NL192381C - Afgeefinrichting voor draadvormige bevestigers van kunststof. - Google Patents
Afgeefinrichting voor draadvormige bevestigers van kunststof. Download PDFInfo
- Publication number
- NL192381C NL192381C NL8501081A NL8501081A NL192381C NL 192381 C NL192381 C NL 192381C NL 8501081 A NL8501081 A NL 8501081A NL 8501081 A NL8501081 A NL 8501081A NL 192381 C NL192381 C NL 192381C
- Authority
- NL
- Netherlands
- Prior art keywords
- fasteners
- rod
- feed
- release lever
- housing
- Prior art date
Links
Classifications
-
- A—HUMAN NECESSITIES
- A44—HABERDASHERY; JEWELLERY
- A44B—BUTTONS, PINS, BUCKLES, SLIDE FASTENERS, OR THE LIKE
- A44B19/00—Slide fasteners
- A44B19/42—Making by processes not fully provided for in one other class, e.g. B21D53/50, B21F45/18, B22D17/16, B29D5/00
-
- B—PERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
- B65—CONVEYING; PACKING; STORING; HANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL
- B65C—LABELLING OR TAGGING MACHINES, APPARATUS, OR PROCESSES
- B65C7/00—Affixing tags
- B65C7/003—Affixing tags using paddle-shaped plastic pins
- B65C7/005—Portable tools
-
- B—PERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
- B25—HAND TOOLS; PORTABLE POWER-DRIVEN TOOLS; MANIPULATORS
- B25C—HAND-HELD NAILING OR STAPLING TOOLS; MANUALLY OPERATED PORTABLE STAPLING TOOLS
- B25C1/00—Hand-held nailing tools; Nail feeding devices
- B25C1/02—Hand-held nailing tools; Nail feeding devices operated by manual power
-
- B—PERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
- B65—CONVEYING; PACKING; STORING; HANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL
- B65C—LABELLING OR TAGGING MACHINES, APPARATUS, OR PROCESSES
- B65C7/00—Affixing tags
Landscapes
- Engineering & Computer Science (AREA)
- Mechanical Engineering (AREA)
- Labeling Devices (AREA)
- Portable Nailing Machines And Staplers (AREA)
- Feeding, Discharge, Calcimining, Fusing, And Gas-Generation Devices (AREA)
Description
Afgeeflnrichtlng voor draadvormige bevestigers van kunststof
De uitvinding betreft een afgeefinrichting voor draadvormige bevestigers van kunststof, die eik een dwarsstaaf en een kopstuk aan de respectieve einden van een draadstuk hebben en via verbindingsstukken 5 tussen de dwarsstaven tot bundels zijn samengevat, welke afgeefinrichting omvat: een pistoolvoimig huis; een in het huis zwenkbaar gelegerde handgreep met een door middel van een veer voorgespannen vrijgeefhefboom; een in het huis verschuifbaar in afgeefrichting gelegerd, langgerekt aandrijfstuk; 10 een aan een monding van het huis aangebrachte, van een sleuf voorziene, in de afgeefrichting opgestelde holle naald voor het aan de bevestigingsplaats afgeven van de afzonderlijke, afgescheiden bevestigers, welk huis een verticale toevoerschacht voor het opnemen van de bundel van bevestigers heeft en wel zodanig, dat de dwarsstaven in de langsrichting van het aandrijfstuk in hetzelfde vlak boven elkaar liggen, verder een geleidingsdoorgang, die in lijn is opgesteld met de opening van een gespleten, holle naald ter opname van 15 de telkens af te geven bevestiger, in welk huis een met de vrijgeefhefboom mechanisch gekoppelde, lineair in lijn met de opening van de holle naald geleide en beweegbare schuif voor het uitstoten van de bevestiger vanuit de geleidingsdoorgang door de holle naald aanwezig is, waarbij in het huis een met de vrijgeefhefboom mechanisch toevoermechanisme aanwezig is, dat de dwarsstaven van de bevestigers achtereenvolgens aangrijpt en aan een afscheidpositie 20 toevoert en waarbij in het huis een mechanisch afscheidmechanisme voor het afscheiden van de telkens af te geven bevestiger aanwezig is, waarbij de vrijgeefhefboom na het manueel indmkken automatisch tot in zijn uitgangspositie terugkeert.
Een dergelijke afgeefinrichting is bekend uit de Duitse octrooiaanvrage DE-A-3115112. Met deze bekende afgeefinrichting kunnen bevestigers volgens de uitvinding worden aangebracht aan waren, 25 bijvoorbeeld stoffen, aanhangers, etiketten of dergelijke, teneinde informatie over de grootte van het materiaal of andere eigenschappen van de waren aan te geven. De bevestigers bestaan uit kunststof, zoals bijvoorbeeld nylon of dergelijke en zijn bijvoorbeeld bekend uit het Amerikaanse octrooischrift 4.417.656. Het is heden ten dage in vele branches gebruikelijk deigelijke bevestigers van kunststof, die ook etiketten* houders genoemd worden, met een manueel bedienbare afgeefinrichting afzonderlijk uit te brengen ook 3Ó wanneer zij in bundels worden aangeieverd.
