NL1038818C2 - Werkwijze en inrichting voor het opnemen van bestratingselementen of het aanbrengen van bestratingselementen. - Google Patents

Description

Werkwijze en inrichting voor het opnemen van bestratingselementen of het aanbrengen van bestratingselementen.

5 Deze uitvinding heeft betrekking op een werkwijze en inrichting voor het opnemen van bestratingselementen, zoals bijvoorbeeld straatklinkers, vanaf een ondergrond, het transporteren van deze bestratingselementen, het reinigen van deze bestratingselementen, het palletiseren van deze bestratingselementen en het eventueel weer aanbrengen van deze bestratingselementen of nieuwe bestratingselementen op 10 een ondergrond.

In het bijzonder heeft zij betrekking op een werkwijze en inrichting voor het op een vlotte wijze vervangen van de bestrating van wegen die bestraat zijn met bestratingselementen in verband, bijvoorbeeld straatklinkers of betonkeiklinkers in keperverband. Dit kan ook 15 een ander verband zijn.

Hiertoe betreft de uitvinding een werkwijze voor het opnemen van bestratingselementen vanaf een ondergrond, het transporteren van deze bestratingselementen, het reinigen van deze bestratingselementen en het plaatsen van deze bestratingselementen in de 20 vorm van één of meer lagen op pallets, met als kenmerk dat het onderlinge verband tussen de bestratingselementen tijdens deze werkzaamheden gewaarborgd blijft.

Tevens betreft de uitvinding een werkwijze voor het aanbrengen van bestratingselementen op een ondergrond, met als kenmerk dat zij minstens bestaat in het toeleveren van bestratingselementen in de vorm van één of meer lagen op pallets, het 25 afnemen van deze bestratingselementen vanaf de pallets in de vorm van een laag en het als dusdanig aanbrengen van bestratingselementen op voornoemde ondergrond, met als kenmerk dat het onderlinge verband tussen de bestratingselementen tijdens deze werkzaamheden gewaarborgd blijft.

30 Volgens een eerste belangrijk voorkeursdragend kenmerk wordt de uitvinding gebouwd op een onderstel voorzien van rupsen, zoals bij een hydraulische mobiele graafmachine, waardoor de aldus verkregen mobiele machine zich over de ondergrond kan verplaatsen.

35 Volgens een tweede belangrijk voorkeursdragend kenmerk worden opneemmiddelen voorzien in de vorm van een spijlenbak met tanden, zoals bij een mobiele graafmachine, 1038818 2 die zich onder de laag bestratingselementen op de ondergrond door bewegen als de machine zich vooruit verplaatst. Op deze wijze wordt de betreffende laag bestratingselementen vanuit het wegdek opgenomen en op de spijlenbak geduwd terwijl het onderlinge verband tussen de bestratingselementen gewaarborgd blijft.

5 Volgens een derde belangrijk voorkeursdragend kenmerk worden transportmiddelen voorzien in de vorm van aangedreven rollen. Deze transportmiddelen kunnen ook bandtransporteurs zijn. Hiermee worden de bestratingselementen laagsgewijze en in verband getransporteerd vanaf de spijlenbak door een reinigingsgedeeite waar de bestratingselementen gereinigd worden naar een afnamesectie waarbij, door onderling 10 snelheidsverschil van secties bestaande uit voornoemde aangedreven rollen, ruimte ontstaat tussen de bestratingselementen onderling. Deze ruimte maakt reiniging van de bestratingselementen met bijvoorbeeld water mogelijk en aldus kan aanhangend vuil worden weggespoeld.

15 Volgens een vierde belangrijk voorkeursdragend kenmerk wordt een klemraam voorzien waarin een laag bestratingselementen in verband kan worden vastgeklemd en opgetild vanaf de afnamesectie met de aangedreven rollen. Door genoemd klemraam zowel horizontaal als verticaal te verplaatsen kunnen de bestratingselementen op pallets worden gestapeld.

20

Volgens een vijfde belangrijk voorkeursdragend kenmerk staan meerdere pallets naast elkaar haaks op de rijrichting van de machine op een hefplateau voorzien van evenzoveel onderling verplaatsbare dragers. Op deze wijze is het mogelijk de met bestratingselementen gevulde pallets ongeveer 25 cm van elkaar te separeren zodat het 25 verband tussen de bestratingselementen plaatselijk onderbroken wordt en de gevulde pallets als zodanig los van elkaar komen te staan en bijvoorbeeld met behulp van een wiellader met palletvorken afneembaar zijn van het hefplateau.

