NL1037035C2

NL1037035C2 - Vloer voor een stal of een uitloopruimte.

Info

Publication number: NL1037035C2
Application number: NL1037035A
Authority: NL
Inventors: Johannes Franciscus Maria Pape
Original assignee: Johannes Franciscus Maria Pape
Priority date: 2009-06-11
Filing date: 2009-06-11
Publication date: 2010-12-15
Also published as: DK2260696T3; EP2260696B1; EP2260696A1

Description

Vloer voor een stal of een uitloopruimte

De uitvinding heeft betrekking op een vloer voor een stal of een uitloopruimte voor vee, omvattende een profielvloer 5 waarop een vochtdoorlatend drainbed is aangebracht voorzien van een vochtdoorlatende afdeklaag. Een dergelijke vloer is bijvoorbeeld bekend uit NL 9200455. Het doel van de bekende vloer is het scheiden van afval, dat door de in de stal aanwezige dieren wordt geproduceerd, in een vloeibare 10 fractie die door de vochtdoorlatende afdeklaag sijpelt en een min of meer vaste fractie die eenvoudig met een schraper kan worden verwijderd.

De onderhavige vloer heeft volgens een aspect van de 15 uitvinding als kenmerk, dat de vloer een onder de vochtdoorlatende afdeklaag gesitueerde vochtdoorlatende veerkrachtige laag omvat die het wegsijpelen van de vloeibare fractie niet belemmert. Met de onderhavige uitvinding wordt beoogd het welzijn van de dieren te 20 vergroten, door ze een vloer aan te bieden die goed kan worden belopen en waarop bovendien comfortabel kan worden gerust. Het welzijn van de dieren is objectief van belang, omdat gezonde dieren doorgaans productiever zijn dan minder gezonde dieren.

25

Een gunstige en eenvoudig te realiseren uitvoeringsvorm heeft als kenmerk, dat de vochtdoorlatende veerkrachtige laag gatenmatten vervaardigd uit rubber of uit kunststof omvat. De gatenmatten dienen dan relatief fijnmazig te 30 worden gekozen, zodat de hoeven van de in de stal aanwezige dieren voldoende ondersteund worden en de belasting van de vochtdoorlatende afdeklaag lokaal niet te groot wordt.

Een gunstige alternatieve uitvoeringsvorm heeft als 35 kenmerk, dat de veerkrachtige laag korrels vervaardigd uit rubber en/of uit kunststof en/of uit steen omvat.

1 03 7 0 35 2

Een verder gunstige uitvoeringsvorm heeft als kenmerk, dat de vloer een tussen de vochtdoorlatende afdeklaag en de veerkrachtige laag aangebrachte vochtdoorlatende schuiflaag 5 omvat. Het voordeel is dat de vochtdoorlatende afdeklaag nu vrij kan bewegen, zonder de daaronder gelegen matten en/of korrels mee te nemen.

Een verdere zeer gunstige uitvoeringsvorm heeft als 10 kenmerk, dat het onder de veerkrachtige laag aangebrachte drainbed objecten met een open structuur, zoals korrels lavagrind of kleine, open kunststof objecten bevat. Een dergelijk drainbed heeft een zeer groot inwendig oppervlak, op welk oppervlak een bacteriecultuur tot ontwikkeling kan 15 komen die in de vloeibare fractie aanwezige ureum en ammonium kan omzetten in nitraten en nitrieten. Bij voorkeur bevat het drainbed tevens organisch materiaal, zoals turfmolm, dat de vloeibare fractie enige tijd kan vasthouden. Verder heeft het drainbed bij voorkeur een 20 dikte van tenminste vijftien centimeter, waardoor de vloeibare fractie voldoende lang in het drainbed aanwezig is om een belangrijk deel van de aanwezige ureum en ammonium om te zetten.

25 De uitstoot van ammoniakgas wordt verder gereduceerd doordat in de dikke fractie aanwezige bacteriën en enzymen vrijwel niet in aanraking komen met de vloeibare fractie, zodat urinase zo veel mogelijk wordt voorkomen. Bovendien zorgen de verschillende lagen van de vloer er voor dat 30 naderhand eventueel vrijkomend ammoniakgas vrijwel niet in de buitenlucht kan belanden en bij het passeren van de vloer voor een belangrijk deel wordt omgezet in nitraten en nitrieten.

