NL1044397B1 - Reinigingseenheid - Google Patents

Reinigingseenheid Download PDF

Info

Publication number
NL1044397B1
NL1044397B1 NL1044397A NL1044397A NL1044397B1 NL 1044397 B1 NL1044397 B1 NL 1044397B1 NL 1044397 A NL1044397 A NL 1044397A NL 1044397 A NL1044397 A NL 1044397A NL 1044397 B1 NL1044397 B1 NL 1044397B1
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
floor
liquid
facility
cleaning
cleaning unit
Prior art date
Application number
NL1044397A
Other languages
English (en)
Other versions
NL1044397A (nl
Inventor
Gerardus Majella De Jong Ing
Original Assignee
Csr B V
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Priority claimed from NL1043749A external-priority patent/NL1043749B1/nl
Application filed by Csr B V filed Critical Csr B V
Priority to NL1044119A priority Critical patent/NL1044119B1/nl
Publication of NL1044397A publication Critical patent/NL1044397A/nl
Application granted granted Critical
Publication of NL1044397B1 publication Critical patent/NL1044397B1/nl

Links

Classifications

    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B08CLEANING
    • B08BCLEANING IN GENERAL; PREVENTION OF FOULING IN GENERAL
    • B08B3/00Cleaning by methods involving the use or presence of liquid or steam
    • B08B3/02Cleaning by the force of jets or sprays
    • B08B3/024Cleaning by means of spray elements moving over the surface to be cleaned
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01KANIMAL HUSBANDRY; AVICULTURE; APICULTURE; PISCICULTURE; FISHING; REARING OR BREEDING ANIMALS, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR; NEW BREEDS OF ANIMALS
    • A01K1/00Housing animals; Equipment therefor
    • A01K1/01Removal of dung or urine, e.g. from stables
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01KANIMAL HUSBANDRY; AVICULTURE; APICULTURE; PISCICULTURE; FISHING; REARING OR BREEDING ANIMALS, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR; NEW BREEDS OF ANIMALS
    • A01K1/00Housing animals; Equipment therefor
    • A01K1/015Floor coverings, e.g. bedding-down sheets ; Stable floors
    • A01K1/0157Mats; Sheets
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B08CLEANING
    • B08BCLEANING IN GENERAL; PREVENTION OF FOULING IN GENERAL
    • B08B17/00Methods preventing fouling
    • B08B17/02Preventing deposition of fouling or of dust
    • B08B17/025Prevention of fouling with liquids by means of devices for containing or collecting said liquids
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E01CONSTRUCTION OF ROADS, RAILWAYS, OR BRIDGES
    • E01HSTREET CLEANING; CLEANING OF PERMANENT WAYS; CLEANING BEACHES; DISPERSING OR PREVENTING FOG IN GENERAL CLEANING STREET OR RAILWAY FURNITURE OR TUNNEL WALLS
    • E01H1/00Removing undesirable matter from roads or like surfaces, with or without moistening of the surface
    • E01H1/10Hydraulically loosening or dislodging undesirable matter; Raking or scraping apparatus ; Removing liquids or semi-liquids e.g., absorbing water, sliding-off mud
    • E01H1/101Hydraulic loosening or dislodging, combined or not with mechanical loosening or dislodging, e.g. road washing machines with brushes or wipers
    • E01H1/103Hydraulic loosening or dislodging, combined or not with mechanical loosening or dislodging, e.g. road washing machines with brushes or wipers in which the soiled loosening or washing liquid is removed, e.g. by suction

Landscapes

  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Environmental Sciences (AREA)
  • Zoology (AREA)
  • Animal Husbandry (AREA)
  • Biodiversity & Conservation Biology (AREA)
  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Architecture (AREA)
  • Civil Engineering (AREA)
  • Structural Engineering (AREA)
  • Treatment Of Sludge (AREA)

Abstract

Vloer met een te belasten vloeistofdicht oppervlak zoals een vloeistofdichte laag Polycarbonaat/Acrylonitril Butadieen Styreen, PC/ABS, en een reinigingsvoorziening voor het verzamelen van tijdens gebruik op de het te belasten oppervlak terechtkomende vloeistof en vaste stof. De reinigingsvoorziening omvat een zijdelings van de vloer gelegen vloeistofopvangvoorziening waarop het te belasten oppervlak onder afschot aansluit en een sproeisysteem voor het op het te belasten oppervlak aanbrengen van een reinigingsvloeistof. Op het te belasten oppervlak terechtkomende vaste stof wordt met een spoel-schuif-zuigfaciliteit van een zelfstandig over de vloer verplaatsbare reinigingseenheid verzameld. De reinigingsvoorziening is uitgerust met een verder sproeisysteem, voor het additioneel reinigen van de vloer door het hierop aanbrengen van reinigingsvloeistof, waarbij de verplaatsbare reinigingseenheid een verdere zuigfaciliteit omvat voor het verzamelen van reinigingsvloeistof. Er is voorzien in een verplaatsbare reinigingseenheid en een vloer of bodemvoorziening met een te belasten oppervlak uit PC/ABS. 1044397