Een afgeefinrichting van deze soort moet de volgende functies vervullen die natuurlijk ook volgens de uitvinding verschaft worden: - bij het achtereenvolgens bedienen van de vrijgeefhefboom moeten de dwarsstaven van de bevestigers achtereenvolgens voor de opening van de holle naald in lijn daarmee worden gebracht, hetgeen door een 35 mechanisch toevoermechanisme bewerkstelligd wordt; - de bevestigers moeten bij de bediening van de vrijgeefhefboom aan hun dwarsstaven van elkaar gescheiden worden, hetgeen door middel van een mechanisch afscheidmechanisme bewerkstelligd wordt; - de afgescheiden bevestigers moeten bij de bediening van de vrijgeefhefboom door de boring van de hoHe naald worden gedreven, hetgeen door een mechanisch uitstootmechanisme bewerkstelligd wordt; 40 - er moeten daarbij foutieve functioneringen bij de afgifte van de bevestigers worden vermeden; - er moet een functioneringszekere toevoer, afscheiding en afgifte van de bevestigers gewaarborgd zijn.
De bekende inrichting heeft een vrijgeefhefboom die bij het gebruik van de inrichting ingedrukt wordt, wanneer de bedieningspersoon een grijp- en drukkracht uitoefent. Bij het onderling scheiden van bevesli-gers van de gezamenlijke bundel wordt het de twee naburige dwarsstaven onderling verbindende stuk 45 afgescheurd, doordat de dwarsstaaf van een bevestiger die op een steun is aangebracht, in langsrichting, dat wil zeggen in axiale richting van de dwarsstaaf, met behulp van een stootstang wordt aangestoten. Bij het breken van het verbindingsstuk is bij deze bekende inrichting een aanzienlijke kracht vereist, zodat de belasting die de bedieningspersoon met zijn arm moet opbrengen, ontoelaatbaar groot wordt. Daardoor krijgt de bedieningspersoon problemen, bijvoorbeeld spierpijn, in het bijzonder wanneer het afscheiden en 50 afgeven van bevestigers vaak herhaald wordt.
Ook ontstaan bij deze bekende inrichting ook dan problemen wanneer bundels van bevestigers met zeer geringe afstanden tussen de afzonderlijke bevestigers gebruikt worden, daar het toevoermechanisme van deze bekende inrichting niet fijngevoelig genoeg werkt.
De uitvinding heeft ten doel een afgeefinrichting van de in de aanhef genoemde soort zodanig te vormen, 55 dat de bevestigers zeker afzonderlijk afgescheiden worden, ook bij bundels met zeer korte tussenstukken. Daarbij dient de inrichting een eenvoudige constructie te hebben die gemakkelijk te vervaardigen en te monteren is.
Deze doelstelling wordt volgens de uitvinding bereikt door toepassing van de volgende maatregelen: a) de toevoerschacht is buiten de bewegingsbaan van de schuifstang van de schuif onmiddellijk zijdelings naast de geleidingsdoorgang aangebracht; b) in het aandrijfstuk is een elastisch toevoerstuk voorzien van een in de toevoerschacht reikende transport-5 tong, die in de uitgangstoestand tussen twee dwarsstaven van naburige bevestigers reikt; c) het toevoermechanisme heeft enerzijds een aandrijfstang voor het aandrijven van het toevoerstuk, die zodanig gevormd en lineair geleid is, dat zij bij de bediening van de vrijgeefhefboom door mechanische inwerking met haar vooreinde op het toevoerstuk onder verandering van haar stand de transporttong uit de toevoerschacht rukt, en heeft anderzijds een schuifstang voor het aandrijven van het toevoerstuk die 10 zodanig gevormd en lineair geleid is dat zij bij de bediening van de vrijgeefhefboom door mechanische inwerking van haar vooreinde op de transporttong deze over de afstand tussen twee verbindingsstukken van naburige bevestigers opheft, waarbij de koppeling van de aandrijfstang en de schuifstang met de vrijgeef-hefboom zodanig is ingericht, dat na het loslaten van de vrijgeefhefboom bij zijn automatische terugkeer tot in de uitgangstoestand eerst de aandrijfstang in haar uitgangsstand komt, terwijl de transporting tot in haar 15 uitgangsstand komt, terwijl de transporttong wordt teruggetrokken, waarna de schuifstang in haar uitgangsstand terugkeert, en transport van de bundel van bevestigers over een eenheid buiten ingrijping met het toevoerdeel plaatsvindt; en d) het afscheidmechanisme heeft een drukstang die evenwijdig aan de schuifstang van de schuif zodanig lineair geleid en daarmee gekoppeld is, dat zij bij bediening van de vrijgeefhefboom de zich aan de uitgang 20 van de toevoerschacht bevindende dwarsstaaf van de onderste bevestiger met haar vooreinde mechanisch afscheidt en tot in de geleidingsdoorgang afgeeft.
De fijngevoelige transporttong respectievelijk de bijbehorende aandrijving zorgt ervoor dat niet meer twee of meer dan twee bevestigers in een enkele stap getransporteerd worden. Er heeft een zekere, op elkaar volgende afscheiding van de afzonderlijke bevestigers plaats, ook dan wanneer de bevestigers van de 25 bundel zich dicht bij elkaar bevinden.
Doordat slechts betrekkelijk eenvoudig uitgevoerde stangen rechtlijnig in het arbeidsdeel van de inrichting worden bewogen en het toevoerstuk ook betrekkelijk eenvoudig te vervaardigen en te monteren is, is de montage in zijn geheel betrekkelijk eenvoudig, goed te vervaardigen en te monteren.
Alhoewel geen snijmes wordt gebruikt, kan de afgeefinrichting volgens de uitvinding de verbindingsstukke ken die de dwarsstaven van twee naburige bevestigers onderling verbinden, gemakkelijk scheiden.
