NL1028462C2 - Wagen, werkwijze voor het vervaardigen van een wagen, alsmede transportmiddel. - Google Patents

Wagen, werkwijze voor het vervaardigen van een wagen, alsmede transportmiddel. Download PDF

Info

Publication number
NL1028462C2
NL1028462C2 NL1028462A NL1028462A NL1028462C2 NL 1028462 C2 NL1028462 C2 NL 1028462C2 NL 1028462 A NL1028462 A NL 1028462A NL 1028462 A NL1028462 A NL 1028462A NL 1028462 C2 NL1028462 C2 NL 1028462C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
carriage
bottom wall
door
plastic
wall
Prior art date
Application number
NL1028462A
Other languages
English (en)
Inventor
Laurentius Petrus Joseph Loon
Cornelis Petrus Mari Portegies
Peter Hendrik Beets
Original Assignee
Driessen Aerospace Group Nv
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Driessen Aerospace Group Nv filed Critical Driessen Aerospace Group Nv
Priority to NL1028462A priority Critical patent/NL1028462C2/nl
Priority to EP06716681.9A priority patent/EP1858368B8/en
Priority to US11/817,603 priority patent/US9033278B2/en
Priority to PCT/NL2006/050048 priority patent/WO2006093412A2/en
Priority to SG201001294-6A priority patent/SG159568A1/en
Application granted granted Critical
Publication of NL1028462C2 publication Critical patent/NL1028462C2/nl
Priority to US14/696,635 priority patent/US20150225085A1/en

Links

Classifications

    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B64AIRCRAFT; AVIATION; COSMONAUTICS
    • B64DEQUIPMENT FOR FITTING IN OR TO AIRCRAFT; FLIGHT SUITS; PARACHUTES; ARRANGEMENT OR MOUNTING OF POWER PLANTS OR PROPULSION TRANSMISSIONS IN AIRCRAFT
    • B64D11/00Passenger or crew accommodation; Flight-deck installations not otherwise provided for
    • B64D11/0007Devices specially adapted for food or beverage distribution services
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A47FURNITURE; DOMESTIC ARTICLES OR APPLIANCES; COFFEE MILLS; SPICE MILLS; SUCTION CLEANERS IN GENERAL
    • A47BTABLES; DESKS; OFFICE FURNITURE; CABINETS; DRAWERS; GENERAL DETAILS OF FURNITURE
    • A47B31/00Service or tea tables, trolleys, or wagons
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B29WORKING OF PLASTICS; WORKING OF SUBSTANCES IN A PLASTIC STATE IN GENERAL
    • B29DPRODUCING PARTICULAR ARTICLES FROM PLASTICS OR FROM SUBSTANCES IN A PLASTIC STATE
    • B29D99/00Subject matter not provided for in other groups of this subclass
    • B29D99/006Producing casings, e.g. accumulator cases
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B62LAND VEHICLES FOR TRAVELLING OTHERWISE THAN ON RAILS
    • B62BHAND-PROPELLED VEHICLES, e.g. HAND CARTS OR PERAMBULATORS; SLEDGES
    • B62B3/00Hand carts having more than one axis carrying transport wheels; Steering devices therefor; Equipment therefor
    • B62B3/002Hand carts having more than one axis carrying transport wheels; Steering devices therefor; Equipment therefor characterised by a rectangular shape, involving sidewalls or racks
    • B62B3/003Non-transparent side walls
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B62LAND VEHICLES FOR TRAVELLING OTHERWISE THAN ON RAILS
    • B62BHAND-PROPELLED VEHICLES, e.g. HAND CARTS OR PERAMBULATORS; SLEDGES
    • B62B5/00Accessories or details specially adapted for hand carts
    • B62B5/0006Bumpers; Safety devices
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B64AIRCRAFT; AVIATION; COSMONAUTICS
    • B64DEQUIPMENT FOR FITTING IN OR TO AIRCRAFT; FLIGHT SUITS; PARACHUTES; ARRANGEMENT OR MOUNTING OF POWER PLANTS OR PROPULSION TRANSMISSIONS IN AIRCRAFT
    • B64D11/00Passenger or crew accommodation; Flight-deck installations not otherwise provided for
    • B64D11/04Galleys
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A47FURNITURE; DOMESTIC ARTICLES OR APPLIANCES; COFFEE MILLS; SPICE MILLS; SUCTION CLEANERS IN GENERAL
    • A47BTABLES; DESKS; OFFICE FURNITURE; CABINETS; DRAWERS; GENERAL DETAILS OF FURNITURE
    • A47B31/00Service or tea tables, trolleys, or wagons
    • A47B2031/002Catering trolleys
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B62LAND VEHICLES FOR TRAVELLING OTHERWISE THAN ON RAILS
    • B62BHAND-PROPELLED VEHICLES, e.g. HAND CARTS OR PERAMBULATORS; SLEDGES
    • B62B2202/00Indexing codes relating to type or characteristics of transported articles
    • B62B2202/67Service trolleys, e.g. in aircraft
    • YGENERAL TAGGING OF NEW TECHNOLOGICAL DEVELOPMENTS; GENERAL TAGGING OF CROSS-SECTIONAL TECHNOLOGIES SPANNING OVER SEVERAL SECTIONS OF THE IPC; TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC CROSS-REFERENCE ART COLLECTIONS [XRACs] AND DIGESTS
    • Y10TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC
    • Y10TTECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER US CLASSIFICATION
    • Y10T29/00Metal working
    • Y10T29/49Method of mechanical manufacture
    • Y10T29/49826Assembling or joining

