NL1035068C2 - Vloersamenstel alsmede paneel geschikt voor dergelijk vloersamenstel. - Google Patents

Description

Vloersamenstel alsmede paneel geschikt voor dergelijk vloersamenstel

De uitvinding heeft betrekking op een vloersamenstel voorzien van ten minste twee naast elkaar gelegen panelen, die elk zijn voorzien van ten minste 5 een zich langs een zijde van de paneel uitstrekkende ribbe, waarbij de ribben van naast elkaar gelegen panelen zich evenwijdig naast elkaar uitstrekken.

De uitvinding heeft tevens betrekking op een paneel geschikt voor een dergelijk vloersamenstel.

Bij een dergelijk, uit het Amerikaanse octrooi US-3.546.830 bekend 10 vloersamenstel zijn een aantal panelen naast elkaar gelegen, waarbij ribben van twee naast elkaar gelegen panelen zich evenwijdig naast elkaar uitstrekken. De ribben zijn aan een onderzijde van de panelen gelegen. Aan een van de ribben afgekeerde zijde is elk paneel afgeschuind, waardoor tussen de naast elkaar gelegen een V-vormige groef is gevormd. Deze V-vormige groef wordt gevuld met 15 beton voor het met elkaar koppelen van de naast elkaar gelegen panelen.

Een nadeel van een dergelijk vloersamenstel is dat bij het plaatsen van de panelen beton moet worden gestort. Indien het beton de V-vormige groeven niet volledig vult, wordt een oneffen bovenoppervlak verkregen, terwijl als er teveel beton in de V-vormige groeven wordt gebracht, het gestorte beton een uitsteeksel 20 vormt op de panelen.

De uitvinding beoogt een vloersamenstel te verschaffen waarbij op eenvoudige wijze twee naast elkaar gelegen panelen met elkaar kunnen worden verbonden.

Dit doel wordt bij het vloersamenstel volgens de uitvinding bereikt 25 doordat ten minste een ribbe is voorzien van ten minste een zich door de ribbe uitstrekkende opening, waar zich een bevestigingselement door uitstrekt voor het aan elkaar bevestigen van de naast elkaar gelegen panelen.

Door middel van het bevestigingselement worden de ribben aan elkaar bevestigd en tegen elkaar aan getrokken, waardoor een stevige verbinding 30 tussen twee naast elkaar gelegen panelen wordt gerealiseerd.

Een uitvoeringsvorm van het vloersamenstel volgens de uitvinding wordt gekenmerkt doordat ten minste de ribben van naast elkaar gelegen panelen elk zijn voorzien van ten minste een zich door de ribben uitstrekkende openingen, waarbij het bevestigingselement zich door de tegenover elkaar gelegen openingen 1035068 2 van naast elkaar gelegen ribben uitstrekt.

Hierbij is het mogelijk om na het naast elkaar positioneren van de panelen, het bevestigingselement door de tegenover elkaar gelegen openingen heen aan te brengen en vervolgens met behulp van een bevestigingselement de 5 panelen aan elkaar te bevestigen.

Een ander uitvoeringsvorm van het vloersamenstel volgens de uitvinding wordt gekenmerkt doordat het bevestigingselement ten minste een zich door de openingen heen uitstrekkende bout en een op de bout geschroefde moer omvat.

10 Het is ook mogelijk dat het bevestigingselement ten minste een draadeinde omvat en op beide uiteinden van het draadeinde geschroefde moeren omvat.

Een dergelijke bout of draadeinde is eenvoudig door de tegenover elkaar gelegen openingen heen aan te brengen waarna door het aandraaien van 15 een moer(-en) de panelen stevig tegen elkaar aan kunnen worden getrokken.

Een verdere uitvoeringsvorm van het vloersamenstel volgens de uitvinding wordt gekenmerkt doordat elke opening in de richting van het bijbehorende paneel taps toeloopt, waarbij het bevestigingselement is voorzien van een conische element dat is gelegen in de taps toelopende openingen.

20 Door het conische element worden bij het tegen elkaar aantrekken van de panelen, de panelen tevens ten opzichte van elkaar uitgelijnd waarbij de panelen nauwkeurig ten opzichte van elkaar worden gepositioneerd.

Een weer andere uitvoeringsvorm van het vloersamenstel volgens de uitvinding wordt gekenmerkt doordat het bevestigingselement met een zijde is 25 verbonden met een ribbe van een eerste paneel, terwijl het bevestigingselement zich uitstrekt door een opening in een ribbe van het daarnaast gelegen tweede paneel.

