NL2001178C2 - Opvouwbaar multi-romp roeiboot. - Google Patents

Description

Nr. NLP182443A

Opvouwbaar multi-romp roeiboot

ACHTERGROND VAN DE UITVINDING

De uitvinding heeft betrekking op een eenvoudig opvouwbare en opblaasbare en daardoor gemakkelijk 5 vervoerbare, bijvoorbeeld in de kofferruimte van een auto, vaartuig met een roei-inrichting, omvattende twee of meer langgerekte rompen, waarbij althans één van de rompen één of meerdere opblaasbare drijfcompartimenten omvat.

Opblaasbare catamarans, dat wil zeggen catamarans 10 met opblaasbare rompen, zijn bekend uit bijvoorbeeld SU1675155, US4782777, GB2171652, AU3905385, US4284024 en US4936242. Echter, deze zijn niet geschikt voor roeien maar voor zeilen of windsurfen.

Er bestaan opblaasbare kano's waarop een 15 roeiconstructie kan worden aangebracht. Hierbij maakt de roeier een heen en weergaande beweging op een bankje zoals beschreven in CA2201763, US4649852, en EP0158525. Door de daaraan gerelateerde gewichtsverplaatsing wordt de neus en de boeg van de boot bij iedere haal op en neer gedrukt 20 hetgeen een nadelige invloed op de vaarsnelheid en de stabiliteit van het vaartuig. Juist in het geval van een kano of welk vaartuig dan ook met een (geringe) lengte van bijvoorbeeld minder dan 4 meter is deze op en neerwaartse beweging aanzienlijk en zijn de vaareigenschappen met een op 25 een bankje heen en weer gaande roeibeweging onvoldoende.

2

Bovendien zijn de opblaasbare kano's te breed voor een snelle voortgang die voor de meer ervaren roeier interessant is. De snelheid van roeiboten is mede afhankelijk van de breedte van de romp. Smallere rompen zijn snel maar tevens 5 wankel. Dat maakt een smalle boot voor een grote groep potentiële roeigebruikers ongeschikt omdat ze de oefening en vaardigheid ontberen.

Met een multi-romp vaartuig zoals een catamaran is een stabiele boot te realiseren die niettemin smalle rompen 10 en dus snel is. Octrooischriften FR2587966 en FR2827257 beschrijven een roei-catamaran waarop de bevaarder heen en weer beweegt door middel van een verrijdbaar bankje. De catamaran heeft in potentie een snellere gang dan de genoemde kano's maar ook hier beweegt de roeier zich op en 15 neer hetgeen de boot op en neerwaarts doet bewegen hetgeen ongunstig is voor de snelheid van de boot.

SAMENVATTING VAN DE UITVINDING

20 Om één of meer de hiervoor genoemde nadelen althans ten dele op te heffen, verschaft de uitvinding een vaartuig met een roei-inrichting, omvattende twee of meer langgerekte rompen, waarbij althans een eerste romp van de rompen één of meerdere opblaasbare drijfcompartimenten 25 omvat, met het kenmerk, dat althans de eerste romp een eerste frame omvat dat zich in de lengteas van de eerste romp uitstrekt en in delen opvouwbaar is, in het bijzonder in- en uitschuifbaar of in-en uitklapbaar, en 30 het vaartuig verder één of meerdere verbindingelementen omvat die de rompen in een min of meer parallelle, naast elkaar geplaatste positie ten opzichte van elkaar verbinden, waarbij de roei-inrichting geplaatst is op de één of meerdere verbindingselementen.

35 Mede door het frame dat zich in lengterichting van de romp uitstrekt is kan een smalle, en dus snelle, opblaasbare romp verkregen worden die voldoende stijfheid 3 bezit.

In een uitvoeringsvorm zijn de één of meerdere verbindingselementen opvouwbaar dan wel uitschuifbaar. Doordat zowel de verbindingselementen als het eerste en/of 5 tweede frame opvouwbaar is, kunnen de afmetingen van het opgevouwen of ingeklapte vaartuig verder verkleind worden.

