NL1036890C2 - Meerrompsvaartuig. - Google Patents

Description

Korte aanduiding: Meerrompsvaartuig.

BESCHRIJVING

5 Gebied van de uitvinding

De onderhavige uitvinding is gericht op een meerrompsvaartuig omvattende een opbouw en ten minste twee drijvers welke onderling zijn verbonden door middel van ten minste één beam van de opbouw, waarbij de opbouw zodanig op het vaartuig is geplaatst dat het zwaartepunt van het vaartuig zich in gebruik 10 tussen de drijvers bevindt voor het verschaffen van een positieve aanvangsstabiliteit.

Achtergrond van de uitvinding

Meerrompsvaartuigen, zoals catamarans en trimarans, zijn in de 15 watersport populair vanwege de relatief grote aanvangsstabiliteit van dit vaartuigtype, Het meerrompsontwerp (twee of meer drijvers waartussen zich het zwaartepunt van het vaartuig bevindt) zorgt voor een grote stabiliteit. Voorts kan, als gevolg van de geringe wrijvingskracht, met een meerrompsvaartuig een grote snelheid gehaald worden.

20 Het verbeteren van de vaareigenschappen van meerromps vaartuigen is een voortdurend aandachtspunt van de watersportindustrie. Naast snelheid en stabiliteit is in het kleinere segment meerrompsvaartuigen ook de transporteerbaarheid van belang. Dergelijke meerrompsvaartuigen zijn thans veelal slechts met behulp van een trailer vervoerbaar over de weg.

25 De onderhavige uitvinding heeft tot doel een snel en stabiel ontwerp voor een meerrompsvaartuig te verschaffen, dat eenvoudig meeneembaar kan worden uitgevoerd.

Deze en andere doelen worden door de onderhavige uitvinding bereikt doordat deze voorziet in een meerrompsvaartuig omvattende een opbouw en 30 ten minste twee drijvers welke onderling zijn verbonden door middel van ten minste één beam van de opbouw, waarbij de opbouw zodanig op het vaartuig is geplaatst dat het zwaartepunt van het vaartuig zich in gebruik tussen de drijvers bevindt voor het verschaffen van een positieve aanvangsstabiliteit, met het kenmerk, dat de ten minste twee drijvers zijn voorzien van een vlakke onderzijde voor het in gebruik 1036890 2 minimaliseren van de waterverplaatsing van het vaartuig.

Aangezien de drijvers zijn voorzien van een vlakke onderzijde is de waterverplaatsing van het vaartuig in gebruik geminimaliseerd. Met het meerromps-vaartuig van de onderhavige uitvinding kunnen daarom zeer grote snelheden 5 worden behaald, terwijl de boot als gevolg van zijn ontwerp stabiel is en door een gebruiker goed in de hand te houden is. De drijvers worden overeenkomstig een voorkeurs-uitvoeringsvorm gevormd door vlakke borden, en in het bijzonder kunnen dit borden van het surfplanktype zijn. Surfborden zijn eenvoudig vervoerbaar met een personenauto, zonder dat daarvoor een trailer vereist is. Bovendien beschikken 10 dergelijke borden over de voor de uitvinding van belang zijnde vorm, een vlakke onderzijde, en zijn deze borden veelal licht uitgevoerd.

Het meerrompsvaartuig overeenkomstig de onderhavige uitvinding is bij voorkeur uitgevoerd met een zwaard. Niet alleen verschaft een zwaard extra stabiliteit aan het vaartuig, maar daarnaast kan met een geschikt gekozen 15 zwaardoppervlak de loefgierigheid van de boot aanzienlijk worden verkleind. Dit is met name voor het ontwerp overeenkomstig de uitvinding een voordeel. Als gevolg van de vlak uitgevoerde drijvers en de bijbehorende geringe diepgang van het vaartuig, zal de wind op een met zeil getuigd meerrompsvaartuig overeenkomstig de uitvinding voldoende vat hebben om het vaartuig, naast de gewenste voorwaartse 20 snelheid, ook een met de wind mee gerichte snelheid te geven: het vaartuig is loefgierig. Het gebruik van een zwaard zorgt voor een koppel tussen de waterdruk en het aangrijppunt van de wind op het zeil dat voldoende groot is om de loefgierigheid te doen afnemen, zodat de wind op het zeil efficiënt wordt omgezet in een voorwaartse snelheid.

25 Bij voorkeur is elk van de drijvers voorzien van een zwaard.

Daarnaast kunnen de drijvers tevens zijn voorzien van een of meer additionele vinnen voor het reduceren van de loefgierigheid van het vaartuig.