De door de bedieningspersoon op te brengen kracht bij de bediening van de vrijgeefhefboom is geringer dan bij de bekende inrichtingen, zodat de belasting van zijn arm slechts beperkt is. Zelfs vrouwelijk bedieningspersoneel, dat in het algemeen slechts een beperkte spierkracht voor grijpen en drukken heeft, kan de afgeefinrichting volgens de uitvinding vrijwel zonder de hiervoor genoemde problemen gebruiken, dat 35 wil zeggen zonder spierpijn.
Volgens de octrooipublicatie DD-295583 A5 is bij een afgeefinrichting voor draadvormige bevestigers een bedieningsloper aanwezig die mechanisch verbonden is met de vrijgeefhefboom en die over twee rails lineair glijdt. Hij is met een toevoergrijperopschuiver verbonden, die de bevestigers, die over een horizontale geleidingsbaan geleid worden, aan een mechanische afscheidinrichting, namelijk een mes, toevoert. Hij is 40 verder mechanisch gekoppeld met een uitwerpstaaf voor het uitstoten van de afgescheiden bevestiger via de holle naald. Deze bekende afgeefinrichting is constructief op een horizontale toevoer van bevestigers afgesteld. Gewoonlijk past men echter op de markt afgeefinrichtingen met een verticale toevoerschacht toe. Voor het afscheiden van bevestigers van een bundel van dergelijke bevestigers, welke bundel ook spoelvormig kan zijn, is bij deze afgeefinrichting een snijmes vereist.
45
De uitvinding is verduidelijkt in de hierna volgende gedetailleerde beschrijving aan de hand van de tekening, waarin voorstellen: figuur 1 een geëxplodeerd perspectivisch aanzicht, dat een rechts lichaamsdeel toont alsmede de principiële componenten van een inrichting voor het afgeven en aanbrengen van bevestigers; 50 figuur 2 een perspectivisch aanzicht van een links lichaamsdeel; figuur 3 een vooraanzicht, dat de positie toont, waarin de positionele componenten in het rechter-lichaamsdeel worden gemonteerd; figuur 4 een doorsnede over de lijn IV—IV van figuur 3; figuur 5 een doorsnede over de lijn V-V van figuur 4; 55 figuur 6 een doorsnede over de lijn VI—VI van figuur 4; figuur 7 een doorsnede over de lijn VII—VII van figuur 4; figuur 8 op vergrote schaal een aanzicht, dat het voornaamste deel van figuur 3 toont;
«S IWMI
figuur 9 een vergroot aanzicht, dat het voornaamste deel van figuur 5 toont; figuren 10, 11,14,15,16 en 17 aanzichten, die de inrichting tijdens gebruik van figuur 10,14 respectievelijk 16, overeenkomende met de figuren 11,15 respectievelijk 17 tonen; en figuren 12,13,18en19 aanzichten overeenkomstig figuur9, die respectieve werkstanden van de 5 inrichting tonen.
Het huis van de inrichting voor het afgeven en aanbrengen van bevestigers heeft een paar huisdelen 101, 102, zoals in figuren 1 en 2 getoond.
Een hefboom is schamierbaar aangebracht in het huis 101,102 door middel van een as 2a. Een 10 tussenhefboom 2b is ook schamierbaar bevestigd en wel in handgreepdeel 1a van het huis door middel van een as 2c.
Tussen de tussenhefboom 2b en het huis 1 is een veer 3 aangebracht, waarmee het grootste deel van de hefboom 2 gewoonlijk naar buiten wordt gedrongen door een opening 1b van het handgreepdeel 1a heen. Het onderste stuk van de tussenhefboom 2b duwt tegen een uitsteeksel 2d, dat in de hefboom 2 Is 15 aangebracht.
Verder zijn, zoals in figuur 1 getoond, een laaddeel 1c van een voedingsmechanisme en een deel 1d van een scheidingsmechanisme aangebracht boven het handvatdeel 1a binnen aan het huis 1. Dit scheidings-mechanisme 1d omvat een voedingsbladeenheid 4 en een steun 5 zoals in figuur 5 is getoond.
Het laaddeel 1c van het voedingsmechanisme omvat een bovenlaaddeel 1s en een ondertaaddeel 1t, 20 zoals in figuur 3 getoond en de stang 9 voor het verplaatsen van de voedingsbladeenheid 4 is aangebracht in het bovenlaaddeel 1s, terwijl de drijfstang 7 voor het aandrijven van de voedingsbladeenheid 4 en de losmaakstang 8 in het ondertaaddeel 1t zijn aangebracht. Verder is de stang 7 voor het aandrijven van de voedingsbladeenheid aangebracht aan de achterzijde van de losmaakstang 8.
De steun 5 is vooizien van een leidvlak 5c zoals in figuur 1 is getoond, welk leidvlak 5c een schacht 14 25 begrenst, samen met een tegenoverliggend leidvlak 6e, zoals hierna zal worden beschreven. BovencSen is de steun 5 aan het bodemeinde van het leidvlak 5c gevormd met een leidsleuf 5b, waardoorheen een deel 8c van de losmaakstang 8 steekbaar is om aan te grijpen op de dwarsstaaf van een bevestiger.
De leidsleuf 5b is gevormd aan het einde van de schacht 14. Verder is er een doorgang 5a naar het leidvlak 5c, dat communiceert met de leidsleuf 5b. Het bladdeel 4a van de voedingsbladeenheid 4 steekt 30 door de doorgang 5a, zoals in figuur 5 getoond.
