NL8403652A - Orthopedische voetspalk met spil en stop. - Google Patents

Description

# V ,S

- 1 - t

Orthopedische voetspalk met spil en stop.

De uitvinding heeft in '-.het! .algemeen betrekking op het gebied van orthopedische spalken die corrigeren op naar binnen en naar buiten staande tenen en meer in het bijzonder op een dergelijk middel, dat ëën of beide voeten corrigeert 5 terwijl het enige bewegingsvrijheid toelaat voor een normale of abnormale voet.

In het algemeen is een orthopedische voetspalk bruikbaar voor het corrigeren van botvervormingen, in het bijzonder bij kinderen, door de voeten van de patient onder 10 een geschikte corrigerende hoek te houden.Zo verdient het aanbeveling, als de voeten van een patient abnormaal met de tenen naar binnen staan, dat de patient een spalk draagt gedurende een bepaalde tijd, die de voeten in een corrigerende positie met de tenen naar buiten houdt.Een gebruikelijk 15 type van een middel volgens de stand van de techniek, zoals beschreven in de Amerikaanse Octrooischriftèn Nrs.2.920.620 en 4.040.416 en 4.008.129 omvatten een paar schoenen, die op een platte staaf bevestigd zijn.De schoenen van deze middelen zijn op de staaf verstelbaar om verscheidene verschillende 20 hoeken met de tenen naar binnen of naar buiten te verschaffen maar zijn niet op andere wijze verstelbaar.Ongelukkigerwijze zijn deze middelen volgens de stand van de techniek bijzonder oncomfortabel voor de patient, daar ze de voeten in een nagenoeg starre positie houden.Zelfs Amerikaans Octrooischrift 25 Nr.4.040.416, dat een flexibele afstandhoudende staaf bevat om een geringe hoeveelheid vertikale beweging mogelijk te maken, verschaft weinig οήι dit probleem te verlichten.Bovendien kan de patient zich niet voortbewegen behalve door te springen, hetgeen gevaarlijk is en soms ónmogelijk door jonge kin-30 deren kan worden uitgevoerd.

Om dit vrijwel volledige gebrek aan beweeglijkheid en uitzonderlijk ongemak te overwinnen, zijn in de stand van de techniek middelen voorgesteld die ook enige beweging toelaten. Zo wordt bijvoorbeeld in de Amerikaanse Octrooischrif-35 tpn Nrs.2.963.020 en 4.303.065 een middel geopenbaard, dat een afzonderlijk orgaan bevat, dat aan elke schoen van..de„pa-_ * tient verbonden is, welke organen verbonden zijn door verbin dingen in de vorm van een parallelogram.

8403652 * 'V - 2 -

Deze verbindingen zijn draaibaar aan elke schoen bevèstigd, en dit laat beweging van de voet toe zowel opwaarts en neerwaarts als voorwaarts en achterwaarts.Bovendien kan de lengte van de verbindingen met de hand worden bijgesteld in het 5 eerstgenoemde octrooischrift.Ook Amerikaans Octrooischrift Nr.3.487.829 beschrij-ft verbindingen in de vorm van een parallelogram die op een schoen aangrijpende organen verbinden. In dit middel zijn de verbindingen in de vorm van een parallelogram aan de op een schoen aangrijpende organen bevestigd 10 door middel van kogelgewrichten.Dit middel laat ook toe dat de voeten voorwaarts en achterwaarts en ook opwaarts en neerwaarts kunnen bewegen, alsmede dat de uiteinden van de schoenen its opwaarts en neerwaarts kunnen wippen.

In Amerikaans Octrooischrift Nr.4.249.523 wordt 15 een instelbare orthopedische voetspalk beschreven, waaraan .een paar schoenen bevestigd is, die een gewenste hoek tussen de schoenen handhaaft, maar overigens daadwerkelijk volledige bewegingsvrijheid van de schoenen toelaat.

