NL8201636A - Inrichting voor het aanhechten van labelpennen. - Google Patents
Inrichting voor het aanhechten van labelpennen. Download PDFInfo
- Publication number
- NL8201636A NL8201636A NL8201636A NL8201636A NL8201636A NL 8201636 A NL8201636 A NL 8201636A NL 8201636 A NL8201636 A NL 8201636A NL 8201636 A NL8201636 A NL 8201636A NL 8201636 A NL8201636 A NL 8201636A
- Authority
- NL
- Netherlands
- Prior art keywords
- support plate
- label
- guide groove
- adhering device
- arm
- Prior art date
Links
Classifications
-
- B—PERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
- B65—CONVEYING; PACKING; STORING; HANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL
- B65C—LABELLING OR TAGGING MACHINES, APPARATUS, OR PROCESSES
- B65C7/00—Affixing tags
-
- B—PERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
- B65—CONVEYING; PACKING; STORING; HANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL
- B65C—LABELLING OR TAGGING MACHINES, APPARATUS, OR PROCESSES
- B65C7/00—Affixing tags
- B65C7/003—Affixing tags using paddle-shaped plastic pins
- B65C7/005—Portable tools
Landscapes
- Labeling Devices (AREA)
Description
- , « \ T/tj/lh/2
Inrichting voor het aanhechten van labelpennen.
De uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het aanhechten van labels en meer in het bijzonder op een inrichting die gebruikt wordt voor het aan koopwaar hechten van een labelpen.
5 Kunststoflabelpennen die gebruikt worden voor het aan voorwerpen hechten van labels zijn bekend. De labelpen bestaat uit een kop, een draad, en een dwarsstaaf, waarbij. deze drie delen éën geheel vormen en vervaardigd zijn van een kunsthars zoals nylon of polypropeen. Een aantal van 10 deze labelpennen zijn via verbindingsgedeelten aan een basis-staaf bevestigd, en vormen te zamen een labelpenstelsel, dat eruit ziet als een kam.
Een aanhechter voor het aanbrengen van deze labelpennen heeft de vorm van een pistool. Telkens wanneer 15 een trekker van de pistoolvormige labelaanbrenger wordt overgehaald, worden de labelpennen stuk voor stuk van het labelpenstelsel gescheiden. Het gedeelte met de. dwarsstaaf van. elke los gemaakte labelpen wordt dan in een van een groef voorziene holle naald geleid om door de label en de 20 koopwaar te dringen, waardoor de label aan de koopwaar wordt gehecht. Conventionele aanhechters voor labelpennen. maken echter gebruik van een drijfwerk voor het toevoeren van het labelpenstelsel door de tanden van het drijfwerk in aangrijping te brengen met het verbindingsgedeelte van 25 het labelpenstelsel, zodat wanneer de steek ofwel onderlinge afstand van de labelpennen niet overeenkomt komt met die van de tanden van het tandwiel, het labelpenstelsel niet op de gewenste wijze toegevoerd kan worden.
Het doel van de onderhavige uitvinding is het 30 verschaffen van een inrichting voor het aanhechten van labels welke gebruikt kan worden met verscheidene labelpen-stelsels met verschillende onderlinge afstand van de pennen.
Een ander doel van de uitvinding is het verschaffen van een aanhechtinrichting voor labels die de terug 8201636 i * -2- trek-bewerking van het labelpenstelsel voorkomt, waardoor het, "misschieten" wordt voorkomen.
Andere kenmerken en voordelen yan de uitvinding zullen uit de volgende uiteenzetting aan de hand van de 5 bijgevoegde tekeningen duidelijk worden.
Uitgaande van een aanhechtinrichting voor labels, waarin een wielstang door de beweging van de trekker in een op het voorste 'gedeelte van het lichaam aangebrachte holle naald wordt bewogen teneinde de labelpennen stuk. voor 10 stuk. vast te makèri van het labelpenstelsel dat in de geleidingsgroef achter de holle naald is gestoken af te snijden, wordt de uitvinding gekenmerkt doordat toevoermiddelen aangebracht zijn achter de geleidingsgroef welke bestaan uit een steunplaat die door de beweging van de trekker bewogen 15 wordt en uit een toevoerhefboom die heen en weer beweegbaar aan de steunplaat is1 gemonteerd en aan. zijn vooreinde een aangrijpingsklauw draagt die langs de geleidingsgroef wordt bewogen wanneer de steunplaat wordt bewogen, en dat middelen voor het verhinderen van de 'terugtrekbeweging nabij de 20 toevoermiddelen. zijn aangebracht, zodanig dat een aanslag— klauw hiervan uitsteekt in de geleidingsgroef..
