NL1035945C

NL1035945C - Verbeterde constructie om een wiel over een obstakel te doen rijden.

Info

Publication number: NL1035945C
Application number: NL1035945A
Authority: NL
Inventors: Pier Claes Manger Cats
Original assignee: Idetra Bv
Priority date: 2008-09-16
Filing date: 2008-09-16
Publication date: 2010-03-17

Description

Verbeterde constructie om een wiel over een obstakel te doen rijden.

De uitvinding heeft betrekking op een constructie om het verplaatsen van verrijdbare objecten die zijn voorzien van vaste wielen of zwenkwielen te vergemakkelijken, waarbij het vooral 5 gaat om het nemen van een obstakel zoals een drempel, een rand of meer in het algemeen een plotselinge verhoging van de ondergrond in de rijrichting.

Probleemstelling

Wanneer de wielen van een verrijdbaar object of een transportmiddel, dat wordt 10 voortbewogen in aanraking komen met een obstakel zoals een drempel, een rand of meer in het algemeen een plotselinge verhoging van de ondergrond dwars op de rijrichting, wordt de voorwaartse beweging door dat obstakel belemmerd. Het effect daarvan is afhankelijk van de hoogte van het obstakel in verhouding tot de doorsnede van de wielen en van de hoogte en de plaats van het zwaartepunt van het het object en de voorwaartse kracht.

15 Reeds bij een vrij geringe obstakelhoogte in relatie tot de doorsnede van de wielen wordt de voorwaartse beweging gestopt en resulteert een toename van de voorwaartse kracht in een kanteling van het transportmiddel.

In de praktijk is het nemen van zo'n obstakel dat de voorste wielen belemmert vaak moeilijk, vooral omdat het noodzakelijk is dat de belasting op de voorste wielen wordt verminderd, 20 waarvoor ofwel het aangrijpingspunt van de voorwaartse kracht dient te worden verplaatst ofwel het object achterwaarts dient te worden gekanteld waarbij de voorste wielen vrijkomen van de ondergrond ofwel de voorkant moet worden opgetild.

Bekende oplossingen 25 Bekend zijn enkele oplossingen voor dit probleem die bestaan uit een constructie in of aan het wiel, die er in voorziet dat het wiel, op het moment dat het wiel een obstakel raakt, over dat obstakel heen wordt getild zonder dat de voorwaartse kracht op het object hoeft te worden verplaatst. Voorbeelden hiervan zijn onder andere constructies voorzien van extra wielen of van een sledevormig hulpmiddel of van een op een rupsband gelijkend 30 voorzetstuk of van een beugel die scharniert.

De constuctie volgens de uitvinding is een vereenvoudigde versie van een recent door aanvrager voor octrooiering ingediende vinding met een beugel voorzien van nokken en een hulpwiel. De hier behandelde vinding is makkelijker te maken en daardoor goedkoper dan de beugel met een hulpwiel.

10359A5 2

Beschrijving van de uitvinding

De uitvinding betreft een constructie die er in voorziet dat een dragend wiel, al of niet uitgevoerd als zwenkwiel, over een obstakel heen wordt getild door een beugel in de vorm van een V of een Y waarvan het ene been aan de onderzijde voorzien is van een nok en het andere 5 been van een steunvlak.

Hierbij heeft het de voorkeur dat de beugel scharniert om een horizontale as boven het dragende wiel en een zodanige lengte heeft dat de nok aan de onderzijde van het ene been nimmer de ondergrond raakt.

Tevens heeft het de voorkeur dat het steunvlak aan het andere been van de beugel zich in 10 de rijrichting voor het dragende wiel en voor de nok bevindt.

Ook heeft het de voorkeur dat de beugel een of twee vertikale flanken heeft die om een horizontale as boven het dragende wiel scharnieren en langs de buitenzijde van de vork van het dragende wiel vrij kunnen bewegen. Hierbij heeft het de voorkeur dat het been met de nok zich in het vlak van de flank bevindt.

15 Bij voorkeur is het steunvlak aan het ene been zo gemonteerd dat de onderkant ervan in de beginstand van de beugel de ondergrond waarop het wiel rust niet raakt.

Ook heeft het de voorkeur dat de beugel met de nok en het steunvlak over een bepaalde hoek, beperkt door een of meer nokken, kan scharnieren en door een verend element in de uitgangspositie wordt gebracht.

20 Bij voorkeur zijn de twee flanken die langs de buitenzijde van de vork van het dragende wiel bewegen ter hoogte van het voorste been met elkaar verbonden door een horizontale beugel die tevens als steunvlak dient. Ook heeft het de vookeur dat het steunvlak aan de onderkant is bekleed met een schokdempend materiaal.