Volgens een zesde belangrijk voorkeursdragend kenmerk zijn alle voornoemde 30 transportfuncties van de machine bi-directioneel uitgevoerd zodat het mogelijk is de machine te beladen met pallets waarop bestratingselementen laagsgewijze en in verband gestapeld zijn, welke lagen bestratingselementen vervolgens door de machine van de pallets afgenomen worden en in verband en aansluitend in één laag op een ondergrond gelegd worden waarbij de machine zich achteruit verplaatst. Op deze wijze 35 wordt het mogelijk de uitvinding in te zetten als middel om wegen te bestraten.

3

De huidige uitvinding heeft dus niet alleen betrekking op een inrichting voor het opnemen van bestratingselementen vanaf een ondergrond maar ook op een inrichting voor het weer aanbrengen van bestratingselementen op een ondergrond waarbij het gebruik van afzonderlijke hefmiddelen en/of verlegsystemen kan worden uitgesloten en alle 5 handelingen met een minimum aan personeel kunnen worden uitgevoerd.

De kenmerken van deze inrichting zijn in bijgaande conclusies vervat en worden verder verduidelijkt in de hiernavolgende gedetailleerde beschrijving.

•^0 Met het doel de kenmerken van de uitvinding beter aan te tonen, zijn hierna als voorbeelden zonder enig beperkend karakter enkele voorkeurdragende uitvoeringsvormen beschreven, met verwijzing naarde bijgaande tekeningen, waarin: figuur 1 schematisch in perspectief de werkwijze volgens de uitvinding illustreert; 15 figuur 2 een bovenaanzicht weergeeft van figuur 1; figuur 3 een zijaanzicht weergeeft van figuur 1; figuur 4 een doorsnede weergeeft volgens lijn B-B in fig 2; figuur 5 in perspectief een aanzicht weergeeft van figuur 1 van achterzijde figuur 6 in perspectief een meer gedetailleerde weergave is van figuur 5 20 figuur 7 een bovenaanzicht, zijaanzicht, doorsnede en detail weergeven van figuur 6 figuur 8 een zijaanzicht weergeeft van figuur 1 met opgeklapte spijlenbakken figuur 9 een bovenaanzicht weergeeft van de situatie bij het bestraten

Zoals in de figuren 1, 2 en 3 schematisch is weergegeven bestaat de werkwijze volgens 25 de uitvinding erin dat bestratingselementen 1 liggend in verband in een wegdek, met behulp van de mobiele machine 2 worden opgenomen vanaf de ondergrond, getransporteerd, gereinigd en gestapeld op speciaal daartoe vormgegeven pallets.

De mobiele machine 2 verplaatst zich hierbij langzaam vooruit waarbij de spijlenbak 3, voorzien van tanden 4 onder de bestratingselementen 1 doorschuift en de 30 bestratingselementen 1 zodoende omhoog gestuwd worden over de spijlenbak 3 en vervolgens over de aangedreven rollenbaan 5 waarbij het onderlinge verband tussen de bestratingselementen 1 in stand blijft

In figuur 4 is te zien dat de rollenbaan 5 opgedeeld is in de secties 5a, 5b en 5c. Elke sectie is voorzien van een eigen aandrijving, bijvoorbeeld door een hydraulische motor te 35 . koppelen middels een niet nader aangeduide kettingoverbrenging met kettingwielen op de rollen onderling.

4

Op deze wijze is het mogelijk door onderling snelheidsverschil tussen de secties 5a en 5b, de bestratingselementen 1 die liggen op sectie 5b in lengterichting van de mobiele machine enige onderlinge ruimte te geven, hoewel zij daarbij nog steeds in onderling verband blijven.

5 Boven en onder de rollenbaan 5b zijn sproeiers 6 opgesteld waarmee een reinigingsvloeistof, bijvoorbeeld water, onder druk op en tussen de bestratingselementen 1 gespoten wordt. Eventueel aanhangende vervuiling kan hiermee tussen de bestratingselementen 1 uitvallen in bassin 7a, dat zich boven de rupsen van de mobiele machine bevindt.