In een uitvoeringsvorm omvat de roei-inrichting twee uitschuifbare, dan wel opvouwbare uitleggers, ook wel aangeduid met de engelse term 'riggers'.

10 In een uitvoeringsvorm omvat de roei-inrichting een in vaarrichting heen en weer verplaatsbare uitleggerconstructie. Een dergelijke verplaatsbare uitleggerconstructie omvat gewoonlijk met de uitlegger mee beweegbare voetsteunen. Met gebruikmaking van een heen en 15 weer verplaatsende rigger- of uitleggerconstructie kan ook op een kortere boot het op en neer bewegen sterk worden verminderd waardoor er een goede snelheid kan worden gerealiseerd. De op en neer bewegende riggers zijn doorgaands bevestigd aan een verschuifbaar voetenboord 20 waardoor met de voetbeweging de roeier de riggers in de lengteas van de boot kan bewegen. Inmiddels zijn er diverse varianten van deze beweegbare rigger (US4889509; FI874563; DE1288939; GB607158; DE3016857 GB2044706; GB804510; gb2099773) gepatenteerd. Ten aanzien van de gemakkelijk 25 vervoerbare recreatieve boten zijn de rolriggers inmiddels ook voorgesteld op surfplanken (US: 4976423; DE3828212).

Deze hebben echter als bezwaar dat er een surfplank nodig is die niet altijd meer beschikbaar is, dat de aansluiting van de roeiconstructie met de surfplank afhangt van het type 30 surfplank en moeilijk generiek te maken valt en dat de surfplanken te breed zijn om voldoende snelheid te maken zonder extreme inspanning. Inmiddels is de genoemde rolrigger ook voor een catamaran (W00212059) opgesteld. De snelheid en stabiliteit van de constructie zijn gunstig. De 35 betreffende toepassing betreft een rolrigger op een catamaran met harde (niet- opblaasbare) dragers van een lengte van 4 meter welke op het dak van een auto vervoerd 4 moeten worden. Dat vormt een belemmering voor een grote groep roeigebruikers die wel willen roeien maar daarvoor niet een object op hun auto wensen te hebben. Bovendien is de daar geoctrooieerde boot en de betreffende 5 riggerconstructie WO0212059 als ook alle andere eerder genoemde rol-riggerconstructies niet opvouwbaar of op eenvoudige wijze opvouwbaar te maken.

In een uitvoeringsvorm omvat het vaartuig twee in en uitschuifbare roeiriemen. Er zijn diverse roeiriemen 10 gepatenteerd (AU2003205746; RU2057685) maar geen van de roeiriemen is in en uitschuifbaar zodat deze gemakkelijk in een tas met een lengte van maximaal 1.10 meter opgeborgen kunnen worden.

Een uitvoeringsvorm van het vaartuig omvat een 15 tweede romp met één of meerdere opblaasbare drijfcompartimenten, waarbij de tweede romp een tweede frame omvat dat zich in de lengteas van de tweede romp uitstrekt en in delen opvouwbaar is, in het bijzonder in- en uitschuifbaar of in- en uitklapbaar, en waarbij het vaartuig 20 verder één of meerdere verbindingelementen omvat die de eerste en tweede romp in een min of meer parallelle, naast elkaar geplaatste positie ten opzichte van elkaar verbinden. Bij voorkeur omvat het vaartuig twee gelijke of gelijkwaardige rompen, zoals een catamaran, waardoor een 25 beter vaargedrag verkregen kan worden.

In een uitvoeringsvorm strekt het eerste en/of het tweede frame in uitgeschoven of uitgeklapte positie zich uit van althans nabij de boeg tot althans nabij het hek van de eerste romp. Hierdoor kan de stabiliteit van de romp in 30 vaarrichting verbeterd worden.

In een uitvoeringsvorm zijn de opblaasbare drijfcompartimenten onder het eerste en/of tweede frame geplaatst, waarbij elk frame althans twee liggers of buizen omvat die parallel aan elkaar lopen en op afstand van elkaar 35 geplaatst zijn, zodanig dat de liggers bij voorkeur althans nabij tegenover elkaar gelegen zijden van de romp geplaatst zijn. Hierdoor kan de stijfheid van de romp, althans in 5 vaarrichting, verder verbeterd worden.

