NL1037592C2 - Aan een voertuig te bevestigen inrichting voor het dragen van een rijwiel. - Google Patents

Aan een voertuig te bevestigen inrichting voor het dragen van een rijwiel. Download PDF

Info

Publication number
NL1037592C2
NL1037592C2 NL1037592A NL1037592A NL1037592C2 NL 1037592 C2 NL1037592 C2 NL 1037592C2 NL 1037592 A NL1037592 A NL 1037592A NL 1037592 A NL1037592 A NL 1037592A NL 1037592 C2 NL1037592 C2 NL 1037592C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
carrying
base frame
carrying device
support member
loading
Prior art date
Application number
NL1037592A
Other languages
English (en)
Other versions
NL1037592A (nl
Inventor
Sander Snellink
Martijn Adriaan Visker
Original Assignee
Tech Teken En Adviesbureau Technical Team Zwolle B V
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Tech Teken En Adviesbureau Technical Team Zwolle B V filed Critical Tech Teken En Adviesbureau Technical Team Zwolle B V
Priority to NL1037592A priority Critical patent/NL1037592C2/nl
Priority to EP10197206A priority patent/EP2338740A1/en
Publication of NL1037592A publication Critical patent/NL1037592A/nl
Application granted granted Critical
Publication of NL1037592C2 publication Critical patent/NL1037592C2/nl

Links

Classifications

    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B60VEHICLES IN GENERAL
    • B60RVEHICLES, VEHICLE FITTINGS, OR VEHICLE PARTS, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR
    • B60R9/00Supplementary fittings on vehicle exterior for carrying loads, e.g. luggage, sports gear or the like
    • B60R9/08Supplementary fittings on vehicle exterior for carrying loads, e.g. luggage, sports gear or the like specially adapted for sports gear
    • B60R9/10Supplementary fittings on vehicle exterior for carrying loads, e.g. luggage, sports gear or the like specially adapted for sports gear for cycles
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B60VEHICLES IN GENERAL
    • B60RVEHICLES, VEHICLE FITTINGS, OR VEHICLE PARTS, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR
    • B60R9/00Supplementary fittings on vehicle exterior for carrying loads, e.g. luggage, sports gear or the like
    • B60R9/06Supplementary fittings on vehicle exterior for carrying loads, e.g. luggage, sports gear or the like at vehicle front or rear

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Fittings On The Vehicle Exterior For Carrying Loads, And Devices For Holding Or Mounting Articles (AREA)