Daar de aangrijpingsklauw van de toevoermiddelen langs de: geleidingsgroef beweegt kunnen volgens de uitvinding labelpenstelsels met elke onderlinge afstand tussen de 25 pennen op de juiste wijze met deze aanhechtinrichting worden toegevoerd.. Bovendien houdt de aanslagklauw van de de terugtrekbeweging verhinderende middelen het labelpenstelsel tegen waardoor wordt voorkomen dat het labelpenstelsel zich terugtrekt en waardoor het "misschieten" wordt geeiimineerd, 30 Figuur 1 is een vooraanzicht van een voorbeeld van een labelpenstelsel?
Figuur 2 is een zijaanzicht yan het labelpenstelsel;
Figuur 3 is een zijaanzicht van een labelpen— 35 aanhechtinrichting volgens de uitvinding?
Figuur 4 is een bovenaanzicht van de labelaan-hechter volgens de uitvinding;
Figuur 5 is een vooraanzicht dat het inwendige 8201636 -3- I v van êên helft van de labelaanhechter volgens de uitvinding toont?
Figuur 6 en 7 zijn vergrote vooraanzichten van een mechanisme voor het toevoeren van het labelpenstelsel; 5 Figuur 8 is een vergroot vooraan zicht van een aanslag ter voorkoming van een terugtrekbeweging van het labelpenstelsel?
Figuur 9 is een gedeeltelijke dwarsdoorsnede die de relatie tussen de labelpentoevoerraiddelen en de middelen 10 voor het verhinderen van de terugtrekbeweging van de label-pennen toont?
Figuur 10 is een perspectivisch aanzicht van de labelpen-toevoermiddelen;
Figuur 11 is een vooraanzicht van middelen ter 15 voorkoming van een gedwongen toevoer?
Figuur 12. is een bovenaanzicht van de middelen ter voorkoming van de gedwongen toevoer? en - Figuur 13 is een vergroot vooraanzicht dat een andere uitvoeringsvorm toont van het toevoermechanisme voor 20 het labelpenstelsel..
De inrichting P voor het aanhêchten van labels heeft de- vorm van. een pistool zoals in figuur 3 wordt getoond, en het lichaam 100 hiervan is vervaardigd· van kunststof^ Het lichaam omvat een paar lichaamdelen 101,102 25 zoals getoond in figuur 4 en een scharnierend door middel van een as 27 aan het lichaam 100 aangebrachte trekkerarm 11» In figuur 5 is te zien dat een tussenarm 12 die een steunorgaan 12a heeft roteerbaar door middel van Oen as 28 aan een greepdeel 10 van het lichaam is gemonteerd. Tussen 30 het steunorgaan 12a en het achterste gedeelte van het lichaam 100 is een veer 12b aangebracht welke de trekkerarm 11. dwingt om voorwaarts uit het greepdeel 100 uit te steken.,
In een horizontale groef 29 in het lichaam 100 is een schuif 13 aangebracht aan het vooreinde waarvan een 35 drukstang 14 is bevestigd. Onder en evenwijdig aan de groef 29 is een horizontale groef 30. gevormd waarin een schuif— staaf 19 verschuifbaar is aangebracht. Het boveneinde van de tussenarm 12 past in de sleuf 31 van de schuif 13.
8201636 -4-
Een holle naald 15 die voorzien is van een langs-groef is aan het lichaam 100 bevestigd tegenover de druk-stang 14. De holle naald 15 is vervangbaar. Een geleidings-groef 16, waarin het labelpenstelsel T gestoken kan worden, 5 is loodrecht op de holle naald 15 achter deze naald 15 aangebracht.
Zoals in figuur 3 en 4 is te zien, heeft de bovenste helft van de geleidingsgroef 16 boven de horizontale groef 15a van de holle naald 15 nagenoeg een kruisvorm.
10 Aan de hand van figuur 1 en 2 zal nu het labelpen- stelsel T uiteengezet worden. De labelpen t: bestaat uit drie gedeelten dat wil zeggen een kop 1, een dwarsstaaf 2 en een draad 3 die de kop en de dwarsstaaf met elkaar verbindt. Een aantal labelpennen t_is op één lijn aangebracht 15 aan een basisstaaf 5, zodanig dat deze daarvan als de. tanden van een kam uitsteken, en de labelpennen zijn door het verbindingsgedeelte 4 verbonden met ’de basisstaaf waardoor een labelpenstelsel T wordt gevormd dat in éên geheel is vervaardigd van kunststof zoals nylon of polypropeen.
20 In de figuren 3 en 4 verwijst het verwijzings- cijfer l6a naar een groef waarin de basisstaaf 5 van het labelpenstelsel T wordt gestoken, en het verwijzingscijfer 16d heeft betrekking op een groef waarin de. verbindings-gedeelten 4 worden gevoerd, waarbij deze twee groeven zich 25 vertikaal door het lichaam 100 uitstrekken. De met 16b in 16c aangegeven groeven zijn resp. voor de dwarsstaven 2 en de draden 3 van de labelpennen. Bij het snijpunt tussen de groeven 16b en 16c is een steunoppervlak 14 gevormd dat de dwarsstaven 2 van de in de geleidingsgroef 16 gestoken 30 labelpennen T ondersteunt. De axiale groef 15a van de holle naald 15 is door middel van een verbindingsgroef 34 met de geleidingsgroeven 16b en 16c verbonden.