35 Een verdere gunstige uitvoeringsvorm heeft als kenmerk, dat de vloer een tussen de veerkrachtige laag en het 3 drainbed aangebrachte stabilisatielaag omvat, bijvoorbeeld in de vorm van in het vakgebied bekend schwaben-gitter, zodat het relatief rulle drainbed bijvoorbeeld bij wielbelasting niet kan gaan verschuiven.

5

Een verdere eenvoudig te realiseren uitvoeringsvorm heeft als kenmerk, dat de profielvloer een stelsel van in de bodem uitgegraven verhogingen en verdiepingen omvat, voorzien van een niet-vochtdoorlatende afdeklaag 10 vervaardigd uit rubber of uit kunststof, alsmede in de verdiepingen op deze afdeklaag aangebrachte drainagebuizen. Op de niet-vochtdoorlatende afdeklaag kunnen achtereenvolgens de andere lagen worden aangebracht.

15 De uitvinding zal nu nader worden toegelicht aan de hand van de volgende figuren, waarbij:

Fig. IA schematisch een eerste mogelijke uitvoeringsvorm van een vloer volgens de uitvinding in doorsnede 20 weergeeft;

Fig. 1B schematisch een mogelijke uitvoeringsvorm van een veerkrachtige gatenmat weergeeft;

Fig. 1C een mogelijke uitvoeringsvorm van een vocht-doorlatende schuiflaag weergeeft; 25 Fig. 2A schematisch een tweede mogelijke uitvoeringsvorm van een vloer volgens de uitvinding in doorsnede weergeeft;

Fig. 2B schematisch een mogelijke uitvoeringsvorm van een stabilisatielaag weergeeft; 30 Fig. 3A schematisch een derde mogelijke uitvoeringsvorm van een vloer volgens de uitvinding in doorsnede weergeeft;

Fig. 3B schematisch een vierde mogelijke uitvoeringsvorm van een vloer volgens de uitvinding in doorsnede 35 weergeeft.

4

Fig. IA geeft schematisch een eerste mogelijke uitvoeringsvorm van een vloer volgens de uitvinding in doorsnede weer. In de bodem wordt een zodanig patroon uitgegraven dat een stelsel van verhogingen en verdiepingen ontstaat, dat wordt 5 afgedekt met een kunststof folie 1, waarna drainagebuizen 2 worden aangebracht. Vervolgens wordt een drainbed 3 aangebracht, bestaande uit bijvoorbeeld grind. Hierop worden rubber matten 4 geplaatst, die het comfort voor het vee verbeteren. Vervolgens wordt een vochtdoorlatende 10 schuiflaag 5 aangebracht en tenslotte wordt een vochtdoorlatende afdeklaag 6 aangebracht vervaardigd uit sterke, geweven kunststof vezels. Fig. 1B geeft schematisch een mogelijke uitvoeringsvorm van een veerkrachtige rubber gatenmat 4 weer. Gatenmat 4 is van algemene bekendheid en 15 wordt veelvuldig toegepast als vloerbedekking en als bijvoorbeeld deurmat. Belangrijk is dat de gaten klein zijn in vergelijking met de hoeven van het vee dat de vloer beloopt. Fig. 1C geeft een mogelijke uitvoeringsvorm van een vochtdoorlatende schuiflaag 5 weer. Vochtdoorlatende 20 schuiflaag 5 bestaat bijvoorbeeld uit een non-woven laag vervaardigd uit een gladde kunststof, bijvoorbeeld PVC, en zorgt er voor dat afdeklaag 6 bij belasting goed kan schuiven, om de kans op scheuren te verkleinen 25 Fig. 2h geeft schematisch een tweede mogelijke uitvoeringsvorm van een vloer volgens de uitvinding in doorsnede weer. In de bodem wordt een zodanig patroon uitgegraven dat een stelsel van verhogingen en verdiepingen ontstaat, dat wordt afgedekt met een kunststof folie 1, 30 waarna drainagebuizen 2 worden aangebracht. Vervolgens wordt een drainbed 3 aangebracht, bestaande uit bijvoorbeeld grind. Hierop wordt een stabilisatielaag 7 aangebracht met daarop een comfortlaag 8 bestaande uit rubberkorrels of een mengsel van rubberkorrels en 35 steenkorrels. Vervolgens wordt een vochtdoorlatende schuiflaag 5 aangebracht en tenslotte wordt een 5 vochtdoorlatende afdeklaag 6 aangebracht vervaardigd uit sterke, geweven kunststof vezels. Fig. 2B geeft schematisch een mogelijke uitvoeringsvorm van een stabilisatielaag 7. Het betreft hier bijvoorbeeld een wijdmazige mat uit harde 5 kunststof die bekend staat onder de naam schwaben-gitter.

