NL1043749B1 - Gas- en vloeistofdichte vloervoorziening van onderling vloeistofdicht te verbinden vloeistofdichte vloerpanelen voorzien van een geïntegreerd meerzijdig afschot en een gescheiden vloeistof- en vaste stof opvangsysteem en afvoersysteem evenals een dergelijk vloerpaneel. - Google Patents

Abstract

Uittreksel Een samenstel van onderling vloeistofdicht te verbinden vloeistofdichte vloerpanelen tot een gas- en (vloei)stofdichte vloer- of bodemvoorziening van een thermoplastisch polymeer materiaal waarvan de kenmerken zijn dat deze kunststof enerzijds in een eenparige machinale bewerking een voor zware dynamische en statische mechanische belastingen geschikte hexagonale of vergelijkbare openen lamellenstructuur kan vormen en anderzijds zich onderscheidt in een geringe uitzettingscoëfficiënt en een goede hechtbaarheid met additionele materialen. Meer in het bijzonder kunnen de individuele vloeistofdichte vloerpanelen onder een enkelvoudig of meerzijdig afschot worden samengevoegd tot een gas- en vloeistofdichte vloer- of bodemvoorziening waarbij vloeistoffen en vaste stoffen vanaf de bron op de vloer kunnen worden gescheiden door enerzijds onder invloed van de zwaartekracht de vloeistoffen naar een laagste punt of gebied te laten stromen en weg te pompen naar een gesloten eenheid en anderzijds de vaste stoffen door een mechanische verwerking op te nemen en af te voeren naar een separate gesloten eenheid. 1043749

Description

Titel Gas- en vloeistofdichte vloervoorziening van onderling vloeistofdicht te verbinden vloeistofdichte vloerpanslen voorzien van een geïntegreerd meerzijdig afschot en sen gescheiden vloeistof en vaste stof opvangsysteem on afvoersysteem evenals een dergelijk vioerpaneel, Technisch gebied De onderhavige uitvinding heeft betrekking op sen gas- en {vlosijstofdichte vloer- of bodemvoorziening, meer in het bijzonder heeft de ullvinding betrekking op een vloeistofdichte vloer of bodemvoorziening omvattende vloeistofdicht te verbinden viosistofdichte vloerpansien met sen eenzijdig of geïntegreerd meerzijdig afschot, en sen geïntegreerd gescheiden vloeistol en vaste slof opvangsysteem en atvoersysteem evenals sen dergelijk vloerpaneel.

Achtergrond van de ultvinding Een gas- en (vloeijstofdichle vioer- of bodemvoorziening vindt In zijn algemeenheid toepassing daar waar voorkomen dient le worden dat als gevolg van bepaalde activiteilen, waaronder begrepen menselijk of dierlijk handelen, milieu bedreigende (vlosijstoffen buiten de (vlost)stofdichte voorziening in het milieu kunnen komen, Met de uitdrukking ‘vloeistofdicht vloerpaneel' wordt in onderhavige uitvinding een vloerdeel omschreven dat als vloerdeel intrinsiek gas-, vloeistof en stofdicht is. Met de uitdrukking ‘vloeistofdichte voorziening wordt een samenstel van vigeistofdicht aan elkaar verbonden vloeistofdichte vloerpanslen omschreven dat als gehele voorziening zodanig vlosistofdicht is samengesteld dat milieubelastende stoffen en vloeistoffen de niel belaste zijde van een voorziening niet kunnen bereiken, Wettelijke eisen voor vele bedrijfsactvttsiten met betrekking tot het voorkómen van 20 mileu hygiënische verontreinigingen van bodem, bodemwater, lucht en omgeving hebben geleid tot de verplichte aanleg en instandhouding van (vloeijstofdichte voorzieningen en maatregelen.

De stand der fechniek betreft voornamelijk bouwkundige viosisiofdichie voorzieningen, zoals bijvoorbeeld van beton, asfalt, keramische voorzieningen, kunsthars gebonden deklagen en vnder-afdichtingen zoals o.a. PE folies en mengsels van zand- bentoniet en een polymeergel.

Sposk en spuit activitelten zoals bij Car en Truckwash, Industniéle reiniging en het opvangen van morsverliezen bij het tanken van motorvoertuigen in de breedste zin maar ook het bergen van drijfmest in een stalomgeving, vormen het grootste deel van de bedrijfsactiviteilen waarbij het voorschrift is geworden om deze actviteiten boven en op de vloeistofdichte voorzieningen uit te voeren respectievelijk in zen vloeistofdichte 30 opvangvoorziening te bergen.

De op de gangbare vlosistofdichte vloer gedeponeerde vloeistoffen en vaste stoffen stromen als cen sib-walermengsel onder invloed van afschot en zwaanekracht door een buissysteem, af naar de in het laagste punt geplaatste, ondergronds geplaatste sijbvanger en afscheider.

Om aantasting van omgeving, lucht, grond en grondwater door verorireinigingen van bijvoorbeeld brandstoffen of andere chemische of oxiderende stoffen, organische of anorganische vloeistoffen, minerale oliën, logen en zuren, mest, urine, nitraat, ammonia, sükstof, biologische sappen, stank, dampen of geur en waswater ie verhinderen, dienen op grond van deze nationale en internationale voorschriften, voorzieningen en maatregelen te worden genomen feneinde een verwaarloosbaar risico legen het weglekken of depositie daarvan naar de omgeving en bodem te realiseren, Daarbij kan onder andere worden gedacht aan het aanbrengen van tvlostijstofdichte voorzieningen op locales waar een hoog of verhoogd risico op morsen, 45 weglekken, niiraatvorming, CQ2 vorming, calamiteiten, verspreiding, stikstofdeposilies, geurhinder of vermesting en dergelijke bestaat, als gevolg waarvan gevaarlijke of milieu hygiënisch ongewenste situaties voor de fysieke leefomgeving- en bodem kunnen ontstaan.

Hierbij kan onder andere gedacht worden aan vloeistofdichte bodem beschermende voorziening voor industriële toepassingen waar bodem bedreigende activiteiten plaatsvinden of een sialomgeving of dierenverblijf, waar een of meer dieren of ves samengebracht zijn en waar mest en urine, zonder deze voorzieningen en maatregelen, vermengd worden en de vorming van o.a. nitraten in de vorm van ammonia sn ammoniak toi gevolg heeft, waardoor ongewenste en ongecontroleerde stikstofdepositie plaats kan vinden,

Naast de specefieke eisen waaraan een dergelijk (vloeistofdichte voorziening dient fe voldoen en andere relevante mileumsakegelen, is het uiteraard cok noodzakelijk om sen {vloeljstoldicht opvang- berging- en afvoarsysteam, te hebben voor de met een dergelijke voorziening opgevangen (vloeijstoffen en andere stoffen en vuil dat onder andere met de (vlosijstoffen wordt meegevoerd.

Er zijn verschillende vormen van {vloeistofdichte voer kelder of bodemvoorzieningen gangbaar en bekend. De bekende voorzieningen worden veelal bouwkundig uitgevoerd. De gebruikle materialen betreffen dikwijls elementen van gewapend of ongewapend beton; ter plaatse gestort gewapend of ongewapend beton, melalen sysiemen of combinaties hiervan. De meeste (vlosijstofdichie voorzieningen warden tevens gedurende hun levensduurverwachting niet verplaatst.

Additionele voorzieningen zoals afvalwater- water/slib-modder, urine- en mest- afvoersystemen van bijvoorbeeld driffmestkelders bedrijfsrieleringen, goten, kolken, slibvangputten en afscheiders behoren eveneens {ot de gangbare noodzakelijke {vlosíjstofdichte opvang, afvoer en behandelvoorzieningen, Deze opvang- en afvoersystemen behoren zodanig verbonden te zijn aan sen (voeijstofdichte vloer- en kelder voorziening dan wel het (vloeijstofopvang-systeem hiervan, dat de {(vioei)stoffen de niet-belaste zijden niet kunnen bersiken.

Zowel de individuele aspecten als de samenhang {ussen een duurzame weerstand voor dynamische en stalische mechanische belastingsn en ihermische en chemische bestendigheid en de beperking van o.a, ammoniakvorning van de gangbare en bekende (vlosijstofdichte vloer- kelder- en bodemvoorzieningen is begrensd.

Deze begrenzing kan onder andere bouwkundig {ot uiting komen in scheurvorming, afbrokkeling, verzakking, kruip, onthechting, deformatie en ontbinding van de gebruikte materialen door aantasting van de opgevangen {vloeijstofffen) of hierop uitgenefende krachten van op- en overrijdende voertuigen of van geplaatste installaties.

De begrenzing kan onder andere milieu hygiënisch tot uiing komen door verontreiniging van grond- en grondwater of de permanente vorming van ammoniak en nitraat of stikstof deposities naar de omgeving, voornamelijk als gevolg van het vermengen van mest en gríne in sen drijfmest-kekderormgeving en loopvloer of mestgang.

Een bouwkundige (vloeijstofdichte voorziening bijvoorbeeld van beton bevogt zowel {vlosijstofdicht te zijn en gedurende het gebruik ook te blijven, alsmede de drager te zijn van bouwkundige constructies en installaties. De relatieve porositeit van veelal betonnen bouwkundige voorzieningen laat chemische of fysische aantasting toe en tast mede daardoor de vloeistofdichtheid aan.

Veel gangbare vaak betonnen {vioeljstofdichte vloer kelder of bodemvoorzieningen zijn beperkt of selectief bestand tegen koristondige of duurzame invloeden van de chemische, oxiderende stoffen, logen of zuren, urine, mesten anders {vloeijstoïfbelastngen die het systeem op moet vangen, Metaal kan bijvoorbeeld 16 corroderen of onderhevig zijn aan metaalmoeheid en zo haar eigenschappen verliezen.

Beton kan bijvoorbeeld door het aanwezige bestanddeel kalk zeer slecht zuren verdragen zonder aangetast fe raken. Beton is voorts sterk op druk maar niet op trek, zodet ean bijzonders wapening dif most compenseren. Optredende scheurvorming doet dan de sis van (vlosijstofdichtheid weer geweld aan.

Voor bepaalde zware belastingen dient een betonconstructie dan ook zwaar te warden gedimensioneerd. Vermoeling en verwering van de materialen beperken eveneens de levensduur, Bepaalde puntiasten leiden bij betonvoorzieningen dikwijls tot afbrokkeling waarbij de (vloenstofdichtheid direct in het geding is.

De robuustheid van bouwkundige (vloeistofdichte vlosr- en keldervoorzieningen is danook vaak sen niet optimale combinatie van de funciis van drager van dynamische en statische wiel as- en puntlasten In combinatie met de aantasting door chemische of biologische belasting en de functie van (vloeijstofdichiheid.

Met uitzondering van bepaalde bouwkundige slementen, gaat bet svenfuast verplaalsen van traditionele voorzieningen gepaard met deformatie waarbij de gehele (vlosijstofdichte en additionels opvangvoorziening als verloren beschouwd dient te worden, De onderhavige uiivinding voorziet erin dat de {vioeijsiofdichte vloer- of bodemvoorziening eveneens geschikt voor hel snel en flexibel aanleggen van opvolgende vloerelementen tot een {vloeistofdichte vloervoorziening met geïntegreerd afvoersysteem en met lengie- en breedte-afmetingen welke een veelvoud zijn van die van gen enkel viceralement Daarbij worden de vicerpanslen onderling tot een {vloeijstofdichte voorziening verbonden door sen aan deze vloerpanelen hechtende bestendige en fexibels voegmassa, eventueel aangevuld met mechanische koppelverbindingen.

De onderhavige uitvinding voorziet er tevens in dat de (vioei)stofdicht aan elkaar verbonden vloerpanslen zowel individusel en als het {vloeijstofdichte resultaat van de gehele voorziening, zodanig onder eenzijdig of meerzijdig afschot wordt aangelegd, dat (vloeistoffen, onder invloed van de zwaartekracht en afschot, naar het laagste afvoerpunt 5 stromen respectievelijk naar het laagste punt kunnen worden afgevoerd.

Onderscheidend daarbij is eveneens dat naar keuze en afhankelijk van de specifieke bedrijfsaciiviteiten, zowel het afstromen naar het laagste punt van een water/slib mengsel als geheel mogelijk is, maar ook dat desgewenst! enkel een gescheiden afstroming van vloeistoffen naar het laagste punt of gebied geschiedi en de vaste stoffen op de vloeistofdichte voorziening. achterblijven, waarbij de vloeistoffen individusel worden afgevoerd maar ook de vaste stoffen op een additionele wijze te kunnen worden verwijderd.

De onderhavige uitvinding voorziet tevens in sen vloeistofdichte vloervoorziening die geheel bovengronds geplaatst kan worden en waarbij de op de vloeistofdichte voorziening aanwezige vloeistoffen of mengsels hiervan, onder invloed van de zwaartekracht en het afschot van de voorziening, afstromen naar een pompbak vanwaar een pompeenheid het water/slib mengsel naar een bovengrondse slibvanger en afscheider pompt, Afhankelijk van specifieke bedriffsactiviteiten zoals bijvoorbeeld in een stalomgeving, kan in de onderhavig uitvinding, een scheiding worden aangebracht in de opvang- en afvoer van urine en mest, waarbij de vloeistoffen apart worden opgevangen en verwijderd alsook de vaste stoffen.

In de landbouw en specifiek in de veeteelt is een scheiding aan de bron van mest als vaste stof en urine als vloeistof een uiterst belangrijk thema geworden, De huidige en gangbare vermenging van mest en urine, als drijfmest in mestkelders, leidt tot bovenmatige ammoniakvorming en als gevolg hiervan tot verviuchtiging en de zeer onwenselijke stikstof depositie naar de omgeving. Politieke en wettelijke standpunten, jurisprudentie en regelgeving ligt hier intussen aan ten grondslag.

