NL1034614C2 - Geluidsscherm, schermelement en vangrails. - Google Patents

Description

Geluidsscherm, schermelement en vangrails.

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een geluidsscherm voor een verkeersweg omvattende een zich in een langsrichting uitstrekkende eerste wand die een ruimte laat 5 tot een zich eveneens in de langsrichting uitstrekkende tweede wand om daartussen een van de verkeersweg ontwijkende luchtstroom te ontvangen, waarbij de eerste wand aan een basis ten minste één inlaatopening tot de ruimte vrijlaat en waarbij de ruimte uitmondt in ten minste één uitstroomopening .

10 Geluidsschermen van de in de aanhef beschreven soort worden op grote schaal toegepast langs verkeerswegen en met name langs snelwegen. Het geluidsscherm omvat daarbij doorgaans een doorlopende, aangesloten wand met een hoogte van minimaal circa drie tot vier meter, waarmee wordt beoogd daarachter een geluidsluwe zone te scheppen om zo geluidsoverlast van verkeer over de verkeersweg voor omwonenden te 15 beperken. Daarbij worden in de praktijk uiteenlopende materialen en constructies voor geluidsschermen toegepast, variërend van enkelvoudige wanden van bijvoorbeeld hout, beton of glas tot oplossingen die met een aanpalende utiliteitsbouw of woningbouw zijn verweven. In sommige gevallen biedt het aldus opgeworpen geluidsscherm slechts een barrière tegen het doordringen van geluid naar een daarachter gelegen gebied; in andere 20 gevallen draagt het geluidsscherm actief bij aan een reductie van de geluidsbelasting voor de omgeving door geluid te absorberen en aldus daadwerkelijk te dempen.

Behalve voor eventuele geluidsoverlast van verkeerswegen is er de laatste jaren ook een toenemende aandacht voor eventuele luchtverontreiniging door verkeer van 25 verkeerswegen, met name ten aanzien van de hinder voor de onmiddellijke omgeving daarvan. Hierbij gaat het met name om de uitstoot van fijn stof en van stikstofoxiden door passerende voertuigen. Uit Europese octrooiaanvrage EP 567.040 is dan ook een geluidsscherm van de in de aanhef beschreven soort bekend dat behalve een geluid werende tevens een lucht reinigende functie heeft. Hiertoe maakt het bekende 30 geluidsscherm deel uit van een volledige overdekking van een verkeersweg. In een wand daarvan is een spouw gecreëerd met, naar de verkeersweg toe, een inlaatopening aan een basis daarvan en aan een bovenzijde een uitstroomopening. Tussen de inlaatopening en de uitlaatopening voert een luchtstroom uitlaatgassen van het passerende verkeer met 1 034 6 1 4 -2- zich mee. In de spouw is voorafgaand aan de uitstroomopening een luchtfilter aangebracht, waarmee fijne deeltjes uit de lucht worden uitgefilterd, opdat de lucht die van de uitstroomopening ontwijkt althans voor een deel van fijnstof is bevrijd. Bovendien zorgt het aldus toegepaste luchtfilter voor een verbeterde geluiddemping van 5 het geheel.

Hoewel het bekende geluidsscherm daarmee een dubbelwerking beoogt, staat en valt het rendement van dit scherm met de volledige overdekking van de verkeersweg. Daarmee is dit bekende scherm een uitermate kostbare oplossing die daarmee zelden praktisch 10 uitvoerbaar zal zijn. Zonder een dergelijke algehele opsluiting van de verkeersweg is de daadwerkelijke effectiviteit van dit bekende scherm twijfelachtig doordat dan slechts een zeer beperkt gedeelte van de door het verkeer uitgestoten uitlaatgassen door het scherm zal worden ingevangen en het overgrote deel daaraan ongefilterd voorbij gaat.

15 Met de onderhavige uitvinding wordt onder meer beoogd te voorzien in een geluidsscherm van de in de aanhef beschreven soort met een versterkt afvangend vermogen voor omgevingslucht.

Om het beoogde doel te bereiken heeft een geluidsscherm van de in de aanhef 20 beschreven soort volgens de uitvinding als kenmerk dat een stelsel van dwarswanden met een onderlinge afstand zich tussen de eerste wand en de tweede wand uitstrekt, althans in hoofdzaak dwars op de langsrichting, om daartussen opeenvolgende schachten te vormen en dat de schachten ieder zijn voorzien van ten minste één naar de verkeersweg gewende inlaatopening en ten minste één daarmee corresponderende 25 uitstroomopening en in staat en ingericht zijn om daartussen een deel van de luchtstroom te leiden. Aldus omvat het geluidsscherm een aantal opeenvolgende schachten die ieder afzonderlijk een deel van de omgevingslucht aanzuigen en aldus gezamenlijk een aanmerkelijk versterkte luchtuitwisseling met de omgeving geven. De luchtinname leidt enerzijds tot een wisselwerking met eventuele geluidsgolven die 30 daardoor worden gedempt zodat de geluidsbelasting door de verkeersweg voor de omgeving wordt teruggedrongen. Daarnaast biedt de luchtstroom een uitgelezen -3- mogelijkheid tot een effectieve luchtbehandeling om één of meer schadelijke stoffen daaruit te verwijderen.

In een voorkeursuitvoeringsvorm is het geluidsscherm volgens de uitvinding 5 gekenmerkt doordat de schachten van de ten minste ene inlaatopening naar de ten minste ene uitstroomopening althans over een deel van hun lengte vernauwen. Doordat de schachten als het ware functioneren als een langgerekte keten van schoorstenen zal het scherm langs het traject van de verkeersweg voortdurend vervuilde lucht naar binnen zuigen. De vernauwing in de schachten zorgt er daarbij voor dat de snelheid van de 10 daarin stromende lucht onderin relatief laag is en bovenin relatief hoog. Hierdoor krijgt fijn stof en andere contaminatie de kans om neer te slaan en zich te hechten, in het bijzonder aan de wanden binnenin de schachten. Tevens wordt aldus een verbeterde geluiddemping bereikt.

15 Eenmaal via de vernauwing versneld, ontwijkt de doorstromende lucht aan de uitlaatopening met een grotere snelheid om zich aldus over een groter oppervlak te verspreiden. Er zal altijd een deel van de luchtverontreiniging achterblijven in de aan de bovenzijde uitstromende lucht. Voor dit deel van de verontreiniging is het belangrijk zoveel mogelijk turbulentie te veroorzaken. Door het creëren van turbulentie bij de 20 uitstroomopening aan de bovenzijde kan de dispersie van de luchtverontreiniging worden gemaximaliseerd en daarmee de concentratie van fijn stof en NOx in het leefmilieu achter het scherm worden verlaagd. Hier speelt de doorsnede van de schacht naar de uitstroomopening een belangrijke rol, omdat die van invloed is op de snelheid waarmee de lucht het scherm verlaat. Daarmee kan een contaminatiebelasting voor de 25 onmiddellijke omgeving van de verkeersweg worden gereduceerd.

