NL1038370A - Afstandshouder voor een blokvormige steen en een werkwijze voor het met blokvormige stenen bedekken van een ondergrond. - Google Patents

Afstandshouder voor een blokvormige steen en een werkwijze voor het met blokvormige stenen bedekken van een ondergrond. Download PDF

Info

Publication number
NL1038370A
NL1038370A NL1038370A NL1038370A NL1038370A NL 1038370 A NL1038370 A NL 1038370A NL 1038370 A NL1038370 A NL 1038370A NL 1038370 A NL1038370 A NL 1038370A NL 1038370 A NL1038370 A NL 1038370A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
spacer
brick
clamping
connecting element
stones
Prior art date
Application number
NL1038370A
Other languages
English (en)
Other versions
NL1038370C2 (nl
Inventor
Cornelis Marinus Osendarp
Original Assignee
W O S Holding B V
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by W O S Holding B V filed Critical W O S Holding B V
Publication of NL1038370A publication Critical patent/NL1038370A/nl
Application granted granted Critical
Publication of NL1038370C2 publication Critical patent/NL1038370C2/nl

Links

Classifications

    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E01CONSTRUCTION OF ROADS, RAILWAYS, OR BRIDGES
    • E01CCONSTRUCTION OF, OR SURFACES FOR, ROADS, SPORTS GROUNDS, OR THE LIKE; MACHINES OR AUXILIARY TOOLS FOR CONSTRUCTION OR REPAIR
    • E01C5/00Pavings made of prefabricated single units
    • E01C5/005Individual couplings or spacer elements for joining the prefabricated units
    • E01C5/006Individual spacer elements

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Architecture (AREA)
  • Civil Engineering (AREA)
  • Structural Engineering (AREA)
  • Road Paving Structures (AREA)