Het normale individuele biologische gedrag van de dieren bij de deponie van urine en mest, houdt in dat de deponie ervan volgtijdelijk plaatsvindt. Anders gezegd als de wine vrijkomt uit een dier, kom! de mest niet tegelijkertijd vrij en omgekeerd. Meer specifiek houdt dit in dat de fysieke plaats waar de deponie van de urine op een ondergrond terechikomt, door de volgtijdelijkheid en de natuurlijke voortgaande beweging van een dier in de leefruimte waar het zich bevindt, in vrijwel alle gevallen een andere fysieke plaats op de belaste ondergrond is, dan de deponie van de mest.

Dt biologische aspect vormt in de onderhavige uitvinding, de basis en de leidraad bij een unieke mogelijkheid om een gescheiden verwerking van urine en mest te realiseren, De randvoorwaarden van een technische toepassing dient dan ook in haar samenhang ie worden gerealiseerd en in stand gehouden. Deze randvoorwaarden worden in de onderhavige vinding verder uitgewerkt en vormen de basis voor de ie omschrijven uitvinding.

Een gangbare stalomgeving, niet uitsluitend, maar algemeen bekend als een ligboxenstal, heeft een deel waar de dieren figgen/staan en sen deel waar de dieren lopen.

Met name het des! van ven stal waar de dieren staan en lopen vormt het fysieke gebied waar de deponie van urine en mest plaatsvindt, Dit is veelal een roostervioer boven een mestkalder en wordt in de volksmond ‘de mesigang’ genoemd.

Hier vindt in een gangbare stal of iigboxenstal, ook de eerste vermenging van mest an wine plaats omdat het in de tijd tussen de deponie van mest respectievelijk urine, niet van elkaar wordt gescheiden waardoor vloeistof en vaste stof met elkaar wordt vermengd 44 op de fysieke stalvloer of roostervioer, of verder vermengd kan worden doordat het geheel door sen roosiersystsem naar ven mesikeider onder de stalvoer terechtkomt.

De technische lay-out van zo’n bestaand loopgebied omvat in de meeste stallen een open roostervioer die tevens het dak vormt van een daaronder gelegen {vloeljstofdichte opvangvoorziening ofwel een mostkelder. Met behulp van een mestschulf wordt het mengsel van urine en mest dat óp de roostervloer blijft liggen, voorts van de roostervloer afgeschoven door de uitsparingen in de roostervloer en naar een centraal gelegen afvoerpunt, eindigend in de mestkelder onder de roostervioer, waarbij tijdens de beweging van de mestschulf een dest van de mest ook door de roosters in mesikelder verdwijnt. Het samengevoegde product heet vanaf dit moment ‘drijfmest.

De tijd dat mest en wine ais drijfmest in ecn mestkelder aanwezig is stapel zich op totdat de mestkelder zodanig is gevuld, dat deze op sen mechanische wijze geleegd en elders verwerkt wordt, Ook is dat tijdstip gebonden san kalender voorschriften van het bevoegde gezag. De drijfmest kan in deze, vaak langere tijd, door de aard van vermenging, permanent ammoniak vormen die vervolgens door de roostervloer opstijgt naar de stalomgeving en vandaar, behoudens enkele sffectgerichte maatregelen, rechtstreeks naar de fysieke leefomgeving kan verviuchtigen.

Enkele voorbeelden uit de praklijk en de eerder aangegeven palentan, voorzien voor zen stalomgeving wel in een vorm van het scheiden van mest en wing, maar niet in een vloeistofdichte voorziening als grondslag om dit ook daadwerkelijk te realiseren.

Gangbare vloeistofdichte vloervoorzieningen, zijn immers voorziening{en) die er op § zijn ontworpen om vaste stoffen en vloeistoffen als een vloeistof/vastestof mengsel af te voeren naar sen opvangsenheid tor verdere verwerking.

In de onderhavige uitvinding wordt een stelsel van (vloeistofdichte voorzieningen en maatregelen omschreven die achtereenvolgens de mest en urine aan de bron kan scheiden, sen mestkelder gas- en vloeistofdicht afslui, de vloeistofdichte vloer schoon houdt de ammoniakvorming nivelleert, mest en urine verder gescheiden afvoert naar een algesicten opvangeenheid en op deze wijze zowel mest en urine nog slechts zeer kortstondig. aan de omgeving blootstelt en zo een oplossing biedt voor de moblematiek dis omschreven kan worden als de 'stkstofproblematek’.

Uit diverse literaiuur bronnen en publicaties kan het volgende worden afgeleid, “Ammoniak” is een gas met sen karakteristieke, sterk prikkelende geur. Een teveel aan ammoniak schaadt het milieu. Ammoniak is basisch, maar wordt door oxidatie in de lucht en in de bodem omgezet lot salpeterzuur, Deze verzusing is schadelijk voor bos- an natuurgebieden, Meer dan de helf van de verzuring in Nederland komt door de uitstoot van anmoniak, Daarnaast leldt ammoniak lot vermesting of eutrofiëring. Ammoniak kan in het oppervlaktewaler een overmaat aan voedingsstoffen veroorzaken. Deze eutrofiëring vindt ook plaats op het land, Planten die goed gedijen op mestijke gronden, zoals brandneleis, krijgen de overhand terwijl planten die op schrale gronden groeien verdwijnen. Ook kan het ui ammoniak ontstane nitraat het grondwaler vervuilen, De ammoniakemissie die in Nederland plaatsvindt, is voor meer dan 50% uit de landbouw afkomstig. De ammoniak ontsnapt uit de stallen of komt In de lucht terecht als een vorm van stiksiof bemesting van het land, echter waar het niet bedoeld of wenselijk is” Ammorgak is een gas dat in de veehouderij ontsiaat wanneer ureum ult de urine van koeten: varkens of anders dieren, wordt afgebroken door hel enzym urease. Dit enzym komt voor in de feces/mest en daardoor ook in de met mest besmeurde oppervlakken in son stal of in de drijfmest. Onder drijfmest wordt hier verstaan het mengsel van urine en mest dat door de biologische deponie van de dieren op een fysieke ondergrond valt in bijvoorbeeld aan stal en daar onderijng wordt vermenge, waarbij het vermengde geheel van mest en urine, gewoonlijk door een roostervloer in de mestkelder van een dierenstal als ‘drijfmest wordt verzameld.

Ureum wordt met behulp van urease omgezet in ammonium. Naarmate urine meer ureum beval is or dus meer omzetling naar ammonium mogelijk. Het gevormde ammonium is int drijfmest in evenwicht met ammoniak. Dit evenwicht is afhankelijk van de zuurtegraad van deze mest. De ammoniak kan ull de mest verviuchtigen als ammoniakgas. Naarmate de pH in de oplossing hoger is, zal dit sterker plaatsvinden. De mate van verviuchtiging hangt ook af van het verschi! van de concentratis ammoniak in de lucht direct boven de mest en de concentratie ammoniak in de drijfmest Bij veel luchtverversing direct boven de mest zal er meer ammoniak ontsnappen, De vorming van ammonium is ook afhankelijk van de temperatuur.

19 Afgelopen decennia heeft de Nederlandse veehouderijsector op aandringen van de fijksoverheid veel inspanningen geleverd om de mileubelasijng door de emissie van anmoniak terug le dringen. Dit betrof vooral effecigerichie maatregelen, o.a. in de vorm van luchtbehandeling-apparatuur waarbij ammoniakgas uit de omgevingslucht wordt gehaald, Om voldoende bescherming te bieden aan kwetsbare stkstofgevoelige natuur worden er nog meer inspanningen van de veehouderijsector verlangd in de komende jaren. Actuele wetgeving op dit gebied is dwingend geworden.

De ammoniakvorming door menging van mest en urine vormt het grote probleem in het terugdringen en beheersbaar maken van de luchtkwaliteit in de stallen en de depositie naar buiten de stalomgeving.

Het is intussen alom bekend en wetenschappelijk geduid, dat het samenvoegen van urine en mest, door bacteriële omzetlingen leidt tot de vorming van ammoniak, DE vraagstuk heeft geleid tot verschillende oplossingsrichtingen om de mest en urine aan de bron te schelden met behuip van harde maar ook van een zachte doorlatende ondergrond. De omschrijvingen zijn bijvoorbeeld gepubliceerd in patent nummer 1037035 en 2200455 e.a.

Er is echier anno 2020, in een veestal en lsstomgeving van een dier in een sigl, op prakiffkschaal, nagenoeg geen enkel succes geboekt met het scheiden aan de bron van urine en mest en daardoor ook niet aan het brongericht terugdringen van de ammoniakvorming afl mest en urine, UIt vrije nieuwsgaring en wealenschappelijke publicaties draagt de landbouw en meer specifiek de veestapel voor meer dan 50 % bij aan an de maatschappelijk ongewenste stiksiofdepositie.

Om sen samenstel van brongerichts maatregelen en voorzieningen toe te passen die wél succes hebben wordt in onderhavig uitvinding gebruik gemaakt van de inzichten en de stand der techniek. Scheen aan de bron van wing en mest vraagt om een met elkaar samenhangend stelsel van voorzieningen, materialen, bewerkingen en fysieke handelingen. Dit vormt ook de grondslag van de uitvinding.

Gebied van de uitvinding Het gebied van de uitvinding betreft een combinatie van voorzieningen en maatregelen ter voorkoming van milieu hygiënische belastingen van de omgeving, lucht, bodem en water.

Moer specifisk betreft het sen {vioelistofdichie opvangvoorziening, die geschikt is naar de aard van materiaalkeuze, de compound van het basismateriaal, zoals 0.2. de samenstelling, de uiterlijke vorm en constructieve vorm, de hardheid ervan, de dimensies, de maakbaarheid, sterkie klasse, de stijfheid, de slagvastheid, de uitzelingscoöficiënt, de chemische bestendigheid, de kleur, de hechting van addiionele materialen en de nabewerking in de vorm van antislip-lagen en een hierop gebaseerde reinigingsvoorziening en verwerking. Dit vormt in hun samenhang de grondslag van de uilvinding.

Een samenstel van dergelijke voorzieningen en maatregelen leidt ertoe dat {vloeistoffen naar de aard van de verschijningsvorm, als geheel of gescheiden, op- of binnen de vloeistofdichte voorziening worden opgevangen en afgevoerd.

Een belangrijk doel van de onderhavige uivinding is het realiseren van een, «in vergelijking met betonnen of vergelijkbare vloeistofdichte voorzieningen, relatief lichte vloeistofdichte vioer- of bodemvoorziening, waarvan de constructie enerzijds geschikt is als drager van relatief zware dynamische an statische mechanische of biologische belastingen in de ruimste zin en anderzijds kortstondig of langdurig bestendig is tegen chemische of bialogische vloeistof en vaste stof belastingen en temperatuurinvipeden. De vloeistof en vaste stof belastingen op de belaste zijde van de vlosistofdichte voorziening worden afhankelijk van de gevolgde bedrijfsvoering, separaat opgevangen en naar een daartoe bestemd afvoerpunt of alvoergebied geleid, als gevolg van vrije afstroming op sen onder ean enkelvoudig of meervoudig afschot geplaatste vloeistofdichte vloervoorziening.

Een afvoerpunt bij een viosistofdichte voorziening bestaal uit een bakvormige opvangeenheid waarin onder invloed van het afschot en de zwaartekracht, de gemengde vloeistoffen als water-siib of sediment afstromen en zich in de opvangeenheid verzamelen, Gangbaar in een induslièle omgeving, is een ondergronds geplaatste opvangeenheid in het bereik van vaak bouwkundig aangelegde vloeistofdichte voorzieningen. Veelal zijn deze ondergronds geplaatste opvangesenheden uitgevoerd in beton met als functie slibvanger en gravitatie afscheider, alwaar slib, water en oliën of vetten order invloed bezinking en opdrijving, gescheiden worden,

In de landbouw is een opvangeenheig dikwifls uigevoerd als een bouwkundige kokder die dient als buikopvang van drijfmest in een vee. of slalomgeving, Het afvoeren van drijfmest vindt in dat geval plaats door mechanische opzuiging door industriële machines die tevens voor verspreiding naar een landbouwgrond-omgeving zijn ingericht met als doe! de bodem te bemesten ten behoeve van de latere products van welde of akkerbouw producten.

In de onderhavige uitvinding wordt in een eerste vinding, ten behoeve van industriële reiniging, een opvangeenheid of pompbak bovengronds en op het laagste punt Lov. het onder afschot gelegde vloeistofdichte vloersysteem, vloeistofdicht tegen de vlosistofdichte voorziening geplaatst. Met behulp van ven in deze opvangeenheid geplaatste pompeenheid worden de vanaf de vloeistofdichte vloeroorziening tcegestoomde verzamelde vigeistoffen van ean mengsel van waler/siib of sediment, opgepompt en naar een eveneens bovengronds geplaalste sijbvanger en afscheider weggepompt. Het afvoeren van het residu uit een slibvanger en afscheider, is stand van techniek.

De onderhavige uitvinding voorziet verder in een gescheiden afvoer van voelstofen en vaste stoffen, waarbij vlosistoffen onder invloed van het afschot van de vloeistofdichte vloervoorziening, naar het laagste gebied van de. voorziening wegvloeien en de vaste stoffen op de voorziening achterblijven. De in het laagste gebied van de vloeistofdichte voorziening verzamelde vloeistoffen kunnen vanaf de vboelstofdichte voorziening worden verwijderd door deze vlasistoffen bij voorbeeld op te zuigen en weg fe pompen naar een daartoe bestemde externe verzameleenheid of container.

