NL1034054C2 - Trolley. - Google Patents

Trolley. Download PDF

Info

Publication number
NL1034054C2
NL1034054C2 NL1034054A NL1034054A NL1034054C2 NL 1034054 C2 NL1034054 C2 NL 1034054C2 NL 1034054 A NL1034054 A NL 1034054A NL 1034054 A NL1034054 A NL 1034054A NL 1034054 C2 NL1034054 C2 NL 1034054C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
wall
extrusion
trolley according
shaped
coupling members
Prior art date
Application number
NL1034054A
Other languages
English (en)
Inventor
German Enrique Knoppers
Original Assignee
Aerocat B V
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Aerocat B V filed Critical Aerocat B V
Priority to NL1034054A priority Critical patent/NL1034054C2/nl
Priority to US12/666,800 priority patent/US20110006496A1/en
Priority to EP08766738A priority patent/EP2173597A2/en
Priority to CN200880104755A priority patent/CN101790477A/zh
Priority to PCT/NL2008/000165 priority patent/WO2009008707A2/en
Application granted granted Critical
Publication of NL1034054C2 publication Critical patent/NL1034054C2/nl

Links

Classifications

    • AHUMAN NECESSITIES
    • A47FURNITURE; DOMESTIC ARTICLES OR APPLIANCES; COFFEE MILLS; SPICE MILLS; SUCTION CLEANERS IN GENERAL
    • A47BTABLES; DESKS; OFFICE FURNITURE; CABINETS; DRAWERS; GENERAL DETAILS OF FURNITURE
    • A47B31/00Service or tea tables, trolleys, or wagons
    • A47B31/06Service or tea tables, trolleys, or wagons adapted to the use in vehicles
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B29WORKING OF PLASTICS; WORKING OF SUBSTANCES IN A PLASTIC STATE IN GENERAL
    • B29CSHAPING OR JOINING OF PLASTICS; SHAPING OF MATERIAL IN A PLASTIC STATE, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR; AFTER-TREATMENT OF THE SHAPED PRODUCTS, e.g. REPAIRING
    • B29C48/00Extrusion moulding, i.e. expressing the moulding material through a die or nozzle which imparts the desired form; Apparatus therefor
    • B29C48/03Extrusion moulding, i.e. expressing the moulding material through a die or nozzle which imparts the desired form; Apparatus therefor characterised by the shape of the extruded material at extrusion
    • B29C48/07Flat, e.g. panels
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B62LAND VEHICLES FOR TRAVELLING OTHERWISE THAN ON RAILS
    • B62BHAND-PROPELLED VEHICLES, e.g. HAND CARTS OR PERAMBULATORS; SLEDGES
    • B62B3/00Hand carts having more than one axis carrying transport wheels; Steering devices therefor; Equipment therefor
    • B62B3/02Hand carts having more than one axis carrying transport wheels; Steering devices therefor; Equipment therefor involving parts being adjustable, collapsible, attachable, detachable or convertible
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B64AIRCRAFT; AVIATION; COSMONAUTICS
    • B64DEQUIPMENT FOR FITTING IN OR TO AIRCRAFT; FLIGHT SUITS; PARACHUTES; ARRANGEMENT OR MOUNTING OF POWER PLANTS OR PROPULSION TRANSMISSIONS IN AIRCRAFT
    • B64D11/00Passenger or crew accommodation; Flight-deck installations not otherwise provided for
    • B64D11/0007Devices specially adapted for food or beverage distribution services
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A47FURNITURE; DOMESTIC ARTICLES OR APPLIANCES; COFFEE MILLS; SPICE MILLS; SUCTION CLEANERS IN GENERAL
    • A47BTABLES; DESKS; OFFICE FURNITURE; CABINETS; DRAWERS; GENERAL DETAILS OF FURNITURE
    • A47B31/00Service or tea tables, trolleys, or wagons
    • A47B2031/002Catering trolleys
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B29WORKING OF PLASTICS; WORKING OF SUBSTANCES IN A PLASTIC STATE IN GENERAL
    • B29CSHAPING OR JOINING OF PLASTICS; SHAPING OF MATERIAL IN A PLASTIC STATE, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR; AFTER-TREATMENT OF THE SHAPED PRODUCTS, e.g. REPAIRING
    • B29C48/00Extrusion moulding, i.e. expressing the moulding material through a die or nozzle which imparts the desired form; Apparatus therefor
    • B29C48/03Extrusion moulding, i.e. expressing the moulding material through a die or nozzle which imparts the desired form; Apparatus therefor characterised by the shape of the extruded material at extrusion
    • B29C48/12Articles with an irregular circumference when viewed in cross-section, e.g. window profiles
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B29WORKING OF PLASTICS; WORKING OF SUBSTANCES IN A PLASTIC STATE IN GENERAL
    • B29KINDEXING SCHEME ASSOCIATED WITH SUBCLASSES B29B, B29C OR B29D, RELATING TO MOULDING MATERIALS OR TO MATERIALS FOR MOULDS, REINFORCEMENTS, FILLERS OR PREFORMED PARTS, e.g. INSERTS
    • B29K2079/00Use of polymers having nitrogen, with or without oxygen or carbon only, in the main chain, not provided for in groups B29K2061/00 - B29K2077/00, as moulding material
    • B29K2079/08PI, i.e. polyimides or derivatives thereof
    • B29K2079/085Thermoplastic polyimides, e.g. polyesterimides, PEI, i.e. polyetherimides, or polyamideimides; Derivatives thereof
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B29WORKING OF PLASTICS; WORKING OF SUBSTANCES IN A PLASTIC STATE IN GENERAL
    • B29KINDEXING SCHEME ASSOCIATED WITH SUBCLASSES B29B, B29C OR B29D, RELATING TO MOULDING MATERIALS OR TO MATERIALS FOR MOULDS, REINFORCEMENTS, FILLERS OR PREFORMED PARTS, e.g. INSERTS
    • B29K2081/00Use of polymers having sulfur, with or without nitrogen, oxygen or carbon only, in the main chain, as moulding material
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B62LAND VEHICLES FOR TRAVELLING OTHERWISE THAN ON RAILS
    • B62BHAND-PROPELLED VEHICLES, e.g. HAND CARTS OR PERAMBULATORS; SLEDGES
    • B62B2202/00Indexing codes relating to type or characteristics of transported articles
    • B62B2202/67Service trolleys, e.g. in aircraft
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B62LAND VEHICLES FOR TRAVELLING OTHERWISE THAN ON RAILS
    • B62BHAND-PROPELLED VEHICLES, e.g. HAND CARTS OR PERAMBULATORS; SLEDGES
    • B62B2501/00Manufacturing; Constructional features
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B62LAND VEHICLES FOR TRAVELLING OTHERWISE THAN ON RAILS
    • B62BHAND-PROPELLED VEHICLES, e.g. HAND CARTS OR PERAMBULATORS; SLEDGES
    • B62B2501/00Manufacturing; Constructional features
    • B62B2501/06Materials used
    • B62B2501/065Plastics
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B62LAND VEHICLES FOR TRAVELLING OTHERWISE THAN ON RAILS
    • B62BHAND-PROPELLED VEHICLES, e.g. HAND CARTS OR PERAMBULATORS; SLEDGES
    • B62B3/00Hand carts having more than one axis carrying transport wheels; Steering devices therefor; Equipment therefor
    • B62B3/002Hand carts having more than one axis carrying transport wheels; Steering devices therefor; Equipment therefor characterised by a rectangular shape, involving sidewalls or racks
    • B62B3/003Non-transparent side walls
    • YGENERAL TAGGING OF NEW TECHNOLOGICAL DEVELOPMENTS; GENERAL TAGGING OF CROSS-SECTIONAL TECHNOLOGIES SPANNING OVER SEVERAL SECTIONS OF THE IPC; TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC CROSS-REFERENCE ART COLLECTIONS [XRACs] AND DIGESTS
    • Y02TECHNOLOGIES OR APPLICATIONS FOR MITIGATION OR ADAPTATION AGAINST CLIMATE CHANGE
    • Y02TCLIMATE CHANGE MITIGATION TECHNOLOGIES RELATED TO TRANSPORTATION
    • Y02T50/00Aeronautics or air transport
    • Y02T50/40Weight reduction

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Chemical & Material Sciences (AREA)
  • Combustion & Propulsion (AREA)
  • Transportation (AREA)
  • Aviation & Aerospace Engineering (AREA)
  • Handcart (AREA)
  • Extrusion Moulding Of Plastics Or The Like (AREA)