Description

Afstandshouder voor een blokvormige steen en een werkwijze voor het met blokvormige stenen bedekken van een ondergrond
De uitvinding heeft betrekking op een afstandshouder voor een blokvormige steen waarvan ten minste één zijde op een vooraf bepaalde afstand van één zijde van een tweede blokvormige steen dient te worden gepositioneerd.
Een dergelijke af standshouder is op zich bekend en dient voor het vergemakkelijken van het zodanig positioneren van stenen dat tussen de stenen een voeggroef ontstaat, en, bij voorkeur, ook daarna behouden blijft.
Doorgaans zijn zulke afstandhouders vinger- of ribbevormig, zodat de afstandshouder slechts over een lengte, en soms ook beperkte diepte, van de voeggroef ruimte inneemt. Er blijft dan in de voeggroef voldoende ruimte over voor voegmateriaal, dat bij gelegde stenen voor bedekking van een ondergrond veelal uit zand bestaat.
Het is mogelijk dat de steen bij de fabricage daarvan al wordt voorzien van een dergelijke afstandshouder. In dat geval is de afstandshouder dan veelal een integraal onderdeel van de steen en vervaardigd van hetzelfde materiaal als waarvan de rest van de steen is vervaardigd. Dit heeft als nadeel dat de mal waarin de steen wordt gevormdgecompliceerd en daardoor relatief duur is en dat slijtage van de mal ook een ongewenste invloed heeft op de maatnauwkeurigheid van de afstandshouder.
Met het oog op kostenbesparingen en op grond van milieuvriendelijke overwegingen is er een duidelijke trend te bespeuren waarbij reeds gebruikte stenen opnieuw worden gebruikt voor hetzelfde doel. Met name bij herbestratingen is dit het geval. In Nederland is hergebruik van bedekkingstenen eveneens aantrekkelijk bij de noodzakelijke dijkverhogingen. Hiervoor moeten bedekkingstenen van de dijk worden afgenomen, en na verhoging van de dijk moet bedekkingstenen wederom worden geplaatst. Met het ingebruik nemen van nieuw gefrabriceerde stenen zou veel aan- en afrijden van zwaar vrachtverkeer gepaard kunnen gaan, hetgeen met name in gebieden waar het milieu gevoelig kan zijn voor een dergelijke verstoring, bij voorkeur wordt geminimaliseerd. Hergebruik van stenen zou vanuit die optiek de voorkeur kunnen genieten. Echter, voor een zeer groot deel van de stenen die eerder werden gebruikt om de dijk te bedekken, geldt dat er geen afstandshouder integraal is aangebracht. Hier lijkt een vervanging van de stenen met de te verwachten kosten en nadelen voor het milieu slechts mogelijk als een oplossing kan worden gevonden voor de afwezigheid van afstandshouders.
Duits patentschrift DD 296 723 A5 beschrijft afstandshouders die met behulp van verkleving aan de steen kunnen worden aangebracht. Dit zou eventueel bij reeds in gebruik genomen stenen kunnen plaatsvinden. Het aanbrengen lijkt echter een zeer omslachtig proces. Bij verkleving geldt voorts dat de te verkleven oppervlakken schoon gemaakt moeten zijn, hetgeen voor nieuwe stenen wellicht nog wel realiseerbaar is, maar bij reeds gebruikte stenen zeer moeilijk tot niet uitvoerbaar is.
Er is ook overwogen om de afstandshouders te plaatsen op de betreffende ondergrond voordat de stenen (terug) geplaatst worden. Dit blijk niet te werken aangezien onder het gewicht van de relatief zware stenen de afstandshouders bij het leggen van de stenen al snel worden verplaatst en/of breken.
Het is een doel van de uitvinding een af standshouder te verschaffen die tegemoet komt aan ten minste een van de hierboven genoemde nadelen.
Dit doel is bereikt met een af standshouder zoals beschreven in conclusie 1. Het betreft hier een afstandshouder voor een eerste blokvormige steen waarvan ten minste één zijde op een vooraf bepaalde afstand van één zijde van een tweede blokvormige steen dient te worden gepositioneerd. Volgens de uitvinding is de afstandshouder voorzien van een stootlichaam en voorts zodanig uitgevoerd dat de afstandshouder klemmend om de eerste steen kan worden aangebracht en daarbij die ene zijde van de eerste steen voorziet van het stootlichaam voor het creëren van de vooraf bepaalde afstand.
Dit biedt als voordeel dat de betreffende steen niet zeer schoon behoeft te worden gemaakt. De afstandshouder zou op mechanische wijze kunnen worden aangebracht, en in elk geval voordat de steen (terug)geplaatst wordt. De steen en de daaraan geklemde afstandshouder worden als één geheel geplaatst zodat een verplaatsing van de afstandshouder en/of breken van de afstandshouder niet of nauwelijks voor zal komen.