Verder heeft de steun 5 een sleuf 5d, waarin stang 7 voor het aandrijven van de voedingsbladeenheid en een werkzaam deel 9c van de stang 9 voor het verplaatsen van het bladdeel 4a van de voedingsbladeenheid worden ingezet.
Zoals in figuur 1 is getoond, heeft de voedingsbladeenheid 4 een veerdeel 4c, dat aan beide einden 35 steunen 4e heeft, een voedingsblad 4d, dat voorwaarts vanaf het veerdeel 4c uitsteekt en een zitting 4b, <§e aan het veerdeel 4c is aangebracht. Het blad 4d heeft het bladdeel 4a aan zijn vooreinde.
Anderzijds is het huisdeel 102 gevormd met een leiddoorgang 6b voor het opnemen van de schuif 6, cfie in figuur 2 is getoond. Een leiddoorgang 6c voor een duwnaald 6a en een leiddoorgang 6d voor een dwarsstaaf, welke doorgang 6d in verbinding staat met de doorgang 6c zijn gevormd in het voorste deel van 40 de leiddoorgang 6b. Verder is een doorgang 6f voor een draaddeel gevormd in één richting die loodrecht staat op de doorgang 6d voor de dwarsstaaf en zijn leidvlakken 6e aan beide zijden van de doorgang 6f voor het inbrengen van draaddelen gevormd teneinde een in lijn liggende schacht 14 te vormen.
De duwnaald 6a aan de schuif 6 is heen en weer beweegbaar langs de leiddoorgang 6c en langs de leiddoorgang 6d voor de dwarsstaven.
45 Een gat 15a is in voorwaartse richting van de doorgang 6d voor de dwarsstaaf gevormd, in welk gat een holle naald 15 met een zijdelingse sleuf is bevestigd. De voorste helft van de doorgang 6d voor de dwarsstaven en de zijdelingse sleuf van de holle naald 15 vormen tezamen een opening 6m, zodanig, dat het draaddeel van de bevestiger niet gehinderd wordt te passeren, zie figuur 5. De holle naald 15 is bevestigd aan het huisdeel 102 door middel van een niet getoonde stopper, die in het gat 15b wordt 50 gemonteerd.
Zoals te zien is in figuur 9 omvat elke bevestiger P een kopdeel (niet getoond), een draaddeel F en een dwarsstaaf B. De dwarsstaven B zijn onderling verbonden door middel van respectievelijke verbindingsstukken C, zodat het samenstel Pa van bevestigers P de vorm heeft van een kam. Dit samenstel Pa van bevestigers is als één geheel gevormd van kunststof zoals nylon of dergelijke.
55 Voor het gemak wordt een axiale richting in het draaddeel F van de bevestiger P aangeduid als de langsrichting van de bevestiger P.
De verbindingsstukken C zijn bij voorkeur zo dun mogelijk, teneinde gemakkelijk de bevestigers van * elkaar te scheiden. Verder zijn de verbindingsstukken C bij voorkeur zo kort mogelijk teneinde de tussenruimte tussen dwarsstaven B van naburige bevestigers P zo klein mogelijk te houden.
Zoals in figuur 7 is getoond, is de schuif 6 opgenomen in de ieiddootgang 6b. Deze schuif 6 heeft een nok 6h om aan te grijpen op het bovendeel van de tussenhefboom 2b, en ook een drang deel 6k, dat vanaf 5 het achtervlak van de nok 6h zich uitstrekt, zoals in figuur 4 is getoond. Bovendien steekt de duwnaald 6a voorwaarts vanaf de schuif 6 uit.
De stang 7 voor het aandrijven van de voedingsbladeenheid heeft de vorm van een dunne en lange stang en is aan zijn vooreinde voorzien van een deel 7b voor het aandrijven van de voedingsbladeenheid. Een getrapt deel 7d voor het aangrijpen op een opstaand deel 8b van de losmaakstang 8, is zoals hierna is 10 beschreven, gevormd aan het achterstuk van het deel 7b voor het aandrijven van de voedingsbladeenheid.
Bovendien is deze stang 7 voor het aandrijven van de voedingsbladeenheid aan zijn achtereinde van een lichaamsdeel 7g voorzien van een aangrijpdeel 7c dat de vorm van een haak heeft.
Dit aangrijpdeel 7c van de stang 7 voor het aandrijven van de voedingsbladeenheid is gewoonlijk in aangrijping met een pal 1g, die aangebracht is aan het huisdeel 101 en wordt daardoor achterwaarts 15 gebogen, zoals in figuur 4 is getoond.
De losmaakstang 8 omvat twee lichaamsdelen 8e, 8e. Aan het achtereinde van elk van de lichaamsdelen 8e, 8e is een gebogen deel 8a gevormd. Bovendien is de dwarsstang 8 aan zijn vooreinde via een opstaand deel 8b voorzien van een deel 8c voor het aangrijpen op dwarsstangdelen. Dit deel 8c voor het aangrijpen op een dwarsstaaf dient voor het losmaken van de voorste bevestiger P van de rest van het 20 samenstel Pa van bevestigers en is voorzien van een sleuf 8d die de voim heeft van een halve cirkel.