Description

Titel
Reinigingseenheid
Technisch gebied
De onderhavige aanvraag heeft betrekking op een vloer of bodemvoorziening, met sen te belasten vloeistofdicht oppervlak. In het bijzonder een vloer met een reinigingsvoorziening voor het verzamelen van tijdens gebruik op het te belasten oppervlak van de vloer terschtkomende vlosistof en vaste stof. Meer in het bijzonder heeft de aanvraag betrekking op een vloer of bodemvoorziening met reinigingsvoorziening deel uitmakend van een voorziening voor het houden van slaldieren, Voorts heeft de onderhavige aanvraag betrekking op een zelfstandig over het te belasten oppervlak van de vloer verplaatsbare reinigingseenheid alsmede een vloeistofdichte vloer of bodemvoorziening.
Achtergrond
Een vloeistofdichte vloer of bodemvoorziening vindt in zijn algemeenheid toepassing daar waar voorkomen dient te worden dat als gevolg van bepaalde activiteiten, waaronder begrepen menselijk of dierlijk handelen, milisubedreigende of milieubelastende vloeistoffen en/of vaste stoffen buiten de vloeistofdichte voorziening in het milieu terecht kunnen komen.
Met de uitdrukking ‘vloeistofdichte vloer of bodemvoorziening’ wordt in onderhavige aanvraag een vloer of bodemvoorziening of een deel van een vloer of bodemvoorziening bedoeld met sen ie belasten oppervlak dat intrinsiek ondoorlatend is voor vloeistof en vaste stof. Wanneer de vloer of bodemvoorziening ook ondoorlatend is voor gas wordt gesproken over een gas- en vloeistofdichte vloer of bodemvoorziening. Bij een uit afzonderlijke vloerdelen samengestelde vloeistofdichte of gas- en vloelstofdichte dichte vloer of bodemvoorziening zijn de afzonderlijke vloerdelen zodanig vloeistofdicht of gas- en vloeistofdicht met elkaar verbonden, dat een op deze wijze samengestelde vloer of bodemvoorziening vanaf het te belasten oppervlak ondoorlatend is voor vloeistof en/of vaste stof respectievelijk voor vloeistof en/of vaste slof en/of gas.
Wettelijke eisen voor vele bedrijfsactiviteiten met betrekking tot het voorkomen van milieuhygiénische verontreinigingan van bodem, bodemwater, lucht en/of de omgeving hebben geleid tot de verplichte aanleg en instandhouding van vloeistofdichte of gas- en vloeistofdichte vloer of bodemvoorzieningen en zo nodig additionele maatregelen.
Om aantasting van de omgeving, lucht, grond enof grondwater door veronireinigingen van bijvoorbeeld brandstoffen of anders chemische of oxiderende stoffen, organische of anorganische vlosistoffen, minerale oliën, logen en zuren, mest, urine, nitraat, ammonia, stikstof, biologische sappen, stank, dampen of geur en waswater te verhinderen, dienen op grond van nationale en internationale voorschriften, verscheidene voorzieningen en maatregelen te worden getroffen teneinde een verwaarloosbaar risico tegen het weglekken of depositie daarvan naar de omgeving en bodem te realiseren.
Daarbij kan onder andere worden gedacht aan het aanbrengen van vloeistofdichte en/of gas- en vloeistofdichte vloer af bodemvoorzieningen op locaties waar een hoog of verhoogd risico bestaat op onder andere morsen, weglekken, ammoniakvorming, NHs, koolstofdioxidevorming, COQ», bedrijfsongevallen of soorigelijke calamiteiten waarbij ongewenst vlosistoffen of gassen vrijkomen, verspreiding hiervan, stikstofverviuchtiging, geurhinder of vermesting en dergelijke als gevolg waarvan gevaarlijke of milieuhygiënisch ongewenste situaties voor de fysieke leefomgeving en bodem en grondwater verontreinigingen kunnen ontstaan.
Voorbeelden van dergelijke locaties zijn onder andere spoel en spuitactiviteiten bij car en truckwash, zoals bijvoorbeeld de in ds Amerikaanse octrooiaanvraag
US2010/053090 beschreven autowasstraat met vloeistofopvangput, industridle reiniging en het cpvangen van morsverliezen bij het tanken van motorvoertuigen in de breedste zin, maar ook het verzamelen van mest en wing in een stalomgeving of dierenverblijf waar één of meer dieren of vee samengebracht zijn.
Deze toepassingen vormen het grootste deel van de bedrijfsactiviteiten waarbij wettelijk is voorgeschreven om deze activiteiten boven en op vloeistofdichte vloer- of bodemvoorzieningen uit te voeren, respectievelijk afval(vloeijstoffen en dergelijke in een (vloeistofdichte opvangvoorziening ie bergen.
Naast de specifieke eisen waaraan een dergelijk (vloeijstofdichte vloer of bodemvoorziening zelf dient te voldoen en andere relevante milisumaatregelen, kan het dus ook noodzakelijk zijn om een (vloeijstofdicht opvang-, bergings-, behandelings- en afvoersysteem te verschaffen voor de opgevangen (vioei)stoffen en andere stoffen en vuil dat onder andere met de {vlosijstoffen wordt meegevoerd. De op gangbare vloeistofdichte vloeren of bodemvoorzieningen gedeponeerde vloeistoffen en vaste stoffen stromen daarbij als een slib-vloelstolmengsel onder invloed van afschot van de vloer en zwaartekracht door een buís- of raastersysteem af naar een op het laagste punt of niveau geniaalste, eventueel ondergronds geplaatste, siibvanger en/of afschelder.,
Het Amerikaanse octrooi US 5 462 655 beschrijf een installatie voor het reinigen & van vliegtuigen, bestaande uit een veerkrachtige, gioolende mat van synihetisch kunststof, op het te belasten oppervlak wasrvan vast gepositioneerde vaculim-zuigmonden aangriipen voor het integraal afzuigen van op het oppervlak terechikomende vloeistof.
Uit de stand van de techniek zijn verschillende veelal bouwkundig uigevoerde vloeistofdichte of gas- en vloeistofdichte kelder, vloer of bodemvoorzieningen bekend, vervaardigd uit elementen van gewapend of ongewapend beton, ter plaatse gestort gewapend of ongewapend beton, metalen systemen of combinaties hiervan, asfalt, keramische voorzieningen, kunsthars gebonden deklagen en ondersfdichiingen zoals onder andere polyetheen (PE) folios en mengsels van zand-bentoniet en een polymeergel.
Additionele voorzieningen zoals afvalwater, water/siibmodder., urine- en mest- afvoersystemen van bijvoorbeeld driffmestkelders, bedrijfsrioleringen, goten, Kalken, skbopvangputten an afscheiders behoren eveneens tol de gangbare {vloeistofdichte cpvang-, behandelings- en afvoervoorzieningen. Deze opvang-, behandelings- en stvoervoorzieningen behoren zodanig met een {vlosijstofdichte vloer- en bodem- of keldervoorziening dan wel het {vlostjstofopvangsysteem hiervan verbonden te zijn, dat de {vlooijstoNsn de nietbelaste zijden) van de vloeistofdichte vloer- of bodemvoorziening niet kunnen bereiken.
Uit de Nederlandse octrooien NL 1040025 en NL 2015687 is ean vloeistofdichte vloervoorziening bekend omvattende aangrenzend koppelbare plastvormige vicerelementen of vioerpanelen van duurzaam en tegen chemische stoffen bestendig kunsistofecomposial, met een geïntegreerd opvang- an afvoersystesm voor (vloeijsiofien.
Meer in het bijzonder is elk element of panes! bestand tegen het individueel of gezamenlijk optreden van dynamische, statische, mechanische, thermische en chemische belastingen, en aslasten van voertuigen, onder behoud van zen relatief licht gewicht, eervwoudige en snelle plaatsbaarheid en duurzaamheid.
De ult NL 1042005 bekende (vicelstofdichts vloer- of bodemvoorziening is geschikt voor het snel en flexibel aanleggen van een (vloeijstofdichte vloervoorziening met geïntegreerd afvoersysteem en met lengte- en breedte-afmetingen welke een veelvoud zijn van die van èón enkel vloerslement, Hierin word! het gebruik van rooster of brugplaten beschreven, voor het aan het belaste of te belasten oppervlak overkiuizend aldekken van de afvoergoten van gekoppelde vloerslementen.
De uit NL 2015687 bekende {vicestofdichle viper of bodemvoorziening is ook geschikt voor het snel en flexibel aanleggen van een (vloeljstofdichte vloervoorziening met geïntegreerd alvoersysieem en met lengle- on breedis-afmelingen welke een veelvoud zijn van díe van één enkel vicerelement. Voor het koppelen van de vloerpanelen wordt het & gebruik van sen zich langs een omtreksrand hiervan, evenwijdig aan het te belasten opperviak ultstrekkende flens of lip mel sen in de richiing weg van het te belasten oppervlak wijzend neusvormig lichaam beschreven. Bij aangrenzend gekoppelde vloerpanslen grijpt het neusvormige lichaam van het ere vloerpaneel passend aan in een vineistolopvanggoot van het andere vlosrpaneel, voor het aan het belaste of te belasten 19 oppervlak overkluizend afdekken van de afvoargoten van gekoppelde vloerelementen.
De Amerikaanse octroolaanvrage US 2005/0204662 beschrijft een systeem van uit &én stuk on van kunststof, in het bijzonder polyvinyichloride {PVC} vervaardigde langwerpige vloerplaten met sen boverwlak of topviak waarin een stelsel van evenwijdige afvoerkanalen is gevormd, vaor het in langsrichling (axiaal) van sen vloerplaat, over het oppervlak hiervan, afvoeren van door de vloerplaat opgevangen vloeistof naar een aan een of belde kopse zijden naast en buiten de vloerplaat gelegen vloelstofopvang- voorziening waarin elk van de afvoerkanalen uitmondt,
Deze vloerplaten zijn in dwarsrichting aangrenzend koppelbaar, waarbij de samenwerkende koppslmiddelen van aangrenzende vioerplaten een samengesteld afvoerkanaal in langsrichiing (axiaal) van de gekoppelde vloerplaten vormen, voor het afvoeren van door de tussen aangrenzende vloerplaten gevormde tussenruimte {koppelspiest) vanaf het bovenvlak doorlekkende vloeistof. Deze vloerplaten hebben een open kanaalplaaistructuur, met sen aantal zich in langsrichting van sen vloerpisat tussen het bovenvlak of topviak en een evenwijdig hieraan gelegen ondenviak uitstrekkende halle kamers of kanalen. î Uit de internationale ochoclaarwmage WO 2000/082803 is een matwerk van langwerpige matmodules bekend, die in dwarsrichting gezien met hun langsranden aangrenzend plaatsbaar zijn. In en verdeeld over het te belasten oppervlak is elke matmodule van openingen voorzien die uiimonden in of aansluiten op dwars onder hat te belasten oppervlak van een matmodule, in langsrichting hiervan, lopende alvoerkanalen.
De betreffende afvoerkanalen sluiten aan op een aan de kopse zijden naast en buiten een matmadule geplaatste vioeistofopvangvoorziening.
De uit US 20050204882 en WO 2000/082603 bekende vloerpialen of vloerpanelen, cq. het matwerk, bieden geen geïntegreerde oplossing voor het afvoeren van vloeistoffen van gekoppelde vioerpanelen, Hierdoor zijn deze bekende vloerplaten of vioerpanelen ¢.g. het matwark ongeschikt voor het flexibel, snel en zonder ingrijpende constructieve voorzieningen aanleggen van sen (vloeijslofdichte vioervoorziening met lengte- en breedie-afmetingen welke zen veelvoud zijn van die van één enkel vloerslement, vloerplaat of matmodule. Voorts zijn de beschreven constructies geenszins 5 geschik voor het construeren van een {vlosijstofdichte vloervoorziening als drager van installatios maar ook van op- en overrijdend verkeer, onder andere in de vorm van (vaak zware) statische en dynamische wiellasten, puntiasten of wiellastherhalingen,
Een bouwkundige (vlosijstofdichte voorziening bijvoorbeeld van beton beoogt gedurende het gebruik {vlosijstofdicht le bijven, alemede de drager le zijn van bouwkundige constructies en Installaties, De relatieve porosileit van veelal betonnen bouwkundige voorzieningen laat chemische of fysische aantasting oe en last mede daardoor de vloelstofdichiheid van de voorziening aan. Door deze relatieve porositeit worden sicofen en viceistoffen op capillair niveau vastgehouden waarbij stoffen en vlosisloffen in het oppervlak van het vloerveld gebonden kunnen blijven,
Veel gangbare, vaak betonnen (vloeistofdichte vloer, kelder- of bodem- voorzieningen zijn beperkt of selectief bestand legen kortslondige of duurzame invloeden van chemische, oxiderende stoffen, logen of zuren, wine, rest en andere {vipeijstofbelastingen die de voorziening op moet vangen.
Beton kan bijvoorbeeld door het aanwezige bestanddeel kalk zoer slecht zuren verdragen zonder aangetast te raken, Beton is voorts sterk op druk maar niet op trek, zodat sen bijzonders wapening dit moet compenseren, Optredende scheurvorming dost dan de eis van (vloeijstofdichtheid weer geweld aan, Metasl, zoals bijvoorbeeld gebruikt voor betonwapening, kan bijvoorbeeld corroderen of onderhevig zijn aan msiaalmoeheid en zo haar bevogde sigenschappen verliezen.
Voor bepaalde (zware) belastingen dient een belonconstructie dan ook zwaarder) te worden gedimensioneerd. Vermosiing en verwering van de materialen beperken eveneens de levensduur. Bepaalde puntlasten leiden bij betonvoorzieningen dikwijls tot afbrokkeling waarbij de (viosistafdichtheld direct in het geding ís.
De robuustheid en het relatief zware gewicht van bouwkundige (vJoeijstofdichte viosr- en keldervoorzieningen is dan ook vaak een niet optimale combinatie van de functie van drager van dynamische lasten en bijvoorbeeld statische wiel, as- en puntiasten in combinatie met de aantasting door chemische of biologische belasting en de functie van {(vicel)stofdichtheid.
De meeste van deze voorzieningen worden gedurende hun Jeversduurverwachting niet verplaalst. Met uifzondering van sommige bouwkundige slementen, gaal het eventusel verplaatsen van traditionele voorzieningen namelijk veelal gepaard mel deformalie, weer de gehsle {viosilsiofdichle en additfonele
Spvangvoarziening als verloren beschouwd dient te worden,
Een gangbare stalomgeving voor het houden van staldiersn of vee is in het algemeen, maar niet uitsluitend, uitgevoerd als een zogeheten ligboxenstal en heeft veelal eon apart deel waar de dieren kunnen liggen en een apar! deel waar de dieren kunnen lopen/staan, Met name het deel van een stal waar de dieren staan en lopen vormt het fysieke gebied waar deponie van urine en mest plaatsvindt. Dit wordt in de volksmond ‘de mesigang' genoemd.
De technische lay-out van een dergelijke bestaande mestgang omvat in de meeste stallen een open rooster- of sieuvenvioer die tevens het dak vormt van een daaronder gelegen {vloeistofdichte opvangvoorziening ofwel mestkelder.
Uit de Nederlandse octrooiaanvraag NL 9300849 is een uit tegels met een gatenpatroon opgebouwde mat als stalvoer bekend, bijvoorbeeld van een strogve rubbervezel vervaardigde tegels, waarbij de gaten in de tegels worden opgelijnd met gaten in de vloer boven een mestkelder.
Het Amerikaanse octrool US 2 685 864 beschrijf ven voorziening voor het houden van staldieren opgebouwd uit een betonnen vloer met sen hierin gevormde goot en op de viner aangebrachte veerkrachtige rubbertegels die door middel van lippen en nokken vormsluilend in de betonnen vloer aangrijpen. De tegels hebben een convex gevormd te belasten oppervlak en zijn voorzien van groeven die op de goot aansluiten, voor hat opvangen van vlasistof. Tussen aangrenzend gelegen tegels zijn vanaf het te belasten oppervlak omhoogstekende tegelverbindingstukken aangebracht,
Uit de Duitse octrooiaanvraag DE 10 2004 023 387 is ven vloerplaatslement bekend voor het verbeteren van het welbevinden en comfort van staldiersn. Di vicarplaatelement ís opgebouwd uit sen roostervormig, koppelbaar frame met sen hierin vormsluilend, aangebracht elastisch paneel dat als gevolg van zijn elasticiteit een stroef te belasten, ©. q naar de dieren toegekeerd te belopen of te belasten oppervlak heeft. Het te belopen of te belasten oppervlak kan additioneel! zijn voorzien van een profiel, zoals een noppenprofiel, om te voorkomen dat de dieren hierop uitglijden. Het paneel kan als geheel uit rubber zijn vervaardigd.
Het Amerikaanse octrooi US 5 458 209 beschrijf voorgevormde, koppelbare holle vicerdelen voorzien van verwarmingsbuizen voor het vervaardigen van sen stalvioar met een verwarmd, te belasten c.g. te belopen oppervlak, Aan het niet-belaste, c.9. het niet te belopen oppervlak zijn de vloerdelen voorzien van sen warmte-isolerende laag.
in de mestgang vindt in de bestaande of gangbare stalomgevingen of ligboxenstal de eerste vermenging van mest en uring piasts, omda! deze niet van elkaar worden gescheiden. Op de fysieke slalvloer of roostervloer worden viosistof en vaste stof met elkaar vermengd of verder vermengd, waarbij sen gedeelte of het geheel van mest en unne door sen rooster of sleuvensysleem onder invloed van de zwaartskracht in de mestkalder onder de stalvoer terechtkomt en/of middels een mechanische beweging door een over de vloer verplaatsbare rsinigingseenheld, zoals bijvoorbeeld met behulp van een mestschuif of mestrobot, worden verzameld en eveneens gelost of gedeponeerd In de mestkelder.
In de praklijk wordt met behulp van een mestschuif hef mengsel van urine en mest dat op de stalvioer of roostendasr bijft liggen door de uitsparingen in de roostervloer enfof naar een centraal gelegen afvoerpunt van de roostervioer afgeschoven, eindigend in de mostkelder onder de stalvloer of roostervloer. Het samengevoegde, gemengde product wordt vanaf dit moment ‘drijfmest genoemd.
De mest en urine stapelen zich in de mesikelder op als drijfmest, totdat de mestkelder zodanig is gevuld, dat deze op een mechanische wijze geleegd en elders verwerkt word Het tijdstip van leegmaken is gebonden aan kalendervoarschrifien van gen bevoegd {overheiis}gezag. De drijfmest kan In deze, vaak langers verblijfstiid in de mesikelder door de aard van vermenging permanent ammoniak vormen dat vervolgens door de roosterviper opstijgt naar de stalomgeving en hieyvandaan, behoudens onkeis sffectgerichie maatregelen, rechtstreeks naar de fysieke leefomgeving kan vervluchtigen.
Armoniak, NHs, is een gas dat in de veehouderij ontstaat wanneer ureum uit de urine van kosien; varkens of andere dieren wordt afgebroken door het enzym urease. Dit enzym komt voor in de feces/mest en daardoor ook in de met mest besmeurde oppervlakken in een stal an in de drijfmest
Uit diverse Itersiuurbronnen en publicaties kan worden afgeleid dat ammoniak, een verbinding van stikstof en waterstof, een gas mel een karakteristieke, sterk prikkelende geur is. Eon teveel aan ammoniak schaadt het milieu, Ammoniak is basisch, maar wordt door oxidatie in de lucht en in de bodem omgezet lot salpeterzuur, Deze verzuring is schadelijk voor bos- en natuurgebieden, Meer dan de helf van de verzuring in Nederland komt door de uitsloot van ammoniak, Daamaast leidt ammoniak fot vermesting of sutrofiënng. Ammoniak kan in het oppervlaktewater een overmaat aan voedingsstoffen veroorzaken, Deze eutrofiëring vindt ook plaats op het land. Planten die goed gedijen op mestrijke gronden, zoals 0.2. brandnetels, krijgen de overhand terwijl planten die op schrale gronden groslen verdwijnen. Cok kan het uit ammoniak ontstane nitraat het grondwater vervuilen,
Ureum wordt met behuip van ureass omgezet in ammonium. Naarmale urine meer weum bevat is sr dus meer omzefling naer ammonium mogelijk. Het gevormde ammonium is in drijfmest in evenwicht met ammoniak, Dit evenwicht is afhankelijk van de zuurlegraad, pH, van deze mest. De ammoniak kan uil de mest verviuchiigen als ammoniakgas. Naarmate de pH in de oplossing hoger is, zal het proces van ammonigkvarming sterker plaatsvinden en omgekeerd.
De mate van vervluchtging hangt ook af van het verschil van de concentratie ammoniak in de kucht direct boven de mest en de concentratie ammoniak In de drijfmest.
Bij veel luchtverversing direct boven de mest zal er meer ammoniak ontsnappen. De vorming van ammonium, NH, is ook afhankelijk van de tempratuur. De huidge en gangbare vermenging van mest en uring, als drijfmest in mestkalders leidt nist alleen tot bovenmatige ammoniakvoming an als gevolg hiervan tot verviuchtiging en de zeer onwenselijke stiksfofdepositie naar de omgeving, maar daamaast kan ook blauwzuurgas en lachgas ontstaan.
Des ammoniskemissie die in Nederland plaatsvindt is voor moer dan 50% uit de landbouw en meer specifiek de veestapel afkomstig. De ammoniak ontsnapt uit de stallen of komt in de Jucht terecht als san vorm van stikslofbemesijng van het land, ook waar dit maatschappelijk niet bedoeld of wenselijk is.
Zowel de individusle aspecten als de samenhang lussen een duurzame weerstand voor dynamische en statische mechanische belastingen, thermische en chemische bestendigheid en vloeistofdichtheid zijn door onder andere ammoniak- vorming bij de gengbare en bekende (vlosijstofdichte vioer, kelder en bodemvoorzieningen begrensd of beperkt.
Deze begrenzing of beperking kan onder andere bouwkundig tot ulling komen in scheurvorming, afbrokkeling, verzakking, kruip, onthechting, deformatie, slijtags en ontbinding van de gebruike matenalen door aantasting van de opgevangen {vioelstofffen) of hierop uitgeoefende krachten van op- on overrijdende voertuigen of van geplaatste installaties of bijvoorbeeld door tijdens gebruik hierop verblijvende staldieren,
De begrenzing of beperking kan onder andere milieuhygiënisch tot uiting komen door verontreiniging van grond en grondwater, het uitglijden van dieren op een ie glad cpperviak of de permanente vorming van ammoniak en nitraat of sijkslofdepositss naar de omgeving, voornamelijk als gevolg van het vermengen van mest en urine in een drijfmesikelderomgeving en open loopvloer of mesigang bij het houden van staldieren of ves
De ammoniakvorming door menging van mest en wine vormt hét grote probleem in het terugdringen en beheersbaar maken van de luchtkwaliteit in (veelstallen on de depositie naar buiten de stalomgeving. in de afgelopen decennia heeft de Nederlandse veshouderijsector op aandringen van de rijksoverheid en wetgeving op dit gebied ves! inspanningen geleverd om de milegbelasting door de emissie van ammoniak terug te dringen, Dit betrof vooral offectgerichte maatregelen, onder andere in de vorm van luchibehandelingsapparalutr, zoals bijvoorbeeki gaswassers, waannee ammoniakgas uit de omgevingslucht wordt gehaald, Om voldoende bescherming te bieden aan de kwetsbare, stikstafgevoelige natuur worden er in de komende jaren nog meer inspanningen van de voehouderijsector verlangd.
In de landbouw en specifiek in de vesteell is een scheiding aan de bron van mest als vaste stof en urine als vloeistof een uiterst belangrijk thema geworden, Politieke en wetleljke standpunten, jurisprudentie en regelgeving vormen de grondslag voor een 45 verplichte scheiding van mest en wine. Dit heef geleid tot verschillende oplossingsrichtingen om de mest en uring aan de bron te schelden, dat wil zeggen in een vaste component en een vigsibars component, met behulp van harde maar cok van sen zachte doorlatende ondergrond.
Uit het Nederlandse octraal NL1037035 is bijvoorbeeld een stalvioer bekend, opgebouwd uit sen vochidootlstend drainbed, bijvoorbeeld van rubber, kunststol of steenkorrels, gesituserd op een vochtdoorlatende veerkrachtige laag, zoals gatenmatten van rubber of kunstsiof.
De Nederlandse octroolaanvraag NL9200455 beschrijft een stalvloerbedekking bestaande uil vezelmateriaal aangebracht op viosisiofdooriatende dragerelementen uit bijvoorbeel rubber of kunststof.
Gebleken is dat een zachter loopgebied dan een gangbare betonvloer of een ondergrond van beton met rubbermatten niet het gewenste effect heeft on dikwijls voor wat betreft de ammoniakvorming zelfs averechts werkt,
Deposities naar buiten zijn, uit oogpunt van wet- en regelgeving, steeds meer sen non-issue. indien een (boerembedrijf met ammonakvorming en onvoldoende of onheheerste uitstoot of verspreiding in de nabijheid van bepaalde natuurgebieden ligt, waar de ammonigkdepositis ult algemeen maatschappelijk oogpunt en/of door wel en tegelging is belemmerd, resteert een bedrijf dikwijls geen andere opte dan de gehele bedrijfsvoering dis met de ammoniakvorming ter plaatse te maken heeft, te stoppen.
Initiatieven met betrekking tot brongerichte maatregelen zoals bekend wit de stand van de techniek komen in de praktijk onvoldoendes van de grond of zijn mislukt, Een enkel ontwerp voor nieuwbouw omschrijf zelfs als een deel van de oplossing om het vee permanent buiten de staf te welden, waardoor het principe van hel scheiden van urine en mest op sen voor het vee natuurlijke manier kan plaatsvinden.