10 Bassin 7a is voorzien van aangedreven schroeftransporteur 8 voor het afvoeren van bezinksel. Bassin 7b bevindt zich tussen de rupsen van de mobiele machine en bevat een voorraad reinigingsvloeistof. Tussen beide bassins 7a en 7b is een overstroomschot voorzien. Hiermee is een scheiding gemaakt tussen vervuilde vloeistof en minder vervuilde vloeistof. Middels een leidingsysteem voorzien van filter en pomp, dat niet is 15 weergegeven, wordt de vloeistof op druk gebracht en toegevoerd aan de sproeiers 6, welke zich boven en onder rollenbaan-sectie 5b bevinden. Afhankelijk van de vervuilingsgraad van de bestratingselementen 1 kan regelmatig bezinksel worden afgevoerd door middel van de schroeftransporteur 8 via een wegneembaar deksel (niet weergegeven).

20 Door snelheidsverschil tussen rollenbaan-sectie 5b en 5c komen de bestratingselementen 1 weer tegen elkaar aan te liggen, in onderling verband.

Zodra een groep bestratingselementen 1 ter grootte geschikt voor de stenenklem 9 op het afneemgedeelte 10 van rollenbaan-sectie 5c aangekomen is, versnelt deze sectie waardoor een opening gecreëerd wordt tussen deze groep bestratingselementen en de 25 resterende bestratingselementen op sectie 5b. Oe aldus vrij liggende groep bestratingselementen 1 kan dan vanaf afneemgedeelte 10 worden opgenomen in stenenklem 9.

In figuur 5 is te zien dat stenenklem 9, meer in detail weergegeven in de figuren 6 en 7, is samengesteld uit een loopwagen 11 waaronder een klemraam 18 hangt dat in hoogte 30 verplaatst kan worden. Loopwagen 11 bestaat uit een frame 12 dat is voorzien van loopwielen 13, en verrijdbaar is in de geleidingen 14. Loopwagen 11 is hiertoe voorzien van een tandheugel 15 welke wordt aangedreven door rondsel 16 gemonteerd op hydraulische motor 17. De verplaatsing van loopwagen 11 zou ook meteen hydraulische cilinder gerealiseerd kunnen worden.

35 Het klemraam 18 kan met behulp van de hefcilinders 19 verticaal bewogen worden onder de loopwagen 11. Hiermee wordt het mogelijk het klemraam 18 over de groep 5 bestratingselementen 1 te rijden als die op positie 10 gereedliggen om opgenomen te worden door het klemraam 18.

In figuur 4 is te zien dat de zijschotten 35 geheel doorlopen tot boven rollenbaan-sectie 5c en als dus een groep bestratingselementen gereedligt op positie 10 wordt zij in 5 breedte richting van de machine begrenst.

Het klemraam 18 bevat twee klembalken 20 welke naar elkaar toe of van elkaar af bewogen kunnen worden middels cilinders 21. Hiertoe zijn de klembalken 20 schuivend gelagerd in de zijbalken 22, waaraan de cilinders 21 aangrijpen.

Tevens is voorzien in vingers 23 die schuifbaar opgenomen zijn in de klembalken 20 en 10 middels drukveren 24 onder druk gehouden worden zodat de bestratingselementen 1 geklemd worden.

Het hefplateau 25 in figuur 6 bevat in deze schematische weergave 2 naast elkaar staande pallets 26 met elk twee geprofileerde zijranden welke in elkaar grijpen en 1 pallet 27 welke slechts 1 geprofileerde zijrand bevat 15 In doorsnede G-G in figuur 7 is te zien dat hefplateau 25 op en neer getild kan worden met hijswerk 28 via een aantal omlooprollen, niet nader aangeduid. De pallets 26 en 27 worden gedragen op dragers 29 welke bewogen worden met cilinders 30 en hun geleiding hebben in een sleuf in hefplateau 25.

Op deze wijze is het mogelijk de met bestratingselementen gevulde pallets 26 en 27 van 20 elkaar te separeren zodat het verband tussen de bestratingselementen plaatselijk onderbroken wordt en de gevulde pallets als zodanig los van elkaar komen te staan. Tijdens het beladen van de pallets 26 en 27 met lagen bestratingselementen zakt het hefplateau 25 steeds een afstand ter dikte van een bestratingselement 1 alvorens een nieuwe laag op de stapel gelegd wordt met de stenenklem 9.