De stang 9 voor het verplaatsen van het voedingsblad 4a heeft de vorm van een dunne en lange stang, zoals in figuur 1 is getoond en is aan het achtereinde van zijn lichaamsdeel 9d voorzien van een uitsteeksel 9a voor het aangrijpen op een uitsteeksel 61, dat in de schuif 6 is aangebracht. Bovendien is de stang 9 voor het verplaatsen van de voedingsbladeenheid aan zijn vooreinde voorzien van een werkzaam deel 9c 25 via een plaatdeel 9b voor het aangrijpen op de schuif 6.
Voedingsmiddelen 20 omvatten het bladdeel 4a van het voedingsblad 4d voor het aangrijpen op de dwarsstaven B van de bevestigers P, waarbij de stang 7 voor het aandrijven van de voedingsbladeenheid beweegbaar is tussen de steun 5, die de schacht 14 aan een zijde begrenst, en de zitting 4b van de voedingsbladeenheid 4, zodanig dat het bladdeel uit de schacht 14 wordt getrokken en losraakt van de 30 dwarsstaaf B van een bevestiger P tegen de kracht van het veerdeel 4c van de voedingsbladeenheid 4 in, en waarbij de stang 9 voor het verplaatsen van het voedingsblad 4d aangebracht is tussen de steun 5 en het voedingsblad 4d, zodanig dat het bladdeel 4a in de richting van de inlaat 14a van de schacht 14 wordt verplaatst tegen de kracht van het blad 4d van de voedingseenheid 4 in.
35 (I) Afgifte van bevestigers
Voor het bevestigen van aanhangsels, zoals prijskaarten, aan artikelen, zoals kleding, door middel van bevestigers P worden van een samenstel Pa van bévestigers de stansdelen B gebracht in de schacht 14 van de inrichting 1, via de inlaat 14a, zoals getoond in figuur 9.
Vervolgens wordt de holle naald 15 door een gat van elk aanhangsel en door het artikel heen gestoken. 40 Wanneer de hefboom 2 wordt geknepen, wordt de bevestiger P aan het einde van het samenstel Pa daarvan losgemaakt en wordt zijn dwarsstaaf B tot in de leiddoorgang 6d voor het geleiden van dwarsstangdelen gedrukt. De dwarsstaaf B van de bevestiger P wordt dan uitgedrukt uit het vooreinde van de holle naald 15 door middel van de duwnaald 6a. Op dit moment passeren de dwarsstaaf B van de bevestiger P en een deel van het draaddeel F het aanhangsel en het artikel, zodanig dat het aanhangsel aan het artikel 45 bevestigd wordt door middel van de bevestiger P.
De werking van elke component van de inrichting voor de afgifte van bevestigers zal nu worden beschreven.
De schuif 6 is normaal opgesteld aan het bovenste einde van de huisdelen 101, 102 zoals te zien is in de figuren 4 en 8.
50 Wanneer de hefboom 2 geknepen wordt, beweegt de schuif 6 in de richting van een pijl K onder invloed van de tussenhefboom 2b, zoals in figuur 10 is getoond. Het gebogen deel 8a van de losmaakstang 8 wordt dan aangedrukt door het bekrachtigingsdeel 6k van de schuif 6. Verder wordt het getrapte deel 7d van de stang 7 voor het aandrijven van de voedingsbladeenheid door het opstaande deel 8d van de losmaakstang 8 opgedrukt, waarbij de stangen 8 en 7 tezamen bewegen in de richting van de pijl K.
55 Wanneer het deel 7b van de stang 7 voor het aandrijven van de voedingsbladeenheid opgenomen is tussen de zitting 4b van de voedingsbladeenheid 4 en de steun 5, zoals in figuren 1 en 2 is getoond, wordt het veerdeel 4c van de voedingsbladeenheid 4 teruggebogen in de richting van een pijl L en daardoor wordt het bladdeel 4a in dezelfde richting teruggetrokken.
Wanneer van de losmaakstang 8 het deel 8c opgenomen is in de leidsleuf 5b van de steun 5, zoals in figuur 1 en 2 is getoond, wordt de bevestiger P aan het einde van het samenstel Pa naar buiten gedrukt in de langsrichting, zoals aangeduid is door een pijl M. Op dit moment wordt het bevestigingsdeel C tussen 5 een dwarsstaaf B1 van de voorste bevestiger P van het samenstel Pa en de dwarsstaaf B2 van de volgende bevestiger gescheiden.
De dwarsstaaf B1 van de bevestiger P wordt dan geschoven in de leiddoorgang 6d voor de dwarsstaaf.
In deze situatie is de dwarsstaaf B1 voor de opening van de holle naald 15 gepositioneerd, zoals in figuur 10 is getoond.
10 Voorwaartse beweging van de losmaakstang 8 wordt verder voorkomen als gevolg van het feit, dat het opstaande deel 8b van de losmaakstang 8 tegen de steun 5 stuit, zoals in figuur 10 is getoond. De lichaamsdelen 8e, 8e van de losmaakstang 8 bewegen in de richting van de pijlen N uiteen, zodat de losmaakstang 8 wordt losgekoppeld, zoals in figuur 11 is getoond.
Verder wordt, wanneer de schuif 6 in de richting van de pijl K beweegt, het plaatdeel 9b van de stang 9 15 voor het verplaatsen van het voedingsblad 4d door schuif 6 aangedrukt, waardoor het werkzame deel 9c van de stang 9 wordt ingebracht tussen de steun 5 en het blad 4d van de voedingsbladeenheid 4 en het bladdeel 4a wordt dan met het voedingsblad in de richting van de pijl P gebogen, zoals in figuur 13 is getoond.
