NL192083C - Orthopedische schoenenverbinder. - Google Patents

Orthopedische schoenenverbinder. Download PDF

Info

Publication number
NL192083C
NL192083C NL8403652A NL8403652A NL192083C NL 192083 C NL192083 C NL 192083C NL 8403652 A NL8403652 A NL 8403652A NL 8403652 A NL8403652 A NL 8403652A NL 192083 C NL192083 C NL 192083C
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
foot
shoe
coupling
shoe connector
central
Prior art date
Application number
NL8403652A
Other languages
English (en)
Other versions
NL192083B (nl
NL8403652A (nl
Original Assignee
Ithaca Bioresearch
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Ithaca Bioresearch filed Critical Ithaca Bioresearch
Publication of NL8403652A publication Critical patent/NL8403652A/nl
Publication of NL192083B publication Critical patent/NL192083B/nl
Application granted granted Critical
Publication of NL192083C publication Critical patent/NL192083C/nl

Links

Classifications

    • AHUMAN NECESSITIES
    • A61MEDICAL OR VETERINARY SCIENCE; HYGIENE
    • A61FFILTERS IMPLANTABLE INTO BLOOD VESSELS; PROSTHESES; DEVICES PROVIDING PATENCY TO, OR PREVENTING COLLAPSING OF, TUBULAR STRUCTURES OF THE BODY, e.g. STENTS; ORTHOPAEDIC, NURSING OR CONTRACEPTIVE DEVICES; FOMENTATION; TREATMENT OR PROTECTION OF EYES OR EARS; BANDAGES, DRESSINGS OR ABSORBENT PADS; FIRST-AID KITS
    • A61F5/00Orthopaedic methods or devices for non-surgical treatment of bones or joints; Nursing devices; Anti-rape devices
    • A61F5/01Orthopaedic devices, e.g. splints, casts or braces
    • A61F5/0102Orthopaedic devices, e.g. splints, casts or braces specially adapted for correcting deformities of the limbs or for supporting them; Ortheses, e.g. with articulations
    • A61F5/0104Orthopaedic devices, e.g. splints, casts or braces specially adapted for correcting deformities of the limbs or for supporting them; Ortheses, e.g. with articulations without articulation
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A61MEDICAL OR VETERINARY SCIENCE; HYGIENE
    • A61FFILTERS IMPLANTABLE INTO BLOOD VESSELS; PROSTHESES; DEVICES PROVIDING PATENCY TO, OR PREVENTING COLLAPSING OF, TUBULAR STRUCTURES OF THE BODY, e.g. STENTS; ORTHOPAEDIC, NURSING OR CONTRACEPTIVE DEVICES; FOMENTATION; TREATMENT OR PROTECTION OF EYES OR EARS; BANDAGES, DRESSINGS OR ABSORBENT PADS; FIRST-AID KITS
    • A61F5/00Orthopaedic methods or devices for non-surgical treatment of bones or joints; Nursing devices; Anti-rape devices
    • A61F5/01Orthopaedic devices, e.g. splints, casts or braces
    • A61F5/0193Apparatus specially adapted for treating hip dislocation; Abduction splints

Landscapes

  • Health & Medical Sciences (AREA)
  • Nursing (AREA)
  • Orthopedic Medicine & Surgery (AREA)
  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Biomedical Technology (AREA)
  • Heart & Thoracic Surgery (AREA)
  • Vascular Medicine (AREA)
  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Animal Behavior & Ethology (AREA)
  • General Health & Medical Sciences (AREA)
  • Public Health (AREA)
  • Veterinary Medicine (AREA)
  • Orthopedics, Nursing, And Contraception (AREA)
  • Rehabilitation Tools (AREA)