In een uitvoeringsvorm van een afstandshouder volgens de uitvinding is de afstandshouder voorzien van een verbindingselement en ten minste twee door dat verbindingselement met elkaar verbonden klemlichamen die zodanig georiënteerd zijn dat elk klemlichaam zich tegen een zijde van de steen kan aanklemmen zodat twee tegenover elkaar gelegen zijden van de eerste steen elk één van de klemlichamen tegen zich aangeklemd heeft. Dit biedt als voordeel dat hooguit drie zijden van de blokvormige steen voorzien dienen te zijn van een onderdeel van de afstandshouder, namelijk twee zijden die zijn voorzien van een klemlichaam en een zijde waarlang het verbindingselement zich uitstrekt. Dit biedt daarmee weer het voordeel dat de overige zijden van de steen vrij kunnen zijn voor het manipuleren van de steen zonder een risico te lopen dat daardoor de afstandshouder wordt beschadigd,verschoven of verwijderd van de steen.
In een uitvoeringsvorm van een afstandshouder volgens de uitvinding ligt het verbindingselement in een denkbeeldig vlak dat kan corresponderen met een vlak dat aanligt tegen de onderzijde van de eerste steen. Dit biedt als voordeel dat het verbindingselement in gebruik niet zichtbaar is en ook niet eenvoudig afgenomen kan worden door, bijvoorbeeld, opspoelend water.
In een uitvoeringsvorm van een afstandshouder volgens de uitvinding is elk stootlichaam als een staander ten opzichte van het verbindingselement georiënteerd. Hierdoor kan bij met behulp van de afstandshouder gelegde stenen voegmateriaal efficiënt toegevoegd worden aan de gevormde voeg. Overigens kan daarbij ook water toevoer (regenwater,opspoelend water) en water afvoer (verdamping) respectievelijk aan de ondergrond en van de ondergrond relatief ongehinderd plaatsvinden en wordt het stromingspatroon niet of nauwelijks beïnvloedt door de aanwezigheid van het als staander uitgevoerde stootlichaam.
In een uitvoeringsvorm van een afstandshouder volgens de uitvinding is elk klemlichaam als een staander ten opzichte van het verbindingselement georiënteerd is. De voordelen die hierboven zijn beschreven voor een als staander uitgevoerd stootlichaam zijn hier eveneens van toepassing.
In een uitvoeringsvorm van een afstandshouder volgens de uitvinding omvat elk stootlichaam een van de klemlichamen. Dit biedt als voordeel dat de afstandshouder zeer eenvoudig uitvoerbaar is en zeer eenvoudig toepasbaar is. De afstandshouder neemt een minimum aan ruimte in en vergt ook een minimum aan materiaalkosten.
In een uitvoeringsvorm van een afstandshouder volgens de-uitvinding is het verbindingselement zodanig uitgevoerd dat de afstand tussen de klemlichamen in een niet- klemmende toestand van de afstandshouder kleiner is dan die afstand in een klemmende toestand van de afstandshouder. Dit heeft het voordeel dat bij deze afstandshouder de klemming tot stand komt wanneer de afstand tussen de klemlichamen vanuit de niet-klemmende toestand vergroot wordt, hetgeen betekent dat de afstandshouder zelfklemmend is uitgevoerd. Wanneer klemming zou ontstaan bij een vanuit de niet-klemmende toestand verkleining van de afstand tussen de klemlichamen, zou dat met zich mee brengen dat een actieve handeling zou moeten worden verricht voor het tot stand komen van klemming, hetgeen de toepasbaarheid bemoeilijkt.
In een uitvoeringsvorm van een afstandshouder volgens de uitvinding omvat het verbindingselement ten minste een boog, zodanig dat een radius van de boog in de klemmende toestand groter is dan de radius van die boog in de niet-klemmende toestand. Dit betekent dat de constructie van het verbindingselement zeer eenvoudig kan zijn en de materiaal eigenschappen van de afstandshouder eventueel homogeen kunnen zijn. Tevens laat de tolerantie in de afmetingen van de blokvormige steen voor behoud van toepasbaarheid van een gegeven afstandshouder zich eenvoudig bepalen.
Voor een uitvoeringsvorm van een afstandshouder volgens de uitvinding geldt dat de afstandshouder is voorzien van ten minste twee ruimtelijk van elkaar gescheiden stootlichamen. Dit verhoogt de doelmatigheid van de afstandshouder.
Voor een uitvoeringsvorm van een afstandshouder volgens de uitvinding kan gelden dat van de ten minste twee ruimtelijk van elkaar gescheiden stootlichamen twee stootlichamen zodanig zijn gepositioneerd dat bij gebruik van de afstandshouder beide zijden van twee tegenovergelegen zijden van de eerste steen daarmee elk voorzien zijn van een stootlichaam. Dit betekent dat die twee zijden eventueel omwisselbaar zijn, hetgeen de mogelijkheden voor het manipuleren van een gebruikte steen verhoogt. Zo kan een reeds ietwat afgesleten zijde zodanig gepositioneerd worden dat een verdere slijtage naar verwachting niet of nauwelijks plaatsvindt.
Voor een uitvoeringsvorm van een afstandshouder volgens de uitvinding kan voorts gelden dat van de ten minste twee ruimtelijk van elkaar gescheiden stootlichamen twee stootlichamen zodanig zijn gepositioneerd dat daardoor bij gebruik van de afstandshouder een zijde van de eerste steen wordt voorzien van deze twee stootlichamen. Hierdoor zal in gebruik de voeg tussen de betreffende zijden van twee naast elkaar gelegde stenen een breedte vertonen die opgelegd wordt door de afmetingen van de twee stootlichamen. Bij plaatsing van slechts één stootlichaam in de voeg is het mogelijk dat ongewenst de breedten van de voeg aan weerszijden van het stootlichaam onderling relatief sterk verschillen.