Achter de in het voorste gedeelte van het lichaam 100 gevormde geleidingsgroef 16 zijn toevoermiddelen 50 en 35 middelen 60 ter verhindering van een terugtrekbeweging aangebracht. De toevoermiddelen 50 bestaan uit een steunplaat 21 en een toevoerarm 22. De ruitvormige steunplaat 21 wordt, zoals in figuur 6 wordt getoond, heen en weer beweegbaar 8201635 -3- ». t door een pen 20 op het lichaam 100 ondersteund. De steun-plaat 21 heeft een uitsparing 21a aan één zijde van het bovenste gedeelte daarvan (de zijde waar de geleidingsgroef 16 is aangebracht) waarin de toevoerhefboom 22 heen en weer 5 beweegbaar door een pen 23 is gemonteerd. De toevoerhefboom 22 heeft een aangrijpingsklauw 22a die het verbindings-gedeelte 4 van de labelpen aan kan grijpen.
Aan het onderste gedeelte van de toevoerarm 22 is een gat 22b gevormd dat groter is dan de kop van de van 10 de uitsparing 21a uitstekende pen 20. Het gat 22b van de toevoerarm 22 is over de kop van de pen 22 gemonteerd zodat de toevoerarm 22 heen en weer kan bewegen om de pen 23 ten opzichte van de ondersteunplaat 21 door de tussen het gat 22b en de kop van de pen 20 gevormde spleet. Een geheel 15 met het bovenste gedeelte van de toevoerarm 22 is een veerkrachtig of elastisch orgaan 22o gevormd, waarbij het vrije einde daarvan zich benedenwaarts uitstrekt tot onder het onderste gedeelte van de toevoerarm 22 en met de zijwand van de uitsparing 21a in kontakt is teneinde de aangrijpings-20 klauw 22a in de richting van de geleidingsgroef 16 te dwingen. De toevoerarm 22 beweegt dus te zamen met de steunplaat 21 ten opzichte van het lichaam 100, terwijl dit eveneens om de als- 23 kantelt in de door pijl C in figuur 6 aangegeven richting. De relatie tussen de steunplaat 21 en 25 de’ toevoerarm 22 kan beter worden begrepen aan de hand van figuur 10.
De steunplaat 21 heeft een omhoog hellende sleuf 21b aan het onderste gedeelte daarvan waarin een uitsteeksel 19a aan de;zi jde van het voorste gedeelte van de schuif-30 stang 19 (die door de tussenarm 12 heen en weer wordt bewogen) los is opgenomen, zodat de heen- en teruggaande beweging van de schuifstang 19 ervoor zorgt dat de steun— plaat 21 om de pen 20 oscilleert.
Zoals in figuur 6 wordt getoond zijn middelen 35 60 ter verhindering van een terugtrekbeweging van het label— penstelsel aangebracht nabij de toevoermiddelen 50.
Deze terugtrek-beweging verhinderende middelen 60 hebben een terugtrekking verhinderend orgaan 25 en een veer 26, waar- 8201636 -6- bij het orgaan 25 aangebracht is achter de geleidingsgroef 16 op de plaats die overeenkomt met de plaats waar de label-pen in het voorwerp wordt gedreven.
Het terugtrekking verhinderende orgaan 25 is, 5 zoals in figuur 8 wordt getoond, verschuifbaar aangebracht in de schuifgroef 32 die in de binnenwand van het lichaam 100 is gevormd. Het terugtrekking verhinderende orgaan 25 staat onder invloed van de werking van een veer 36, waardoor de aanslagklauw 25a daarvan zich in de geleidingsgroef 10 16d uitstrekt.
Dé aanslagklauw 25a heeft aan zijn bovenste gedeelte een hellend oppervlak 25b waartegen het verbin-dingsgedeelte 4 van de labelpen aankomt, wanneer het label--penstelsel wordt toegevoerd, en waardoor het terugtrekking 15 verhinderende orgaan 25 naar rechts wordt verschoven. Wanneer het labelpenstelsel 7 op het punt staat zich terug te trekken houdt de aanslagklauw 25a de labelklem t onbeweeglijk in de positie waarin de dwarsstaaf 2 van de labelpen t zich direkt achter de achteropening van de holle naald 15 20 bevindt..Van het de terugtrekking verhinderende orgaan 25 is, zoals in figuur 9 wordt getoond, de aanslagklauw 25a naar de aangrijpingsklauw 22a van de toevoerhefboom 22 toegebogen zodat deze naar het korte verbindingsgedeelte 4 van de labelpen is gekeerd. Voor de geleidingsgroef 16 is 25 een snijorgaan 17 aangebracht voor het van het verbindingsgedeelte 4 afsnijden van de labelpen t.
