BE1015755A3 - Vloersysteem, geprefabriceerd element en werkwijze voor vervaardigen van geprefabriceerd element. - Google Patents

Vloersysteem, geprefabriceerd element en werkwijze voor vervaardigen van geprefabriceerd element. Download PDF

Info

Publication number
BE1015755A3
BE1015755A3 BE2003/0579A BE200300579A BE1015755A3 BE 1015755 A3 BE1015755 A3 BE 1015755A3 BE 2003/0579 A BE2003/0579 A BE 2003/0579A BE 200300579 A BE200300579 A BE 200300579A BE 1015755 A3 BE1015755 A3 BE 1015755A3
Authority
BE
Belgium
Prior art keywords
layer
floor
elements
prefabricated
prefabricated element
Prior art date
Application number
BE2003/0579A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Echo
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Echo filed Critical Echo
Priority to BE2003/0579A priority Critical patent/BE1015755A3/nl
Priority to EP04447200A priority patent/EP1528170A1/en
Application granted granted Critical
Publication of BE1015755A3 publication Critical patent/BE1015755A3/nl

Links

Classifications

    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E04BUILDING
    • E04BGENERAL BUILDING CONSTRUCTIONS; WALLS, e.g. PARTITIONS; ROOFS; FLOORS; CEILINGS; INSULATION OR OTHER PROTECTION OF BUILDINGS
    • E04B9/00Ceilings; Construction of ceilings, e.g. false ceilings; Ceiling construction with regard to insulation
    • E04B9/001Ceilings; Construction of ceilings, e.g. false ceilings; Ceiling construction with regard to insulation characterised by provisions for heat or sound insulation
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E04BUILDING
    • E04BGENERAL BUILDING CONSTRUCTIONS; WALLS, e.g. PARTITIONS; ROOFS; FLOORS; CEILINGS; INSULATION OR OTHER PROTECTION OF BUILDINGS
    • E04B5/00Floors; Floor construction with regard to insulation; Connections specially adapted therefor
    • E04B5/02Load-carrying floor structures formed substantially of prefabricated units
    • E04B5/04Load-carrying floor structures formed substantially of prefabricated units with beams or slabs of concrete or other stone-like material, e.g. asbestos cement
    • E04B5/043Load-carrying floor structures formed substantially of prefabricated units with beams or slabs of concrete or other stone-like material, e.g. asbestos cement having elongated hollow cores
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E04BUILDING
    • E04FFINISHING WORK ON BUILDINGS, e.g. STAIRS, FLOORS
    • E04F15/00Flooring
    • E04F15/18Separately-laid insulating layers; Other additional insulating measures; Floating floors
    • E04F15/20Separately-laid insulating layers; Other additional insulating measures; Floating floors for sound insulation
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E04BUILDING
    • E04BGENERAL BUILDING CONSTRUCTIONS; WALLS, e.g. PARTITIONS; ROOFS; FLOORS; CEILINGS; INSULATION OR OTHER PROTECTION OF BUILDINGS
    • E04B9/00Ceilings; Construction of ceilings, e.g. false ceilings; Ceiling construction with regard to insulation
    • E04B9/18Means for suspending the supporting construction
    • E04B2009/186Means for suspending the supporting construction with arrangements for damping vibration

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Architecture (AREA)
  • Civil Engineering (AREA)
  • Structural Engineering (AREA)
  • Physics & Mathematics (AREA)
  • Electromagnetism (AREA)
  • Building Environments (AREA)
  • Floor Finish (AREA)

Abstract

Vloersysteem voor toepassing in de bouwindustrie, omvattende een veelheid van geprefabriceerde elementen (100, 101) die bedoeld zijn voor plaatsing op muren (40) of steunbalken van een onderliggende verdieping en als basis voor muren (41, 42) van een bovenliggende verdieping, waarbij de geprefabriceerde elementen (100, 101) een gelaagde structuur hebben, waarvan een eerste laag (1) gevormd wordt door een draagstructuur (10) voor het verkrijgen van een dragend vermogen, waarvan een tweede laag (2) boven de eerste laag (1) gevormd wordt door een isolatielaag (20) voor het akoestisch isoleren van de bovenliggende en onderliggende verdieping van elkaar, en waarvan een derde laag (3) boven de tweede laag (2) gevormd wordt door een dekvloer (30) voor het afdekken van de isolatielaag (20).

Description


   <Desc/Clms Page number 1> 
 



   Vloersysteem, geprefabriceerd element en werkwijze voor vervaardigen van geprefabriceerd element 
Deze uitvinding heeft betrekking op een vloersysteem voor toepassing in de bouwindustrie, een geprefabriceerd element als onderdeel van een dergelijk vloersysteem en een werkwijze voor het vervaardigen van een geprefabriceerd element. 