In een bijzondere uitvoeringsvorm heeft het geluidsscherm volgens de uitvinding daarbij als kenmerk dat de eerste wand en de tweede wand onderling een scherpe tophoek insluiten. Door de hoek die beide wanden aldus naar elkaar toe maken, vernauwt de 30 schacht geleidelijk om de luchtsnelheid geleidelijk op te voeren. Door de eerste wand aan de wegkant verticaal te plaatsen ontstaat aan de onderzijde meer overdruk dan -4- indien de wand schuin wegloopt. Uit esthetisch oogpunt en met name de beleving van het scherm door een weggebruiker, is een verticaal geplaatste frontale wand echter minder gewenst. In een verdere bijzondere uitvoeringsvorm is het geluidsscherm dan ook gekenmerkt doordat de tophoek circa 5-10 graden bedraagt en de eerste wand uit het 5 lood naar de tweede wand toe neigt. Hierdoor wordt een optimaal compromis bereikt tussen een effectiviteit van het scherm enerzijds en de acceptatie daarvan door de weggebruiker anderzijds.

Het geluidsscherm volgens de uitvinding kan op zichzelf op relatief eenvoudige wijze 10 en daardoor tegen een gunstige kostprijs worden gerealiseerd. Een specifieke uitvoeringsvorm van het geluidsscherm volgens de uitvinding heeft in dit opzicht als kenmerk dat de tweede wand zich vanaf een topzijde tot een basis uitstrekt en dat de eerste wand een afstand tot de basis bewaart om daaronder opeenvolgende inlaatopeningen te vormen aan weerszijden van een dwarswand. Het geluidsscherm is 15 aldus in zijn basis een stelsel van vlakke wanddelen die op de aangegeven wijze onderling zijn verbonden. Door de afstand van de eerste wand tot de basis worden de gewenste inlaatopeningen vrij gelaten.

Een verdere bijzondere uitvoeringsvorm van het geluidsscherm volgens de uitvinding 20 heeft als kenmerk dat opeenvolgende dwarswanden in de langsrichting onderling zijn verbonden door wanddelen van de eerste wand die een afstand tot een rand van de dwarswanden bewaren. De afstand van de eerste wanddelen tot de rand van de dwarswanden laat een deel van de dwarsranden als ribben uitsteken om aldus een geprofileerd oppervlak aan de wegzijde te vormen. Dit oppervlak veroorzaakt meer 25 turbulentie en daarmee een verbeterde geluiddemping en dispersie van de ontwijkende luchtstromen die niet werden ingevangen.

Een verdere voorkeursuitvoeringsvorm van het geluidsscherm volgens de uitvinding heeft als kenmerk dat ten minste één van de genoemde wanden een actief 30 hoofdoppervlak heeft dat in staat en ingericht is om ten minste één verontreiniging uit de luchtstroom althans te binden. Aldus draagt het hoofdoppervlak van althans een -5- aantal van de wanden van het geluidsscherm actief bij aan een zuivering van de langs stromende lucht door contaminatiecomponenten aan zich te binden. Een bijzondere uitvoeringsvorm van het geluidsscherm heeft daarbij volgens de uitvinding als kenmerk dat de ten minste ene wand uit houtvezelbeton is samengesteld. In diverse 5 praktijkproeven is bewezen dat houtvezelbeton zeer effectief werkt als filter voor het aanhechten van fijn stof. Ook voor wat betreft de geluidsabsorberende kwaliteiten heeft houtvezelbeton zich reeds bewezen in velerlei toepassingen. De fijne open structuur van houtvezelbeton zorgt er bovendien voor dat er veel aanhechtingsmogelijkheid is voor fijn stof.

10

Een verdere bijzondere uitvoeringsvorm van het geluidsscherm heeft als kenmerk dat het hoofdoppervlak katalytisch is en in staat en ingericht is om ten minste één verontreiniging om te zetten, en meer in het bijzonder dat het hoofdoppervlak is voorzien van een bekleding, in het bijzonder een coating, die een katalysator omvat, in 15 het bijzonder titaniumdioxide, om een verontreiniging af te breken. Aldus levert het scherm een actieve bijdrage aan een verbetering van de luchtkwaliteit door een reductie van schadelijke stoffen. Titaniumdioxide heeft zich in dit opzicht bewezen als katalysator voor het omzetten van stikstofoxiden, kortweg aangeduid als NOx, naar het onschadelijke nitraat.

20

Daarnaast is een doeltreffende zuivering van de lucht die door een schacht stroomt mogelijk in een verdere bijzondere uitvoeringsvorm van het geluidsscherm volgens de uitvinding, welke uitvoeringsvorm is gekenmerkt doordat een schacht tussen de inlaatopening en de ten minste ene uitstroomopening daarvan een al of niet actief 25 luchtfilter omvat. Door een geschikte keuze kunnen daarbij uiteenlopende contaminaties effectief uit de luchtstroom worden geëlimineerd, althans terug gedrongen. Gewoonlijk levert een filter daarbij luchtweerstand die de luchtsnelheid zal reduceren, waardoor een betere wisselwerking met het filtermateriaal mogelijk is, maar waardoor ook een verdere demping van eventuele geluidsgolven zal optreden. In de praktijk kan aldus een 30 optimaal evenwicht worden gezocht tussen de gewenste sterkte van de luchtstroom en -6- daarmee de aanzuigende werking van een schacht en een gewenste mate van wisselwerking met de doorstromende lucht.

Door de aanhechting van fijnstof aan het oppervlak van één of meer van de wanden van 5 het scherm zullen deze na verloop van tijd verzadigd kunnen raken en aan effectiviteit kunnen inboeten. Om dit tegen te gaan heeft een verdere bijzondere uitvoeringsvorm van het geluidsscherm volgens de uitvinding als kenmerk dat sproeimiddelen in de schacht zijn opgenomen die in staat en ingericht zijn om al of niet periodiek althans een deel van een hoofdoppervlak van althans een deel van de wanden aan een 10 reinigingsmiddel, zoals water en in het bijzonder hemelwater, te onderwerpen. Aldus kan al of niet periodiek het oppervlak worden gerevitaliseerd.