Description

Aan een voertuig te bevestigen inrichting voor het dragen van een rijwiel
De uitvinding heeft betrekking op een aan een 5 voertuig te bevestigen inrichting voor het dragen van een last, in het bijzonder een rijwiel, omvattende een aan het voertuig te bevestigen basisframe en een met het basisframe verbonden draagorgaan dat beweegbaar is tussen een relatief hoog boven een ondergrond verheven transportstand en een 10 relatief dichter bij de ondergrond gelegen laad- en/of losstand. Een dergelijke inrichting is algemeen bekend onder de verzamelnaam fietsendrager.
Fietsendragers worden gebruikt om een of meer rijwielen met de auto te vervoeren, bijvoorbeeld van huis 15 naar een locatie waar een recreatieve fietstocht gemaakt zal worden. Bekende fietsendragers worden in het algemeen bevestigd op een trekhaak van de auto, waarbij het draagorgaan zich op een hoogte van enkele tientallen centimeters boven het wegdek bevindt. Gebruikers moeten dus 20 de rijwielen over die hoogte optillen om deze op de fietsendrager te plaatsen.
Er zijn al verschillende fietsendragers bekend waarbij een draagorgaan in hoogte verstelbaar is.
Zo wordt in het Nederlands octrooi 1023396 een 25 fietsendrager beschreven waarbij een draagdeel dat bestaat uit een uithouder met twee goten door middel van twee paar evenwijdige armen verbonden is met een op de trekhaak bevestigd basisdeel. Voor het omhoog en omlaag bewegen van het draagdeel is een hydraulische vijzel voorzien, die door 30 een handmatig of elektrisch aangedreven pomp kan worden bediend. De armen strekken zich bij deze inrichting uit in het verlengde van de auto.
2
Een soortgelijke drager, met name bedoeld voor het vervoer van motorfietsen, is bekend uit de Amerikaanse octrooipublicatie 2006/0231581. Daarbij is een draagbak door middel van een enkel paar evenwijdige armen verbonden met 5 een basisframe, dat aan een trekconstructie van een pick-up is bevestigd. De armen strekken daarbij evenwijdig aan de achterzijde van het voertuig uit. Om de draagbak omhoog en omlaag te bewegen is een grote hefboom voorzien.
Tenslotte is uit de Europese octrooipublicatie 1 10 818 219 een hefinrichting bekend, die op de trekhaak van een auto bevestigd kan worden, en die zelf een omhoog en omlaag beweegbare trekhaak vertoont. Op deze beweegbare trekhaak kan dan een conventionele, niet verstelbare fietsendrager worden bevestigd.
15 Deze bekende in hoogte verstelbare fietsendragers hebben allen het nadeel dat zij constructief veelal gecompliceerd en daardoor relatief zwaar en kostbaar zijn. Bovendien vergen zij door hun constructie en voor hun beweging relatief veel vrije ruimte aan de achterzijde van 20 het voertuig.
De uitvinding heeft nu tot doel een draaginrichting van de hiervoor beschreven soort te verschaffen, waarbij deze nadelen zich niet of althans in mindere mate voordoen. Volgens de uitvinding wordt dit 25 bereikt, doordat in de laad- en/of losstand slechts een deel van het draagorgaan lager gelegen is dan in de transportstand. Door slechts een deel van het draagorgaan omlaag en weer omhoog te bewegen, kan volstaan worden met een eenvoudiger, compacter, lichter en goedkoper te 30 produceren hefmechanisme.
Bij voorkeur bepaalt het draagorgaan in de laad-en/of losstand een zich van nabij de ondergrond tot een relatief hoog gelegen middendeel van het basisframe 3 uitstrekkende, hellende rijbaan. Zo kan de last, in het bijzonder een rijwiel, eenvoudig op het draagorgaan gereden worden wanneer dit zijn laad- en/of losstand inneemt.
Om de gewenste beweging van het draagorgaan op 5 constructief eenvoudige manier te bereiken, kan het basisframe een althans ten dele hellende geleidingsbaan bepalen, waarlangs het draagorgaan beweegbaar kan zijn.
Bij voorkeur is/zijn de rijbaan en/of de geleidingsbaan in hoofdzaak dwars op een 10 voortbewegingsrichting van het voertuig gericht. Zo hoeft voor het laden en/of lossen van lasten, met name rijwielen, geen extra ruimte vrijgehouden te worden achter het voertuig waaraan de inrichting is bevestigd.