   Volgens de huidige stand van de techniek, worden verdiepingen in onder meer appartementsgebouwen opgebouwd zoals getoond in figuur 1. Eerst wordt een draagvloer 6 gelegd als overspanning tussen twee muren. Deze draagvloer 6 omvat een prefab 
 EMI1.1 
 dunne sétiil erheen'constructieve betonlaag 'dié op de 'd:uilA'é's2h,)!estort wordt. Bovenop 'due' draagvtoer' wordt een eerste- 1:Ji\vullingslaag 7 aangebracht. Eventueel kunnen leidingen 5 in de eerste uitvullingslaag 7 opgenomen worden, door 'ze vooraf op de draagvloer 6 te plaatsen.

   Om de bovenliggende 'verdieping akoestisch te isoleren van de onderllggende 
 EMI1.2 
 verdieping.' Wordt 'óp 'de ''eerste uitvullingslaag 7 één' laag"8' uit 'een   akoestisch     isolerend   materiaal aangebracht. 'Op 'deze''isolatielaag 8 wordt vervolgens een zogenaamde zwevende   dekvloer   9 aangebracht, dre   aangebracht'wordt als 'een   tweede uitvulling'slaag. 



   Een vloer die volgens;:'deze methode is   opgebouwd   heeft het   nadeel "dat   'er een groot risico is óp' geluidslekken, 
 EMI1.3 
 wat het akoestisch )sotëreHd vermogen van de vloer kari'áárlastèri. "#''' 11' Hët: J , is' een' 'doel 'van 'deze ''uitvinding :'een vloersysteem voor toepassing in ' de bouwindustrie te' 'verschaffen', 

 <Desc/Clms Page number 2> 

 waarmee een betere akoestische isolatie tussen de bovenliggende en onderliggende verdieping verkregen kan worden. 



   Dit doel wordt volgens de uitvinding bereikt met een vloersysteem dat de technische kenmerken vertoont van het kenmerkend deel van de eerste conclusie. 



   Volgens de uitvinding wordt een vloer opgebouwd uit een veelheid van geprefabriceerde elementen met een gelaagde structuur. Een eerste laag van de gelaagde structuur wordt gevormd door een draagstructuur, die zorgt voor het dragend vermogen van de geprefabriceerde elementen. Een tweede laag van de gelaagde structuur, die zich in hoogterichting boven de eerste laag bevindt, wordt gevormd door een zwevende dekvloer. Tussen de dekvloer en de draagstructuur bevindt zich een akoestische isolatielaag. 



   Een analyse van het isolatieprobleem van de stand van de techniek heeft uitgewezen, dat het grote risico op geluidslekken een gevolg is van het feit dat de isolatielaag pas aangebracht wordt in een afwerkingsfase van het gebouw, die plaatsvindt na de ruwbouwfase. Wegens het late stadium waarin de isolatie aangebracht wordt, is de kans reëel dat onzuiverheden in de isolatielaag terecht komen. Daarnaast is er een reele kans op montagefouten bij het plaatsen van de isolatielaag. De onzuiverheden en montagefouten kunnen leiden tot geluidslekken, zodat de uiteindelijke isolatie van de vloeren in het gebouw lager kan liggen dan wat vooropgesteld werd. 



   In het vloersysteem volgens de uitvinding is de isolatielaag reeds in de geprefabriceerde elementen aanwezig, die als één geheel op de bouwwerf aangeleverd worden. Bij het plaatsen van de geprefabriceerde elementen, wat gebeurt in de ruwbouwfase van het gebouw, wordt dus ineens ook de isolatielaag aangebracht. Hierdoor verdwijnt de nood aan het aanbrengen van een isolatielaag in een latere bouwfase. Voorts is de isolatielaag op het moment dat zij op de werf aankomt reeds ingesloten tussen de draagstructuur en de dekvloer, zodat 

 <Desc/Clms Page number 3> 

 de kans dat er onzuiverheden in terecht komen aanzienlijk beperkt wordt. 



  Dit alles leidt tot een aanzienlijke verlaging van het risico op geluidslekken en kan voorkomen dat de uiteindelijke isolatie lager is dan het beoogde resultaat. 



   Bij het vloersysteem van de stand van de techniek komt het bovendien vaak voor dat de geluidsisolatie tussen de boven elkaar liggende verdiepingen zich niet uitstrekt tussen de muren van boven elkaar liggende verdiepingen. Dit is een gevolg van het feit, dat de isolatielaag pas aangebracht wordt na de ruwbouwfase en het dus niet langer mogelijk is de muren van boven elkaar liggende verdiepingen akoestisch van elkaar te scheiden. Bijgevolg kunnen via de muren geluidstrillingen nagenoeg   ongehinderd   doorgegeven' worden van de   ene   verdieping 'naar de andere. '
In het   vloérsysteem   volgens dé uitvinding is'de isolatielaag reeds voorzien in de geprefabriceerde elementen.