Description

%
Titel: Trolley
De uitvinding heeft in het algemeen betrekking op een cateringtrolley of serveertrolley voor gebruik in vliegtuigen.
Dergelijke cateringtrolleys zijn algemeen bekend. Zij omvatten een kastvormig lichaam, ten minste één deur, een 5 bovenblad, wielen, etc. De trolleys worden gebruikt om bijvoorbeeld maaltijden en drank, of andere artikelen, te presenteren aan vliegtuigpassagiers, waarbij de trolleys door het gangpad van het vliegtuig rijden, geduwd of getrokken door het bedienend cabinepersoneel.
10 Aan dergelijke trolleys worden enkele belangrijke eisen gesteld. Een eerste eis betreft de veiligheid en sterkte. De trolleys moeten zware belastingen kunnen doorstaan, en moeten voldoen aan strenge brandveiligheidseisen. Om aan deze eisen te voldoen, worden trolleys traditioneel vervaardigd van 15 aluminium, waarbij bijvoorbeeld wandpanelen zijn vastgemaakt aan een frame. Dit heeft echter enkele bezwaren. Doordat de aluminium trolleys uit meerdere aluminium onderdelen bestaat, is het vervaardigen en assembleren relatief duur. Voorts is aluminium gevoelig voor beschadigingen zoals deuken en 20 scheuren, en derhalve relatief duur in het onderhoud.
Daarenboven is een belangrijk bezwaar, dat aluminium trolleys relatief zwaar zijn, terwijl er met name in de vliegtuigwereld een wens is voor zo veel mogelijk gewichtsbesparing.
25 De onderhavige uitvinding beoogt in het algemeen de genoemde bezwaren op te lossen of althans te verminderen.
Meer in het bijzonder beoogt de onderhavige uitvinding een trolley te verschaffen met een relatief laag gewicht, en waarvan de kosten van vervaardiging en onderhoud relatief laag 30 zijn, terwijl toch wordt voldaan aan de eisen van veiligheid en sterkte.
Het kastvormige lichaam van een trolley heeft een bodem, een bovenwand, en twee zijwanden, en is voorzien van een als 1034054 2 deur uitgevoerde voorwand en een dichte of eveneens als deur uitgevoerde achterwand. Bij aluminium trolleys zijn de bodem, de bovenwand en de twee zijwanden plaatdelen die zijn vastgemaakt aan een blokvormig frame. Ook scharnieren voor de 5 deur zijn vastgemaakt aan dat frame, en de wielen onder de trolley zijn vastgeschroefd aan het frame. Volgens een belangrijk aspect van de onderhavige uitvinding worden de bodem, bovenwand en zijwanden van het kastvormig lichaam vervaardigd als een zelfdragend extrusiedeel uit kunststof; 10 hierdoor is het mogelijk om het frame weg te laten, hetgeen een aanzienlijke gewichtsbesparing oplevert. De gebruikte kunststof zal typisch een thermoplast zijn, gekozen om te voldoen aan de eisen van sterkte en brandveiligheid, hoewel het althans in principe ook mogelijk is dat de gebruikte 15 kunststof thermohardende eigenschappen heeft. Een geschikte keuze is polyetherimide (PEI) of polyphenylsulfon (PPSU), of een blend van ten minste één van deze materialen, maar de onderhavige uitvinding is niet beperkt tot het toepassen van deze materialen.
20 Een belangrijk voordeel van een vervaardiging als extrusie-product is, dat het mogelijk is om een product van een "oneindige" lengte te fabriceren en vervolgens op maat te zagen of snijden. Verder wordt het voordeel bereikt, dat de kast, althans bij grote aantallen, goedkoper te vervaardigen 25 is.
Zoals later uitvoeriger zal worden beschreven, zijn de bodem, bovenwand en zijwanden van het kastvormig lichaam voorzien van diverse hulp-onderdelen, zoals bijvoorbeeld rails aan de binnenzijde van de zijwanden voor het dragen van 30 cateringplateaus, koppelorganen aan de buitenzijde van de bovenwand voor het bevestigen van een schaal, koppelorganen aan de buitenzijde van de bodem voor het bevestigen van wielen, etc. Dergelijke onderdelen worden in de stand der techniek afzonderlijk bevestigd aan de wanddelen, hetgeen 35 arbeidsintensief en duur is en veel tijd vergt. Een belangrijk voordeel van een vervaardiging als extrusie-product is, dat het mogelijk is om dergelijke hulp-onderdelen als een integraal onderdeel in de extrusiestap mee te vormen, zonder dat een nabewerking nodig is.
3
Het heeft primair de voorkeur dat het lichaam wordt vervaardigd als één enkel extrusiedeel met een in hoofdzaak O-vormige contour. Het is echter mogelijk dat het vervaardigen van een dergelijk product voor een producent te ingewikkeld 5 is. Het is daarom ook mogelijk om het lichaam te vervaardigen als een combinatie van twee of meer extrusiedelen, die aan elkaar worden bevestigd om samen het lichaam te vormen. Het aantal extrusiedelen is dan bij voorkeur zo klein mogelijk.
In een gunstige uitvoeringsvariant bestaat het lichaam 10 uit twee extrusiedelen, elk met een in hoofdzaak C-vormige contour, waarbij elk extrusiedeel de volledige zijwand, een deel van de bodem en een deel van de bovenwand van de kast omvat. In het bijzonder omvat elk extrusiedeel twee hoeksegmenten, namelijk het hoeksegment tussen zijwand en 15 bodem en het hoeksegment tussen zijwand en bovenwand. De twee extrusiedelen worden bij hun vrije eindranden aan elkaar bevestigd; hierbij ontstaan dan dus in de lengterichting van de trolley gerichte naden in de bodem en bovenwand. Daarbij heeft het de bijzondere voorkeur dat de twee extrusiedelen 20 onderling identiek zijn, omdat dit de kosten van vervaardiging en logistiek beperkt.
In een andere gunstige uitvoeringsvariant bestaat het lichaam uit twee extrusiedelen, elk met een in hoofdzaak U-vormige contour respectievelijk omgekeerd-U-vormige contour, 25 waarbij elk extrusiedeel de volledige bodem en twee onderste gedeelten van de zijwanden respectievelijk de volledige bovenwand en twee bovenste gedeelten van de zijwanden omvat.
In het bijzonder omvat elk extrusiedeel twee hoeksegmenten, namelijk de hoeksegmenten tussen zijwanden en bodem 30 respectievelijk de hoeksegmenten tussen zijwanden en bovenwand. De twee extrusiedelen worden bij hun vrije eindranden aan elkaar bevestigd; hierbij ontstaan dan dus in de lengterichting van de trolley gerichte naden in de zijwanden.
35 In weer een andere gunstige uitvoeringsvariant bestaat het lichaam uit vier extrusiedelen, elk met een in hoofdzaak L-vormige contour, waarbij elk extrusiedeel een bodemgedeelte en een zijwandgedeelte respectievelijk een bovenwandgedeelte en een zijwandgedeelte omvat. In het bijzonder omvat elk 4 extrusiedeel een hoeksegmenten, namelijk het hoeksegment tussen zijwand en bodem respectievelijk het hoeksegment tussen zijwand en bovenwand. De vier extrusiedelen, die twee aan twee onderling identiek kunnen zijn, worden bij hun vrije 5 eindranden aan elkaar bevestigd; hierbij ontstaan dan dus in de lengterichting van de trolley gerichte naden in de zijwanden, bodem en bovenwand. Desgewenst is het in deze uitvoeringsvariant mogelijk om het aantal extrusiedelen te vergroten, waarbij dan steeds vier extrusiedelen met een in 10 hoofdzaak L-vormige contour aanwezig zijn alsmede een aantal vlakke plaatdelen, ook gevormd als extrusiedelen, waarbij dan het resulterende aantal naden groter zal zijn.
Voor het aan elkaar bevestigen van twee dergelijke extrusiedelen zullen diverse verbindingstechnieken bruikbaar 15 kunnen zijn, waarbij lijmen de voorkeur heeft.