Wanneer het draagorgaan vanuit de transportstand 15 naar twee aan tegenovergelegen zijden van het basisframe gelegen laad- en/of losstanden beweegbaar is, kan de inrichting vanaf twee zijden beladen of gelost worden, afhankelijk van de verkeerssituatie rond het voertuig waaraan de inrichting is bevestigd.
20 Bij voorkeur is/zijn de rijbaan en/of de geleidingsbaan gekromd. Zo wordt een gelijkmatige beweging van het rijwiel over de rijbaan en van het draagorgaan over de geleidingsbaan bereikt.
Het draagorgaan is met voordeel langs de 25 geleidingsbaan verschuifbaar. Om daarbij de weerstand te minimaliseren omvat(ten) bij voorkeur de geleidingsbaan en/of het draagorgaan geleiderollen.
Om de stabiliteit van de draaginrichting tijdens het laden en lossen te vergroten is deze bij voorkeur 30 voorzien van middelen voor het in de laad- en/of losstand fixeren van het draagorgaan.
4
Wanneer de fixatiemiddelen instelbaar zijn, kan de hoogte van het draagorgaan in de laad- en/of losstand worden gevarieerd, afhankelijk van de ondergrond.
In een constructief eenvoudige uitvoering omvatten 5 de fixatiemiddelen een op het basisframe of het draagorgaan aangebracht bedienbaar grendelorgaan en een serie in het draagorgaan of het basisframe gevormde, met het grendelorgaan samenwerkende openingen.
Daarnaast of in plaats daarvan kunnen de 10 fixatiemiddelen een op het basisframe of het draagorgaan aangebracht ratelmechanisme omvatten.
Voor een veilig transport van de last is de draaginrichting bij voorkeur voorzien van middelen voor het in de transportstand fixeren van het draagorgaan.
15 Teneinde het draagorgaan met name na het laden eenvoudig terug te kunnen brengen naar zijn hooggelegen transportstand, kan de draaginrichting voorzien zijn van middelen voor het naar de transportstand voorspannen van het draagorgaan.
20 Bij een constructief eenvoudige uitvoering van de draaginrichting omvatten de voorspanmiddelen ten minste één tussen het draagorgaan en het basisframe aangebrachte veer.
Wanneer het draagorgaan naar twee zijden beweegbaar is omvatten de voorspanmiddelen bij voorkeur twee 25 tussen het draagorgaan en het basisframe aangebrachte veren, waarvan er telkens een als trekveer werkt.
Daarbij kunnen de veren aan hun aangrenzende einden elk voorzien zijn van een aangrijpingsorgaan, dat samenwerkt met een aanslag op het basisframe of draagorgaan. 30 Door samenwerking van het aangrijpingsorgaan en de aanslag wordt de betreffende veer uitgetrokken.
Teneinde voldoende ruimte te creëren voor de drukveer kan de draaginrichting voorzien zijn van twee in 5 hoofdzaak symmetrisch ten opzichte van een middellijn van de inrichting geplaatste aanslagen.
Teneinde het aantal afzonderlijke onderdelen waaruit de draaginrichting is opgebouwd te beperken omvat 5 het draagorgaan bij voorkeur een profiel dat een aantal holle kamers vertoont.
Daarbij kan met voordeel de ten minste ene veer opgenomen zijn in een van de holle kamers van het profiel van het draagorgaan.
10 Verder kan een van de holle kamers van het profiel van het draagorgaan samenwerken met de geleidingsbaan van het basisframe.
Bij voorkeur bepaalt het profiel van het draagorgaan aan de bovenzijde een goot, waardoor het rijwiel 15 daar eenvoudig op- en afgereden kan worden.
Om het gebruiksgemak te vergroten kan de draaginrichting nog voorzien zijn van met het basisframe en/of het draagorgaan verbonden middelen voor het transporteren van de inrichting.
20 Wanneer de transportmiddelen ten minste één nabij een uiteinde van het draagorgaan aangebracht wiel omvatten, kan de draaginrichting eenvoudig aan het andere uiteinde van het draagorgaan worden opgepakt en voortgetrokken.
De uitvinding wordt nu toegelicht aan de hand van 25 een voorbeeld, waarbij verwezen wordt naar de bijgevoegde tekening, waarin:
Fig. 1 een perspectivisch aanzicht is van de draaginrichting volgens de uitvinding wanneer deze bevestigd is aan een voertuig en het draagorgaan de laad- en/of 30 losstand inneemt, terwijl een rijwiel daarop gereden wordt,
Fig. 2 een perspectivisch aanzicht is van de draaginrichting wanneer deze naar een voertuig gebracht wordt, 6
Fig. 3 een gedeeltelijk opengewerkt perspectivisch aanzicht is van de draaginrichting in de laad- en/of losstand als getoond in fig. 1,