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Chemical & Material Sciences (AREA)
  • Combustion & Propulsion (AREA)
  • Transportation (AREA)
  • Aviation & Aerospace Engineering (AREA)
  • Handcart (AREA)
  • Packaging Of Machine Parts And Wound Products (AREA)
  • Buffer Packaging (AREA)

Description

Titel: Wagen, werkwijze voor het vervaardigen van een wagen, alsmede transportmiddel.
De uitvinding heeft betrekking op een wagen, die verplaatsbaar is door een 5 gangpad, zoals het gangpad in een vliegtuig, omvattende een behuizing die is voorzien van een bodemwand, twee opstaande zijwanden, die zich elk vanaf de bodemwand uitstrekken, en een bovenwand, die in hoofdzaak evenwijdig aan de bodemwand en dwars tussen de zijwanden is aangebracht.
In de luchtvaartindustrie wordt een dergelijke wagen ook aangeduid als “trolley” 10 of “catering trolley”. Met een trolley brengt cabinepersoneel in een vliegtuig bijvoorbeeld maaltijden of belastingvrije artikelen langs de zitplaatsen van de passagiers. De uitvinding betreft in het bijzonder dergelijke trolleys. In deze beschrijving kan de aanduiding “wagen” of “trolley” zowel een vliegtuigtrolley als een andere wagen betekenen, zoals een servicewagen of cateringwagen die bestemd is voor 15 treinen, schepen of in ziekenhuizen.
Een servicewagen heeft een bijzondere vorm. Een servicewagen is meestal slank, d.w.z. de verhouding van de hoogte tot de breedte van de servicewagen is aanzienlijk, bijvoorbeeld een factor 2 of meer. Verder is een servicewagen meestal langwerpig - de bodemwand is dan rechthoekig, waarbij de zijwanden zijn verbonden met de lange 20 zijden van de bodemwand. De zijwanden bevinden zich langs een langszijde van de behuizing.
Een dergelijke wagen is bekend uit FR 2.561.509. De wanden van de behuizing en de deur zijn elk gevormd door een paneel met een kem van een honingraatstructuur, waartegen aan weerszijden de binnenlaag respectievelijk de buitenlaag zijn gelijmd. De 25 binnen- en buitenlaag zijn gevoftnd door met hars geïmpregneerde koolstofvezels. Op de bodemwand zijn loodrecht twee opstaande panelen gelijmd, die een gedeelte van de zijwanden vormen. Op de bovenranden van die opstaande panelen is loodrecht de bovenwand gelijmd. Ter vorming van een koelbak zijn op de bovenwand twee korte opstaande panelen gelijmd, die eveneens een gedeelte van de zijwanden vormen.
30 Tussen deze opstaande panelen is een dekselwand gelijmd. Ter verstijving van de onderlinge verbindingen van de panelen kunnen inwendig en uitwendig dunwandige hoekprofielen tegen de loodrechte verbindingen zijn gelijmd. De hoekprofielen zijn bijvoorbeeld gemaakt van met hars geïmpregneerde koolstofvezels.
1028462 2
Deze wagen is door het gebruik van panelen met een honingraatstructuur relatief licht. Dit is gunstig omdat elke toename van het totale gewicht van het vliegtuig leidt tot een aanzienlijke stijging van het brandstofverbruik. De vliegtuigmaatschappijen, die de vliegtuigen exploiteren, streven naar een zo laag mogelijk gewicht van de trolley.
5 Deze wagen is echter gevoelig voor beschadigingen. Een cateringbedrijf zal de wagen op de luchthaven vullen met dienbladen, waarna de wagen naar de galley in een vliegtuigcabine moet worden getransporteerd. Tijdens het verrijden en anderszins manoeuvreren van de wagen zullen in de praktijk botsingen optreden - de wagen stoot bijvoorbeeld tegen een deurpost. De panelen met de kem van honingraatstructuur, in 10 het bijzonder de uitwendige randen van de wagen, raken hierdoor snel beschadigd.