In een uitvoeringsvorm is de ontluchte eerste romp met ingeschoven en/of opgevouwen eerste frame en verbindingelementen ingericht om het vaartuig met enkele 5 eenvoudige vouw- en schuifbewegingen en het beluchten van de drijfcompartimenten voor het vaargebruiksdoel gereed te maken.

In een uitvoeringsvorm is het vaartuig ingericht zodat de buitenafmetingen van het vaartuig in ingeschoven 10 en/of opgevouwen en ontluchte toestand zodanig zijn dat deze in een personenauto geplaatst kan worden, in het bijzonder in de laadruimte daarvan.

In een uitvoeringsvorm zijn het eerste frame en/of de verbindingelementen van een rigide materiaal vervaardigd, 15 en waarbij althans de eerste romp, althans de drijfcompartimenten daarvan, in hoofdzaak van een flexibel materiaal vervaardigd is.

In een uitvoeringsvorm zijn het eerste frame en/of de verbindingelementen van een lichtgewicht materiaal 20 vervaardigd. In een uitvoeringsvorm omvat het lichtgewicht materiaal een vezelversterkte kunststof. In een uitvoeringsvorm omvat het lichtgewicht materiaal een lichtgewicht metaal, bij voorkeur aluminium.

De in deze beschrijving en conclusies van de 25 aanvrage beschreven en/of de in de tekeningen van deze aanvrage getoonde aspecten en maatregelen kunnen waar mogelijk ook afzonderlijk van elkaar worden toegepast. Die afzonderlijke aspecten kunnen onderwerp zijn van daarop gerichte afgesplitste octrooiaanvragen. Dit geldt in het 30 bijzonder voor de maatregelen en aspecten welke op zich zijn beschreven in de volgconclusies.

KORTE BESCHRIJVING VAN DE TEKENINGEN 35

De uitvinding zal worden toegelicht aan de hand van een aantal in de bijgevoegde tekeningen weergegeven 6 voorbeelduitvoeringen. Getoond wordt in:

Figuur 1 een bovenaanzicht van een roeicatamaran volgens een voorbeelduitvoering van de uitvinding;

Figuur 2 een zijaanzicht van de roeicatamaran; 5 Figuur 3 een vooraanzicht van de roeicatamaran; en

Figuur 4 een aantal stappen van een werkwijze voor het opvouwen van de roeicatamaran.

10 GEDETAILLEERDE BESCHRIJVING VAN DE TEKENINGEN

Figuur 1 toont het bovenaanzicht van de roeicatamaran. De roeicatamaran bestaat uit twee of meer frames of dragers 1 die in de lengteas van de catamaran in-15 en uitschuifbaar of in- en uitklapbaar zijn en die elk een romp 2 met één of meerdere opblaasbare drijfcompartimenten omvatten. De dragers bestaan in het getoonde voorbeeld ieder uit twee ligger of buizen die parallel aan elkaar lopen op een afstand van ongeveer 10 centimeter.

20 De dragers zijn verbonden met elkaar met één of meerdere scharnierbare, opvouwbare dan wel uitschuifbare verbindingelementen 3 die zich in hoofdzaak dwars op de dragers uitstrekken en die de rompen 2, in het bijzonder de dragers 1 daarvan, in een min of meer parallelle, naast 25 elkaar gelegen positie verbinden.

Op een of meerdere van de verbindingselementen 3 zijn een of meerdere verticaal balken geplaatst 11 waarop een zitting 4 voor de roeier is gemonteerd (zie figuur 3).

In het midden van de verbindingselementen 3 is een 30 zich in de vaarrichting en parallel aan de dragers uistrekkende balk 5 bevestigd. Op deze balk 5 is een tweede balk 6 met U-vormige wieltjes 13 bevestigd zodat deze in de lengterichting van de catamaran heen en weer kan worden bewogen. De U-vorm van de wieltjes zorgt dat de tweede balk 35 6 alleen in de vaarrichting beweegbaar is.