Hierbij strekt het bevestigingselement zich niet uit door de twee ribben van naast elkaar gelegen panelen, maar is met een ribbe van een eerste 30 paneel verbonden, bijvoorbeeld tijdens het vormen het paneel. Door het positioneren van de opening in de ribbe van het daarnaast gelegen tweede paneel over het bevestigingselement wordt vervolgens een stevige koppeling tussen de twee naast elkaar gelegen panelen gerealiseerd.

Een weer andere uitvoeringsvorm van het vloersamenstel volgens 3 de uitvinding wordt gekenmerkt doordat elk paneel aan twee zich evenwijdig uitstrekkende zijden is voorzien van ribben.

Op deze wijze is het mogelijk om een aantal panelen naast elkaar te positioneren en paarsgewijs met elkaar te verbinden.

5 Een nog andere uitvoeringsvorm van het vloersamenstel volgens de uitvinding wordt gekenmerkt doordat de ribbe is voorzien van een zich dwars door de ribbe uitstrekkende doorgang.

Door de door de ribbe uitstrekkende doorgang kunnen kabels of leidingen worden geleid.

10 Een nog verdere uitvoeringsvorm van het vloersamenstel volgens de uitvinding wordt gekenmerkt doordat het vloersamenstel is voorzien van ten minste een zich evenwijdig aan de ribbe uitstrekkende balk die is voorzien van een zich dwars op de balk uitstrekkend kanaal.

Door een dergelijke balk wordt het paneel versterkt, waarbij door 15 het kanaal zich kabels of leidingen kunnen uitstrekken.

Hierbij zijn de doorgang in de ribbe en het kanaal in de balk bij voorkeur in eikaars verlengde gelegen waardoor het aanbrengen van de kabels of leidingen door de doorgang en het kanaal relatief eenvoudig is.

Een nog verdere uitvoeringsvorm van het vloersamenstel volgens 20 de uitvinding wordt gekenmerkt doordat tussen de uiteinden van de ribbe en de balk of een andere ribbe een zich dwars op de ribbe uitstrekkende ondersteuning is gelegen.

De ribbe en de ondersteuning zijn hierbij bij voorkeur aan een van het paneel afgekeerde zijde in een vlak gelegen, zodat op de ribbe en/of de 25 ondersteuning eenvoudig een wand kan worden gepositioneerd. De ribbe en ondersteuning strekken zich hier bij voorkeur aan een bovenzijde van het paneel uit.

Een verdere uitvoeringsvorm van het vloersamenstel volgens de uitvinding wordt gekenmerkt doordat de ribbe nabij een uiteinde is voorzien van een uitsparing.

30 In een dergelijke uitsparing kan bijvoorbeeld een kabelgoot eenvoudig worden aangebracht.

De uitvinding zal nader worden toegelicht aan de hand van de tekeningen waarin fig. 1 een perspectivisch aanzicht toont van een paneel van een 4 vloersamenstel volgens de uitvinding alsmede van met het paneel te koppelen bevestigingselementen, fig. 2 een perspectivisch aanzicht toont van het in fig. 1 weergegeven paneel met daarin aangebrachte bevestigingselementen, 5 fig. 3 een perspectivisch aanzicht van een vloersamenstel toont dat is opgebouwd uit de in fig. 1 en 2 weergegeven panelen en bevestigingselementen, fig. 4 een dwarsdoorsnede toont in de in fig. 3 door pijl IV-IV aangegeven richting van het vloersamenstel volgens de uitvinding, fig. 5 een dwarsdoorsnede toont in de in fig. 3 door pijl V-V 10 aangegeven richting van het vloersamenstel volgens de uitvinding, fig. 6 een tweede uitvoeringsvorm van een paneel volgens de uitvinding toont, fig. 7 een derde uitvoeringsvorm van een paneel volgens de uitvinding toont.

15 In de figuren zijn overeenkomende onderdelen voorzien van dezelfde verwijzingscijfers.

Fig. 1-5 tonen een paneel 1 volgens de uitvinding dat is voorzien van een betonnen plaat 2, langs twee zijden van de betonnen plaat 2 uitstrekkende betonnen ribben 3 en een zich tussen de ribben 3 uitstrekkende betonnen balk 4. De 20 plaat 2, de ribben 3 en de balk 4 zijn bij voorkeur als een integraal geheel gevormd. Elke ribbe 3 is voorzien van een aantal zich dwars door de ribben 3 uitstrekkende openingen 5 en tussen de openingen gelegen, zich dwars door de ribben 3 uitstrekkende doorgangen 6.