De schuifstaaf 19 is voorzien van middelen 70 voor het verhinderen van een gedwongen toevoer welke, zoals in figuur 7 wordt getoond, een sleuf 19b, een bewegend deel 30 19c, een veer l9d, een uitsteeksel 19e, steunorganen 19g, 19f, een geleidingsplaat 18 en>een aanslag 24 omvatten. Het bewegende deel 19c is verschuifbaar in de in de schuifstaaf 19 gevormde sleuf 19b opgenomen. De geleidingsplaat 18 waaraan het bewegende deel 19c is bevestigd verhindert:het 35 loskomen van het bewegende deel 19c. Voor het bewegende deel 19c is een veer 19d aangebracht waarvan het vooreinde bevestigd is aan het steunorgaan I9f en het achtereinde aan het steunorgaan 19g. Het steunorgaan 19f wordt door de ^ ....... N| . BJ||__:y 8201636 -7- aanslag 24 vastgehouden en steekt uit in de sleuf 19b terwijl het steunorgaan 19g aan de geleidingsplaat 18 is bevestigd. De één geheel met de sbhuifstaag 19 vormende aanslag 24 bevindt zich nabij het vooreinde van de sleuf 19b 5 aan de achterzijde van de schuifstaag 19 (zie figuur 12).
De aanslag 24 heeft aan zijn achtereinde een V-vormige uitsparing 24a die een aangrijpingsdeel 24b vormt. Aan de andere kant heeft de geleidingsplaat 18 aan zijn vooreinde een puntig deel 18a dat een ander aangrijpingsgedeelte 18b . 10 vormt, en dat, wanneer dit in kontakt wordt gebracht met het daarop passende aangrijpingsgedeelte 24b de rotatie van de schuifstaag in de door pijl E aangegeven richting verhindert.
Op de schuifstaaf 19 en het bewegende deel 19c 15 zijn resp. uitsteeksels I9h en 19e aangebracht, zodanig dat de tussenarm 12 tegen deze uitsteeksels 19e, 19h aan zal komen.
Hierna zal de werking van de boven beschreven inrichting uiteen worden gezet.
20 Wanneer de labelpen t in een voorwerp gedreven moet worden, wordt de tussenarm 12 in de richting van pijl A geroteerd waardoor de schuif 13 de dwarsstaaf 2 van de labelpen in de holle naald 15 drukt via de drukstang 14, zodat de labelpen door het voorwerp zoals een kledingstuk 25 kan dringen. Tegelijkertijd duwt de tussenarm 12 het uitsteeksel 19h naar voren waarbij de schuifstaaf 19 wordt bewogen met het: resultaat dat de steunplaat 21 om de pen 20 roteert in de door pijl B aangegeven richting, waardoor de transportarm 22 in de aangrijpingsstand wordt terugge— 30 trokken.
Wanneer de aangrijpingsklauw 22a van de toevoer-arm 22 in kontakt komt met het verbindingsgedeelte 4 van de labelpen werkt een kleine kracht op het verbindings-gedeelte 4 waardoor de basisstaaf 5 teruggetrokken wordt, 35 hoewel op dit moment de toevoerarm 22 om de pen 23 in de door pijl C in figuur 6 aangegeven richting roteert (dat wil zeggen de aangrijpingsklauw 22a beweegt van het verbin-dingsgedeelte 4 weg). De basisstaaf 5 kan echter niet terug— 8201636 -8- bewegen, daar het verbindingsgedeelte 4 van de labelpen onbeweeglijk wordt gehouden waardoor de aanslagklauw 25a van het de terugtrekking verhinderende orgaan 25.
Nadat een labelpen t in een voorwerp is gedreven 5 laat men de hefboom los, en roteert de tussenarm 12 in de richting tegengesteld aan de voorgaande richting waardoor de drukstaaf 14 en de schuifstaaf 19 terugbewegen naar. hun uitgangsstand (zie figuur 7). Wanneer de schuifstang 19 terugkeert in zijn uitgangsstand wordt de stéunplaat 21 in 10 de tegengestelde richting geroteerd zoals met pijl C is aangegeven, doordat de pen 19a en de sleuf 2lb met elkaar in. aangrijping komen. Hierdoor komt de aangrijpingsklauw 22a van de toevoerarm 22 in aangrijping met het verbindings-gedeelte 4 van de labelpen teneinde de basisstaaf 5 in de 15 richting van de pijl D in figuur 7 te bewegen. Het gevolgd is dat het labelpenstelsel T over een afstand wordt voortbewogen die gelijk is aan de afstand tussen de voorgaande labelpen t welke verwijderd is en de labelpen welke toege— voerd wordt,. totdat de dwarsstaaf 2 van de onderste label-20 pen t in kontakt komt met het steunoppervlak 40. Bij deze beweging* is het de terugtrekking verhinderende orgaan 25 in de richting van de pijl F teruggetrokken door de tegen de kracht van de veer 26 inwerkende toevoerkracht op het labelpenstelsel, maar zodra de labelpen langs de kop van de 25 · aanslagklauw 25 is bewogen beweegt het de terugtrekking verhinderende orgaan 25 in de door pijl G aangegeven richting en houdt dit het verbindingsgedeelte 4 vast .tegen de teruggaande beweging.