Voor een uitvoeringsvorm van een afstandshouder volgens de uitvinding kan tevens gelden dat de stootlichamen zodanig gepositioneerd zijn dat in een situatie waarbij een zijde van de eerste steen is voorzien van de afstandshouder en een naar die zijde van de eerste steen toegekeerde zijde van tweede steen is voorzien van de afstandshouder, de vooraf bepaalde afstand kan worden ingenomen door stootlichamen van zowel de afstandshouder van de eerste steen als van de af standshouder van de tweede steen. Dit kan met zich mee brengen dat de stootlichamen van de naast elkaar gelegde stenen ook in een lengterichting van de voeg een onderlinge positionering verkrijgen, voor het gemak van het leggen van de stenen, en eventueel het behoud van die posities van de stenen bij krachten die zonder een dergelijke positionering eerder tot onderlinge verschuiving van de stenen zou kunnen leiden.
De uitvinding heeft tevens betrekking op een werkwijze voor het ten opzichte van elkaar positioneren van een veelvoud van stenen voor het bedekken van een ondergrond waarbij elke steen is voorzien van een afstandshouder volgens één van de hierboven besproken uitvoeringsvormen.
Een bijzondere uitvoeringsvorm van een werkwijze volgens de uitvinding wordt gekenmerkt in dat de stenen tegelijkertijd worden voorzien van de afstandshouder, waarbij elke afstandshouder voorafgaand aan het plaatsen om de betreffende steen is opgenomen in een vooraf bepaald patroon dat correspondeert met een vooraf bepaald patroon waarin de stenen gelegd worden. Dit staat een zeer efficiënte werkwijze toe.
De uitvinding wordt thans toegelicht aan de hand van een tekening. Hierin toont:
Figuur 1 schematische in een doorzichtig perspectief een eerste uitvoeringsvorm van een afstandhouder volgens de uitvinding;
Figuur 2 schematische in een doorzichtig perspectief een tweede uitvoeringsvorm van een afstandhouder volgens de uitvinding;
Figuur 3 schematische in een doorzichtig perspectief een derde uitvoeringsvorm van een afstandhouder volgens de uitvinding;
Figuur 4 schematisch een bovenaanzicht van een veelvoud van stenen die gelegd zijn volgens een uitvoeringsvorm van een werkwijze volgens de uitvinding;
Figuur 5 schematisch een bovenaanzicht van een veelvoud van stenen die gelegd zijn volgens een uitvoeringsvorm van een werkwijze volgens de uitvinding; en
Figuur 6 schematisch een bovenaanzicht van een vierde uitvoeringsvorm van een afstandhouder volgens de uitvinding.
In de figuren en de beschrijving zijn gelijke elementen voorzien van gelijke referentietekens.
Figuur 1 toont een blokvormige steen 1 en een eerste uitvoeringsvorm van een afstandshouder 2 volgens de uitvinding. De afstandshouder 2 komt van pas wanneer een zijde 3 van de steen 1 op een vooraf bepaalde afstand D van een zijde 3' van een tweede blokvormige steen 1' dient te worden gepositioneerd. De figuren 4 en 5 tonen schematisch een bovenaanzicht van een dergelijke onderlinge positionering van deze stenen 1, 1' . De af standshouder 2 is voorzien van een stootlichaam 4 en is voorts zodanig uitgevoerd dat de afstandshouder 2 klemmend om de steen 1 kan worden aangebracht. Daarbij voorziet de af standshouder 2 die ene zijde 3 van de steen 1 van het stootlichaam 4 voor het creëren van de vooraf bepaalde afstand D.
De afstandshouder is in de getoond uitvoeringsvorm voorzien van een verbindingselement 5 en ten minste twee door dat verbindingselement 5 met elkaar verbonden klemlichamen 6, 6' die zodanig georiënteerd zijn dat elk klemlichaam 6, 6' zich tegen een zijde Z van de steen 1 kan aanklemmen zodat twee tegenover elkaar gelegen zijden Z van de eerste steen 1 elk een van de klemlichamen 6, 6' tegen zich aangeklemd heeft. Zoals te zien is in Figuur 1 functioneert het stootlichaam 4 bij voorkeur tevens als klemlichaam 6. Men zou kunnen zeggen dat het stootlichaam 4 in dat geval het klemlichaam 6 omvat.
De afstandshouder 2 is weergegeven zoals opgenomen in gebruik. Duidelijk is te zien dat het verbindingselement 5 volgens dit voorbeeld in een denkbeeldig vlak ligt dat kan corresponderen met een vlak dat aanligt tegen de onderzijde van de steen 1.
Het stootlichaam 4 is bij voorkeur als een staander ten opzichte van het verbindingselement 5 georiënteerd. Ook elk klemlichaam 6,6'is bij voorkeur als een staander ten opzichte van het verbindingselement georiënteerd.
In zowel figuur 1 als in figuur 2 is tevens een afstandshouder 2' in een niet-klemmende toestand getekend met behulp van een dikke onderbroken lijn.