Op en rond een verkeersweg zijn verschillende luchtstromingen van belang. Ten eerste is er een primaire luchtstroming als gevolg van wind. Deze stroming heeft een redelijk 15 constante kracht en richting en zorgt voor de aanvoer van vervuilde lucht naar het scherm aan de lijzijde van de weg. Ten tweede zijn er meer lokale en tijdelijke luchtstromingen als gevolg van voorbij rijdend verkeer. Deze stromingen zijn turbulent, een drukgolf wordt afgewisseld door zog. Om ook deze luchtstroom zo efficiënt mogelijk te benutten voor het opwekken van een luchtstroom door de schachten, heeft 20 een verdere bijzondere uitvoeringsvorm van het geluidsscherm volgens de uitvinding als kenmerk dat inlaatopeningen zijn voorzien van een keerklep die bij een externe overdruk naar de schacht toe opent en bij een externe onderdruk althans in hoofdzaak sluit, en meer in het bijzonder dat de keerklep een vlak kleplichaam omvat dat aan een basiszijde zwenkbaar om een schamieras is aangebracht en tegen een veerspanning in 25 aanligt in een klepzitting. Aldus zal de overdruk van een drukgolf van een passerend voertuig de keerklep doen openen, zodat een luchtstroom naar binnen treedt. Omgekeerd zal de klep sluiten zodra daaropvolgend het zog van het voertuig een onderdruk veroorzaakt, opdat netto overwegend een intermitterende luchtstroom naar binnen zal optreden.

30 -7-

Ten behoeve van een verdere optimalisatie van deze secundaire luchtstroomwerking heeft een verdere bijzondere uitvoeringsvorm van het geluidsscherm volgens de uitvinding als kenmerk dat de dwarswanden aan een basiszijde ten minste één verbindingsopening omvatten waardoor opeenvolgende schachten aan de basiszijde 5 onderling in open communicatie verkeren. Deze verbindingsopening zorgt voor een uitwisseling van druk -als gevolg van de voortgang van drukgolf en zog aan de voorzijde- via de achterzijde van de schachten. Hiermee wordt de intensiteit van een te grootschalige turbulentie afgebroken.

10 Om het effect van de primaire luchtstroom als gevolg van de langs stromende wind te versterken kan gebruik worden gemaakt maken van de snelheidszuiging aan de bovenzijde van het scherm om meer onderdruk te maken, waardoor het aandeel toestroom aan de wegkant aan de onderzijde toeneemt. Omdat het voeren van deze lucht door het scherm heen anders alleen relevant zou zijn voor het scherm aan de lijzijde van 15 de weg, heeft een verdere bijzondere uitvoeringsvorm van het geluidsscherm volgens de uitvinding als kenmerk dat de ten minste ene uitstroomopening is voorzien in een uitlaatelement dat draaibaar om een verticale as aan een topzijde is aangebracht en dat in staat en ingericht is om zich naar een windrichting te richten met de uitstroomopening aan een lijzijde. Aldus wordt aan de bovenzijde van het scherm het principe van een 20 zogenaamde "gek" toegepast. Een gek is een kap op een schoorsteen die zodanig is gemaakt, dat deze met de wind meedraait en wel op zo’n manier dat de wind niet in de schoorsteenpijp kan blazen, maar juist een onderdruk rondom de opening daarvan creëert en lucht uit de schoorsteen wegtrekt, waarmee de zuiging aan de bovenrand wordt versterkt. In een vereenvoudigde, statische vorm kan een vergelijkbare werking 25 worden bereikt door een hoger opstaand deel aan de loefzijde ten opzichte van de lijzijde, zij het dat hierbij de werking afhankelijk zal zijn van de daadwerkelijke windrichting.

Naast de hiervoor aangegeven primaire en secundaire luchtstroom kan verder gebruik 30 worden gemaakt van een thermisch geïnduceerde luchtstroom. Dit wordt bereikt in een verdere voorkeursuitvoeringsvorm van het geluidsscherm volgens de uitvinding, -8- gekenmerkt doordat ten minste één wand van een schacht in staat en ingericht is om in warmte uitwisselend contact met omgevingslicht te treden. Aldus wordt zonne-energie ingezet voor het op gang houden c.q. versterken van de luchtstroming door het scherm, ook bij windstil weer. Het warmte-uitwissend contact met het zonlicht zorgt voor een 5 opwarming van de luchtkolom in de schacht waardoor deze zal opstijgen, waardoor onderaan de schacht lucht toestroomt en bovenaan lucht uitstroomt.

Om het binnentreden van zonlicht daarbij te bevorderen heeft een verdere bijzondere uitvoeringsvorm van het geluidsscherm volgens de uitvinding als kenmerk dat ten io minste één van de eerste en tweede wand, in het bijzonder de tweede wand, althans ten dele translucent is. De zon kan aldus rechtstreeks de schacht binnentreden om de lucht daarin te verwarmen. Indien bijvoorbeeld een achterzijde van het scherm een belangrijk deel van de dag zon vangt, wordt deze met voordeel translucent uitgevoerd, bijvoorbeeld door toepassing van glas of polymethylmetacrylaat (PMMA) als materiaal 15 voor de wand aan deze zijde toe te passen.

Een verdere optimalisatie van deze thermische trek kan worden bereikt met een verdere bijzondere uitvoeringsvorm van het geluidsscherm volgens de uitvinding gekenmerkt doordat de ten minste ene wand een oppervlak met een donkere tint heeft en in het 20 bijzonder althans ter plaatse zwart is. Dankzij de donkere tint zal de betreffende wand meer warmte absorberen, om deze vervolgens aan de onmiddellijke omgeving door zowel straling als geleiding af te staan.

In een verdere bijzondere uitvoeringsvorm heeft het geluidsscherm volgens de 25 uitvinding als kenmerk dat de eerste wand aan een buitenzijde is voorzien van een wandbekleding, en in het bijzonder van een verwisselbare wandbekleding. Aldus kan, uitgaande van een standaard constructie, aan de wegzijde een beplating of anderszins bekleding worden toegepast die optimaal harmonieert met de omgeving. Een verwisselbare bekleding levert daarbij een groter gemak bij onderhoud dat aldus louter 30 een periodieke verwisseling van de bekleding behoeft te betekenen om het scherm actief -9- en fris te houden, welk werk vrijwel ongeacht de weersomstandigheden kan worden uitgevoerd.