Overeenkomstig een verdere uitvoeringsvorm van het meerrompsvaartuig volgens de uitvinding is het vaartuig voorts voorzien van een roer, en 30 bedieningsmiddelen voor het bedienen van het roer, waarbij de bedieningsmiddelen zijn ingericht voor voetbediening van het roer door een gebruiker. De voetbediening is bij voorkeur voorzien van een voetpedaal bestaande uit twee voetsteunen welke aan weerszijden zijn gelegen van een stuuras. De stuuras vormt bij voorkeur rechtstreeks de rotatieas waaromheen het roer draaibaar is. Op deze wijze wordt 3 een compacte stuurinrichting verkregen voor het bedienen van het roer. Bovendien bestuurt de gebruiker het vaartuig met zijn voeten, in plaats van met zijn handen. De gebruiker heeft dus één hand vrij, hetgeen het gebruiksgemak vergroot.

Overeenkomstig een verdere uitvoeringsvorm hiervan zijn de 5 drijvers onderling verbonden met behulp van ten minste een eerste en een tweede beam, waarbij de opbouw een zitting omvat voor het dragen van een gebruiker, welke zitting is geplaatst op de eerste beam en waarbij de bedieningsmiddelen zich bevinden in de nabijheid van een tweede beam, welke is gelegen aan de voorzijde van de zitting voor het voor een gebruiker bedienbaar maken van het roer vanaf de 10 zitting. Aan de voorzijde van de gebruiker zal zich voorts de mast en het zeil bevinden zodat de stand van het zeil voor de gebruiker bedienbaar is.

Het meerrompsvaartuig overeenkomstig de onderhavige uitvinding heeft overeenkomstig een voorkeursuitvoeringsvorm een opbouw welke gevormd wordt door een demontabele constructie. Deze opbouw kan bijvoorbeeld bestaan uit 15 een demontabele buizenconstructie van onderling verbindbare buizen, mogelijk voorzien van snelverbindingen zodat de boot eenvoudig op te bouwen en te demonteren is. De buizenconstructie tezamen met surfplanktype drijvers verschaft als geheel een bootontwerp waarvan de onderdelen in gedemonteerde toestand zo weinig ruimte innemen dat deze in een personenauto zijn mee te nemen. Voorts is 20 de gehele constructie van gering gewicht en daardoor door één persoon over enige afstand te dragen, bijvoorbeeld over het strand naar de waterlijn.

De drijvers kunnen zijn vervaardigd uit elk geschikt en in de industrie bekend materiaal, zoals bijvoorbeeld aluminium, vezelmateriaal zoals kunststofvezel, glasvezel of koolstofvezel, epoxyhars rondom een holle ruimte en 25 polymeerschuim, zoals polystyreen, polyurethaanschuim of polyethyleenschuim.

De uitvinding zal hieronder worden beschreven aan de hand van enkele, niet als beperkend te beschouwen, uitvoeringsvormen daarvan, onder verwijzing naar de bijgevoegde tekeningen.

30 Korte omschrijving van de tekeningen

Figuur 1 toont een meerrompsvaartuig overeenkomstig de onderhavige uitvinding; figuur 2 toont een achteraanzicht van het meerrompsvaartuig van figuur 1; 4 figuur 3 toont een achteraanzicht van een alternatieve uitvoeringsvorm van het meerrompsvaartuig van figuur 1.

In figuur 1 wordt een meerrompsvaartuig 1 van het catamarantype overeenkomstig de onderhavige uitvinding getoond. De catamaran 1 wordt gevormd 5 door een tweetal drijvers 4 en 5, en een opbouw (in het algemeen aangeduid met verwijzingscijfer 6). De opbouw 6 omvat een achterbeam 9 en een voorbeam 10, welke de drijvers 4 en 5 onderling met elkaar verbinden. Aan het voorbeam 10, verstevigd met een buizenconstructie (zoals met behulp van buis 28), is een klein dek 11 bevestigd waarop zich een mastvoet 12 bevindt waarop de mast 13 met het 10 zeil 14 bevestigd wordt.

Een dragerconstructie 16 bevestigd aan het achterbeam 9 maakt het mogelijk om tussen de drager 16 en het dek een zitting 17 te creëren, bijvoorbeeld met behulp van een doek. Catamaran 1 in figuur 1 is geschikt voor gebruik door één persoon. De vakman zal echter begrijpen dat door de drijvers 4 en 15 5 te verlengen, en desgewenst extra beamen toe te voegen, meerdere zetels gecreëerd kunnen worden zodat de catamaran geschikt kan worden gemaakt voor gebruik door meer dan één persoon. In de voorkeursuitvoeringsvorm zoals getoond in figuur 1 is de constructie echter geschikt voor één persoon.