De vaste stoffen die op de voorziening achterblijven worden additioneel met sen zuig- veegmachine opgezogen en eveneens naar een daertoe bestemde externe verzameleenheld gebracht.

Door deze loepassing kan aan de bron een scheiding van vloeistoffen en vaste stoffen worden bersikt, hetgeen toegepast wordt in een stalomgeving waar mest en urine aan de bron gescheiden dienen te worden tensinde de vorming van ammoniak tegen te gaan. Een zuig-veegmachine om de vaste stoffen op te nemen is stand der techniek.

Als gevolg van het relatief lichte gewicht van de vloeistofdichte voorziening in onderhavige uitvinding, met behoud van enerzijds de sterkte-eigenschappen met sen geschiktheid voor de zwaardere verkeersklassen en anderzijds een chemische bestendigheid voor tal van industriële en biologische vloeistoffen en vaste stoffen, maakt de vloeistofdichte voorziening in onderhavige uitvinding geschikt voor vele toepassingen in gen bedrijfsmatige omgeving.

Enkele voorbeelden waarop de uitvinding betrekking heeft omvat bedrijfsactiviieiten waarbij in de normale bedrijfsvoering vloeistoffen en vaste stoffen vrijkomen die belastend kunnen zijn voor de fysieke leefomgeving, grond, grondwater en Iucht, Meer specifiek betreft dit het opvangen, afvoeren en naar een slibvanger en & afscheider geleiden, of een gescheiden opvang van vloeistoffen en vaste stoffen met additionele voorzieningen en maatregelen met een individuele verwerking, van op een vloeistofdichte voorziening gedeponeerde industriële vloeistoffen, vaste sloffen, waswater, chemische vlosistoffen, ogen, zuren, minerale oliën, brandstoffen, mest, urine ed.

Dit betreft tevens bedrijfsactvilelten waarbij meestal zwaardere en lichtere dynamische en statische mechanische en biologische belastingen voorkomen in de vorm van voertuigen, aslasten, installalies, dier en ves bewegingen e.d, op sen vloeistofdichte vloervoorziening.

Enkele bedrijfscategorieën waar bij voorbeeld de onderhavige uitvinding betrekking op heeft zijn 0.8. Chemische reinigers en Chemie bedrijven voor het opvangen en afvoeren van proceswater en spills, Truck- en carwash voor het tanken en reinigen van voerkigen en installaties, Transportsector, Landbouw voor het opvangen en afvoeren van gewasbeschermingsmiddelen of als mestvloer en scheiden van vaste sloffen an vloeistoffen aan de bron in een stalomgeving, Defensie voor het tanken en reinigen van voertuigen Jokaal of op missie of calamiteiten zorg, Vliegvelden voor tank- en wasplaatsen voor vliegiuigen en de-icing van vliegtuigvleugels, Raivervoer, Busondemamingen en toufingcarbedrijven ed.

Samenvatling van de uitvinding Een belangrijk doel van de onderhavige uitvinding is het realiseren van sen gas- on vloeistofdichte vloer- of bodemvoorziening, die onder eenzijdig of geïntegreerd meerzijdig afschot, zowel geheel bovengronds als opgenomen in de omgeving wordt aangebracht en geschikt is voor zware belastingen, voor het opvangen en afvoeren van vloeistof/slib of sediment mengsels of voor gescheiden opvang en van de voorziening afvoeren van vlooistoffen en vaste stoffen.

Als in deze lekst de term ‘gas- en vloeistofdicht wordt gencemd, betekent dit dat elk vloerpaneel zowel individueel als samengesteld tot één vloeistofdichte voorziening, zowel gasdicht, vloeistofdicht en stofdicht is. In de teksten wordt de term ‘vloeistofdicht gebezigd aangezien dit een term is uil de literatuur en regelgeving en als zodanig herkenbaar is voor esn primaire functie, namelijk vloststofdichtheid.

In het kader van deze octrooi omschrijvingen wordt deze algemene term Vloelstofdicht in de tekst gebruik! maar representeert deze algemene term in de onderhavige uitvinding uitdrukkelijk ook voor gasdicht, vloeistofdicht en stofdicht.

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een samenstel van voorzieningen en (beheer) maatregelen, waarbij de grondslag hiervoor wordt gevormd door een driedimensionate samengestelde kunstsiof gas- en vloeistofdichte viesrvoorziening.

Het materiaal, waaruit deze kunststof vloervoorziening wordt samengesteld is bij voorkeur maar niet uitsluitend, een thermoplastische polymeer samengesteld uit een of meer verschillende polymeren, die vanwege de productiewijze en samenstelling bijzondere eigenschappen heeft Een eerste belangrijke eigenschap van de toe te passen thermoplastische polymeer in de onderhavige uilvinding is de eigenschap van sen relatief geringe uitzeliingscoéfficiént ten opzichte van de gangbare thermoplastische polymeren.

Een tweede belangrijke eigenschap beteft de goede hechting van additionele materialen zoals bijvoorbeeld een anti sliplaag of UV bescherming op/aan het eindproduct en is daardoor ack onderscheidend ten opzichte van andere polymersn.

De aard en samenstelling van de thermoplastische polymeer in de onderhavige uitvinding last een productieproces toe waarbij door middel van bijvoorbeeld extrusie aan het product een die dimensionale struciuuvorm word. gegeven, waarvan de eigenschappen o.a, naast een geringe uilzettingscoéfficiént en hechtbaarheid, nominale sterkte en stijfheid aan het eindproduct geeft, mede door aard en samenstelling van het yitgangsmatariaal en de gevormde driedimensionale structuur, Op deze wijze kan een constructie’ sterk product worden gemaskt, met relatief weinig materiaal De drie dimensionale structuur kan bestaan uit hexagonale vormen die in een onderlinge verbondenheid leidt tot sen ‘honingraat’ structuur, Met is algemeen bekend dat sen dergelijke vorm vanwege het homogene structuurpatroon en verband lussen de individuele hexagonale vormen, fol zeer grote kracht opnamen kan leiden, zonder dat de construntievorm wordt aangetast, In tal van industriële toepassingen wordt deze vorm van lichts maar tevens sterke constructievormen loegepasì, zoals in vliegtuigen, windmolens ed.

Met bijzondere aan de toegepaste polymeer in de onderhavige uitvinding, is dat dif leidt fot een vorm en eindproduct waarbij de opgenomen krachten groter kunnen zijn dan de gangbare producten en toepassingen in andere vormen.

De maakbaarheid van een honingraalstructuur als eindproduct kan worden gerealiseerd door twee greca profislen op sen gewensie hoogtes, spiegelend legen elkaar vouwen, tol een hexagonale structuur onder het versmelten aan deze structuur van een deklaag, onderlaag of zijlagen. Dit is relaties’ arbeidsintensief en voor de gangbare horningrastprofielen.

Een andere vorm die In het extrusieproces voor de onderhavige uilvinding ta maken is en ook nieuw in maakbaarheid is hat produceren van een kanaalplaatstructuur voor zware toepassingen in één werkgang. Dit leidt fot een vrijwel continu productieproces waarbij het in de onderhavige uitvinding enerzijds nieuw is dat dit 19 proces wordt uigevoerd met de genoemde thermoplastische polymepr met de eigenschappen van hechtbaarheld met andere materialen en geringe yitzettingscoéfiiciént en anderzijds een vorm en omvang heeft die in de huidige industriële processen nu nisl wordt gemaakt, De monding of productiemal van de extrusie machine die deze kanaalplaal vormt is een factor 4 tot 6 groter dan de

15. wereldwijd bekende kanaalplaten van bijvoorbeeld polycarbonaat, Door de grotere dimensionering en industrieel ontwerp wordt recht gedaan aan de eisen van sterkte, stijfheid, thermische weerstand, hechting met andere materialen, vormbaarheid, ultzettingscoéfficient e.d. en daarmee aan een geheel nieuwe loepassing in een industriële of landbouw omgeving.

0 in de hiernavolgende uitesnzelling zal deze materiaalkeuze en structuur als voorbeeld nader worden uitgewerkt.

In de onderhavig uitvinding wordt de capaciteit van sen extrusie machine ingezet om een kanaalplaat te produceren met hiervoor genoemde sigenschappen van sterkie, stijfheid e.d, zoals hiervoor genoemd. Het basisproduct, waaruit de kanaalplaat wordt geproduceerd is een thermoplastische polymeer mel eigenschappen die in een gerealiseerd product tot uiting komen.

Heat extrusieproces is sen proces waarbij een thermoplastische polymeer, na verhitting, door een mal wordt geperst, in de onderhavige uitvinding een bijzondere inermoplastische polymser en een bijzonders speciaal hiervoor ontworpen mat, tol een kansaiplaal structuar, De aldus geproduceerde kanaalplaat voorziet in een drie dimensionale structuur waarbij de interne ruimte sen aan elkaar verbonden vakwerk-structuur is van lamellen van een bepaalde dikte, De dikte van de verbonden Ismellen in de kanaalpiaatstructuur is afhankelijk van de ontwerpeisen en wordt, afhankelijk van het doel, nominaal bepaald bijvoorbeeld op 1 of 2 mm dikte.

Een op deze wijze geproduceerde kanaalplaal verkrijgt in hetzelfde productieproces, tegelijkertijd of volgtijdelijk een deklaag en een onderlaag van vergelijkbare dike dan de lamellen, die vanwege de wijze van produceren als één veheel versmollen is met de lamellen van de interne structuur tol sen volledige kanaalplaat product.

De geproduceerde kanaalplaat als zodanig is intrinsiek gas- en vlosistofdicht In sen volgende fase van hel productieproces wordt de kanaalplaat tijdens het productieproces afgekoeld door midde! van o.a, een Iucht-gestuurde koeling langs de gevormde lameal-structuren van de toekomstige kanaalplaal.

Enerzijds neemt door die temperatuurdaling het exirusie product haar harde gradatie aan fof het gehesl uiteindelijk is afgekoeld en alle eigenschapen van sterkte, stijfheid e.d. hesft aangenomen.

Anderzijds vormt het een lucht koeling langs de lamellen van de te vormen kanaalplaal ook de weerstand tegen een eventuele vervorming van de nog warme en plastische lamelienstructuur tijdens het maakproces.

De productie wordt op deze manier sen continu productie met een vasie breedte maat, namelijk de breedte van de productiemal en sen lengte die oversenkomst met wens van de lengte van een vloeistofdicht vloerpaneel.

Als een vloeistofdicht vloerpaneel bijvoorbeeld 3 meter lang zou moeten zijn dan wordt in het proeductieproces ds lengle van een kanaalpiaat productie, door snijden, zagen of gelijkwaardige handeling op telkens 3 meter doorgenomen, zodat er een veelvoud van 3 meter lange vloerplaten met een vaste breedie van de productiemal onistaan.

Het voorbeeld van 3 meter kan op willekeurige andere maten representeren, In de ondethavig uitvinding van een kanaalplaat! vloeistofdicht vloerelement kan een vioerpaneel element als een vlakke plaat-ufivoering worden verwerkt, maar ook met een tweezijdig afschot door sen vloerpanee! een bolling (fonrond} van bijvoorbeeld 1 of 2% ie geven, na de extrusie, maar nog vóór dat de plaal geheel is afgekoeld. Het tweezijdige afschot wordt op deze wijze in de molecuul structuur van de thermoplast zonder spanning geïntegreerd waarbij het vloerpaneel, na atkoeling, deze vorm behoudt.

Tonrond’ is een term uit de wegenbouw en hiermee wordt bedoeld dat een voorziening afschot hesft naar twee of meer zijden, gerekend vanaf het midden van de voorziening, uitgedrukt in een %.

De bolling {tonrond} wordt dan in warme toestand aangebracht door een nog warm vioerplaat-deel dat uit het extrusieproces komt, in een gewenste vorm te brengen door deze als geheel bijvoorbeeld in een halfpipe-mal met sen gelijk % afschot te leggen, hiernaar te vormen en deze voorts verder in deze vorm te laten afkoelen.

De molecuulstructuur van de thermoplastisch gevormde vloerplaat ‘zet’ zich dan zonder interne spanning in de laatste vorm en behoudt deze vorm. De bedoeling van deze flexibele keuze is om een vloeistofdicht vloer systeem aan te kunnen leggen in sen 'tonrond’ afschot van bijvoorbeeld 1%. Het % is naar keuze, Het voorgevormde afschot kan zinvol zijn op de plaatsen waar een vloeistofdicht vloersysteem wordt aangelegd en niet gewerkt kan worden met een ‘recht’, eenzijdig aangelegd afschot, maar met een tweezijdig of meerzijdig afschot in de vorm van een ‘tonrond’ aangelegd vloersysteem.

De eigenschappen van het verkregen vloeistofdichte kanaalplaat vloersysteem laat toe dat op de deklaag een goed hechtende anti-sliplaag kan worden gehecht. Dit is van belang, aangezien op- en over de vloeistofdichte vloer, sen combinatie zal plaatsvinden van op- en overrijdend verkeer of overlopende dieren, in combinatie met een natte ondergrond als gevolg van spoelen, spuiten, morsen of deponie van vloeistoffen, slib en vaste stoffen. Een goede en sterke hechting op de gekozen thermoplastische polymeer verhoogt de veiligheid van mens, voertuig, machine en dier op een bijzondere wijze.