Behalve aan een vluchtstrookzijde van een verkeersweg kan het geluidsscherm volgens 5 de uitvinding ook in een middenberm of anderszins tussen rijbanen worden toegepast. Met het oog daarop heeft een bijzondere uitvoeringsvorm van het geluidsscherm volgens de uitvinding als kenmerk dat aan een van de eerste wand afgewende zijde van de tweede wand een tweede eerste wand zich in de langrichting uitstrekt en dat het geluidsscherm tussen beide eerste wanden althans in hoofdzaak spiegelsymmetrisch is 10 uitgevoerd. Door de toegepaste spiegelsymmetrie heeft dit scherm aan weerszijden op zijn minst een vergelijkbare werking.

Een verdere bijzondere uitvoeringsvorm van het geluidsscherm volgens de uitvinding heeft als kenmerk dat de tweede wand althans plaatselijk een buitengevel van een 15 lintbebouwing omvat. Aldus kan het geluidsscherm naadloos worden geïntegreerd in een eventueel aanwezige lintbebouwing, wat behalve ruimte tevens kosten spaart.

Een verdere bijzondere uitvoeringsvorm van het geluidsscherm heeft volgens de uitvinding als kenmerk dat de tweede wand althans plaatselijk een wand van een tunnel 20 of tunnelbak omvat. De aldus volledig of gedeeltelijk verzonken ligging van het geluidsscherm verhoogt enerzijds de efficiency van het scherm doordat van de verkeersweg ontwijkende luchtstromen als het ware zijn opgesloten en beter door het scherm kunnen worden afgevangen. Daarnaast staat een verdiepte ligging van het scherm in een tunnelbak een grotere hoogte van het scherm toe zodat ook daardoor de 25 werking van het scherm wordt bevorderd.

Ter vereenvoudiging van een plaatsing van het geluidsscherm heeft een verdere bijzondere uitvoeringsvorm daarvan als kenmerk dat het geheel althans in hoofdzaak uitgaat van een aaneenschakeling van opeenvolgende schermelementen die ieder een 30 stelsel van opeenvolgende dwarswanden omvatten met aan een eerste zijde een eerste wandsegment en aan een tegenoverliggende zijde een tweede wandsegment. Aldus -10- kunnen de schermelementen vooraf fabrieksmatig worden samengesteld om vervolgens in het werk nog slechts tegen elkaar te worden geplaatst. Een verdere bijzondere uitvoeringsvorm van het geluidsscherm volgens de uitvinding heeft daarbij als kenmerk dat de schermelementen een funderingsplaat omvatten waarop het stelsel van 5 dwarswanden afsteunt, waarbij het tweede wandsegment althans nagenoeg tot de funderingsplaat reikt en het eerste wandsegment door een stelsel van opeenvolgende inlaatopeningen daarvan is gescheiden, en meer in het bijzonder dat de funderingsplaat een gewapende betonplaat omvat. De basis van de schermelementen wordt aldus gevormd door een funderingsplaat, bijvoorbeeld van beton. Door gebruik te maken van 10 prefab fimderingsplaten als basis voor het scherm, is een eenvoudige puinfundering langs de weg vaak voldoende. Hierdoor kan het scherm bijzonder snel geplaatst en ook verplaatst worden. Een verdere functionaliteit wordt bereikt met een verdere uitvoeringsvorm van het geluidsscherm welke is gekenmerkt doordat de funderingsplaat een afwateringsgoot omvat.

15

In een verdere bijzondere uitvoeringsvorm is het geluidsscherm volgens de uitvinding gekenmerkt doordat tussen opeenvolgende schermelementen koppelmiddelen zijn voorzien voor een althans in hoofdzaak aangesloten koppeling van opeenvolgende schermelementen. De koppelmiddelen kunnen daarbij een fysieke verbinding omvatten 20 of een los verband. In beide gevallen kan daarmee een uitlijning van opeenvolgende schermelementen worden bereikt, wat een aaneengesloten plaatsing van het geheel vergemakkelijkt en een eventuele verzakking of anderszins zetting na verloop van tijd van individuele schermelementen tegengaat.

25 Een geluidsscherm volgens de uitvinding omvat in principe een herhaling van opeenvolgende schermelementen, die althans in hoofdzaak aan elkaar gelijk zijn. Ten behoeve van de verwerking daarin van een bocht van de verkeersweg heeft een bijzondere uitvoeringsvorm van het geluidsscherm volgens de uitvinding evenwel als kenmerk dat althans één van de schermelementen in staat en ingericht is althans een 30 boogdeel van een bocht te vormen. Evenzo voorziet de uitvinding in een verdere bijzondere uitvoeringsvorm die is gekenmerkt doordat de schermelementen eindigen -11- met een sluitelement dat aan een van een voorgaand schermelement afgewende zijde een sluitwand omvat, om daarmee een begin- en eindafwerking van het scherm te vormen. Een verdere bijzondere uitvoeringsvorm van het geluidsscherm volgens de uitvinding heeft in dit verband als kenmerk dat de schermelementen aan een naar de 5 verkeersweg gewende zijde vangrails omvatten en voorziet daarmee in een complete randafwerking van een verkeersweg.

De werking van het scherm kan verder worden geoptimaliseerd door het scherm dichter bij de bron te plaatsen. Traditionele geluidsschermen staan doorgaans ruim twee meter 10 achter een vangrail. Dit houdt verband met de constructie van een traditionele vangrail, die bij een aanrijding aan een achterzijde daarvan een vrije ruimte vergt om voldoende te kunnen wijken. Een verdere bijzondere uitvoeringsvorm van het geluidsscherm volgens de uitvinding heeft evenwel als kenmerk dat de vangrails een aantal boven elkaar gelegen railelementen omvat die zich in de langsrichting uitstrekken en die ieder 15 door tussenkomst van een individueel stelsel van in de langsrichting gedistribueerde railsteunen verend zijn bevestigd waarbij de railsteunen van een railelement een daaronder gelegen railelement aan een achterzijde kruisen. Door aldus de traditionele, wijkende vangrails te vervangen voor een verende vangrails, kan het scherm circa anderhalve meter dichter op de bron worden geplaatst, waardoor het effect daarvan 20 aanmerkelijk toeneemt. Dankzij de specifieke uitvoering van de vangrails volgens de uitvinding wordt bovendien een verstoring van de wind en andere luchtstromen tot een minimum beperkt.