25 Aan de hand van de volgende figuren zal de uitvinding nader worden beschreven:

Figuur I toont een schets in zijaanzicht van het dragende wiel met de beugel;

Figuur 2 toont een schets in vooraanzicht van het dragende wiel met de beugel;

Figuur 3 A - D toont de werking van de uitvinding bij het passeren van een drempel.

30 De constructie volgens uitvinding bestaat uit een beugel 1 die is bevestigd aan een wiel of zwenkwiel 2. De beugel 1 is aan de onderzijde voorzien van twee benen 13 en 14. Het been 13 is aan de onderzijde voorzien van een nok 6 en 7. Het been 14 is aan de onderzijde voorzien van een steunvlak 11. De beugel 1 heeft twee ztjviakkken 3 en 4 die aan weerskanten van de gaffel 5 van het wiel 2 kunnen scharnieren om de horizontale as 8 die is bevestigd aan de 3 gaffel 5. De beweging van de beugel wordt begrensd door een nok 9 en een verend element 10 dat de beugel in de beginstand dwingt. De beugel 1 kan ten opzichte de gaffel 5 draaien in een vlak parallel aan het wiel 2. Dit wordt weergegeven in figuur 1.

De beugel 1 heeft tussen de zijvlakken 3 en 4 aan de onderzijde van been 14 een 5 horizontaal steunvlak 11 dat beide zijvlakken 3 en 4 verbindt. Dit wordt weergegeven in figuur 2.

Wanneer een object, voorzien van een wiel uitgevoerd met de constructie volgens uitvinding, tegen een obstakel 12 aan rijdt, worden de uitstekende delen 6 en 7 aan been 13 10 van beugel 1 door de voorwaartse beweging van het dragende wiel naar achteren bewogen, waardoor de beugel draait om zijn as 8 en het been 14 met steunvlak 11 op het obstakel komt te rusten. Wanneer de beugel 1 ver genoeg is gedraaid neemt het been 14 met steunvlak 11 de belasting van het wiel 2 over en wordt het object opgetild door de draaiende beweging van de beugel 1 om de as 8. Het wiel 2 wordt hierdoor zo ver opgetild dat het loopvlak ervan op de 15 hoogte van de bovenkant van het obstakel 12 komt en over het obstakel heen kan rijden. Zodra het wiel 2 op de bovenkant van het obstakel 12 rust worden de uitstekende delen 6 en 7 aan het been 13 niet meer naar achteren bewogen en keert de beugel 1 terug in zijn beginstand door de werking van de veer 10. Dit wordt weergegeven in firguur 3 A - D.

1035945

Claims

1. Constructie om een wiel over een obstakel te doen rijden, bestaande uit een beugel met ten minste een zijvlak die scharniert om een horizontale as, met het kenmerk, dat de beugel (1) de vorm van een V of een Y heeft met twee benen (13; 14), waarbij been (13) 5 aan het uiteinde is voorzien van een nok (6) en been (14) van een steunvlak (11).

2. Constructie, volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de beugel (1) twee zijvlakken (3; 4) omvat waarvan de benen (14) aan de voorzijde in een horizontaal steunvlak (11) met elkaar zijn verbonden en de benen (13) aan het onderste uiteinde zijn voorzien van een nok (6 en 7). ïo

3. Constructie, volgens een van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de nokken (6; 7) aan het ene uiteinde van de benen (13) van de beugel (1) in geen enkele positie de ondergrond raken.

4. Constructie, volgens een van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het steunvlak (11) in de rijrichting voor de nokken (6; 7), voor het dragende wiel (2) is is geplaatst.

5. Constructie, volgens een van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het steunvlak (11) aan been (14) van de beugel (1) in de beginstand van beugel (1) de ondergrond waarop het dragende wiel (2) rust niet raakt.

6. Constructie, volgens een van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de as (8) 20 waarom de beugel (1) scharniert boven het dragende wiel (2) aan de gaffel (5) van dat wiel is gemonteerd, parallel aan de as van het dragende wiel (2).

7. Constructie, volgens een van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de beugel (1) kan scharnieren over een bepaalde hoek waarvan de begin- en eindstand wordt begrensd door een of meer nokken (9).

8. Constructie, volgens een van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de beugel (1) wordt teruggedwongen in zijn beginstand door een of meer verende elementen (10).

9. Constructie, volgens een van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de onderzijde van het steunvlak (11) bekleed is met een schokdempend materiaal. 1035945