25 De afwijkende vorm van pallet 27 heeft te maken met de afwijkende vorm van de bestratingselementen, bijvoorbeeld de zogenaamde vijfhoekige elementen of bisschopsmutsen die vaak langs de zijkant van een weg liggen. Dit is als voorbeeld te zien in figuur 1.

Ter verduidelijking wordt nog opgemerkt dat de zogenaamde spijlenbak 3 in feite uit 30 meerdere secties bestaat, bij voorbeeld 3 stuks, welke afzonderlijk middels hydraulische cilinders bediend kunnen worden. Zoals te zien is in figuur 8 kunnen de spijlenbakken 3 daardoor ook in een stand gezet worden waarbij de tanden 4 omhoog wijzen. Dit is vooral handig wanneer de machine bij aanvang van de werkzaamheden nog geen bestratingselementen bevat en gevuld moet worden met bestratingselementen vanaf de 35 pallets.

6

Tevens wordt dit principe gebruikt indien er zich een onregelmatigheid voordoet in het patroon van de op te nemen bestratingselementen van een wegdek, zoals bijvoorbeeld het geval is bij een afvoerput. In dat geval worden zoveel mogelijk bestratingselementen nog machinaal met de spijlenbak opgenomen en tijdens stop van de machine weer 5 handmatig in het juiste patroon hersteld zodra de spijlenbakken weer in vlakke stand gezet kunnen worden na het passeren van de afvoerput.

Als de machine wordt ingezet voor het bestraten van wegen zal het voorkomen dat het aan te leggen wegdek breder is dan de machine kan verwerken. In die situatie wordt eerst een gedeelte van het wegdek aangelegd van zodanig kleinere breedte dat de 10 machine met een laatste werkgang juist een volle breedte kan bestraten. Het smallere gedeelte van het wegdek 31 in figuur 9 is reeds machinaal aangelegd en het brede gedeelte 32 wordt aangelegd.

Tussen beide gedeelten is een vrije ruimte 33 waarin handmatig bestratingselementen gelegd worden direct achter de machine. Hiertoe zijn de beide buitenkanten van de 15 spijlenbek 3 voorzien van zijschotten 34, zoals ook te zien is de figuren 2, 3 en 4. Deze zijschotten bevinden zich tijdens bedrijf boven de bestratingselementen die reeds gelegd zijn 31.

Zoals weergegeven in figuur 2 staan de zijschotten 34 in het verlengde van de zijgeleidingen 35, die zich boven de rollenbaan-secties 5a, 5b en 5c bevinden. In figuur 4 20 is schematisch weergegeven dat de zijgeleidingen 35 in breedte richting van de machine verplaatst kunnen worden met de schroefspindels 36.

Op dergelijke wijze is het mogelijk de werkzame breedte van de machine in te stellen al naar gelang de behoefte is wat betreft breedte van de aan te leggen bestrating. Het spreekt vanzelf dat hiervoor ook andere middelen dan schroefspindels toegepast kunnen 25 worden zoals onder andere tandheugels of tandstangen.

Tijdens het opnemen van bestratingselementen vanaf een ondergrond of het aanbrengen van bestratingselementen op een ondergrond is het van belang dat de machine zich evenwijdig langs de rand van de weg beweegt. Hiertoe kan gebruik gemaakt worden van sensoren 37, zichtbaar in figuur 3 welke opgenomen zijn een daartoe geschikte 30 regelkring waarmee de besturing van de rupsen van machine 2 beïnvloed wordt Tevens heeft de machinist de mogelijkheid om door middel van kleine zwenkbewegingen de positie van de spijlenbak aan te passen aan het op te nemen patroon van bestratingselementen of het aan te brengen patroon van bestratingselementen.

Om deze reden komt de hierboven beschreven uitvinding vooral tot zijn recht als gebruik 35 gemaakt wordt van een onderwagen met aangedreven rupsen met daar bovenop een zwenkbare bovenwagen zoals beschreven.

7

Echter het zal duidelijk zijn dat het ook mogelijk is de hierboven beschreven functies geheel of gedeeltelijk te plaatsen op een onderstel zonder eigen aandrijving en gebruik te maken van bijvoorbeeld een wiellader of tractor die de machine duwt of trekt Hierbij is het bijvoorbeeld mogelijk de bestaande hydraulische systemen van een 5 wiellader of tractor te benutten om de hierboven beschreven functies te vervullen.