Aan het dek 11 is een stuuras 22 bevestigd, waaraan roer 18 van de 20 catamaran 1 is opgehangen. Rotatie van de stuuras 22 roteert het roer 18 om de as, voor het sturen van de catamaran 1. De rotatieas 22 kan bediend worden met behulp van voetpedaal 19 waarop zich twee voetsteunen 20 en 21 bevinden. De gebruiker neemt bij gebruik plaats in zitting 17, en legt zijn benen aan weerszijden van de mastvoet 12 voor het plaatsen van de voeten in voetsteunen 20 en 21. 25 Tijdens het zeilen bedient de gebruiker het grootzeil 14 met zijn handen, terwijl hij met zijn voeten de catamaran kan sturen. De gebruiker heeft in deze uitvoeringsvorm te allen tijde één hand vrij. Deze hand kan hij inzetten bij het bedienen van het grootzeil, bijvoorbeeld voor het doorzetten van het grootzeil bij een gecontroleerde gijp, of het verrichten van andere werkzaamheden.

30 Het voorbeam 10 en achterbeam 9 zijn bevestigd op twee rails 25 en 26 welke zich bevinden op de drijvers 4 en 5. De exacte plaats waar de beamen op de drijvers aangrijpen is op de rails instelbaar. Het meerrompsvaartuig overeenkomstig de onderhavige uitvinding en getoond in figuur 1 kan daarmee worden aangepast aan de lichaamslengte van de gebruiker. Overeenkomstig de 5 uitvinding hebben de drijvers 4 en 5 een hoofdzakelijk vlakke vorm, in het bijzonder een vlakke onderzijde. De vlakke onderzijde van de drijver, in combinatie met het oppervlak ervan, zorgt voor voldoende drijfvermogen, en een zeer geringe diepgang van het meerrompsvaartuig 1. Als gevolg van de geringe diepgang is de 5 waterverplaatsing van het vaartuig overeenkomstig de uitvinding zeer gering, zodat met het vaartuig grote snelheden gehaald kunnen worden. Het meerrompsontwerp zorgt voor een grote aanvangsstabiliteit, waardoor het vaartuig in gebruik door de gebruiker goed in de hand te houden is en deze niet voortdurend omslaat. Uiteraard is de grootte en vorm van het zeil 14 en de afstand tussen de drijvers 4 en 5 mede 10 van invloed op de stabiliteit van het vaartuig.

De catamaran 1 in figuur 1 bestaat uit twee surfplanktype drijvers 4 en 5 en een opbouw 6, waarbij de opbouw volledig demontabel. De opbouw 6 bestaat hoofdzakelijk uit een demontabele buizenconstructie (zoals buis 28) met snelverbindingen, het voorbeam 10 en achterbeam 9, het dek 11 en de zitting 17 en 15 de mastvoet 12. Het zeil kan om de mast worden gerold en de overige onderdelen passen in de laadruimte van een personenauto. De drijvers kunnen op het dak van de personenauto met behulp van een drager vervoerd worden. Voor het vervoeren van het vaartuig over de weg is dus geen trailer vereist. Het ontwerp heeft een gering gewicht, zodat het vaartuig 1 draagbaar is en door één persoon over enige 20 afstand verplaatsbaar is. Zo kan het vaartuig 1 bijvoorbeeld enkele tientallen meters over het strand verplaatst worden naar de waterlijn.

Figuur 2 toont het achteraanzicht van vaartuig 1 overeenkomstig figuur 1. In figuur 2 is de achterzijde van de dragerconstructie 16 voorde zitting 17 te zien, alsmede het roer 18 van het vaartuig. Tevens is het achterbeam 9 zichtbaar, 25 de mast 13 waarop zich zeil 14 bevindt, en de drijvers 4 en 5.

De drijvers 4 en 5 zijn aan de onderzijden, respectievelijk 30 en 31, daarvan vlak. De drijvers 4 en 5 zijn, zoals tevens te zien in figuur 1, surfplanktype drijvers welke de vorm en het gewicht hebben van een surfplank. De drijvers 4 en 5 kunnen bijvoorbeeld zijn vervaardigd uit aluminium, maar kunnen tevens zijn 30 vervaardigd uit een kunststof polymeerschuim, zoals polystyreenschuim. Voorts kunnen de drijvers zijn vervaardigd uit een harde mantel, zoals aluminium, een epoxyharslaag of glasfiberbord. De drijvers kunnen van binnen hol zijn, of zijn gevuld met een geschikt licht materiaal zoals polystyreenschuim. Laatstgenoemde constructie verschaft stevige drijvers die bij een eventuele aanvaring minder snel of 6 minder ernstig zullen beschadigen.