Fig. 4 een detailaanzicht op vergrote schaal is 5 van het deel van de draaginrichting dat in fig. 3 is aangegeven door de pijl IV,
Fig. 5 een detailaanzicht op nog verder vergrote schaal is volgens de pijl V in fig. 4,
Fig. 6 doorsnede toont door het profiel van het 10 draagorgaan volgens de pijl VI in fig. 5, en
Fig. 7 een perspectivisch aanzicht is van de draaginrichting volgens de uitvinding wanneer deze beladen is met twee rijwielen, en het draagorgaan zich in de transportstand bevindt.
15 Een inrichting 1 volgens de uitvinding voor het
dragen van een last 2, in het bijzonder een rijwiel, omvat een basisframe 3 dat aan een voertuig 4 te bevestigen is. Verder omvat de draaginrichting 1 een draagorgaan 5 dat met het basisframe 3 verbonden is. Dit draagorgaan 5 is 20 beweegbaar tussen een relatief hoog boven een ondergrond G
verheven transportstand (fig. 7) en een relatief dichter bij de ondergrond gelegen laad- en/of losstand (fig. 1), waarin een rijwiel 2 op het draagorgaan 5 geduwd kan worden. In deze laad- en/of losstand is niet het gehele draagorgaan 5 25 omlaag gebracht, maar ligt slechts een deel daarvan lager dan in de transportstand. Dit lager gelegen deel vormt daarbij een oprit voor het rijwiel 2, terwijl de rest van het draagorgaan 5 een hellende rijbaan bepaalt , die zich van nabij de ondergrond G tot een relatief hoog gelegen 30 middendeel 6 van het basisframe 3 uitstrekt.
Het middendeel 6 van het basisframe 3 draagt een conventionele koppeling 7 waarmee de draaginrichting 1 op een trekhaak van het voertuig 4 bevestigd kan worden, 7 alsmede hierna te bespreken middelen 8 voor het in verschillende standen fixeren van het draagorgaan 5. Verder vertoont het basisframe 3 een tweetal zich zijdelings uitstrekkende armen 9 die aan hun einden elk een beslag 10 5 dragen. Het basisframe 3 omvat daarnaast een verlichtingsbalk 11, die twee verlichtingseenheden 12 en een kentekenhouder 13 draagt. De kentekenhouder 13 is voorzien van twee secundaire verlichtingseenheden 14 voor het verlichten van een daarin opgenomen kentekenplaat 15. Het 10 middendeel 6 en de beslagen 10 op de einden van de armen 9 dragen elk telkens paren geleiderollen 16, 17, die tezamen een geleidingsbaan voor het draagorgaan 5 bepalen. Doordat de geleiderollen 16 op de beslagen 10 lager liggen dan de rollen 17 op het middendeel 6, loopt de geleidingsbaan aan 15 weerszijden van het middendeel 6 onder een kleine hoek naar beneden. Verder is de geleidingsbaan, net als de door het draagorgaan bepaalde rijbaan, dwars op de voortbewegingsrichting van het voertuig 4 gericht.
Het draagorgaan 5 wordt in het getoonde voorbeeld 20 gevormd door twee onderling evenwijdige, gekromde profieldelen 18, die aan hun einden verbonden zijn door twee brugstukken 19. Daarnaast zijn de profieldelen 18 in het midden verbonden door een brugstuk 20 (fig. 3), dat tegelijkertijd fungeert als steun voor twee inklapbare 25 staanders 21, waaraan telkens een frame 22 van een op het draagorgaan 5 geladen rijwiel 2 bevestigd kan worden. Elk profieldeel 18 is verschuifbaar - of beter gezegd verrijdbaar - over een van de twee series geleiderollen 16, 17. Daartoe vertoont het profieldeel 18 een door een flens 30 23 begrensde holle kamer 24, waarin de geleiderollen 16, 17 opgenomen worden. Zo is het draagorgaan 5 vanuit de transportstand beweegbaar naar een van twee aan weerszijden van het basisframe 3 gelegen laad- en/of losstanden. Doordat 8 de profieldelen 18 gekromd zijn, geldt dat ook voor de geleidingsbaan die bepaald wordt door de geleiderollen 16, 17 in samenwerking met de profieldelen 18.
Elk profieldeel 18 is verder voorzien van nog een 5 holle kamer 25 en van een aantal uitsparingen 26, 27, 55 (fig. 6), waarvan de functie hierna zal worden toegelicht. Daarnaast is het bovenvlak 28 van elk profieldeel hol uitgevoerd, en vormt dit een goot waarin een wiel 29 van een op het draagorgaan 5 geladen rijwiel 2 op stabiele wijze 10 opgenomen kan worden.