In de lopende Amerikaanse Octrooiaanvrage, geti-20 teld "Adjustable Orthopedie Shoe For A Fopt Splint", serie-nr.339.058, ingediend 13 januari 1982, wordt een orthopedische schoen beschreven, die bij voorkeur gebruikt wordt als de teen van de gebruiker bijgesteld moet worden ten opzichte van de hiel, en waarbij een voetspalk gebruikt wordt om de 25 voeten van de gebruiker bij te stellen.In de lopende Amerikaanse Octrooiaanvrage, getiteld "Orthopedic Foot Splint", serie nr.343.555, ingediend 28 januari 1982, wordt een instelbare orthopedische voetspalk beschreven, die daadwerkelijk volledige bewegingsvrijheid van de voeten toelaat, be-3Q houdens een ongewenste beweging van êên voet van de gebruiker voor of te dicht bij de andere vo'et.Dit wordt tot stand gebracht door verbindingen in de vorm van een parallelogram te gebruiken met een daartussen bevestigde tuier.Deze octrooiaanvragen zijn beide aan aanvraagster van deze octrooiaanvra-35 ge overgedragen, en worden hierin door verwijzing opgenomen.

Volgens deze uitvinding wordt een orthopedische voetspalk Verschaft voor het corrigeren van botvervormingen. door de te corrigeren voet onder een corrigerende hoek te houden.De voetspalk volgens deze uitvinding bevat een paar 4Q op een schoen aangrijpende platen en een langwerpig verbin- 84 0 3 6 52' * · « · · - . · · 3r * - 3 - dingsorgaan dat de op een schoen aangrijpende platen onderling verbindt.Een spilorgaan is aanwezig tussen het verbin-dingsorgaan en de op een schoen aangrijpende platen zodat de op een schoen aangrijpende platen om een vertikale as draaien 5 kunnen.In the spilorgaan is een stoporgaan aangebracht zodat de teen of hiel van een betreffende schoen alleen maar ofwel naar of weg van het verbindingsorgaan kan draaien vanuit een beginpositie, die in hoofdzaak loodrecht staat op de lengteas van het verbindingsorgaan.Met een dergelijk middel wordt de 10 op een schoen aangrijpende plaat van de voet die correctie nodig heeft, belemmerd in beweging in de ongewenste richting, bijvoorbeeld tenen., naar binnen toe.Door gebruik van het gekozen stoporgaan kan de te corrigeren voet echter een draai-beweging maken naar de positie met tenen naar buiten toe.De 15 andere voet, die dikwijls zonder gebreken is en geen correctie behoeft, heeft ook enige bewegingsvrijheid.Als de te corrigeren voet ervan weerhouden wordt met de tenen naar binnen te gaan staan, krijgt de normale voet door het spilorgaan en stoporgaan te draaien naar de positie met tenen 2Q naar binnen (ofschoon met de tenen naar buiten voorkomen dient te worden zodat met de tenen naar binnen van de andere, gebrekkige voet voorkomen kan worden).

In de voorkeuruitvoeringsvorm van deze uitvinding wordt verder een vergrendelorgaan verschaft om de op een 25 schoen aangrijpende plaat op zijn plaats te vergrendelen en draaien te voorkomen.Het verbindingsorgaan bevat ook twee staven met een centraal draaipunt, een centraal scharnier en zij.-scharnièren zodat gewenste bewegingen van de voeten niet * verhinderd worden.Bij voorkeur is tenminste één van de staven 3Q ook vrij verlengbaar zodat de lngslengte van het verbindings— orgaan gemakkelijk gevarieerd kan worden overeenkomstig de behoeften van de gebruiker.

In een andere voorkeursuitvoeringsvorm van deze uitvinding bevat het verbindingsorgaan tenminste één paar ver 35 bindingen in de vorm van een parallelogram.Deze verbindingen^ in de vorm van een parallelogram bevatten een tuier die onder een hóek aan de verbindingen vast zit, zodat draaien in het horizontale vlak voorbij een vooraf bepaalde hoek voorkomen kan worden.Een staaf en een paar verbindingen in de vorm van 4Q een parallelogram kan verschaft worden zamen met een centraal 8403652 ' * - 4 - scharnier en zij-scharnieren aan elk einde.De verbindingen in de vorm van een parallelogram kunnen ook voorzien zijn van een blokorgaan om draaien voorbij een vooraf bepaalde hoek te voorkomen aan de ene of andere kant van een horizontale lijn 5 die loodrecht staat op de lengte as van de op een schoen aangrijpende plaat.Twee paar verbindingen in de vorm van een parallelogram kunnen ook gebruikt worden.