Het is bekend dat een dier nimmer tegelijkertijd urineert of mest laat vallen. Een dier in sen welde-omgeving is in beweging en bijft niet lang op eenzelfde plaats staan, Ue plaaisen waar mest en urine vrijkomen in een welde omgeving zijn dan ook gescheiden, waardoor op die wijze vanzelf aan de uilgangssituatie van het schelden aan de bron wordt voldaan, In de praktijk zullen dieren echter niet het gehele jaar door buiten in een welde 1} kunnen verblijven,
De meeste stallen an ligboxenstailen hebben van oudsher een mestgang waarbij gen roosiersystesm de mest doorlaat en als drijfmest wordt verzameld. Uit frequente joumalistieke en politieke publicaties en rapportages anno 2020, onder andere uit een drie jaar durende studie van het Nederlandse Centraal Planbureau (CPB), zijn er in Nederland 18 anno 2020 ruim 18.000 veebedrijven, waarvan circa 20% san voorziening heeft gefroffen die tol doel heeft om de mest aan de bron te schelden, In sommige gevallen is het effect van een dergelijke voorziering echter relatief slechter met het oog op de ammaoniakvorming in een stal, dan de oorspronkelijke sllustie van een gebruikelijke mestgang.
Maatregelen die op grond van mislukte investeringen dan onder invloed van
Europese en nationale wel- en regelgeving en op basis van behaalde resultaten dienen le worden getroffen, betreffen deels een sanering van de veestapel en deels verduurzaming van de bedrijfsvoering op het punt van ammoniakvorming.
Anno 2020 is or bij sen veestal en leefomgeving van sen dier in een stal, op 285 prakiifkschaal, nagenoeg geen enkel succes geboekt met het volledig scheiden aan de bron van urine en mest en daardoor ook niet aan het brongericht terugdringen van de ammoniakvorming uit mest en uring.
Gangbare roostervicervoorzieningen volstaan in de prakiikk niet omdal deze voorzieningen era zijn ontworpen om vaste stoffen en vloeistoffen als een vicelstolivaste- stofmengsel in zijn geheel af te voeren naar een opvangeenheid ter verdere verwerking.
Samenvalijng
Aan de ondeshavige aanvraag ligl in eerste aspect de opgave fen grondslag te voorzien in het verminderen en zoveel mogelijk voorkomen van ongewenste mileuhygiërische belasting van de omgeving, dat wil zeggen de omgevingslucht, de bodem en het {grond}water onder an in de omgeving van sen vloer.
De onderhavige aanvraag voorziet hierloe in reïnigingseenheid volgens één of meer van de bijgesloten conclusies.
De onderhavige aanvraag voorziet in sen vloer omvallende een fe belasten vloeistofdicht oppervisk en sen reinigingsvoorziening ingericht voor het verzamelen van tijdens gebruik op de het ie belasten oppervlak van de vloer terechfkomende vloeistof en vaste stof, waarin de reinigingsvoorziening sen zijdelings van de vloer gelegen vlosistofopvangvoorziening omvat waarop het te belasten oppervlak van de vloer onder afschot aansluit voor het verzamelen van op hat fe belasten oppervlak van de voer terechtkomende vosislof, een sproeisysleem ingericht voor het op hel le belasten oppervlak van de vloer aanbrengen van sen relnigingsviosistol en een zelfstandig over het ie belasten oppervlak van de vloer verplaatsbare reinigingseenheid met aen sposl-schuif- zuigiacifitelt en een container voor het verzamelen van op het te belasten oppervlak van de 18 vloer terechtkomende vaste stof, waarin het te belasten oppervlak van de vloer sen vloeistofdichte laag PolycarbonaatAcrlonill Bidadieen Styreen, PO/ABS, omvat, de reinigingsvoorziening een verder sproeisysteem omvat ingericht voor het op het te belasten oppervlak van de vloer aanbrengen van een reinigingsviosistof en de verplaatsbare reinigingseenheid ven verders zuigacikeit omval voor het verzamelen van op het ís belasten oppervlak van de vloer aangebrachte reinigingsvloeisto!.
Het samenstel van voorzieningen zoals voorgesteld door de onderhavige aanvraag maakt het mogelijk om vloeistoffen en vaste stoffen die op de vloeistofdichte vloer terechtkomen naar de aard van hun verschijningsvorm gescheiden op te vangen en geschsiden af is voeren voor verders verwerking.
De toepassing van PO/ABS als het te belasten oppervlak verschaft een vloer die naar zijn constructieve vorm, hardheid, dichibeid, sterkle, stijfheid, slagvastheid, uifzettingscosfficiént, chemische bestendigheid, hechting van additionele materialen en nabewerkingen geschikt kan worden gedimensioneerd voor een veelzijdig {oepassings- gebied. Waaronder begrepen, maar niet beperkt tot, drager van relatief zware dynamische, statische, mechanische en biologische belastingen in de ruimste zin van het woord en die bovendien bestendig is tegen belasting met een veelheid aan chemische of biologische vloelstoffen, zoals urine, en vaste stoïfen, zoals dierlijke mest, alsmede temperaluur- invloeden, in het bijzonder belasijngen welke optreden bij het in een stalvoorztening houden van staldieren of vee.
Gescheiden opvang van vioeistoffen en vaste stoffen wordt bereikt middels het enkelvoudig of meervoudig afschot van de vloeistofdichte vicer, als gevolg waarvan vloeistoffen naar de vloeistofopvangvoorziening nabij het laagstgelegen des! van de vloer wegvloeien en de vaste stoffen op de vloer achterblijven.
Voor het afvoeren van op de vloer achterblijvende vaste stoffen, zoals bijvoorbeeld mest bij gebruik in een stalomgeving, voorziet de onderhavige aanvraag in een zelfstandig, dat wil zeggen een automatisch, autonoom of zelfstandig zich over het te belasten oppervlak van de vloer verplaaisbare reinigingseenheid met een spoelschuif-zuigfaciliteit an een container voor het verzamelen van op het te belasten oppervlak van de vloer terechtkomende vaste stol.
De in het laagstgelegen gebled van de vloeistofdichte vloer verzamelde vloeistoffen kunnen hiet worden opgevangen In een daartoe bestemde en geplaatste pompbak, gootvoorziening of vergelijkbare voorziening. De viosistoffen kunnen bijvoorbeeld uit de pompbak worden opgepompt of door een sifon naar een daartoe bestemde externs, bij voorkeur naar de omgeving gesloten, vloeistofdichte verzameleenheid of container worden afgevoerd.
Onder andere om stagnatie van viosistotfen in de viosistofopvangvoorziening te voorkomen, kan erin worden voorzien om het sproelsysteem aan een bouwkundige begrenzing van de vloeistofdichte vloer nabij de vloeistofopvangvoorziening aan te brengen, bijvoorbeeld in de varm van sen persleiding met spuitmonden of nozzles, waarmee bijvoorbeeld periodiek met druk en kracht een korte of langere hoeveelheid water of bijvoorbeeld water met daarin een urease-remmer zoals bijvoorbeeld peroxide of azijnzuur uit de nozzles spuit, Zodanig dat deze reinigingsvloeistof over de vloer sposlì en als zodanig ongerechtigheden en stagnatie in het vrije afvoergebied wegspoelt. Hierdoor blijft de afvlosicapaciteit van de vloer vrij van ongerechtigheden en kunnen de vloeistoffen zich vrij blijven verzamelen in de vloeistofopvangvoorziening en kunnen deze afgezogen en afgevoerd worden. De urease-remmer remt daarbij tevens de primaire reactie met ureum en dus de ammoniakvorming.
Om een dergelijke persleiding met nozzles te beschermen tegen eventueel van bovenaf vallende deponie van mest of andere stoffen in een stalomgeving, waardoor verstopping kan ontslaan, kan de persleiding over de gehele lengte worden voorzien van een afdekking in de vorm van ean plank- of plaatvormige eenheid of lichaam.
Een dergelijk plank- of plaatvormig lichaam wordt enerzijds vloeistofdicht bevestigd aan de bouwkundige opstaande rand van bijvoorbeeld een ligboxenomgeving of een dorpel of barrièrebegrenzing van de vloeistofdichte voorziening en rust aan de tegenovergelegen zijde van dit plank- of plaatvormige lichaam, op aanwezige nokken onder de rand van het plank- of plaatvormige lichaam, op de vloeistofdichte vloer. Het plank- of plaatvormige lichaam vormt op deze wijze een afdak over de persleiding en de vipeistofopvangvoorziening.
Het raakvlak van het plank- of plaatvormige lichaam op de vloeistofdichte vloer is zodanig uitgevoerd dat hier een spleetvormige ruimte wordt opengelaten waardoor vloeistoffen enerzijds uit de nozzles, door de spleetvormige ruimte, over de vloer kunnen spoelen en anderzijds onder invloed van afschot en zwaartekracht ongehinderd naar het laagstgelegen gebied van de vloeistofdichte voorziening en terug via de spleetvormige opening naar de viceistofopvangvoorziening kunnen afstromen.
De tijden waarop het sproelsysteem in werking wordt gezet en de hoeveelheid aangebrachte reinigngsvloeistof kunnen onder andere afhankelijk zijn van het specifieke gebruik van het te belasten oppervlak en de mate van vervuiling hierop. foals reeds. beschreven worden de vaste sloffen die op de voorziening achterblijven met de zelfstandig over het te belasten oppervlak van de vloer verplaatsbare reinigingseenheid, zoals bijvoorbeeld een mobiele robot, voorzien van een spoel-schuif- zuigfacilitelt en container opgenomen en direct of indirect van tijd tot lijd, wanneer de container vol is, gedeponeerd in een van de omgeving afgesloten verzamelbassin voor vaste stof.
De schuiffunctie van de verplaatsbare reinigingseenheid groepeert vaste stof op de vloer die dan middels de spoel en zuigfacilitsit naar de container van de reinigingseenheid wordt verplaatst, zodat de vloeistofdichte vloer, na het passeren van de reinigingseenheid, relatief schoon achterblijft. In de praklijk is de reinigingseenheid of robot nagenoeg continu in bedrijf.
Gebleken is echter dat bij gebruik van een dergelijke reinigingseenhsid, zoals in een slalomgeving, toch nog in een bepaalde mate urine- en mestresten op de vloer achter kunnen blijven, hetgeen leidt tot sen mestfilm en ongewenste ammoniakvorming en dergelijke.
Om dit probleem op te lossen, voorziet de onderhavige aanvraag additioneel in een verder sproeisysleem van de reinigingsvoorziening dat is ingericht voor het op de vloer aanbrengen van reinigingsviceistof en in een verdere zuigfacilitet van de zelfstandig over het belastbare oppervlak van de vloer verplaatsbare reinigingseenheid.
De reinigingsvloeistof uit het verdere sproeisysteem kan weer bestaan uil water of in een verdere uilvoeringsvorm als sxdra toevoeging nog urease-remmers bevatten, zoals peroxide of azijnzuur.
Dat wij zeggen, het primaire reinigingsproces van de verplaatsbare reinigingseenheid middels het met de sposlschuif-zuigfaciliteit opnemen van vaste stof en rostplassen is overeenkomstig de onderhavige aanvraag uitgebreid met een naspoeling en narsiniging mst sen bijvoorbeeld urease-remmaende vloeistof, die met behulp van sen sprosier of nozzle door het verdere sproeisysteem op de vloer wordt gebracht, waarna de verdere zuigfacilitelt van de reinigingseenheid, zoals bijvoorbeeld opgebouwd als sen waterzuiger, de viosr narsinigt op een wijze dat er geen sediment, shh of mestfiilm meer achterbijft De urease-remmende reinigingsvicelstof verlaagt door de zuurtegraad de pH en nivelleert daardoor extra hat proces van ammoniakvorming.
Deze uitvoeringsvorm is bijzonder geschikt voor toepassing in een stalomgeving, waarbij dan de mestfilm op een stalvloer afzonderlijk van de vaste stof, c.q. de mest, kan worden verzameld.
Middels deze addillonels reiniging worden alle op het belaste opperviak van de vloer achterblijvende resistoffen en vloeistoffen, zoals urine an restorganisch materiaal, effectief verwijderd en Dijf een bijzonder schoon oppervlak achter. In sen stalomgeving kan op dit schone oppervlak later weer terechtkomende mest dan ook niet reageren met achtergebleven urne, zodat geen ongewenste ammoniakvorming of andere milieuhygiënische belasting van de omgeving opFeedt
Met de oplossing volgens de onderhavige aanvraag kan aan de bron een vrijwel volledige scheiding van viosistoffen en vaste stoffen worden bereikt, bijvoorbeeld voor toepassing in een stalomgeving waar mest en urine aan de bron gescheiden dienen te worden, teneinde de vorming van ammoniak tegen ie gaan.
Hoewel de reinigingsvloeistof voor het nareinigen of nasprosien samen met de vaste stof in de container van de verplaatsbare reinigingssenheid kan worden verzameld, kan de verplaatsbare reinigingseenheid uiteraard ook worden voorzien van een verdere container waarop enkel de verdere zuigfacilitell aansluit, voor het verzamelen van vanat de vloer opgszogen organische reststoffen en reinigingsviosistof.
In sen verdere uitvoeringsvorm van de verplaatsbare reinigingseenheid volgens de onderhavige aanvraag is voorzien dat de verders zuigfaciifeit van de over het te belasten oppervlak van de vloer verplaatsbare relvigingseenheld, gezien In de verplaatsingsrichting hiervan voor het verzamelen van organische reststoffen en reinigingsvlosistof, achter de sposlschuif-zuigfacilitelt is gelegen.
Deze positionering van de verdere zuigfaciliteit maakt een effectieve en grondige reiniging van de vloer mogelijk, zonder hinderlijk te intesfereren met de werking van de spoelschuiizuigfaciitei voor het opnemen van vaste stol In het geval van sen stalomgeving wordt hiermee een dermate grondige reiniging bereikt, dat de vloer tijdens gebruik vrijwel volledig vrij kan worden gemaak! van urine en mest en de gensemde mestfijm.
Het verdere sprosisysteem voor nareiniging kan op zich deel uitmaken van het boven als serste besproken primaire sproeisysteem, maar kan ook als zelfstandig additionsel sproelsysteem aan een bouwkundige begrenzing of andere constructieve voorziening van de viosistofdichte vloer worden aangebracht, bijvoorbeeld eveneens in de vorm van een persleiding met spuitmonden of nozzles, waarmee bijvoorbseld veriodiek met druk en kracht gen korte of langere hoeveelheid water of bijvoorbeeld water met daarin een urease-remmer zoals bijvoorbeeld peroxide of azijnzuur uit de 30 nozzles spuit, zodanig dal deze reinigingsvloeistof over de vloer spoelt en door de verdere zuigfaciliteit van de verplaatsbare reinigingssenheid kan worden verzameld
In een weer verdere uitvoerngsvorm voorzie! de onderhavige aanvraag dat de verdere zuigfacilitelt van de over het te belasten oppervlak van de vloer verplaatsbare reinigingseenheid aansluit op een verdere container van de reinigingseenheid voor het tijdens gebruik vorzamslen van op de vicer aanwezige organische resisioffen en reinigingsvloeistot.
In een nog verdere uitvoeringsvorm van de onderhavige aanvraag omvat de over het ts belasten oppervlak van de vloer verplaatsbare reinigingseenheld een vloelstofressrvolr voor reinigingsviosistof, zoals een ursase-remmends vloeistof, zoals bijvoorbeeld water met sen toevoeging van peroxide of azijnzuur, met tenminste één hiermee gekoppelde sprosfer ingericht voor het tijdens gebruik op het ie belasten oppervlak van de vloer aanbrengen van reinigingsvioelstof.
Dat wij zeggen het verdere sprosisysteern bevindt zich nu op de verplaatsbare reinigingseenheid, Deze uilvoeringsvorm is bijzonder geschikt voor toepassing in een sislomgeving waarbij de mestijjm op een stalvioer afzonderlijk van de vaste stof, c.q. de mest, kan worden verzameld.
Begrepen zal worden dat enerzijds het sproeisysieam van de reinigingsvoorziening afzonderlijk, vast aangebracht bij een vloervoorziening kan worden gersalseerd om ds toevoer van vloeistof naar de vlceislofopvangvoorziening in stand te houden en middels een toegevoegde urease-remmer het proces van ammoniak op het vloerveld kan tegengaan en dat anderzijds in of op de verplaatsbare reinigingseenbheid sen zigen verder sproeisysteem werkzaam is dat in combinatie met de primaire opneemiunclie van de vaste stof van de verplaatsbare reinigingsesnheid het verder geheel schoon na sproeien, na-zuigen en opnemen van de organische fracties van de achtergebleven mestfilm tot doel heeft, zodanig dat een gsheel schoon opperviak resteert,
Een combinatie van een vast aangebracht verder sproelsysteem en een verplaatsbaar verder sproelsysieem kan eveneens deel uitmaken van een uitvoeringsvorm volgens de onderhavige aanvraag.
Het normale individuele biologische gedrag van dieren bij de depanie van urine en mest houdt In dat de deponie ervan volgijdelijk plaatsvindt Anders gezegd, als de urine vrijkomt uit een dier, komt de mest niet tegelijkertijd vrij en omgekeerd. Meer specifiek houdt dit in dat de fysieke plaats waar de deponie van de urine op een ondergrond terechtkomt, door de volgtijdelifkbeid on de netusrlijke voortgaande beweging van sen dier in de leefruimte waar het zich bevindt, In vrijwel alle gevallen sen andere fysieke plaats op de belaste ondergrond is, dan de deponis van de mest.
In de tijd tussen de deponie van wine en mest op de vloer kan, volgens de onderhavige aanvraag, de urine onder invloed van het afschot al wegvloeien en resten uring door de additionele reiniging effectief van de vloer worden verwijderd voordat de opnieuw mest wordt gedeponeerd, of omgekeerd zal de mest al effectief door de over de vloer verplaatsbare reinigingseenheld en additionele reiniging kunnen worden verwijderd voordat opnieuw wine wordt gedeponeerd.
Een afvoerpunt bij een vloeistofdichte voorziening ten behogve van sen Industriële reiniging omvat bijvoorbeeld cen bakvonmige opvangeenheid waarin onder invloed van hat afschot en de zwaartekracht, de gemengde viosistoffen als vloolstofsiib of sediment afstromen en zich in de opvangeenheid verzamelen. Afhankelijk van de gevolgde bedrijfsvoering kunnen de vloeistoffen en vaste stoffen die bij een industrièle reiniging op het te belasten oppervlak van de voelslofdichte vloer terechtkomen, niet zijnde een staltospassing, ook tezamen naar een daarloe bestemd alvoerpunt of afvoergebled worden geleid voor verdere verwerking.
Gangbaar in een industriële omgeving. is cen ondergronds geplaatste opvangeenheld in het bereik van vaak bouwkundig aangelegde vloeistofdichte voorzieningen. Veelal zijn deze ondergronds geplaaiste opvangsenhaden uitgevoerd in beton met als functie slibvanger en gravitatie afscheider, alwaar onder andere slib, water en oliën of vellen onder invloed bezinking en opdrijving gescheiden worden. in ds landbouw is een dergelijke opvangsenheid dikwijs uilgevoerd als een bouwkundige kelder die dient als bulkopvang van drijfmest in een ves- of stalomgeving.
Het afvoeren van drijfmest vindt in dat geval plaats door mechanische opzuiging door industriëls machines die {evens voor versprelding naar een landbouwgrondomgeving zijn ingericht, met als doel de bodem ts bemesten ten behoeve van de latere productie van weide- of akkerbouwproducten.
Het relatief lichte gewicht van de vloer in de onderhavige aanvraag, met behoud van enerzijds de sterkte-eigenschappen met een geschikheid voor de zwaarders verkeersklassen en anderzijds een chemische bestendigheid voor tal van industriële en biologische vloeistoffen en vaste stoffen, maakt de vloeistofdichte vloer volgens de onderhavige aanvraag geschikt voor vele toepassingen in een. bedrijfsmatige omgeving waarbij in de normale bedrijfsvoering vloeistoffen en vaste stoffen vrijkomen die belastend kunnen zijn voor de fysieke leefomgeving, grond, grondwater en lucht.
Meer specifiek betreft dit het opvangen, afvoeren en naar een slibvanger en afscheider leiden, of sen gescheiden opvang van vloeistoffen en vaste stoffen met een individuele verwerking, van op de vloeistofdichte vloervoorziening gedeponeerde industriële vloeistoffen, vaste stoffen, waswater, chemische vloeistoffen, logen, zuren, minerale oliën, brandstoffen, en dergelijke. Dit betreft veelal bedrijfsaciiviteiten waarbij meestal ook zwaardere en lichtere dynamische en statische mechanische belastingen voorkomen in de vorm van voertuigen, as- en wiellasten en andere installaties.
Voorbeelden van dergelijke bedrijfscategorieën waar een PC/ABS-vloer zoals beschreven in de onderhavige aanvraag toepassing kan vinden zijn onder andere chemische reinigers en chemiebedrijven voor het opvangen en afvoeren van proceswater en spills, de eerder genoemde truck- en carwash, installaties voor het tanken en reinigen van voertuigen en vliegtuigen, de transportsector, de landbouw voor het opvangen en afvoeren van gewasbeschermingsmiddelen, viiegveldinstallaties voor het ijsvrij maken, de-icing, van viiegtuigvleugels, railvervoer, busondernemingen, touringcarbedrijven, en vels andere foepassingen.
In een uivoeringsvorm bezit het PC/ABS van de vloer volgens de onderhavige aanvraag een uitzellingscoöfficiënt kleiner dan 5,0 10° cm/om/°C in een bereik van tenminste -20 °C tot +80 °C, in het bijzonder een minersalgevuld PC/ABS van het ontwerpiype XZ982720.00 of overeenkomstige type-aanduiding. Dit type PC/ABS is in de handel verkrijgbaar van de firma TRINSEQ™,
De eigenschappen van de PC/ABS-blend worden beïnvloed door de verhouding van polycarbonaat, PC, en acrylonitrit butadieen styreen, ABS. Hoe hoger het percentage polycarbonaat, hoe hoger de hittebestendigheid van PC/ABS is. Daarnaast is de keuze van ABS in hoofdzaak bepalend voor de resulterende eigenschappen van een met
PC/ABS vervaardigd eindproduct, met name voor wat betreft het percentage en de deeltjesgrootte van butadieen in ABS. PC/ABS van het ontwerptype XZ92720.00 omvat een mix van eigenschappen waaronder lage emissie en geur, lage glans, zuiverheid van het product, batch tot batch consistentie, uitstekende balans tussen vice! en fysische eigenschappen, hoge thermische stabiliteit, uilstekende hechibaarheid voor anders materialen en de basisklsur van het product is grijsiwit naturel.
In een verdere uitvoeringsvorm omvat het te belasten oppervlak van de vloer volgens de onderhavige aanvraag sen aan het PO/ABS gehechte anti-sliplaag.
De uistekende hechieigenschappen van PO/ABS laten het tog om het ie belasten oppervlak van de vloer van een zodanig goed hechtende anti-sliplaag te voorzien dat de vloer zijn beoogde eigenschappen bij belastingen door op- en overrijdend verkeer of overlopende personen of dieren, in combinatie met sen natle ondergrond als gevolg van spoelen, spuiten, morsen of deponie van vloeistoffen, slib, mest, urine en vaste sloffen gedurende de levensduur in hoge male behoudt, Een goede en sterke hechting van de anti-sliplaag aan het PC/ABS verhoogt in aanzienlijke mate de veiligheid van mens, voeriuig, machine on dier, en zonder dat de gewenste eigenschappen van de vloer voor gescheiden opvang van vioeisioffen an vaste stoffen nadelig worden beinvloed. in de praklijk kan sen dergelijke anti-sliplaag onder andere beslaan uil een zogeheten magere verdeling van fijne split, fijne steenslag, fijne grindkorrels en/of fijne metaaldeslijes ingebed in cen polyursihaanlak, De hoeveelheid korrels anfof deeltjes en de korrsi/deelijesgrootte kunnen worden afgestemd op de gewenste anti-slipwerking. Met gebruik van polyursthaaniak beperk! voors de gevoeligheid van de panelen voor uitravioist, UV, licht dat op het te belasten oppervlak invalt.
De uitstekende hechibaarheid van PO/ABS maakt hel voorls mogelijk om individusle vloerpansien onderling en aan de omliggende bouwdalen vloeistoidich te verbinden door middel van een bestendige vosgmassa. Een voor dit doe! geschikte voegmassa is bijvoorbeeld commercieel verkrijgbaar onder de producinaam SABA
Ecossal AC of SABA Ecoseal Bio HM.
De mechanische en fysische eigenschappen van de PC/ABS thermoplastische polymeer in de onderhavige aanvraag maken het mogelijk om een vlosistofdichte vloer op te bouwen die sen volledig uit PO/ABS vervaardigd panes! of zen aantal vloeistofdicht met
JO elkaar verbonden volledig ull PC/ABS vervaardigde pansien omvat, zoals het boven beschreven mineraaigevuld PC/ABS.
Het PC/ABS in de onderhavige aanvraag maakt een vorm en eindproduct mogelijk waarbij de opgenomen krachten groter kunnen zijn dan bY gangbars producten en toepassingen in vergelijkbare of andere vormen, waarbij recht wordt gedaan aan de gisen van sterkie, stijfheid, thermische weerstand, hechting met andere materialen, vormbaarheid, vitzeltingscoéfficiént en dergelijke en daarmee aan een geheel nieuwe toepassing in een industriële of landbouw en veeteelt omgeving. in een weer verdere uitvoeringsvorm bezi het paneel volgens de onderhavige aanvraag een driedimensionale kanaalplaatvorm, met sen op afstand tegenover het te belasten oppervlak gelegen verder oppervlak, welke oppervlakken door dwars hierop gelegen verbindingslamellen lussen de oppervlakken gevormde kanalen vormen, In het bijzonder waarin het paneel eon geëxtrudeerde kanaalplaatvorm bezit.