De uitwendige hoekprofielen, die om de hoeken van de wagen zijn gelijmd, fungeren als verstijvingsprofielen. Deze dunwandige hoekprofielen van koolstofVezels zijn niet geschikt voor het opnemen van stootbelasting om beschadiging van de panelen te verhinderen. Bovendien kunnen deze uitwendige hoekprofielen door het stoten 15 losraken. Als gevolg daarvan vermindert de sterkte en stijfheid van de wagen, hetgeen aanleiding geeft tot regelmatig onderhoud.
Een doel van de uitvinding is een wagen te verschaffen die minder snel beschadigd door een botsing, terwijl het gewicht van de wagen relatief laag blijft.
Dit doel is volgens de uitvinding bereikt doordat ten minste een wand ten minste 20 een buitenrand heeft die is voorzien van een omranding ter vorming van een stootrand, en dat de omranding kunststof omvat. De kunststof is bijvoorbeeld polyurethaan (PU). Bij het botsen van deze stootrand tegen een object, wordt de stootbelasting opgevangen door de als stootrand uitgevoerde kunststof omranding zonder beschadiging aan de wagen. De wagen beschadigt derhalve minder snel door een botsing. Daarnaast heeft de 25 kunststof omranding slechts een geringe massa. Het gewicht van de wagen blijft relatief laag.
Opgemerkt wordt dat stootranden op zichzelf bekend zijn. Een algemeen bekende vliegtuigtrolley heeft een behuizing, die is gevormd door aluminium wanden. Langs de randen van de wanden zijn aluminium omrandingen aangebracht. De omtreksrand van 30 een deur is eveneens voorzien van een dergelijke aluminium omranding. Hoewel de aluminium omrandingen de wagen voldoende beschermen tegen botsingen, zijn dergelijke aluminium omrandingen relatief zwaar. De aluminium omrandingen van de 1 028462 3 algemeen bekende wagen vormen gezamenlijk zelfs een aanzienlijk deel van het totale gewicht van de wagen.
De kunststof omranding kan op verschillende manieren zijn bevestigd, bijvoorbeeld door lijmen. Het verdient volgens de uitvinding echter de voorkeur, dat de 5 kunststof omranding is aangegoten aan die buitenrand van die wand. Door het aangieten of aanspuiten van de kunststof omranding dringt de kunststof vanaf het kopoppervlak van de desbetreffende rand door tot enigszins in de kern, bijvoorbeeld een honingraatstructuur of schuim. Hierdoor is een uitstekende bevestiging van de omranding gewaarborgd. Door de combinatie van enigszins doorlaatbare kern en 10 gegoten kunststof zal de stootrand niet loslaten.
Het verdient volgens de uitvinding de voorkeur, dat de zijwanden van de behuizing elk opstaande randen en bovenranden bezitten, waarbij de al dan niet aangegoten kunststof omranding ter vorming van stootranden is aangebracht aan die opstaande randen en bovenranden. De opstaande randen en de bovenranden van de 15 zijwanden zijn dan tegen botsingen beschermd.
Teneinde de wagen volgens de uitvinding verder te beschermen kan de aangegoten kunststof omranding ter vorming van stootranden zijn aangebracht aan de kopranden van de bodemwand.
In een uitvoeringsvorm van de uitvinding zijn de bodemwand en de zijwanden 20 integraal gevormd als een U-vormig paneel, dat is gevormd uit een vlakke rechthoekige plano, die twee verzwakkingslijnén heeft, waarover de plano vouwbaar is, waarbij tussen de verzwakkingslijnén de bodemwand is gevormd, en aan de van de bodemwand i afgekeerde zijden van de verzwakkingslijnén telkens een zijwand is gevormd, en waarbij de omtreksrand van de vlakke plano is voorzien van de kunststof omranding. In 25 tegenstelling tot de aan elkaar gelijmde panelen van de bekende wagen vormen de bodemwand en de zijwanden van de wagen volgens de uitvinding een enkel onderdeel. De verbinding tussen de bodemwand en de zijwanden van de wagen volgens de uitvinding is derhalve bijzonder betrouwbaar.
Verder kunnen door het integreren van de bodemwand en de zijwanden de 30 kunststof omrandingen langs de randen daarvan in een enkele processtap worden aangebracht. Hiervoor wordt de vlakke plano voor het U-vormige paneel in een mal aangebracht, waarna kunststof wordt geïnjecteerd, zodat de volledige omtreksrand van de plano wordt omrand met de kunststof omranding.