Description

1 192083
Orthopedische schoenenverbinder
De uitvinding heeft betrekking op een orthopedische schoenenverbinder, voorzien van twee langgerekte hoofdgeledingen, waarvan de binneneinden via verticale schamierassen met een centrale koppeling zijn 5 verbonden en de buiteneinden grondplaten dragen, die evenals de centrale koppeling op de grond kunnen komen te rusten en elke grondplaat een schoenaanzetplaat draagt, waarmee een schoen van een gebruiker kan worden verbonden, waarbij de centrale koppeling met een centraal horizontale scharnier is uitgevoerd en waarbij bij de grondplaten horizontale en verticale scharnieren aanwezig zijn, een en ander zodanig, dat lopen in de gebruikstoestand wordt toegestaan.
10 Een dergelijke orthopedische schoenenverbinder is bekend uit het recente Britse octrooischrift 2.113.552 van dezelfde uitvinder. Bij deze bekende schoenenverbinder, hebben de beide hoofdgeledingen elk evenwijdige stangen die deel uitmaken van een parallellogram en die alleen een beweging evenwijdig aan hunzelf van de met de grondplaten geïntegreerde schoenaanzetplaten toelaten bij het lopen.
Hierdoor worden de toepassingsmogelijkheden van een dergelijke schoenenverbinder beperkt.
15 De uitvinding beoogt nu dit bezwaar op te heffen en voorziet er daartoe in, dat althans een schoen* aanzetplaat ten opzichte van zijn grondplaat begrensd verdraaibaar is.
Volgens een verdere uitwerking van de uitvinding kan er in worden voorzien, dat een hoofdgeleiding wordt gevormd door een enkelvoudige telescopische staaf.
Een eenvoudige constiuctie kan worden bereikt, doordat althans een van de met de schoen te verbinden 20 schoenaanzetplaten aan de onderzijde een cirkelvormige schijf die draaibaar is opgenomen in een cirkelvormige opening in de grondplaat, welke schijf is voorzien van twee sleuven aangebracht over een deel van zijn omtrek ter weerszijden van een uitsparing voorzien deel, waarbij naar keuze een schroef tot in de uitsparing of tot in een van de gleuven kan worden geschroefd, welke schroef door een in de grondplaat aangebrachte schroefdraadboring verloopt.
25 De hoek waarover de voetaanzetplaat verdraaibaar is kan op deze manier worden gekozen, terwijl ook de voetaanzetplaat in een door de uitsparing bepaalde stand kan worden vastgezet wanneer dit gewenst is.
In de tekening is figuur 1 een perspectivisch aanzicht van een orthopedische schoenenverbinder.
Figuur 2 is een dwarsdoorsnee aanzicht van de grondplaat van de in figuur 1 weergegeven spil.
30 Figuur 3 is een bovenaanzicht van de citkelvormige schijf van de in figuur 1 weergegeven spil.
Figuur 4 is een vooraanzicht van de figuur 3 weergegeven spilschijf.
Figuur 5 is een perspectivisch aanzicht van een andere uitvoeringsvorm van een orthopedische schoenenverbinder.
Figuur 6 is een onderaanzicht van de in figuur 5 weergegeven orthopedische schoenenverbinder.
35 Figuur 7 is een onderaanzicht van nog een andere uitvoeringsvorm van een orthopedische schoenenverbinder.
Figuur 3 is een perspectivisch aanzicht van een andere uitvoeringsvorm van de centrale koppeling, weergegeven in figuur 1.
40 Orthopedische schoenenveit>inder 12 bevat volgens figuur 1 een verbindingsorgaan 14, een paar via schoenplaten 10 op en schoen aangrijpende platen 16a en 16b, en een paar spilorganen 18a en 18b,