De toepassing van PC/ABS c.q. mineraalgevuld PC/ABS volgens de onderhavige aanvraag laat een productieproces toe, waarbij door middel van bijvoorbeeld extrusie aan het product een driedimensionale structuurvorm wordt gegeven, waarvan de sigenschappen naast sen geringe uitzettingscoöfficiënt en hechtbaarheid, onder andere sen nominale sterkte en stijfheid aan het eindproduct geven, mede door aard en samenstelling van het uilgangsmateriaal en de gevormde driedimensionale structuur. Op deze wijze kan met relatief weinig materiaal eon constructief sterk product worden gemaakt
De driedimensionale structuur kan bestaan uit rechthoekige of hexagonals vormen begrensd door plaatvormige verbindingslamellen dwars op en tussen de tegenoverliggende oppervlakken, waaraan de term ‘kanaalplaat’ of ‘kanaalplaatvorm’ kan worden toegekend. In een onderlinge verbondenheid leidt een dergelijke kanaalplaatvorm bijvoorbeeld tot een type ‘honingraaf’-structuur, vakwerkstructuur of soortgelijk. Een dergelijke vorm kan vanwege zijn homogene structuurpatroon en verband tussen de individuele hexagonale vormen zeer grote krachten opnemen en krachtbelastingen weerstaan, zonder dat de constructievorm als zodanig wordt aangetast. In tal van industriële toepassingen kunnen deze licht van gewicht en tevens sterke constructievormen toepassing vinden, zoals bijvoorbeeld in wanden van vliegtuigen of wieken van windmolens, vrachtwagenbodems of in het algemeen bodems die een hoge draagkracht vereisen, en dergelijke.
De kanaalplaatstructuur, zoals bijvoorbeeld een honingraatstructuur of vakwerkstructuur, kan worden vervaardigd door met behulp van sen extrusieproces en een hiervoor speciaal op maat gemaakte extrusiemal of productiemal, in één werkgang, een kanaalplaatstuctuur voor vele, bijzondere of zwaarbelaste toepassingen te produceren, Dit is een vrijwel continu productieproces, waarbij het in de onderhavige aanvraag enerzijds nieuw is dat dit proces wordt uitgevoerd met een
PC/ABS thermoplastische polymeer met zijn uitstekende eigenschappen van hechtbaarheid met anders materialen en geringe uitzettingscoöfficiënt, en anderzijds een constructievorm en geometrische omvang mogelijk maakt, die in de huidige industriële processen nu niet worden vervaardigd. De productiemal of exirusiemal van de sxirusiemachine die een dergelijke kanaalplaat vormt kan een factor 4 tot 6 grater zijn dan bijvoorbeeld voor het vervaardigen van kanaalplaten van bijvoorbeeld polycarbonaat.
De sxtrusiemal heeft een patroonvorm die de productie van een kanaalplaat tot doel heeft waarbij de vorm, samenstelling en onderlinge verbondenheid van de individuele lamellen waaruit de kanaalplaat wordt opgebouwd, zodanig is gekozen dat hierdoor een optimale verhouding in sterkte, productiekosten en materiaalhoeveslheid wordt bereik. individuele vioeistofdichte panelen of kanaalplaten kunnen op locatie aangrenzend aan elkaar worden geplaatst en onderling alsook met een bouwkundige omgeving vloeistofdicht worden verbonden middels een aan het PC/ABS goed hechtende en (vloeistof)bestendige voegmassa en een eventuele additionele messing- en-groefverbinding, een lasverbinding of mechanische verbindingen, die geschikt zijn voor de beoogde bedrijffsactivitelt, zodanig dat sen vloeistofdichte vloervoorziening wordt verschaft die gas- en/of viceisiofdicht is. Een dergelijke vloeistofdichte vioervoorziening is bovendien verplaatsbaar door de lasverbinding of mechanische verbinding weer los te maken, zonder dat de individuele vloeistofdichte panelen hun oorspronkelijke varm of samenstelling verliezen. in een uitvoeringsvorm worden koppelmiddelen in de panelen aangebracht op een afstand van en in een langs tenminste één omtreksrand gelegen gebied hiervan en vast verbonden in een paneel en vanaf het te belasten oppervlak toegankelijk gemaakt met koppelslementen, zoals bijvoorbeeld schroefdraadbussen, bajonetverbindingsbussen en soortgelijke koppelbussen, voor het in deze bussen en hiermee bij voorkeur fosneembaar koppelen. van bevestigingsmiddelen.
Hierdoor en hiermee is het mogelijk om aangrenzende panelen verder mechanisch aan elkaar te koppelen middels koppelstrippen en schroeven of anderszins door tegenoverliggende koppelbussen met elkaar te verbinden, De koppelbussen c.q. koppelslementen kunnen ook worden gebruikt voor het op een paneel bevestigen van dorpels en staanders, van bijvoorbeeld een overkapping, een schermwand of dergelijke.
Voorts kan worden voorzien in met de koppelmiddelen te verbinden steunslementen voor een schermwand of dergelijke en een eventusel te plaatsen op- en afrijplateau dat zich bij voorkeur langs cen omireksrand naar keuze van een betreffend paneel uitstrekt.
Door het losngembaar met de verdere koppelmiddelen, c.q. koppelelementen zoals bijvoorbeeld schroefdraadbussen en bajonetverbindingsbussen verbinden van hijsogen, kunnen panelen eenvoudig op hun gewenste positie worden gehesen en geplaalst en uiteraard op en van voertuigen of in zeecontainers, voor het vervoeren van de panelen.
De PC/ABS-vloer volgens de onderhavige aanvraag is geschikt voor diverse toepassingen waarbij er een wettelijk voorschrift is om een onafhankelijk {goed)gekeurde vloeistofdichte voorziening te gebruiken voor bedrijffsactiviteiten die gekenmerkt worden als hebbende ‘een verhoogd of hoog bodemrisico’.
Daarnaast is de vloer uit PC/ABS zoals beschreven in de onderhavige aanvraag bijzonder geschikt als subsiituut of alternatief voor bepaalde fot nu toe gangbare vloeroplossingen. Een voorbeeld hiervan is een fietspad, waarbij het gebruikelijk is dit in beton, asfalt, slementen van beton of als schelpenpad uit te voeren. De nadelen van deze gebruikelijk toegepaste producten hebben te maken met de CO»-uitstoot en emissie van beton en asfalt of in het geval van schelpenpaden, met de winning van schelpen, welke om milleuhygiënische redenen aan banden wordt gelegd.
Doordat de vloer volgens de onderhavige aanvraag licht van gewicht en mechanisch sterk is, kan worden volstaan met sen relatief lichte fundering ten opzichte van beton of asfalt Dit betekent ook dat bijvoorbeeld een fielspad met het in de onderhavig aarwraag voorgestelde vloersysteem in de vorm van te verbinden of te koppelen vloerdelen, ook zeer snel kan worden aangelegd en ook in minder fysiek belastbare of draagkrachtige gebieden tot zijn recht kan komen.
Het relatief geringe eigen gewicht van de vloervoorziening heeft sen gunstig effect in het dimensioneren van een fundering voor toekomstig gebruik. Ook de kleurstelling van een anii-sliplaag in bijvoorbeeld rood, fluorescerend geet, schuikleuren of combinaties van kleuren of ivoorkleur en structuur als substituut voor een schelpenpad is bijvoorbeeld mogelijk. Bovendien is een dergelijk fietspad ook geschikt voor het hierover rijden van bijvoorbeeld een brandweerwagen of sen ambulance, hetgeen in een natuurgebied voor kan komen,
Andere toepassingsvoorbesiden van licht gewicht vloervoorzieningen met een grote sterkte en stijfheid zijn bijvoorbeeld parkeerdaken, parkeerdekken of kavelpaden.
Gebruikelijk is om parkeerdaken te voorzien van vaak betonnen tegels of elementen van beton, hetgeen een relatief zware belasting is voor een dak of bouwkundige voorziening. Een vloer uit PC/ABS volgens de onderhavige aanvraag is licht, sterk en kan worden voorzien van sen goed hechtende anti-sliplaag en mede daardoor veilig geschikt voor dergelijke toepassingen.
De vloer volgens. de onderhavige aanvraag kan enkelvoudig of als een samengesteld vloersysteem van Individuele vloerpanelen op maat worden vervaardigd, zodanig dat de vloer bijvoorbeeld tonrond kan worden aangelegd. Door sen messing en groet verbinding, een hechtende voegmassa of lasverbindingen worden individuele vicerplaten of vioerpanelen tot een vloeistoldichte vloer samengebracht.
De thermoplastische PC/ABS polymeervloer volgens de onderhavige aanvraag is voor 99% recyclebaar, voor het bij herhaling opnieuw produceren van een willekeurige thermoplastische vorm zoals sen kanaalplaat of paneel voor een vloeistofdichte vioervoorziening, met behoud van alle reeds omschreven eigenschappen en voldoet hierdoor bij uitstek aan de uitgangspunten van een circulaire economie.
In een yitvoeringsvorm voorziet de onderhavige aanvraag verder daarin, dat de vioer sen uil vezel versterkt kunststof composiet vervaardigd pansel omvat, waarop een het te belasten oppervlak vormende viosistofdichte laag PC/ABS is aangebracht.
Een dergelijke vloeistofdichte vloer- of bodemvoorziening van PC/ABS als het te belasten oppervlak op een drager van vezelversterkt kunsistofcomposiet kan eveneens als een geïntegreerde constructie in de vorm van een kanaalplaat, in een hexagonale vorm of vergelijkbare constructisve vorm worden uigevoerd. Zo nodig met een meerzijdig omsluitende kunststofhuid, zoals sen enkels of meerlaagse hechtende
PC/ABS polymeer- of glasvezelhuid, epoxy, polyurea of polyurethaan of vergelijkbare hechtende kunststoffen en die enerzijds relatief licht van gewicht en anderzijds geschikt is voor zwaardere verksersbelastingen van verkeersklasse 600 (20 ton aslast) of lichter. in een bijzonder van voordeel zijnde toepassing van de voer en reinigingsvoorziening volgens de onderhavige aanvraag maakt deze deel uit van een voorziening voor het houden van steldieren, zoals een stalomgeving voor verschillende soorten dieren of vee, waaronder begrepen koeien, varkens, paarden, schapen en soortgelijks dieren.
De opgave die heden ten dage in het bijzonder ten grondslag. ligt aan een stalomgeving, ís het terugdringen of geheel voorkómen van ammoniakvorming en de stikstofdepositie die hierop volgt. Zoals hiervoor omschreven is het scheiden van mest en urine aan de bron hiervoor noodzakelijk.
Onder andere de goede sterke, stijfheid, slijtvastheid, resistentie legen chemische (vloeistoffen, mest en wine, de geringe uitzeltingscoëficiënt en goede hachibaarheid van additionele materlalen zoals sen anti-sliplaag, alsook de vormbaarheid door mildel van extrusie van onder andere mineraalgevuide PO/ABS- panelen volgens de onderhavige aanvraag zijn bovenstaand reeds omschreven, Het zijn & onder andere deze eigenschappen die het mogelijk maken om in een stalomgeving de vloeistoffen (urine) en de vaste stoffen (mest) bij de bron te scheiden, in het algemeaen zal In sen stalomgeving een vloer vereist zijn bestaande uil een geïntegreerde, constructieve samenstelling van sen aantal driedimensionaal gevormde {vioer)panelen, bijvoorbeeld rechthoekige panelen, bijvoorbeeld met een algemens lengle-breedie verhouding van circa 2:1, elk in een kanaalplaalvorm, die onderling vloeistofdicht verbonden een voor gebruik te belasten vloeistofdicht, gesloten oppervlak vormen, met bijvoorbeeld een sterkte van circa 2,5 N/mm?, waarop dieren kunnen verblijven, en gen vanaf bel te belasten oppervlak voor vloeistoffen toegankelijke, zijdelings van de vloer gelegen vloeistofopvangvoorziening omvat wasrop het te belasten oppervlak van de vloer ander afschot aansluit voor het verzamelen van op het te belasten opperviak van de vloer terechtkomende vloeistof. Cevraagde afmelingen van sen paneel kunnen bijvoorbeeld zen lengie van 1800 mm x sen breedie van de mestgang x de paneeldikts 50 mm bedragen. De onderhavige aanvraag kan hierin uitstekend voorzien.
Desgewenst Kan slk paneel zijn voorzien van een zich langs een omtreksrand hiervan uiistrekkende en aan het te belasten oppervlak op het paneel aangebrachte of sangrenzende vloeistofopvangbanière. Het sproeisysteem en/of het verdere sproeisyteam kunnen in de vorm van de serder besproken persleiding met nozzies eveneens langs of aan sen dergelijke vloeistof barrière worden geplaatst.
Voor het vlosistofdicht verbinden van panelen kan elk paneel langs één of meer omireksranden van een voegruimte zijn voorzien, voor het aanbrengen en hierin opnemen van een hechtende, vloelstofbestendige voegmassa of lasnaad, zodanig dat bij aangrenzende verbonden panslen de voegruimie van het ene paneel congruent is aan de voegruimte van sen ander paneel.
De functies en middelen voor het aangrenzend aan elkaar verbinden van de panelen en de functies an middelen van viogistofdichtheid an vloeistofopvang en afvoer kunnen volledig geïntegreerd zijn.
De term viosistofdicht zoals gebruikt en bedoeld in de onderhavige beschrijving en conclusies en zoals ook gedefinieerd en begrepen in de gangbare nationale en internationale wetgeving op het gebied van Milieubeheer en Bodembescherming, houdt in dat geen vloeistof vanaf het te belasten oppervlak van de vloeistofdichte vloer- of bodemvoorziening, dat wil zeggen het oppervlak dat voor (bedrijfs)activiteiten wordt gebruikt, het onbelaste oppervlak van de vloeistofdichte vloer- of bodemvoorziening, mag bereiken, dat wil zeggen het oppervlak van de vloer- of bodemvoorziening dat op of boven een ondergrond rust en zich aan de tegenovergelegen zijde van het belastbare oppervlak of buiten het belastbare oppervlak bevindt.
Door de integratie van de verbindingsfuncties en het vioeistofopvang- en sfvoersysteem, wordt het vloelstofopvang- en afvoersysteem in de zin van de bovengenoemde definitie oak als gas- en vloeistofdicht aangemerkt. in een gemiddelde stalomgeving werd reeds beschreven dat er nominaal sprake is van ean roosterviner als mestgang en daaronder sen vloeistofdichte mestkelder.
De onderhavige aanvraag voorziet in een uitvoeringsvorm voor het houden van staldieren daarin, dat de vloer boven een mestkelder of mesiput is uitgevoerd, bijvoorbeeld opgebouwd uit panelen met sen driedimensionale kanaalplaatvorm volgens de onderhavige aanvraag en zodanig dat de vloer de mestkelder of mestput tegen lekken naar de omgeving gas- en vloeistofdicht afsluit.
Dat wil zeggen, in deze uitvoeringsvorm wordt de mestgang over zijn volle breedie en lengte afgedekt of overkluisd door de PC/ABS-vloer. In een bijvoorbeeld vooraf voor de plaatsing en aan de bouwdelen te hechten vloeistofdichte vloerdelen geprepareerde omgeving, worden de individuele panelen aaneengesloten naast elkaar gelegd en [ot één aaneengesloten vloer samengebracht.
Door de individuele panelen onderling en aan de omliggende bouwdelen met een bestendige voegmassa te verbinden, ontstaat op deze wijze een gas- en vloeistofdichte vloervoorziening over de gehele mestgang die de onderliggende drijfmestkelder geheel afsluit van de omgeving.
De eerste milieuwinst zit hierin, dat het aanwezige proces van ammoniakvorming in de drijfmestkelder geen invloed meer heeft op de stal of verders buiten de kelder gelegen omgeving. in het geval van aangrenzend gelegen vloeistofdicht gekoppelde panelen, zal vloeistof vanaf het te belasten oppervlak over de op elkaar aangesloten aangrenzend gelegen vloerpanelen naar de vioeistofopvangvoorziening afstromen.
Omdat de (vloei)stofdichte vloer ook geheel vloeistofdicht verbonden kan worden met de bouwkundige omgeving, zal urine ook niet naar de omgeving buiten de vloer weglekken, maar via de zijdelings van de vloer gelegen vloeistofopvangvoorziening gecontroleerd worden afgevoerd.
Dat houdt in dat op het relatief schone en vlakke te belasten oppervlak van de vloer volgens de onderhavige aanvraag, urine onder invloed van het aanwezige afschot in de vloer en de zomsriekracht onmiddelijk zijwaarts zal afstromen, naar het laagstgelegen gebied van de viner en dat vaste stof, zoals mest, op de vloer achterblijf,
Vanwege het voorkomen van ammoniakvorming op de vloer, dient te worden voorzien ineen gescheiden opvang en afvoer van urine en mest.
Om zoveel mogelijk vloeistof vanaf het te belasten oppervlak van sen paneel naar de vloeistofopvangvoorziening te laten wegstromen, voorziet een uitvoeringsvorm van de aanvraag daarin, dat het le belasten oppervlak van de vloer sen naar tenminste een zijde hiervan hellende of gekromde vorm heeft, voor het vormen van een enkel of meervoudig afschot, in het bijzonder sen bolsegmentvormig gekromde vorm.
Dat wil zeggen bij een enkelvoudig afschot ligt een van de omtreksranden van sen paneel lager dan de anders omlreksranden hiervan, zodanig dat onder Invloed van de aldus gevormde helling en de zwaartekracht, viceisioffen van het ie belasten oppervlak wegstramen. Bij sen meervoudig afschot liggen meerdere omtroksrand van een paneul lager dan de anders omtreksranden, zodat meerdere hellingen worden gevormd en vloeistoffen vectorgewijs afstromen naar het laagste gebied op laagste punt van de gehele vloervoorziening.
Bij cen tweezijdig afschot van een gekromd paneel zijn de tegeroverliggende omtreksranden beiden relatief lager gelegen dan het midden van de een vloerpaneel, bezien langs de andere omireksranden,
Voorts kan worden voorzien dat omtreksranden van eon panes! met meervoudig afschot, zoals bijvoorbeeld sen bolvormig gekromd paneel, een in of aan het paneel aangebrachte, geïntegreerde vioeistoiharrièrs of opstaande rand, zoals gen dorpel, ten opzichte van het te belasten oppervlak bezitten. Hiermee wordt de 45 viceistofalvoer vana’ de vloeistofdichte vloer {ot in de laagste punten of gebieden van een vloervoorziening begrensd, om ongecontroleerd uittreden buiten de vloeistofdichte voorziening te voorkomen,
Wanneer de vermenging van vaste stof en vioeistol is toegestaan, dal wij zeggen geen ongewenste gassen of dampen vormt, kan de (vacuùm)zuigfunctie of zuigfacilitelt van de spoel-schulf-zuigfacilliell en/of de verdere zulgfacilitelt ook worden vervangen door een cyclonale functie, waarvan de technische verwerkingseenheid het vuil opneemt als gevolg van het door de cycionale werking opgewekte onderdruk boven het vloeroppervlak, In afwijking van de werking van san vaculimpomp wordt op deze wijze een zeer krachtige onderdruk gegenereerd waardoor de vaste stoffen en viceisioffen geheel worden opgenomen en gedeponeerd in de container of containers van de verplaatsbare reinigingseenheid.
Deze cyclonale technologie van de opnamecapaciteit van vaste stoffen en vioeistoffen is ten opzichte van schuiven en vacuimzuigen effectiever. De vloeistofdichte vioervoorziening wordt door deze cyclonale toepassing volledig ontdaan van aanwezige vaste stoffen en vloeistoffen, Het resullaat van de toepassing van een cyclonale opneemvoorziening levert daarom een schone vloeistofdichte voorziening waarbij vaste stoffen en vloeistotfen geheel verwijderd zijn. in een ullvoeringsvorm voorziet de onderhavig aanvraag daarin, dat de reinigingsvoorziening een naar de omgeving afgesloten opvangeenheid en de vloelstofopvangvoorziening een vacuüm afzuig- of pompsysteem omvat, ingericht voor het {ijdens bedrijf naar de opvangeenheid verplaatsen van door de vlosistofopvangvoorziening verzamelde viosistoffen.
De naar de omgeving afgesloten opvangsenheid kan de vorm hebben van een met de vloeistofopvangvoorziening verbonden pompbak of gootsysteem met een daarin geïntegreerd intern afschot naar het laagste punt. De instroom in een pompbak of gooisysteem van vloeistoffen en eventueel sediment en slib of andere vaste stoffen zal geschieden op het relatief laagste punt ien opzichte van een hieraan verbonden vloeistofdichte voorziening.
Vanwege de positie van het vioeistofdichie vloersysteem ten opzichte van haar afvoerpunt, zal de een pompbak een ten opzichte van de ligging van het vloeistofdichte vloersysteem en haar omgeving relatief lage instroomhoogte hebben, waarbij vloeistoffen nog vrij kunnen instromen in de pompbak. De slagruimte die een pomp beschikbaar beeft om te pompen, tussen de hoogie van een loegevloeide vloeistoïspiegel en de bodem van de pompbak, kan in de praktijk relatief gering zijn.
Om voslstoffen en eventueel sediment in massa uit de pompbak naar een siibvanger/afscheider te kunnen transporteren, Is een vacuüm afzuig- of pompsysteem voorzien, als vuilwaterpomp zonder draaiende delen en met voldoende ruimte in de pompbehuizing om sediment en grovere delen door te laten. Dit vacuüm afzuig- of pompsysteem is met voordeel gebaseerd op het venturiprincipe.
De werking van de ventur is gebaseerd op het creëren van een onderdruk binnen in de behuizing van de pomp, het pomphuis, door onder relatief hoge druk water door een vast gemonteerde nozzle of sproeiïmond in het pomphuis te persen en af te voeren in de afvoerrichiing van pomp.
De vorm van het pomphuis wordt gebaseerd op het stromingsgedrag van vloeistoffen volgens het wetmatige natuurkundige principe dat een toename van de snelheid van sen vloeistof of gas gepaard gaat met een verlaging van de druk. De toename van de snelheid wordt verkregen door water onder hoge druk langs een versmalling, de verturi, in het nomphuis ts persen,
De verkregen onderdruk in het pomphuis wil de uitstroom-energie compenseren & door aanwezig vlcsistoffslib in de afvoerrichting te stuwen. De toename van de snelheid van de vloeistof in de afvoerrichijng maal dat er een relatief groot debiet in de afvoerrichiing wordt gestuwd,
De capaciteit van de venturipomp is dermate groot dat de pompbak, vanwege de relatief geringe pompslag, vrij snel iseggezogen zal worden, waardoor de venturipomp dan op dat moment tegelijkertijd haar werking verliest doordat de pomp atmosferische lucht aan zal zuigen en dan afslaat,
Omdat bij gebruik na verloop van tijd weer voldoende vlosistof aan de pompbak wordt toegevoerd, zal het pomphuis wear geheel onder de vloelstofspiege! in de pompbak komen te staan on na activering van de pomp middels bijvoorbeeld sen niveauschakelaar in of aan de pompbak, weer In werking kunnen worden gezet. Het afgevoerde debiet wordt continu gecompenseerd zodat de venturiwerking actief bijft gedurende de levensduur van de pomp.
Aangezien de pompbehuizing van de venturipomp voldoendes ruimte at om vloeistof, sediment en grovere delen door te laten en er verder geen draaiende delen zijn, zal or geen stagnatie optreden in het afvosren van viogistof eventueel met sediment an evenlusel met grove brokken naar bijvoorbeeld een slibvanger/afscheider. Doordat de hogedrukeenheid de onderdruk in het pomphtis in stand houdt, zal de aanwezige vloeistof an eventueel sediment worden voortgestuwd en via een slang in de stibvanget/afscheider worden gepompt. Een systeem van afvoerbuizen is niet meer nodig, waardoor eventuele stagnatie in de afvoerbuizen en dergelijke door sib of vuilophoping hierin wordt voorkomen.
De onderdruk in de behuizing van de venturipomp kan worden verkregen door aan de behuizing van de venturipomp een hogedruk-watersysteem te koppelen. Als voorbeeld zou een plunjerpompeenheid van circa 14 l/min en een werkdruk van circa 140 bar kunnen 39 functioneren, De pompbehuizing kan volgens algemeen gangbaar gebruik worden uitgerust met een aansluiting voor een hogedrukleiding, zoals bekend in de stand van de techniek.
Voor sen perfecte ligging en opvang van oneffenheden in ean ondergrond, kunnen de panelen ook als gehesl onder het vooraf bepaalde enkelvoudig of meervoudig afschot worden ondersteund. De ondersteuning kan bestaan uit een zandondergrond, maar in een stalomgeving of verharde ondergrond kan de andersteuning beslaan uit bijvoorbeeld een geprofiiserde gebonden fundering voorziening om voldoende drukoverdracht van de hierop geplaatste vloerdelen naar de ondergrond door te geven,
In een bolvormige en eventueel vrijdragende constructie zijn of worden de pansien dan geplaaist op een wijze waarbij tegenover sikaar gelegen omtreksranden, over de volle lengte van een omtreksrand, op een ondergrond rusten, De bolvormige vloerpanelen kunnen ook worden geplaaist op een stabiele volledig dragende onderlaag. of ondergrond. in sen verders uiivosringsvorm is voorzien in een werkwijze voor hel vervaardigen van sen dragend drukbed geschikt voor het aanleggen van een vloer met vloerpanelen omvatiende de stappen van hel aanbrengen van een stelframe waarvan de afmetingen en contour overeenkomen met de aïmstingen, profijering, afschot en contour van de te vervaardigen vlosrvoorzisning en met sen framehoogte tenminste gelijk aan de voor het verstfenen van oneffenheden in de ondergrond of verharding en voor het verkrijgen van gen gewenst verval of afschot in de vloervoorziening benodigde hoogte, waarbij het frame de vloervoorziening geheel draagt en de dynamische en statische mechanische belastingen van op- an overrijdend Verkeer en voe, over de voorziening, geheel kan dragen,