_1 02 84 6 2_ 4
Volgens de uitvinding is het mogelijk, dat de wanden van de behuizing elk zijn voorzien van een kern, die aan weerszijden daarvan is bekleed door een binnenlaag respectievelijk een buitenlaag. Daarbij kunnen de verzwakkingslijnen elk zijn gevormd door een uitsnijding in de binnenlaag van de plano. De uitsnijding vormt een 5 betrouwbare vouwlijn waarover de plano gecontroleerd vouwbaar is.
In een voorkeursuitvoeringsvorm van de uitvinding strekken de uitsnijdingen van het U-vormige paneel, die de verzwakkingslijnen vormen, zich uit langs de onderranden van de behuizing, waarbij een kunststof is ingegoten in de uitsnijding ter versterking van de onderranden. De onderranden zijn de randen van de behuizing waar 10 de bodemwand met telkens een zijwand is verbonden. De algemeen bekende wagen heeft langs die onderranden van de behuizing aluminium omrandingen voor het opvangen van stoten. Volgens deze uitvoeringsvorm zijn omrandingen langs de onderranden echter overbodig doordat de onderranden inwendig zijn verstevigd door kunststof, die is ingespoten of ingegoten via de uitsnijdingen van het omgevouwen U-15 vormige paneel. De uitsnijdingen vormen elk een gietsleuf voor de kunststof. Hiermee bereikt de wagen volgens de uitvinding een verdere gewichtsreductie.
De in de uitsnijding aangebrachte kunststof kan daarnaast de uitsnijding afdichten, zodat het inwendige van de behuizing in hoofdzaak waterdicht is. Het binnendringen van vocht of water via de uitsnijdingen zou de sterkte van de kem 20 kunnen aantasten.
In dat geval verdient het de voorkeur, dat de kunststof een zodanige viscositeit heeft, dat de kunststof vanaf de uitsnijding door de honingraatstructuur tot aan de buitenlaag van het paneel is gestroomd. De viscositeit van de kunststof maakt bijvoorbeeld mogelijk, dat de kunststof onder invloed van de zwaartekracht door de 25 kem tot aan de buitenlaag van het paneel zakt. De kunststof is bij voorkeur hetzelfde als de kunststof voor de omrandingen, zodat de versteviging van de onderrand tegelijkertijd met het aanbrengen van de omrandingen kan plaatsvinden.
In een uitvoeringsvorm van de uitvinding is aan de binnenzijde van elke zijwand een reeks holtes aangebracht, die evenwijdig aan en op afstand van de bovenrand van 30 die zijwand verloopt, en waarbij de bovenwand aan de langsranden daarvan is voorzien van een reeks lippen, waarbij de lippen van de bovenwand zijn opgenomen in die holtes van de zijwanden. Een dergelijke verbinding van de bovenwand aan de zijwanden van 1028462 5 de behuizing is bijzonder stevig. Het is mogelijk de verbinding door verlijmen te versterken.
In een uitvoeringsvorm van de uitvinding is een opstaand scheidingsschot dwars tussen de zijwanden aangebracht, waarbij het scheidingsschot langs ten minste de 5 langsranden daarvan is voorzien van lippen, en waarbij aan de binnenzijde van elke zijwand een opstaande reeks holtes is aangebracht, die zich telkens vanaf de bodemwand tot de bovenwand uitstrekt, waarbij de lippen van het scheidingsschot zijn opgenomen in die holtes van de zijwanden. Het scheidingsschot verdeelt de behuizing in twee deelruimten. De verbinding door middel van lippen en holtes leidt op dezelfde 10 manier als voor de verbinding van de bovenwand aan de zijwanden tot een betrouwbare en stevige bevestiging. Eventueel is lijm aangebracht tussen het scheidingsschot en de zijwanden.
Het scheidingsschot kan op dezelfde manier zijn opgebouwd als de wanden van de behuizing, d.w.z. het scheidingsschot kan een kern omvatten, die aan weerszijden 15 daarvan is bekleed door een binnenlaag respectievelijk een buitenlaag.