De teruggaande beweging van de tussenarm 12 tot 30 in zijn ruststand vindt plaats door de werking van de veer 12b. Wanneer de tussenarm 12 terugkeert totin zijn ruststand, beweegt het bewegende deel 19c terug tegen de kracht van de veer I9d in, waardoor de onderste labelpen t tegen het steunoppervlak 40 aangedrukt wordt met een vrijwel konStante 35 druk.
Op deze wijze wordt een reeks labelpennen t achtereenvolgens in de voorwerpen gedreven totdat de labelpennen op zijn.
8201636 -9-
Opgemerkt moet worden dat de middelen voor het toevoeren van het labelpenstelsel T niet beperkt tot de beschreven uitvoeringsvorm. De toevoermiddelen voor het labelpenstelsel kinnen bijvoorbeeld uitgevoerd zijn zoals 5 in figuur 13 wordt getoond waarbij een steunplaat 41 in het lichaam is aangebracht welke steunplaat door de schuifstang 39 langs de geleidingsgroef 16 wordt bewogen en de toevoer-arm 42 heen en weer beweegbaar aan de steunplaat 21 is gemonteerd waardoor de aangrijpingsklauw 42 a van de toevoer— 10 arm 42 in kontakt komt met het verbindingsgedeelte 4 van de labelpen nadat een labelpen is ingedreven, waarna de toevoerarm 42 te zamen met de steunplaat 41 langs de geleidingsgroef 16 wordt bewogen..
Het tweede voorbeeld van de boven beschreven 15 toevoermiddelen is, in vergelijking met het eerste voorbeeld eenvoudig van constructie. Zoals in figuur 13 wordt getoond is de steunplaat 51 hierbij vertikaal beweegbaar in de uitsparing 38 die achter de geleidingsgroef 16 is gevormd aangebracht. De steunplaat 41 heeft een hellend nokopper-20 vlak 41a dat in kontakt(is met het nokgedeelte 39a aan het vooreinde van de schuifstang 39. De toevoerarm 42 is met de pen 43 heen. en weer beweegbaar aan de steunplaat 41 gemonteerd. waarbij de aangrijpingsklauw 42a aan het vooreinde van de toevoerarm in de geleidingsgroef 16d uit kan steken. 25 Tussen de as 44 en het achtereinde van de toevoerarm 42.
en de aan het lichaam 100 bevestigde pen 45 is een veer aan— gebracht die de steunplaat 41 naar beneden dwingt. In de steunplaat 41 is een inkeping 47 aangebracht op een plaats die overeenkomt met de as 44, waardoor de toevoerarm 42 30 enigszins kan roteren. Zoals bij het eerste voorbeeld zijn ook in dit voorbeeld de middelen voor het verhinderen van de teruggaande beweging 60 en de middelen 70 ter voorkoming van de gedwongen toevoer aangebracht. Andere organen in het tweede voorbeeld die identiek zijn aan die van het 35 eerste voorbeeld van de labelaanhechtinrichting hebben identieke verwijzingscijfers gekregen.
'Hierna zal de werking van de tweede uitvoeringsvorm van de labelaanhechtinrichting uiteen worden gezet.
8201636 -10-
Wanneer de tussenarm 12 het vooreinde van zijn slag nadert, komt het .nokgedeelte 39a van de schuifstang 39 in kontakt met het nokoppervlak 41a van de steunplaat 41 waardoor de steunplaat 41 tegen de kracht van de veer 46 5 in omhoog wordt bewogen. Op dit moment wordt de toevoerarm 42 ook te zamen met de steunplaat 41 omhoog bewogen. Wanneer de steunplaat 41 omhoog beweegt wordt de toevoerarm- 42 door de werking van de veer 46 om de pen 43 geroteerd waardoor de aangrijpingsklauw 42 a in de geleidingsgroef 16 uit-10 steekt, zodat de aangrijpingsklauw 42a een lichte opwaartse kracht uitoefent op het verbindingsgedeelte 4 van de label-pen zodat de basisstang 5 omhoog beweegt. Doordat de aan-slagklauw 25a van het de terugtrekking verhinderende orgaan 25 het verbindingsgedeelte .4 echter vasthoudt, wordt de 15 basisstang 5 verhinderd om terug te bewegen.