   Deze worden in de ruwbouwfase bovenop de muren van een onderliggende verdieping geplaatst en dienen als basis voor de muren van een bovenliggende verdieping. Bijgevolg strekt de isolatielaag 'Zich ook uit tussen de muren van boven elkaar liggende verdiepingen,' zodat het akoestisch isolerend' vermogen van het vloersysteem volgens de uitvinding verhoogd kan worden. '
Verder heeft het vloersysteem ' volgens' de 
 EMI3.1 
 uitinding"het voordeel,' dat'een u'itvullingslaag uitgespaard kan'worden. 



  De leidingen' kunnen namelijk bovenop de dekvloer van de geprefabriceerde elementen geplaatst worden, waarna één uitvullingslaag volstaat   om   'een   'effen   geheel te verkrijgen. ' Dit heeft niet alleen het   voordeel'   van   tijdswinst   op de werf, maar ook dat het gewicht van het 
 EMI3.2 
 vloé'rsysteem daalt. :(C' 1.;, CI'r' '#''' De ''akoestisch isolerende "tussenlaag1 vah' C1S geprefabriceerde elementen' 'volgens de uitvinding" 'w6:rdt bij voorkeur gevormd 'door een 'veelheid van discrete   elementen   van een   'akoestisch'   

 <Desc/Clms Page number 4> 

 isolerend materiaal. Dit heeft het voordeel dat het contactoppervlak voor het doorgeven van geluidstrillingen tussen boven elkaar liggende verdiepingen geminimaliseerd wordt.

   Voorts ontstaat hierdoor een massaveersysteem, waarbij de massa gevormd wordt door de dekvloer en de veer door de discrete elementen. Door de omvang van de discrete elementen beperkt te houden en de ruimte tussen de elementen te vergroten, wordt het verend vermogen van de discrete elementen verhoogd en het massaveersysteem geoptimaliseerd. Dit alles kan leiden tot een aanzienlijke verhoging van het akoestisch isolerend vermogen van het vloersysteem volgens de uitvinding. 



   De discrete elementen zijn bij voorkeur in een 
 EMI4.1 
 gélijkniátigê' Vl3rdhllng over de isolatielaag' verspreid, biJ0cio'rbeeld'\!6Igens een raster; '' De discrete elementen bij voorkeur ingebed iri 
 EMI4.2 
 een 'neutraal' ' materiaal, 'zoals bijvoorbeeld "een ''11'c'h'tde'ns-d kunststofschuim', voor het opvullen' Van de' tussenruimten tussen de discrete elementen.   Hierdoor 'kan   vermeden   worden   dat stofdeeltjes' en dergelijke   in' de   tussenruimte   tusseri'de   discrete elementen terechtkomen,' 
 EMI4.3 
 wat' opnieuw1 aan'iëidin'g'zou kunnen geven tot geluids1ekRerF 'Aan de onderzijde van de geprefabriceerde 
 EMI4.4 
 elementen bestaat' 6en' oplégzon'è'.

   Dit is een zone die in contact komt met de muren van de onderliggende vérdieping,'wa'nneë'r'ceegépréfabt'i'éer3é ëternëhtërt op' déte muren 'gelegd worden. Deze 'zone' kaft voorz)ërPz)Jf1 van een'bijkomende akoestische isolatie, om het isolerend vermogen van het vloersysteem volgens de uitvinding verder te verhogen1. ' ' i'",I,:t' .1 ,il ''##'<# 'I ce draagstruötuur van de "g'd"prefal'b'rlceeráá elementen heeft bij voorkeur langszijden' die zocfantg gevormd' zijn.' dat e'ën 'fa'ngszijde 'sameh''rnet "de 'tangszijde 'van de1 'dra'as'tVuctüur 'v/aneefi naa'stliggènd1 'g'eprefab'ncée'rd" 'element een 6pvulbaré:' vog:

   rtt1t:n Het opvullen' vain 'dé voeg zófgt' 'dan1 'voor ''een laterale 'verbinding van de geprefabriceerde elementri:/' zodat' eerf dragend g1éhél' 'ontkat:' 't)ë 

 <Desc/Clms Page number 5> 

 isolatielaag van de geprefabriceerde elementen strekt zich bij voorkeur uit tot tegen deze langszijden, terwijl de dekvloer inspringt ten opzichte van deze langszijden. Op die manier ontstaat een ruimte voor het leggen van bijkomende dekvloerelementen op de isolatielaag, als afdekking van de voegen. 