In de voorkeursuitvoeringsvorm bevat verbindingsoigaan 14 twee staven 20a en 20b, die onderling verbonden zijn door een koppeling 22. Bij voorkeur is elke staaf 20a en 20b vrij verlengbaar in de lengterichting, door de staven 20a en 20b te maken uit in elkaar schuivende gedeelten. Een stop (niet weergege-45 ven) is verschaft om te voorkomen, dat de in elkaar schuivende gedeelten van elkaar getrokken worden. Koppeling 22 bevat een centraal schamierorgaan 24 met horizontale as 28 alsmede twee schamierorganen 26 met verticale assen 30. Hierdoor kunnen staven 20a en 20b scharnieren ten opzichte van elkaar om de horizontale as 28, die praktisch loodrecht staat op de lengte-as van verbindingsorgaan 14. Bovendien kunnen staven 20a en 20b draaien in een horizontaal vlak ten opzichte van elkaar om de verticale assen 50 30. De van elkaar afgekeerde uiteinden van staven 20a en 20b zijn verbonden met een grondplaat 32a en 32b door scharnieren 34a en 34b.
Op deze wijze kunnen de grondplaten 32a en 32b scharnieren ten opzichte van staven 20a en 20b om de horizontale assen 36a en 36b, die evenwijdig lopen met as 28.
Zoals weergegeven in figuren 2, 3 en 4 bevat spilorgaan 18b een cirkelvormige opening 40 in grondplaat 55 32b, waarin een cirkelvormige schijf 42b opgenomen is. Zoals weergegeven in figuur 2 bevat ciikelvormige opening 40 een schoudervormende uitsparing 44 en een schroefdraadboring 46. Zoals weergegeven in figuren 3 en 4, bevat cirkelvormige schijf 42b een onderschouder 48. Als schijf 42 in de cirkelvormige 192083 2 opening 40 van grondplaat 32b wordt gebracht, grijpt schouder 48 aan in schouderuitsparing 44. Op deze manier is cirkelvormige schijf 42b draaibaar in grondplaat 32b.
De schijf 42b bevat ook twee sleuven 50 en 52, die een booglengte van 90° hebben. Tussen de sleuven 50 en 52 bevindt zich een kleine uitsparing 54. De eindvlakken van de sleuven 50 en 52 vormen steen 56, 5 waarvan de werking hieronder uiteengezet zal worden. Op de bovenkant van de schijf 42b is een op een schoen aangrijpende plaat 16b aangebracht die een in hoofdzaak T-vormige dwarsdoorsnede heeft. Teruggaande naar figuur 1 kan men zien dat de plaat 16b wordt opgenomen in een overeenkomstig gevormde sleuf 58 in schoenplaat 10. Een mechanisme is verder verschaft om schoenplaat 10 op de plaat 16b vast te zetten. Ook wordt in figuur 1 een schroef 60 weergegeven die past in schroefdraadboring 46 10 van grondplaat 32b. Om de schijf 42 geschikt te stellen kan het einde van schroef 60 gebracht worden in één van de beide sleuven 50 en 52, of in aanslagholte 54. Als het uiteinde van schroef 60 in uitsparing 54 zit, kan cirkelvormige schijf 42 niet draaien ten opzichte van grondplaat 32b. Als echter het uiteinde van schroef 60 in één van de beide sleuven 50 en 52 steekt, kan de schijf 42 ongeveer 90° draaien ten opzichte van grondplaat 32b tot het uiteinde van schroef 60 in aanraking komt met stoppen 56. De schijf 42 zit 15 opgesloten in grondplaat 32b door schouder 48 en de onderkant van schoenplaat 10.
In gebruik werkt de schoenenverbinder 12 op de volgende wijze. Eerst moet vastgesteld worden welke toestand bestaat bij de patiënt en de geschikte verbeterende positie van de voet, die gewenst is. Als bijvoorbeeld de rechtervoet van de patiënt met de tenen naar binnen staat, is het wenselijk de rechtervoet in een in hoofdzaak evenwijdige of naar buiten staande positie te houden. Als echter de linkervoet normaal is 20 en geen verbeterende werking nodig heeft, is het wenselijk zoveel mogelijk vrijheid voor de linkervoet te verschaffen. Daartoe wordt cirkelvormige schijf 42b eerst zodanig ingesteld dat