Fig. 3A geeft schematisch een derde mogelijke uitvoeringsvorm van een vloer volgens de uitvinding in doorsnede weer. De vloer komt overeen met de in Fig. 2A getoonde vloer, 10 maar drainbed 3 is hier gerealiseerd met objecten met een open structuur, bijvoorbeeld vochtdoorlatende korrels lavagrind. Verder heeft drainbed 3 een grote dikte van bijvoorbeeld vijftig centimeter, waardoor de passerende vloeistof relatief langdurig in drainbed 3 verblijft. De 15 verblijfsduur kan worden verlengd door in drainbed 3 organisch materiaal op te nemen, zoals turfmolm, dat de passerende vloeistof enige tijd kan vasthouden. In en op de vochtdoorlatende korrels vormt zich na enige tijd een biologisch actieve laag. Het resultaat is dat de in de 20 passerende vloeistof aanwezige ureum en ammonium voor een belangrijk deel wordt omgezet in nitraten en nitrieten, zodat de uit drainagebuizen 2 weglekkende vloeistof met voordeel kan worden gebruikt voor het bemesten van landbouwgrond.

25

Fig. 3B geeft schematisch een vierde mogelijke uitvoeringsvorm van een vloer volgens de uitvinding in doorsnede weer. De vloer komt overeen met de in Fig. 2A getoonde vloer, maar drainbed 3 is hier gerealiseerd met kleine, open 30 kunststof objecten 9 met een groot oppervlak. Verder heeft drainbed 3 een grote dikte van bijvoorbeeld vijftig centimeter, waardoor de passerende vloeistof relatief langdurig in drainbed 3 verblijft. De verblijfsduur kan worden verlengd door in drainbed 3 organisch materiaal op 35 te nemen, zoals turfmolm, dat de passerende vloeistof enige tijd kan vasthouden. Op het oppervlak van de kunststof 6 objecten 9 vormt zich na enige tijd een biologisch actieve laag. Het resultaat is dat de in de passerende vloeistof aanwezige ureum en ammonium voor een belangrijk deel wordt omgezet in nitraten en nitrieten, zodat de uit 5 drainagebuizen 2 weglekkende vloeistof met voordeel kan worden gebruikt voor het bemesten van landbouwgrond. Het voordeel is dat de kunststof objecten doorgaans niet verstopt raken, ook als door de bacteriële werking relatief grote hoeveelheden biomassa worden afgezet.

1 03 70 35

Claims

1. Vloer voor een stal of een uitloopruiiute voor vee, omvattende een profielvloer waarop een vochtdoorlatend 5 drainbed is aangebracht voorzien van een vochtdoorlatende afdeklaag, met het kenmerk, dat de vloer een onder de vochtdoorlatende afdeklaag gesitueerde vochtdoorlatende veerkrachtige laag omvat.

2. Vloer volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de vochtdoorlatende veerkrachtige laag gatenmatten vervaardigd uit rubber of uit kunststof omvat.

3. Vloer volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat de 15 veerkrachtige laag korrels vervaardigd uit rubber en/of uit kunststof en/of uit steen omvat.

4. Vloer volgens conclusie 2 of 3, met het kenmerk, dat de vloer een tussen de vochtdoorlatende afdeklaag en de 20 veerkrachtige laag aangebrachte vochtdoorlatende schuiflaag omvat.

5. Vloer volgens conclusie 3,4 of 5, met het kenmerk, dat het onder de veerkrachtige laag aangebrachte drainbed 25 objecten met een open structuur, zoals korrels lavagrind of kleine, open kunststof objecten bevat.

6. Vloer volgens conclusie 5, met het kenmerk, dat het drainbed tevens organisch materiaal bevat. 30

7. Vloer volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het drainbed een dikte heeft van tenminste vijftien centimeter.

8. Vloer volgens conclusie 7, met het kenmerk, dat de vloer een tussen de veerkrachtige laag en het drainbed 1 03 70 35 aangebrachte stabilisatielaag omvat.

9. Vloer volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de profielvloer een stelsel van in de bodem 5 uitgegraven verhogingen en verdiepingen omvat, voorzien van een niet-vochtdoorlatende afdeklaag vervaardigd uit rubber of uit kunststof, alsmede in de verdiepingen op deze afdeklaag aangebrachte drainagebuizen.

10 1 03 7 0 35