Door de individuele vloeistofdichte vloerplaten, op een locatie naast elkaar te plaatsen en onderling alsook aan een bouwkundige omgeving te verbinden met een bestendige voegmassa en een eventuele additionele mechanische verbinding, die geschikt is voor de aanwezige bedrijfsactivitsit, ontstaat een vloeistofdichte voorziening die gas- en vloeistofdicht zal zijn. Deze vloeistofdichte voorziening bijft bovendien mobiel of verplaatsbaar zonder dat de vloeistofdichte vloerpanelen hun vorm of samenstelling verliezen.

In een verdere uitvoeringsvorm worden koppelmiddelen aangebracht op afstand van en langs tenminste één omtrek-rand gelegen, vast in het vioerpaneel en vanaf het te belasten oppervlek toegankelijke koppslelementen, zoals bijvoorbeeld schroefdraadbussen, bajonetverbindingsbussen en soortgelijke koppelbussen, voor het in deze bussen en hiermee bij voorkeur losneembaar koppelen van bevestigingsmiddelen.

Hiermee is het mogelijk om aangrenzende vicerpanelen verder mechanisch aan elkaar te koppelen door koppelstrippen die via schroeven of anderszins met tegenoverliggende koppelbussen zijn verbonden.

De koppelbussen c.g. koppelelementen kunnen ook worden gebruikt voor het op een vloerpaneel bevestigen van dorpels en staanders, van bijvoorbeeld een overkapping of dergelijke, Voorts voorziet de uitvinding in een met de koppelmiddsien te verbinden eventueel te plaatsen op- en afrijplateau die zich bij voorkeur langs een omtrek-rand naar keuze van ean betreffend vloerpaneel uitstrekt.

40 Door het los neembaar maken met de verdere koppelmiddelen, c.g. koppelelsmenten zoals bijvoorbeeld schroefdraadbussen, bajonstverbindingsbussen koppelen van hijsogen, kunnen vioerpanelen eenvoudig op hun gewensie positie worden gehesen en geplaatst en uitsrtaard op en van voertuigen voor het vervoeren van de panelen, De onderhavige uilvnding is geschikt voor diverse toepassingen zoels vloeistofdichte vloeren en voorzieningen voor industriële bedrijfsactvitelten, waarbij het wettelijk voorschrift is om sen onathankelijk (goed) gekeurde vloeistofdichte voorziening ie gebruiken voor de bedrijfsactiviteiten die gekenmerkt worden als een verhoogd of hoog bodemrisicn.

Daarnaast is de onderhavige uitvinding geschikt als substiuut voor de tol nu tos gangbare oplossingen. Een voorbeeld hiervoor is een fietspad, waarbij het gebruikelijk is dit in beton, astalt, elementen van beton of als schelpenpad uit te voeren, De nadelen van de toegepaste producten hebben veel te makten met de COZ uitstoot en emissie of in hel geval van schelpenpaden, met de winning van schelpen waarvan om milieu hygiënische redenen de winning van schelpen, aan banden wordt gelegd.

De thermoplastische polymeer vloer van onderhavige uitvinding, is 99% recyclebaar tot hel opnieuw produceren van een willekeurige thermoplastische vorm zoals een kangalplaat vloervoorziening met behoud van alle reeds omschreven eigenschappen en voldoet daardoor aan de uitgangspunten van een circulatre sconomie, Daarnaast is de vloer in onderhavige uitvinding, licht en sterk zodat deze vloer voorziering kan volstaan met ean zeer lichte fundering len opzichte van beton of asfalt,

Dat betekent cok dat een fieispad van een in onderhevig uitvinding omschreven vloersysteem in de vorm van te verbinden of te koppelen vloerdslen, ook zeer snel kan worden aangelegd en ook in minder draagkrachiige gebieden tot zijn recht komt. Verzakkingen of additionele voorzieningen tegen verzakking zijn iel nodig. Ook de kleurstelijng van een anti slipleag In bijvoorbeeld rood, fluorescerend geel, schutkleuren of combinaties van kleuren of ivoorkleur en structuur als substiluut voor cen schelpenpad is mogelijk. Een dergelijk fietspad is voorts ook geschikt voor het overrijden van bijvoorbeeld sen brandweerwagen of een ambulance dal in cen naiuurgebied voor kan komen, Een ander voorbeeld zijn parkeerdaken en parkeerdekken. Gebruikelijk is om parkeerdaken ie voorzien van vaak betonnen tegels of elementen van beton, helgeen een relatief zware belasting is voor een dak of bouwkundige voorziering. De onderhavige uitvinding Is licht, sterk en voorzien van sen anti sliplaag en mede daardoor geschikt voor deze toepassing.

in de onderhavige uitvinding is een samengesteld vloersysteem van individuele vloerplaten op maat, geschikt als drager van zware lasten en voorzien van een anti sliplaag, eventueel in lonrond aangelegd. Door een hechtende voegmassa worden individuele vloerplaten tol een vloeistofdicht voersysieem samengebracht. Het regenwater kan door hel aanwezige afschot van een vloersysteem naar de laagste delen van een dak afstrormen en via de geèigende afvoersystemen verder worden afgevoerd.

Meer algemeen is sen dergelijk vloersysteem in onderhavige uivinding geschikt voor een veelheid van toepassingen, -hier niet nader omschreven, waar statische of dynamischs mechanische belastingen voorkomen, waarbij o.a. de vorm van de vloer, het materiaal, het gewicht, de mechanische maakbaarheid, de bijzonder geringe uitzettingscodfficiént an de hechibaarheid van additionele materialen voordelig kan zijn, In de omschrijving van de onderhavige uitvinding, wordt hierna verder een (vloeistofdichte) vloervoorziening in een stalomgeving als specifiek voorbeeld verder uitgewerkt.

De opgave die ten grondslag ligt aan een stalomgeving in deze tijd, is het terugdringen of geheel voorkómen van ammoniakvorming en de stikstofdepostie die hisrop volgt, Zoals hiervoor omschreven is hat scheiden van mest en urine aan de bron hiervoor noodzakelijk.

O.a. de slerkie, stijfheid, resistentie legen chemische {vloeljstsffen, mest en uring alsook de vorm, de vervormbaarheid van een door middel van extrusie gevormde thermoplastische polymeer met eigenschappen zoals ean geringe uilzetijngscosfficiënt 84 goede hechtbaarheid van additionele materialen zoals een anti sliplaag op het vloerdek een viosistofdichi-hechiende bestendige voegmassa voor het verbinden van de individuele vloerplaten tal een gas- en vloeistofdichte vloervoorziening, zijn hiervoor reads omschreven.

Het zijn o.a. deze sigenschappen die het mogelijk maken om in sen stalomgeving de vloeistoffen {urine} en de vaste sloffen (mest) bij de bron te scheiden.

40 De onderhavige uitvinding voorziet hiertoe in sen geïntegreerde constructieve samenstelling van een drie dimensionaal gevormde {viper}paneelstucluur, omvallende aangrenzend en onderling te verbinden, rechthoekige vloerpanelen, geplaatst onder cen afschot, met eerste en tweede tegenovergelegen omtrek randen en derde en vierde tegenovergelegen omtrek randen, waarbij elk vicerpanest als zodanig als in onderlinge 18 verbondenheid, een voor gebruik fe belasten gesloten opperviak, een onbelaste oppervlak voor plaalsing op een ondergrond of sen vrij dragende overkluizing van een ondergrond en een vanaf bel te belasten oppervlak voor vloeistoffen toegankelijk geïntegreerd vloeistofopvang- en afvoersysteem omvat.

Met de term vloeistofopvang- en afvoersysieem wordt in deze beschrijving en de conclusies niet alleen het opvangen en afvoeren van vloeistoffen verslaan, maar ook van anders al dan niet bodemvsrvuilende of verontreinigende sloffen zoals mest, klei, drab, sediment of andere ongerechtigheden dat onder andere met de vloeistoffen} wordt mesgevoerd.

De onderhavige uitvinding heeft voorts het kenmerk, dat elk vloerpanesl is voorzien van een zich langs de eersis en tweede omtrek-rand. uitstreltkende en aan het is belasten oppervlak op het vicerpanes! aangebrachte vlooistofopvang barrière is voorzien en sen zich langs de derde en vierde omtrek-rand uitstrekkende te belasten oppervlak, een voegruimie is voorzien voor hel aanbrengen van een hechtende bestendige vosgmassa, zodanig dat bij aangrenzende te verbinden vloerpanelen de voegruimte van het ene vloerpansei congruent is aan de voegruimie van cen tweede vloerpanest.

In deze ook eventueel te verplaatsen viosisiofdichte vloervoorziening zijn de functies voor het aangrenzend aan eikaar verbinden van de vloerpanslen en de funciies van vloelstofdichtheid en vloelstofopvang en afvoer volledig geïntegreerd.

De term vloeistofdicht zoals gebruikt en bedoeld in de onderhavige bescirijvng an conclusies on zoals ook gedefinieerd en begrepen in de gangbare nationale en inlemationale wetgeving op het gebied van Milieubeheer en Bodembescherming, houdt in dat geen vioeistof van het te belasten oppervlak van de vloeistofdichte vioer-of bodemvoorziening, dat wil zeggen het oppervlak dat voor (bedrijfs)activiteiten wordt gelwuikt, het onbelaste oppervlak van de vloeistofdichte vloer of bodemvoorziering, dat wil zeggen het oppervlak van de vloer. of bodemvoorziening dat op- of boven een ondergrond rust of zich aan de tegenover gelegen zijde van de belastbare zijde, of buiten de belastbare zijde, mag bereiken.

40 Door de inlegratie van de verbindingsfunclies en het vloelstofopvang- en afvoersystsem, wordi het vlosistofopvang- en afvoorsysleem in de zin van de bovengenoemde definitie ook als gas- en vloeistofdicht aangemerkt.

Een dergelijke vloeistofdichte vloer- of bodemvoorziening van bijvoorbeeld een thermoplastische polymeer kunststof of vezel versterk! kunsistcfcomposiet met een geïntegreerde consiructie in de vorm van een kanaalplaai, hexagonale vorm of vergelijkbare constructieve vorm met een meerzijdig omsluitende kunststofhuid, zoals een enkels of meerlaagse hechtende polymeer of glasvezelhuid, epoxy, polyurea of polyurethaan of vergelijkbare hechtende kunststoffen is enerzijds relatief licht en anderzijds geschikt voor verkeersklasse 800 {20 ton aslast; of lichter, In een gemiddelde sialomgeving werd reeds beschreven dat er sprake is van een roostervloer als mesigang en daaronder sen vlogistofdichte mosikelder.

De onderhavige uitvinding voorziet er in dit voorbeeld in dat de met bijvoorbeeld 1% tonrond voorgevormde individuele vloeistofdichte vloerplaten, de volle bresdte van sen mestgang kunnen overkduizen. In een vooraf voor de plaatsing en aan de bouwdelen te hechten vloeistofdichte vloerdelen geprepareerde omgeving, worden ten behoeve van de aanleg van het nieuwe vlosistofdichte vloersysteem, op deze wijze de individuele kanaalplaat vloerdelen met omschreven eigenschappen, aangesloten naast elkaar gelegd en ict één aaneengesioten vloerveld samengebracht Door de individuele vloerplaten onderling en aan de omliggende bouwdelen met een bestendige voegmassa aan elkaar te verbinden, ontstaat op deze wijze een gas- en vloeistofdichte vloervoorziening over de gehele mestgang en sluit de onderliggende drijfmestkelder geheel af van de omgeving.

De eerste milieuwinst zit erin dat hel aanwezige proces van ammoniakvorming in de drifimestkelder geen invloed meer heeft op de stal- of verdere bulten de kelder gelegen omgeving.

De gas- en vloeistofdichte vloervoorziering is, vanwege het voorkómen van ammoniakvorming op hel vloersysteem, aangewezen op een gescheiden opvang en afvoer van urine on mest, Zoals eerder omschreven is de dropping door vee van urine an mest volgtijdelijk, Dat houdt in dat op het relatief schone en vlakke vloerveld van de onderhavige uitvinding, de wine onder invloed van het aanwezige afschot in het vloersysteem en de zwaartekracht, onmiddellijk zijwaaris zal afstromen, naar het jo laagste gebied van de vloervoorziening.

Aangezien het {vloeijstofdichie vloersysteem ook geheel vloeistofdicht verbonden is met de bouwkundige omgeving zal de urine in het laagste gebied van de vloeromgeving tosstromen, waarvan Uit het wordt afgevoerd uit dit gebied, In een uilvoeringsvorm van de vloervoorziening volgens de uivinding is elk vioerpansael voorzien van een eenzijdig of meerzijdig afschot Om zoveel mogelijk vipeisio! vanaf het is belasten oppervlak van een vloerpaneel naar het vloeistof afvoergebied te laten wagstromen, voorziet de uitvinding daarin dat het te belasten opperviak vanaf de vierde en derde omirek-rand naar de verste respectievelijk tweede omtrek-rand gezien, onder een afschot wordt gelegd. Dat wit zeggen, dat bij een eenzijdig afschot de eerste omtrek-rand relatief het laagste is gsiegen ten opzichte van de tweede ombek-rand of omgekeerd.

Bij een tweezijdig afschot zijn de eerste en tweede omirek-rand beiden relatief lagergslegen dan het midden van een vioerpaneel, bezien langs de derde en vierde omtrek rand.