De openingen 5 zijn vanaf een van de balk 4 afgekeerde zijde naar 25 de balk 4 toegekeerde zijde taps toelopend (zie fig. 4). De balk 4 is voorzien van zich dwars door de balk 4 heen uitstrekkende kanalen 7 die coaxiaal zijn gelegen met de doorgangen 6 in de ribben 3. Tussen uiteinden van de ribben 3 en de blak 4 zijn betonnen ondersteuningen 8 gelegen die aan een van plaat 2 afgekeerde zijde in eenzelfde vlak zijn gelegen als de van de plaat 2 afgekeerde zijden van de 30 ribben 3 en balk 4.

Het vloersamenstel volgens de uitvinding is verder voorzien van bevestigingselementen 9 die elk zijn voorzien van een conisch-vormig element 10 en een zich door het conische element 10 uitstrekkend draadeinde 11. Op beide uiteinden van het draadeinde 11 zijn sluitringen 12 en moeren 13 bevestigbaar. Voor 5 het vormen van een vloer, wordt een paneel 1 met bij voorkeur, aan een bovenzijde van de plaat 2 gelegen ribben 3 en balk 4 met uiteinden op een ondersteuning aangebracht. Daarna worden uiteinden van de draadeinden 11 in de door pijl P1 aangegeven richting in de openingen 5 van de ribbe 3 van het aangebrachte paneel 5 gestoken totdat het conische element 10 aanligt tegen de taps toelopende opening 5. Vervolgens wordt een tweede paneel 1 naast het reeds aangebrachte paneel 1 gepositioneerd, waarbij de draadeinden 11 door de openingen 5 van de naar het reeds eerder aangebrachte paneel 1 toegekeerde ribbe 3 worden gestoken. Op beide uiteinden van de draadeinden 11 worden sluitringen 12 en moeren 13 10 aangebracht. Door het aandraaien van de moeren 13 worden de ribben 3 naar elkaar toe verplaatst en tegen elkaar aan bevestigd. Door het conische element 10 vindt hierbij een uitlijning in horizontale richting plaats waardoor de uiteinden van de ribben 3 in een vlak worden gepositioneerd. Tegelijkertijd vindt een uitlijning plaats in verticale richting waardoor de onder-zijden 14 (zie fig. 4) in eenzelfde vlak worden 15 gepositioneerd.

Na het aan elkaar bevestigen van naast elkaar gelegen panelen 1 wordt een vloersamenstel 15 verkregen zoals weergegeven in fig. 3. Bij het aldus gevormde vloersamenstel 15 strekken de kanalen 6 in de ribben 3 zich eveneens coaxiaal uit (zie fig. 5).

20 Na het vervormen van het vloersamenstel 15 kunnen kabels en leidingen door de openingen 6 en de kanalen 7 over het gehele vloersamenstel heen op de platen 2 worden aangebracht. Daarna kan een, bij voorkeur losneembare, afwerkvloer op het vloersamenstel 15 worden aangebracht.

Indien de dwars op de ribben 3 gelegen kopse zijden van de 25 panelen 1 zijn gelegen op een scheiding van twee ruimtes, is het mogelijk om na het aanbrengen van het vloersamenstel 15 op de ondersteuningen 8 en de uiteinden van de balk 4 en ribben 3 een wand te positioneren.

Fig. 6 toont een andere uitvoeringsvorm van een paneel 21 volgens de uitvinding dat zich onderscheidt van het paneel 1 doordat de ribben 3, de balk 4 30 en de plaat 2 zijn voorzien van zich in de lengterichtingen van de ribben 3 en de balk 4 uitstrekkende buizen 22 waarin kabels of leidingen kunnen worden aangebracht.

Fig. 7 toont een perspectivisch aanzicht van een paneel 31 volgens de uitvinding die zich onderscheidt van paneel 1 doordat nabij de ondersteuningen 8 6 de ribben 3 en de balk 4 zijn voorzien van uitsparingen 32, 33 waarin bijvoorbeeld een kabelgoot kan worden aangebracht.

Het is ook mogelijk om de ondersteuningen 8 als een integraal geheel met de rest van het paneel 1 te vormen.

5 Het is mogelijk dat de ribben aan de langszijden en kopzijden zijn voorzien van een brandwerende afdichting.

Het is mogelijk om de ribben 3 en de balken 4 aan een van de plaat 2 afgekeerde zijde te voorzien van een akoestisch ontkoppelende laag of een geluidsabsorberende laag.