Zoals valt op te maken uit deze figuren is het verbindingselement 5 zodanig uitgevoerd dat de afstand A' tussen de klemlichamen 6,6' in een niet-klemmende toestand van de afstandshouder 2' kleiner dan die afstand A in een klemmende toestand van de afstandshouder 2. Om de figuren 1 en 2 overzichtelijk te houden zijn de afstanden A en A' voor de eenvoud getoond zoals geprojecteerd tegen een korte zijde van de steen. De bijdrage van de verschuiving van de af standshouder in de richting van de langste zijde van de steen is daarbij inde afstandsbepaling gemakshalve niet meegenomen. In realiteit zorgt die verschuiving er natuurlijk voor dat de afstand A'tussen de klemlichamen 6,6' langer is dan weergegeven met de betreffende lijn A'. Een dergelijke afstandshouder 2' wordt dus aangebracht om de steen door de afstand A' tussen de klemlichamen 6,6'vanuit de niet-klemmende toestand te vergroten naar afstand A en dan te plaatsen zoals getoond door afstandshouder 2. De neiging (schematisch weergegeven door pijl V) van de af standshouder 2 om een houding aan te nemen zoals getoond door afstandshouder 2' , zorgt ervoor dat de klemlichamen 6, 6' zich tegen de betreffende zijde van de steen aandrukken. De afstandshouder bevindt zich dan in de klemmende toestand. Men zou kunnen stellen dat het verbindingselement tegen een veerkracht in vanuit de niet-klemmende toestand in de klemmende toestand kan worden gebracht, en dat door die veerkracht de klemming wordt veroorzaakt.
In dit uitvoeringsvoorbeeld omvat het verbindingselement 5 ten minste een boog, zodanig dat een radius van de boog in de klemmende toestand groter is dan de radius van die boog in de niet-klemmende toestand.
Zoals getoond in figuur 1, het klemlichaam 6', kan plaatvormig uitgevoerd zijn. In feite is elke vorm geschikt zolang deze de functie van het klemlichaam toestaat en de functie van de af standshouder niet in de weg staat. Het is niet ondenkbaar dat de af standshouder twee klemlichamen 6,6' heeft en een separaat daarvan, doch tevens als onderdeel van de afstandshouder uitgevoerd stootlichaam. Het klemlichaam kan niet dikker zijn dan het stootlichaam, zodat het klemlichaam niet het functioneren van het stootlichaam in de weg staat. Het is wel mogelijk dat elk stootlichaam tevens als klemlichaam functioneert, en andersom. Elk stootlichaam kan dus een klemlichaam omvatten. In de figuren 2-6 is dit het geval.
Zoals getoond in figuur 2, kan de afstandshouder voorzien zijn van ten minste twee ruimtelijk van elkaar gescheiden stootlichamen 4. In dit geval zijn die zodanig gepositioneerd dat bij gebruik van de afstandshouder 2 beide zijden van twee tegenover elkaar gelegen zijden van de steen 1 daarmee elk voorzien zijn van een stootlichaam 4. De afstandshouder zoals getoond in figuur 2 functioneert verder analoog aan de afstandshouder zoals getoond in figuur 1.
Figuur 3 laat een uitvoeringsvorm van een afstandshouder volgens de uitvinding zien waarbij twee ruimtelijk van elkaar gescheiden stootlichamen twee stootlichamen zodanig zijn gepositioneerd dat daardoor bij gebruik van de afstandshouder één zijde van de eerste steen wordt voorzien van deze twee stootlichamen. In dit voorbeeld heeft de afstandshouder 2 vier stootlichamen 4, het verbindingselement van de afstandshouder 2 is X-vormig uitgevoerd waarbij elk been van de X boogvormig is uitgevoerd. Het kruispunt van de X is verschoven ten opzichte van het geometrische centrum van de afstandshouder 2. De posities van de stootlichamen 4 aan één zijde 3A van de steen 1 is anders dan de posities van de stootlichamen 4 aan de daar tegenover gelegen zijde 3B van de steen 1.
De figuren 4 en 5 laten in een schematisch bovenaanzicht zien dat de stootlichamen 4 zodanig gepositioneerd kunnen zijn dat in een situatie waarbij een zijde 3 van de eerste steen 1 is voorzien van een afstandshouder2 zoals getoond in figuur 3 en een naar die zijde 3 van de eerste steen 1 toegekeerde zijde 3' van tweede steen 1' is voorzien van een afstandshouder 2 zoals getoond in figuur 3. De vooraf bepaalde afstand D kan worden ingenomen door stootlichamen 4 van zowel de afstandshouder 2 van de eerste steen 1 als van de afstandshouder 2 van de tweede steen 1'.
Tevens laten deze figuren 4,5 de met behulp van de stootlichamen gevormde voeggroef 7 zien. In figuur 4 liggen de stenen 1,1',1" in lengterichting van de voeggroef 7 versprongen ten opzichte van elkaar. In figuur 5 liggen de stenen 1, 1' over de gehele lengte van de stenen naast elkaar. In deze voorbeelden wordt geen voeggroef getoond lang een kortste zijde van de stenen. Deze wijze van rangschikken van de stenen Ι,Ι',Ι'' is geschikt voor het met de stenen bedekken van een dijk, zodanig dat de voeggroef 7 zich uitstrekt in de lengterichting van de dijk. De voeggroef 7 is dan in de langsrichting. In tegenstelling tot een dwars op de lengterichting van de dijk georiënteerde voeggroef 7, wordt voegmateriaal zoals bijvoorbeeld zand niet gespoeld door water (bijv. regenwater of zeewater) uit een voeggroef die in de langsrichting is georiënteerd.