Bij een meerzijdig afschot is hel middendeel van de vierde respectievelijk derde omtresk-rand relatief het hoogste gelegen ten opzichte van de overige omtrekranden van de voorziening.

in een weer verdere uitvoeringsvorm van de uitvinding is daarin voorzien dat lenminste de verste on tweede omirek-rand van een vloerpanesl is voorzien van een geintegreerde vlopistof barrière of opstaande rand ten opzichte van het te belasten oppervlak, Hiermee is de vloelstof afvoer vanaf de vloeistofdichte voorziening tof in de laagsie punten of gebieden begrensd om angecontroleerd uikeden buiten de vloeistofdichte voorziening te voorkomen,

In het geval van aangrenzend gelegen vioerpaneien voorziet de uitvinding verder daarin dat de afvoer van vloeistoffen vanaf het te belasten oppervlak over de op elkaar aangesloten aangrenzend gelegen vloerpanelen af kan stromen.

Aan de uitvinding ligt verder de opgave ten grondslag de vicerpanelen van de 53 vloervoorziening, intrinsiek vloeistofdicht aan elkaar te verbinden, Daarbij is onderscheidend dat elk vloerpaneel zodanig op een afschot is gelegd of gevormd, dat vloeistoffen vanaf het te belasten oppervlak naar ten minste één geïntegreerd viogistofopvang- en afvoersysteem of afvoergebied kunnen afstromen.

Een met de viceistofdichte vloervoorziening geïntegreerd vloeistofopvang- en afvoersysteem kan de vorm hebben van een pompbak. De instroom in een pompbak van sediment, slib, vloeistoffen en vaste stoffen zal geschieden op het relatief laagste punt ten opzichte van een hieraan verbonden vloeistofdichte voorziening.

Varwege de positie van het vloeistofdichte vloersysieem ten opzichte van haar afvoerpunt, zal een aan dit vloeistofdichte vloersysteem eveneens vloeistofdicht verbonden pompbak, een ten opzichte van de ligging van het vloeistofdichte vloersysteem en haar omgeving, een relatief lage instroomhoogie hebben waarbij vloeistoffen nog vrij kunnen instromen in de pompbak, De pomp-slag, -de ruimte die een pomp beschikbaar heeft om te pompen, tussen de hoogte van een toegevloeide viosistofspiege! en de bodem van een pompbak-, zal zo relatief gering blijven.

Om het sediment in massa uit de pompbak te kunnen transporteren naar de slibvanger/afscheider voorziet de onderhavige uitvinding in de toepassing van een vuitwaterpomp, zonder draaiende delen en met voldoende ruimte in de pompbehuizing om sediment en grovere delen door te laten. In dit verband wordt sen vuilwaterpomp gebaseerd op het venturi principe en als pomp in de pompbak geplaatst.

De werking van de venturi is gebaseerd op het creëren van een onderdruk binnen in de pompbehuizing door met hoge druk, water door een vast gemonteerde nozzle in het pomphuis te persen en af te voeren in de afvoerrichting.

De vorm van het pomphuis is gebaseerd op het stromingsgedrag van vloeistoffen gebaseerd op het wetmatige principe dat een toename van de snelheid van een vloeistof gepaard gaat met sen verlaging van de druk, De toename van de snelheid wordt verkregen door water onder hogedruk langs een versmalling, de venturi, in het pomphuis te persen,

De verkregen onderdruk in het pomphuis wil de uitstroom energie compenseren door aanwezig water in de afvoerrichting te stuwen, De toename van de snelheid van de vlosisiof in de afvoerrichting maakt dat er een relatief groot debiet in de afvoerrichting wordt gestuwd.

De capaciteit van de venturi pomp is dermate groot dat de pompbak, vanwege de relatief geringe pomp slag, vrijwel onmiddellijk lseggezogen zal worden waardoor de venturi pomp dan tegelijkertijd haar functie verliezen doordat de pomp atmosferische lucht aan zal zuigen.

Omdat in de onderhavige vinding, bij gebruik weer voldoende suppletie water in de pompbak als spoelwater wordt toegevoerd zal de pompbehuizing weer geheel onder water komen en weer gaan aanzuigen. Het afgevoerde debiet wordt continu gecompenseerd en bijft de venturi werking actief gedurende de pompperiode.

Een niveau schakelaar activeert de venturipomp opvolgend, als de in de pompbak toegestroomde viosistof, weer een bepaald niveau aan viceistofspiegel heeft bereikt en de venturipomp hierdoor weer wordt geactiveerd, zodat de pomp weer aanslaat en kan afpompen.

Aangezien de pompbehuizing van de venturi pomp, bovendien voldoende ruimte laat om water, sediment en grove delen door te laten en er voorts geen draaiende delen zijn, zal er geen stagnatie optreden van door te voeren water met sediment, zodat in de werking van de venturi pomp, het afvalwater en sediment, eventueel met grove brokken, wordt getransporteerd naar de slibvangei/afscheider. Eventuele stagnatie in afvoerbuizen e.d. wordt Hierdoor voorkomen.

Doordat de hogedruk eenheid de onderdruk in het pomphuis in stand houdt zal het aanwezig water en sediment verder worden gestuwd en via een slang in de slbvanger/afscheider worden gepompt.

De onderdruk in de venturi pompbehuizing wordt verkregen door aan de behuizing van de venturi pomp een hogedruk watersysteem te koppelen. Als voorbeeld zou zen plunjerpomp eenheid van ca. 13 l/min en een werkdruk van ca. 140 bar kunnen functioneren. De pompbehuizing is volgens algemeen gangbaar gebruik, standaard uitgerust met een aansluiting voor een hogedrukleiding en werkt naar de stand der techniek.

Een met de vloeistofdichte vloervoorziening geïntegreerd vloeistofopvang- en afvoergebied kan de vorm hebben van een zich over de eerste, - en bij een meerzijdig afschot - ook over de tweede omtrek-rand uitstrekkend gebied met een vloeistofdicht verbonden vloeistof barrière of bouwkundige begrenzing, waar afstromende vloeistoffen zich onder invloed van het afschot en zwaartekracht verzamelen.

De verzameling van vloeistoffen in dit vloeistofopvang- en afvoergebied betreft voornamelijk de vloeistoffen waarbij de vaste stoffen op het oppervlak van de vioeistofdichte voorziening achterblijven.

Om stagnatie van vloeistoffen in het vioeistofopvang- en afvoergebied te 19 voorkómen, is erin voorzien dat over de lengte van de eerste respectievelijk tweede omtrek-rand, op de vloeistofdichte vloervoorziening, de vloeistoffen afgezogen en afgevoerd kunnen worden.

Hiertoe wordt sen pompeenheid in de vorm van sen vacuümpomp aangesloten op een langs de eerste respectievelijk tweede omtrek-rand geplaatst leiding systeem, waarbij dit leiding systeem over de gehele lengte is voorzien van naast elkaar geplaatste individuele zuigmonden die enerzijds reiken fot in de vloeistof die zich in het vloeistofopvang gebied verzamelt en anderzijds, individueel vloeistofdicht zijn gemonteerd aan de afvoerbuis respectievelijk aan een individueel per zuigmond aangesloten afvoerbuis, zoda! onder invloed van vacuüm in de afvoerbuis het opzuigen via de individuele zuigmonden en afvoeren via de afvosrbuis van vloeistoffen tot gevolg heeft.

In onderhavige uitvinding is gekozen voor een vacuüm leiding met individuele naast elkaar geplaatste zuigmonden met een willekeurige vorm van de zuigmond, zodat op deze wijze elke zuigmond onder een gelijke invloed komt van het vacuüm in de zuigleiding en zo ook sen Individueel per zuigmond opgewekt vacuüm ontwikkelt en vooris op deze wijze de op te zuigen vloeistoffen opneemt.

Op deze wijze kan sen effectieve afzuiging van vloeistoffen maar ook van lucht gn dampen in stand gehouden worden, ook als de toegestroomde vloeistoffen op een willekeurige plaats in het vloeistofopvang- en afvoergebied toestroomt.

De leiding en zuigmonden kunnen van een bestendige kunststof, roestvast staal of vergelijkbare materialen worden vervaardigd.

De afgezogen vlosistoffen worden onder invloed van vacuüm door de vacuumpomp, rechistreeks naar een van de buieniucht en omgeving afgesloten verzamelbassin gevoerd ter verdere behandeling.

De vaste stoffen die op de vlosistofdichte vloervoorziening komen, worden met behuip van ven mechanische zuig-voog cenheid bijvoorbeeld in de vorm van een robot opgenomen, verzameld en eveneens in sen van de omgeving afgesioten varzamelbassin gedeponeerd.

De robot is zodanig uitgerust met zuig- veeg- en reinigingsfaciliteiten, dat het vlogistoïdichte vloersysteem, na het passeren van de robot, relatief schoon en eventueel droog achterbijf. Eon dergelijke robot is continu in bedrijf on is stand der techniek, Het scheiden aan de bron van vlgeistoffen en vaste stoffen is bijvoorbeeld zinvol in een stalomgeving. Door het feitelijk scheiden van vloeistoffen en vaste stoffen en beiden op een individuele wijze op le nemen en af te voeren, is in sen stalomgeving zeer gewenst.

Eon dergelijke toepassing in sen stalomgeving houdt in dal vanwege de mest en urine deponie, de noodzakelijke voorzieningen en maatregelen nog additionele voorzieningen behoeven om een ongestoorde functie ie borgen.

In onderhavig uitvinding, wordt de langs de eerste respectievelijk tweede omtrek- rand de vacuüm afvoerleiding met zuigmonden op de viosistofdichie vloervoorziening geplaaist tangs de bouwkundige opstaande rand van sen ligboxen omgeving. Deze bouwkundige opstaande rand is gemiddeld ca. 150 mm hoog, gerekend vanaf de bovenzijde van de bouwkundige open roostervioer boven de mestkelder.

Om de vacuum leiding, die geheel bedoeld is om vloeistoffen op te nemen en af te voeren, te beschermen tegen de van bovenaf vallende deponis van mest, waardoor verstopping kan ontstaan, wordt de vacuüm leiding over de gehele lengie voorzien van sen afdekking in de vorm van een plank- of plaatvormige eenheid. De plank- of plaatvormige eenheid wordt enerzijds voelstofdicht bevestigd aan de bouwkundige opstaande rand van een ligboxenomgeving of de dorpel of barrière begrenzing van de vloeistofdichte voorziening en rust aan de tegenovergelegen zijde van deze plank. of plaatvormige eenheid, op de vloeistofdichte vloervoorziening. De plank- of plaatvormige eenheid vormt op deze wijze een afdak over de vacuüm leiding.

Het raakvlak van de plank- of plaatvormige senheid op de vloeistofdichte vloervoorziening laat een splestvormigs ruimie open waardoor vloeistoffen onder invloed van afschot en zwaartekracht naar het laagstgelegen gebied van de vloeistofdichte voorziening en door de spleetvormige opening naar de open zuigmonden van de vacuüm leiding kunnen afstromen, vanwaar deze vloeistoffen kunnen worden opgezogen zonder gehinderd te worden door afsluiting van mestdeponie op de plaats of in het gebied van afzuiging.

In een verdere uitvoering kan de vacuüm leiding met zuigmonden cok worden benut om koristondig of langer met behulp van perslucht een persslag of persstroom aan lucht door hetzelfde systeem te maken waardoor eventuele vaste stoffen of ophopingen in dit gebied weg te blazen vanaf de zuigmonden zodat deze vacuüm monden, weer ingesteld in de vacuüm mode, verder zonder belemmering van vaste stof concentraties, de vloeistoffen weer kunnen opzuigen.

Aan de uitvinding ligt voorts de opgave ten grondslag om de vloervoorziening integraal en onderscheidend duurzaam te kunnen laten voldoen aan de geldende eisen, bepalingen en normen, waaronder NEN-, Euro- en CUR- normen voor dynamische, statische, mechanische, thermische en chemische bestendigheid, met behoud van de functies van {vioei)stofdichtheid. Daarbij is onderscheidend dat de samenstelling van elk vloerpaneel een zwaar te belasten zelfdragende constructie kan omvalten zonder een delaminatie risico zoals bekend van traditionele constructies.

Voor een perfecte ligging en opvang van oneffenheden in een ondergrond, voorziet de vloervoorziening volgens de uitvinding tevens daarin dat de vloerpanelen als een vrijdragende boogvormige constructie zijn of worden geplaatst waarbij de omtrek randen een en twee op een ondergrond rusten of waarbij de vloerpanelen worden geplaatst op een stabiele volledig dragende onderlaag of ondergrond.

Aan de uitvinding ligt tevens de opgave ten grondslag om de voorziening relatief eenvoudig te kunnen verbinden of te koppelen en ontkoppelen, eventueel te stapelen en op te slaan in zeecontainers en te verplaatsen naar een willekeurige andere locatie en daar weer opnieuw in bedrijf te stellen, met behoud van alle functies.

In een voorkeurs uitvoeringsvorm is elk vioerpaneel hiertoe rechthoekig van vorm, met een lengle-breedie verhouding van ca. 2:1. De serste eniweede omirek-randen zijn dan aan de korte zijds gelegen en de derde en vierde omtrek-randen zijn aan de lange zijde gelegen.

De onderhavige ullvinding beoogt tevens een economische verbetering te bieden ten opzichte van de conventionele voorzieningen door toepassingen van de omschreven duurzame en lichigewichi-materialen die in een continu extrusie productie vervaardigd kunnen worden.

impliciet worden de geslelde eisen aan funderingen van de voorziening eenvoudiger, Daamaast zijn er grote on structurele besparingen fe realiseren in oder andere het transport, de verwerking, het onderhoud of herstel, economische of technische afschrijving en ls deze structureel onderscheidend gunstiger dan conventionele voorzieningen, Het ontwerp vindt plaals volgens het cradle tot cradle principe en is bij herhaling recyclebaar.