   De werkwijze voor het vervaardigen van de geprefabriceerde elementen volgens de uitvinding omvat de volgende stappen. In een eerste stap wordt een betonnen draagstructuur vervaardigd, bijvoorbeeld door het storten van beton in een mal of in een mobiele bekistingsmachine, zoals bijvoorbeeld een glijbekisting of een extrusiemachine. Op de draagstructuur wordt vervolgens de veelheid van 
 EMI5.1 
 discrete 'elementen van een' akoestisch isolere'nd iwteriá'a1"aà'rigérá'cht; waarna'dë 'dekvloer bp'de discrete elementen aangebracht wordt.'' r' ' '' 
De discrete elementen worden bij voorkeur in het beton van de 'draagstructuur gedrukt   vooraleer   dit uitgehard is. Eventueel kunnen de discrete elementen ook eerst op de dekvloer aangebracht worden, bijvoorbeeld door verlijming,   waarna'   dit geheel op de'draagvloer aangebracht wordt. 



   In een alternatieve uitvoerin'gsvorm'zijn de discrete   elementen   opgenomen in een folie van neutraal   materiaal,   die de 
 EMI5.2 
 o6venzijde"\fan ; de' 'dáágvloor volledig afdekt. Hierbij I bhtstat 'dg mogelijkheid tim de' dekVlóer aan te brengen' door be'tón te storten 'óp de folie'. Deze:1 UitVbêrin'g'svohn is voordelig, Vermits dé' d'ri la - b'-" 6k continu proces, bijvoorbeeld in een mobiele bekistingsmàhirié,'iop elkaar aangebracht kunnen worden. ' 
 EMI5.3 
 '# ' ' '' ou, 'uitvinding' zal verder" verdG'idëlfjkt:, Wbtdên aan de hand van onderstaande beschrijving en de bijgevoegde figuren. 



   ' Figuur 1 'toont een doorsnede van een 
 EMI5.4 
 vloersystéem' volgens de stand'van de techniek. 



  Figuur' 2 tö'ont een do6rsnedë"'van"'eëh gëprefab'ncéërd vibe-reiérhent volgens de uitvinding. " zut "' v'l%' '#t: 

 <Desc/Clms Page number 6> 

 
Figuur 3 toont in perspectief hoe een vloersysteem volgens de uitvinding opgebouwd wordt. 



   Het geprefabriceerd element 100 van figuur 2 heeft een gelaagde structuur met boven elkaar een onderlaag 1, een   tussenlaag   2 en een bovenlaag 3. De onderlaag 1 wordt gevormd door een draagstructuur 10, die voorzien is voor het verkrijgen van een dragend vermogen. De tussenlaag 2 wordt gevormd door een akoestische isolatielaag 20, voor het verkrijgen van akoestische isolatie tussen een bovenliggende en een onderliggende verdieping. De bovenlaag 3 wordt gevormd door een dekvloer 30, die voorzien is als afdekking van de isolatielaag 20 en als bekisting voor het storten van een uitvullingslaag 4. 



  Deze uitvullingslaag maakt dus geen deel uit van het geprefabriceerde element 100. 



   De akoestische isolatielaag 20 is opgebouwd uit een veelheid van discrete elementen 21 van een akoestisch isolerend materiaal, die ingebed zijn in een folie 22 van neutraal materiaal, zoals bijvoorbeeld een lichtdense kunststofschuim. De discrete elementen 21 kunnen puntsgewijs, in rechthoekige steunen, of   lijnsgewijs,   in stroken aangebracht zijn in de isolatielaag 20, bij voorkeur in een regelmatig raster. Met neutraal materiaal wordt bedoeld dat dit materiaal in wezen geen dragend vermogen hoeft te hebben, tenzij als   bekisting   indien de dekvloer 30 aangebracht wordt door het storten van beton bovenop de isolatielaag 20. De folie 22 voorkomt dat stofdeeltjes of dergelijke in de tussenruimten tussen de discrete elementen 21 terechtkomen.

   De isolatielaag 20 kan eventueel ook gevormd worden door discrete elementen die van elkaar gescheiden zijn door tussenruimten, of door een volle laag in een akoestisch isolerend materiaal, of door afwisselende elementen in verschillende akoestisch isolerende materialen, of door elke andere bij de vakman bekende akoestische isolatielaag. 



   De discrete elementen 21 zijn bij voorkeur vervaardigd in een akoestisch isolatiemateriaal van rubberachtige 

 <Desc/Clms Page number 7> 

 samenstelling, in één of meer op elkaar gekleefde lagen. Voorbeelden van geschikte materialen zijn polyurethaanschuimen, resin-bonded rubbers en kurkelastomeren, maar ook andere bij de vakman bekende materialen zijn mogelijk. De densiteit van het materiaal wordt gekozen naargelang de op te nemen drukbelasting. De onbelaste dikte van het materiaal is bij voorkeur niet hoger dan 30 mm. Verder is het wenselijk dat het materiaal voldoet aan het kruipcriterium, meer bepaald dat de maximale zakking ten opzichte van de initiële dikte per tijdsdekade in minuten 2% bedraagt.