De uitvinding heeft tevens betrekking op een dergelijke vangrail en op een 25 schermelement voor toepassing in het geluidsscherm volgens de uitvinding en zal thans nader worden toegelicht aan de hand van enkele uitvoeringsvoorbeelden en een bijbehorende tekening. In de tekening toont: figuur 1 schematisch een verkeersweg met een uitvoeringsvoorbeeld van een geluidsscherm volgens de uitvinding; 30 figuur 2 een dwarsdoorsnede van een schermelement van het geluidsscherm van figuur 1; -12- figuur 3 een vooraanzicht van het geluidsschermelement van figuur 2; figuur 4 een achteraanzicht van het geluidsschermelement van figuur 2; figuur 5 schematisch het werkingsprincipe van het geluidsscherm volgens de uitvinding; 5 figuur 6 een eerste alternatieve uitvoeringsvorm van het geluidsscherm volgens de uitvinding; en figuur 7 een tweede alternatieve uitvoeringsvorm van het geluidsscherm volgens de uitvinding.

De tekeningen zijn overigens zuiver schematisch en niet op schaal weergegeven. Met 10 name kunnen omwille van de duidelijkheid sommige dimensies in meer of mindere mate overdreven zijn getekend. Overeenkomstige delen zijn in de figuren zoveel mogelijk met eenzelfde verwijzingscijfer aangeduid.

Figuur 1 toont schematisch een verkeersweg 1 waarover verkeer 2 in verschillende 15 richting rijdt met zowel langszij als in de middenberm een geluidsscherm 3,4,5 volgens de uitvinding. Het geluidsscherm 4 in de middenberm is daarbij een spiegelsymmetrische uitvoering van de schermen 3,5 aan weerszijden die identiek aan elkaar zijn, doch tegengesteld georiënteerd. De geluidsschermen kunnen in beginsel langs ieder type verkeersweg worden ingezet, doch vinden met name hun toepassing 20 langs snelwegen en spoorwegen.

De geluidsschermen 3,4,5 zijn modulair opgebouwd in de vorm van een aaneenschakeling van opeenvolgende, min of meer identieke, schermelementen 30, waarvan er één in figuur 2 in dwarsdoorsnede en in figuur 3 en 4 respectievelijk in 25 vooraanzicht en achteraanzicht is weergegeven. De basis van het scherm 30 wordt gevormd door een betonnen funderingsplaat 31. Door gebruik te maken van een prefab funderingsplaat als basis voor het scherm, is een eenvoudige puinfundering langs de weg vaak voldoende. Hierdoor kan het scherm bijzonder snel geplaatst en ook verplaatst worden. Daaraan draagt een complementaire profilering 36,37 aan weerszijden van de 30 funderingsplaat 31 bij, zie figuur 3 en 4, die zorgt voor een onderling verband en een onderlinge uitlijning van opeenvolgende schermelementen.

-13-

Op de fundering worden ribben 32 geplaatst van houtvezelbeton. Deze ribben hebben een hoogte van circa 4 meter en staan hart op hart circa 500 mm uit elkaar. Door het aanbrengen van wapening zijn de ribben geschikt als drager van de uiteindelijke constructie, waarin zij dwarswanden vormen tussen opeenvolgende schachten 40. Aan 5 een wegzijde is de ruimte tussen de ribben dichtgezet met platen, eveneens van houtvezelbeton. Deze platen vormen wanddelen van een aan deze zijde te realiseren eerste wand 33 van het geluidsscherm. De platen 33 bewaren een afstand van circa een meter aan hun onderzijde tot de fiinderingsplaat 31 ter vorming van een serie inlaatopeningen 41 voor de betreffende schachten 40. Via een dergelijke inlaatopening 10 41 kan vervuilde lucht worden aangezogen.

Aan een achterzijde is het scherm dichtgemaakt met transparante, althans translucente platen die hier een tweede wand 34 van het scherm vormen. Voor de tweede wand is in dit voorbeeld gekozen voor polymethylmetacrylaat (PMMA) ook wel bekend onder de 15 merknaam perspex. In plaats daarvan leent zich echter ook bijvoorbeeld glas en ook kan eventueel het scherm aan deze zijde lichtdicht zijn en dan bijvoorbeeld van een zwarte coating zijn voorzien. De tweede wand zorgt ervoor dat als de zon erop schijnt de temperatuur in het scherm wordt verhoogd waardoor een thermische trek in de schachten 40 wordt bereikt. Indien de achterzijde van het scherm een schaduwkant is, 20 wordt deze in houtvezelbeton uitgevoerd.

De houtvezelbeton elementen zijn doorontwikkeld tot een sterk geluidsabsorberende open structuur met een zeer fijne oppervlakkige textuur. Door de fijne structuur is het oppervlak zelfreinigend. Aan de buitenzijde spoelt de in het scherm vastgelegde 25 verontreiniging bij een regenbui uit. Om ook de binnenzijde te kunnen reinigen wordt bovenin het scherm een, niet nader getoond, sproeisysteem aangebracht.

De schermen hebben een hoge esthetische waarde. De absorberende bekleding is separaat vervangbaar en kan per snelweg in een andere vormgeving de identiteit van het scherm bepalen. De elementen kunnen in elke gewenste kleur en textuur geleverd 30 worden. In het bijzonder kan de eerste wand 33, dat wil zeggen de zichtzijde, worden voorzien van een afzonderlijke beplating of bekleding om het scherm af te stemmen op -14- zijn omgeving. Ook kunnen de elementen worden voorzien van sier-inkepingen. De elementen zijn uitwisselbaar en kunnen gecombineerd worden met andere materialen zoals kunststof, glas of hout. Voor begin en eind van het scherm, bochten en vluchtroutes zijn diverse specifieke schermelementen beschikbaar.

5

Het geluidsscherm functioneert als één langgerekte schoorsteen waardoor voortdurend vervuilde lucht naar binnen wordt gezogen. De eerste wand 33 en de tweede wand 34 staan beide circa 5-10 graden uit het lood en neigen daarbij naar elkaar toe zodat de daartussen gevormde schachten 40 geleidelijk vernauwen naar een uitlaat opening 42 aan 10 hun bovenzijde. Dit zorgt ervoor dat de snelheid van de lucht onderin het scherm laag is. Hierdoor krijgt fijn stof de kans om neer te slaan en zich te hechten aan de wanden van een schacht. Luchttechnisch vormen een schacht een "ontspanningsholte" voor de doorstromende lucht. Door de geometrische verhoudingen tussen het grootste doorlaatoppervlakte bij de inlaatopening 41 en het kleinste doorlaatoppervlakte bij de 15 uitstromingsopening 42 wordt de gemiddelde luchtsnelheid lager naar rato van de doorsneden. Door een geschikte dimensionering van deze werkzame doorsneden wordt aan de inlaatopeningen 41 een snelheid gerealiseerd die tenminste een factor 3 lager is dan aan de uitstroomopening 42. Hierdoor ontstaan gunstige condities voor het afvangen van luchtverontreiniging.