In een alternatieve uitvoeringsvorm, getoond in figuur 3, is te zien dat de drijvers 4 en 5 tevens kunnen zijn voorzien van zwaarden 34 en 35. Dit kunnen vaste zwaarden zijn, maar zij kunnen tevens in hoogte verstelbaar zijn naar 5 keuze van de gebruiker. Het gebruik van zwaarden 34 en 35 verbetert de zeileigenschappen van het vaartuig doordat dit minder loefgierig wordt. De krachten op het zeil kunnen zodoende effectiever worden omgezet in een voorwaartse snelheid van de boot.

De hierboven beschreven specifieke uitvoeringsvormen van het 10 vaartuig overeenkomstig de uitvinding zijn slechts bedoeld ter illustratie van het concept van de uitvinding. De beschreven uitvoeringsvormen dienen daarom niet als beperkend voor de uitvinding te worden geïnterpreteerd. De omvang van de uitvinding wordt gedefinieerd in de navolgende conclusies.

15 1 0 368 90

Claims (13)

1. Meerrompsvaartuig omvattende een opbouw en ten minste twee drijvers welke onderling zijn verbonden door middel van ten minste één beam van de 5 opbouw, waarbij de opbouw zodanig op het vaartuig is geplaatst dat het zwaartepunt van het vaartuig zich in gebruik tussen de drijvers bevindt voor het verschaffen van een positieve aanvangsstabiliteit, met het kenmerk, dat de ten minste twee drijvers zijn voorzien van een vlakke onderzijde voor het in gebruik minimaliseren van de waterverplaatsing van het vaartuig.

2. Meerrompsvaartuig volgens conclusie 1, waarin de drijvers worden gevormd door vlakke borden.

3. Meerrompsvaartuig volgens conclusie 2, waarin de drijvers worden gevormd doorsurfplanktype borden.

4. Meerrompsvaartuig volgens één der voorgaande conclusies, 15 waarbij het vaartuig voorts is voorzien van een roer, en bedieningsmiddelen voor het bedienen van het roer, waarbij de bedieningsmiddelen zijn ingericht voor voetbediening van het roer door een gebruiker.

5. Meerrompsvaartuig volgens conclusie 4, waarbij de voetbediening is een voetpedaal omvat voorzien van twee voetsteunen gelegen aan weerszijden 20 van een stuuras.

6. Meerrompsvaartuig volgens conclusie 4 of 5, waarbij de drijvers onderling zijn verbonden door middel van ten minste twee beamen, en waarbij de opbouw een zitting omvat voor het dragen van een gebruiker, welke zitting is geplaatst op een eerste beam, waarbij de bedieningsmiddelen zich bevinden op een 25 tweede beam welke is gelegen aan een voorzijde van de zitting voor het voor een gebruiker bedienbaar maken van het roer vanaf de zitting.

7. Meerrompsvaartuig volgens één der voorgaande conclusies, waarbij het vaartuig is voorzien van ten minste één zwaard.

8. Meerrompsvaartuig volgens conclusie 7, waarbij elk van de drijvers 30 is voorzien van een zwaard.

9. Meerrompsvaartuig volgens één der voorgaande conclusies, waarbij de drijvers zijn voorzien van één of meer vinnen voor het reduceren van de loefgierigheid van het vaartuig.

10. Meerrompsvaartuig volgens één der voorgaande conclusies, 1036890 waarbij de drijvers zijn vervaardigd uit een materiaal gekozen uit een groep omvattende aluminium, vezelmatriaal, zoals kunststofvezel, glasvezel of koolstofvezel, en polymeerschuim, zoals polystyreenschuim, poly-urethaanschuim, of polyethyleenschuim.

11. Meerrompsvaartuig volgens één der voorgaande conclusies, waarbij de drijvers zijn voorzien van een buitenmantel met een gelaagde constructie.

12. Meerrompsvaartuig volgens één der voorgaande conclusies, waarbij de opbouw wordt gevormd door een demontabele constructie.

13. Meerrompsvaartuig volgens conclusie 12, waarbij de opbouw is vervaardigd uit een demontabele buizenconstructie. 15 1036880