   De zakking per tijdsdekade wordt hierbij logaritmisch bekeken, d. w.z. eerst voor 1 minuut (eerste tijdsdekade), vervolgens voor 10 minuten (tweede tijdsdekade), vervolgens voor 100 minuten (derde tijdsdekade) enz. 



   Voorts wordt rekening gehouden met de dynamische stijfheid en de statische stijfheid van de discrete elementen. 



  De dynamische stijfheid is de mate waarin het materiaal aan een trilling kan weerstaan. De dynamische stijfheid is dan ook een functie van de frequentie van de trilling. De statische stijfheid is de mate waarin het materiaal aan een continue belasting kan weerstaan. De dynamische stijfheidsfactor, d.i. de verhouding van dynamische stijfheid over statische stijfheid van het materiaal is bij voorkeur niet groter dan 3, zodat een goede vibro-akoestische werking van de zwevende dekvloer verkregen wordt. 



   De draagstructuur 10 wordt vervaardigd met het oog op het gewenste draagvermogen. Hierbij spelen de volgende fysische   eigenschappen van het beton : en treksterkte en de   elasticiteitsmodulus. Veelal zal gekozen worden voor gewapend beton, al dan niet voorgespannen, waarbij voor de wapening gelet wordt op het aantal en de diameters van de draden en/of strengen, de staalkwaliteit, de aanvangsspanning en de hoogte- en breedtepositie van de draden. 



   In het geprefabriceerd element van figuur 2 heeft de draagstructuur 10 uitsparingen 11 in de langsrichting om gewicht te besparen. Een massieve draagstructuur is ook mogelijk. Eventueel 

 <Desc/Clms Page number 8> 

 kunnen in de draagstructuur ruimten voorzien worden voor het opnemen van elektrische of andere leidingen. 



   In het geprefabriceerd element van figuur 2 is de dekvloer 30 een massieve betonnen plaat. Eventueel kan ook de dekvloer 30 voorzien zijn van een wapening. 



   De draagstructuur 10 heeft langszijden 12 en 13, die enigszins schuin verlopen zodat de draagstructuur 10 naar boven toe enigszins versmalt. Dit verloop van de langszijden 12,13 is zo gekozen om een opvulbare voeg te verkrijgen tussen twee naast elkaar liggende geprefabriceerde elementen 100,101. De isolatielaag 20 strekt zich uit tot aan de langszijden, terwijl de dekvloer 30 inspringt ten opzichte van de langszijden. Op die manier wordt een oplegzone gecreëerd voor dekvloerelementen 31, die de voegen tussen de naastliggende geprefabriceerde elementen 100,101 overbruggen. 



   In figuur 3 wordt getoond hoe met behulp van de geprefabriceerde elementen 100,101 een verdieping in een gebouw gelegd wordt. De geprefabriceerde elementen 100,101 worden met de langszijden naar elkaar gencht op muren 40 van een onderliggende verdieping gelegd. Vervolgens wordt de voeg 14, die gevormd wordt door de aanliggende langszijden 12,13 van de geprefabriceerde elementen 100,101, opgevuld met een voegvulling. Hierdoor worden de draagstructuren 10 van de geprefabriceerde elementen 100,101 met elkaar verbonden en wordt een dragend geheel verkregen. Hierna worden de voegen 14 afgedekt door dekvloerelementen 31. Deze rusten op de discrete elementen 21 van de isolatielaag 20 aan de langszijden 12,13 van de geprefabriceerde elementen 100,101.

   Het geheel dat gevormd wordt door de dekvloer 30 van de geprefabriceerde elementen 100,101 en de dekvloerelementen 31 vormt de basis voor de muren 41, 42 van de bovenliggende verdieping. 



   Het vloersysteem van figuur 3 heeft hierbij het voordeel, dat de isolatielaag 20 zich uitstrekt tussen de muren 40 van de 

 <Desc/Clms Page number 9> 

 onderliggende verdieping en de muren 41,42 van de bovenliggende verdieping. Dit verhoogt het isolerend vermogen van het vloersysteem. Als bijkomende isolatie is in het vloersysteem van figuur 3 een isolatielaag 50 aangebracht op de oplegzone van de onderzijde van de draagstructuur 10. 