20

De tussenwanden 32 van de schachten zijn net als de eerste wand 33 opgebouwd uit houtvezelbeton. In diverse praktijkproeven is bewezen dat houtvezelbeton zeer effectief werkt als filter voor het aanhechten van fijn stof. Daarenboven is het houtvezelbeton behandeld met een coating van titaniumdioxyde die als katalysator werkt voor het 25 omzetten van stikstofoxiden (NOx). Doordat vrijwel alle houtvezelbetonnen onderdelen van het scherm tweezijdig in contact komen met de vervuilde lucht biedt het scherm aanmerkelijk meer aanhechtingsoppervlak voor fijnstof en NOx dan een traditioneel geluid absorberend scherm.

30 Op en rond een snelweg zijn verschillende luchtstromingen van belang. Dit is in figuur 5 schematisch aangegeven. Ten eerste is er gewoonlijk een luchtstroming 100 als gevolg -15- ' van wind. Deze stroming heeft een redelijk constante kracht en richting en zorgt voor de aanvoer van vervuilde lucht naar het scherm aan de lijzijde van de weg. Door het scherm zo veel mogelijk verticaal te plaatsen kan een overdruk als gevolg van deze wind worden gemaximaliseerd. Door het vlak aan de wegkant verticaal te plaatsen ontstaat aan de 5 onderzijde namelijk meer overdruk dan indien het scherm schuin wegloopt. Uit esthetisch oogpunt en omwille van de beleving voor de weggebruiker is een verticaal geplaatst scherm echter minder gewenst en is in dit voorbeeld dan ook gekozen voor een scherm staat onder een hoek van circa 80-85 graden staat met het grondvlak. Verder is gebruik gemaakt van snelheidszuiging aan de bovenzijde van het scherm om hier meer 10 onderdruk te creëren, waardoor ook een aanzuiging aan de onderzijde toeneemt. Dit principe wordt ook wel toegepast op schoorstenen in de vorm van een zogenoemde “gek”die met de wind meedraait om de uitlaatopening 42 steeds aan de lijzijde te houden. In dit voorbeeld is dit vereenvoudigd tot een hoger opstaand deel van de wand aan de loefzijde ten opzichte van de wand aan de lijzijde. In figuur 2 bevindt aldus de 15 eerste wand 33 zich aan de loefzijde van het scherm.

Ten tweede zijn er meer lokale en tijdelijke luchtstromingen 200 als gevolg van voorbij rijdend verkeer. Deze stromingen zijn turbulent, een drukgolf wordt afgewisseld door zog. In de inlaatopeningen kunnen, niet nader getoonde, verende keerkleppen worden 20 toegepast die openen bij een overdruk van buiten en sluiten bij een onderdruk. Op deze wijze kan een drukgolf van een passerend voertuig worden ingelaten in een schacht 40 van het scherm terwijl vermeden wordt dat het zog de lucht vervolgens weer naar buiten trekt. Het passeren van voertuigen gaat gepaard met veel turbulentie. Door die stromingen in de depositie zone te breken en te vertragen tot lage snelheden kan worden 25 voorkomen dat een deel van het vrijgemaakte stof wordt meegenomen met de wind. De dwarswanden 32 zijn aan hun achterzijde voorzien van verbindingsopeningen 35 die een open communicatie tussen opeenvolgende schachten verzorgen. Als alternatief kan ook worden gekozen voor een (transparante) achterwand 34 die op enige afstand los van de dwarswanden 32 van het scherm staat waardoor de schachten aan de achterzijde via een 30 verbindingsspleet met elkaar in verbinding staan. Deze verbinding zorgt ervoor dat een uitwisseling van druk -als gevolg van de voortgang van drukgolf en zog aan de -16- voorzijde- via de achterzijde van de compartimenten mogelijk is. Hiermee wordt de intensiteit van de grootschalige turbulentie afgebroken.

In de derde plaats maakt het geluidsscherm gebruik van thermische trek om een 5 luchtstroming door het scherm te genereren. Hiervoor wordt zonne-energie ingezet.

Stroming via het scherm met fijnstof adsorberende vlakken kan aldus tevens bij windstil weer worden gerealiseerd door toepassing van dit schoorsteen principe. Indien een kolom lucht in een schacht 40 warmer is dan de omgevingslucht zal deze opstijgen waardoor onderaan de schacht lucht toestroomt en bovenaan lucht uitstroomt. De zon 300 kan via 10 de transparante achterwand 34 de schachten 40 vrijelijk binnentreden en zal de temperatuur in het scherm verhogen door warmte uitwisselend contact met de binnenwanden van de schachten. Het houtvezelbeton aan de binnenzijde van het scherm wordt daartoe bij voorkeur in een donkere kleur uitgevoerd om zoveel mogelijk warmte te absorberen en te genereren. Als alternatief zou overigens ook bijvoorbeeld een 15 donkere, of zelfs zwarte staalplaat als tweede wand worden toegepast, maar deze zal tevens een deel van de geabsorbeerde warmte aan de buitenlucht afstaan wat het effect vermindert.

Er zal onvermijdelijk een deel van de luchtverontreiniging achterblijven in de aan de 20 bovenzijde van het scherm uitstromende lucht. Voor het deel van de verontreiniging dat niet kan worden gevangen door het creëren van doeltreffende depositiecondities, is het belangrijk zoveel mogelijk turbulentie te veroorzaken. Door het creëren van turbulentie bij de uitstroomopening aan de bovenzijde kan namelijk een verspreiding (dispersie) van eventueel resterende luchtverontreiniging worden gemaximaliseerd en daarmee de 25 concentratie van fijnstof en NOx in het leefmilieu achter het scherm worden verlaagd.

Hier speelt de doorsnede van de uitstroomopening een belangrijke rol, omdat daarmee de snelheid waarmee de lucht het scherm verlaat wordt bepaald. Daarnaast liggen de plaatdelen van de eerste wand 33 enigszins verdiept tussen de dwarswanden 32 en bewaren deze aldus een zekere afstand tot een rand van de dwarswanden 32. De 30 dwarswanden 32 steken daardoor als ribben uit aan de wegzijde van het scherm en veroorzaken daar aldus extra turbulentie, naast extra aanhechtingsoppervlak.