De onderhavige aanvraag biedt naast sen technische ook een economische verbetering ten opzichte van de conventionele voorzieningen, door toepassing van het omschreven duurzame en lichtgewicht PC/ABS dat in een continue exirusieproductie kan worden vervaardigd en zo nodig kunststof composieimaterialen. mpliciet worden de gestelde eisen aan funderingen van de voorziening rslatet eenvoudiger. Daamaast zijn er grote en structurels besparingen te realiseren in onder andere het transport, de verwerking, het onderhoud of herstel, economische of technische afschrijving en is de vloer volgens de onderhavige aanvraag structureel onderscheidend en gunstiger dan conventionele voorzieningen,
Met ontwerp kan plaatsvinden volgens het cradle tot cradle principe en is bij herhaling recyclebaar.
De vormgeving en samenstelling van het gehele vloeistofopvang- en afvoersysteem kan zodanig worden uitgevoerd, dat installaties, nutsvoorzieningen en leidingwerk bovengronds op-, aan-, n- of nabij net opvangsysteens kunnen worden geplaats! of weer worden opgenomen of gedemonteerd. Met gehele opvang- en afvoorsysteerm is mede door deze vormgeving, samensteliing en eigenschappen relatief sanvoudig verplaatsbaar naar een willekeurige andere locatie met behoud van vorm en functie.
De uitvinding maakt het mogelijk dat bedrijfsactiviteiten met bodembedreigende viosistoffen, waarbij gedacht kan worden aan vrijkomende {vloeijstoffen als gevolg van chemische belasting, mest, urine, minerale oliën of brandstoffen en dergelijke en het reinigen en wassen maar ook tanken, vullen en aftappen van motorvloeistoffen zoals motorolie, koelvloeistof of ruitensprosiervlosistof of op- en overslag van zuren of logen en andere oxiderende of chemische vloeistoffen en stoffen, veilig en volgens voorschrift op of boven viceistofdichte opvangvoorzieningen kunnen plaatsvinden, waarbij het economische voordelen biedt om een verplaatsbaar lichtgewicht, duurzaam en bestendige (vloeijstofdichte vloervoorziening te realiseren. Welke vloeistofdichte voorziening ook nog eens permanent geschikt is en blijf voor het overrijden, overlopen of hierop plaatsen van zware en lichte dieren of objecten, of overrijdbaar is voor zware of lichte aslasten.,
De vloer met reinigingsvoorziening voldoet integraal en onderscheidend duurzaam aan de thans geldende eisen, bepalingen en normen, waaronder NEN-,
Euro- en CUR-normen voor dynamische, statische, mechanische, thermische en chemische bestendigheid, met behoud van de functies van (vloeijstofdichtheid. Daarbij is onderscheidend dat de samenstelling van elk paneel een zwaar te belasten dragende constructie kan omvatten, zonder sen de-laminatie risico zoals bekend van traditionele constructies.
In de onderhavige aanvraag is sen stelsel van (vloeistofdichte voorzieningen en maatregelen omschreven dis achtsreenvolgens vaste stof en vloeistof ofwel de mest en urine in een stalomgeving aan de bron scheiden, een mestkelder gas- en vloeistofdicht afsluiten, de vloeistofdichte vloer intrinsiek schoon houden, ammoniakvorming asymptotisch nivelleert, mest an urine verder gescheiden afvoert naar een afgesloten opvangeenheid en op deze wijze zowel mest en urine nog slechts zeer kortstondig aan de omgeving blootstelt en zo een oplossing biedt voor de problematiek die omschreven kan worden als de ‘stikstofproblematiek’.
Waar bijvoorbeeld dichte stalvloeren de ammoniakuitstoot van een dier reduceren van circa 13,3 kg naar 8,8 kg per jaar, kan met de gesloten vloer en reinigingsvoorziening volgens de onderhavige aanvraag een dergelijke reductie tot maximaal 3 kg per jaar worden bereikt.
De verplaatsbare reinigingseenheid met spoel-schuif-zuigfaciliteit en container zoals boven besproken kan als zelfstandige eenheid in de handel worden gebracht, in het bijzonder in de uitvoeringsvorm met verdere zuigfaciliteit, welke op de genoemde container î of op sen verdere afzonderlijke container op de verplaatsbare reinigingseenheid is aangesloten en meer in het bijzonder waarin de verdere zuigfacilifelt, gezien in de beoogde verplaatsingsriching van de verplaatsbare reinigingseenheid, achter de spoelschuif- zuigfaciliteit is gelegen.
Di geldt eveneens voor de uitvoerngsvorm van de verplaatsbsre reinigingseenheid waarin de verdere zuigiaciiteit van de verplaalsbars reinigingseenheit aansluit op een verdere container van de reinigingseenheid, voor het tijdens gebruik verzamelen van op de vloer achtergebleven mestilm en de ullvoeringsvorm waarbij de verplaatsbare reinigingseenheid voorzien is van een vloelstofreservair voor rsinigingsvlgeistof met tenminste één hiermee gekoppelde sproeier die is ingericht voor het tijdens gebruik op het te belasten oppervlak van de vloer aanbrengen van reinigingsvioetstot.
Voor verschilende toepassingen kan de zuigiunctie van een dergelijke verplaalsbare reinigingseenheid ook worden vervangen door de boven beschreven cyclonale functie. Ook kunnen één of meer van de verdere zuigfacilitell, de verdere container en het viceistofreservolr voor reinigingsvloeistof met tenminste een hiermee gekoppelde sproeier als slzonderlijke, add-on module worden verschaft, voor gebruik bij een verplaatsbare reinigingseenheid.
Evensens kan sen vloer met son le belasten oppervlak in de vorm van een vloeistofdichte laag Polycarbonaat/Acrylonitril Buladieen Styreen, PC/ABS, dan wel een uit vezel verster kunststof composiet vervaardigd pansel waarop een het ie belasten oppervlak vormende vloelstofdichte laag PC/ABS is aangebracht enfof een volledig uit
PGIABS vervaardigd panssl, bijvoorbeeld een paneel dat cen dnedimensionsle kKanaalnaatvorm bezt, al dan niet gevormd door extrusic zoals boven bBeschreven, desgewenst voor het bijvoorbeeld vormen van een zelfdragende constructie, afzonderlijk worden verschaft,
De onderhavige aanvraag openbaart voors een vloer of bodemvoorziening omvattende een te belasten vloeistofdicht oppervlak, waarin het te belasten oppervlak een vioeistofdichte laag Polycarbonaat/Acrylonitij Butadiesn Styreen, PC/ABS, omvat. in een uitvoeringsvorm van deze vloer of bodemvoorziening wordt mineraslgevuid PC/ABS gekenmerkt door sen uiizettingscoöfficiënt kleiner dan 5,0 10° om/cm/°0 in een bereik van tenminste -20 °C tot +80 °C.
Overeenkomstig de onderhavige aanvraag omvat het te belasten oppervlak van de vloer of bodemvoorziening zen aan het PO/ABS gehechte anti-sliplaag, zoals in het voorgaande beschreven,
In sen nog weer verdere uivosringsvorm omvat de viper of bodenvoorziening een volledig uit PC/ABS vervaardigd paneel, in het bijzonder waarin het panes! sen driedimensionale kenaalplaatvom bezi, met een op afstand tegenover het te belasten oppervlak gelegen verder oppervlak, welke oppervlakken door dwars hierop gelegen verbindingslamellen tussen de oppervlakken gevormde kanalen vormen, In het bijzonder waarin het paneel een geëxtrudeerde kanaalplaatvorm bezit en/of waarin de vloer een uit vezel versterkt kunststof composiet vervaardigd paneel omvat waarop de het te belasten oppervlak vormende vloeistofdichte laag PC/ABS Is aangebracht,
De vloer of bodemvoorziening voorziet ook in een uitvoeringsvorm met vloeistofdicht met elkaar verbonden panelen.
Het te belasten oppervlak van de vloer of bodemvoorziening, in een uibvoeringsvorm volgens de onderhavige aanvraag, heeft een naar tenminste één zijde hiervan hellende of gekromde vorm voor het vormen van een enkel- of meervoudig afschot, in het bijzonder een bolssgmentvormig gekromde vorm.
De vloer of bodemvoorziening vindt toepassing in eén of meer van wanden van vliegtuigen, windmolens en wieken hiervan, vrachtwagenbodems, fietspaden, chemische reinigers voor het opvangen en afvoeren van proceswater en spills, truck- en carwashinsiallaties, installaties voor het tanken en reinigen van voerluigen waaronder begrepen auto's, bussen, treinen, touringcars en vliegtuigen, inrichtingen voor het opvangen en afvoeren van gewasbeschermingsmiddelen, vliegveldinstaliaties voor de-icing van vliegtuigen, parkeerdaken, parkeerdekken en als vloeistofdichte vloer van sen voorziening voor het houden van staldieren.
Deze en andere aspecten van de onderhavige aanvraag worden verder gedetailleerd geïllustreerd aan de hand van de figuren van de bijgesloten tekeningen.
Korte Omschrijving van de Figuren
Figuur 1 toont een perspectivisch aanzicht. In gedestelijk weggebroken vorm, van een vloeistofdichte voorziening omvattende een drietal individuele driedimensionale bolvormige vloeistofdichte panslen van Polycarbonaat/Acrylonitril Buladiesn Styreen, PC/ABS, volgens een uitvoeringsvorm van de onderhavige aanvraag in een tweezijdig afschot, gericht op twee vloeistot-afvoergebieden.
Figuur 2 toont een perspectivisch aanzicht van een vloeistofdichte voorziening omvattende een drietal individuele driedimensionale vlakke vloeistofdichte panelen van PC/ABS, volgens een verdere uitvoeringsvorm van de onderhavige aanvraag, in een meerzijdig afschot, gericht op één vlosistof afvoergebied of afvoerpunt.
Figuur 3a, Figuur 3b en Figuur Jc tonen voorbeeld-doorsnede-details op vergrote schaal! van de driedimensionale structuur van panelen, in verschillende vormen, van het in Figuur 1 en Figuur 2 getoonde vloeistofdichte vloertype.
Figuur 4 toont een detail op vergrote schaal van een vorm van een vloeistof, slib-, mest, urine- afvoer- en opvangsysteem van de in Figuur 1 en 2 getoonde en tot een vloeistofdichte vloer gekoppelde vloeistofdichte panelen.
Figuur 5 toont een perspectivisch aanzicht van een pansel bestaande uit sen vezelversterkt kunststofcomposiet waarop een laag PC/ABS volgens de onderhavige aanvraag is aangebracht.
Figuur 6a en Figuur 6b tonen een reinigingseenheid in onder- respectievelijk zijaanzicht, met verschillende details en functies volgens de onderhavige aanvraag.
Gedetailleerde Beschrijving van de Figuren
Daar waar in de navolgende beschrijving en de conclusies de term ‘vloeistofdicht wordt gebruikt, betekent dit dat elk vloerpaneel zowel individueel als samengesteld tot één vloeistofdichte vloer, bezien vanaf het te belasten oppervlak, zowel vloeistofdicht als stofdicht is, maar ook intrinsiek gasdichtheid kan zijn. Dus meer algemeen fluidumdichtheid bezit.
In deze beschrijving en de conclusies wordt kortheidshalve de term ‘vloeistofdicht’ gebezigd, aangezien dit een term ís uit de literatuur en regelgeving en als zodanig herkenbaar is voor eon primaire functie, namelijk viceistofdichtheid.
De figuren zijn voorbeeldfiguren, gelijke onderdelen of onderdelen met dezelfde of overeenkomstige functie zijn met gelijke verwijzingscijfers aangeduid. De aanvraag is geenszins beperkt tot de getoonds en beschreven uitvoeringsvormen.
In de gedetailleerde figuren en beschrijvingen worden eerst de primaire functies omschreven van verschillende uitvoeringsvormen van een vloeistofdicht paneel 1, ook wel vloerpaneel genoemd, dat in samengevoegde vorm van meerdere panelen tot een vloeistofdichte vloer of vloervoorziening 19 is gevormd, met functies van één, twee of meerzijdig afschot en een samengestelde of gescheiden vloeistof, slib-, of mesiverwijdering
In een verdere uitwerking in deze beschrijving, wordt van een bepaald uitvoeringstype, uitgebreider ingegaan op sen gedetailleerde uitvoeringsvorm en haar omgeving.
In de Figuren 1, 2, 3a, 3b en 5-omvat elk paneel 1, 100, 110, 150 een te belasten vloeistofdicht oppervlak 2, dat wil zeggen het oppervlak waarop aclivileilen plastsvinden zoals in het voorgaande besproken, en een tlegencverliggend onbelast oppervlak 3, waannes het vloeistofdichte paneel bijvoorbeeld op een ondergrond 45 kan rusten, waaronder begrepen sen geprofileerde ondergrond jn de vorm van & bijvoorbeeld sen gebonden funderingslaag boven een staloosterwvloer, zoals schematisch geloond in Figuur 1 en 2, of een bouwkundige begrenzing 35 zoals een mestkalder 48 overdekt, zoals getoond in Figuur 1.
De vloeistofdichte panelen 1, 100, 110 en 150 zijn in deze getoonde uitvoeringsvorm rechthoekig van vorm en worden begrensd door eerste 4 en tweede 5 tegenovergelegen omtreksranden on derde § en vierde 7 tegenovergelsgen omireksranden. In de getoonde uivoerngsvorm liggen de eerste en tweede omtreksranden 4en 5 langs de Korte zijden van het rechthoekige vloelstofdichte paneel en liggen de derde en vierde omtreks-randen 6 en 7 langs de lange zijden van het vloeistofdichte paneel. ’ 15 Het vlogistofdichte paneel 1, 100, 110 Is In een uivoerngsvorn integraal gevormd ul minerssigsvuid PolycarbonaatAoryloniil Buladieen Slyreen, PU/ABS, 14 tof zen driedimensionale samengestelde structuur 8 zoals aangeduid In Figuur 1, 3a, 3b en 30.
Tussen de top- of deklaag 12 en onderlaag 13 strekken zich dwars hierop piaatvormige langwerpige lamellen 10 respectievelijk 11 in langsrichting uit. De lamellen 10 zijn loodrecht dwars op de top- of deklaag 12 en onderlaag 13 gevomid, zoals getoond in Figuur 3a of Figuur 3c en de plagtvormige langwerpige lamellen 11 strekken zich in langsrichtjng schuin dwars op de top-of deklaag 12 en onderlaag 13 uit, zoals gelllustreerd jn Figuur 3b.
De lamellen 10, 11 en de top- of deklaag 12 en de onderlaag 13 vormen één geïntegreerde driedimensionale structuur 8, zodanig dat cen paneel door de gekozen vorm, de onderlinge afstanden en plasising van de lamellen alsmede de dikte hiervan en de dikte van de top- of deklaag en de onderlaag voldoende weerstsnd biedt aan de gespedificeerde stalische en dynamische belastingen, Bijvoorbeeld met sen sterkte van 2 of 2,5 N/mm? bij gebruik als vloeistofdichte vloer in sen omgeving voor het houden van dieren, zoals vee,
De driedimensionale structuren 9 konnen met de term ‘kanaalplaal worden aangeduid, omdat de ruimtes 70, 73 en 72 tussen de lamellen 10, 11 en de top- of deklaag 12 en onderlaag 13 holle of open kanalen in langsrichting van de lamellen voren,
De driedimensionale structeur 8 kan In sen eenparige beweging in zen extrusieproces met een grondstof van een thermoplastische polymeer 14 van bij voorkeur maar nist uilsluitend, mineraalgevuide PC/ABS ontwerpiype XZ82720.00 of een bijvoorbeeld speciaal voor extrusie onlworpen oversenkomstig type PC/ABS, worden gevormd.
In de compositie van de geëxtrudeerde driedimensionale structuur 8, in de & uitvoeringsvorm zoals getoond in Figuur 3a, Figuur 3b en Figuur 3c omsluiten de evenwijdig aan sikaar gelegen top- of deklaag 12 en de onderlaag 13 als vlakke lagen of wanden de langwerpigs lamellen 19 c.g. 11.
In een verdere uitvoeringsvorm, zoals geloond in Figuur 3b, is in de driedimensionale structuur 8 van het paneel 100 nog een extra sleunlaag 51 geëxtrudeerd. Deze steunlaag 81 is verbonden met de schuin geplaatste plaatvormige langwerpige lamellen 11 en strekt zich evenwijdig aan de top- en onderlaag 12, 13 uit en heeft als hoofddoel eventuele knik van deze lamellen als gevolg van dynamische of statische mechanische of biologische lasten tegen te gaan. Begrepen zal worden dat met dit doel ook in de driedimensionsls structuur van het vloerpansel 1 of het 18 vicarpanest 110 sen extra steuntaag 51 dan wel meerdere steunlagen 51 kunnen worden geïntegreerd. (niet getoond). Uiteraard kunnen in de uitvoeringsvorm zoals getoond in Figuur 3a en Figuur 3c desgewenst ook in é8n of meerdere richtingen schuingeplaatste lamellen 11 worden aangebracht.
In sen verdere uiivoeringsvorm kan de driedimensionale strucluur 8 sen vierkante, hexagonale of een anders meerhoekige vorm of structuur hebben.
De aldus geproduceerde kanaalplaat voorziet in een driedimensionale structuur waarbij de interne ruimtes of kanalen worden gevormd door een aan elkaar verbonden vakwerkstruotuur van lamellen van sen bepaaide dikte. De dikte van de in het extrusieproces In de kanasiplaststructuly verbonden langwerpige plaatvormige lamellen Is afhankelijk van de ontwerpeisen en wordt, athankelifk van het toepassingsdoel, bepaald in de orde grootie van bijvoorbeeld 0,5 tof 5 mm, meer in het bijzonder tussen 1 en 3 mm.
Een op deze wijze geproduceerde kanaalplaat verkrijgt in hetzelfde prodactieproces, tegslijkertijd of volgtijdelijk, een top- of deklaag 12, zo nodig één of meer zijlagen of wanden, aan één of meer omireksranden 4, 5, 8, 7 van een paneel 1, 100, 110 een uitsparing 52, afstandhouders 53, zoals geïllustreerd in Figuur 3b, of een messing 74 en groefvorm 73 zoals getoond in Figuur 3c, en een onderlaag 13 van vergelijkbare dikie met de lamellen, dis vanwege de wijze van produceren als één geheel met de lamellen 10, 11 van de interne stuctuur tot een volledig kanaalplaatproduct zijn versmolten. Uiteraard kunnen kanaalplaten met andere dikles worden gerealiseerd. Een aldus geproduceerde kanaalplaat is als zodanig vanaf de te belasten zijde 2 op de top- of deklaag 12 intrinsiek gas- en vloeistofdicht.
Voor bet produceren van sen kanaalplaat met de gewenste eigenschappen van sterkte, stijfheid en dergelijke, zoals in hel voorgaande beschreven, wordt een extrusiemachine ingezet.
In het exdrusieproces wordt PC/ABS in verhitte of verwarmde toestand door een extrusiemal geperst, tot een geïntegreerde kanaalplaatstructuur.
Hot gedeelte van de kanaalplaat dat de extrusiemal verlaat wordt vervolgens in een volgende fase van het productieproces afgekoeld door middel van onder andere 19 sen gestuurde luchtkoeling door de interne ruimtes of kanalen van de kanaalplaat, langs de gevormde lamelstructuren en wanden of lagen van de beoogde kanaalplaat en wordt met behulp van vacuüm verder in zijn vorm gehouden.
Dat wil zeggen, direct na het verlaten van de mal wordt de kanaalplaat verder geleid door een vacuûnruimte, waardoor de warme, nog instabiele kanaslplaststructuur, onder invloed van het aanwezige vacuüm, mede in zijn uiterlijke vorm wordt gehouden, totdat de kanaalplaat verder is afgekoeld en haar uiteindelijke vaste vorm en stabilitelt verkrijgt.
Het afkoelingsproces betreft voornamelijk initieel een luchtgestuurde koeling langs de lamellen en wanden van de te vormen kanaalplaat en draagt zo bij aan de weersland legen een eventuele vervorming van de nog warme en plastische {amellensiructuur tijdens het maakproces.
Door de temperatuurdaling als gevolg van de luchtkoeling neemt het axtrusieproduct haar harde gradatie aan, tot het geheel uiteindelijk is afgekoeld en alle sigenschapen van sterkie, stijfheid en dergelijke heeft aangenomen.
De productie van een kanaalplaat is op deze manier sen continuproductie met bijvoorbeeld een vaste breedtemaat, namelijk de breedte van de exirusiemal en een lengte die overeenkomst met een gewenste of praktisch goed hanteerbare lengte van een vigsistofdicht vloerpaneel.
Als sen vioeistofdicht vloerpaneel bijvoorbeeld 3 meter lang zou moeten zijn, dan wordt in het productieproces. de lengte van een geproduceerde kanaalplaat door snijden, zagen of gelijkwaardige handeling op telkens 3 meter bepaald, zodat er een veelvoud van 3 meter lange kanaalplaten met een vaste breedie ontstaan. Het voorbeeld van 3 meter is willekeurig en kan anders maten representeren. in een kanaalplaativiosistofdicht vloerslement volgens de onderhavige aanvraag kan een vloerpanesl als een vlakke plaat-uitvoering worden verwerkt, maar cok met sen tweezijdig afschot door een vloerpaneel sen bolling (tonrond) van bijvoorbeeld 1 of 2 % of minder of meer te geven, na de extrusie, maar nog vóór dat de plaat geheel is afgekoeld. Hat tweezijdige afschot wordt op deze wijze in de afkoslende molecuulstructuur van de PC/ABS thermoplast zonder spanning & geïntegreerd, waarbij het paneel, c.q. de kanaalplaat na afkoeling, deze vorm behoudt.
De bolling {tonrond} wordt dan in warms toestand aangebracht door bijvoorbeeld een nog warm kanaalplaatdeel dat uit het extrusieproces komt in een gewenste vorm ie brengen door dit als geheel bijvoorbeeld in een halfpipe-mal met sen gelijk percentage afschot te leggen, hiernaar te vormen en deze voorts verder in deze vorm te laten afkoslen,
Het voorgevormde afschot kan zinvol zijn op de plaatsen waar sen vloeistofdicht vloersysteem wordt aangelegd en niet gewerkt kan worden mat een ‘recht’, eenzijdig of meerzijdig aangelegd afschot, maar met een tweezijdig of meerzijdig afschot in de vorm van een ‘tonrond’ aangelegd vloersysteem.
Tonrond’ is een term uit de wegenbouw en hiermee wordt bedoeld dat een voorziening afschot heeft naar twee of meer zijden, gerekend vanaf het midden van de voorziening, en uilgedrukt in een percentage (0%).
De mogelijkheid om de driedimensionale structuur 9 te wijzigen is in de onderhavige aanvraag gevonden in het wisselen van de extrusiemal in de extrusiemachine. Daarbij wordt de keuze voor de vorm een extrusiemal en dus van de driedimensionale structuur c.g. de vakwerkstructuur met zijn lamellen en wanden mede bepaald door de optimale berekening en uitwerking van de gewenste sterkte en de benodigde hoevestheid PC/ABS thermoplastisch polymeer en ontwerpdikte van de verticale lamellen en lagen of wanden, zoals boven besproken.
Bij het koppelen of verbinden van twee of meer vloeistofdichte panelen fot een samengestelde vlosistofdichte vloervoorziening 19, worden de afstandhouders 53 van twee aangrenzende vloeistofdichte panelen 100 tegen elkaar gelegd, zodat er een langwerpige voegruimte 58 tussen de omireksranden van twee aangrenzende panelen ontstaat. Eenzelfde langwerpige voegruimte 56 tussen de omtreksranden van {wee aangrenzende panelen 110 wordt gevormd door de messing 74 en groef 73 zodanig ie dimensioneren dat de voegruimte 56, na de verbinding, voldoende openbliift. De vorm van de messing en groef 73, 74 kan rechthoekig, vierkant, rond, of zoals in Figuur 3c trapeziumvormig zijn, dan wel elke andere geschikte vorm hebben.
Met behulp van bijvoorbeeld een dubbel uigevoerde langwerpige kunststofpees 54, opgenomen in twee tegenoverliggende uitsparingen 52, worden twee Individuele vloeistofdichte vloerpanelen 100 aan elkaar verbonden. In de voegruimte 56 wordt ten behoeve van het vloeistoidicht afdichten van aangrenzende of opvolgende vloeistofdichte vioerpanelen 1, 100, 110 bijvoorbeeld een foamvulling 55 aangebracht en aldus vloeistofdicht tot een vloeistofdichte voorziening 19 aan elkaar verbonden middels een & zich in langsrichting van de derde 6 respectievelijk vierde omtreksrand 7 in dit voorbeeld uitstrekkende vioeistofbestendige voegmassa 18, zie Figuur 1, Figuur 2 en Figuur 3b.
In de uitvoeringsvorm van net paneel 110 zoals getoond in Figuur Sc wordt de voegruimie 56 eveneens vlosistofdicht gesloten met behulp van bijvoorbeeld sen foamvulling 55 en een zich in langsrichiing van de derde 6 respectievelijk vierde omtreksrand 7 in dit voorbeeld uitstrekkende vlosistofbestendige voegmassa 18.
Het type of soort van de voegmasse 18 wordt gekozen afhankelijk van het type of soort vloeistoffen waaraan het te belasten oppervlak van de vloervoorziening 19 wordt blootgesteld. Een aan het PC/ABS uitstekend hechtende voor dit doel geschikte voegmassa is bijvoorbeeld commercieel verkrijgbaar onder de productnaam SABA
Ecoseal AC of SABA Ecoseal Bio HM.
Begrepen zal worden dat panslen 180 op soortgelijke wijze als de panelen geïllustreerd in Figuur 3b en Figuur 3c onderling. vloeistofdicht kunnen worden gekoppeld.
Meer in detail kan zowel elk vloeistofdicht vicerpanee! 1, 100, 110 en 150 en de vloeistofdichte vloervoorziening 19 als geheel, schematisch getoond in Figuur 1 en 2, voldoen aan de normeisen voor dynamische, statische, mechanische, thermische en chemische belasling. Onder normeisen word! in dit verband o.a. verslaan: TGB 1990;
NEN 6702; NEN 6706; Eurocodes en CUR 86 dat aan een verkeersklasse 600 kan voldoen.
Een voelstofdicht vloerpaneel of kanaaiplaal kan in een uitvoeringsvorm vlak worden uitgevoerd, zoals in Figuur 2 is geïllustreerd, waarbij voor elk afzonderlijk vloeistofdicht vloerpaneel 1 een zelfstandige eenzijdige individueel afschot 15 en een hiervan afgeleide afvioeirichting 18 kan worden bepaald, schematisch aangegeven met streep-puntvormige pijlen, bijvoorbseld gericht naar de eerste omtreksrand 4 zodanig, dat door de aldus geplaatste onderlinge samenvoeging van de individuele vloeistofdichte vicerpanalen 1 tot een vloeistofdichte voorziening 19 een meerzijdig afschot ontstaat gericht naar het laagste punt of gebied van deze vloeistofdichte voorziening. Vloeistoffen die op het te belasten oppervlak van de op deze wijze samengestelde vloeistofdichte voorziening 19 terechtkomen, stromen onder invloed van de zwaartekracht en afvioeirichting 18 af naar een afvoergebied 20 op het te belasten oppervlak en naar een afvoerpunt 27, gelegen op het laagste punt aan de eerste omtreksrand 4.
