgekeerde oriëntatie, moet de bovenste helft van de strip 200 ook kunnen passen tussen de zijwanden 120, 130 van de rail 100. Bijgevolg zullen, aan de buitenzijde van de rai! 100, de buitenvlakken een kleine spleet daartussenin hebben, gedefinieerd door de materiaaldikte van de zijwanden van de rail. Indien het gewenst is dat een dergelijke spleet kleiner is, of zelfs nul, kan de strip 200 asymmetrisch zijn doordat het buitenvlak in geringe mate breder is dan het binnenvlak.Furthermore, a strip 200 may have two or even more grooves in its sides 220, 230 to allow the strip to be mounted to the rail at various selectable levels. Combinations of the above variations are possible. These combinations can be in one and the same strip. These combinations can also be that the various strips of the system have mutually different design features. In Figure 3, it can be seen that the inner half of the strip 200 is enclosed between the side walls 120, 130 of the rail 100. If it is desired that the strip 200 can also be used in an inverted orientation, the top half of the strip 200 can also fit between the side walls 120, 130 of the rail 100. Accordingly, on the outside of the rai! 100, the outer surfaces have a small gap between them, defined by the material thickness of the side walls of the rail. If it is desired for such a gap to be smaller, or even zero, the strip 200 may be asymmetrical in that the outer face is slightly wider than the inner face.

De opsluiting van de strip 200 in dwarsrichting ten opzichte van de rail 100 wordt ofwel tot stand gebracht doordat de binnenste helft van de strip 200 (één van) de zijwanden 120, 130 van de rail 100 raakt, of doordat de bodem van de groeven 222, 232 (één van) de monteerflenzen 140, 150 raakt. De hoeveelheid speling die de strip heeft, zal worden bepaald door de hoeveelheid speling op genoemde plaatsen.The confinement of the strip 200 transversely to the rail 100 is accomplished either by the inner half of the strip 200 touching (one of) the side walls 120, 130 of the rail 100, or by the bottom of the grooves 222 , 232 touches (one of) mounting flanges 140, 150. The amount of play that the strip has will be determined by the amount of play in said places.

Wanneer eenmaal gemonteerd, vormt de combinatie van de rail 100 met strippen 200 een gesloten doos. Het inwendige van deze doos vormt een geschikte opneemruimte voor het opnemen van kabels, slangen, pijpen, van diverse typen, geïnstalleerd voordat de strippen geplaatst worden of later. Verder kan dit inwendige bijdragen aan isolatie. Om de isolatie-eigenschappen van de wandbedekking verder te verbeteren, is het mogelijk dat er isolatiemateriaal wordt aangebracht in de rail voordat de strips geplaatst worden, maar het is ook mogelijk dat de strips 200 isolatiemateriaal bevestigd hebben aan hun binnenvlakken.Once mounted, the combination of the rail 100 with strips 200 forms a closed box. The interior of this box provides a suitable receiving space for receiving cables, hoses, pipes, of various types, installed before the strips are placed or later. Furthermore, this internal can contribute to insulation. To further improve the insulating properties of the wall covering, insulating material may be provided in the rail before the strips are installed, or the strips 200 may have insulating material attached to their inner surfaces.

Het moet voor een deskundige duidelijk zijn dat de onderhavige uitvinding niet beperkt is tot de hierboven besproken voorbeelduitvoeringsvormen, maar dat er diverse variaties en modificaties mogelijk zijn binnen de beschermingsomvang van de uitvinding zoals gedefinieerd in de aangehechte conclusies.It should be understood by one skilled in the art that the present invention is not limited to the exemplary embodiments discussed above, but that various variations and modifications are possible within the scope of the invention as defined in the appended claims.

Bijvoorbeeld kunnen de zij- en bodemwanden van de rails voorzien zijn van gaten, of zij kunnen geïmplementeerd zijn als een open gaas of rooster, om materiaal en gewicht te verminderen.For example, the side and bottom walls of the rails can be perforated, or they can be implemented as an open mesh or grid, to reduce material and weight.

Verder kunnen de zijwanden voorzien zijn van één of meer verdiepte gedeelten voor het opnemen van kabels die niet gemakkelijk toegankelijk zijn vanaf de buitenzijde.Furthermore, the side walls may be provided with one or more recessed portions for receiving cables that are not readily accessible from the outside.

Zelfs indien bepaalde kenmerken vermeld zijn in verschillende afhankelijke conclusies, heeft de onderhavige uitvinding ook betrekking op een uitvoeringsvorm die deze kenmerken gemeenschappelijk omvat.Even if certain features are set forth in different dependent claims, the present invention also relates to an embodiment that includes these features in common.

Zelfs indien bepaalde kenmerken beschreven zijn in combinatie met elkaar, heeft de onderhavige uitvinding ook betrekking op een uitvoeringsvorm waarin één of meer van deze kenmerken zijn weggelaten.Even if certain features have been described in combination with each other, the present invention also relates to an embodiment in which one or more of these features are omitted.

Kenmerken die niet expliciet beschreven zijn als zijnde essentieel, mogen ook worden weggelaten.Features not explicitly described as essential may also be omitted.

Eventuele verwijzingscijfers in een conclusie dienen niet begrepen te worden als beperkend voor de omvang van die conclusie.Any reference numbers in a claim should not be construed as limiting the scope of that claim.

Claims

CONCLUSIONS

A system (1) for covering a surface, comprising: - at least one elongated mounting rail (100) comprising two mounting flanges (145, 150) with free edges facing each other; - at least one profiled strip (200) having longitudinal side surfaces (220, 230), with at least one elongated recess or groove (222, 232) provided in each of the side surfaces (220, 230); - wherein the rail and strip are dimensioned such that the strip (200) fits within the mounting flanges (140, 150) of the rail (100), said mounting flanges extending into the grooves (222, 232) around the strip (200) effectively hold.

The system of claim 1, wherein the mounting rail (100) has a generally U-shaped shape, with a bottom wall (110), and two side walls (120, 130) on either side of the bottom wall (110), said mounting flanges (145, 150) are provided at the respective top ends of the respective side walls (120, 130), facing inward.

The system of claim 2, wherein the bottom wall (110) of the rai! (100) has holes (111).

System according to any of the preceding claims, wherein the mounting flanges (140, 150) are aligned with each other.

System according to any of the preceding claims, wherein the strip (200) comprises metal, wood, stone, glass, ceramic, or a combination of these materials.

System according to any of the preceding claims, wherein the strip (200) is made by extrusion, or wherein the strip (200) is made by cutting slabs from a larger piece of material.

System according to any of the preceding claims, wherein the mounting flanges (140, 150) are aligned in a common virtual plane,

and wherein the grooves (222, 232) are aligned in a common virtual plane.

System according to any of the preceding claims, wherein the grooves (222, 232) are symmetrically positioned in the strip (200).

System according to any of the preceding claims 1-7, wherein the grooves (222, 232) are positioned asymmetrically in the strip (200).

The system of claim 9, wherein the grooves (222, 232) are closer to one major surface (240) as compared to the opposite major surface (210).

The system of claim 9 or 10, wherein the grooves (222, 232) are at mutually different heights.

12. System according to any of the preceding claims 9-11, wherein the grooves are at a small angle in the longitudinal direction.

System according to any of the preceding claims 9-12, wherein at least one side (220, 230) of the strip (200) has two or even more grooves.

System according to any of the preceding claims 1-13, wherein the strip (200) has an outer surface wider than its inner surface.

System according to any of the preceding claims 1-14, wherein the system comprises a first plurality of strips (200) all having the same design features, and / or a second plurality of strips (200) all having mutually different design features.