-17-

Traditionele geluidsschermen staan doorgaans ruim 2 meter achter een vangrails om bij een aanrijding aan de vangrails voldoende ruimte te bieden om te kunnen wijken. In het onderhavige uitvoeringsvoorbeeld is uitgegaan van een vernieuwde vangrails 6 volgens de uitvinding. De vangrails omvat, zie figuur 2, een drietal vangrailselementen 61-63 die 5 zich in de langsrichting uitstrekken en ieder afzonderlijk verend zijn bevestigd aan de ondergrond 31 door middel van plaatvormige railssteunen 71-73. Dergelijke railssteunen zijn al of niet als sets op regelmatige afstanden in de langsrichting aangebracht. Daarbij kruist een railssteun 71,72 van een geleiderelement 61,62 steeds een daaronder gelegen geleiderelement 62,63 aan een achterzijde daarvan. Aldus kan een bovenste 10 geleiderelement achterwaarts veren maar heeft de vangrails als geheel afdoende sterkte en kerend vermogen. Door een traditionele vangrails te vervangen door een dergelijke verende vangrails volgens de uitvinding is daarachter minder vrije ruimte vereist en kan het scherm circa 1,5 meter dichter op de bron worden geplaatst en daardoor belangrijk aan effectiviteit winnen. Door de vormgeving van de vangrails wordt bovendien een 15 verstoring van de wind tot een minimum beperkt. Zoals in figuur 2 is weergegeven is de vangrails 6 met het scherm en een afwateringsgoot 38 geïntegreerd op de funderingsplaat. Door aaneenschakeling van schermelementen kan aldus een volledige vangrails 6 en afwateringsgoot 38 worden samengesteld, tezamen met de opbouw van het geluidsscherm.

20

Het geluidsscherm werkt doordat er op actieve wijze een continue luchtstroming door het scherm wordt gerealiseerd. Het scherm werkt daarbij geheel zelfstandig op basis van natuurkundige principes. Er wordt dus geen extra energie toegevoegd. Ook qua duurzaamheid biedt het getoonde geluidsscherm belangrijke voordelen. De onderdelen 25 van het scherm zijn milieuvriendelijk en kunnen energiearm worden geproduceerd. Het gehele scherm is verder recyclebaar en de elementen daarvan kunnen afzonderlijk worden vervangen. Daarnaast is het scherm herbruikbaar en verplaatsbaar.

Een alternatieve uitvoeringsvorm van het geluidsscherm is weergegeven in figuur 6. Het 30 geluidsscherm 30 is hierbij toegepast als gevelbekleding van een bestaande of op te richten lintbebouwing 70 langs de verkeersweg 1. Op deze wijze is het mogelijk om -18- direct langs de weg te bouwen. De lintbebouwing zorgt dan voor een verbetering van de luchtkwaliteit voor daarachter liggende woonwijken. Een relatief hoge concentratie van fijnstof en NOx boven de weg 1 behoeft aldus geen struikelblok te zijn voor nieuwe bouwontwikkelingen.

5

Een trend bij de aanleg van nieuwe wegen is het verdiept aanleggen in een soort open tunnelbak. Bij een verdiept aangelegde weg is het geluidsscherm ideaal toe te passen, zoals in figuur 7 is weergegeven. Er is relatief geringe dispersie van luchtvervuiling doordat de wind minder invloed heeft. Hierdoor ontstaan ideale condities voor het 10 afzuigen aan de zijkant van de weg. Indien een weg 8 meter verdiept wordt aangelegd is het zeer goed mogelijk een geluidsscherm van 12 meter hoog te realiseren die dan slechts 4 meter boven het aangrenzende maaiveld uitsteekt. Hoe hoger het scherm, hoe meer trek het zal geven. Als het scherm dus hoger wordt zal er meer lucht door het scherm worden afgevangen en gezuiverd. Ook neemt het aanhechtingsoppervlak voor fijn stof 15 exponentieel toe.

Hoewel de uitvinding aan de hand van louter enkele uitvoeringsvoorbeelden nader werd toegelicht moge het duidelijk zijn dat de uitvinding daartoe geenszins is beperkt. Integendeel zijn binnen het kader van de uitvinding nog vele variaties en 20 verschijningsvormen mogelijk. Zo zijn de aangegeven materialen en dimensies als voorbeeld gegeven, maar kan al naar gelang de omstandigheden van een concreet geval de toevlucht worden genomen tot andere materialen en andere dimensies. Ook kunnen desgewenst (meer) tussenschotten in de schachten worden toegepast om daarin additioneel filterend oppervlak te creëren. Daarnaast bieden de schachten plaats voor 25 aanvullende filtermiddelen en media, bijvoorbeeld om de doorstromende lucht van specifieke contaminatie-componenten te bevrijden.

1034614

Claims (34)

1. Geluidsscherm voor een verkeersweg omvattende een zich in een langsrichting uitstrekkende eerste wand die een ruimte laat tot een zich eveneens in de langsrichting uitstrekkende tweede wand om daartussen een van de verkeersweg ontwijkende luchtstroom te ontvangen, waarbij de eerste wand aan een basis ten minste één inlaatopening tot de ruimte vrijlaat en waarbij de ruimte uitmondt in ten minste één 10 uitstroomopening met het kenmerk dat een stelsel van dwarswanden met een onderlinge afstand zich tussen de eerste wand en de tweede wand uitstrekt, althans in hoofdzaak dwars op de langsrichting, om daartussen opeenvolgende schachten te vormen en dat de schachten ieder zijn voorzien van ten minste één naar de verkeersweg gewende inlaatopening en ten minste één daarmee corresponderende uitstroomopening en in staat 15 en ingericht zijn om daartussen een deel van de luchtstroom te leiden.

2. Geluidsscherm volgens conclusie 1 met het kenmerk dat schachten van de ten minste ene inlaatopening naar de ten minste ene uitstroomopening althans over een deel van hun lengte vernauwen. 20

3. Geluidsscherm volgens conclusie 2 met het kenmerk dat de eerste wand en de tweede wand onderling een scherpe tophoek insluiten.

4. Geluidsscherm volgens conclusie 3 met het kenmerk dat de tophoek circa 5-10 25 graden bedraagt en de eerste wand uit het lood naar de tweede wand toe neigt.

5. Geluidsscherm volgens één of meer der voorgaande conclusies met het kenmerk dat de tweede wand zich vanaf een topzijde tot een basis uitstrekt en dat de eerste wand een afstand tot de basis bewaart om daaronder opeenvolgende inlaatopeningen te vormen 30 aan weerszijden van een dwarswand. 1034614 -20-

6. Geluidsscherm volgens conclusie 5 met het kenmerk dat opeenvolgende dwarswanden in de langsrichting onderling zijn verbonden door wanddelen van de eerste wand die een afstand tot een rand van de dwarswanden bewaren.