Een werkwijze voor het ten opzichte van elkaar positioneren van stenen voor het bedekken van een ondergrond, laat zich zeer goed uitvoeren wanneer elke steen Ι,Ι',Ι'' is voorzien van een afstandshouder 2 volgens de uitvinding. Ook het herbestraten met de oorspronkelijke stenen (die doorgaans niet zijn voorzien van een afstandshouder) leidt met behulp van de afstandshouder volgens de uitvinding tot een goed resultaat.
Het is overigens ook goed mogelijk om een dergelijke wijze van herbestraten gemechaniseerd uit te voeren. Zo kan bijvoorbeeld met behulp van een op zich bekend wijze een "pakket" stenen tegelijkertijd opgenomen worden. Hierbij wordt elke steen bijvoorbeeld met een zuignap opgenomen.De zuignap zuigt zich daarbij vast aan de bovenzijde van de steen. De zuignappen zijn daarbij gerangschikt zoals de stenen voor het opnemen waren gerangschikt. Vervolgens worden de stenen 1,1',1''tegelijkertijd voorzien van de afstandshouder 2. Hiertoe kan bijvoorbeeld elke afstandshouder 2 voorafgaand aan het plaatsen om de betreffende steen 1,1',1' 'opgenomen zijn in een vooraf bepaald patroon dat correspondeert met een vooraf bepaald patroon waarin de stenen 1, 1',1''worden gelegd. De afstandshouders 2 kunnen bijvoorbeeld elk met een onderzijde van het verbindingselement 5 tegen een vel aankleven. Het vel en de stenen Ι,Ι',Ι" kunnen zodanig ten opzichte van elkaar gemanipuleerd worden dat elke steen 1,1',1''wordt voorzien een afstandshouder 2. Vervolgens kan het vel afgenomen worden, en kan het pakket aan stenen in één stap worden gelegd.
De in de figuren 1-5 getoonde voorbeelden zouden de indruk kunnen wekken dat een afstandshouder volgens de uitvinding slecht twee zijden van een steen kan voorzien van één of meerdere stootlichamen 4. De afstandshouder volgens de uitvinding kan echter ook zodanig uitgevoerd zijn dat elke zijde van een steen 1 voorzien wordt van een stootlichaam. Een voorbeeld wordt getoond in figuur 6. De pijlen V laten de richting zien waarin de benen van het verbindingselement 5 zich onder veerkracht zouden bewegen wanneer de afstandshouder 2 van de steen 1 afgenomen wordt en dan vanuit de klemmend toestand de niet-klemmend toestand aanneemt.
Zoals eerder aangegeven, het is mogelijk dat de klemlichamen 6,6'en de stootlichamen 4 gescheiden lichamen zijn. Hierbij zal elk stootlichaam 4 wel veelal verbonden zijn met een klemlichaam 6,6'. Een voordeel van een dergelijke uitvoeringsvorm is dat elk lichaam toegespitst kan zijn op de functie in de afstandshouder 2. Het stootlichaam 4 is bijvoorbeeld bij voorkeur cirkelcilindrisch zodat ongeacht de mate waarin het verbindingselement 5 wordt uitgerekt en daarmee de positie en oriëntatie van het stootlichaam 4 bepaalt, de vooraf bepaalde afstand tussen de stenen zal altijd gelijk zijn. Een dergelijk stootlichaam 4 is wellicht minder geschikt om een klemfunctie uit te voeren. Een klemlichaam 6,6' is wellicht beter plaatvormig uitgevoerd zoals bijvoorbeeld getoond is figuur 1. Hierbij wordt gestreefd naar een relatief groot oppervalk waarmee geklemd wordt. Het is ook mogelijk dat één of meerdere stootlichamen 4 enigszins conisch zijn uitgevoerd. Dit kan het om de steen aanbrengen van de afstandshouder 2 vergemakkelijken. De basis van de conus legt dan de vooraf bepaalde afstand ten opzichte van een naastgelegen steen op. Dergelijke conische stootlichamen 4 zijn ook geschikt voor ondergronden die enigszins bolvormig, of juist holvorig, zijn.
De conisch gevormde stootlichamen 4 die tevens als klemlichamen 6,6'functioneren kunnen ook in lengterichting van vorm verschillen, om de verschillende functies optimaal te laten uitvoeren.
Een afstandshouder 2 volgens de uitvinding kan eenvoudig als één geheel worden vervaardigd. Een afstandshouder 2 volgens de uitvinding kan van een thermoplastische kunststof en/of van een rubber zijn vervaardigd, bijvoorbeeld met behulp van spuitgieten.
De uitvinding beperkt zich niet tot de getoonde en tot de hierboven besproken uitvoeringsvormen. Vele varianten zij mogelijk.
Het is met name mogelijk dat de afstandshouder geschikt is voor op zich blokvormige stenen, die bijvoorbeeld een zeshoekig boven- en ondervlak hebben. Het is ook mogelijkdat een top van het stootlichaam zodanig is dat in de niet-klemmende toestand de top reeds langs de zijde kan worden geschoven waartegen het betreffende stootlichaam aan moet drukken. Bij het verkleinen van de afstand tussen het verbindingslement en het ondervlak van de steen zal de afstandshouder dan tegen de veerkracht in de klemmende positie innemen. Dit is goed toepasbaar bij een conisch gevormd stootlichaam en bij een steen waarbij de toleranties in de afmetingen ongeveer net zo groot zijn als de breedte van de te vormen vooraf bepaalde afstand, of wel de breedte van de voeggroef. Het is overigens ook mogelijk dat het sttotlichaam zich niet over de gehele hoogte van de steen uitstrekt.
Deze varianten worden elk geacht binnen het raamwerk van de uitvinding te vallen, zoals gedefinieerd door de aangehechte conclusies.