Wanneer vervolgens de trekker 11 wordt losgelaten keert de^ schuifstang 39 terug in zijn uitgangsstand waardoor de steunplaat 41 omlaag kan bewegen onder invloed van de werking van de veer 46. Hierdoor beweegt de transportarm 20 naar beneden, waarbij de aangrijpingsklauw 42a het verbindingsgedeelte van de labelpen aangrijpt, zodat het labelpen-stelsel T naair beneden wordt getransporteerd.
Opgemerkt moet worden dat de onderhavige uitvinding niet beperkt is tot de hierboven beschreven uitvoerings— 25 vormen en dat verscheidene modificaties aan gebracht kunnen, worden zonder de geest en het kader van de uitvinding, zoals aangegeven in de bij gevoegde conclusies, te verlaten.
8201636
Claims (10)
1. Label-aanhechtinrichting omvattende een door de beweging van een trekker in een holle naald in een voorste gedeelte van het lichaam voortbewogen drukstaaf voor het stuk voor stuk. van een in een geleidingsgroef achter 5 de holle naald gestoken labelpenstelsei lossnijden yan de labelpennen, gekenmerkt door toevoermiddelen omyattehde een steunplaat en een toevoerarm, waarbij de steunplaat achter de geleidingsgroef gemonteerd is en door de trekker, beweeg- -baar is,, terwijl de toevoerarm heen en weer beweegbaar 10 aan de steunplaat is gemonteerd waarbij een aangrijpings-klauw aan het vooreinde daarvan langs de geleidingsplaat kan bewegen bij beweging van de steunplaat, en waarbij nabij de toevoermiddelen terugtrekking verhinderende ' middelen zijn aangebracht met een aanslagkléuw die in de 15 geleidingsgroef uit kan steken.
2. Label-aanhechtinrichting volgens conclusie Ί, met het kenmerk, dat de steunplaat heen en weer beweegbaar aan het lichaam is gemonteerd.
3. Label-aanhechtinrichting volgens conclusie 1, 20 met het kenmerk, dat de toevoermiddelen zodanig zijn uitge— voerd dat de toevoerarm met een elastisch deel heen en weer beweegbaar in een uitsparing aan één zijde eh aan hét bovenste gedeelte van de steunplaat is opgenomen, waarbij de steunplaat heen en weer beweegbaar aan hét lichaam is 25 gemonteerd en in hét onderste gedeelte van de steunplaat een sleuf is gevormd waarin hét uitsteeksel van de schuif— stang los is opgenomen►
4. Label-aanhechtinrichting volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat de toevoerhefboom voorzien is van een 30 de kop van een pen opneitiend gat.
5. Label-aanhechtinrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de steunplaat heen en weer beweegbaar langs de geleidingsgroef is aangebracht.
6. Label-aanhechtinrichting volgens conclusie 5, 35 met het kenmerk, dat de steunplaat voorzien is van eén bij een heen en weergaande beweging van de steunplaat heen en weer bewegende toevoerarm*. 8201636 -12-
7. Label-aanhechtinrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de toevoermiddelen een heen en weer langs de geleidingsgroef beweegbare steunplaat, een heen en weer beweegbaar aan de steunplaat gemonteerde toevoerarm, 5 een tussen een aan het achtereinde van de toevoerarm en een op het lichaam aangëbrachte pen aangebrachte veer, een in de steunplaat op een plaats overeenkomend met de positie van de pen aan het achtereinde van de toevoerarm gevormde inkeping, en een aan het onderste gedeelte van de steunplaat 10 waarmee het uitstekende gedeelte van de schuifstang in kontakfc is gevormd nokoppervlak, omvatten*
8. Label-aanhechtinrichting omvattende een door de beweging van de trekker in een in een voorste gedeelte van het lichaam aangebrachte holle naald beweegbare druk- 15 stang voor het van het in de geleidingsgroef achter de holle naald, gestoken labelpenstelsel lossnijden van de labelpennen, gekenmerkt door toevoermiddelen omvattende een steunplaat en een toevoerarm, waarbij de steunplaat achter de geleidings— groef is gemonteerd en door de werking van de trekker beweeg-20 baar is, terwijl de toevoerarm heen en weer beweegbaar aan de steunplaat is gemonteerd waarbij een aangrijpingsklauw aan het vooreinde daarvan bij beweging· van de steunplaat langs de geleidingsgroef kan bewegen; terwijl terugtrekking verhinderende middelen nabij de toevoermiddelen zijn aan- 25. gebracht en een aanslagklauw omvatten die in de geleidings— groef uit kunnen stekenr en verder omvattende een schuifstang voor het overbrengen van de beweging van de trekker— arm op de steunplaat-
9. Label-aanhechtinrichting volgens conclusie 8, 30 met het kenmerk, dat de schuifstang voorzien is van middelen ter verhindering van gedwongen toevoer.