Het spilorgaan bevat bij voorkeur een cirkelvormige opening in de op een schoen aangrijpende plaat en een 10 cirkelvormige schijf die draaibaar in de opening aangebracht is.Door twee uitsnijdingen te verschaffen op de cirkerlvormi-ge schijf dicht bij elkaar, kan een schroef die op de op een schoen aangrijpende plaat zit en die in de uitsnijdingen verloopt, gebruikt worden om de draaiing van de cirkelvormige 15 schijf geschikt te beperken tot de lengte van de uitsnijding en de overeenkomstige oriëntatie van de voet van de gebruiker

Volgens nog een andere uitvoeringsvorm is het centrale draaipunt voorzien met de uitsnijdingen en een schroef die ten opzichte van de uitsnijdingen is bevestigd.

2Q De schroef wordt gebruikt om draaiing van het centrale draaipunt in het horizontale vlak voorbij een vooraf bepaalde hoek geschikt te beperken.

Andere kenmerken, doeleinden en voordelen van deze uitvinding worden vermeld in of zijn duidelijk uit de 25 gedetailleerde beschrijving van de huidige voorkeursuitvoeringsvormen van de uitvinding die hieronder staan.

In de bijgaande tekeningen is

Fig.1 is een perspectivisch aanzicht van een orthopedische voetspalk volgens de uitvinding.

30 Fig.2 is een vlak doorsnee aanzicht van de grondplaat van de in Fig.1 weergegeven spil.

Fig.3 is een vlak bovenaanzicht van de cirkelvormige schijf van de in Fig.1 weergegeven spil.

Fig.4 is een vlak vooraanzicht van de in Fig.3 35 weergegeven schijf.

Fig.5 is een perspectivisch aanzicht van een andere uitvoeringsvorm van een orthopedische voetspalk volgens de uitvinding.

Fig.6 is een vlak onderaanzicht van de in Fig.5 40 weergegeven orthopedische voetspalk.

8403652 i v -5.-

Fig.7 is een vlak onderaanzicht van nog een andere uitvoeringsvorm van een orthopedische voetspalk volgens de uitvinding.

Fig.8 is een perspectivisch aanzicht van een 5 andere uitvoeringsvorm van het centrale draaipunt, weergegeven in Fig.1.

Aan de hand van de tekeningen waarin overeenkomstige cijfers overeenkomstige elementen weergeven in de verschillende aanzichten, wordt een thans bevoorkeurde uit-10 voeringsvorm van de onderhavige uitvinding weergegeven in Fig.1 samen met een schoenlaat 10 waaraan de schoen van de gebruiker wordt vastgezet.Een voorkeurstype schoen wordt beschreven in de lopende Amerikaanse Octrooiaanvrage serie nr. 339.058 van 13 januari 1982.Orthopedische voetspalk 12 bevat 15 een verbindingsorgaan 14, een paar op een schoen aangrijpende platen 16a en 16b, en een paar spilorganen 18a en 18b.·

In de voorkeursuitvoeringsvorm bevat verbindingsorgaan 14 twee staven 20a en 20b, die onderling verbonden zijn door een koppeling 22.Bij voorkeur is elke staaf 2Q 20a en 2Qb vrij verlengbaar in de lengterichting.Dit wordt gemakkelijk verschaft door staven 20a en 20b te maken uit in elkaar schuivende gedeelten.Geschikt wordt ook een stop(niet weergegeven) verschaft om te voorkomen dat de in elkaar schuivende gedeelten los getrokken worden.Koppeling 22 bevat 25 een centraal scharnierorgaan 24 alsmede een centraal draaier gaan 26, zodat met staven 20a en 20b twee bewegingsvlakken mogelijk zijn.Zo kunnen staven 20a en 20b ten opzicht van elkaar draaien om as 28, die horizontal loopt en praktisch loodrecht staat op de lengteas van verbindingsorgaan 14.Boven 30 dien kunnen staven 20a en 20b draaien in een horizontaal vlak ten opzichte van elkaar om assen 30, die vertikaal staan.De tegenovergelegen uiteinden van staven 20a en 20b zijn verbonden met een grondplaat 32a en 32b door zijdelingse scharnier organen 34a en 34b.Op deze wijze kunnen grondplaten 32a en 35 32b in een vertikaal vlak ten opzichte van staven 20a en 20b draaien om respektievelijk assen 36a en 36b, die evenwijdig lopen met as 28.