In een verdere uitwerking is de vormgeving en samenstelling van het gehele vloeistofopvang- en afvoersysteem zodanig uigevoerd, dat insiailaties, nutsvoorzieningsn en leidingwerk bovengronds op-, aan, in of nabij het opvangsysleam kunnen worden geplaatst of weer worden opgenomen of gedemoniseerd. Het gehele opvang- en afvoersysteem is mede door deze vormgeving, samenstelling en eigenschappen relatief eenvoudig verplaatsbaar naar een willekeurige andere locatie met behoud van vorm en functie.

De opbouw en materiaalkeuze Is zodanig, dat de oorspronkelijke vormgeving, de samenstelling of dynamische, siafische, mechanische, thermische en chemische eigenschappen van de vloerpanslen on het vloeistofopvang- en aïvoersysleem niet wijzigen onder invloed van de opgevangen (vloeijstofen, Hierbij kan gedacht worden aan vrijkomende {vloeistoffen als gevolg van chemische belasting, mest, wine, minerale oliën of brandstoffen e.d. en hef reinigen en wassen maar ook tanken, vullen en afiappen van motorvloeistoffen zoals molorolie, koelvloeistof of rultensproetervioeistof of op- en overslag van zuren of logen en andere oxiderende of chemische vloeistoffen en stoffen.

De uitvinding is gebaseerd op het inzicht dal bedrijffeactiviteiten met bodembedreigende vloeistoffen op of boven vloeistofdichte opvangvoorzieningen dienen ie geschieden en dat het economische voordelen biedt om een verplaaisbaar fichigewicht, duurzaam en bestendige (vloeijstofdichte vloervoorziening te realiseren.

De vloeistofdichte voorziening is permanent geschikt en bijft dat ook voor hat overrijden, overlopen of plaaisen van zware en lichte dieren of objecten of overrijdbaar is voor zware of lichte aslasten.

In een verder aspect voorziet de uitvinding in een werkwijze voor het vervaardigen van een dragend drukbed geschikt voor het aanleggen van een vloervoorziening met vioerpanelen omvattende de stappen van het aanbrengen van een stelframe waarvan de afmetingen en contour overgenkomen met de afmetingen, profilering, afschot en contour van de te vervaardigen vloervoorziening en met een framehoogte tenminste gelijk aan de voor het vereffenen van oneffenheden in de ondergrond of verharding en voor het verkrijgen van sen gewenst verval of afschot in de vloervoorziening benodigde hoogte waarbij het frame de vioervoorziening geheel draagt en de dynamische en statische mechanische belastingen van op- en overrijdend verkeer en ves, over de voorziening, geheel kan dragen.

Stand van de techniek Er zijn reeds meerdere octrooien en werkwijzen bekend die gebaseerd zijn op het inzicht dat het scheiden van urine en mest bij de bron, de ammoniak vorming sterk tegengaat. Ook is beschreven dat een zachter loopgebied dan een gangbare betonvloer of ean beton- met rubbermatten- ondergrond, niet het gewenste affect heeft en dikwijls nog gen averechts effect heeft.

Uit het Nederlandse octrooi NL 1040025 en NL 2015887 is zen uit aangrenzend geplaatste, koppelbare vloerelementen van kunststof vervaardigde verplaatsbare {vioeijstoldichie vioer- of bodemvoorziening bekend, bestaande uit een rijbaan met een geïntegreerde viceistofopvangvoorziening.

De Amerikaanse octroolaanvrage US 2005/0204882 beschrijft een systeem van uit én stuk en van kunststof, in het bijzonder polyvinylchloride (PVC), vervaardigde langwerpige vloerplaten met een bovenvlak of topvlak waarin een stelsel van evenwijdige afvoerkanalen ís gevormd, voor het in langsrichting (axiaal) van een vloerplaat, over het oppervlak hiervan, afvoeren van door de vloerplaat opgevangen vloeistof naar een aan één of beide kopse zijden naast en buiten de vloerplaat gelegen vioeistofopvangvoorziening waarin elk van de afvoerkanalen uitmondt.

Deze vloerplaten zijn in dwarsrichting aangrenzend koppelbaar, waarbij de samenwerkende koppelmiddelen van aangrenzende vicerplaten een samengesteld afvoerkanaal in langs richting {axiaal} van de gekoppelde vloerplaten vormen voor het afvoeren van door de tussen aangrenzende vloerplaten gevormde tussenruimte (koppelspiset) vanaf het bovenvlak doorlekkende vloeistof.

Om redenen van gewichisbesparing is de vloerplaat als een open structuur gevormd, met een aantal zich in langsrichting van de vloerplaat onder het bovenvlak uitstrekkende holle kamers.

Uit de Internationale octroolaanvrage WO 00/62603 is een matwerk van langwerpige matmodules bekend, die in dwarsrichting gezien met hun langsranden aangrenzend plaatsbaar zijn, In en verdeeld over het te belasten oppervlak is elke matmodule van openingen voorzien die uitmonden of aansluiten op dwars onder het te belasten oppervlak van een matmodule in langs richting hiervan lopende afvoerkanalen. De betreffende afvoerkanalen sluiten aan op aan de kopse zijden naast en buiten een matmodule geplaatste vloeistofopvangvoorziening.

De uit US 2005/0204662 als WO 00/62603 bekende vloerplaten of vioerpanelen c.q. het malwerk bieden geen geïntegreerde oplossing voor het afvoeren van vloeistoffen van gekoppelde vioerpanelen. Hierdoor zijn deze bekende vloerplaten of vloerpanelen c.q. het matwerk ongeschikt voor het flexibel, snel en zonder ingrijpende constructieve voorzieningen aanleggen van een (vloeistofdichte vioervoorziening met lengie- en breedte-afmetingen welke sen veelvoud zijn van die van één enkel vloerelement, vloerplaat of matmodule. Voorts zijn de beschreven constructies geenszins geschikt voor het construeren van cen {vloeijstofdichte vloervoorziening als drager van installaties maar ook van op- en overrijdend verkeer onder andere in de vorm van (vaak zware) statische en dynamische wiellasten, puntlasten of wiellastherhalingen.

Hoewel de uit NL 1042005 bekende (vloeijstofdichte vloer- of bodemvoorziening wel geschikt is voor het snel] en flexibel aanleggen van een (vloeijstofdichte vloervoorziening met geïntegreerd afvoersysteem en met lengte- en breedte-afmeïüngen welke ean veelvoud zijn van die van één enkel vlosrelement, wordt hierin het gebruik van rooster- of brugplaten beschreven voor het aan het belaste of te belasten oppervlak overkluizend afdekken van de afvoergoten van gekoppelde vloerslementen.

De uit NL 2015887 bekende {vloeijstofdichte vloer- of bodemvoorziening is ook geschikt voor het snel en flexibel aanleggen van een (vloeijstofdichte vloervoorziening met geïntegreerd afvoersysteem en met lengie- en breedte-afmetingen welke een veelvoud zijn van die van één enkel vloerslement, maar hierin wordt het gebruik van een zich langs de tweede omirekrand evenwijdig aan het te belasten oppervlak uitstrekkende flens of lip met een in de tichting weg van het te belasten oppervlak wijzend neusvormig lichaam beschreven.

Dit wordt zodanig beschreven dat bij aangrenzend gekoppelde vloerpanelen het neusvormige lichaam van het ene vloerpaneel passend aangrijpt in de eerste vloeistof opvanggoot van het andere vloerpansel beschreven voor het aan het belaste of te belasten oppervlak overkuizend afdekken van de afvoergoten van gekoppelde vloerslementen.

in de bestaande slalomgevingen worden de mest en urine bijvoorbeeld in een ligboxenstal niet gescheiden. De mest en urine-afvoer wordt op praktijkschaal onder de term ‘drijfmest met behulp van schuifinstaliaties door sen roostervloer in een mastkelder onder de vloer wordt geponeerd of gebracht.

De condities voor de ammoniakvorming zijn daardoor volop aanwezig, waarbij cffectgerichte maatregelen o.a, in de vorm van gaswassers in een stal, dienen te worden genomen in het afvangen en beheersen van de ammoniakvorming.

Deposities naar buiten, zijn uit oogpunt van wet- en regelgeving, steeds meer een non-issue. Indien een dergelijk bedrijf, met ammoniak vorming en onvoldoende of onbeheerste uitstoot, in de nabijheid van bepaalde natuurgebieden liggen, waar de ammoniak depositie uit algemeen maatschappelijk oogpunt of ult wet- en regelging is belemmerd, resteert een bedrijf dikwijls geen andere optie dan de gehele bedrijfsvoering te stoppen, die met de ammoniakvorming ter plaatse te maken heeft, Nieuwe initiatieven met betrekking tot brongerichte maatregelen zoals omschreven in bestaande patenten of prakijktoepassingen, komen onvoldoende van de grond of zijn mislukt, Een enkel ontwerp voor nieuwbouw omschrijft een deel van de oplossing door het ves buiten de stal te welden waardoor het principe van het scheiden van urine en mest op een voor het ves natuurlijke manier kan plaatsvinden, Eerder werd al omschreven dat een dier nimmer tegelijkertijd urineert of mest dropt.

Een dier is zowel in zen welde-omgeving als in een stal, in beweging en bijft niet lang op eenzelfde plaats staan. De plaats waar mest en urine vrijkomt in een weide-omgeving, is dan ook gescheiden, waardoor op die wijze aan de uitgangssituatie van het scheiden aan bron word! voldaan.

Veel ligboxenstallen hebben een zogenoemde wmestgang wambij een roostersysteem de mest doorlaat en als drijfmest wordt verzameld. In Nederland zijn anno 2020 ruim 16.000 veebedrijven waarbij ca. 20% een voorziening heeft getroffen die tot doel heeft om de mest aan de bron te scheiden.

of waarbij het effect van de maatregel relatief slechter is voor de ammoniakvorming in de stal dan de oorspronkelijke situatie van een gebruikelijke mestgang. De bron van deze informatie is afgeleid ult frequente journalistieke en polftieke publicaties en reportages anno 2020, 0.4, van het CPB op basis van sen 3 jaar durende studie.

Maatregelen die op grond van mislukte opties en onder invloed van Europese en Nationale wet- en regelgeving en op basis van behaalde resultaten, dienen fe worden getroffen betreffen deels een sanering van de veestapel en deels verduurzaming van de bedrijfsvoering op het punt van ammoniakvorming.

Beknopte omschrijving van de figuren Figuur 1 toont een perspectivisch aanzicht van een zelfdragend bolvormig gevormd drie dimensionaal opgebouwd vloeistofdicht vloerpanesel volgens een eerste uitvoeringsvorm van de uitvinding in een tweezijdig afschot, gericht op twee vloeistof afvoergebieden.

Figuur 2 toont een perspectivisch aanzicht van een zelfdragend vlak gevormd drie dimensionaal opgebouwd vloeistofdicht vloerpaneel volgens een tweede uitvoeringsvorm van de uitvinding in een eenzijdig afschot, gericht op een enkel afvoerpunt.

Figuur 3 toont een doorsnede detail op vergrote schaal van de drie dimensionale vakwerk structuur van het in figuur 1 en figuur 2 getoonde vloeistofdichte vloertype.

Figuur 4 toont o.a. een perspectivisch aanzicht van meerdere gekoppelde zelfdragende vlak gevormde vloeistofdichte vloerpanelen tot sen vloeistofdichte voorziening volgens een verdere uiivoeringsvorm van de uitvinding in een meerzijdig afschot, gericht op sen enkel afvoerpunt.

Figuur 5 toont sen detail op vergrote schaal van een vorm van een vloeistof- en slib afvoersysteem van de in Figuur 4 geloonde gekoppelde vloeistofdichte vioerpans!len, Figuur 8 toont een perspectivisch aanzicht van meerdere vloeistofdicht gekoppelde zelfdragende bolvormig gevormde vloeistofdichte vloerpanelen tot een viosistafdichte voorziening volgens sen verdere uitvoeringsvorm van de uitvinding in een twee dimensionaal afschot, schematisch voorgesteld en geplaatst boven en naast een bouwkundige omgeving.

Figuur 7 toont een detail op vergrote schaal van een vorm van een vloeistof afvoersysteem van de in figuur 6 getoonde gekoppelde vlosistofdichte vloerpanelen, De figuren zijn voorbeeldfiguren, gelijke onderdelen of onderdelen met dezelfde functie worden met gelijke verwijzingscijfers aangeduid. De uitvinding is geenszins beperkt tot de getoonde en beschreven uitvoeringsvormen.

Gedetailleerde beschrijving In gedetailleerde figuren en beschrijvingen worden eerst de primaire functies omschreven van verschillende uitvoeringsvormen van een vloeistofdicht vloerpaneel 1 dat in samengestelde vorm van meerdere panelen tot een vloeistofdichte voorziening 19 wordt gevormd, met functies van één of meerzijdig afschot en gescheiden vioeistof- en siibverwijdering In een verdere uiwerking in deze beschrijving, wordt van een bepaald uitvoeringstype, uitgebreider ingegaan op een gedetailleerde uitvoeringsvorm en haar omgeving.

Figuur 1 loont schematisch, perspectivisch een rechthoekig vloeistofdicht vicerpaneel 1 volgens het principe van de uitvinding en illustreert sen eerste uitvoeringsvariant van de onderhavige uitvinding in een tweezijdig afschot, Figuur 2 toont schemstisch, perspectivisch een rechthoekig vloeistofdicht vloerpaneel 1 volgens het principe van de uitvinding en ilusteert een twesde uitvoeringsvariant van de onderhavige uitvinding in een eenzijdig afschot.