Tegelijkertijd beweegt de duwnaald 6a die aangebracht is op de schuif 6 tot in de holle naald 15 zoals in 20 figuur 14 is getoond, waardoor de dwarsstaaf B1 van de bevestiger P uit het vooreinde van de holle naald 15 wordt gedrukt. Op dit moment passeren de dwarsstaaf B1 van de bevestiger P en een deel van het draadstuk F het aanhangsel en het artikel zoals hierboven beschreven is.
In deze situatie is het drangdeel 6k van de schuif 6 gepositioneerd in de voorwaartse richting van het aangrijpdeel 7c van de stang 7 voor het aandrijven van de voedingsbladeenheid, zoals in figuur 14 is 25 getoond.
(II) Terugbeweging van de schuif
Als de hefboom 2 ontspannen wordt, beweegt de schuif 6 zich in de richting van een pijl S terug, zoals getoond is in figuur 16. Na voortdurende terugtrekking van de schuif 6 wordt het drangstuk 6k hiervan in 30 aangrijping gebracht met het aangrijpdeel 7c van de stang 7 voor het aandrijven van de voedingsbladeenheid. Bovendien wordt het getrapte deel 7d van deze stang 7 in aangrijping gebracht met het opstaande deel 8b van de losmaakstang 8, waardoor de stangen 7 en 8 zich tezamen in de richting van de pijl S terugtrekken.
Wanneer het aangrijpdeel 7c van de stang 7 in aanslag komt met de pal 1g die op huisdeel 101 is 35 aangebracht, wordt het in de richting van een pijl T gebogen. Aldus wordt het aangrijpdeel 7c van de stang 7 ontkoppeld van het drangdeel 6k van de schuif 6.
Op dit moment is het aangrijpdeel 8c van losmaakstang 8 uit de leidsleuf 5b getrokken, zoals getoond is in figuur 18, en is de stang 7 tussen de steun 5 en de zitting 4b van de voedingsbladeenheid uitgetrokken. Bij dit laatste wordt het voerdeel 4c van de voedingsbladeenheid 4 terugbewogen in de richting van een pijl 40 Q, waarbij het bladdeel 4a gestoken wordt tussen de tweede dwarsstang B2 en de derde dwarsstang B3.
Verder komt na het terugtrekken van de schuif 6 in de richting van de pijl S het uitsteeksel 6a van de schuif 6 in aangrijping met het uitsteeksel 9a van de stang 9 voor het verplaatsen van het bladdeel 4a van de voedingsbladeenheid, waarbij de stang 9 achterwaarts wordt gebogen. Dientengevolge wordt het werkzame deel 9c van de stang 9 uit de positie tussen de steun 5 en het bladdeel 4a getrokken, zoals in 45 figuur 19 is getoond, en het bladdeel 4a wordt dan door veerkracht van het blad 4d teruggebracht in de richting van een pijl R. Terwijl het blad 4d terugveert in de richting van de pijl R wordt het samenstel Pa van bevestigers door bladdeel 4a in dezelfde richting bewogen, waarbij de dwarsstaaf B2 van de nu onderste bevestiger P tot op de bodem van de leidsleuf 5b wordt gedrukt.
Opgemerkt zij, dat het in de richting van een pijl U drukken van het gebogen deel 8a van de 50 bekrachtigingsstang 8 de schuif 6 tot in zijn oorspronkelijke positie doet terugbewegen, zoals in figuur 16 is getoond.
(Hl) Het uitnemen van het samenstel van bevestigers
Het geval kan zich voordoen, dat het samenstel Pa van bevestigers uit de inrichting moet worden genomen. 55 De constructie van middelen voor het wegtrekken van de voedingsbladeenheid 4 vanaf het samenstel Pa van bevestigers is als volgt:
Zoals getoond in figuur 1, is een lang gat 11 in het huisdeel 101 gevormd. Een ontspanplaat 1m is
Claims (1)
10 Conclusie Afgeefinrichting voor draadvormige bevestigers (P) van kunststof, die elk een dwarsstaaf (B) en een kopstuk aan de respectievelijke einden van een draadstuk (F) hebben en via verbindingsstukken (C) tussen de dwarsstaven (B) tot bundels zijn samengevat, welke afgeefinrichting omvat: 15 een pistoolvormig huis (101,102); een in het huis zwenkbaar gelegerde handgreep (1a) met een door middel van een veer voorgespannen vrijgeefhefboom (2, 2b); een in het huis verschuifbaar in afgeefrichting gelegerd, langgerekt aandrijfstuk, een aan een monding van het huis aangebrachte, van een sleuf voorziene, in de afgeefrichting opgestelde holle naald (15) voor 20 het aan de bevestigingsplaats afgeven van de afzonderlijke, afgescheiden bevestigers, welk huis een verticale toevoerschacht (14) voor het opnemen van de bundel (Pa) van bevestigers heeft en wel zodanig, dat de dwarsstaven (B) in de langsrichting van het aandrijfstuk in hetzelfde vlak boven elkaar liggen, verder een geleidingsdoorgang (6d), die in lijn is opgesteld met de opening van een gespleten, holle naald (15) ter opname van de telkens af te geven bevestiger; 25 in welk huis een met de vrijgeefhefboom (2, 2b) mechanisch gekoppelde, lineair in lijn met de opening