het uiteinde van schroef 60 in de sleuf 50 steekt. Dienovereenkomstig steekt het uiteinde van een schroef in één van de overeenkomstige sleuven in cirkelvormige schijf 42a. Op deze manier wordt bij de beweging van de schijf 42b de rechtervoet verhinderd naar de naar binnen gerichte stand te bewegen (d.w.z. steeds in de naar buiten 25 staande positie gehouden wordt), en de rechtervoet krijgt bewegingsvrijheid in de naar buiten staande positie. Op overeenkomstige wijze krijgt de andere, normale voet ongeveer 90° bewegingsvrijheid in ofwel de naar binnen of de naar buiten staande positie (bij voorkeur de naar binnen staande positie).
Door gebruik van schoenenverbinder 12 wordt een bij benadering normale loopbeweging mogelijk gemaakt, terwijl de rechtervoet van de gebruiker in de naar buiten staande positie wordt gehouden. Zo 30 wordt tijdens het lopen als de rechtervoet naar voren wordt gebracht ten opzichte van de linkervoet, de rechtervoet in de naar buiten staande positie gehouden door spilorgaan 18b zelfs ofschoon de rechtervoet omhoog of omlaag gebracht kan worden door middel van zijdelingse schamierorganen 34a en 34b en centraal schamierorgaan 24. Het voorwaarts brengen van de rechtervoet wordt mogelijk gemaakt door scharnieren van staven 20a en 20b ten opzichte van elkaar om schamierorganen 26. De afstand tussen de 35 voeten van de gebruiker wordt gemakkelijk gevolgd door de in elkaar schuivende gedeelten van staven 20a en 20b zodat de druk op de knie en heup door een onjuiste tussenafstand van de voeten vermeden wordt.
Als het gewenst is te voorkomen dat de ene of de andere voet een naar binnen zowel als naar buiten staande positie gaat innemen, is het ook mogelijk om de schroef 60 met het einde op te nemen in de uitsparing 54. Op deze manier wordt de betreffende voet dan tussen de naar binnen en naar buiten staande 40 positie gehouden. Ook beide voeten kunnen zonodig in ofwel de naar binnen of de naar buiten staande positie gehouden worden.
Behalve dat hij een naar binnen of naar buiten staande positie heeft wordt dikwijls gevonden dat de patiënt bovendien moeite heeft met het één voet die binnenwaarts draait voor de andere voet tijdens het lopen. Terwijl schoenenverbinder 12 deze toestand niet corrigeert, wordt deze toestand wel door schoenen-45 verbinder 112 gecorrigeerd. In deze uitvoeringsvorm bevat schoenenverbinder 112 een verbindingsorgaan 114 dat is samengesteld uit een staaf 120 en twee parallelle verbindlngsstaven 121a en 121b ais deel van een parallellogram. Er zijn spilorganen 118a en 188b en op een schoen aangrijpende platen zoals 116b. Schoenplaten 110 worden ook weergegeven.
In deze uitvoeringsvorm is staaf 120 verbonden aan de parallelle verbindlngsstaven 121 a en 121b door 50 een centraal schamierorgaan 124. Bovendien zijn parallelle verbindlngsstaven 121a en 121b met centraal schamierorgaan 123 verbonden door schamierorgaan 126. Een zijdelings schamierorgaan 134 wordt ook verschaft om de verbindingstaven 121a en 121b schamierbaar te bevestigen aan grondplaat 132. Tussen verbindlngsstaven 121a en 121b is onder een hoek daarmee een tui 138 vastgezet. Tui 138 voorkomt dat verbindlngsstaven 121a en 121b voorbij een vooraf vastgestelde hoek draaien. Zoals weergegeven 55 voorkomt tui 138 dat verbindlngsstaven 121a en 121b naar voren draaien maar laat toe dat ze naar achteren draaien.
In gebruik werkt schoenenverbinder 112 op een manier die lijkt op die van schoenenverbinder 12. De