Het vloeistofdichte vloerpaneel 1 is in de geïllustreerde uitvoeringsvorm voorzien van een zich vanaf de eerste omtreksrand 4 naar de twsede omtreksrand 5 en evenwijdig aan de derde en vierde omtreksranden 6 en 7, over het centrale deel of middendeel van het vloeistofdichte vloerpaneel 1 uitstrekkend tweezijdig bolvormig afschot 15, met een afvioeirichting 16 aflopend naar de eerste omtreksrand 4 en afschot 15 met een afvioeirichting 18 aflopend naar de tweede omtreksrand 5, zoals geïllustreerd met streep- puntvormige pijlen in Figuur 1 en 2.
Van een uit meerdere vloeistofdichte vloerpanelen 1 samengestelde vloeistofdichte voorziening 19 volgens de schematisch voorgestelde uitvoeringsvormen, zoals geloond in Figuur 1 en 2, kan op of tegen buiten langs de eerste omireksrand 4, respectievelijk in een gespiegelde positie van de vloeistofdichte voorziening 19 langs de tweede omtreksrand 5, van de vloeistofdichte voorziening 19, een vloeistofbarrière 8 aangebracht zijn en vloeistofdicht met de vloeistofdichte voorziening 19 verbonden middels het bijvoorbeeld aanbrengen van een vloeistofbestendige aan het PC/ABS hechtende voegmassa 18. De vloeistofbarrière 8 kan bijvoorbeeld bestaan uit een metalen of uit kunststofelementen vervaardigde dorpel 34, zie Figuur 2, In een verder uitwerking kan de vloeistofbarrière 8 ook bestaan uit een bouwkundige begrenzing 35.
Deze additionele barrière 8 behoedt tegen het buiten de vloeistofdichte voorziening 19 uittreden van vloeistoffen welke onder invloed van de zwaartekracht en afschot 15 met een afvioeirichting 16 vanaf het te belasten oppervlak 2 naar een vioeistof- opvangvoorziening of afvoervoorziening 27 afstromen, zie Figuur 2.
De hechtende voegmassa 18 wordt aangebracht op het snijvlak van de deklaag 12 van de vloeistofdichte voorziening en de dorpel 34 of de vlakke verticale bouwkundige hegrenzing 35.
In de getoonde uitvoeringsvormen is de vloeistofdichte voorziening 19 over de het gehele te belasten oppervlak 2 voorzien van een aan elk vloerpaneel 1 gehechte anti- sliplaag 17, waardoor op- en overrijdende of geplaatste voertuigen, objecten, personen en dieren niet op het te belasten oppervlak slippen of uitglijden.
Een dergelijks anti-sliplaag kan bijvoorbeeld bestaan uit een zogeheten magere verdeling van fijne split, fijne steenslag, fijne grindkorrels en/of fijne metaaldeeltjes ingebed in een polyurethaanlak. De hoeveelheid korrels en/of deelfjes en de korrel/deelfjesgrootte kunnen worden afgestemd op de gewenste anti-sfipwerking. De antsliplaag mag uiteraard de reinigende werking van een over het te belasten vloeistofdicht oppervlak voortbewegende verplaatsbare reinigingseenheid niet hinderen.
Een praktische lengie-breedteverhouding van ieder vloerpaneel ís. bijvoorbeeld circa 2:1, waarbij de maximale lengte- en breedtematen zodanig zijn gekozen, dat een enkel paneel of een sel gestapelde vloerpanelen 1 passend in een zeecontainer of wegvoerluig kan of kunnen worden getransporteerd.
Het vloeistofdichte vicerpansel 1 is in de in Figuur 1 en 2 getoonde
Uitvoeringsvorm van een vloeistofdichte vloervoorziening 19, aan de eerste omireksrand 4 voorzien van sen viosistofopvangvoorziening c.q. afvoervoorziening 27, die. meer in detail is afgebeeld in Figuur 4.
Deze afvoervoarziening 27 is ten opzichte van de vloeistofdichte voorziening 19 lager in niveau aangsbracht en omvat een pompbak 36 en een veniuriwerking 37 in een pornphuis 28, waarbij de werking van de venturi of versmalling is gebaseerd op het creëren van een onderdruk 41 binnen In de pompbehuizing 38 door bijvoorbeeld water onder hoge druk 42 vanaf een hogedrukwalersystsem 44 door sen vast gemonteerde nozzle 38 in de pompbehuizing 38 te persen en af te voeren in de afvoerrichting 40.
De vorm van de pompbehuizing 38 en de venturi of versmalling is gebaseerd op het stromingsgedrag van vloeistoffen en het wetmatige natuurkundige principe dat een foename van de snelheid van een vloeistof gepaard gaat met een verlaging van de druk.
De ioename van de snelheid van de vloeistof in de afvoerrichting 40 maakt dat er sen relatief groot debist in de afvoerrichting 40 wordt gestuwd. Door de onderdruk 41 in de pompbehuizing 38, als gevolg van het aan de pompbshuizing 38 koppelen van een hogedrukwalersysteem 44, wil de ventunwerking 37 in de pomphehuizing 38 de ufistroomensrgie compenseren door aanwezig water in de afvoerrichting 40 te stuwen.
De capaciteit van de venturiwerking 37 is dermale groot, dat vloeistof in de pompbak 36, vanwege de relatief geringe pompslag, vrijwel onmiddellijk wordt weggezogen. Bij het leegraken van de pompbak 36 zal de venturiwerking 37 tegelijkertijd haar vacuüm verliezen, doordat atmosferische lucht uit de pompbak wordt aangezogen.
Aan de pompbak 38 wordt minimaal voldoende supplstiewater 42 als spoelwater toegevoerd, zodanig dat de pompbehuizing 38 geheel onder water zal blijven staan en derhalve. geen atmosferische lucht zal aanzuigen, Het afgevoerde debiet wordt continu gecompenseerd en hierdoor kan de venturiwerking 37 actief gedurende de pompperiode in stand worden gehouden.
Een niveauschakelaar of sensor 43 in de pompbak 36 activeert 81, als de in de pompbak 38 verzamelde af te voeren vloeistof weer een bepaald niveau heeft bereikt, het hogedrukwatersysteem 44 waardoor de venturiwerking 37 aanslaat en weer vloeistof uit de pompbak 36 wordt afgevoerd 40.
Aangezien de pompbehuizing 38 en de veniuriwerking 37 zodanig kunnen worden gedimensioneerd om voldoende ruimte te hebben om water, sediment en grove delen door te laten en er voorts geen draaiende delen zijn, zal er geen stagnatie optreden van af te voeren water met sediment, zodat door de venturiwerking 37, afvalwater en sediment, eventusel met grove brokken, naar een externe, bijvoorbeeld naar de omgeving afgesloten opvangsenheid 26 kunnen worden getransporteerd, desgewenst in combinatie met een slibvanger/afscheider, zoals getoond in Figuur 2.
Als voorbeeld kan een afvoersnelheid van circa 14 ¥min en een werkdruk van circa 140 bar functioneren. De pompbehuizing 38 is volgens algemsen gangbaar gebruik, standaard uilgerust met een aansluiting. voor sen hogedrukieiding volgens de stand van de techniek,
Aldus is sen effectief werkend vacuüm afzuig- of pompsysteem 80 verkregen, ingericht voor het tijdens bedrijf naar de opvangeenheid 26 verplaatsen van door de vioeistofopvangvoorziening verzamelde vloeistoffen.
De samengestelde vioeistofdichte voorziening 18 is langs bijvoorbeeld de eerste omtreksrand 4 respectievelijk de tweede omtreksrand 5 voorzien van een sproelsysteem dat in deze uitvoeringsvorm is opgebouwd uit sen rond of kokervormig lichaam of buis 22 met verspreid over de lengte hiervan een aantal sproetlnozzies 23. Door bijvoorbeeld het hogedrukwatersysteem 44 ook op het lichaam of buis 22 aan te sluiten kan water door de sprosi-nozzles 23 worden geperst.
Het hogedrukwatersysteem 44 kan bijvoorbeeld periodiek worden ingeschakeld of geactiveerd, zodat de sproei-nozzles 23, afhankelijk van de afgegeven waterdmuk en werkingstijd, sen hoeveelheid water over de vloeistofdichte voorziening 19 sproeien. Als gevolg van het afschot 15 en de afvioeirichting 16 van de vloeistofdichte voorziening 19, verzamelt het sproeiwater zich weer op het vloeistofafvoergebied 20 fotdat het zich verzamelt in de pompbak 36 en door middel van het venturiwerking 37 weer wordt afgezogen.
Het hogedrukwatersysteem 44 dat water door de sproel-nozzles 23 perst, kan additioneel worden voorzien van een supplelievloeistof bijvoorbeeld in de vorm van peroxide of azijnzuur of een vergelijkbare effectieve stof, teneinde bijvoorbeeld in een omgeving voor het houden van staldieren de pH te verlagen en daardoor ds urease íe remmen en de ammoniakvorming tegen te gaan. Uit onderzosken en studies is gebleken dat peroxide of azijnzuur de reactie tussen het enzym urease en ureum tegengaat.
In sen verders uitvoeringsvormn bezit sen vloeistofdicht vloerpaneel 1 op afstand van en langs tenminste één omtrek rand gelegen, vast in het vloerpansel 1 aangebrachte toegankelijke koppelslemenien, zoals. bijvoorbeeld schroefdraadbussen 48, zoals schematisch geïllustreerd in Figuur 1 en Figuur 2.
Deze schroefdraadbus 48 heeft aan de buitenzijde een scherpe schroefdraad 57 waarmee de bus 48 in een extern materiaal zoals PC/ABS, kunststof, hout, en dergelijk & kan worden gedraaid en heeft aan de binnenzijde sen nominale schroefdraad 58 van een afmeting waarmee, afhankelijk van de gekozen bevestiging op sen vloeistofdicht vloerpaneel 1, een DiN-bout van bijvoorbeeld M16 of M10 kan worden bevestigd aan de schroefdraadbus 48. Een ander zoals schematisch op vergrote schaal geïllustreerd in het detail van Figuur 1 en Figuur 2.
Deze functie dient bij voorkeur voor het losneembaar koppelen van bevestgingsmiddslen, om aangrenzende viosistofdichie vloerpanelen 1 verder mechanisch stevig met elkaar te koppelen, om duurzaam te voldoen aan eisen en nomen van de dynamische, statische, mechanische, thermische en chemische eigenschappen van de vloeistofdichte voorziening 19.
Met deze schroefdraadbussen 48 kan bij voorkeur ook sen op- en afrijplaat aan sen vloeistofdichte voorziening 1 worden bevestigd, bijvoorbeeld langs de derde omtreksrand § en/of vierde omtreksrand 7 hiervan (niet getoond).
De in Figuur 1 en 2 getoonde detailleringen hebben betrekking op een vloeistofdichte voorziening 19 in een enkelvoudig of meervoudig afschot 15, waarbij de vloeistofdichte voorziening 19 is begrensd. door sen dorpel 34 of aansluit op een bouwkundige begrenzing 35 in bijvoorbeeld een stalomgeving.
Een uil de praktijk bekende, gemiddelde stalomgeving is ontworpen boven een vloeistofdichte mestkelder 49, zoals geïllustreerd in Figuur 1, die afgedekt wordt door sen roostervioer 28, waarbij overlopend of staand vee mest en urine dropt dat enkelvoudig of gezamenlijk onder invloed van de zwaartekracht, door de roostervioer 28 naar de mestkelder 49 zakt en daar zich als drijfmest verder verzamelt,
Zoals eerder is aangegeven ontstaat door de chemische reacties van mest en uring samen ongewenste ammoniakvorming en in een verdere reactie sen onwenselijke interne en externe stikstofdepositie, als gevolg van het naar de omgeving vervluchtigen van ammoniakdampen.
De opgave van de onderhavige aanvraag is mede daarin gelegen, om de mest en urine als vaste stof en vloeistof gescheiden te houder vanaf de bron, dat wil zeggen het dier en ook gescheiden af te voeren, zodat ammoniakvorming niet of slechts In zeer geringe mate kan plaatsvinden.
In de onderhavige aanvraag wordt in een technische uitwerking door middel van esn vloeistofdichte voorziening 19, de gehele bestaande mestkelder 49 gas- en viosistofdicht afgesloten door met het aanbrengen van de vloeistofdichte voorziening 13 de roostervicer 28 geheel te overdekken vanaf enerzijds de bouwkundige begrenzing 35 gelegen aan de serste omtreksrand 4 tot anderzijds de bouwkundige begrenzing 35 gslegen aan de tweede omtreksrand 5.
De hoogte van de bouwkundige begrenzing 35 komt bijvoorbeeld gemiddeld overeen met de hoogte van een gemiddelde ligbox in een stalomgeving met ligboxen ten opzichte van de roostervicer 28, met dien verstande dat het ronde of koker of buisvormige lichaam 22 van het hogedrukwatersysteem 44 met sproei-nozzies 23, tegen de verticale bouwkundige begrenzing 35 boven de vloeistofdichte voorziening 198 kan worden bevestigd, waarbij de sproei-nozzles 23 in het vlosistof afvoergebied 20 tof aan het te belasten oppervlak van de vloeistofdichte voorziening 19 reiken.
Ter afscherming van het ronde of kokervormige lichaam 22 en de hieraan verbonden sproei-nozzles 23, tegen verstoring door mest, slib en overige vaste stoffen bijvoorbeeld in een stalomgeving, wordt een plank- of plaatvormig lichaam 30 met ean eerste omireksrand 31 mechanisch verbonden aan de bouwkundige begrenzing 35 en met bijvoorbeeld een bestendige voegmassa 18 gas- en vloeistofdicht aangebracht tegen de bouwkundige begrenzing 35.
Het plank- of plaatvormige lichaam 30 wordt op deze wijze boven het ronds of kokervarmige lichaam 22 en de sprogi-nozzies 23 van het hogedrukwatersysteem 44 geplaast.
Een dergelijk plank- of plaatvormig lichaam 30 dat met een eerste omtreksrand 31 tegen de verticale bouwkundige begrenzing 35 vloeistofdicht is aangebracht en bevestigd, rust op basis van zijn eigen gewicht op het te belasten oppervlak 2 van de vloeistofdichte voorziening 19, op een dusdanige wijze dat er tussen de tweede omtreksrand 32 van het plank- of plaatvormige lichaam 30 en het te belasten oppervlak 2 van de vloeistofdichte voorziening 19, sen spleetvormige ruimte 33 resteert.
Het plank- of plaalvormige lichaam 30 is aan de tweede omtreksrand 32 voorzien van nokken 59 die rusten op het te belasten opperviak 2 van de vloeistofdichte voorziening 19, zodat op deze wijze door de ruimte lussen de tweede omtreksrand 32 met de nokken 59 en het te belasten oppervlak 2 van de vloeistofdichte voorziening 19 sen spleetvormige ruimte 33 ontstaat, waardoor het water dat door het hogedruk- watersysteem 44 door het ronde of kekervormige lichaam 22 en de sproel-nozzles 23 wordt geperst, via deze spleetvormige ruimte 33 {ussen de nokken 59 door over het te belasten oppervlak 2 van de vloeistofdichte voorziening 19 kan vloeien.
Als gevolg van het afschot 15 en de afvloeirichting 18 naar het vloeistofafvoergebied 20 tosstromende vloeistoffen, zulen de toestromende vioeistoffen door de spleetvormige ruimie 33 naar de bouwkundige begrenzing 35 stomen en verder als gevolg van het afschot 15 en afvloeirichting 16 via het vloeistofafvoergebied 20 naar de pompbak 36 afvlpeien.
Het ronda of kokervormige lichaam 22 van het hogedrukwatersysteem 44, dat ' gemonteerd word! aan de bouwkundige begrenzing 38 langs de serste omireksrand 4 respectievelijk tweede omtreksrand 5, begint op de plaals waar de vloeistofdichte voorziening 19 fangs de derde omtreksrand 8 begint en eindigt waar de vloeistofdichte voorziening 19 langs de vierds omireksrand 7 eindigt. in een uitvoeringsvorm, zoals schematisch, perspectivisch gefliustreerd in Figuur §, voorziet de onderhavige aanvraag daarin, dat de vloer een paneel 150 omvat vervaardigd uit een drager 151 van vezelversterkt kunststof composist waarop een het te belasten oppervlak vormende vloeistofdichte laag PC/ABS als het te belasten oppervlak 2 desgewenst met anti-sliplaag 17 is aangebracht.
Een dergelijke vloeistofdichte vioer- of bodemvoorziening 150 van PC/ABS als het le belasten oppervlak 2 op een drager 151 van vezelversterkt kunststofcomposiel kan evensens als sen geïntegreerde constructie in de vorm van een kanaalplaat, in een hexagonale vorm of vergelijkbare constructieve vorm worden uilgevoerd. Zo nodig met een meerzijdig omsluitende kunststothuid, zoals een enkels of meerlaagse hechtende
PC/ABS polymeer- of glasvezelhuid, epoxy, polyurea of polyurethaan of vergelijkbare hechtende Kunststoffen en die enerzijds relatief cht van gewicht en anderzijds geschikt is voor zwaardere verkeersbelastingen van verkeersklasse 600 (20 ton aslast) of lichter.
Met ronde of kokervormige lichaam 22 aangesloten op het hogedrukwatersysleem 44 kan eveneens fungeren als een verder sproeisystsem overeenkomstig de onderhavige aanvraag voor additionele reiniging van de vioervoorziening. In de uitvoeringsvorm volgens Figuur 1 is ook een afzonderlijk of verder sprosisysieem in de vorm van een kokervormig lichaam of leiding of buis 90 met sproeinozzies 91 langs de vloervoorziening 19 aangebracht voor het additioneel op het te belasten oppervlak aanbrengen van reinigingsvloeistof. Dit verdere. sprosisysteem 30, 91 kan op het hogedrukwatersysteem 44 of sen afzonderlijk hogedruksysteem (niet getoond) zijn aangesloten.
Op en over de vloeistofdichte voorziening 19 verplaatst zich een reïnigingseenheid 50, getoond in Figuur 8a en Figuur 8b, waarvan de functies zodanig zijn geprogrammeerd naar de actuele stand van de techniek, dat in sen semi-continu beweging de slib en/of mest en overblijvende restvioesistoffen van het te belasten oppervlak 2 van de vloeistofdichte voorziening 19 worden opgenomen afgevoerd of naar een daartoe bestemde geslolen sxlerne gesloten containeropsiag 26 of eerst tijdelijk opgeslagen in een op of aan de reinigingseenheid 80 geplaatste container 60.
Periodiek wordt! in de werkbewegingen van de reinigingseenhsid 50, de op of aan de reinigingseenheid 50 gevulde container 60 in een daartoe bestemde gesloten externe gesloten containeropslag 26 geleegd.
Verplaatsbare reinigingseenheden die mel een schraap-, lepsl en/ of sen vacuim-opnamesystsem mest of een mesturinemengsel vanaf cen mestgang opnemen en in sen opvangeenheid lossen zijn in de handel verkrijgbaar. Deze zogenoemde mestrobots vinden hun weg door een stal met behulp van radiografische besturing of uitrasoonsensoren. In een verdere uitwerking beschikt een of meer typen mestrobots over een gyroscoop waardoor sen mesirobot, in combinatie met de sensortschnologie, de machine om zijn as kan laten draalen en ts allen tijde zijn positie ten opzichte van zijn staripunt kan bepalen.
Figuur 8a en Figuur 8b loont een reïnigingseenheid 50 met verschillende details en functies overeenkomstig de onderhavige aanvraag, zoals sen additionele spoel en zuigeenheid. De figuren zijn voorbseldfiguren, gelijke onderdelen of onderdelen met dezelfde functie zijn met gelijke verwijzingscijfers aangeduid. De onderhavige aanvraag is geenszins beperkt tot de getoonde en beschreven uiivoeringsvorm.
In Figuur 6a wordt In onderaanzicht an in Figuur 8b in zijaanzicht een mobiele of zelfstandig over het te bslasten oppervlak van een vloer verplaatsbare reinigingseenheid 50 volgens de onderhavige aanvraag getoond, in het bijzonder voor gebruik in een stalomgeving. Deze reinigingssenheid omvat een mestcontainer 60 en esn mestschuif 81, een eerste sprosileiding 62, èén of meer sproeiers of nozzles 63; ser tweede sproeileiding 64 met één of meer sproeiers of nozzies 63, welke aansluiten op sen viosisiofreserveir 77 van de reinigingseenheid, schematisch getoond met een onderbroken cirkellijn, een besturingsesnheid met bijvoorbeeld computergestuurde besturingslogica en sensoren 65 alsmede een vaculim-zuigmond 88,
Voor het verplaatsen van de reinigingseenheld zijn wielen 89 voorzien die gekoppeld zin, met een elektromotor 75 of soortgelijke sendrijving in de reinigingseenheid, zoals schematisch getoond met een onderbroken cirksllijn. Voor hat bekrachtigen van de elektromotor zijn op zichzelf bekende, herlaadbare accu{s} of batterij{en) in de reinigingseenheid opgenomen (niet getoond). In de praktijk zal een sial dan ook van een laadstation zijn voorzien, waarmee de relnigingseenheid zelistandig kan koppelen om zijn accu(s) of batterijen) te herladen.
Zo nodig kunnen twee of meert reinigingseenheden worden ingezet, meds afhankelijk van de sialgroofte en capaciteit van de agcu(s) of batterijfen) en het energieverbruik van de reinigingseenheid, waarbij bijvoorbseld een van de reinigingseenheden speciaal is ullgerust voor het nareinigen van de vloer met een verder sproeisysteem zoals in het voorgaande beschreven,
De onderdelen 61, 62, 63, 64 en 66 vormen in combinatie een spoel-schuif- zuigfaciliteit voor het van een te belasten oppervlak opnemen van mest.
De functionaliteit van de sposl-schuif-zuigfacifiteit heeft als doel om mest of een samenstel van mest en urine, door sen voortgaande beweging, samen te schuiven en onder invloed van vacuüm door middel van de vaculim-zuigmond 86 op te zuigen en in de mestcontainer 80, als onderdeel van de reinigingseenheid 50, te deponeren.
Om dit schuff- en opzuigproces verder te faciliteren en te optimaliseren kan een eerste sprosileiding 62 met nozzles 63 worden geactiveerd en wordt er water door de nozzles 63 op het te belasten oppervlak 2 van de vloer gesproeid, waarna de vacuim-zuigmond 66 het mengsel van mest en wine opneemt! en deponeert in de mestconiainer 60.
De reinigingseenheid 80 voorziet verder in een tweede sproeileiding 84 met nozzles 63 die als functie heeft om, als verder sprosisysicem, na de werking van het primaire spoelsysteem 22, 23, het te belasten oppervlak 2 van een vloer nat te maken zodat restanten van het mengsel van mest en urine, nadat de vacuiim zuigmond 66 dit mengsel heeft opgezogen, verdund worden ten behoeve van gen schone opname door een verdere zuigfaciliteit,
De onderhavige aanvraag voorziet in een uitbreiding van de functionaliteit van de reinigingseenheid 50 door hat additioneel aanbrengen van een verdere zuiglaciliteit of verdere vacuim-zuigmond 67. Deze verdere vacuüm-zuigmond 87 strekt zich bij voorkeur over de gehele bresdie van de relnigingsesnheid 50 uit en is gezien in de verplaatsingsrichting 68 van de verplaatsbare reinigingseenheid 50, voor het verzamelen van vaste stof, achter de sposl-schuif-zuigfaclelt 61, 62, 63, 64 en 66 gelegen, zoals geïllustreerd in Figuur 8a en Figuur 6b.
Dat wil zeggen, gepositioneerd achter de tweede sproeileiding 64 aan de tegenovergestelde zijde van de rijbeweging:88 van de reinigingseenheid 50.
De tweede sprosileiding 84 en de nozzles 83 sproeien, in de onderhavige aanvraag, het te belasten oppervlak 2 van de vloeistofdichte voorziening 19 nat en de verdere vaculim- zuigmond 67 zuigt de restanten van de natte substantie van vloeistof en organische stof op en deponeert dit eveneens in de mestcontainer 60 of in een verdere container 76 van de reinigingseenheid 50.
In een verders aanvulling volgens de onderhavige aanvraag, is de reinigingseenheid voorzien van een voor het tijdens gebruik verzamelen van op de vloer aangebrachte reinigingsvloeistof en een verder vloeislofreservolr 78 voor reinigingsvioeistof met tenminste één hiermee gekoppelde sprosier ingericht voor het tijdens gebruik op het te belasten oppervlak van de vloer aanbrengen van reinigingsvloeistof. In een uiivoeringsvorm kan bijvoorbeeld sen van sprosileidingen. 64 met bijbshorendes sproeiers op dit reservoir zijn aangesloten, Uiteraard kan ook voorzien zijn in verdere sprosiers of nozzles die op dit verdere reservoir zijn aangesloten (niet getoond}. Als fsinigingsvloelsiof kan bijvoorbeeld water met urease-remmers zoals peroxide of azijnzuur worden toegepast, zoals boven besproken.
Deze uitbreiding van de funcijonaliteit van reinigingseenheid 50 heeft tot doel om het te belasten oppervlak 2 van een vloeistofdichte voorziening 19 volledig te reinigen van eventuele restanten van vloeistoffen en vaste {meststoffen Het achterliggende doel van dit reinigingsresultaat is een volledig schoon oppervlak van de vloeistofdichte voorziening 19.
Onderscheidend in de onderhavige aanvraag is het gegeven dat op een op deze wijze gereinigde, geheel schone vloeistofdichte voorziening 18, geen restanten van urine en mest achterblijven en waardoor ook geen ammoniak gevormd kan worden. Daardoor wordt het dos! van de uitvinding behaald of asymptotisch bereikt.
Door de reinigingseenheid 50 in de onderhavige aanvraag met deze extra of verdere vacuüm-zuigmond 87 uit te rusten wordt het omschreven reinigingsniveau permanent en bij herhaling bereikt en fot uiting gebracht in elke werkgang en wordt een nieuw schoon niveau van refniging in een stalomgeving bereikt, De verdere zuigfaciliteit 67 kan werkzaam zijn volgens het principe van een stofzuiger voor vloeistoffen, c.a. een water-stolzuiger, alsook volgens de boven ulteengszetie venturiwerking middels een met het vaculim afzuig- of pompsystesm 80 overeenkomende constructie.
Voor een deskundige zijn aan de hand van de boven beschreven uitvoeringsvormen verdere wijzigingen en aanpassingen denkbaar, welke verdere wijzigingen en aanpassingen alle-worden geacht te zijn omvat door de bijgesloten conclusies.