   Bovendien heeft het vloersysteem van figuur 3 het voordeel, dat de dekvloer 30 reeds bovenop de isolatielaag 20 is aangebracht, wanneer de geprefabriceerde elementen 100,101 op de werf aankomen. Bijgevolg is de isolatielaag 20 beschermd, zodat het risico op geluidslekken en bijgevolg een slechte geluidsisolatie tussen de boven elkaar liggende verdiepingen beperkt wordt. 



   Als alternatief voor het plaatsen van de dekvloerelementen 31 boven de voegen 14 kan de ruimte tussen de dekvloeren 30 van de geprefabriceerde elementen 100,101 ook opgevuld worden met behulp van het voegvulmateriaal. In deze uitvoeringsvorm worden geprefabriceerde elementen 100,101 gebruikt, waarvan de isolatielaag 20, bij voorkeur de folie 22 met discrete elementen 21, zich uitstrekt tot voorbij de langszijden 12,13 van de draagstructuur 10. Het uitstekende gedeelte van de isolatielaag 20 is hierbij omhoog geklapt, bijvoorbeeld tegen de dekvloer 30 gekleefd, wanneer de geprefabriceerde elementen 100,101 op de werf aankomen. Nadat de voeg 14 opgevuld is, wordt het uitstekend gedeelte van de isolatielaag 20 neergelaten, zodat ook de voeg 14 door de isolatielaag 20 afgedekt wordt en het ontstaan van een geluidslek op deze plaats voorkomen kan worden.

   Hierbij is het mogelijk dat de randen van de isolatielaag 20 van de naast elkaar liggende geprefabriceerde elementen 100 en 101 elkaar overlappen. Ten slotte wordt dan de ruimte tussen de dekvloeren 30 van de geprefabriceerde elementen 100 en 101 verder opgevuld met het voegvulmateriaal. 



   Tijdens de afwerkingsfase van het gebouw wordt het geheel van dekvloeren 30 en devloerelementen 31 afgedekt met 

 <Desc/Clms Page number 10> 

 een uitvullingslaag 4, die dient voor het egaliseren van de vloer en eventueel ook voor het opnemen van leidingen 5. Op de uitvullingslaag 4 wordt ten slotte de uiteindelijke vloerafwerking 60 aangebracht.

Claims (17)