Zoals gezegd is de draaginrichting 1 voorzien van middelen 8 voor het in zijn verschillende standen fixeren van het draagorgaan 5. Deze fixatiemiddelen 8 zijn ingericht om het draagorgaan 5 ofwel in zijn laad- en/of losstand, 15 ofwel in zijn hooggelegen transportstand te fixeren. Met het oog op de fixatie in de laad- en/of losstand zijn de fixatiemiddelen 8 instelbaar, zodat het draagorgaan 5 op verschillende hoogten gefixeerd kan worden. Zo kan rekening gehouden worden met de aanwezigheid en de hoogte van 20 bijvoorbeeld een trottoir waarlangs het voertuig 4 geparkeerd staat.
In het getoonde voorbeeld omvatten de fixatiemiddelen 8 een bedienbaar grendelorgaan 30 dat aangebracht is op het middendeel 6 van het basisframe 3, 25 alsmede een serie in het draagorgaan 5 gevormde openingen 31, die met het grendelorgaan 30 samenwerken. Het grendelorgaan 30 wordt gevormd door een arm 32 die zwenkbaar om een as 33 is bevestigd in het middendeel 6 (fig. 4). Een uiteinde van de arm 32 draagt een grendelpen 34, terwijl het 30 tegenovergelegen uiteinde als pedaal 35 is uitgevoerd. De arm 32 is door een - hier niet getoonde - veer voorgespannen naar een vergrendelde stand, waarin de grendelpen 34 in een van de openingen 31 steekt. Door op het pedaal 35 te trappen 9 wordt de arm 32 tegen de voorspanning van de veer in naar de ontgrendelde stand gezwenkt, waarin de grendelpen 34 vrij ligt van de openingen 31. De openingen 31 zijn overigens gevormd in een grendelblok 36, dat aan het eind van het 5 profieldeel 18 in de uitsparing 26 geschoven en bevestigd is. Dit grendelblok 36 is voorzien van een zaagtandprofiel, waardoor het in combinatie met de voorspanveer van het grendelorgaan 30 tevens een ratelmechanisme vormt. Zo wordt voorkomen dat het draagorgaan 5 tijdens een verplaatsing van 10 de transportstand naar de laad- en/of losstand onbedoeld terugkeert.
Om het draagorgaan 5 in zijn transportstand te fixeren is ook het middelste brugstuk 20 tussen de profieldelen 18 voorzien van een - hier niet getoonde -15 opening voor het daarin opnemen van de grendelpen 34.
Teneinde het draagorgaan 5, wanneer dit is beladen met een of meer rijwielen 2, zonder al te veel moeite vanuit de laad- en/of losstand te kunnen terugbrengen naar de hooggelegen transportstand is de draaginrichting 1 in het 20 getoonde voorbeeld voorzien van middelen 37 voor het naar de transportstand voorspannen van het draagorgaan 5. Deze voorspanmiddelen 37 omvatten hier twee paren veren 38, 39, die opgenomen zijn in de cilindrische holle kamers 25 van de profieldelen 18 en die elk tussen het draagorgaan 5 en het 25 basisframe 3 zijn gespannen. Van elk verenpaar 38, 39 fungeert telkens een veer als trekveer, terwijl de andere ontspannen is. In het voorbeeld is het draagorgaan 5 getoond in zijn laad- en/of losstand aan de rechterzijde van het voertuig 4, waarbij de veren 38 in rust verkeren en de veren 30 39 uitgetrokken zijn. Elke veer 38, 39 is met een uiteinde 40, 41 bevestigd aan een van de uiteinden 42, 43 van het profieldeel 18, en met zijn tegenovergelegen uiteinde 44, 45 bevestigd aan een aangrijpingsorgaan 46, 47. Elk 10 aangrijpingsorgaan 46, 47 vertoont een torpedovormig lichaam met een kop 48, 49 en een aan het lichaam bevestigde vinvormige nok 50, 51. Elk van deze nokken 50, 51 steekt door een kanaal 56 dat de holle kamers 24, 25 in het 5 profieldeel 18 met elkaar verbindt. De nokken 50, 51 werken samen met twee aanslagen 52, die onderdeel vormen van de beslagen 10 op de einden van de armen 9 van het basisframe 3, en die dus symmetrisch geplaatst zijn ten opzichte van het middendeel 6. Deze aanslagen 52 steken net als de 10 geleiderollen 16, 17 uit in de holle kamers 24 van de beide profieldelen 18.
In het getoonde voorbeeld wordt de vinvormige nok 51 van het rechter aangrijpingsorgaan 47 tegengehouden door de aanslag 52 op de rechter arm 9 (fig. 5), waardoor de 15 daaraan bevestigde veer 39 uitgetrokken wordt wanneer het draagorgaan 5 naar zijn rechter laad- en/of losstand wordt bewogen. Wanneer daarentegen het draagorgaan 5 naar zijn laad- en/of losstand aan de linkerzijde van het voertuig 4 wordt bewogen, zal de nok 50 van het linker 20 aangrijpingsorgaan 46 in aangrijping komen met de aanslag 52 op de linker arm 9, en zal de veer 38 worden uitgetrokken, terwijl de veer 39 niet gespannen wordt.