Op de tweede balk 6 zijn opvouwbare dan wel afneembare uitleggers of riggers 7 gemonteerd en twee 7 voetsteunen met bevestigingspunten 8 waar de roeier zijn voeten in kan vastzetten zodat hij de tweede balk en de riggers tijdens de haal in de lengterichting van de catamaran heen en weer kan bewegen.

5 De roeicatamaran heeft roeiriemen 10 die met een daarvoor gebruikelijke dolverbinding 9 op de rigger zijn gemonteerd.

Figuur 2 toont een zijaanzicht van de roeicatamaran. De opblaasbare drijfcompartimenten 2 zitten 10 onder de dragers bevestigd. De ruimte tussen de buizen van de drager zorgt dat de opblaasbare drijvers tijdens gebruik door de opwaartse druk worden vastgeklemd tussen de buizen zodat ze niet zijwaarts wegschieten tijdens het gebruik.

Figuur 3 toont het vooraanzicht van de 15 roeicatamaran. In het voorbeeld zijn de verbindingselement 3 ongeveer in het midden opvouwbaar, in en uitschuifbaar danwel scharnierbaar. Aan de uiteinden zijn de verbindingselementen ter hoogte van de dragers gekromd 12 waardoor de afstand van de zitting van de gebruiker ten 20 opzichte van het wateroppervlak groter is dan met een niet-gekromde balk.

Figuur 4 toont een aantal stappen van een werkwijze om de roeicataraman na gebruik met enkele eenvoudige vouw- en schuifbewegingen en het ontluchten van 25 de drijfcompartimenten gereed te maken voor transport en in een daarvoor bestemde draagtas kan worden opgeborgen.

Figuur 4a is gelijk aan figuur 1 nadat de riemen 10 zijn verwijderd uit de dol 9.

In Figuur 4b zijn de opblaasbare drijf-30 compartimenten 2 losgemaakt van de dragers 1 zodat deze ten behoeve van het transport kunnen worden ontlucht.

Figuur 4c toont de roeicatamaran met ingeklapte riggers.

Figuur 4d toont hoe de dragers die bestaan uit in 35 elkaar passende buizen ingeschoven worden waardoor de lengte van de catamaran wordt verminderd.

Figuur 4e toont de roeicatamaran nadat de op en 8 neer beweegbare balk 6 in die positie is gerold waardoor de totale lengte van de roeicatamaran het minst is.

Figuur 4f geeft in een vooraanzicht hoe de roeicatamaran met de opvouwbare verbindingselementen 3 5 opgevouwen wordt.

Figuur 4g toont hoe de roeiriemen 10 in driedelen opgevouwen of in elkaar worden geschoven.

Figuur 4h toont hoe alle onderdelen in een tas 13 worden opgeborgen waarbij de buitenomvang zodanig is dat 10 deze kleiner is dan de grootte van de kofferbak van een personenauto.

De bovenstaande beschrijving is opgenomen om de werking van voorkeursuitvoeringen van de uitvinding te illustreren, en niet om de reikwijdte van de uitvinding te 15 beperken. Uitgaande van de bovenstaande uiteenzetting zullen voor een vakman vele variaties evident zijn die vallen onder de geest en de reikwijdte van de onderhavige uitvinding.

Kort samengevat heeft de uitvinding betrekking op een eenvoudig opvouwbaar en opblaasbaar en daardoor 20 gemakkelijk vervoerbaar, bijvoorbeeld in de kofferruimte van een auto, multi-romp roeiboot, in het bijzonder een catamaran met goede roei-eigenschappen waarmee recreatieve en meer ervaren roeiers recreatief kunnen roeien op alle typen wateren. De opvouwbare en opblaasbare roeicatamaran 25 bestaat uit twee (of meer) in de lengteas van de catamaran in- en uitschuifbare danwel in- en uitklapbare dragers die elk één of meerdere opblaasbare drijfcompartimenten bevatten. De drager zijn onderling verbonden met een of meerdere opvouwbare dan wel uitschuifbare verbinding-30 elementen. Op de verbindingselementen is een zitbankje bevestigd en kan een verbindingselement worden heen en weer bewogen met daarop twee uitschuifbare dan wel opvouwbare uitleggers.