Claims (15)

1. Afstandshouder voor een eerste blokvormige steen waarvan ten minste één zijde op een vooraf bepaalde afstand van een zijde van een tweede blokvormige steen dient te worden gepositioneerd, waarbij de afstandshouder is voorzien van een stootlichaam en voorts zodanig is uitgevoerd dat de afstandshouder klemmend om de eerste steen kan worden aangebracht en daarbij die ene zijde van de eerste steen voorziet van het stootlichaam voor het creëren van de vooraf bepaalde afstand.
2. Afstandshouder voor conclusie 1, waarbij de afstandshouder is voorzien van een verbindingselement en ten minste twee door dat verbindingselement met elkaar verbonden klemlichamen die zodanig georiënteerd zijn dat elk klemlichaam zich tegen een zijde van de steen kan aanklemmen zodat twee tegenover elkaar gelegen zijden van de eerste steen elk één van de klemlichamen tegen zich aangeklemd heeft.
3. Afstandshouder volgens conclusie 2, waarbij het verbindingselement in een denkbeeldig vlak ligt dat kan corresponderen met een vlak dat aanligt tegen de onderzijde van de eerste steen.
4. Afstandshouder volgens conclusie 3, waarbij elk stootlichaam als een staander ten opzichte van het verbindingselement georiënteerd is.
5. Afstandshouder volgens conclusie 3 of 4, waarbij elk klemlichaam als een staander ten opzichte van het verbindingselement georiënteerd is.
6. Afstandshouder volgens één der conclusies 2-5, waarbij elk stootlichaam één van de klemlichamen omvat.
7. Afstandshouder volgens één der conclusies 2-6, waarbij het verbindingselement zodanig is uitgevoerd dat de afstand tussen de klemlichamen in een niet-klemmende toestand van de afstandshouder kleiner is dan die afstand in een klemmende toestand van de afstandshouder.
8. Afstandshouder volgens conclusie 7, waarbij het verbindingselement ten minste een boog omvat, zodanig dat een radius van de boog in de klemmende toestand groter is dan de radius van die boog in de niet-klemmende toestand.
9. Afstandshouder volgens één der voorgaande conclusies, waarbij de afstandshouder is voorzien van ten minste twee ruimtelijk van elkaar gescheiden stootlichamen.
10. Afstandshouder volgens conclusie 9, waarbij van de ten minste twee ruimtelijk van elkaar gescheiden stootlichamen twee stootlichamen zodanig zijn gepositioneerd dat bij gebruik van de afstandshouder beide zijden van twee tegenovergelegen zijden van de eerste steen daarmee elk voorzien zijn van een stootlichaam.
11. Afstandshouder volgens conclusie 9 of 10, waarbij van de ten minste twee ruimtelijk van elkaar gescheiden stootlichamen twee stootlichamen zodanig zijn gepositioneerd dat daardoor bij gebruik van de afstandshouder één zijde van de eerste steen wordt voorzien van deze twee stootlichamen.
12. Afstandshouder volgens één der voorgaande conclusies, waarbij de stootlichamen zodanig gepositioneerd zijn dat in een situatie waarbij een zijde van de eerste steen is voorzien van de afstandshouder en een naar die zijde van de eerste steen toegekeerde zijde van een tweede steen is voorzien van de afstandshouder, de vooraf bepaalde afstand kan worden ingenomen door stootlichamen van zowel de afstandshouder van de eerste steen als van de afstandshouder van de tweede steen.
13. Afstandshouder volgens één der voorgaande conclusies, waarbij de afstandshouder van een thermoplastische kunststof en/of van een rubber is vervaardigd.
14. Werkwijze voor het ten opzichte van elkaar positioneren van een veelvoud van stenen voor het bedekken van een ondergrond, waarbij elke steen is voorzien van een afstandshouder volgens één der voorgaande conclusies.
15. Werkwijze volgens conclusie 14, waarbij de stenen tegelijkertijd worden voorzien van de afstandshouder, waarbij elke afstandshouder voorafgaand aan het plaatsen om de betreffende steen is opgenomen in een vooraf bepaald patroon dat correspondeert met een vooraf bepaald patroon waarin de stenen gelegd worden.
NL1038370A 2010-04-06 2010-11-09 Afstandshouder voor een blokvormige steen en een werkwijze voor het met blokvormige stenen bedekken van een ondergrond. NL1038370C2 (nl)