Zoals meer in bijzonderheden weergegeven in Figs.2, 3 en 4, bevat spilorgaan 18b een cirkelvormige ope-40 ning 40 in grondplaat 32b en een cirkelvormige schijf 42, die «____i 8403652 4 - 6 - in cirkelvormige opening 40 opgenomen is►Zoals weergegeven in Fig.2 bevat cirkelvormige opening 40 eén schoudervormige uitsparing 44 een een schroefdraadboring 46.Zoals weergegeven in Figs.3 en 4, bevat cirkelvormige schijf 42 een onderschou?-5 der 48.Als cirkelvormige schijf 42 in cirkelvormige opening 40 van grondplaat 32b wordt gebracht, grijpt schouder 48 aan in schouderuitsparing' 44.Op deze manier is cirkelvormige schijf 42.'draaibaar opgesteld in grondplaat 32b.

Cirkelvormige schijf 42 bevat ook twee uitge-10 sneden gedeelten 50 en 52, die geschikt een lengte van 90° hebben langs de omtrek van cirkelvormige schijf 42.Tussen uitgesneden gedeelten 50 en 52 bevindt zich een kleine aanslag 54.De eindvlakken van uitgesneden gedeelten 50 en 52 vormen stoppen 56, waarvan de werking hieronder uiteengezet 15 zal worden.Op de bovenkant van cirkelvormige schijf 42 is op een schoen aangrijpende plaat 16b aangebracht die een in hoofdzaak T-vormige dwarsdoorsnede heeft.Teruggaande naar Fig.1 kan men zien dat de op een schoen aangrijpende plaat 16b wordt opgenomen in een overeenkomstig gevormde gleuf 58 2Q in schoenplaat 10.Een geschikt mechanisme wordt dan verschaft om schoenplaat 10 op de op een schoen aangrijpende plaat 16b vast te zetten.Ook wordt in Fig.1 een schroef 60 weergegeven die past in schroefdraadboring 46 van grondplaat 32b.Door cirkelvormige schijf 42 geschikt in te stellen kan het einde 25 van schroef 60 gebracht worden in ëên van de beide uitgesneden gedeelten 50 en 52, of in aanslag 54.Als het uiteinde van schroef 60 in aanslag 54 zit, kan cirkelvormige schijf 42 niet draaien ten opzichte van grondplaat 32b.Als echter het uiteinde van schroef 60 in êên van de beide uitgesneden ge-3Q deelten 50 en 52 steekt, kan cirkelvormige schijf 42 ongeveer 90° draaien ten opzichte van grondplaat 32b tot het uiteinde van schroef 60 in aanraking komt met stoppen 56.Men dient te begrijpen dat schoenplaat 10 in de lengterichting voorbij beide uiteinden van op een schoen aangrijpende plaat 16b 35 steekt, zodat cirkelvormige schijf 42 gevangen zit in grondplaat 32b door schouder 48 en de onderkant van schoenplaat 10 In gebruik werkt de orthopedische voetspalk 12 op de volgende wijze.Eerst moet vastgesteld worden welke toestand bestaat bij de patiënt en de geschikte verbeterende 40 positie van de voet, die gewenst is.Als bijvoorbeeld de tech- 8403652 é % - 7 - tervoet van de patient met de tenen naar binnen staat, is het wenselijk de rechtervoet in een in hoofdzaak evenwijdige of naar buiten staande positie te houden.Als echter de linker voet normaal is en geen verbeterende werking nodig heeft, 5 is het wenselijk zoveel mogelijk vrijheid voor de linkervoet te verschaffen.Daartoe wordt cirkelvormige schijf 42b eerst zodanig ingesteld dat het uiteinde van schroef 60 in het uitgesneden gedeelte 50 steekt.Dienovereenkomstig steekt het uit einde van spilorgaan 18a in één van de overeenkomstige uitspa IQ ringen in cirkelvormige schijf 42a.Op deze manier wordt door de beweging van schuif 42 b de rechtervoet verhinderd naar de naar binnen gerichte stand te bewegen (d.w.z. steeds in de naar buiten staande positie gehouden wordt), en de rechtervoet krijgt bewegingsvrijheid in denaar ^buiten staande posi-15 tie.Op overeenkomstige wijze krijgt de andere, normale voet ongeveer 90° bewegingsvrijheid in ofwel de naar binnen of de naar buiten staande positie(bij voorkeur de naar binnen staande positie).