Claims (12)

1. Vaartuig met een roei-inrichting omvattende twee of meer langgerekte rompen, waarbij althans een eerste en een tweede romp van de rompen (2) elk één of meerdere opblaasbare drijfcompartimenten omvatten, met het kenmerk, 5 dat althans de eerste romp een eerste frame (1) omvat dat zich in de lengteas van de eerste romp uitstrekt en in de lengteas in delen in- en uitschuifbaar is, althans de tweede romp een tweede frame omvat dat 10 zich in de lengteas van de tweede romp uitstrekt en in de lengteas in delen in- en uitschuifbaar is, het eerste en het tweede frame in uitgeschoven of uitgeklapte positie zich uitstrekken van althans nabij de boeg tot althans nabij het hek van de eerste romp, 15 de opblaasbare drijfcompartimenten onder het eerste en/of tweede frame geplaatst zijn, waarbij elk frame althans twee liggers omvat die parallel aan elkaar lopen en op afstand van elkaar geplaatst zijn, zodanig dat de liggers althans nabij tegenover elkaar gelegen zijden van 20 de romp geplaatst zijn, en het vaartuig verder één of meerdere verbindingelementen (3) omvat die de eerste en tweede romp in een min of meer parallelle, naast elkaar geplaatste positie ten opzichte van elkaar verbinden, waarbij de roei-25 inrichting geplaatst is op de één of meerdere verbindingselementen.

2. Vaartuig volgens conclusie 1, met het kenmerk dat het eerste en/of het tweede frame bestaat uit in elkaar passende buizen die in- en uitschuifbaar zijn.

3. Vaartuig volgens conclusie 2, met het kenmerk dat de één of meerdere verbindingselementen opvouwbaar dan wel uitschuifbaar zijn.

4. Vaartuig volgens een der conclusies 1-3, met het kenmerk dat de roei-inrichting twee uitschuifbare, dan 2001 1 78 wel opvouwbare uitleggers (7) omvat.

5. Vaartuig volgens een der conclusies 1-4 met het kenmerk dat de roei-inrichting een in vaarrichting heen en weer verplaatsbare uitleggerconstructie omvat.

6. Vaartuig volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk dat deze twee in- en uitschuifbare roeiriemen (10) omvat.

7. Vaartuig volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk dat de ontluchte eerste en/of 10 tweede romp met ingeschoven eerste en/of tweede frame, en verbindingelementen is ingericht om het vaartuig met enkele eenvoudige vouw- en schuifbewegingen en het beluchten van de drijfcompartimenten voor het vaargebruiksdoel gereed te maken.

8. Vaartuig volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk dat de buitenafmetingen van het vaartuig in ingeschoven en/of opgevouwen en ontluchte toestand zodanig zijn dat deze in een personenauto geplaatst kan worden, in het bijzonder in de laadruimte 2. daarvan.

9. Vaartuig volgens één der voorgaande conclusies, waarbij het eerste frame, het tweede frame en/of de verbindingelementen van een rigide materiaal vervaardigd zijn, en waarbij althans de eerste romp, 25 althans de drijfcompartimenten daarvan, in hoofdzaak van een flexibel materiaal vervaardigd is.

10. Vaartuig volgens conclusie 9, waarbij het eerste frame, het tweede frame en/of de verbindingelementen van een lichtgewicht materiaal vervaardigd zijn.

11. Vaartuig volgens conclusie 10, waarbij het lichtgewicht materiaal een vezelversterkte kunststof omvat.

12. Vaartuig volgens conclusie 10, waarbij het lichtgewicht materiaal een lichtgewicht metaal omvat, bij voorkeur aluminium. -o-o-o-o-o-o-o-o- 2001 1 78