Claims (3)

3 192083 voeten van de gebruiker worden op een overeenkomstige wijze belemmerd en overeenkomstige bewegingsvrijheden worden toegelaten. De schoenenverbinder 112 verhindert echter dat één voet (de rechtervoet) voor de andere voet kan bewegen. Tijdens het lopen verdraaien, als de rechtervoet naar voren bewogen wordt, de parallelle verbindingsstaven 121a en 121b om centrale schamiererganen 126 en zijdelingse 5 draaiorganen 135. Als de rechtervoet echter zijdelings nabij de linkervoet gebracht wordt, verhindert tui 138 dat de verbindingsstaven 121a en 121b in een horizontaal vlak nog verder draaien. Derhalve kan de rechtervoet evenmin verder voorwaarts draaien en wordt verhinderd voor de linkervoet te kruisen. De linkervoet is dan vrij om op een betrekkelijk normale wijze naar voren te bewegen. Om te voorkomen dat de linkervoet te ver voorwaarts beweegt zijn op verbindingsstaaf 121b blokken 139 aanwezig. Opgemerkt dient 10 te worden dat als schoenenverbinder 112 gebruikt wordt om naar binnen staan van de rechtervoet te voorkomen, spilorgaan 118 van de linkervoet moet worden ingesteld zodat ofwel naar binnen staan (bij voorkeur) of geen draaibeweging toegelaten wordt. Als spilorgaan 118 van de linkervoet zodanig wordt ingesteld dat naar buiten staan wordt verkregen, zou daardoor de rechtervoet naar de linkervoet kunnen oversteken tijdens de voorwaartse beweging van de rechtervoet. 15 In figuur 7 wordt een gewijzigde schoenenverbinder 212 weergegeven, die overeenkomt met schoenen-vetbinder 112. In deze uitvoeringsvorm worden twee paar parallelle verbindingsstaven 221a, 221b, 221c en 221 d verschaft. De twee paar verbindingsstaven worden met elkaar verbonden via het centraal schamier-orgaan 224 met horizontale as en door paren schamierorganen 226 met verticale as. Aan de tegenovergelegen einden zijn de twee paar paralellogram verbindingsstaven gekoppeld met de zijdelingse schamier-20 organen 234 met horizontale as door zijdelingse schamierorganen 235 met verticale as. Er zijn spilorganen 218 en schoenplaten 210. Een tui 238 verbindt één paar verbindingsstaven 221a of 221b. De werking van schoenenverbinder 212 komt overeen met de werking van schoenenverbinder 112. In schoenenverbinder 212 hoeft echter alleen maar het spilorgaan 218 van de voet gecorrigeerd te worden om de ongewenste plaatsing van die voet te voorkomen. Het andere spilorgaan 218 kan men naar wens laten 25 draaien, bijvoorbeeld door de schroef, die beweging beperkt, te verwijderen. Op deze wijze is daadwerkelijk vrije beweging van de normale voet mogelijk, terwijl de ongewenste beweging van de te corrigeren voet verhinderd wordt. Net als bij de schoenenverbinder 112 kan de te corrigeren voet bij het lopen alleen maar op een plaats gebracht worden zijdelings tegenover de normale voet. In figuur 8 wordt een andere uitvoeringsvorm weergegeven van een koppeling 22', die gebruikt kan 30 worden in plaats van koppeling 22 van schoenenverbinder 12, als weergegeven in figuur 1. Net als koppeling 22 verbindt koppeling 22' staven 20a' en 20b' en heeft centraal schamierorgaan 24'. Een schamierorgaan 26' ter weerszijden van centraal schamierorgaan 24' wordt ook verschaft. Op deze wijze maakt koppeling 22' het mogelijk dat staven 20a' en 20b' ten opzichte van elkaar verticaal draaien om de as 28' en horizontaal om assen 30'. In plaats echter van een halfcirkelvormige einde zoals in koppeling 22, 35 hebben staven 20a' en 20b' en einde 70' zoals weergegeven aan staaf 20b'. Einde 70' van staaf 20b' zou halfcirkelvormig zijn ware het niet dat uitgesneden gedeelten 72' en 74' voorzien zijn tussen de stoppen 76', 78' en 80'. Zoals weergegeven is einde 70' ook voorzien van een opening 82', die op één lijn ligt met openingen 84', die zijn aangebracht in plaat 86' van koppeling 22'. Een draaischroef 88' wordt dan opgenomen door openingen 82' en 84' om staaf 20b' draaibaar met koppeling 40 22' te verbinden. Plaat 86' is verder voorzien van een schroefdraad opening 90', waarin een stopschroef 92' geschroefd kan worden. Opening 90' is zodanig gelegen, dat het ondereinde 94' van stopschroef 92' ofwel in uitsnijding 72' of 74' ligt als staaf 20b' draaibaar verbonden is met plaat 86' door draaischroef 88'. In gebruik wordt koppeling 22' toegepast om te voorkomen dat de ene voet ooit voor of achter de andere 45 voet beweegt.
1. Orthopedische schoenenverbinder, voorzien van twee langgerekte hoofdgeledingen, waarvan de binneneinden via verticale schamierassen met een centrale koppeling zijn verbonden en de buiteneinden grondplaten dragen, die evenals de centrale koppeling op de grond kunnen komen te rusten en elke grondplaat een schoenaanzetplaat draagt, waarmee een schoen van een gebruiker kan worden verbonden, waarbij de centrale koppeling met een centraal horizontaal scharnier is uitgevoerd en waarbij bij de 55 grondplaten horizontale en verticale scharnieren aanwezig zijn, een en ander zodanig, dat lopen in de gebruikstoestand wordt toegestaan, met het kenmerk, dat althans één schoenaanzetplaat (10) ten opzichte van zijn grondplaat (32a, 32b), door aanslagmiddelen begrensd, verdraaibaar is. 192083 4
2. Orthopedische schoenenverbinder volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat een hoofdgeleding wordt gevormd door een enkelvoudige telescopische staaf (20a, 20b).
3. Orthopedische schoenenverbinder volgens conclusie 1 of 2, met het kenmeik, dat althans één van de met een schoen te verbinden schoenenaanzetplaten (16a, 16b; 116b) aan de onderzijde een cirkelvormige 5 schijf (42) draagt, die draaibaar is opgenomen in een cirkelvormige opening (40) in de grondplaat (32a, 32b), welke schijf is voorzien van twee sleuven (50, 52) aangebracht over een deel van zijn omtrek ter weerszijden van een van een uitsparing (54) voorzien deel (54), waarbij naar keuze een schroef (60) tot in de uitsparing of tot in één van de sleuven (50, 52) kan worden geschroefd, welke schroef (60) door een in de grondplaat (32a, 32b) aangebrachte schroefdraadboring (46) verloopt. Hierbij 3 bladen tekening
NL8403652A 1983-12-02 1984-11-30 Orthopedische schoenenverbinder. NL192083C (nl)