van de holle naald geleide en beweegbare schuif (6a) voor het uitstoten van de bevestiger vanuit de geleidingsdoorgang (6b) door de holle naald aanwezig is, waarbij in het huis een met de vrijgeefhefboom (2) mechanisch toevoermechanisme (7, 9) aanwezig is, dat de dwarsstaven (B) van de bevestigers (P) achtereenvolgens aangrijpt en aan een afscheidpositie toevoert, en waarbij in het huis een mechanisch 30 afscheidmechanisme (8) voor het afscheiden van de telkens af te geven bevestiger aanwezig is, waarbij de vrijgeefhefboom (2) na het manueel indrukken automatisch tot in zijn uitgangspositie terugkeert, gekenmerkt door de volgende maatregelen: a) de toevoerschacht (14) is buiten de bewegingsbaan van de schuifstang (6a) van de schuif (6) onmiddellijk zijdelings naast de geleidingsdoorgang (6b) aangebracht; 35 b) in het aandrijfstuk is een elastisch toevoerstuk (4) voorzien van een in de toevoerschacht (14) reikende transporttong (4a), die in de uitgangstoestand tussen twee dwarsstaven (B) van naburige bevestigers (P) reikt; c) het toevoermechanisme heeft enerzijds een aandrijfstang (7) voor het aandrijven van het toevoerstuk (4), die zodanig gevormd en lineair geleid is, dat zij bij de bediening van de vrijgeefhefboom (2) door 40 mechanische inwerking met haar vooreinde (7b) op het toevoerstuk (4) onder verandering van haar stand de transporttong (4a) uit de toevoerschacht rukt, en heeft anderzijds een schuifstang (9) voor het aandrijven van het toevoerstuk (4) die zodanig gevoimd en lineair geleid is dat zij bij de bediening van de vrijgeefhefboom (2) door mechanische inwerking van haar vooreinde (9c) op de transporttong (4a) deze over de afstand tussen twee verbindingsstukken (C) van naburige bevestigers opheft, waarbij de 45 koppeling van de aandrijfstang (7) en de schuifstang (9) met de vrijgeefhefboom (2) zodanig is ingericht, dat na het loslaten van de vrijgeefhefboom (2) bij zijn automatische terugkeer tot in de uitgangstoestand eerst de aandrijfstang (7) in haar uitgangsstand komt, terwijl de transporttong (4a) wordt teruggetrokken, waarna de schuifstang (9) in haar uitgangsstand komt, terwijl de transporttong tot in haar uitgangsstand terugkeert, en transport van de bundel van bevestigers over een eenheid buiten ingrijping met het 50 toevoerdeei (4) plaatsvindt; en d) het afscheidmechanisme heeft een drukstang (8) die evenwijdig aan de schuifstang (6a) van de schuif t I9A4QI (6) zodanig lineair geleid en daarmee gekoppeld is, dat zij bij bediening van de vrijgeefhefboom (2) de zich aan de uitgang van de toevoerschacht (14) bevindende dwarsstaaf (B) van de onderste bevestiger met haar vooteinde (8c) mechanisch afscheidt en tot in de geleidingsdoorgang (6b) afgeeft. Hierbij 9 bladen tekening
Applications Claiming Priority (2)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
JP7172984 | 1984-04-12 | ||
JP59071729A JPS60217071A (ja) | 1984-04-12 | 1984-04-12 | 係止片取付方法及びその装置 |
Publications (3)
Publication Number | Publication Date |
---|---|
NL8501081A NL8501081A (nl) | 1985-11-01 |
NL192381B NL192381B (nl) | 1997-03-03 |
NL192381C true NL192381C (nl) | 1997-07-04 |
Family
ID=13468897
Family Applications (1)
Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
---|---|---|---|
NL8501081A NL192381C (nl) | 1984-04-12 | 1985-04-12 | Afgeefinrichting voor draadvormige bevestigers van kunststof. |
Country Status (10)
Country | Link |
---|---|
US (1) | US4592499A (nl) |
JP (1) | JPS60217071A (nl) |
KR (1) | KR920006760B1 (nl) |
AU (1) | AU579362B2 (nl) |
CA (1) | CA1232163A (nl) |
DE (1) | DE3512747C2 (nl) |
FR (1) | FR2562869B1 (nl) |
GB (1) | GB2157218B (nl) |
IT (1) | IT1184421B (nl) |
NL (1) | NL192381C (nl) |
Families Citing this family (10)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
JPS6133923A (ja) * | 1984-07-17 | 1986-02-18 | 株式会社 トスカ | 係止片取付装置 |
US4802615A (en) * | 1987-11-13 | 1989-02-07 | Lee Duck H | Tag attaching apparatus |
US5024365A (en) * | 1989-09-15 | 1991-06-18 | Dennison Manufacturing Company | Apparatus for dispensing fasteners |
US5074452A (en) * | 1990-12-21 | 1991-12-24 | Dennison Manufacturing Company | Variable pitch feed of fasteners |
KR960000989Y1 (ko) * | 1992-11-05 | 1996-02-03 | 이덕희 | 꼬리표 부착기의 화스너 공급기어의 구동장치 |
JP2564240B2 (ja) * | 1993-03-09 | 1996-12-18 | 株式会社トスカ | 係止片取付機 |
KR0131268B1 (ko) * | 1994-10-01 | 1998-04-11 | 김춘선 | 태그 핀 첨부장치 |
ES2663768T3 (es) | 2010-12-23 | 2018-04-17 | Avery Dennison Corporation | Elemento de fijación para filamentos anchos |