  1. Conclusies 1. Vloersysteem voor toepassing in de bouwindustrie, omvattende een veelheid van geprefabriceerde elementen (100, 101) die bedoeld zijn voor plaatsing op muren (40) of steunbalken van een onderliggende verdieping en als basis voor muren (41,42) van een bovenliggende verdieping, daardoor gekenmerkt, dat de geprefabriceerde elementen (100, 101) een gelaagde structuur hebben, waarvan een eerste laag (1) gevormd wordt door een draagstructuur (10) voor het verkrijgen van een dragend vermogen, waarvan een tweede laag (2) boven de eerste laag (1) gevormd wordt door een isolatielaag (20) voor het akoestisch isoleren van de bovenliggende en onderliggende verdieping van elkaar, en waarvan een derde laag (3) boven de tweede laag (2) gevormd wordt door een dekvloer (30) voor het afdekken van de isolatielaag (20).
  2. 2. Vloersysteem volgens conclusie 1, daardoor gekenmerkt, dat de isolatielaag (20) gevormd wordt door een veelheid van discrete elementen (21) van een akoestisch isolerend materiaal.
  3. 3. Vloersysteem volgens conclusie 2, daardoor gekenmerkt, dat de discrete elementen (21) volgens een regelmatig raster over de isolatielaag verdeeld zijn.
  4. 4. Vloersysteem volgens conclusie 2 of 3, daardoor gekenmerkt, dat de discrete elementen (21) ingebed zijn in een neutraal materiaal (22) voor het opvullen van de tussenruimte tussen de discrete elementen.
  5. 5. Vloersysteem volgens één der voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt, dat de geprefabriceerde elementen (100, 101) onderaan een oplegzone omvatten, waar de draagstructuur in contact komt met de muren (40) van de onderliggende verdieping, en dat in deze oplegzone een bijkomende akoestische isolatie (50) aangebracht is. <Desc/Clms Page number 12>
  6. 6. Vloersysteem volgens één der voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt, dat de draagstructuur (10) van de geprefabriceerde elementen langszijden (12,13) heeft, waarbij elke langszijde (12) voorzien is om met de langszijde (13) van de draagstructuur van een naastliggend geprefabriceerd element een opvulbare voeg (14) te vormen, waarbij de isolatielaag (20) van de geprefabriceerde elementen zich uitstrekt tot tegen deze langszijden (12, 13) en de dekvloer (30) inspringt ten opzichte van deze langszijden (12, 13), en dat het vloersysteem verder dekvloerelementen (31) omvat voor het afdekken van de voeg (14).
  7. 7. Geprefabriceerd element als onderdeel van een vloersysteem voor toepassing in de bouwindustrie, waarbij het geprefabriceerd element (100, 101) een draagstructuur (10) omvat voor het verkrijgen van een dragend vermogen, daardoor gekenmerkt dat het geprefabriceerde element een gelaagde structuur heeft, waarvan de draagstructuur (10) een eerste laag (1) vormt, waarvan een tweede laag (2) boven de eerste laag gevormd wordt door een isolatielaag (20) voor het akoestisch isoleren van de bovenliggende en onderliggende verdieping van elkaar, en waarvan een derde laag (3) boven de tweede laag gevormd wordt door een dekvloer (30) voor het afdekken van de isolatielaag (20).
  8. 8. Geprefabriceerd element volgens conclusie 7, daardoor gekenmerkt, dat de isolatielaag (20) gevormd wordt door een veelheid van discrete elementen (21) van een akoestisch isolerend materiaal.
  9. 9. Geprefabriceerd element volgens conclusie 8, daardoor gekenmerkt, dat de discrete elementen (21) volgens een regelmatig raster over de isolatielaag verdeeld zijn.
  10. 10. Geprefabriceerd element volgens conclusie 8 of 9, daardoor gekenmerkt, dat de discrete elementen (21) ingebed zijn <Desc/Clms Page number 13> in een neutraal materiaal (22) voor het opvullen van de tussenruimte tussen de discrete elementen.
  11. 11. Geprefabriceerd element volgens één der conclusies 7-10, daardoor gekenmerkt, dat het geprefabriceerde element (100) onderaan een oplegzone omvat, voorzien om in contact te komen met muren (40) van een onderliggende verdieping, en dat in deze oplegzone een bijkomende akoestische isolatie (50) aangebracht is.
  12. 12. Geprefabriceerd element volgens één der conclusies 7-11, daardoor gekenmerkt, dat de draagstructuur (10) één of meer langszijden (12) heeft die voorzien zijn om met een langszijde (13) van de draagstructuur van een naastliggend geprefabriceerd element een opvulbare voeg (14) te vormen, waarbij de isolatielaag (20) van het geprefabriceerde element (100) zich uitstrekt tot tegen deze langszijden (12) en de dekvloer (30) inspringt ten opzichte van deze langszijden (12), zodat een ruimte ontstaat voor het opnemen van dekvloerelementen (31) voor het afdekken van de voeg (14).
  13. 13. Werkwijze voor het vervaardigen van een geprefabriceerd element voor toepassing in een vloersysteem, waarbij in een eerste stap een draagstructuur (10) vervaardigd wordt, daardoor gekenmerkt, dat de werkwijze de volgende stappen omvat: a) het aanbrengen van een veelheid van discrete elementen (21) van een akoestisch isolerend materiaal op een bovenzijde van de draagstructuur (10), b) het aanbrengen van een dekvloer (30) op de discrete elementen.
  14. 14. Werkwijze volgens conclusie 13, daardoor gekenmerkt, dat de discrete elementen in het beton van de draagstructuur (10) gedrukt worden vooraleer dit uitgehard is.
  15. 15. Werkwijze volgens conclusie 14, daardoor gekenmerkt, dat de discrete elementen (21) opgenomen zijn in een folie van neutraal materiaal (22), die de bovenzijde van de draagstructuur (10) <Desc/Clms Page number 14> volledig afdekt, en dat de dekvloer (30) aangebracht wordt door het storten van beton.
  16. 16. Werkwijze volgens één der conclusies 13- 15, daardoor gekenmerkt, dat de draagstructuur (10) vervaardigd wordt door het storten van beton in een mal.
  17. 17. Werkwijze volgens één der conclusies 13- 15, daardoor gekenmerkt, dat de draagstructuur (10) vervaardigd wordt door het storten van beton in een mobiele bekistingsmachine, zoals bijvoorbeeld een glijbekisting of een extrusiemachine.
BE2003/0579A 2003-10-28 2003-10-28 Vloersysteem, geprefabriceerd element en werkwijze voor vervaardigen van geprefabriceerd element. BE1015755A3 (nl)

Priority Applications (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE2003/0579A BE1015755A3 (nl) 2003-10-28 2003-10-28 Vloersysteem, geprefabriceerd element en werkwijze voor vervaardigen van geprefabriceerd element.
EP04447200A EP1528170A1 (en) 2003-10-28 2004-09-14 Floor system, prefabricated element and process for manufacturing the prefabricated element

Applications Claiming Priority (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE2003/0579A BE1015755A3 (nl) 2003-10-28 2003-10-28 Vloersysteem, geprefabriceerd element en werkwijze voor vervaardigen van geprefabriceerd element.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
BE1015755A3 true BE1015755A3 (nl) 2005-08-02

Family

ID=34397927

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
BE2003/0579A BE1015755A3 (nl) 2003-10-28 2003-10-28 Vloersysteem, geprefabriceerd element en werkwijze voor vervaardigen van geprefabriceerd element.