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
US55721583 1983-12-02
US06/557,215 US4550722A (en) 1983-09-13 1983-12-02 Orthopedic foot splint with swivel and stop

Publications (3)

Publication Number Publication Date
NL8403652A NL8403652A (nl) 1985-07-01
NL192083B NL192083B (nl) 1996-10-01
NL192083C true NL192083C (nl) 1997-02-04

Family

ID=24224496

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL8403652A NL192083C (nl) 1983-12-02 1984-11-30 Orthopedische schoenenverbinder.

Country Status (10)

Country Link
US (1) US4550722A (nl)
JP (1) JPH06138B2 (nl)
CA (1) CA1284601C (nl)
DE (1) DE3444021C2 (nl)
FR (1) FR2555892B1 (nl)
GB (1) GB2150442B (nl)
IL (1) IL73658A (nl)
IT (1) IT1218738B (nl)
MX (1) MX163175B (nl)
NL (1) NL192083C (nl)

Families Citing this family (7)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US5147286A (en) * 1990-08-27 1992-09-15 Bissell Healthcare Corporation Hip abduction device
US5346463A (en) * 1992-06-03 1994-09-13 Devens Mark F Dynamic variable torque long bone torsion reducer
FR2740970B1 (fr) * 1995-11-09 1998-04-24 Wiest Bernard Attelle orthopedique souple et dynamique pour la correction des anomalies rotationnelles des membres inferieurs chez l'enfant et destinees a etre portees pendant le sommeil
US20070016122A1 (en) * 2005-07-12 2007-01-18 Bowman Gerald D Orthopedic foot splint with an optional posterior strut and cuff
US8251938B1 (en) 2009-04-30 2012-08-28 University Of Iowa Research Foundation Providing relative translation without rotation
WO2013176766A1 (en) * 2012-05-25 2013-11-28 University Of Iowa Research Foundation Clubfoot orthotic
ES1139018Y (es) * 2015-04-14 2015-08-07 Garcia Cristobal Garcia Ferula rotacional para tratamiento de pies zambos