Door gebruik van orthopedische voetspalk 12 20 wordt een bij benadering normale loopbeweging mogelijk. gemakt terwijl de rechter voet van de gebruiker in de naar buiten staande positie wordt gehouden.Zo wordt tijdens het lopen als de rechtervoet naar voren wordt gebracht ten opzichte van de linkervoet, de rechtervoet in de naar buiten 25 staande positie gehouden door spilorgaan 18b zelfs ofschoon de rechtervoet omhoog of omlaag gebracht kan worden door middel van zijdelingse scharnierorganen 34a en 34b en centraal scharnierorgaan 24.Het voorwaarts brengen van de rechtervoet wordt mogelijk gemaakt door draaien van staven 20a en 20b 30 ten opzichte van elkaar door centraal draaiorgaan 26.De scheiding van de voeten van de gebruiker wordt gemakkelijk gevarieeerd door de in elkeer schuivende gedeelten van staven 20a en 2Qb zodat de druk op de knie en heup door een onjuiste scheiding vermeden wordt.

35 Als het gewenst is te voorkomen dat de éne of deandere voet een naar binnen of naar buiten staande positie gaat innemen, is het ook mogelijk om het einde van schroef 60 bij te stellen, zodat het einde wordt opgenomen in aanslag 54.Op deze manier wordt de betreffende voet dan tussen de 40 naar binnen en naar buiten staande positie gehouden.Het zal «· .. · 8403652 - 8 - duidelijk zijn, dat ook beide voeten zo nodig in ofwel de naar binnen of de naar buiten staande positie gehouden kunnen worden.

Behalve dat hij een naar binnen of naar buiten 5 staande positie heeft wórdt dikwijls gevonden dat de patient bovendien moeite.'heef i met het êên voet die binnenwaarts draait voor de andere voet tijdens het lopen.Terwijl orthopedische voetspalk 12 deze toestand niet corrigeert, wordt deze toestand wel door orthopedische voetspalk 112 gecorrigeerd.

10 Orthopedische voetspalk 112 komt enigszins overeen met de orthopedische- voetspalk die beschreven wordt in de lopende Amerikaanse Octrooiaanvrage serie nr,343.555 van 28 Januari 1982.In deze uitvoeringsvorm bevat orthopedische voetspalk 112 een verbindingsorgaan 114 dat is samengesteld uit een 15 staaf 120 en een paar verbindingen 121a en 121b in de vorm van een parallelogram.Orthopedische voetspalk 112 bevat ook spilorganen 118a en 118b en op een schoen aangrijpende platen zoals 116b.Schoenplaten 110 worden ook weergegeven.

In deze uitvoeringsvorm is staaf 120 verbonden 20 aan parallelogram verbindingen 121a en 121b door een centraal scharnierorgaan 124.Bovendien zijn parallelogram verbindingen 121a en 121b aan centraal scharnierorgaan 124 verbonden door centralè draaiorganen 126.Een zijdelings scharnierorgaan 134 wordt ook verschaft om parallelogram verbindingen 121a en 25 121b te bevestigen aan grondplaat 132.Tussen verbindingen 121a en 121b is onder een hoek daarmee een tuier 138 vastge-zet.Tuier 138 voorkomt dat verbindingen 121a en 121b voorbij een vooraf vastgestelde hoek draaien.Zoals weergegeven voorkomt tuier 138 dat verbindingen 121a en 121b naar voren draai 3Q en maar laat toe dat ze naar achteren draaien.

