NL1034951C2

NL1034951C2 - Voorziening om kipkrachten van een tralieligger binnen een kasconstructie op te vangen.

Info

Publication number: NL1034951C2
Application number: NL1034951A
Authority: NL
Inventors: Jacobus Johannes Wilhelmus Van Dijk
Original assignee: Klimrek I E B V
Priority date: 2008-01-25
Filing date: 2008-01-25
Publication date: 2009-07-30

Description

Voorziening om kipkrachten van een tralieligger binnen een kasconstructie op te vangen.

Kassen worden doorgaans gekenmerkt door een aantal kapconstructies welke op een 5 tralieligger geplaatst worden. Door het gebruik van een dergelijke tralieligger wordt een gewenste grote vrije werkruimte bewerkstelligd. Zo geven twee 4.80 meter brede kappen geplaatst op een tralieligger van 9.60 meter een vrije werkruimte van 9.60 meter. Ook is het mogelijk om een groter aantal kappen op een tralieconstructie te plaatsen zodat de vrije werkruimte verder vergroot wordt 10 Een tralieconstructie is een relatief smal en hoog profiel hierdoor worden neerwaartse en opwaartse belasting vanuit de kapconstructie opgevangen.

Door de relatief smalle en hoge tralie is het profiel echter onderhevig aan kipkrachten om de langsas daarvan.

Het doel is om van smalle tralieprofielen uit te gaan omdat een kas gebaat is bij een 15 hoge lichtdoorlaat. Als gevolg van de aanzienlijke neerwaartse en opwaartse belastingen, vooikomende ongelijke belasting van de goot haaks op deze tralieconstructie en (zijdelingse) belasting uit gewassen, schermen, railsystemen of andere kasinrichtingen zullen er voorzieningen aangebracht moeten worden om het wegkantelen van de tralie te voorkomen.

20 Volgens de uitvinding voorgestelde constructie bestaat uit het via trekstangen afvoeren van de optredende kip krachten op de tralieligger. Daartoe wordt op de tralieligger onder de nok van de kap een in hoofdzaak verticale steun geplaatst met aan de bovenzijde bevestigde trekstangen neerwaarts lopende naar een haaks op de tralieligger gelegen lagere langsligger (het gootprofiel). Deze trekstangen grijpen aan op de 25 langsligger op enige afstand van het steunpunt van deze langsligger op de tralieconstructie.

Naast deze hoger dan de tralieligger en langsligger gelegen trekstangen verbonden met de langsligger zijn er ook trekstangen lager dan de langsligger voorzien. Deze lager gelegen trekstangen grijpen op enige afstand van het steunpunt van de langsligger op de 30 tralieligger aan op deze langsligger en lopen naar een lager punt onder het steunpunt van de langsligger op de tralieligger. Dit lager gelegen bevestigingspunt kan de bovenzijde van de tralieligger zijn maar ook de onderzijde van de tralieligger is mogelijk. Meerdere naast elkaar gelegen kap/ tralieconstnicties worden op voorgestelde wijze uitgevoerd.

1034951 2

Onderhavige uitvoering maakt het mogelijk om enerzijds de tralieconstructie beduidend lichter en smaller uit te voeren en anderzijds om de overspanning van de langsliggers aanzienlijk te vergroten.

5 De beschrijving van de tekeningen, FIG 1, Is de tralieconstructie 1 met twee erop geplaatste kapconstructies, op de tralieconstructie zijn steunen geplaatst 3 met daaraan trekstangen 5 die bevestigd zijn aan de goot 4. De tralieconstructie is geplaatst op kolommen 10.

10 F1G 2, Is het aanzicht evenwijdig aan de tralieligger waarin de bovengelegen trekstangen 5 op de steun 3 en de goot 4 aangrijpen en de onder de goot gelegen trekstangen (de ondertrekker) 6 op de goot 4 en op de tralie 7 onder het steunpunt van de goot 8. Met 9 wordt de belasting op de goot aangegeven. Bij opwaarts bewegen zullen de ondertrekkers 6 op trek belast worden. Bij neerwaartse belasting zullen de 15 boven trekkers 5 belast gaan worden.

FIG 3, Is het bovenaanzicht op de tralie / kasconstructie en geeft de afwenteling van de krachten weer naar de naastgelegen kapconstructie en vervolgens naar de fundatie 10. De goot 4 wordt bijvoorbeeld naar boven belast door windzuiging op de kap hierdoor 20 wordt bij punt 9 de onder de goot bevestigde trekstang op trek belast. Deze ondertrekker geeft haar belasting door op de tralie 7 met een zijdelingse belasting tot gevolg. De ondertrekker aan de andere zijde van tralie 7 zal deze belasting echter doorgeven via het aangrijpingspunt op de goot 4 naar op de boven de goot gelegen trekstangen 5 welke vervolgens bij de steun 3 doorgegeven worden aan trekkerstangen 25 welke aangrijpen op de naastgelegen goot. Deze naastgelegen goten zullen vervolgens de belasting via de onder de goot gelegen trekstangen via hoofdkolom 10 af kunnen wentelen. Met 11 wordt de nok aangegeven hoewel deze bij voldoende drukstijfheid constructief krachten zou kunnen opnemen gaan we in dit voorbeeld uit van een niet constructief te belasten nok behoudens de op de kapbedekking optredende wind en 30 sneeuw belasting ed.

1034951

Claims

1. Kasconstructie met tralieliggers omvattende een tralieconstructie met daarop geplaatst twee of meer kappen, met het kenmerk, dat op de tralieconstructie onder 5 de nok van de kappen steunen geplaatst zijn met trekstangen die via de goten samen met de onder de goten gelegen trekstangen de tralie stabiliseren tegen optredende kipkrachten.

2. Kasconstructie volgens conclusie 1, waarbij de tralieligger een enkelvoudige ligger 10 is.

3. Kasconstructie volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij de steun op de tralie uit twee steunen bestaat welke in de nok bij elkaar komen.

4. Kasconstructie volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij de trekkers bevestigd aan een goot op een hoofdkolom zwaarder uitgevoerd zijn dan die aan een middengoot.

5. Kasconstructie volgens een der voorgaande conclusies waarbij de trekkers bij de 20 hoofdkolom op druk belast kunnen worden.

6. Kasconstructie volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij de tralieligger smaller uitgevoerd is.

7. Kasconstructie volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij de bovenligger van de tralie smaller uitgevoerd is dan de onderligger.

8. Kasconstructie volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij de goot overspanning cq de onderlinge afstand van de tralieliggers vergroot is. 30

9. Kasconstructie volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij boven de goot 4 trekkers per kap aanwezig zijn en onder de goot 2 1034951

10. Kasconstructie volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij de trekkers aan het kopeinde van de kap op druk belastbaar zijn.

11. Kasconstructie volgens een van de vorige conclusies waarbij de tralie lager dan het 5 aangrijpingspunt van de trekkers onder de goot geplaatst is. 10 15 20 25 1034951