In het algemeen is het gewenst om de kast zo sterk mogelijk maar ook zo licht mogelijk uit te voeren. Dit zijn in feite elkaar tegenwerkende wensen, aangezien sterkte kan worden bereikt door de wanddikte te vergroten en gewichts-20 besparing kan worden bereikt door de wanddikte te verkleinen. Om aan deze wensen beide te kunnen voldoen, stelt de onderhavige uitvinding voor om de kastwanden dubbelwandig uit te voeren, dat wil zeggen met twee relatief dunne binnen-respectievelijk buitenwanden, met daartussen een verbindings-25 constructie die de binnenwand verbindt met de buitenwand op een sterkte-verhogende manier, waarbij tevens een isolerend effect wordt bereikt.
In een eerste uitvoeringsvariant bestaat die verbindings-constructie uit een stelsel van ribben, waarbij elke ribbe is 30 gelegen in een in de lengterichting van de kast verlopend vlak. Ten minste een deel van de ribben is gelegen in een vlak dat de binnenwand verbindt met de buitenwand. De ribben mogen loodrecht op de binnenwand en de buitenwand staan, in welk geval de ribben onderling evenwijdig zijn en in dwarsdoorsnede 35 loodrecht op de binnenwand en de buitenwand staan. Het heeft echter de voorkeur dat de ribben in dwarsdoorsnede schuin op de binnenwand en de buitenwand staan, waarbij opeenvolgende ribben een tegengestelde schuinte hebben zodat de verbindings-constructie in dwarsdoorsnede een driehoekvormige contour 5 definieert. Voor het verhogen van de isolatiewaarde kunnen er ook evenwijdig aan de binnenwand en buitenwand gerichte ribben zijn. Een dergelijke verbindingsconstructie is eenvoudig te realiseren in een extrusieproces.
5 In een tweede uitvoeringsvariant bestaat die verbindings constructie uit een schuim, dat bij de vervaardiging van de extrusiedelen wordt mee-geëxtrudeerd tussen de binnenwand en de buitenwand. Opgemerkt wordt, dat een dergelijk co-extrusie-proces op zich bekend is en geen verdere toelichting behoeft. 10 Het is uiteindelijk de bedoeling dat een trolley in zijn inwendige meerdere uitneembare plateaus heeft, met daarop bijvoorbeeld te distribueren maaltijden. Daartoe zijn de zijwanden van de trolley aan de binnenzijde voorzien van naar het inwendige van de trolley uitstekende, horizontale rails.
15 In het geval van aluminium trolleys worden die rails als afzonderlijke onderdelen vastgemaakt op de binnenwand. Een nadeel hiervan is de noodzaak van extra montagehandelingen. Voorts is een nadeel, dat het op hygiënische wijze reinigen van de onvermijdelijke naden en kieren vrij moeilijk is.
20 Dit probleem wordt volgens de onderhavige uitvinding opgelost door aan de extrusiedelen een vanaf de binnenwand uitstekende rail mee te extruderen. Aldus kunnen naden en kieren geheel worden vermeden, hetgeen de hygiëne van de trolley verhoogt en de reinigingskosten vermindert. De rail 25 kan een massieve rail zijn, maar ter gewichtsbesparing is het ook mogelijk dat de rail een holle rail is.
Opgemerkt wordt, dat de internationale octrooipublicatie W02006/093410 een trolley beschrijft waarvan het kastlichaam 30 is vervaardigd van een kunststof materiaal in een sandwich-constructie, bestaande uit een binnenwand, een buitenwand en daartussen een honingraatstructuur. Daarbij zijn de bodem en de twee zijwanden van de kast als een geheel vervaardigd tot een vormstuk met een U-vormige contour, en wel door een 35 plaatvormig paneel langs twee vouwlijnen om te vouwen. Daarbij is het noodzakelijk om een deel van de binnenwand weg te nemen langs de vouwlijnen, om het vouwen mogelijk te maken, en na het vouwen moet de overblijvende kier waterdicht worden gemaakt door het aanbrengen van een afdichtmiddel. Dit zijn op 6 het paneel uit te voeren bewerkingsstappen die het vervaardigingsproces betrekkelijk ingewikkeld en duur maken.
Voorts wordt opgemerkt, dat de internationale octrooipublicatie WO-97/01475 een trolley beschrijft waarvan 5 het kastlichaam is vervaardigd van een kunststof materiaal in een sandwich-constructie, bestaande uit een binnenwand, een buitenwand en daartussen een schuim. Daarbij is steeds een zijwand en een halve bodem en een halve bovenwand van de kast als een geheel vervaardigd tot een vormstuk met een C-vormige 10 contour; dit vormstuk is echter geen extrusie-product.
Deze en andere aspecten, kenmerken en voordelen van de onderhavige uitvinding zullen nader worden verduidelijkt door de hiernavolgende beschrijving onder verwijzing naar de 15 tekeningen, waarin gelijke verwijzingscijfers gelijke of vergelijkbare onderdelen aanduiden, en waarin: figuur 1 een schematisch vooraanzicht is van een trolley; de figuren 2-8 schematisch (niet op schaal) details tonen van de constructie van de trolley.
20
Figuur 1 is een schematisch vooraanzicht van een in zijn algemeenheid met het verwijzingscijfer 1 aangeduide trolley, waarbij ter wille van de eenvoud de deuren zijn weggelaten. De trolley 1 is geschikt om gebruikt te worden in gangpaden van 25 vliegtuigen, hoewel andere toepassingen ook denkbaar zijn, bijvoorbeeld in gangpaden van treinen of bussen. De trolley heeft derhalve een relatief kleine breedte (horizontaal in figuur 1) die in voldoende mate kleiner is dan de betreffende gangpadbreedte. De hoogte van de trolley is typisch in de orde 30 van ongeveer 1 m. De richting van de trolley loodrecht op het vlak van tekening van figuur 1 correspondeert met de lengterichting van een gangpad, en zal worden aangeduid als de lengterichting van de trolley.
De trolley 1 heeft een kastvormig lichaam 10, met een in 35 hoofdzaak plaatvormige bodem 11, in hoofdzaak plaatvormige bovenwand 12, en in hoofdzaak plaatvormige zijwanden 13, die een binnenruimte 16 omsluiten. De bodem 11 en bovenwand 12 zijn in hoofdzaak horizontaal en in de lengterichting gericht, de zijwanden 13 zijn in hoofdzaak verticaal en in de lengte- 7 richting gericht. Aldus heeft het kastvormig lichaam 10 in dwarsdoorsnede een in hoofdzaak rechthoekige contour. Op de bovenwand 12 is een platte schaal 60 gemonteerd. Onder de bodem 11 zijn wielen 89 gemonteerd.
5 De trolley heeft voorts nog een als deur uitgevoerde voorwand, en een achterwand die dicht kan zijn of eveneens als deur kan zijn uitgevoerd, maar dat is in deze figuur ter wille van de eenvoud niet geïllustreerd.
Volgens de uitvinding is het kastvormig lichaam 10 10 gevormd als een extrusiedeel uit kunststof, bij voorkeur PEI of PPSU, maar de onderhavige uitvinding is niet beperkt tot het toepassen van deze materialen. Het heeft binnen de uitvindingsgedachte de voorkeur dat het kastvormig lichaam 10 in zijn geheel is gevormd als een enkel extrusiedeel, dat dan 15 dus in dwarsdoorsnede een in hoofdzaak rechthoekige contour heeft. In de weergegeven uitvoeringsvorm is het kastvormig lichaam 10 samengesteld uit twee halve lichaamdelen, die elk gevormd zijn als extrusiedeel. In het hiernavolgende zal worden aangenomen, dat de beide lichaamdelen onderling 20 identiek zijn; dit is niet technisch noodzakelijk, maar biedt wel economische voordelen. Vanwege deze identiekheid zullen beide lichaamdelen worden aangeduid met hetzelfde verwijzings-cijfer 20, en ook de corresponderende onderdelen daarvan zullen met onderling gelijke verwijzingscijfers worden 25 aangeduid. Indien het noodzakelijk is om de beide helften van elkaar te onderscheiden, zal een letter A of B worden toegevoegd aan het verwijzingscijfer.