Het vloeistofdichte vioerpaneel 1 omvat een te belasten oppervlak 2, dat wil zeggen het oppervlak waarop activiteiten plaatsvinden zoals in het voorgaande besproken, en een onbelast opperviak 3 waarmee het viceistofdichie vloerpaneel 1 op een ondergrond 45 rust {schematisch ook getoond in figuur 4} of een roostervloer 28 {schematisch ook getoond in figuur 8) of bouwkundige begrenzing 35 vrij overkluist {schematisch ook getoond in figuur 8 en 7) Het viosistofdicht vloerpaneel 1 (o.a, schematisch ook getoond in figuur 1 en 2) wordt begrensd door sen eerste 4 en tweede 5 tegenovergelegen omirek randen en derde 6 en vierde 7 tegenovergelegen omtrek randen, In de getoonde uitvoeringsvorm liggen de eerste en tweede omtrek randen 4 en 5 langs de korte zijden van het rechthoekige vloerpaneel 1 en liggen de derde en vierde omtrek randen 6 en 7 fangs de lange zijden van het vloeistofdicht vloerpaneel 1.

Het vloeistofdichte vloerpaneel 1 wordt in sen bepaalde uivoeringsvorm samengesteld in een drie dimensionale samengestelde structuur 9 (schematisch getoond o.a. in figuur 1, 3 en 7} van een thermoplastische polymeer 14 waarbij de vorm en de dikte van de verticale lamellen 10 en schuin geplaaiste lamellen 11 en de deklaag 12 en onderlaag 13, zodanig is gekozen dat deze In de samengestelde vorm, één geïntegreerde drie dimensionale polymeer structuur 9 vormt en als zodanig voldoende weerstand biedt aan de gewenste statische en dynamische belastingen.

Meer in detail kan zowel elk vloeistofdicht vloerpaneel 1 (schematisch getoond in figuur 1 en 2) als vloeistofdichte voorziening 19 {schematisch getoond in figuur 4 en 6) voldoen aan de normeisen voor dynamische, statische, mechanische, thermische en chemische belasting. Onder normeisen wordt in dit verband o.a. verstaan: TGB 1990; NEN 8702; NEN 8706; Eurocodes en CUR 96 dat aan een verkeersklasse 600 kan voldoen.

Het vloeistofdichte vloerpaneel 1 kan in een serste uitvoeringsvorm vlak worden uitgevoerd (zoals in figuur 2 en 4 is afgebeeld), waarbij voor elk afzonderlijk vloeistofdicht vloerpaneel 1 een eenzijdig individueel afschot 18 kan worden bepaald en gericht is op omtrek rand 4, zodanig dat de vloeistoffen van de op deze wijze samengestelde vloeistofdichte voorziening 19 gericht is het afvoerpunt 27 op het laagste punt van omtrek rand 4 {0.a. getoond met een streep-stip vormige pijl in figuur 2 en 4).

Het vloeistofdichte vicerpanest 1 is in een tweede uitvoeringsvorm voorzien van een zich vanaf de eerste omtrek rand 4 naar omtrek rand 5 en parallel aan omtrek rand 6 en 7, over het centrale deel van het vloeistofdichte voerpaneel 1 uitstrekkend meerzijdig bolvormig afschot 15 aflopend naar omtrek rand 4 en afschot 15 aflopend naar omtrek rand 5 {0.a. getoond met een streep-stip vormige pijl in figuur 1, 8 en 7).

In een verdere uitvoeringvorm en getoond in figuur 4 en 8, worden individusle vloeistofdichte vloerpansien 1, door onderlinge verbinding met een bestendige voegmassa 18, tot een vloeistofdichte voorziening 19 samengebracht.

In de getoonde uitvoeringsvormen zoals schematisch is aangegeven in figuur 4, is het vloeistofdichte vloerpaneel 1 in het gebied van omtrek rand 4 voorzien van een zich langs omtrek rand 4 uitstrekkende en met het vloeistofdichte vloerpaneel 1 vloeistofdicht verbonden additionele vloeistof barrière 8, die de vloeistoffen die onder invloed van afschot 16 en zwaartekracht vanaf de te belasten oppervlak 2 afstromen naar de afvoervoorziening 27, behoedt tegen het buiten de vloeistofdichte voorziening 19 uittreden van de vloeistoffen.

Een met vloeistofdichte voerpansel 1 vloeistofdicht verbonden additionels viogistof barrière 8 kan in metaal of kunststof worden uitgevoerd of bouwkundig van aard zijn.

In de getoonde uitvoeringsvormen zoals schematisch is aangegeven in figuur 1, 8 on 7, is het vloeistofdichte vloerpaneel 1 in het gebied van omtrek rand 4 en 5 voorzien van een zich langs omtrek rand 4 en 5 uitstrekkende en met het vloeistofdichte vloerpaneel 1 vloeistofdicht verbonden additionele vloeistof barrière 8, die de vloeistoffen die onder invioed van afschot 15 en zwaartekracht vanaf de te belasten oppervlak 2 afstromen naar dit vloeistof afvoergebied 20, behoedt tegen het buiten de vloeistofdichte voorziening 19 uittreden van de vloeistoffen. Een met vloeistofdichte vloerpaneel 1 vloeistofdicht verbonden additionele vloeistof barrière 8 kan in metaal of kunststof worden uitgevoerd of bouwkundig van aard zijn.

In de getoonde uitvoeringsvormen is het vloeistofdichte vloerpaneel 1 over de gehele te belasten zijde 2 voorzien van een aan het vloerpaneel gehechte anti-sliplaag 17 waardoor op- en overrijdende of geplaatste voertuigen, objecten, personen en dieren niet slippen of uitglijder, Een voorkeurslengte-breedteverhouding van ieder vloerpaneel is ca, 2:1, waarbij de maximale lengte- en breediematen zodanig zijn gekozen, dat een enkel paneel of een set gestapelde vicerpanelen 1 passend in een zeecontainer of wegvoertuig kan of kunnen worden getransporteerd. Zoals bijvoorbeeld afmetingen van ca. 5 - 6 meter bij va. 2 - 3 meter.

Van een uit meerdere vloeistofdichte vloerpanelen 1 samengestelde vloeistofdichte voorziening 19 van een eerste uitvoering, zoals o.a. schematisch getoond in figuur 4, wordt op- of tegen de zich langs de buiten omtrek rand 4, respectievelijk in een gespiegelde positie van de vloeistofdichte voorziening 19 langs de buiten omtrek rand 5, van de vloeistofdichte voorziening 19, een vloeistof barrière 8 aangebracht en vloeistofdicht met de vloeistofdichte voorziening 19 verbonden door het aanbrengen van een bestendige voegmassa 18. De vloeistof barrière 8 bestaat uit een metalen of kuststof vervaardigde elementen dorpel 34 die onderling eveneens vloeistofdicht worden verbonden.

Van een uit meerdere vloeistofdichte vloerpanslen 1 samengestelde vloeistofdichte voorziening 19 van een tweede uitvoering, zoals 0.a. schematisch getoond in figuur 8, wordt langs de omtrekrand 4 en 5 en in samenhang met cen hieraan vloeistofdicht verbonden opvolgend vloeistofdichte vioerpaneel 1, de vloeistofdichte voorziening 19, op- of tegen een verticale bouwkundige begrenzing 35 vloeistofdicht verbonden, door sen bestendige hechtende voegmassa 18 volgens de specificaties die algemeen gelden voor vloeistofdichte voorzieningen.

De hechtende voegmassa 18 wordt aangebracht op het snijvlak van de deklaag 12 van de vloeistofdichte voorziening en de vlakke verticale bouwkundige begrenzing 35 Het vioeistofdichte vloerpaneel 1 is in een eerste getoonde uitvoeringsvorm van sen vloeistofdichte vloervoorziening 19, zoals schematisch is weergegeven in figuur 4 en in meer detail in figuur 5, aan de eerste omtrek vom 4 voorzien van een afvoervoorziening 27 die ten opzichte van de viveistofdichte voorziening 19 lager is aangebracht bestaande uit een pompbak 36 en een venturi pompsysteem 37 waarbij de werking van de veniurí is gebaseerd op het creëren van een onderdruk 41 binnen In de pompbehuizing 38 door water onder hoge druk 42 vanaf een hogedruk watersysteem 44 door een vast gemonteerde nozzle 39 in de pompbehuizing 38 te persen en af te voeren in de afvoerrichting 40.

De vorm van de pompbehuizing 38 is gebaseerd op het stromingsgedrag van vloeistoffen gebaseerd op het wetmatige principe dat een toename van de snelheid van een vloeistof gepaard gaat met een verlaging van de druk, De toename van de snelheid van de vloeistof in de afvoerrichting 40 maakt dat er een relatief groot debiet in de afvoerrichting 40 wordt gestuwd, De verkregen onderdruk 41 in de pompbehuizing 38 wil de uitstroom energie compenseren door aanwezig water in de afvoerrichting 40 te stuwen, De capaciteit van het venturi pompsysteem 37 is dermate groot dat de pompbak 38, vanwege de relatief geringe pornp slag, vrijwel onmiddellijk leeggezogen zal worden en het venturi pompsysteem 37 legelijkerijd haar vacuüm zal verliezen doordat de pomp atmosferische lucht aan zal zuigen.

Omdat in de onderhavige vinding, minimaal voldoends supplefie water in de pompbak 38 als sposlwater wordt toegevoerd zal de pompbehuizing 38 geheeslornderwster blijven en geen atmosferische lucht aanzuigen. Het afgevoerde debiet wordt continu gecompensserd en blijft de venturi werking actief gedurende de pompperiode.

Een niveau schakelaar 43 activeert de venturipomp opvolgend, als de in de pompbak 36 toegestroomde vloeistof, weer een bepaald niveau aan viosistofspiegel heeft bereikt en een hogedruk watersysteem 44 hierdoor weer wordt geactiveerd, zodat het venturi pompsysteem 37 weer aanslaat en kan afpompen.

Aangezien de pompbehuizing 38 van het venturi pompsysteem 37, bovendien voldoende ruimte Jaat om water, sediment en grove delen door te laten en er voorts geen draaiende delen zijn, zal er geen stagnatie optreden van door te voeren water met sediment, zodat in de werking van het venturi pompsysteem 37, het afvalwater en sediment, eventues! met grove brokken, wordt geïransporteerd naar een extern gesloten opvangeenheid 28 Lc. sen slibvanger/afscheider.

De onderdruk in de venturi pompbehuizing 38 wordt verkregen door aan de behuizing 38 van het venturi pompsysteem 37 een hogedruk watersysteem 44 te koppelen. Als voorbeeld zou ca. 14 Vmin en een werkdruk van ca. 130 bar kunnen functioneren. De pompbehuizing 38 is volgens algemeen gangbaar gebruik, standaard uilgerust met een aansluiting voor een hogedrukleiding en werkt naar de stand der techniek, Doordat het hogedruk watersysteem 44 de onderdruk in het pomphuis 38 in stand houdt zal het aanwezig waler en sediment verder worden gestuwd en via een slang of buis worden afgevoerd naar een {eveneens schematisch voorgestelde) extern te plaatsen gesloten opvangeenheid 26. Lc. san slibvanger/afscheider.

Het vloeistofdichte vloerpaneel 1 heeft in sen tweede getoonde uitvoeringsvorm als samengestelde vloeistofdichte voorziening 19, een bolvormig aangebracht tweezijdig afschot 15, zoals schematisch is weergegeven in figuur 1, 8 en 7, waardoor langs omtrek rand 4 en 5 van een vloeistofdichte voorziening 19, zich een vloeistof afvoergebied 20 uitstrekt, waar aflopende vloeistoffen vanaf het te belasten oppervlak 2, zich verzamelen, De verzamelde vioeistoffen in het afvoergebied 20 worden opgenomen door een vacuüm afzuigsysteem 21 bestaande uit een vacuüm pompsysteem 24 die vast verbonden is met een zich langs omtrek rand 4 en 5 uitstrekkend rond- of kokervormig lichaam 22 met individuele zuigmonden 23, Het vacuüm pompsysteem 24 zorg! voor een onderdruk in het rond- of kokervormige lichaam 22 en tegelijkertijd in de zuigmonden 23, als gevolg waarvan de vloeistoffen die zich in het directe gebied van de zuigmonden 23 en in het afvoergebied 20 bevinden, onder vacuüm worden opgezogen door het vacuüm pompsysleem 24 en verder worden afgevoerd naar een (eveneens schematisch voorgestelde) extern te plaatsen gesloten opvangeenheid 26.

in een verder uitvoeringsvorm wordt de eveneens aanwezige lucht of dampen met hetzelfde systeem afgezogen (verder niet getoond).

In een verdere uitvoeringsvorm bezit elk vloeistofdicht vloerpaneel 1 op afstand van en langs tenminste één omtek rand gelegen, vast in het vloerpaneel 1 aangebrachte, toegankelijke koppelelementen, zoals schroefdraadbussen 48.

Deze schroefdraadbussen 48 dienen bij voorkeur voor het los neembaar koppelen van bevestigingsmiddelen, die aangrenzende vloeistofdichte vloerpanelen 1 verder mechanisch stevig met elkaar koppelen om duurzaam te voldoen aan eisen en vormen van de dynamische, statische, mechanische, thermische en chemische eigenschappen van de vloeistofdichte voorziening 19.

Met deze schroefdraadbussen 48 kan bij voorkeur ook sen op- en afrijplaat aan een vloeistofdichte voorziening 1 worden bevestigd, bijvoorbeelg langs de derde omtrek rand 6 en vierde omtrek rand 7 hiervan (niet geloond).