Een belangrijk voordeel van de hierboven beschreven werkwijze en inrichting ten opzichte van gebruikelijke methoden van bestrating, is onder andere dat de bestratingselementen zeer zorgvuldig worden opgenomen waardoor zij niet beschadigen 10 en er geen verlies van bestratingselementen is.

Een volgend voordeel is dat de machine bij het aanbrengen van bestratingselementen achteruit rijdt over de ondergrond die veelal uit gladgestreken en verdicht zand bestaat, en dus niet over nieuw aangelegde bestrating, zoals vaak het geval is.

Een ander voordeel is dat er geen aanvoer van bestratingselementen over nieuw 15 aangelegde bestrating nodig is. Verder kan de machine de bestratingselementen inclusief de zogenaamde bisschopsmutsen direct vanaf de betonband aanbrengen waardoor er nagenoeg geen handwerk vereist is.

Een ander voordeel ten op opzichte van gebruikelijke methoden van bestrating is de hogere productie waardoor er minder overlast voor verkeer en omwonenden is.

20 1038818

Claims (8)

1. Werkwijze voor het opnemen van in verband liggende bestratingselementen vanaf een ondergrond, het transporteren van deze bestratingselementen, het reinigen van 5 deze bestratingselementen, het in een stenenklem vastnemen van een bepaalde hoeveelheid van de opgenomen bestratingselementen, het plaatsen van deze hoeveelheid bestratingselementen in de vorm van één of meer lagen op één of meer - pallets tegelijk, met het kenmerk dat het bestaande onderlinge verband tussen de bestratingselementen tijdens al deze werkzaamheden gewaarborgd blijft. 10

2. Werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk dat pallets worden toegepast waarvan één of meerdere zijden van het oppervlak waarop de bestratingselementen gedragen worden, gelijkvormig is aan de vorm van een op dat oppervlak passende groep bestratingselementen in onderling verband overeenkomend met het verband ^ 5 waarin de bestratingselementen op de ondergrond liggen of moeten komen te liggen.

3. Werkwijze voor het vastnemen van een bepaalde hoeveelheid bestratingselementen in de vorm van een laag in een stenenklem vanaf één of meer pallets tegelijk waarop één of meer lagen bestratingselementen in bepaald onderling verband gestapeld liggen, het transporteren van deze bestratingselementen en het aanbrengen van 20 deze bestratingselementen in verband op een ondergrond, met als kenmerk dat het onderlinge verband tussen de bestratingselementen tijdens deze werkzaamheden gewaarborgd blijft

4. Werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk dat tijdens het transporteren van de 25 bestratingselementen door onderling snelheidsverschil ruimte tussen de bestratingselementen wordt gecreëerd waardoor aanhangende vervuiling kan worden weggespoeld.

5. Inrichting voor het opnemen van in verband liggende bestratingselementen vanaf een 2Q ondergrond, meer speciaal voor het verwezenlijken van de werkwijze van conclusie 1, met het kenmerk dat zij minstens bestaat uit opneemmiddelen, transportmiddelen waarbij reinigen van deze bestratingselementen mogelijk is, klemmiddelen om een bepaalde hoeveelheid van de opgenomen bestratingselementen te plaatsen in de vorm van één of meer lagen op één of meer pallets tegelijk, die toelaten dat het 35 bestaande onderlinge verband tussen de bestratingselementen tijdens al deze werkzaamheden gewaarborgd blijft. 1038818

6. Inrichting volgens conclusie 5, daardoor gekenmerkt dat opneemmiddelen worden toegepast in de vorm van een spijlenbak waarvan de zijschotten welke zich juist boven de bestratingselementen bevinden.

7. Inrichting volgens één van conclusies 5 en 6, met het kenmerk dat instelbare zijschotten boven de rollenbaan worden toegepast om zodoende de werkzame breedte van de machine in te stellen al naar gelang de behoefte is wat betreft breedte van aan te leggen bestrating.

8. Inrichting volgens één van conclusies 5 tot 7, met het kenmerk dat verplaatsbare dragers worden toegepast waarmee het mogelijk is pallets, die vanwege hun bijzondere profilering van de zijranden in elkaar grijpen, te separeren. 1 0 3 8 8 1 8