Opgemerkt wordt, dat in het kader van de onderhavige uitvinding met de uitdrukking "extrusiedeel" wordt bedoeld, 30 dat het desbetreffende vormstuk zijn vorm heeft gekregen in het extrusieproces, door een corresponderend vormgegeven extrusiemal, zonder dat een nabewerking nodig is. Dit bijvoorbeeld in contrast met een geëxtrudeerde vlakke plaat die in een nabewerkingsstap wordt omgebogen tot een L-contour 35 (één bocht) of U-contour respectievelijk C-contour (twee bochten).
Figuur 2 toont een schematische dwarsdoorsnede, niet op schaal, van een lichaamdeel 20, in een oriëntatie die correspondeert met de uiteindelijke bedrijfssituatie.
8
Duidelijk is, dat het lichaamdeel een in hoofdzaak C-vormige contour heeft, met een centraal deel 23 dat een zijwand 13 van het kastvormig lichaam 10 definieert.
Het lichaamdeel 20 heeft voorts een bovenste horizontaal 5 deel 22, dat de helft vormt van de bovenwand 12 van het kastvormig lichaam 10, alsmede een hoeksectie 24 tussen het centrale deel 23 en het bovenste horizontaal deel 22. Het bovenste horizontaal deel 22 heeft een van het centrale deel 23 af gerichte vrije eindrand 25.
10 Het lichaamdeel 20 heeft voorts een onderste horizontaal deel 21, dat de helft vormt van de onderwand 11 van het kastvormig lichaam 10, alsmede een hoeksectie 26 tussen het centrale deel 23 en het onderste horizontaal deel 21. Het onderste horizontaal deel 21 heeft een van het centrale deel 15 23 af gerichte vrije eindrand 27.
Binnen de basisgedachte van de onderhavige uitvinding is het mogelijk dat het lichaamdeel 20 massief is, dat wil zeggen zonder holle ruimten bestaat uit één en hetzelfde materiaal. Bij voorkeur echter, zoals getoond, is het lichaamdeel 20 20 dubbelwandig, dat wil zeggen dat elk van de plaatvormige delen 21, 22, 23 een buitenwand 21a, 22a, 23a en een binnenwand 21b, 22b, 23b heeft, waarbij de aanduidingen "binnen" en "buiten" gerelateerd zijn aan de binnenruimte 16 van de trolley 1, Ook de hoeksecties 24 en 26, die zoals getoond bij voorkeur geen 25 scherpe hoek vormen maar enigszins zijn afgerond en daarom ook kunnen worden aangeduid als bochtsecties, omvatten buiten-bochtwanddelen 24a, 26a en binnenbochtwanddelen 24b, 26b, die de buitenwanden 22a, 23a, 21a respectievelijk de binnenwanden 22b, 23b, 21b naadloos met elkaar verbinden. Bij de vrije 30 eindranden 25 en 27 zijn er overbruggingswanddelen 25ab, 27ab die de vrije eindrand van de buitenwand 22a, 21a verbinden met respectievelijk de vrije eindrand van de binnenwand 22b, 21b. De dikte van de binnen- en buitenwanden is aanzienlijk kleiner dan de dikte van de betreffende plaatvormige delen 21, 22, 23, 35 zodat de binnenwanden 21b, 22b, 23b, buitenwanden 21a, 22a, 23a, en overbruggingswanddelen 25ab, 27ab een interieur 28 omgeven, waarin zich een verbindingsconstructie 29 bevindt die de binnenwanden verbindt met de buitenwanden.
9
In een uitvoeringsvorm is het interieur 28 volgeschuimd met een schuim 29. Het schuim kan tegelijkertijd gevormd zijn met de binnenwanden 21b, 22b, 23b, buitenwanden 21a, 22a, 23a, buitenbochtwanddelen 24a, 26a, binnenbochtwanddelen 24b, 26b 5 en overbruggingswanddelen 25ab, 27ab in een co-extrusieproces. Dit is geïllustreerd in figuur 2. Opgemerkt wordt, dat een dergelijk co-extrusieproces op zich bekend is en geen verdere toelichting behoeft.
In een andere uitvoeringsvorm, geïllustreerd in figuur 3, 10 omvat die verbindingsconstructie 29 een stelsel van samen met de binnenwanden 21b, 22b, 23b, buitenwanden 21a, 22a, 23a, buitenbochtwanddelen 24a, 26a, binnenbochtwanddelen 24b, 26b en overbruggingswanddelen 25ab, 27ab door extrusie gevormde, in hoofdzaak plaatvormige ribben 30, waarbij elke ribbe is 15 gericht volgens de lengterichting van het lichaamdeel 20 en in dwarsdoorsnede een binnenwand 21b, 22b, 23b verbindt met de corresponderende buitenwand 21a, 22a, 23a. De ribben 30 mogen onderling evenwijdig zijn en loodrecht op de binnenwand en de buitenwand staan. Het heeft echter de voorkeur dat de ribben 20 30 schuin op de binnenwand en de buitenwand staan, waarbij naast elkaar gelegen ribben 30 een tegengestelde schuinte hebben zodat de ribben 30 samen met de binnenwand 21b, 22b, 23b en de corresponderende buitenwand 21a, 22a, 23a in de lengterichting verlopende holle kanalen 31 met een in 25 dwarsdoorsnede driehoekige vorm definiëren.
Een ander patroon van de ribben 30 dan het in figuur 3 getoonde patroon is ook mogelijk. Figuur 3A illustreert een variant waarbij evenwijdig aan de buitenwand 23a en binnenwand 23b een scheidingswand 32 aanwezig is, die het interieur 28 30 verdeelt in twee gedeelten, en waarbij er ribben 33 zijn die de binnenwand 23b verbinden met die scheidingswand 32 en ribben 34 die de buitenwand 23a verbinden met die scheidingswand 32. Hierdoor wordt een verder verbeterde thermische isolatie bereikt.
35
Elke zijwand 13 van het lichaam 10 is op zijn naar de binnenruimte 16 gerichte binnenoppervlak voorzien van een aantal boven elkaar in de lengterichting verlopende geleiderails 40 boven elkaar, voor het daarop plaatsen van 10 plateaus of horizontale scheidingswanden (niet weergegeven). Het aantal van de geleiderails 40 speelt voor een begrip van de onderhavige uitvinding geen rol, maar zal in het algemeen groter zijn dan één.
5 Volgens een verdere uitwerking van de onderhavige uitvinding is een geleiderail 40 als een integraal onderdeel van het centrale deel 23 van het lichaamdeel 20 meegevormd tijdens het extrusieproces. De geleiderail 40 kan een massieve rail zijn, maar bij voorkeur is de geleiderail 40 een holle 10 rail, zoals in detail getoond in figuur 4. Bij de in deze figuur geïllustreerde uitvoering omvat een geleiderail 40 een in hoofdzaak horizontale strip 41 die vanaf de binnenwand 23b naar de binnenruimte 16 reikt. Bij een voldoende dikte (verticale afmeting) van de horizontale strip 41 is het 15 mogelijk dat de geleiderail 40 uitsluitend uit de horizontale strip 41 bestaat; in dat geval is de geleiderail 40 massief. Bij de weergegeven uitvoeringsvorm is de geleiderail 40 hol, en omvat de geleiderail 40 verder een schuin gerichte strip 42 onder de horizontale strip 41, die vanaf de binnenwand 23b 20 schuin omhoog reikt naar het vrije uiteinde van de horizontale strip 41. De horizontale strip 41 en schuin gerichte strip 42 omsluiten samen met een corresponderend deel van de binnenwand 23b een holle ruimte 43; deze constructie combineert sterkte met gewichtsbesparing. Voorts excelleert deze constructie door 25 het ontbreken van naden of kieren tussen de geleiderail 40 en de binnenwand 23b, hetgeen bevorderlijk is voor de hygiëne en reiniging vereenvoudigt.
Opgemerkt wordt, dat bij de constructie volgens WO-97/01475 de geleiderail is gevormd als een naar de 30 binnenruimte 16 van de kast gerichte, en dus van het interieur 28 weg gerichte, uitstulping van de binnenwand 23b, zoals geïllustreerd in figuur 4A. Dit is echter een verzwakking van de binnenwand. Om de binnenwand toch een voldoende sterkte te geven, stelt WO-97/01475 voor om, gezien in de lengterichting 35 van de kast, de geleiderail te onderbreken, zodat de rail is samengesteld uit meerdere, in de lengterichting naast elkaar geplaatste railsegmenten, afgewisseld met tussenruimten waar de binnenwand als een vlakke wand doorloopt van boven naar beneden, zoals aangeduid met een stippellijn in figuur 4A.