10. Label-aanhechtinrichting volgens conclusie 8, met het kenmerk, dat de middelen ter voorkoming van gedwongen toevoer een in de schuifstang gevormde sleuf, een aan het 35 vooreinde van de sleuf aangebrachte aanslag, een naar de aanslag toegekeerde geleidingsplaat, een aan de geleidings-plaat aangebracht bewegend deel, en een tussen de aanslag en de geleidingsplaat aangebrachte veer omvatten. 8201636
Applications Claiming Priority (2)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
JP56059224A JPS57175542A (en) | 1981-04-21 | 1981-04-21 | Device for mounting connecting piece |
JP5922481 | 1981-04-21 |
Publications (3)
Publication Number | Publication Date |
---|---|
NL8201636A true NL8201636A (nl) | 1982-11-16 |
NL190983B NL190983B (nl) | 1994-07-01 |
NL190983C NL190983C (nl) | 1994-12-01 |
Family
ID=13107185
Family Applications (1)
Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
---|---|---|---|
NL8201636A NL190983C (nl) | 1981-04-21 | 1982-04-20 | Inrichting voor het aanhechten van labelpennen. |
Country Status (12)
Country | Link |
---|---|
US (1) | US4465218A (nl) |
JP (1) | JPS57175542A (nl) |
KR (1) | KR870000717B1 (nl) |
AU (1) | AU552722B2 (nl) |
CA (1) | CA1194721A (nl) |
DE (1) | DE3213933C2 (nl) |
FR (1) | FR2504088B1 (nl) |
GB (1) | GB2098913B (nl) |
HK (1) | HK71485A (nl) |
IT (1) | IT1151881B (nl) |
NL (1) | NL190983C (nl) |
SE (1) | SE459000B (nl) |
Families Citing this family (19)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
JPS59103830A (ja) * | 1982-12-07 | 1984-06-15 | 株式会社 日本バノツク | 係止片取付装置 |
JPS60154213U (ja) * | 1984-03-26 | 1985-10-15 | 株式会社 日本バノツク | 係止片取付け装置 |
JPS6133923A (ja) * | 1984-07-17 | 1986-02-18 | 株式会社 トスカ | 係止片取付装置 |
US4651913A (en) * | 1985-06-14 | 1987-03-24 | Dennison Manufacturing Company | Variable pitch feed of fasteners |
JPS63281940A (ja) * | 1987-05-11 | 1988-11-18 | Sato Gooc:Kk | 係止片取付機 |
JPS63304970A (ja) * | 1987-06-03 | 1988-12-13 | Nippon Banotsuku:Kk | 被乾燥物の係止方法 |
ATE83455T1 (de) * | 1988-07-12 | 1993-01-15 | Japan Banok Co Ltd | Anhaengezettelbefestigungsvorrichtung. |
US5076480A (en) * | 1990-09-27 | 1991-12-31 | Dennison Manufacturing Company | Variable pitch feed of fasteners |
US5339954A (en) * | 1993-01-29 | 1994-08-23 | Steven Kunreuther | Clip of attachments |
JP2564240B2 (ja) * | 1993-03-09 | 1996-12-18 | 株式会社トスカ | 係止片取付機 |
KR0131268B1 (ko) * | 1994-10-01 | 1998-04-11 | 김춘선 | 태그 핀 첨부장치 |
DE19549537C2 (de) * | 1994-10-01 | 1999-10-07 | Kim Choon Sun | Etikettstift-Befestigungsvorrichtung |
KR100195998B1 (ko) * | 1996-08-09 | 1999-06-15 | 김춘선 | 태그 핀 침부 장치 |
DE60137372D1 (de) * | 2000-11-03 | 2009-02-26 | Avery Dennison Corp | Befestigungsklemme |
JP5191707B2 (ja) * | 2007-08-10 | 2013-05-08 | 株式会社トスカ | 係止ピン材の装着装置 |
GB0809119D0 (en) * | 2008-05-20 | 2008-06-25 | Abbott Clifford A | Clothing tag |
TR201802885T4 (tr) | 2010-12-23 | 2018-03-21 | Avery Dennison Corp | Filaman için geniş tutturma gereci. |
US9199756B2 (en) | 2011-11-28 | 2015-12-01 | Avery Dennison Corporation | Fastener stock and device for use in dispensing plastic fasteners therefrom |
US9789991B2 (en) | 2013-08-28 | 2017-10-17 | Avery Dennison Corporation | Reactor plate assembly and brush anvil for use in conjunction therewith |
Family Cites Families (3)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
US3759435A (en) * | 1971-08-05 | 1973-09-18 | Dennison Mfg Co | Apparatus for dispensing fasteners |
US4049174A (en) * | 1975-04-24 | 1977-09-20 | Monarch Marking Systems, Inc. | Tag attaching apparatus |
JPS5929489B2 (ja) * | 1979-09-26 | 1984-07-20 | 株式会社サト−ゴ−セ− | 係止片の取り付け方法及び装置 |