In gebruik werkt orthopedische voetspalk 112^op eeri manier.die lijkt op : die van orthopedische voetspalk 12. De voeten van de gebruiker worden op een overeenkomstige wijze belemmerd: en overeenkomstige bewegingsvrijheiden worden 35 toegelaten.Orthopedische voetspalk 112 verhindert echter dat êên voet (de rechtervoet) voor de andere voet kan bewegen Tijdens het lopen draaien, al&ide rechtervoet naar voren bewogen wordt, parallelogram verbindingen 121a en 121b om centrale draaiorganen 126 en zijdelingse draaiorganen 135.Als de 4Q rechtervoet echter zijdelings nabij de linkervoet gebracht 84 0 3 6 52

♦ X

- 9 - wordt verhindert tuier 138 dat parallelogram verbindingen 121a en 121b in een horizontaal vlak nog verder draaien. Derhalve kan de rechtervoet evenmin verder voorwaarts draaien en wordt verhinderd voor de linkervoet te kruisen.De linker-5 voet is dan vrij om óp een betrekkelijk normale wijze naar voren te bewegen.Om, te voorkomen dat de linkervoet te ver voorwaarts beweegt zijn op parallelo§xamverbinding 121a blokken 139 aanwezig.Opgemerkt dient te worden dat als orthopedische voetklem 112 gebruikt wordt om naar binnen staan .

10 van de rechtervoet te voorkomen, spilorgaan 118 van de linkervoet moet worden ingesteld zodat ofwel naar binnen staan (bij voorkeur) of geen draaibeweging toegelaten wordt.Als spilorgaan 118 van de linkervoet zodanig wordt ingesteld dat naar buiten staan wordt verkregen, zou daardoor de rechter-15 voet naar de linkervoet kunnen oversteken tijdens de voorwaartse beweging van de rechtervoet.

In Pig.7 wordt een gewijzigde orthopedische voetspalk 212 weergegeven, die overeenkomt met orthopedische voetspalk 112.In deze uitvoeringsvorm worden twee paar i.paral-20 lelogramverbindingen 221a, 221b, 22lc en 221d verschaft.De • twee paar parallelogramverbindingen worden met elkaar verbonden door een centraal scharnierorgaan 224 en een centraal draairogaan 226. Aan de tegenovergelegen einden van de twee paar parallelogram verbindingen zijn zijdelings ;/ 25 scharnierorgaan 234 en zijdelings draaiorgaan 235.Orthopedische voetspalk 212 is voorzien van geschikte spilorganen 218 en schoenplaten 210.Een tuier 238 verbindt één paar parallelogram verbindingen, zoals parallelogram verbindingen 221a en 221b.

30 De werking van voetspalk 212 komt overeen met de werking van voetspalk 112.In voetspalk 212 hoeft echter alleen maar het spilorgaan 218 van de voet gecorrigeerd te worden om de ongewenste plaatsing van die voet te voorkomen.

Het andere spilorgaan 218 kan men naar wens laten draaien, 35 bijvoorbeeld door de schroef, die beweging beperkt, te verwijderen.Op deze wijze is daadwerkelijk vrije beweging van de normale voet mogelijk, terwijl de ongewenste beweging van de te corrigeren voet verhinderd wordt.Net als bij de voetspalk 112 kan de te corrigeren voet bij het lopen alleen 40 maar op een plaats gebracht worden zijdelings tegenover de 8403652 i w . - 10 - normale voet.

In Fig.8 wordt een andere uitvoeringsvorm weergegeven van een koppeling 22', die gebruikt kan worden in r> laats van koppeling 22 van orthopedische voetspalk 12, als 5 weergegeven in Fig.l.Net als koppeling 22 verbindt koppeling 22r staven 20ar en 20b' en heeft een centraal scharnierorgaan 24 *.Een centraal draaiorgaan 26' aan de andere kant van centraal scharnierorgaan 24' wordt ook verschaft.Op deze wijze maakt koppeling 22' het mogelijk dat staven 20a' en 10 20b' ten opzichte van elkaar vertikaal draaien om as 28' en horizontaal om assen 30' .In1 plaats echter van een half-cirkel vormig einde zoals in koppeling 22, hebben staven 20a' en 20b' een eindeTO' zoals weergegeven aan staaf 20b'.