11
Voor het onderling koppelen van de extrusiedelen om het lichaam 10 te assembleren, stelt de onderhavige uitvinding voor om, zoals geïllustreerd in figuur 1, te voorzien in een 5 koppelrail 110 met een in hoofdzaak I-vormige contour. De koppelrail 110, die bijvoorbeeld een extrusieprofiel uit kunststof kan zijn, heeft een lijf 111, een bovenflens 112 en een onderflens 113. Tussen de bovenflens 112 en de onderflens 113 zijn, aan weerszijden van het lijf 111, opneemruimten 10 114A, 114B gedefinieerd voor het opnemen van de vrije uiteinden 25, 27 van de extrusiedelen. Met lijm (niet weergegeven) worden die vrije uiteinden vastgelijmd in de koppelrail. Deze oplossing, die zich in testen bewezen heeft, is een relatief eenvoudige en goedkope methode om een stevige 15 verbinding tussen de extrusiedelen tot stand te brengen.
Andere verbindingstechnieken en -constructies zijn echter ook mogelijk.
Op de bovenzijde van het lichaam 10 wordt typisch een 20 schaal 60 gemonteerd, met een bodem 61 en opstaande zijranden 62, waarvan in bovenaanzicht de contour in hoofdzaak overeenkomt met die van het lichaam 10, en dus in hoofdzaak rechthoekig met afgeronde hoeken. De onderhavige uitvinding verschaft voorts een eenvoudige en relatief goedkope 25 constructie voor het monteren van een dergelijke schaal 60 bovenop de trolley. Zoals gedetailleerd is getoond in figuren 2, 3 en 5, is op het bovenoppervlak van het bovenste horizontaal deel 22 een koppelorgaan 50 gevormd. In het weergegeven voorbeeld heeft het bovenste horizontaal deel 22 30 overal dezelfde dikte, en steekt het koppelorgaan 50 dus uit boven het bovenoppervlak van het bovenste horizontaal deel 22. Het is echter desgewenst ook mogelijk dat het bovenste horizontaal deel 22 ter plaatse van het koppelorgaan 50 dunner is uitgevoerd, of dat het koppelorgaan 50 in het bovenste 35 horizontaal deel 22 verzonken is, zodat het koppelorgaan 50 niet uitsteekt boven het bovenoppervlak van het bovenste horizontaal deel 22.
In het weergegeven voorbeeld heeft het koppelorgaan 50 een omgekeerd-L-vormige contour, met een beengedeelte 51 dat 12 in hoofdzaak loodrecht op het bovenoppervlak van het bovenste horizontaal deel 22 is gericht, en een voetgedeelte 52 dat vanaf het vrije uiteinde van het beengedeelte 51 in hoofdzaak horizontaal is gericht, van de vrije eindrand 25 van het 5 bovenste horizontaal deel 22 weg gericht.
Het is denkbaar dat het koppelorgaan 50 is gevormd als een separaat onderdeel en later aan het lichaamdeel 20 is bevestigd, bij voorbeeld door lijmen of schroeven. In een verdere uitwerking van de uitvindingsgedachte echter is het 10 koppelorgaan 50 als een integraal onderdeel van het bovenste horizontaal deel 22 van het lichaamdeel 20 meegevormd tijdens het extrusieproces. Het koppelorgaan 50 heeft dan de vorm van een langwerpige rail evenwijdig aan de vrije eindrand 25.
Aan de onderzijde van de bodem 61 van de schaal 60 zijn 15 bij de twee koppelorganen 50 passende complementaire koppel-organen 65 gevormd. In het weergegeven voorbeeld heeft elk koppelorgaan 65 een L-vormige contour, met een beengedeelte 66 dat in hoofdzaak loodrecht op de bodem 61 is gericht, en een voetgedeelte 67 dat vanaf het vrije uiteinde van het been-20 gedeelte 66 in hoofdzaak horizontaal is gericht, waarbij de twee koppelorganen 65 symmetrisch ten opzichte van elkaar geplaatst zijn en waarbij de twee voetgedeelten naar elkaar gericht zijn. Elk koppelorgaan 65 kan gevormd zijn als een reeks van naast elkaar geplaatste L-vormige haken, maar bij 25 voorkeur is elk koppelorgaan 65 gevormd als een langwerpige rail met een L-vormige dwarsdoorsnede, waarbij twee rails onderling evenwijdig zijn. De lengte van de twee railvormige koppelorganen 65 is bij voorkeur in hoofdzaak gelijk aan die van de railvormige koppelorganen 50, maar dit is niet 30 essentieel. In dit voorbeeld is het mogelijk om de schaal te vervaardigen als een extrusieproduct.
Om de schaal 60 te monteren, wordt de schaal 60 in de lengterichting op de bovenzijde van het lichaam 10 geschoven, over de twee koppelorganen 50, waarbij de twee koppelorganen 35 65 aan de onderzijde van de schaal 60 aangrijpen op de twee koppelorganen 50 op de bovenzijde van het lichaam 10. De koppelorganen 50, 65, die een vormsluitende koppeling verschaffen, houden de schaal vast op de kast.
13
Afhankelijk van de toegepaste toleranties vormen de koppelorganen 50, 65 een klempassing, of laten zij nog enige beweging toe. Het kan uit vervaardigingstechnisch oogpunt gewenst zijn om royale toleranties te hanteren, die dan dus 5 leiden tot speling, terwijl het in het gerede product ongewenst is dat de schaal 60 speling heeft ten opzichte van de kast. Om deze twee wensen met elkaar te combineren is het mogelijk dat de koppelorganen 50, 65 ten opzichte van elkaar gefixeerd worden, bijvoorbeeld door schroeven 53.
10 In een voorkeursuitvoeringsvorm is het mogelijk dat de schaal 60, via de koppelorganen 50, 65 een krachtoverdragende functie vervult, die de belasting van de lijmverbinding met de koppelrail 110 vermindert.
De twee koppelorganen 65 kunnen aan de onderzijde 15 uitsteken buiten de schaal 60, in welk geval een gemonteerde schaal lijkt te "zweven" boven het lichaam 10. Het is ook mogelijk dat, zoals geïllustreerd, de schaal 60 aan de onderzijde van de bodem is voorzien van twee onderling evenwijdige ruggen 63 onder de randen 62, om de ruimte onder 20 de bodem 61 bij een gemonteerde schaal visueel af te dichten.
In het beschreven voorbeeld is er één railvormig koppel-orgaan 50 op elk lichaamdeel 20, zodat het bovenvlak 12 van de kast 10 twee van die koppelorganen heeft. De onderlinge afstand tussen die onderling evenwijdige koppelorganen kan 25 groter gekozen worden dan geschetst. Voorts is het mogelijk dat er meerdere railvormige koppelorganen naast elkaar aanwezig zijn.
In de praktijk kan het gewenst zijn om de schaal 60 te verwisselen. Daarbij kan de beschreven schuifbeweging in 30 longitudinale richting op eenvoudige wijze tot een snel wisselen leiden. In plaats van de beschreven constructie, die uitblinkt in eenvoud, is het ook mogelijk de schaal 60 te voorzien van koppelorganen die werken op basis van een verticale beweging voor het wegnemen en plaatsen van de 35 schaal, bij voorbeeld door middel van een klik-constructie.
Wat in het voorgaande is vermeld voor het bevestigen van een schaal op de bovenzijde van de kast, kan ook gelden ook voor het op de onderzijde van de kast bevestigen van wielen.
14
In de weergegeven voorkeursuitvoeringsvorm is, zoals geïllustreerd in de figuren 2, 3 en 6, elk lichaamdeel 20 aan zijn onderzijde voorzien van een koppelrail 70 met een in dwarsdoorsnede in hoofdzaak L-vormige contour, met een 5 verticaal beengedeelte 71 en een horizontaal beengedeelte 72. Voor een nadere uitleg wordt verwezen naar de bovenstaande uitleg van koppelrail 50. Voorts is in deze voorkeursuitvoeringsvorm voorzien in een basisplaat 80, waarvan in bovenaanzicht de contour in hoofdzaak overeenkomt met die van 10 het lichaam 10, en dus in hoofdzaak rechthoekig met afgeronde hoeken. De basisplaat 80 is aan zijn bovenzijde voorzien van twee onderling evenwijdige, bij de twee koppelrails 70 passende complementaire koppelrails 85 met een in dwarsdoorsnede in hoofdzaak omgekeerd-L-vormige contour, met een 15 beengedeelte 86 dat in hoofdzaak loodrecht op de basisplaat 80 is gericht, en een voetgedeelte 87 dat vanaf het vrije uiteinde van het beengedeelte 86 in hoofdzaak horizontaal is gericht, waarbij de twee koppelorganen 85 symmetrisch ten opzichte van elkaar geplaatst zijn en waarbij de twee voet-20 gedeelten naar elkaar gericht zijn.