7. Geluidsscherm volgens één of meer der voorgaande conclusies met het kenmerk dat ten minste één van de genoemde wanden een actief hoofdoppervlak heeft dat in staat en ingericht is om ten minste één verontreiniging uit de luchtstroom althans te binden.

8. Geluidsscherm volgens conclusie 7 met het kenmerk dat de ten minste ene wand 10 uit houtvezelbeton is samengesteld.

9. Geluidsscherm volgens conclusie 7 of 8 met het kenmerk dat het hoofdoppervlak katalytisch is en in staat en ingericht is om ten minste één verontreiniging om te zetten.

10. Geluidsscherm volgens conclusie 8 met het kenmerk dat het hoofdoppervlak is voorzien van een bekleding, in het bijzonder een coating, die een katalysator omvat, in het bijzonder titaniumdioxide, om een verontreiniging af te breken.

11. Geluidsscherm volgens één of meer der voorgaande conclusies met het kenmerk 20 dat een schacht tussen de inlaatopening en de ten minste ene uitstroomopening daarvan een al of niet actief luchtfilter omvat.

12. Geluidsscherm volgens één of meer der voorgaande conclusies met het kenmerk dat sproeimiddelen in de schacht zijn opgenomen die in staat en ingericht zijn om al of 25 niet periodiek althans een deel van een hoofdoppervlak van althans een deel van de wanden aan een reinigingsmiddel, zoals water en in het bijzonder hemelwater, te onderwerpen.

13. Geluidsscherm volgens één of meer der voorgaande conclusies met het kenmerk 30 dat inlaatopeningen zijn voorzien van een keerklep die bij een externe overdruk naar de schacht toe opent en bij een externe onderdruk althans in hoofdzaak sluit.

14. Geluidsscherm volgens conclusie 13 met het kenmerk dat de keerklep een vlak kleplichaam omvat dat aan een basiszijde zwenkbaar om een schamieras is aangebracht en tegen een veerspanning in aanligt in een klepzitting. -21-

15. Geluidsscherm volgens één of meer der voorgaande conclusies met het kenmerk dat de dwarswanden aan een basiszijde ten minste één verbindingsopening omvatten waardoor opeenvolgende schachten aan de basiszijde onderling in open communicatie verkeren.

16. Geluidsscherm volgens één of meer der voorgaande conclusies met het kenmerk dat de ten minste ene uitstroomopening is voorzien in een uitlaatelement dat draaibaar om een verticale as aan een topzijde is aangebracht en dat in staat en ingericht is om zich naar een windrichting te richten met de uitstroomopening aan een lijzijde.

17. Geluidsscherm volgens één of meer der voorgaande conclusies met het kenmerk dat ten minste één wand van een schacht in staat en ingericht is om in warmte uitwisselend contact met omgevingslicht te treden.

18. Geluidsscherm volgens conclusie 17 met het kenmerk dat ten minste één van de 20 eerste en tweede wand, in het bijzonder de tweede wand, althans ten dele translucent is.

19. Geluidsscherm volgens conclusie 18 met het kenmerk dat de ten minste ene wand een oppervlak met een donkere tint heeft en in het bijzonder althans ter plaatse zwart is.

20. Geluidsscherm volgens één of meer der voorgaande conclusies met het kenmerk dat de eerste wand aan een buitenzijde is voorzien van een wandbekleding, en in het bijzonder van een verwisselbare wandbekleding.

21. Geluidsscherm volgens één of meer der voorgaande conclusies met het kenmerk 30 dat aan een van de eerste wand afgewende zijde van de tweede wand een tweede eerste -22- wand zich in de langrichting uitstrekt en dat het geluidsscherm tussen beide eerste wanden althans in hoofdzaak spiegelsymmetrisch is uitgevoerd.

22. Geluidsscherm volgens één of meer der conclusies 1 tot en met 20 met het 5 kenmerk dat de tweede wand althans plaatselijk een buitengevel van een lintbebouwing omvat.

23 Geluidsscherm volgens één of meer der conclusies 1 tot en met 20 met het kenmerk dat de tweede wand althans plaatselijk een wand van een tunnel of tunnelbak 10 omvat.

24. Geluidsscherm volgens één of meer der voorgaande conclusies met het kenmerk dat het geheel althans in hoofdzaak uitgaat van een aaneenschakeling van opeenvolgende schermelementen die ieder een stelsel van opeenvolgende dwarswanden omvatten met 15 aan een eerste zijde een eerste wandsegment en aan een tegenoverliggende zijde een tweede wandsegment.

25. Geluidsscherm volgens conclusie 24 met het kenmerk dat de schermelementen een funderingsplaat omvatten waarop het stelsel van dwarswanden afsteunt, waarbij het 20 tweede wandsegment althans nagenoeg tot de funderingsplaat reikt en het eerste wandsegment door een stelsel van opeenvolgende inlaatopeningen daarvan is gescheiden.

26. Geluidsscherm volgens conclusie 25 met het kenmerk dat de funderingsplaat een 25 gewapende betonplaat omvat.

27. Geluidsscherm volgens conclusie 25 of 26 met het kenmerk dat de funderingsplaat een afwateringsgoot omvat. -23-

28. Geluidsscherm volgens één of meer der conclusies 24 tot en met 27 met het kenmerk dat tussen opeenvolgende schermelementen koppelmiddelen zijn voorzien voor een althans in hoofdzaak aangesloten koppeling van opeenvolgende schermelementen.

29. Geluidsscherm volgens één of meer der conclusies 24 tot en met 28 met het kenmerk dat althans één van de schermelementen in staat en ingericht is althans een boogdeel van een bocht te vormen.

30. Geluidsscherm volgens één of meer der conclusies 24 tot en met 29 met het 10 kenmerk dat de schermelementen eindigen met een sluitelement dat aan een van een voorgaand schermelement afgewende zijde een sluitwand omvat.

31. Geluidsscherm volgens één of meer der conclusies 24 tot en met 30 met het kenmerk dat de schermelementen aan een naar de verkeersweg gewende zijde vangrails 15 omvatten.

32. Geluidsscherm volgens conclusie 31 met het kenmerk dat de vangrails een aantal boven elkaar gelegen railelementen omvat die zich in de langsrichting uitstrekken en dïe ieder door tussenkomst van een individueel stelsel van in de langsrichting 20 gedistribueerde railsteunen verend zijn bevestigd waarbij de railsteunen van een railelement een daaronder gelegen railelement aan een achterzijde kruisen.

33. Vangrails van de soort zoals toegepast in het geluidsscherm volgens conclusie 32.

34. Schermelement van de soort zoals toegepast in het geluidsscherm volgens één of meer der conclusies 24 tot en met 32. 1034614