Claims (1)

  1. Conclusies
    1. Reinigingseenheid {50}, Ingericht voor het zelfstandig verplaatsen hiervan over een te belasten oppervlak van een vloeistofdichte vloer voor het verzamelen van op de vloer terechtkomende vaste stof, omvatiende een container (60) en sen spoelschuff-zulgfaciliieil (81, 82, 83, 84, 66) voor het naar de container (60) verplaatsen van op het te belasten oppervlak van de vloer terechtkomende vaste stof, met het kenmerk, dat de reinigingseenheid {50} een verdere zuigfaciliteit {67) omvat voor het verzamelen van op het te belasten oppervlak van de vlosr aangebrachte relnigingsvloeistof, welke verdere zuigfaciiteit (67) achter de spoel-schulf-zuigfacilijeit {61, 62, 63, 64, 68) is gelegen, gezien in de verplaatsingsrichijng {88) van de reinigingseenheid (50) voor hel verzamelen van de vaste stof.
    2. Reinigingssenheld {50} volgens conclusie 1, waarin de sposhschuif-zuigfaciliteit 161, 82, 63, 64, 66) is Ingericht voor het uitvoeren van een primair reinigingsproces door het verzamelen van op de vloer terechikomende vaste stof en een verder sprosisystesm (63, 64) omvat voor het op de vloer aanbrengen van reinigingsviosistof voor het uitvoeren van een näsposling en nareiniging door de verdere zuigfaciliteit {67}.
    3. Reinigingssenheid (50) volgens conclusie 1 of 2, waarin de verdere zuigfaciliteit (67) aansluit op de container {60} van de reinigingseenheid (50) voor het hierin verzamelen van door de verdere zuigfacilitelt (57) verzamelde reinigingsvicsistof. 4, Reinigingseenheid (50) volgens conclusie 1 of 2, waarin de verdere zuigfaciliteit (67) aansluit op een verdere container (78) van de reinigingseenheld (50) voor het hierin verzamelen van door de verders zuigfaciliieit (87) verzamelde reinigingsvloeistot.
    5. Reinigingseenheid {30} volgens één of meer van de voorgaande conclusies, omvattende een vioeistofraservoir (77) voor relnigingsvloeistof, waarbij de spoel-schuif- zuigfaciliteit (81, 62, 63, 64, 66) is ingericht voor het uit het vipeistofreservair (77) op het te belasten oppervlak van de vloer aanbrengen van reinigingsvloeistof.
    8. Reinigingseenheid (50) volgens één of meer van de voorgaande conclusies, waarin de verdere zuigfacilitelt {67} ean vaculim-zuigfunctie omvat.
    7. Reinigingseenheid (50) volgens één of meer van de conclusies 1 Um 5, waarin de verdere zuigfaciliteit (87) op venturiwerking is gebaseerd.
    8. Reinigingseenheid (50) volgens één of meer van de conclusies 1 /m 6, waarin de spoebschuif-zuigfaciliteit (61, 62, 63, 64, 86) een schuiffunclie (61) voor het tijdens verplaatsing van de reinigingseenheid (50) samen schuiven van op het te belasten oppervlak van de vloer terechikomende vaste stof, sen vaculim-zuigmond (88) voor het in de container (60) deponeren van samengeschoven vaste stof, en een sproeisysteem (82, 63, 64) voor het uit het vlosistofreservair (77) op het te belasien oppervlak van de vloer aanbrengen van reinigingsvloeistof omvat, waarin het sproeisysteem (62, 63, 64) een eerste sprosieiding (62) met &én of meer sproeiers of nozzles (63) en cen tweede sproeileiding {84} met én of meer sproeiers of nozzles (63) omvat, waarbij de vacuim- zuigmond (86) tussen de eerste sprosileiding (62) en de iweede sproeileiding (64) Is gelegen en de verders zuigfaciliteit een achter de spost-schuif-zuigfaciliteit (61, 62, 63, 64, 66) gelegen verdere vacuüm-zuigmond (67) omvat, gezien in de verplaatsingsrichting (68) van de reinigingsesnheid {50} voor het verzamelen van de vaste stof.
    8. Reinigingseanheid (50) volgens conclusie 8, waarin de verdere vaculim-zuigmond {67) zich over de gehele breedte van de relnigingseenheid (80) uitstrekt.
    10. Reinigingseenheid {50} volgens conclusie 8 omvattende eon verder vloeistofreservoir {78) voor reinigingsvioeistof, waarin de tweede sproelleiding (64) aansluit op dit verdere vloeistofreservoir (78).
    11. Reinigingseenheid (50) volgens één of meer van de voorgaande conclusies, waarin de Teinigingsvioeistof bestaat uit water of water met toevoeging van sen urease-remmer, zoals peroxide of azijnzuur.
    12. Reinigingseenheid {50} volgens één of meer van de voorgaande conclusies, waarin één of meer van de verdere zuigfaciliteit (87), de verders container (76) en het vloelstofrsservoair (77, 78) voor reinigingsvloeistof met tenminste één hiermee gekoppelde sproeier als afzonderlijke add-on module zijn verschaft.
    13. Reinigingseenheid (50) volgens één of meer van de voorgaande conclusies, waarin de vloer een vloer is van een voorziening voor het houden van staldieren, zoals sen stalomgeving voor verschillende soorten dieren of vee, waaronder begrepen koeien, varkens, paarden, schapen en soortgelijke dieren.
    14. Reinigingssenheid (50) volgens conclusie 13, waarin de vaste stof door de § staldieren geproduceerde mest omvat.
    18. Reinigingseenheid (50) volgens conclusie 13 of 14, waarin de verdere zuigfaciliteit (67) werkzaam is ingericht voor het verzamelen van op het te belasten oppervlak van de vloer terechtkomende reinigingsvloeistof en organische reststoffen zoals een mestfiim.
NL1044397A 2020-08-10 2021-08-10 Reinigingseenheid NL1044397B1 (nl)