Voor het monteren van de basisplaat 80 op de twee lichaamdelen 20 geldt, mutatis mutandis, hetzelfde als datgene wat is beschreven in verband met de schaal 60, zodat deze beschrijving niet zal worden herhaald.
25 Voorts is bij voorkeur, zoals geïllustreerd in figuur 1, de basisplaat 80 aan de bovenzijde, langs de zijkanten, voorzien van twee onderling evenwijdige ruggen 83 om de ruimte boven de basisplaat 80 bij een gemonteerde basisplaat visueel af te dichten.
30 Aan de onderzijde van de basisplaat 80 zijn wielen 89 gemonteerd. Hierdoor is het niet meer nodig om wielen aan het lichaam te monteren, maar kunnen de wielen 89 met de basisplaat 80, ook aangeduid als wieldrager, worden samengebouwd tot een wielbasiseenheid, die simpelweg door een schuif-35 beweging onder het lichaam 10 gemonteerd kan worden, en die tevens, via de koppelorganen 70, 85 een krachtoverdragende functie kan vervullen, die de belasting van de lijmverbinding met de koppelrail 110 vermindert.
15
Opgemerkt wordt, dat de wielbasiseenheid voorts kan zijn voorzien van een remmechanisme voor het blokkeren van de wielen wanneer de trolley moet stilstaan. Aangezien dergelijke remmechanismen op zich bekend zijn, en de onderhavige 5 uitvinding geen betrekking heeft op het verbeteren van dergelijke remmechanismen, zal een nadere beschrijving van constructie en werking van dergelijke remmechanismen achterwege worden gelaten.
10 In de bovenbeschreven uitvoeringsvorm zijn alle wielen bevestigd op een enkele, gemeenschappelijke wieldrager 80. Als alternatief zou het mogelijk zijn dat de wielen individueel aan het lichaam 10 gemonteerd worden. In dat geval is het gunstig als elk lichaamdeel 20 voorts is voorzien van twee 15 onderling evenwijdige, in hoofdzaak L-vormige monteerrails 91, 92, elk met een verticaal beengedeelte 93 respectievelijk 94 en een horizontaal voetgedeelte 95 respectievelijk 96, waarbij de voetgedeelten 95, 96 naar elkaar zijn gericht. Die monteerrails 91, 92 definiëren dan een opneemruimte 97 waarin een 20 monteerplaat 98 kan worden geschoven van een wieleenheid 99, zoals schematisch geïllustreerd in figuur 7. Opgemerkt wordt, dat in elke opneemruimte 97 twee van dergelijke wieleenheden 99 gemonteerd zullen worden, respectievelijk aan de voorzijde en achterzijde van de trolley.
25
Aan de kast wordt nog een deurconstructie bevestigd. Dit is op zich bekend, en geïllustreerd in WO-97/01475, zodat het niet nodig is een uitgebreide beschrijving te geven van de deurconstructie. Een mogelijke uitvoeringsvariant zal kort 30 beschreven worden onder verwijzing naar figuur 8, die een bovenaanzicht in dwarsdoorsnede toont van een voor-uiteinde van de kast 10 in de uitvoeringsvorm volgens figuur 3. De lengterichting van de kast is in deze figuur verticaal gericht. De lamellen 30 zijn gesymboliseerd door verticale 35 stippellijnen. In deze uitvoeringsvorm is voorzien in een kozijn 120 met een contour die correspondeert met de frontale contour van de kast 10, dus een in hoofdzaak rechthoekige 0-contour. Het kozijn heeft vier kozijnstijlen 121, respectievelijk corresponderend met de zijwanden 13, de bodem 16 11 en de bovenwand 12 van de kast 10. In dwarsdoorsnede heeft elke stijl 121 hier een in hoofdzaak rechthoekige contour, met een frontvlak 122, zijvlakken 123, 124 en een achtervlak 125. In het achtervlak 125 is een gootvormige verdieping 126 5 gevormd, die fungeert als ontvangstruimte voor het longitudinale uiteinde van de kast. Meer in het bijzonder toont figuur 8, dat in de gootvormige verdieping 126 het longitudinale uiteinde van de zijwand 13 is opgenomen. Het kozijn is gefixeerd, bijvoorbeeld door lijmen. Aan het kozijn 10 zijn ter wille van de eenvoud hier slechts schematisch weergegeven scharniercomponenten 131 en grendelcomponenten 132 gevormd of bevestigd, ten behoeve van een eveneens ter wille van de eenvoud hier slechts schematisch weergegeven deur 130.
Opgemerkt wordt nog, dat een verticale kozijnstijl 121 15 het frontale uiteinde van de corresponderende zijwand 13 omgeeft met een U-vormige passing. Zoals in het voorgaande is opgemerkt, zijn aan de binnenzijde van de zijwand 13 steunrails 40 mee-geëxtrudeerd; deze strekken zich dus in principe uit over de gehele longitudinale afmeting van de 20 kast. Om het aanbrengen van het kozijn 120 mogelijk te maken, kunnen de longitudinale uiteinden van de steunrails 40 over een kleine lengte, corresponderend met de diepte van de gootvormige verdieping 126, worden verwijderd, of het achtervlak 125 van een verticale kozijnstijl 121 is voorzien 25 van verdere verdiepingen voor het accomoderen van de longitudinale uiteinden van de steunrails 40. Vergelijkbare opmerkingen gelden, mutatis mutandis, ten aanzien van de koppelorganen 50, 70, 91, 92.
30 Het zal voor een deskundige duidelijk zijn dat de uitvinding niet is beperkt tot de in het voorgaande besproken uitvoeringsvoorbeelden, maar dat diverse varianten en modificaties mogelijk zijn binnen de beschermingsomvang van de uitvinding zoals gedefinieerd in de aangehechte conclusies.
35 Bij voorbeeld is het mogelijk dat op de bovenzijde van het lichaam 10 meerdere railvormige koppelorganen 50 aanwezig zijn, onderling evenwijdig, en/of dat aan de onderzijde van de schaal 60 meerdere railvormige koppelorganen 65 aanwezig zijn, onderling evenwijdig.
17
Voorts is een uitvoering denkbaar waarbij de railvormige koppelorganen niet zijn mee-geëxtrudeerd.
Voorts is een uitvoering denkbaar waarbij de bodem (11), de bovenwand (12) en de twee zijwanden (13) van het lichaam 5 (10) dubbelwandig zijn uitgevoerd zonder dat het lichaam (10), al dan niet in de vorm van twee met elkaar gekoppelde lichaam-delen (20) met elk een in hoofdzaak C-vormige contour, door extrusie is gevormd. Hierbij worden ten minste de besproken voordelen van de dubbelwandige uitvoering bereikt.
10 Voorts is een uitvoering denkbaar waarbij het lichaam (10) is uitgevoerd in de vorm van twee met elkaar gekoppelde lichaamdelen (20) met elk een in hoofdzaak C-vormige contour, die met elkaar gekoppeld zijn door een schaal (60) aan de bovenzijde en/of een wieldrager (80) aan de onderzijde, zonder 15 dat het lichaam (10) door extrusie is gevormd, en/of zonder dat het lichaam (10) dubbelwandig is uitgevoerd.
Voorts moet het duidelijk zijn dat een serveertrolley die niet in een vliegtuig wordt gebruikt, bijvoorbeeld voor gebruik in een ziekenhuis, verzorgingshuis, bejaardenhuis, ook 20 onder de beschermingsomvang valt.
Voorts kunnen de gunstige inzichten van de onderhavige uitvinding ook worden toegepast bij stationaire kasten zonder wielen.
Kenmerken die alleen zijn beschreven voor een bepaalde 25 uitvoeringsvorm, zijn ook toepasbaar bij andere beschreven uitvoeringsvormen.
1034054