US9199756B2 (en) | 2011-11-28 | 2015-12-01 | Avery Dennison Corporation | Fastener stock and device for use in dispensing plastic fasteners therefrom |
US9789991B2 (en) | 2013-08-28 | 2017-10-17 | Avery Dennison Corporation | Reactor plate assembly and brush anvil for use in conjunction therewith |
Family Cites Families (8)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
US2783468A (en) * | 1956-01-13 | 1957-03-05 | Schwartz Samuel | Automatic-feed nailing machine |
US3103666A (en) * | 1961-12-28 | 1963-09-17 | Dennison Mfg Co | Tag attaching apparatus |
US3650451A (en) * | 1970-09-30 | 1972-03-21 | Monarch Marking Systems Inc | Tag attacher |
US3924788A (en) * | 1974-06-07 | 1975-12-09 | Japan Banok Co Ltd | Tag attacher |
US4040555A (en) * | 1976-03-26 | 1977-08-09 | Monarch Marking Systems, Inc. | Tag attaching apparatus |
JPS6031697B2 (ja) * | 1980-09-01 | 1985-07-24 | 株式会社サト−ゴ−セ− | 係止片取付機 |
JPS6024009B2 (ja) * | 1980-09-11 | 1985-06-11 | 株式会社トスカ | 取付部片集合体 |
US5033664A (en) * | 1989-09-15 | 1991-07-23 | Dennison Manufacturing Company | Dispensing of attachment members |
-
1984
- 1984-04-12 JP JP59071729A patent/JPS60217071A/ja active Granted
- 1984-12-10 US US06/680,122 patent/US4592499A/en not_active Expired - Lifetime
-
1985
- 1985-04-03 GB GB08508724A patent/GB2157218B/en not_active Expired
- 1985-04-10 KR KR1019850002396A patent/KR920006760B1/ko not_active IP Right Cessation
- 1985-04-10 DE DE3512747A patent/DE3512747C2/de not_active Expired - Fee Related
- 1985-04-10 CA CA000478695A patent/CA1232163A/en not_active Expired
- 1985-04-10 AU AU40975/85A patent/AU579362B2/en not_active Ceased
- 1985-04-11 FR FR858505426A patent/FR2562869B1/fr not_active Expired
- 1985-04-11 IT IT20300/85A patent/IT1184421B/it active
- 1985-04-12 NL NL8501081A patent/NL192381C/nl not_active IP Right Cessation
Also Published As
Publication number | Publication date |
---|---|
GB2157218B (en) | 1987-07-01 |
KR850007726A (ko) | 1985-12-09 |
CA1232163A (en) | 1988-02-02 |
JPH021733B2 (nl) | 1990-01-12 |
GB2157218A (en) | 1985-10-23 |
NL192381B (nl) | 1997-03-03 |
NL8501081A (nl) | 1985-11-01 |
IT8520300A0 (it) | 1985-04-11 |
IT1184421B (it) | 1987-10-28 |
JPS60217071A (ja) | 1985-10-30 |
AU4097585A (en) | 1985-10-17 |
US4592499A (en) | 1986-06-03 |
GB8508724D0 (en) | 1985-05-09 |
FR2562869A1 (fr) | 1985-10-18 |
KR920006760B1 (ko) | 1992-08-17 |
DE3512747A1 (de) | 1985-10-24 |
FR2562869B1 (fr) | 1989-05-05 |
DE3512747C2 (de) | 1995-12-21 |
AU579362B2 (en) | 1988-11-24 |
Similar Documents
Publication | Publication Date | Title |
---|---|---|
KR100554587B1 (ko) | 패스너 클립 및 패스너 분배 공구 | |
NL192381C (nl) | Afgeefinrichting voor draadvormige bevestigers van kunststof. | |
US4955475A (en) | Continuous fastener stock | |
US5683025A (en) | Apparatus for dispensing individual plastic fasteners from fastener stock | |
US7472813B2 (en) | Tool for dispensing plastic fasteners | |
CA1155322A (en) | Dispensing of attachment members | |
USRE34891E (en) | Assembly of attachments and device for attaching same | |
US4838469A (en) | Hand-held tag attacher | |
NL8201636A (nl) | Inrichting voor het aanhechten van labelpennen. | |
NL194791C (nl) | Labelpen-indrijfinrichting. | |
DE2858034C2 (nl) | ||
US5772073A (en) | Apparatus for dispensing individual plastic fasteners from fastener stock | |
US6685077B1 (en) | Device for dispensing plastic fasteners | |
US4610385A (en) | Tag dispensing and attaching apparatus | |
JP3514762B2 (ja) | 取付け部品の計量分配 | |
US4682721A (en) | Tag dispensing and attaching apparatus | |
DD295583A5 (de) | Vorrichtung zur ausgabe von plast-befestigungselementen | |
US4673120A (en) | Hand-held tag attacher, method of attaching tags and fasteners | |
EP0255113A1 (en) | Improvements to fastener dispensing devices | |
CA2027494C (en) | Assembly of attachments and device for attaching same | |
US4634036A (en) | Tag dispensing and attaching apparatus | |
US4715521A (en) | Hand-held tag attacher | |
US4696422A (en) | Hand-held tag attacher, method of attaching tags and fasteners | |
WO2005005265A2 (en) | Tool for dispensing plastic fasteners | |
DE69426113T2 (de) | Elektromotorisch angetriebenes ausgabegerät für befestgungselemente |
Legal Events
Date | Code | Title | Description |
---|---|---|---|
BA | A request for search or an international-type search has been filed | ||
BB | A search report has been drawn up | ||
BC | A request for examination has been filed | ||
V1 | Lapsed because of non-payment of the annual fee |
Effective date: 20001101 |