Country Status (2)

Country Link
EP (1) EP1528170A1 (nl)
BE (1) BE1015755A3 (nl)

Families Citing this family (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
GB2452310A (en) * 2007-08-31 2009-03-04 Univ Napier Method and apparatus for constructing a floor with enhanced acoustic performance
NL1035068C2 (nl) * 2008-02-22 2009-08-25 Infra & B V Vloersamenstel alsmede paneel geschikt voor dergelijk vloersamenstel.
ES2401250A1 (es) * 2012-11-21 2013-04-18 Universidad Politécnica de Madrid Forjado prefabricado
CN108590005B (zh) * 2018-04-20 2019-05-24 长安大学 一种装配整体式暗梁空心双向楼盖及装配方法

Citations (6)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
GB288093A (en) * 1927-09-21 1928-04-05 Wilhelm Michaelis Cement covering on brick or concrete floors
US3107377A (en) * 1959-09-18 1963-10-22 Hamilton Kent Mfg Company Bridge pad and its use
GB1181931A (en) * 1968-02-14 1970-02-18 Nils Georg Bjorhaag A Reinforced Concrete Element for Roofs or Flooring
US3631643A (en) * 1968-10-01 1972-01-04 Nilcon Ab Ing Firman Method and device for the manufacture of concrete building elements
WO1993016244A1 (en) * 1992-02-11 1993-08-19 Kautar Oy Method for improving the sound insulation quality of a hollow-core slab and a combination hollow-core with high sound insulation quality
US20020178675A1 (en) * 2001-04-25 2002-12-05 Valentine Jim Louis Shock absorber for sports floor

Family Cites Families (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
FR2712004B1 (fr) * 1993-11-02 1996-01-05 Coffratherm Ste Civile Invente Plancher comportant une dalle en béton et procédé de construction s'y rapportant.

Patent Citations (6)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
GB288093A (en) * 1927-09-21 1928-04-05 Wilhelm Michaelis Cement covering on brick or concrete floors
US3107377A (en) * 1959-09-18 1963-10-22 Hamilton Kent Mfg Company Bridge pad and its use
GB1181931A (en) * 1968-02-14 1970-02-18 Nils Georg Bjorhaag A Reinforced Concrete Element for Roofs or Flooring
US3631643A (en) * 1968-10-01 1972-01-04 Nilcon Ab Ing Firman Method and device for the manufacture of concrete building elements
WO1993016244A1 (en) * 1992-02-11 1993-08-19 Kautar Oy Method for improving the sound insulation quality of a hollow-core slab and a combination hollow-core with high sound insulation quality
US20020178675A1 (en) * 2001-04-25 2002-12-05 Valentine Jim Louis Shock absorber for sports floor

Also Published As

Publication number Publication date
EP1528170A1 (en) 2005-05-04

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US2590685A (en) Prestressed concrete structure
EP2155964B1 (en) Prefabricated module for a railway and method for manufacturing this module
US4653956A (en) Highway pavement
JP2008507640A (ja) フローテイングスレーブトラックベッド
US4436274A (en) Vibration dampening support
JP2008507640A5 (nl)
JP2007070859A (ja) 建造物の免震施工方法および免震構造
CA2592757C (en) Fixed track bed for rail vehicles
BE1015755A3 (nl) Vloersysteem, geprefabriceerd element en werkwijze voor vervaardigen van geprefabriceerd element.
JP5291328B2 (ja) 伸縮装置及びその製造方法
KR20190112451A (ko) 탄성보강재를 이용하여 내구성을 향상시킨 신축이음 시공방법
JP4268503B2 (ja) 擁壁付軽量盛土
BE1022020B1 (nl) Elastische mat voor een zwevende spoorweg
JPH09287217A (ja) 高遮音特性を有するプレキャストコンクリート板
JP5063311B2 (ja) 伸縮装置
JP4012608B2 (ja) 橋面の連続舗装構造
JP3726042B2 (ja) 保護壁付軽量盛土の構築方法
KR100515931B1 (ko) 건축물 벽체의 방음방진구조
CN116411674B (zh) 一种与现浇结合的预制板的施工方法
JP4092130B2 (ja) 床版継手部の構造
JP3194554U (ja) 床構造
JP4044877B2 (ja) 道路用軽量盛土
JP3321136B2 (ja) 柱部材及び既設構造物の固体音遮断工法
JP2021011777A (ja) 道路構造
CN116733153A (zh) 一种超大动荷载楼板结构及其施工方法

Legal Events

Date Code Title Description
RE Patent lapsed

Effective date: 20121031