Claims (31)

1. Trolley (1), in het bijzonder van het type dat voor het distribueren van voedsel in gangpaden van vliegtuigen geschikt is, welke trolley een kastvormig lichaam (10) omvat dat een bodem (11), een bovenwand (12), en twee zijwanden (13) omvat 5 die een binnenruimte (16) omgeven; met het kenmerk, dat het lichaam (10) ten minste één uit kunststof vervaardigd extrusiedeel omvat, dat ten minste een bochtsectie (24; 26) tussen een zijwanddeel en een bovenwandeel respectievelijk een bodemdeel omvat. 10
2. Trolley volgens conclusie 1, waarbij een extrusiedeel een in hoofdzaak O-vormige contour heeft en vier bochtsecties omvat.
3. Trolley volgens conclusie 1, waarbij een extrusiedeel (20) een in hoofdzaak C-vormige contour heeft, waarbij elk extrusiedeel (20) een zijwand (13) van het lichaam (10), een deel van de bodem (11) van het lichaam (10), een deel van de bovenwand (12) van het lichaam (10), alsmede twee bochtsecties 20 omvat.
4. Trolley volgens conclusie 3, waarbij het lichaam (10) is opgebouwd als een combinatie van twee met elkaar gekoppelde extrusiedelen (20A; 20B). 25
5. Trolley volgens conclusie 4, waarbij de twee extrusiedelen (20A; 20B) onderling identiek zijn.
6. Trolley volgens conclusie 1, waarbij een extrusiedeel een 30 in hoofdzaak U-vormige contour heeft, en de bodem (11) van het lichaam (10) alsmede onderste gedeelten van de zijwanden (13) van het lichaam (10) alsmede twee bochtsecties (26) omvat.
7. Trolley volgens conclusie 1, waarbij een extrusiedeel een 35 in hoofdzaak omgekeerd-U-vormige contour heeft, en de bovenwand (12) van het lichaam (10) alsmede bovenste gedeelten 1034054 van de zijwanden (13) van het lichaam (10) alsmede twee bochtsecties (24) omvat.
8. Trolley volgens conclusie 1, waarbij een extrusiedeel een 5 in hoofdzaak L-vormige contour heeft, en een einddeel van de bodem (11) van het lichaam (10) alsmede een onderste gedeelte van de zijwand (13) van het lichaam (10) alsmede een bochtsectie (26) omvat.
9. Trolley volgens conclusie 1, waarbij een extrusiedeel een in hoofdzaak L-vormige contour heeft, en een einddeel van de bovenwand (12) van het lichaam (10) alsmede een bovenste gedeelte van de zijwand (13) van het lichaam (10) alsmede een bochtsectie (26) omvat. 15
10. Trolley volgens een willekeurige der voorgaande conclusies, waarbij het extrusiedeel of de extrusiedelen is/zijn gemaakt van polyetherimide (PEI), of een polyetherimide bevattende blend, of polyphenylsulfon (PPSU), 20 of een polyphenylsulfon bevattende blend.
11. Trolley volgens een willekeurige der voorgaande conclusies, waarbij het kastvormig lichaam (10) is uitgevoerd als een zelfdragend, frameloos lichaam. 25
12. Trolley volgens een willekeurige der voorgaande conclusies, waarbij een extrusiedeel (20) dubbelwandig is uitgevoerd, en een relatief dunne binnenwand (22b, 24b, 23b, 26b, 21b), een relatief dunne buitenwand (22a, 24a, 23a, 26a, 30 21a), en daartussen een verbindingsconstructie (29) die de binnenwand verbindt met de buitenwand, omvat.
13. Trolley volgens conclusie 12, waarbij de verbindingsconstructie (29) een schuim (29) omvat. 35
14. Trolley volgens conclusie 12, waarbij de verbindingsconstructie (29) een stelsel omvat van plaatvormige, longitudinale ribben (30).
15. Trolley volgens conclusie 14, waarbij de ribben (30) schuin op de binnenwand (21b, 22b, 23b) en de buitenwand (21a, 22a, 23a) staan, waarbij naast elkaar gelegen ribben een tegengestelde schuinte hebben. 5
16. Trolley volgens een willekeurige der voorgaande conclusies 12-15, waarbij de binnenwand (22b, 24b, 23b, 26b, 21b), buitenwand (22a, 24a, 23a, 26a, 21a) en verbindingsconstructie (29) door extrusie respectievelijk co-extrusie vervaardigd 10 zijn.
17. Trolley volgens een willekeurige der voorgaande conclusies, waarbij elke zijwand (13) is voorzien van ten minste één, vanaf het binnenoppervlak daarvan naar de 15 binnenruimte (16) uitstekende steunrail (40), voor het daarop plaatsen van plateaus of horizontale scheidingswanden, waarbij de steunrail (40) integraal met het desbetreffende zijwand-gedeelte is meegevormd tijdens het extrusieproces.
18. Trolley volgens conclusie 17, waarbij de geleiderail (40) een holle rail is.
19. Trolley volgens conclusie 17 of 18, waarbij het desbetreffende zijwand-gedeelte dubbelwandig is uitgevoerd, en 25 een relatief dunne binnenwand (23b), een relatief dunne buitenwand (23a), en daartussen een verbindingsconstructie (29) die de binnenwand verbindt met de buitenwand, omvat, waarbij de binnenwand (23b) zich ter hoogte van de geleiderail (40) doorzet. 30
20. Trolley volgens een willekeurige der voorgaande conclusies, waarbij het extrusiedeel is voorzien van ten minste één uitwendig aangevormd koppelorgaan (50; 70; 91; 92), voor het aan het lichaam (10) bevestigen van externe 35 onderdelen zoals bijvoorbeeld een schaal of wielen; waarbij elk van de genoemde koppelorganen is geïmplementeerd als een railvormig koppelorgaan dat integraal met het desbetreffende extrusiedeel is meegevormd tijdens het extrusieproces.
21. Trolley volgens conclusie 20, waarbij elk van de genoemde koppelorganen (50; 70; 91; 92) een in hoofdzaak L-vormige contour heeft, met een in hoofdzaak verticaal beendeel en een 5 in hoofdzaak horizontaal voetdeel.
22. Trolley volgens conclusie 21, waarbij het lichaam (10) ten minste twee extrusiedelen (20A, 20B) omvat, waarbij op aangrenzende extrusiedelen aangebrachte koppelorganen (50A, 10 50B; 70A, 70B) van elkaar weg gerichte voetdelen (52A, 52B; 72A, 72B)hebben.
23. Trolley volgens conclusie 22, waarbij een extern bevestigd onderdeel (60; 80) is voorzien van twee bij de genoemde 15 koppelorganen (50A, 50B; 70A, 70B) passende complementaire koppelorganen (65; 85) die aangrijpen op de genoemde koppelorganen (50A, 50B; 70A, 70B) en daarmee een vormsluitende en bij voorkeur krachtoverdragende verbinding te vormen. 20
24 . Trolley volgens een willekeurige der voorgaande conclusies 20-23, waarbij een extern bevestigd onderdeel (60) is uitgevoerd als een bovenop het lichaam (10) geplaatste schaal.
25. Trolley volgens een willekeurige der voorgaande conclusies 25 20-24, waarbij een extern bevestigd onderdeel (80) is uitgevoerd als een wieldrager waaraan wielen (89) zijn bevestigd.
26. Schaal (60), voor montage op een trolley volgens een 30 willekeurige der voorgaande conclusies 20-23, welke schaal (60) een bodem (61) heeft en aan de onderzijde van de bodem (61) is voorzien van ten minste twee complementaire koppelorganen (65) die passen bij uitwendig op de bovenwand (12) van het lichaam (10) gevormde koppelorganen (50), en die 35 zijn ingericht om aan te grijpen op de genoemde koppelorganen (50) en daarmee een vormsluitende verbinding te vormen.
27. Schaal volgens conclusie 26, waarbij elk van de complementaire koppelorganen (65) een in hoofdzaak L-vormige contour heeft, met een in hoofdzaak verticaal beendeel (66) en een in hoofdzaak horizontaal voetdeel (67).
28. Wieldrager (80), voor montage op een trolley volgens een 5 willekeurige der voorgaande conclusies 20-23, welke wieldrager (80) aan zijn bovenzijde is voorzien van ten minste twee complementaire koppelorganen (85) die passen bij uitwendig onder de bodem (11) van het lichaam (10) gevormde koppelorganen (70), en die zijn ingericht om aan te grijpen op de 10 genoemde koppelorganen (70) en daarmee een vormsluitende verbinding te vormen.
29. Wieldrager volgens conclusie 28, waarbij elk van de complementaire koppelorganen (85) een in hoofdzaak L-vormige 15 contour heeft, met een in hoofdzaak verticaal beendeel (86) en een in hoofdzaak horizontaal voetdeel (87).
30. Trolley volgens een willekeurige der voorgaande conclusies 20-23, waarbij het lichaam (10) aan zijn onderzijde is 20 voorzien van ten minste twee stelsels van twee onderling evenwijdige, in hoofdzaak L-vormige wielmonteerrails (91; 92), elk met een verticaal beengedeelte (93; 94) en een horizontaal voetgedeelte (95; 96), waarbij de voetgedeelten (95; 96) naar elkaar zijn gericht en aldus een opneemruimte (97) definiëren; 25 en waarbij in elke opneemruimte (97) ten minste één monteer-plaat (98) van een wieleenheid (99) is aangebracht.
31. Lichaamdeel (20) voor het vormen van het lichaam (10) van een trolley (1) volgens conclusie 1, welk lichaamdeel (20) een 30 in hoofdzaak C-vormige contour heeft met een centraal deel (23) dat een zijwand (13) van het kastvormig lichaam (10) definieert, een bovenste horizontaal deel (22) dat een helft van de bovenwand (12) van het kastvormig lichaam (10) definieert, en een onderste horizontaal deel (21) dat een 35 helft van de onderwand (11) van het kastvormig lichaam (10) definieert, alsmede met twee bochtsecties (24, 26); waarbij het lichaamdeel (20) ten minste één van de volgende kenmerken heeft: a] het lichaamdeel (20) is gevormd als een uit kunststof vervaardigd extrusiedeel; b] het centraal deel (23), het bovenste horizontaal deel (22), en het onderste horizontaal deel (21) zijn dubbelwandig uitgevoerd, met een relatief dunne binnenwand (21b; 22b; 23b) , 5 een relatief dunne buitenwand (21a, 22a, 23a), en daartussen een verbindingsconstructie (29) die de binnenwand verbindt met de buitenwand, waarbij de verbindingsconstructie (29) een schuim (29) omvat of waarbij de verbindingsconstructie (29) een stelsel omvat van plaatvormige longitudinale ribben (30) 10 die schuin op de binnenwand (21b, 22b, 23b) en de buitenwand (21a, 22a, 23a) staan waarbij naast elkaar gelegen ribben een tegengestelde schuinte hebben; c] elk centraal deel (23) is voorzien van ten minste één, vanaf het binnenoppervlak daarvan uitstekende, bij voorkeur 15 holle steunrail (40), die integraal met het desbetreffende zijwand-gedeelte is meegevormd tijdens het extrusieproces, waarbij de binnenwand (23b) van het desbetreffende zijwand-gedeelte zich ter hoogte van de geleiderail (40) doorzet; d] het lichaamdeel (20) is voorzien van ten minste één 20 uitwendig op het bovenste horizontaal deel (22) en/of uitwendig onder het onderste horizontaal deel (21) mee-geëxtrudeerd, railvormig koppelorgaan (50; 70) met een in hoofdzaak L-vormige contour, waarop complementaire koppelorganen (65; 85) van een bevestigingsorgaan (60; 80) 25 kunnen aangrijpen voor het vormen van een vormsluitende verbinding; e] het lichaamdeel (20) is voorzien van een stelsel van twee uitwendig onder het onderste horizontaal deel (21) mee-geëxtrudeerde, in hoofdzaak L-vormige wielmonteerrails (91; 30 92), elk met een verticaal beengedeelte (93; 94) en een horizontaal voetgedeelte (95; 96), waarbij de voetgedeelten (95; 96) naar elkaar zijn gericht en aldus een opneemruimte (97) definiëren voor een monteerplaat (98) van een wieleenheid (99) . 1034054
NL1034054A 2007-06-28 2007-06-28 Trolley. NL1034054C2 (nl)