Met het oog op het gebruiksgemak is de draaginrichting 1 hier ten slotte nog voorzien van middelen 25 53 voor het transporteren daarvan. Deze transportmiddelen 53 zijn in het getoonde voorbeeld verbonden met het draagorgaan 5, en omvatten een paar nabij een uiteinde van het draagorgaan 5 aangebrachte wielen 54. Deze transportwielen 54 zijn hier gelagerd in het brugstuk 19 dat de uiteinden 43 30 van de profieldelen 18 verbindt. Het brugstuk 19 dat de tegenovergelegen uiteinden 42 van de profieldelen 18 verbindt kan dan dienst doen als handgreep, waaraan de draaginrichting 1 voortgetrokken kan worden (fig. 2).
11
De werking van de draaginrichting 1 volgens de uitvinding is nu als volgt.
Nadat een gebruiker de draaginrichting 1 naar zijn voertuig 4 gebracht heeft (fig. 2), bevestigt hij of zij de 5 draaginrichting op de trekhaak van het voertuig 4. Daarbij bevindt het draagorgaan 5 zich ten opzichte van het basisframe 3 in de centrale stand die als transportstand geldt. In deze stand is het draagorgaan 5 gefixeerd door de grendelpen 34 die in de opening in het middelste brugstuk 20 10 steekt. Vervolgens wordt door het intrappen van het pedaal 35 de grendelpen 34 uit die opening getrokken, zodat het draagorgaan 5 ontgrendeld is en naar een van beide zijden langs de door de geleiderollen 16, 17 bepaalde geleidingsbaan schuin naar beneden bewogen kan worden naar 15 zijn laad- en/of losstand. Daarbij wordt een stel veren uitgetrokken. Zodra het betreffende uiteinde van het draagorgaan 5 de ondergrond G raakt of althans nadert, wordt het draagorgaan 5 gefixeerd door de grendelpen 34 in een van de openingen 31 in een grendelblok 36 te drukken. Dan wordt 20 een voorwiel 29 van een rijwiel 2 in de goot van een van de profieldelen 18 gereden en wordt het rijwiel 2 omhoog gedrukt tot dit met beide wielen 29 op het draagorgaan 5 staat (fig. 1) . Daar kan het rijwiel 2 ten opzichte van de draaginrichting 1 gefixeerd worden door het frame 22 aan een 25 van de staanders 21 te bevestigen. Ook kunnen de beide wielen 29 gefixeerd worden, bijvoorbeeld met behulp van -hier niet getoonde - banden of stroppen, die tussen de uitsparingen 27, 55 van elk profieldeel 18 gespannen kunnen worden. Vervolgens wordt het draagorgaan 5 wederom 30 ontgrendeld door het intrappen van het pedaal 35, waarna het draagorgaan 5 teruggeduwd kan worden naar zijn centrale, relatief hooggelegen transportstand. Deze beweging wordt ondersteund door de voorspanveren 38 of 39, en is dus 12 relatief licht. In de transportstand wordt dan het draagorgaan 5 weer gefixeerd doordat de grendelpen 34 in de opening van het middelste brugstuk 20 valt. Nu kan het voertuig 4 gaan rijden. Wanneer het voertuig 4 op de plaats 5 van bestemming is aangekomen kunnen de getransporteerde rijwielen 2 weer worden afgeladen door het draagorgaan 5 opnieuw te ontgrendelen en naar de laad- en/of losstand omlaag te bewegen.
Zo maakt de draaginrichting 1 volgens de 10 uitvinding het dus mogelijk om op eenvoudige wijze een last, in het bijzonder een rijwiel 2, met behulp van een voertuig 4 te transporteren. Het laden en lossen van de rijwielen 2 vergt slechts enkele eenvoudige handelingen, die weinig kracht vergen en snel uitgevoerd kunnen worden. De 15 draaginrichting 1 is eenvoudig van opbouw, compact en relatief licht. Dit laatste is van belang, omdat de maximale belasting die op een trekhaak uitgeoefend mag worden wettelijk is voorgeschreven, en afhankelijk van het type trekhaak ongeveer 50 of 75 kg bedraagt. Om een behoorlijk 20 draagvermogen voor het transport van de rijwielen over te houden moet dus de constructie van de draaginrichting 1 zelf zo licht mogelijk zijn.
Hoewel de uitvinding hiervoor is beschreven aan de hand van een voorbeeld, zal het duidelijk zijn dat deze 25 daartoe niet is beperkt, maar op velerlei wijze kan worden gevarieerd. Zo zouden het draagorgaan en het basisframe elk anders van vorm en opbouw kunnen zijn dan hier getoond. Ook de geleiding van het draagorgaan over het basisframe en de fixatie van het draagorgaan ten opzichte van het basisframe 30 zouden anders uitgevoerd kunnen worden. De omvang van de uitvinding wordt dan ook uitsluitend bepaald door de nu volgende conclusies.