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
EP10159097 2010-04-06
EP10159097 2010-04-06

Publications (2)

Publication Number Publication Date
NL1038370A true NL1038370A (nl) 2011-10-10
NL1038370C2 NL1038370C2 (nl) 2013-04-15

Family

ID=44557101

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL1038370A NL1038370C2 (nl) 2010-04-06 2010-11-09 Afstandshouder voor een blokvormige steen en een werkwijze voor het met blokvormige stenen bedekken van een ondergrond.

Country Status (1)

Country Link
NL (1) NL1038370C2 (nl)

Citations (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US1461060A (en) * 1921-07-26 1923-07-10 Whitney Wallace Percy Spacer for paving blocks
GB2169932A (en) * 1985-01-17 1986-07-23 Martin Rigby Spacing bricks
JPS62159503U (nl) * 1986-03-26 1987-10-09

Patent Citations (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US1461060A (en) * 1921-07-26 1923-07-10 Whitney Wallace Percy Spacer for paving blocks
GB2169932A (en) * 1985-01-17 1986-07-23 Martin Rigby Spacing bricks
JPS62159503U (nl) * 1986-03-26 1987-10-09

Also Published As

Publication number Publication date
NL1038370C2 (nl) 2013-04-15

Similar Documents

Publication Publication Date Title
HRP20210597T1 (hr) Uređaj za oblikovanje željezničkih prijelaza
NL1038370C2 (nl) Afstandshouder voor een blokvormige steen en een werkwijze voor het met blokvormige stenen bedekken van een ondergrond.
NL2000945C2 (nl) Stenenlegger.
NL2008405C2 (nl) Verharde weg, wegdekplaat en werkwijze voor het leggen van een verharde weg.
JP6080553B2 (ja) グレーチング
KR100656850B1 (ko) 콘크리트 슬라브 현장 접합부 형성구조
NL2003626C2 (nl) Werkwijze voor het verbeteren van een stalen brug, alsmede aldus verbeterde stalen brug.
NL2000599C2 (nl) Baksteen met drager.
NL2025377B1 (nl) Fietspad met op een fundering aanwezige wegplaten
NL1012540C2 (nl) Afstandhouder voor het op een voorafbepaalde afstand houden van een wapening ten opzichte van een gekozen vlak.
AU2004257840A1 (en) Device for forming joints in concrete works
NL2019588B1 (nl) Blokvormige straatsteen
NL1019113C2 (nl) Flessendrager.
NL2015021B1 (nl) Bekledingselement en samenstel daarvan.
NL2023004B1 (nl) Fiets- en/of voetpad omvattende met elkaar gekoppelde wegdekplaten
BE1016838A6 (nl) Fixatie van aaneengesloten elementen.
NL1037091C2 (nl) Werkwijze voor het vervaardigen van een tegel, een klinker of degelijke.
NL1031863C2 (nl) Elementsysteem voorzien van een flexibele verbinding.
NL194088C (nl) Inrichting voor het transporteren van plaatvormige voorwerpen.
NL2012590B1 (nl) Inrichting voor het aanbrengen van vormstenen in een bepaald positioneerpatroon op een pallet.
NL2005447C2 (nl) Biels en werkwijze voor het aanleggen of aanpassen van een spoorweg.
BE1023329B1 (nl) Flexibele opbouwboord voor geocomposiet
BE1025523B1 (nl) Bufferklinker en bestrating of vloer met zulke bufferklinkers
BE1018619A3 (nl) Een pakket bestratingstenen geschikt voor machinaal bestraten.
NL1038076C2 (nl) Grijper.

Legal Events

Date Code Title Description
V1 Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 20140601