Einde 70' van staaf 20b' zou half cirkelvormig 15 zijn ware het niet dat uitgesneden gedeelten 72' en 74' voorzien zijn tussen de stoppen 76’, 7.8* en 80*.Zoals weergegeven is einde 70' ook voorzien van een opening 82', die op êén lijn ligt met openingen 84', die zijn aangebracht in plaat 86' van koppeling 22'vEen draaischroef 88' wordt dan opgeno-20 men door openingen 82' en 84' om staaf 20b' draaibaar met koppeling 22' te verbinden.

Plaat 86' is verder voorzien van een schroefdraad opening 90', waarin een stopschroef 92' geschroefd kan worden.Opening 90' is zodanig gelegen, dat het ondereinde 94' 25 van stopschroef 92' ofwel in uitsnijding 72' of 74' ligt als staaf 20b* draaibaar verbonden is met plaat 86' door draaischroef 88 *.

In gebruik wordt koppeling 22' toegepast om te voorkomen dat de ene voet ooit voor of achter de andere voet 30 beweegt, als koppeling 22' gebruikt wórdt in plaats van koppeling 22 in orthopedische voetspalk 12.De volgende methode wordt bijvoorbeeld gebruikt om te voorkomen dat ëën voet voor de andere voet beweegt.Eerst worden spilorganen 18a en 18b ingesteld om beide voeten in de naar binnen staande stand 35 te houden.Vervolgens wordt stopschroef 92' in uitgesneden deel 74' van staaf 20b' gestoken.Op overeenkomstige wijze wordt een stelschroef in het overeenkomstige uitgesneden deel van staaf 20a' gestoken.Als dit gedaan is kunnen staven 20a' en 20b' niet voor elkaar draaien maar in plaats daarvan al-40 leen tot een positie waarin staven 20a' en 20b' parallel zijn 8403652 « ·% - 11 -

Om te kunnen lopen moet de gebruiker afwisselend één voet draaien naar een grotere naar buiten staande positie en dan de andere voet voorwaarts bewegen.Als de voeten bijvoorbeeld oorspronkelijk evenwijdig aan elkaar waren, 5 wordt de linkervoet eerst in sterkere mate naar buiten gedraaid. Daardoor kan staaf 20a' voor de linkervoet draaien en derhalve kunnen staaf 20b1 en de rechtervoet voorwaarts draaien.Er dient echter te worden opgemerkt, dat de rechtervoet niet voor de linkervoet kan draaien daar de rechtervoet IQ alleen maar een positie die bij benadering evenwijdig is aan de linkervoet, kan innemen.Nadat dit bereikt is, wordt de rechtervoet verder naar buiten gedraaid waardoor de linkervoet overeenkomstig kan bewegen naar een positie die evenwijdig is- aan de rechtervoet.Met deze uit twee delen bestaan 15 de schuifelbeweging kan de gebruiker voorwaarts lopen.

Naast het voorkomen dat ëën voet voor de andere voet draait, wordt koppeling 22' ook gebruikt op een dergelijke manier om te voorkomen dat êën voet achter de andere voet draait.In een dergelijke situatie worden spilorganen 18a 20 en 18b ingesteld om beide voeten naar binnen staand te houden Stopschroef 92* wordt dan in uitgesneden gedeelte 72' van staaf 206' gestoken en staaf 20a' wordt overeenkomstig be-perkt.Aldus kunnen staven 20a* en 20b' niet achter elkander draaien.Bij het lopen moet de gebruiker afwisselend êën 25 voet draaien naar een grotere naar binnen staande positie en dan de andere voet achterwaarts bewegen, maar nooit achter de andere voet.

Het zal duidelijk zijn, dat de exakte plaats van de stoppen 76', 78* en 80* gevarieerd kan worden om de 30 toegestane mate van beweging te variëren.Bovendien hoeft stop 78' niet halfweg tussen de stoppen 76' en 80* geplaatst te zijn.Het is bovendien mogelijk om een verwijderbaar stop orgaan te plaatsen in een uitgesneden gedeelte 72’ of 74' om de beweging van staven 20a' en 20b' verder tijdelijk te 35 beperken.Het verwijderbare stoporgaan kan verwijderbaar bevestigd zijn aan uiteinde 94' van stopschroef 92r.