Priority Applications (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1044119A NL1044119B1 (nl) 2020-08-10 2021-08-10 Vloer en reinigingsvoorziening

Applications Claiming Priority (3)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1043749A NL1043749B1 (nl) 2020-03-10 2020-08-10 Gas- en vloeistofdichte vloervoorziening van onderling vloeistofdicht te verbinden vloeistofdichte vloerpanelen voorzien van een geïntegreerd meerzijdig afschot en een gescheiden vloeistof- en vaste stof opvangsysteem en afvoersysteem evenals een dergelijk vloerpaneel.
NL1043891A NL1043891B1 (nl) 2020-12-31 2020-12-31 Gas- en vloeistofdichte vloervoorziening van onderling vloeistofdicht te verbinden vloeistofdichte vloerpanelen voorzien van een eenzijdig of geïntegreerd meerzijdig afschot en een samengesteld of gescheiden vloeistof- en vaste stof opvangsysteem, reiniging systeem en afvoersysteem evenals een dergelijk vloerpaneel.
NL1044119A NL1044119B1 (nl) 2020-08-10 2021-08-10 Vloer en reinigingsvoorziening

Publications (2)

Publication Number Publication Date
NL1044397A NL1044397A (nl) 2022-09-28
NL1044397B1 true NL1044397B1 (nl) 2023-01-30

Family

ID=80247233

Family Applications (3)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL1043891A NL1043891B1 (nl) 2020-08-10 2020-12-31 Gas- en vloeistofdichte vloervoorziening van onderling vloeistofdicht te verbinden vloeistofdichte vloerpanelen voorzien van een eenzijdig of geïntegreerd meerzijdig afschot en een samengesteld of gescheiden vloeistof- en vaste stof opvangsysteem, reiniging systeem en afvoersysteem evenals een dergelijk vloerpaneel.
NL1044397A NL1044397B1 (nl) 2020-08-10 2021-08-10 Reinigingseenheid
NL1044119A NL1044119B1 (nl) 2020-08-10 2021-08-10 Vloer en reinigingsvoorziening

Family Applications Before (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL1043891A NL1043891B1 (nl) 2020-08-10 2020-12-31 Gas- en vloeistofdichte vloervoorziening van onderling vloeistofdicht te verbinden vloeistofdichte vloerpanelen voorzien van een eenzijdig of geïntegreerd meerzijdig afschot en een samengesteld of gescheiden vloeistof- en vaste stof opvangsysteem, reiniging systeem en afvoersysteem evenals een dergelijk vloerpaneel.

Family Applications After (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL1044119A NL1044119B1 (nl) 2020-08-10 2021-08-10 Vloer en reinigingsvoorziening

Country Status (3)

Country Link
EP (1) EP4192632A1 (nl)
NL (3) NL1043891B1 (nl)
WO (1) WO2022035311A1 (nl)

Families Citing this family (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
CN114438939B (zh) * 2022-03-02 2022-12-27 中铁十五局集团有限公司 一种隧道内弧形底面的浮渣清扫系统
CN115067833B (zh) * 2022-06-23 2024-05-03 美智纵横科技有限责任公司 基站及清洗设备

Family Cites Families (17)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US2665664A (en) 1952-09-26 1954-01-12 Donald D Benjamin Pad for animal stalls
US4957131A (en) * 1987-12-23 1990-09-18 Robinson James L Animal waste flushing assembly
NL9200455A (nl) 1992-03-11 1993-10-01 Stichting Beheer Intellectuele Vocht doorlatende vloerbedekking.
NL9300849A (nl) 1992-08-19 1994-03-16 Stichting Beheer Intellectuele Stalvloermat.
JPH0770A (ja) 1992-09-21 1995-01-06 Michel Heinrich 成形品
US5462655A (en) 1993-09-20 1995-10-31 Ladd; Michael Vehicle containment mat with vacuum recovery and recycle means
WO2000062603A1 (en) 1999-04-19 2000-10-26 Kent Mudge A matting suitable for use as a floor/wall covering
US7520092B2 (en) 2004-03-16 2009-04-21 Ray Showers Resin deck board with water drainage top surface
DE102004023367B4 (de) 2004-05-12 2014-03-20 Gregor Sieve Bodenplattenelement für einen Aufenthaltsbereich für Tiere
US8118043B2 (en) 2008-09-09 2012-02-21 Ennis G Thomas Vehicle washing installation with artificial turf covered wash bay
NL1037035C2 (nl) 2009-06-11 2010-12-15 Johannes Franciscus Maria Pape Vloer voor een stal of een uitloopruimte.
NL1040025C2 (nl) 2012-01-26 2013-07-29 Stichting Kwaliteitsadvies Milieubeheer Vloeistofdichte vloervoorziening met koppelbare vloerelementen voorzien van een geintegreerd vloeistofopvang- en afvoersysteem alsmede een dergelijk vloerelement.
WO2014181031A1 (en) * 2013-05-10 2014-11-13 Upm-Kymmene Wood Oy A panel comprising a solid surface coating on a thermally deformable support
NL2015687B1 (nl) 2014-10-29 2016-10-04 Ecoholding B V Vloeistofdichte vloervoorziening met koppelbare vloerpanelen voorzien van een geïntegreerd vloeistofopvang- en afvoersysteem evenals een dergelijk vloerpaneel.
NL2016223B1 (en) * 2016-02-04 2017-08-14 Champion Link Int Corp Panel suitable for constructing a waterproof floor or wall covering, process for producing a panel, panel obtainable by said process.
NL1042005B1 (en) 2016-08-03 2018-02-14 Holland Novochem Technical Coatings Bv Adhesion promoter for coatings on metal surfaces
TWI726551B (zh) * 2018-12-24 2021-05-01 國立臺灣科技大學 清潔機器人

Also Published As

Publication number Publication date
NL1044397A (nl) 2022-09-28
WO2022035311A1 (en) 2022-02-17
EP4192632A1 (en) 2023-06-14
NL1043891B1 (nl) 2022-07-21
NL1044119B1 (nl) 2022-09-08
NL1044119A (nl) 2022-04-04

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL1044397B1 (nl) Reinigingseenheid
US10238084B2 (en) Cattle floor
JP5537401B2 (ja) 道路散水システム
US20230373828A1 (en) Surface water mitigation structure
NL2015687B1 (nl) Vloeistofdichte vloervoorziening met koppelbare vloerpanelen voorzien van een geïntegreerd vloeistofopvang- en afvoersysteem evenals een dergelijk vloerpaneel.
Vanderholm Agricultural waste manual
Haave et al. Sources and fate of microplastics in Urban Systems
NL1043749B1 (nl) Gas- en vloeistofdichte vloervoorziening van onderling vloeistofdicht te verbinden vloeistofdichte vloerpanelen voorzien van een geïntegreerd meerzijdig afschot en een gescheiden vloeistof- en vaste stof opvangsysteem en afvoersysteem evenals een dergelijk vloerpaneel.
CN118007902A (zh) 一种住宅建筑的垃圾和污水处理系统
KR101238571B1 (ko) 오염하천의 바닥청소에 의한 수질환경개선 방법 및 그 장치
DE19647361A1 (de) Mehrschichtige Bodenfläche mit integriertem Schutz für Boden und Wasser
JP7318147B1 (ja) 家畜舎用床とその利用方法
Miner et al. Transportation and application of organic wastes to land
NL1039532A (nl) Vervangen van een kunstgras sportveld.
US20220361728A1 (en) Shoe or boot sole cleaning device and shoe or boot sole cleaning kit comprising the shoe or boot sole cleaning device
Wedel Sand Bedding for Dairy Cows: Benefits, Cubicles, and Manure Handling
Jedele et al. Handling hog manure as a liquid
JP5521713B2 (ja) 構築物
US20160150774A1 (en) Device for sealing stagnant water tanks
RU100702U1 (ru) Навозосборник
Harner et al. Experiences with handling sand laden manure using gravity
CA3169204A1 (en) Shoe or boot sole cleaning device and shoe or boot sole cleaning kit comprising the shoe or boot sole cleaning device
Graves Gravity handling for dairy manure
Cramer et al. Runoff Control Systems for Paved Dairy Cattle Yards—Case Studies
CA3132255A1 (en) Surface water mitigation structure