Claims (24)

1. Aan een voertuig te bevestigen inrichting voor het dragen van een last, in het bijzonder een rijwiel, 5 omvattende een aan het voertuig te bevestigen basisframe en een met het basisframe verbonden draagorgaan dat beweegbaar is tussen een relatief hoog boven een ondergrond verheven transportstand en een relatief dichter bij de ondergrond gelegen laad- en/of losstand, met het kenmerk, dat in de 10 laad- en/of losstand slechts een deel van het draagorgaan lager gelegen is dan in de transportstand.
2. Draaginrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het draagorgaan in de laad- en/of losstand een 15 zich van nabij de ondergrond tot een relatief hoog gelegen middendeel van het basisframe uitstrekkende, hellende rijbaan bepaalt.
3. Draaginrichting volgens conclusie 1 of 2, met 20 het kenmerk, dat het basisframe een althans ten dele hellende geleidingsbaan bepaalt, waarlangs het draagorgaan beweegbaar is.
4. Draaginrichting volgens conclusie 2 of 3, met 25 het kenmerk, dat de rijbaan en/of de geleidingsbaan in hoofdzaak dwars op een voortbewegingsrichting van het voertuig gericht is/zijn.
5. Draaginrichting volgens één der voorgaande 30 conclusies, met het kenmerk, dat het draagorgaan vanuit de transportstand naar twee aan tegenovergelegen zijden van het basisframe gelegen laad- en/of losstanden beweegbaar is.
6. Draaginrichting volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de rijbaan en/of de geleidingsbaan gekromd is/zijn.
7. Draaginrichting volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het draagorgaan langs de geleidingsbaan verschuifbaar is.
8. Draaginrichting volgens conclusie 7, met het 10 kenmerk, dat de geleidingsbaan en/of het draagorgaan geleiderollen omvat(ten).
9. Draaginrichting volgens één der voorgaande conclusies, gekenmerkt door middelen voor het in de laad- 15 en/of losstand fixeren van het draagorgaan.
10. Draaginrichting volgens conclusie 9, met het kenmerk, dat de fixatiemiddelen instelbaar zijn.
11. Draaginrichting volgens conclusie 9 of 10, met het kenmerk, dat de fixatiemiddelen een op het basisframe of het draagorgaan aangebracht bedienbaar grendelorgaan en een serie in het draagorgaan of het basisframe gevormde, met het grendelorgaan samenwerkende openingen omvatten. 25
12. Draaginrichting volgens één der conclusies 9-11, met het kenmerk, dat de fixatiemiddelen een op het basisframe of het draagorgaan aangebracht ratelmechanisme omvatten. 30
13. Draaginrichting volgens één der voorgaande conclusies, gekenmerkt door middelen voor het in de transportstand fixeren van het draagorgaan.
14. Draaginrichting volgens één der voorgaande conclusies, gekenmerkt door middelen voor het naar de transportstand voorspannen van het draagorgaan.
15. Draaginrichting volgens conclusie 14, met het kenmerk, dat de voorspanmiddelen ten minste één tussen het draagorgaan en het basisframe aangebrachte veer omvatten.
16. Draaginrichting volgens conclusie 5 en 15, met 10 het kenmerk, dat de voorspanmiddelen twee tussen het draagorgaan en het basisframe aangebrachte veren omvatten, waarvan er telkens een als trekveer werkt.
17. Draaginrichting volgens conclusie 16, met het 15 kenmerk, dat de veren aan hun aangrenzende einden elk voorzien zijn van een aangrijpingsorgaan, dat samenwerkt met een aanslag op het basisframe of draagorgaan.
18. Draaginrichting volgens conclusie 17, 20 gekenmerkt door twee in hoofdzaak symmetrisch ten opzichte van een middellijn van de inrichting geplaatste aanslagen.
19. Draaginrichting volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het draagorgaan een profiel 25 omvat dat een aantal holle kamers vertoont.
20. Draaginrichting volgens conclusie 15 en 19, met het kenmerk, dat de ten minste ene veer is opgenomen in een van de holle kamers van het profiel van het draagorgaan. 30
21. Draaginrichting volgens conclusie 19 of 20, met het kenmerk, dat een van de holle kamers van het profiel van het draagorgaan samenwerkt met de geleidingsbaan van het basisframe .
22. Draaginrichting volgens één der conclusies 19- 5 21, met het kenmerk, dat het profiel van het draagorgaan aan de bovenzijde een goot bepaalt.
23. Draaginrichting volgens één der voorgaande conclusies, gekenmerkt door met het basisframe en/of het 10 draagorgaan verbonden middelen voor het transporteren van de inrichting.
24. Draaginrichting volgens conclusie 23, met het kenmerk, dat de transportmiddelen ten minste één nabij een 15 uiteinde van het draagorgaan aangebracht wiel omvatten.
NL1037592A 2009-12-28 2009-12-28 Aan een voertuig te bevestigen inrichting voor het dragen van een rijwiel. NL1037592C2 (nl)