Inplaats van op een schoen aangrijpende plaat 16, zoals weergegeven, kunnen een aantal op een schoen aangrijpende platen verschaft worden.Bijvoorbeeld kan in 4Q Amerikaans Octrooischrift Nr.4.249.523 (voornoemd) een op 8403652 V * _ - 12 - een schoen aangrijpende plaat en een bijbehorend plaatdraai orgaan voorzien worden met deze uitvinding om draaiing van de voet van de gebruiker mogelijk te maken om een as, die evenwijdig loopt met de lengteas van het verbindingsorgaan.

5 Bovendien beschrijft bovengenoemd Octrooischrift ook een orgaan voor het nauwkeurig instellen van de hoek van de voet, dat in kombinatie met het spilorgaan volgens de uitvinding gebruikt kan worden.

IQ

i / 8403652

Claims (6)

1. Een orthopedische voetspalk, die aan de schoe nen van een gebruiker bevestigd is, met het kenmerk , dat die voorzien is van: een paar op een schoen aangrijpende platen, * 5*'waarbij de lengteas van elke plaat ongeveer evenwijdig loopt met de lengteas van de schoen, die daaraan bevestigd kan worden? een langwerpig verbindingsorgaan voor het tot stand brengen van een horizontale verbinding van genoemd IQ paar op een schoen aangrijpende platen, waarbij het verbindingsorgaan voorzien is van a) twee langwerpige gedeelten, waarbij één einde van elk van deze langwerpige gedeelten verbonden is met een bijbehorende op een schoen aangrijpende plaat; 15. b) een draaiorgaan in de lengterichting, dat de verbinding tussen tenminste êën langwerpig gedeelte en een op een schoen aangrijpende plaat bevat, en c) een centraal koppelingsorgaan dat een in de lengterichting werkend scharnier bevat om genoemde gedeelten 2Q ten opzichte van elkaar te laten bewegen in een vlak lood- recht op de as van dat scharnier, een spilorgaan om beweging onder een hoek mogelijk te maken van êën van de genoemde langwerpige gedeelten ten opzichte van het andere langwerpi- ge gedeelte op een as, die vertikaal staat ten opzichte van 25 de as van het in de lengterichting werkende scharnier, en een begrenzingsorgaan om hoekbeweging van één van de genoemde langwerpige gedeelten voorbij een vooraf vastgestelde hoek ten opzichte van de lengteas van het andere langwerpige gedeelte te voorkomen, waardoor voorkomen wordt dat êën op 3Q een schoen aangrijpende plaat voor of achter de andere op een schoen aangrijpende plaat beweegt.

2. Orthopedische voetspalk volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat deze verder voorzien is 35 van een draaiorgaan, dat is aangebracht tussen het verbindingsorgaan en tenminste één op een schoen aangrijpende platèn,om die op een schoen aangrijpende plaat te laten draaien om een vertikale as ten opzichte van dat verbindings- 8403652 > V - 14 - orgaan, waarbij dat draaiorgaan voorzien is van een stopor-gaan, zodanig dat de teen of hiel alleen maar kan draaien naar of weg vaan dat verbindingsorgaan uit een uitgangspositie waarin de lengteas van die op een schoen aangrijpende 5 plaat ongeveer loodrecht staat op de lengteas van dat verbindingsorgaan .

3. Orthopedische voetspalk volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat de twee langwerpige IQ gedeelten rechte staven zijn.

4« Orthopedische voetspalk volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat tenminste één van de langwerpige gedeelten een verlengorgaan bevat om de lengte 15 in de lengterichting vrij te laten variëren volgens de behoeften van de gebruiker.

5. Orthopedische voetspalk volgens één of meer van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, 2Q dat het begrenzingsorgaan hoekbeweging van één van de langwerpige gedeelten voor het andere in de lengterichting voorkomt.

6. Orthopedische voetspalk volgens één of meer 25 van de conclusies 1-4, met het kenmerk, dat het begrenzingsorgaan hoekbeweging van één van de langwerpige gedeelten achter het andere in de lengterichting voorkomt. ♦ 30 8403652