-
1981
- 1981-04-21 JP JP56059224A patent/JPS57175542A/ja active Granted
-
1982
- 1982-04-05 GB GB8210073A patent/GB2098913B/en not_active Expired
- 1982-04-05 AU AU82335/82A patent/AU552722B2/en not_active Expired
- 1982-04-05 CA CA000400446A patent/CA1194721A/en not_active Expired
- 1982-04-05 US US06/365,357 patent/US4465218A/en not_active Expired - Lifetime
- 1982-04-15 FR FR8206454A patent/FR2504088B1/fr not_active Expired
- 1982-04-15 KR KR8201663A patent/KR870000717B1/ko active
- 1982-04-16 IT IT20787/82A patent/IT1151881B/it active
- 1982-04-16 DE DE3213933A patent/DE3213933C2/de not_active Expired - Lifetime
- 1982-04-20 SE SE8202445A patent/SE459000B/sv not_active IP Right Cessation
- 1982-04-20 NL NL8201636A patent/NL190983C/nl not_active IP Right Cessation
-
1985
- 1985-09-19 HK HK714/85A patent/HK71485A/xx not_active IP Right Cessation
Also Published As
Publication number | Publication date |
---|---|
JPS6135051B2 (nl) | 1986-08-11 |
NL190983B (nl) | 1994-07-01 |
IT1151881B (it) | 1986-12-24 |
DE3213933A1 (de) | 1982-11-25 |
FR2504088B1 (fr) | 1987-05-29 |
KR830009985A (ko) | 1983-12-24 |
NL190983C (nl) | 1994-12-01 |
KR870000717B1 (ko) | 1987-04-09 |
CA1194721A (en) | 1985-10-08 |
HK71485A (en) | 1985-09-27 |
SE459000B (sv) | 1989-05-29 |
JPS57175542A (en) | 1982-10-28 |
AU552722B2 (en) | 1986-06-19 |
GB2098913A (en) | 1982-12-01 |
AU8233582A (en) | 1982-10-28 |
US4465218A (en) | 1984-08-14 |
FR2504088A1 (fr) | 1982-10-22 |
IT8220787A0 (it) | 1982-04-16 |
SE8202445L (sv) | 1982-10-22 |
GB2098913B (en) | 1985-03-06 |
DE3213933C2 (de) | 1995-03-30 |
Similar Documents
Publication | Publication Date | Title |
---|---|---|
NL8201636A (nl) | Inrichting voor het aanhechten van labelpennen. | |
US5020713A (en) | Assembly of attachments and device for attaching same | |
EP1409349B1 (en) | Fastener clip | |
US4331276A (en) | Dispensing of attachment members | |
NL194791C (nl) | Labelpen-indrijfinrichting. | |
USRE34891E (en) | Assembly of attachments and device for attaching same | |
US5810238A (en) | Attachments for double needle attacher | |
US6561405B2 (en) | System for dispensing plastic fasteners | |
US6685077B1 (en) | Device for dispensing plastic fasteners | |
USRE34857E (en) | Assembly of attachments and device for attaching same | |
US5579976A (en) | Double needle button attacher | |
NL192381C (nl) | Afgeefinrichting voor draadvormige bevestigers van kunststof. | |
US4482087A (en) | Tag attaching device | |
EP2241509B1 (en) | Module for dispensing plastic fasteners | |
US4718590A (en) | Fastener dispensing devices | |
US4998661A (en) | Needle assembly for fastener dispensing apparatus | |
EP0474938B1 (en) | Fastener stock and device for attaching same | |
US4634036A (en) | Tag dispensing and attaching apparatus | |
WO2005005265A2 (en) | Tool for dispensing plastic fasteners | |
US4706846A (en) | Tag dispenser | |
USRE29310E (en) | Apparatus for dispensing fasteners | |
KR850000535Y1 (ko) | 꼬리표 부착구의 삽입장치 | |
WO1991004195A2 (en) | Dispensing of attachment members | |
NL8005210A (nl) | Apparaat voor het afgeven van bevestigingsorganen. | |
JP2004083133A (ja) | ループピン結合装置 |
Legal Events
Date | Code | Title | Description |
---|---|---|---|
A85 | Still pending on 85-01-01 | ||
BA | A request for search or an international-type search has been filed | ||
BB | A search report has been drawn up | ||
BC | A request for examination has been filed | ||
V4 | Discontinued because of reaching the maximum lifetime of a patent |
Free format text: 20020420 |