Priority Applications (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1037592A NL1037592C2 (nl) 2009-12-28 2009-12-28 Aan een voertuig te bevestigen inrichting voor het dragen van een rijwiel.
EP10197206A EP2338740A1 (en) 2009-12-28 2010-12-28 Device for carrying a bicycle, to be attached to a vehicle

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1037592A NL1037592C2 (nl) 2009-12-28 2009-12-28 Aan een voertuig te bevestigen inrichting voor het dragen van een rijwiel.
NL1037592 2009-12-28

Publications (2)

Publication Number Publication Date
NL1037592A NL1037592A (nl) 2011-06-29
NL1037592C2 true NL1037592C2 (nl) 2012-04-17

Family

ID=43798319

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL1037592A NL1037592C2 (nl) 2009-12-28 2009-12-28 Aan een voertuig te bevestigen inrichting voor het dragen van een rijwiel.

Country Status (2)

Country Link
EP (1) EP2338740A1 (nl)
NL (1) NL1037592C2 (nl)

Families Citing this family (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE102012012889A1 (de) * 2012-06-28 2014-01-23 Axel Mölders Behälter für bisherige und neuartige Fahrradrampen
DE102015221826A1 (de) * 2015-11-06 2017-05-11 Bayerische Motoren Werke Aktiengesellschaft Kraftfahrzeug
NL1042479B1 (en) * 2017-07-25 2019-02-18 Mihai Iliuta Mr Motorcycle loading system comprising a load carrying chariot moving along a curved ramp which can be moved itself along a circular trajectory

Family Cites Families (9)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US4275981A (en) * 1979-01-29 1981-06-30 Lbf Properties, Inc. Vehicle mounted motorcycle carrier
DE19826077A1 (de) 1997-06-13 1998-12-17 Thule Ind Ab Lastenträger
DE60208102T2 (de) * 2001-03-30 2006-08-17 Publiekrechtelijk Overheidslichaam Felua Groep Fahrradträger
US20020154980A1 (en) * 2001-04-23 2002-10-24 Potts Gregory S. Pivoting ramp device for loading and transporting a motorcycle
NL1023396C2 (nl) 2003-05-12 2004-11-18 Andreas Paulus Maria Van Beers Lastdrager.
DE102004057649B4 (de) * 2004-11-29 2020-08-20 Volkswagen Ag Heckträgeranordnung für ein Kraftfahrzeug
US20060231581A1 (en) 2005-04-18 2006-10-19 Jones Scott R Lifting and carrying device for motorcycles and other objects
NL1031124C2 (nl) 2006-02-10 2007-08-14 Q Tec B V Hefinrichting voor een fietsendrager, en fietsendrager en voertuig met deze hefinrichting.
DE202008011504U1 (de) * 2008-08-29 2008-12-04 SAWIKO Fahrzeugzubehör GmbH Vorrichtung zum Verbringen eines Zweirades an einen Transportplatz

Also Published As

Publication number Publication date
EP2338740A1 (en) 2011-06-29
NL1037592A (nl) 2011-06-29

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US5253410A (en) Retractable underbody truck ramp and method of making
AU2005312057B2 (en) Tow trailer assembly
US5727920A (en) Vertical lift towing dolly including variable, attachable platforms
NL1037592C2 (nl) Aan een voertuig te bevestigen inrichting voor het dragen van een rijwiel.
US9458000B2 (en) Pallet truck adapter
US5199150A (en) Method of constructing a retractable underbody truck ramp
DK2230150T3 (en) Push luggage cart with baggage security
EP1476343B1 (fr) Engin de manutention de type diable
NL2003130C2 (nl) Rollatordrager.
NL2012742B1 (nl) Steekwagen met een verstelbare wielas, en een steekwagen voorzien van een kleminrichting.
CA2972367A1 (fr) Hydraulic deck
US5135200A (en) Snowmobile jack
BE1020467A5 (nl) Draaginrichting voor bevestiging op een trekhaak.
US20040179927A1 (en) Transfer device for reversibly moving an object in horizontal or inclined translation
US5476274A (en) Platform elevating vehicle suspension
NL1018947C2 (nl) Koppelinrichting voor het koppelen van een lastdrager aan een trekhaak van een voertuig.
NL1023396C2 (nl) Lastdrager.
EP2700389A1 (en) Towed vehicle for transporting a wheelchaired person
US8276965B2 (en) Space saving automobile loading ramp system
NL9100003A (nl) Voertuig, en werkwijze voor het laden/lossen daarvan.
US7048483B2 (en) Low riding ATV transporter for short bed pickups
US1949156A (en) Semitrailer
NL1037519C2 (nl) Fietsdrager met kantelbeveiliging.
NL1002174C2 (nl) Inrichting voor het transporteren van een lading goederen.
FR2482938A1 (fr) Chariot transporteur elevateur

Legal Events

Date Code Title Description
MM Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 20180101