Priority Applications (5)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1034054A NL1034054C2 (nl) 2007-06-28 2007-06-28 Trolley.
US12/666,800 US20110006496A1 (en) 2007-06-28 2008-06-27 Trolley
EP08766738A EP2173597A2 (en) 2007-06-28 2008-06-27 Trolley
CN200880104755A CN101790477A (zh) 2007-06-28 2008-06-27 手推车
PCT/NL2008/000165 WO2009008707A2 (en) 2007-06-28 2008-06-27 Trolley

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1034054 2007-06-28
NL1034054A NL1034054C2 (nl) 2007-06-28 2007-06-28 Trolley.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL1034054C2 true NL1034054C2 (nl) 2008-12-30

Family

ID=39246867

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL1034054A NL1034054C2 (nl) 2007-06-28 2007-06-28 Trolley.

Country Status (5)

Country Link
US (1) US20110006496A1 (nl)
EP (1) EP2173597A2 (nl)
CN (1) CN101790477A (nl)
NL (1) NL1034054C2 (nl)
WO (1) WO2009008707A2 (nl)

Families Citing this family (13)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US8465030B2 (en) 2008-12-07 2013-06-18 Norduyn Inc. Modular utility cart
US20130181419A1 (en) * 2010-01-22 2013-07-18 Martin Benning Food pan carrier
WO2011132202A1 (en) * 2010-04-19 2011-10-27 P A Mohammed Ansar Inflight catering apparatus
GB2480370B (en) 2010-05-14 2017-03-29 Norduyn Inc Body reinforcement and method of manufacturing thereof
NL1038223C2 (en) 2010-09-06 2012-03-07 Promolding B V Trolley.
NL1038222C2 (en) 2010-09-06 2012-03-07 Promolding B V Trolley.
NL1038221C2 (en) * 2010-09-06 2012-03-07 Promolding B V Trolley.
US20130200585A1 (en) * 2012-02-08 2013-08-08 Wasp, Inc. Transport cart
US20210053698A1 (en) * 2018-02-20 2021-02-25 Fast Global Solutions, Inc. Luggage transport cart with polymer cabin
DE102019108747A1 (de) * 2019-04-03 2020-10-08 Airbus Operations Gmbh Verstau- und Entnahmesystem für rollbare Behälter in einem Fahrzeug sowie ein Fahrzeug mit einem derartigen System
CN110562464B (zh) * 2019-09-26 2020-12-15 江苏天一机场专用设备股份有限公司 一种航空餐车的高稳定性底部连接装置
CN111703567A (zh) * 2020-06-24 2020-09-25 中国商用飞机有限责任公司 套筒及其制造方法
EP4204278A1 (en) 2020-08-28 2023-07-05 Pick8Ship Technology AG Storage means

Citations (6)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE2554303A1 (de) * 1975-12-03 1977-06-08 Rhein Nadel Kurzwaren Gmbh Winkelprofil zur herstellung von warenschaechten fuer verkaufsgeraete
DE2737092A1 (de) * 1977-08-17 1979-03-01 Gert Brinckmann Gehaeuse fuer fernseh- und rundfunkgeraete und dergleichen
GB1541605A (en) * 1977-07-20 1979-03-07 Smith J C Shelving units
US4592601A (en) * 1984-08-03 1986-06-03 Maclean-Fogg Company Expandable modular storage system
GB2178725A (en) * 1985-05-31 1987-02-18 Bern Research Ltd Component assemblies
WO1997001475A1 (en) * 1995-06-29 1997-01-16 Flex Concepts B.V. Serving trolley

Family Cites Families (9)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US3685852A (en) * 1970-09-02 1972-08-22 Clarence F Wendorf Refuse disposal container and mounting device
FR2335385A1 (fr) * 1975-12-16 1977-07-15 Reunis Sa Ateliers Chariot avec panneaux en matiere plastique
US4470647A (en) * 1982-06-01 1984-09-11 Mark L. Bishoff Interfitting and removable modular storage units including connectors forming part of a unit as well as sliding support for adjacent units
US4673087A (en) * 1985-11-04 1987-06-16 Peninsula Plastics Co., Inc. Collapsable, reusable container system
US5076650A (en) * 1990-07-31 1991-12-31 The Rockefeller University Cart for collection and disposal of low-level radioactive waste
US5566961A (en) * 1994-07-11 1996-10-22 Rubbermaid Office Products Inc. Modular storage unit
US6453638B2 (en) * 1999-09-07 2002-09-24 Nan Ya Plastics Corporation Press molded door with improved reinforcement material and stile structure
US20060055290A1 (en) * 2004-09-16 2006-03-16 Schalla James P Reaction-Injection-Molded Cart and Method of Manufacture
NL1028465C2 (nl) * 2005-03-04 2006-09-06 Driessen Aerospace Group Nv Inrichting voor het opnemen van objecten, alsmede transportmiddel.

Patent Citations (6)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE2554303A1 (de) * 1975-12-03 1977-06-08 Rhein Nadel Kurzwaren Gmbh Winkelprofil zur herstellung von warenschaechten fuer verkaufsgeraete
GB1541605A (en) * 1977-07-20 1979-03-07 Smith J C Shelving units
DE2737092A1 (de) * 1977-08-17 1979-03-01 Gert Brinckmann Gehaeuse fuer fernseh- und rundfunkgeraete und dergleichen
US4592601A (en) * 1984-08-03 1986-06-03 Maclean-Fogg Company Expandable modular storage system
GB2178725A (en) * 1985-05-31 1987-02-18 Bern Research Ltd Component assemblies
WO1997001475A1 (en) * 1995-06-29 1997-01-16 Flex Concepts B.V. Serving trolley

Also Published As

Publication number Publication date
CN101790477A (zh) 2010-07-28
US20110006496A1 (en) 2011-01-13
WO2009008707A2 (en) 2009-01-15
WO2009008707A3 (en) 2009-04-16
EP2173597A2 (en) 2010-04-14

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL1034054C2 (nl) Trolley.
NL1028462C2 (nl) Wagen, werkwijze voor het vervaardigen van een wagen, alsmede transportmiddel.
AU2015210330A1 (en) Extruded profile for a fitted panel and fitted panel comprising said extruded profile
US3717396A (en) Modular shell cabinet structure
WO2009004236A1 (fr) Dispositif d'aménagement de soute d'un aéronef pour le repos de membres d'équipage et aéronef le comportant
US3472571A (en) Cabinet formed of grooved and folded laminated panels
US20190169925A1 (en) Double backbone core for automated door assembly line, door comprising same and method of using same
AU2012213732A1 (en) Casing for a device that can be used in domestic, gastronomical, or retail sectors
CA2281723C (en) Vehicle cell
US4667724A (en) Folding partition system composed of a series of adjacent panels
CA2612335A1 (en) Boarding and/or access aid for vehicles with passenger transport
NL2018304B1 (en) Roof hatch
US20180072330A1 (en) Dining car which may be modulated, in particular for a railway vehicle
WO2018194509A1 (en) Panels for an assembled product
ES2204615T3 (es) Conexion para un revestimiento del suelo en vehiculos, en particular en vehiculos sobre railes.
JP6328384B2 (ja) 携帯スロープ
GB2158931A (en) Vehicle body construction
EP2977287B1 (fr) Parois structurelles pour une caisse de véhicule ferroviaire, procédé d'assemblage et véhicule ferroviaire associés
US4433882A (en) Modular, stackable, suspendable drawer cabinet
EP2386467A2 (en) Method for manufacturing a frame structure of a utility vehicle and corresponding frame structure
NL1014676C2 (nl) Wandsysteem en werkwijze voor het samenstellen van een wand uit een wandsysteem.
JP2015054559A (ja) 車両用扉
NL1036287C2 (nl) Blokhut met verbeterde aansluiting tussen dak en wanden.
CN218056112U (zh) 新型收纳盒
RU2378472C1 (ru) Вертикальный алюминиевый профиль для изготовления дверей шкафов-купе и/или офисных перегородок (варианты)

Legal Events

Date Code Title Description
PD2B A search report has been drawn up
PD Change of ownership

Owner name: VDL FIBERTECH INDUSTRIES B.V.; NL

Free format text: DETAILS ASSIGNMENT: CHANGE OF OWNER(S), ASSIGNMENT; FORMER OWNER NAME: COOEPERATIEVE RABOBANK U.A.

Effective date: 20230421