De in figuur 1, 8 en 7 getoonde detailleringen hebben betrekking op een vloeistofdichte voorziening 19 in sen bolvormig getoonde uitwerking met een tweezijdig afschot 15, waarbij de vloeistofdichte voorziening 19 aansluit op een bouwkundige begrenzing 35 in bijvoorbeeld een stalomgeving.

Een gemiddelde stalomgeving is ontworpen boven een vlosistofdichte mestkelder 49, die afgedekt wordt door een roostervloer 28, waarbij overlopend of staand vee mest en urine dropt dat enkelvoudig of gezamenlijk onder invloed van de zwaartekracht, door de roostervlaer 28 naar de mestkelder zakt en daar zich als drijfmest verder verzamelt. Zoals serder is aangegeven ontstaat door de chemische reacties van mest en urine samen, ongewenste ammoniakvorming en in een verdere reactie een onwenselijke stikstofdepositie naar elders als gevolg van het vervluchtigen naar de omgeving van ammoniakdampen.

De opgave van de huidige uitvinding is mede daarin gelegen om de mest en urine als vaste stof en vloeistof te gescheiden te houden vanaf de bron en ook gescheiden af te voeren, zodat ammoniakvorming niet of slechts in zeer geringe mate kan plaatsvinden, In de onderhavige uitvinding wordt in een technische uitwerking door middel van een vloeistofdichte voorziening 19, de gehele bestaande mestkelder 49 gas- en vloeistofdicht afgesloten door met het aanbrengen van de vloeistofdichte voorziening 19, de roostervloer 28 geheel vrijdragend te overkluizen van bouwkundige begrenzing 35 gelegen aan omtrekrand 4 tot de bouwkundige begrenzing 35 gelegen aan omtrekrand 5.

De hoogte van de bouwkundige begrenzing 35 in onderhavige uitvinding komt gemiddeld overeen met de hoogle van een gemiddelde ligbox 29 in een stalomgeving met lighoxen ten opzichte van de roostervloer 28, met dien verstande dat het ronde- of kokervormig lichaam 22 van het vacuüm afzuigsysteem 21, beneden de bovenzijde van de verticale bouwkundige begrenzing 35 kan worden bevestigd waarbij de individuele zuigmonden 23 in het vloeistof afvoergebied 20 tot aan de belaste zijde 2 van de vloeistofdichte voorziening 19 reiken en daarbij nog een spleetvormige ruimte 25 latend lussen de ingang van de individuele zuigmonden 23 en de belaste zijde 2 van de vloeistofdichte voorziening 19 (zie ook figuur 7 in detail).

In een verdere uitwerking kunnen de individuele zuigmonden 23 met een aan elke individuele zuigmond 23 aangesloten aparte rond- of kokervormig lichaam 22 worden verbonden met een vacuümpomp systeem 24 en voorts verder worden afgevoerd naar extern te plaalsen gesloten opvangeenheid 47.

Ter afscherming van het ronde- of kokervormig lichaam 22 tegen verstoring door mest, slib en overige vaste stoffen in een stalomgeving, wordt een plank- of plaatvormig lichaam 30 met een eerste omtrekrand 31, met een bestendige voegmassa 18 (in figuur 7 nader aangeduid met een veltere lijn), vloeistofdicht aangebracht tegen de bouwkundige begrenzing 35.

Een plank- of plaatvormig lichaam 30 wordt op deze wijze boven het ronde- of kokervormige lichaam 22 en individuele zuigmonden 23 van het vacuüm afzuigsysteem 21 geplaatst.

Een plank- of plaatvormig lichaam 30 die met een eerste omtrekrand 31 tegen de verticale bouwkundige begrenzing 35 vloeistofdicht is aangebracht en bevestigd, rust op basis van het eigen gewicht, aan een tweede omirekrand 32 op de vloeistofdichte voorziening 18 en wordt hieraan niet bevestigd.

Tussen de tweede omirekrand 32 van het plank- of plaatvormig lichaam 30 en de belaste zijde 2 van de vloeistofdichte voorziening 19, ontstaat op deze wijze een spleetvormige ruimte 33 doordat de tweede omtrekrand 32 van het plank- of plaatvormig lichaam 30 vrij rust op de oneffenheden van de anti sliplaag 17 van de vloeistofdichte voorziening 19 waardoor als gevolg van het bolvormige afschot 15 naar het vloeistof afvoergebied 20 toestromende vloeistoffen door de spleetvormige ruimte 33 stromen verder naar het vloeistof afvoergebied 20 dat zich nu onder de plank- of plaatvormig lichaam 30 en rondom de individuele zuigmonden 23 bevindt.

Het ronde- of kokervormige lichaam 22 van het vacuüm afzuigsysteem 21, begint op de plaats waar de vloeistofdichte voorziening 19 langs omtrek rand 8 begint en eindigt waar de vloeistofdichte voorziening 13 langs omtrek rand 7 eindigt.

Op- en over de vloeistofdichte voorziening 19 beweegt zich een zuig- veegmachine 46 in de vorm van een mest robot waarvan de functies zodanig zijn geprogrammeerd naar de actuele stand der techniek, dat in een semi-continu beweging de mest van de belaste zijde 2 van de vloeistofdichte voorziening 18 wordt opgenomen: en eerst tijdelijk opgeslagen in een op- of aan de zuig- veegmachine 48 geplaatste container.

Periodiek wordt in de werkbewegingen van de zuig- veegmachine 48, de op- of aan de zuig- veegmachine 46 gevulde container, geleegd op een daartoe bestemde gesloten externe gesloten containeropsiag voor vaste stoffen 47 Voor een deskundige zijn aan de hand van de boven beschreven uilvoeringsvormen verders wijzigingen en aanpassingen denkbaar, welke verdere wijzigingen en aanpassingen alie worden geacht te zijn omvat door de bijgesloten conclusies.

Claims (1)

1. Conclusies

   1. Een gas- en vioeistofdichte voorziening, omvattende aangrenzend koppelbare rechthoekige vloeistofdichte vloerpanslen met een eerste en tweede tegenovergelegen omtrekrand en een derde en vierde tegenovergelegen omirekrand, waarbij elk vloeistofdicht vloerpaneel enkelvoudig, of samengesteld tot een vloeistofdichte voorziening, een voor gebruik te belasten vloeistofdicht oppervlak, een onbelast oppervlak voor plaatsing op een ondergrond of zelfdragend als vrije overkluizing van een ondergrond en een in een vloeistofdicht vloerpansel en vloeistofdichte voorziening geïntegreerd meerzijdig afschot heeft, met het kenmerk dat vloeistoffen en vaste stoffen op het te belasten vloeistofdicht oppervlak gescheiden worden en aan het te belasten oppervlak afzonderlijk opgevangen en afgevoerd worden waarbij de vloeistoffen afzonderlijk kunnen afstromen naar een langs een eerste en tweede tegenovergelegen omtrekrand gelegen toegankelijk vloeistofopvang- en afvoersysteem en vaste stoffen afzonderlijk kunnen worden opgenomen en afgevoerd door sen zelfstandig bewegende zuig-veeg eenheid.

   2. Vloeistofdichte voorziening volgens conclusie 1 waarin een vloeistofdicht paneel zowel individueel als in samengestelde vorm als vloeistofdichte voorziening, intrinsiek gas- en vloeistofdicht is samengesteld

   3. Vloeistefdichte voorziening volgens één of meer van de voorgaande conclusies, waarin een vloeistofdicht paneel enkelvoudig of samengesteld als een vloeistofdichte voorziening een vlakke vorm of sen bolvormige vorm heeft waardoor er sen enkelvoudig of geïntegreerd meervoudig afschot in de vloeistofdichte voorziening is aangebracht 4, Vlosisiofdichte- voorziening volgens één of meer van de voorgaande conclusies, waarbij vloeistoffen en vaste stoffen op de te belasten zijde, door het aanwezige afschot en onder invloed van de zwaartekracht, zich vanaf de bron kunnen scheiden doordat vloeistoffen door het afschot direct afstromen in de richting van het afschol en vaste stoffen achterblijven op de te belasten zijde

   5. Vioeistofdichte voorziening volgens één of meer van de voorgaande conclusies, waarbij de vloeistofdichte voorziening aan fen minste één eerste omtrekrand wordt begrensd door een vloeistof barrière of bouwkundige begrenzing

   6. Vloeistofdichte voorziening volgens één of meer van de voorgaande conclusies, waarin over de belaste zijde afstromende vloeistoffen in een vloeistof afstroom gebied, continu worden afgezogen door een in het vloeistof afstroom gebied boven de belaste zijde geplaatst vacuüm afzuigsysteem en afgevoerd wordt naar een buiten het gebied van de vloeistofdichte voorziening geplaatste gesloten opvangeenheid voor vloeistoffen

   7. Vlosistofdichte voorziening volgens één of meer van de voorgaande conclusies, waarin het boven de belaste zijde geplaatst vacuüm afzuigsysieem naast het naar een buiten het gebied van de vloeistofdichte voorziening geplaatste gesloten opvangeenheid voor vlosistoffen afvoeren van vloeistoffen, continu de rond het vacuüm afzuigsysteem aanwezige omgevingslucht en dampen afvoert naar een builen het gebied van de vloeistofdichte voorziening geplaatste gesloten opvangeenheid voor vloeistoffen

   8. Vioeistofdichie voorziening volgens eén of meer van de voorgaande conclusies, waarin op de belaste zijde neerkomende vaste stoffen, semiconiinu worden opgenomen door een zich over de bslasie zijde van de vloeistofdichte voorziening bewegende zuig-veeg eenheid waarbij deze opgenomen vaste stoffen afgevoerd worden naar een buiten het gebied van de vloeistofdichte voorziening geplaatste gesloten opvangsenheid voor vaste stoffen 3, Vloeistofdichte voorziening volgens één of meer van de voorgaande conclusies, waarbij een rond- of kokervormig lichaam met in- en aan dit rond- of kokervormig lichaam, gas- en vloeistofdicht verbonden individuele zuigmonden dat als geheel! met behulp van een vacuüm pompsysteem functioneert als een vacuim afzuigsysteem en dat zich langs ten minste één eerste omtrekrand uitstrekt in het vloeistof afstroomgebied en waarbij de individuele zuigmonden door een spleetvormige ruimte worden gescheiden van de belaste zijde van de vloeistofdichte voorziening

   10. Vloeistofdichte voorziening volgens één of meer van de voorgaande conclusies, waarin in een verdere uitvoeringsvorm, de over de belaste zijde van de viceistofdichte voorziening afstromende vloeistoffen en vaste stoffen zich in een pompbak verzamelen en het sediment in massa uit de pompbak wordt getransporteerd door een gesloten waterstraal, energie af geven in de vorm van een drukverhoging of snelheidsverhoging in sen in de pompbak geplaatst venturi pompsysteem die de hierdoor vacuüm ontwikkelt en de massa transporteert naar een externe geslolen opvangeenheid

   11. Vloeistofdichte voorziening volgens één of meer van de voorgaande conclusies, waarbij een vloeistofdicht voerpaneel is vervaardigd van een vezel versterkt kunststof composiet, een laminaat van kunststof of een thermoplastisch polymeer met sen uitzetiingscoòfficiënt < 5.0 E -5 om/cm/graad C, in een bereik van -20 graden C tot + 80 graden C.

   12. Vloeistofdichts voorziening volgens één of meer van de voorgaande conclusies, waarbij een vloeistofdicht voerpaneel is vervaardigd van sen vezel versterkt kunststof composiet, een laminaat van kunststof of thermoplasiisch polymeer met de eigenschap dat additionele producten, zoals 0.a. een anti sliplaag of UV- bescherming, hechten op het thermoplastisch polymeer {ot een samengesteld an gehecht product

   13. Vloeistofdichte voorziening volgens één of meer van de voorgaande conclusies, waarbij een thermoplastisch polymeer in een maakproces is samengesteld en verbonden tot een drie dimensionale hexagonale of driehoekvormige holle kokervorm waarbij de verbindingen van de horizontale, verticale en schuin geplaatste lamellen in de strucluur, uil één aaneen versmolien en samengestelde vorm bestaan

   14. Vloeistofdichie voorziening volgens één of meer van de voorgaande conclusies, waarbij de maatvoering van een vloeistofdicht vloerpansel een lengte-breedte verhouding in de orde grootte van 1:2 heeft waarbij de eerste en tweede omtrek randen aan de korte zijde zijn gelegen en de derde en vierde omirekrand aan de lange zijde zijn gelegen

   15. Vloeistofdichte voorziening volgens één of meer van de voorgaande conclusies, waarbij een vloeistofdicht vloerpaneel zowel enkelvoudig als samengesteld tot 35 een vloeistofdichte voorziening, weersiand biedt aan dynamische en statische mechanische en biologische belasting tot > 1 N/mm?

   18. Vloeistofdichte voorziening volgens één of meer van de voorgaande conclusies, waarbij een vloeistofdichte voorziening zelfdragend is en aan de eerste en tweede omtrek rand draagt op een bouwkundige ondergrond of steframe respectievelijk op de derde en vierde omirekrand draagt op een bouwkundige ondergrond of stelframe

   17. Werkwijze waarbij een vloeistofdichte voorziening dient als ondergrond voor in een stalomgeving met vee, waar als gevolg ven ssn geïntegreerd afschot in de vloeistofdichte voorziening, de op de belaste zijde neerkomende vloeistoffen en vaste stoffen al bij de bron scheiden als gevolg van het gecreëerde afschot in de vloeistofdichte voorziening en individueel op een eigen wijze worden opgenomen en naar een sxieme gesloten zenheid buiten de vloeistofdichte voorziening worden afgevoerd