10 Het is ook mogelijk om een uiteinde van een draadeinde 11 in een ribbe te verankeren, waarbij het andere uiteinde van het draadeinde 11 zich uitstrekt door een opening van een daarnaast gelegen ribbe.

Het is ook mogelijk dat het draadeinde 11 verplaatsbaar is ten opzichte van het conische element 10, waarbij bij het naast elkaar positioneren van 15 panelen, het draadeinde 11 zover in het conische element 10 is geschoven dat het draadeinde 11 geen uitsteeksel vormt. Na het positioneren kan het draadeinde 11 dan door het conische element 10 en de opening 5 van de daarnaast gelegen ribbe 3 worden geschoven.

Het is ook mogelijk om het conische element 10 achterwege te 20 laten.

Het is ook mogelijk om de ribben zich zowel langs de langszijden als de kopse zijden van de plaat 2 te laten uitstrekken, waardoor de panelen zowel via de langszijden als de kopse zijden aan elkaar kunnen worden bevestigd.

Het is ook mogelijk om in plaats van bouten of draadeinden de 25 panelen met andere bevestigingselementen zoals bijvoorbeeld optrompachtige of klinknagelachtige elementen met elkaar te verbinden.

1035068

Claims (15)

1. Vloersamenstel voorzien van ten minste twee naast elkaar gelegen panelen, die elk zijn voorzien van ten minste een zich langs een zijde van de paneel 5 uitstrekkende ribbe, waarbij de ribben van naast elkaar gelegen panelen zich evenwijdig naast elkaar uitstrekken, met het kenmerk, dat ten minste een ribbe is voorzien van ten minste een zich door de ribbe uitstrekkende opening, waar zich een bevestigingselement door uitstrekt voor het aan elkaar bevestigen van de naast elkaar gelegen panelen.

2. Vloersamenstel volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat ten minste de ribben van naast elkaar gelegen panelen elk zijn voorzien van ten minste een zich door de ribben uitstrekkende openingen, waarbij het bevestigingselement zich door de tegenover elkaar gelegen openingen van naast elkaar gelegen ribben uitstrekt.

3. Vloersamenstel volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat het bevestigingselement ten minste een zich door de openingen heen uitstrekkende bout en een op de bout geschroefde moer omvat.

4. Vloersamenstel volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat het bevestigingselement ten minste een draadeinde omvat en op beide uiteinden van 20 het draadeinde geschroefde moeren omvat.

5. Vloersamenstel volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat elke opening in de richting van het bijbehorende paneel taps toeloopt, waarbij het bevestigingselement is voorzien van een conische element dat is gelegen in de taps toelopende openingen.

6. Vloersamenstel volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het bevestigingselement met een zijde is verbonden met een ribbe van een eerste paneel, terwijl het bevestigingselement zich uitstrekt door een opening in een ribbe van het daarnaast gelegen tweede paneel.

7. Vloersamenstel volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat het 30 bevestigingselement een draadeinde omvat waarvan een eerste uiteinde is verankerd in de ribbe van het eerste paneel, welk draadeinde zich uitstrekt door de opening van daarnaast gelegen ribbe van het tweede paneel en op een tweede uiteinde is voorzien van een moer.

8. Vloersamenstel volgens een der voorgaande conclusies, met het 1035068 kenmerk, dat elk paneel aan twee zich evenwijdig uitstrekkende zijden is voorzien van ribben.

9. Vloersamenstel volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de ribbe is voorzien van een zich dwars door de ribbe uitstrekkende 5 doorgang.

10. Vloersamenstel volgens conclusie 9, met het kenmerk, dat het vloersamenstel is voorzien van ten minste een zich evenwijdig aan de ribbe uitstrekkende balk die is voorzien van een zich dwars op de balk uitstrekkend kanaal.

11. Vloersamenstel volgens conclusie 9 en 10, met het kenmerk, dat de doorgang in de ribbe en het kanaal in de balk in eikaars verlengde zijn gelegen.

12. Vloersamenstel volgens conclusie 8 of 10, met het kenmerk, dat tussen de uiteinden van de ribbe en de balk of een andere ribbe een zich dwars op de ribbe uitstrekkende ondersteuning is gelegen.

13. Vloersamenstel volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de ribbe nabij een uiteinde is voorzien van een uitsparing.

14. Vloersamenstel volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de ribbe aan een bovenzijde van het paneel is gelegen.

15. Paneel geschikt voor een vloersamenstel volgens een der voor-20 gaande conclusies 1035068