Family Cites Families (9)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE314669C (nl) *
US2963020A (en) * 1958-05-14 1960-12-06 John H Moran Orthopedic brace
US3487829A (en) * 1967-03-13 1970-01-06 Harry E Barnett Orthopedic skate device for correcting rotational lower limb deformities
US3892231A (en) * 1974-06-06 1975-07-01 Dominick Tummillo Foot and leg correctional device particularly for infants
US4263901A (en) * 1979-02-21 1981-04-28 Nichols Steven B Derotation brace
US4249523A (en) * 1979-05-07 1981-02-10 Bioresearch Inc. Adjustable orthopedic foot splint
US4303065A (en) * 1980-01-23 1981-12-01 Ericson Albert L Orthopedic appliance
US4412536A (en) * 1982-01-28 1983-11-01 Bioresearch Orthopedic foot splint
DE3378951D1 (en) * 1982-03-16 1989-02-23 Ithaca Bioresearch Orthopedic foot splint with swivel

Also Published As

Publication number Publication date
CA1284601C (en) 1991-06-04
US4550722A (en) 1985-11-05
GB8430156D0 (en) 1985-01-09
DE3444021C2 (de) 1996-11-07
IT8412644A0 (it) 1984-11-28
DE3444021A1 (de) 1985-06-13
JPS60156455A (ja) 1985-08-16
MX163175B (es) 1991-09-30
GB2150442B (en) 1987-06-17
NL192083B (nl) 1996-10-01
JPH06138B2 (ja) 1994-01-05
IT1218738B (it) 1990-04-19
FR2555892A1 (fr) 1985-06-07
GB2150442A (en) 1985-07-03
NL8403652A (nl) 1985-07-01
IL73658A (en) 1989-08-15
IL73658A0 (en) 1985-02-28
FR2555892B1 (fr) 1994-03-11

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL192083C (nl) Orthopedische schoenenverbinder.
US20240082092A1 (en) Surgical frame including main beam for facilitating patient access
CA1189409A (en) Orthopedic foot splint with swivel
US5797653A (en) Chair, in particular office chair
US5467793A (en) Orthotic walker
EP1802263B1 (de) Aufrichtrollstuhl
US5501157A (en) Folding table
US5168865A (en) Knee brace with pivot lock
JPH0241160A (ja) 障害者用バスタブ挿入物
US4412536A (en) Orthopedic foot splint
US4570620A (en) Adjustable orthopedic shoe for a foot splint
DE69906618T2 (de) Haltung-Stütze zum Anbringen an einem Freistil Snowboardstiefel
FR2723842A1 (fr) Orthese pour le soulagement de l'articulation du genou
NL1029351C2 (nl) Hooibouwmachine en machine.
NL2002219C2 (nl) Klompvoet-spalk.
CZ262992A3 (en) Mobile invalid chair
EP0287567A1 (en) ORTHOPEDIC TABLE.
NL1011985C2 (nl) Verbindingsorgaan.
NL1005853C2 (nl) Verstelbare stoel.
FR2643813A1 (fr) Dispositif orthopedique permettant la locomotion humaine
BE1026795B1 (nl) Zetel met kantelverstelling, uitvouwbare voetenbank en schommelbaar frame
DE2049282B2 (de) Patientenstuhl
GB2327044A (en) Orthopaedic hinge
JPH0234617B2 (nl)
US668844A (en) Split follower.

Legal Events

Date Code Title Description
CNR Transfer of rights (patent application after its laying open for public inspection)

Free format text: BIORESEARCH ITHACA INC.

BA A request for search or an international-type search has been filed
BB A search report has been drawn up
BC A request for examination has been filed
V1 Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 20010601