Het is volgens de uitvinding mogelijk, dat de behuizing ten minste een toegangsopening heeft, die is begrensd door de wanden, en waarbij de wagen ten minste een deur omvat, die schamierbaar is verbonden met een opstaande zijwand tussen een open stand, waarin de toegangsopening toegankelijk is, en een gesloten 20 stand, waarin de toegangsopening ten minste gedeeltelijk is afgesloten, en waarbij de deur is voorzien van een kem, die aan weerszijden daarvan is bekleed door een binnenlaag respectievelijk een buitenlaag, waarbij de deur aan de omtreksrand daarvan een kunststof omranding omvat die al dan niet is aangegoten aan die omtreksrand. Hierdoor is een lichtgewicht deur gevormd, terwijl de kunststof omrandingen van de 25 deur lichtgewicht stootranden verschaffen die slijtvast zijn bevestigd aan de omtreksrand van de deur.
Daarbij is volgens de uitvinding mogelijk, dat de deur twee deurpanelen omvat, waarbij elk deurpaneel is voorzien van een kem, die aan weerszijden daarvan is bekleed door een binnenlaag respectievelijk een buitenlaag, waarbij elk deurpaneel aan 30 de omtreksrand daarvan een kunststof omranding omvat die al dan niet is aangegoten aan die omtreksrand. In dit geval is de deur van de wagen volgens de uitvinding een gedeelde deur met twee deurpanelen. Elk deurpaneel is als gevolg van de sandwich- 1028462 6 constructie relatief licht, terwijl de kunststof omrandingen elk deurpaneel langs de omtrek daarvan tegen botsingen beschermen.
Volgens de uitvinding kan elk deurpaneel zijn voorzien van een kunsstof handgreep, die is meegegoten met de kunststof omranding. De handgreep maakt het 5 manipuleren van de stand van de deurpanelen mogelijk. Doordat de handgreep is meegegoten, kunnen de omranding en de handgreep in een enkele processtap in een mal worden vervaardigd.
In een uitvoeringsvorm van de uitvinding zijn de deurpanelen aan de naar het inwendige van de behuizing toegekeerde binnenzijde voorzien van geleidingen voor het 10 ondersteunen van een dienblad, welke geleidingen elk zijn voorzien van een reeks pennen die in gaten in het deurpaneel zijn gestoken. De pennen vormen een lichtgewicht geleiding.
Op dezelfde manier kan elke naar het inwendige van de behuizing toegekeerde binnenzijde van de zijwanden zijn voorzien van geleidingen voor het ondersteunen van 15 dienbladen, welke geleidingen elk zijn voorzien van een reeks pennen die in gaten in het deurpaneel zijn gestoken. De bekende wagen heeft geleidingen, die zijn gevormd door rails. De rails zijn relatief zwaar. De pennengeleiding volgens de uitvinding is eenvoudig en licht.
In een voorkeuruitvoeringsvorm van de uitvinding omvat de kem van de 20 respectievelijke panelen een honingraatstructuur en/of een schuim. Bij voorkeur omvatten de binnenlaag en/of buitenlaag van de kem aluminium en/of glasvezels, die zijn geïmpregneerd met hars. Glasvezels zijn in het bijzonder geschikt voor vliegtuigtrolleys.
De uitvinding betreft tevens een wagen, omvattende een behuizing die is voorzien 25 van een bodemwand, twee opstaande zijwanden, die zich elk vanaf de bodemwand uitstrekken, en een bovenwand, die in hoofdzaak evenwijdig aan de bodemwand en dwars tussen de zijwanden is aangebracht. Volgens de uitvinding zijn de bodemwand en de zijwanden integraal gevormd als een U-vormig paneel, dat is gevormd uit een vlakke rechthoekige plano.
30 Bij voorkeur heeft de plano twee verzwakkingslijnen, waarover de plano vouwbaar is, waarbij tussen de verzwakkingslijnen de bodemwand is gevormd, en aan de van de bodemwand afgekeerde zijden van de verzwakkingslijnen telkens een zijwand is gevormd.
1028462_ 7
De uitvinding heeft eveneens betrekking op een werkwijze voor het vormen van een wagen, omvattende het verschaffen van een rechthoekige plano, die is voorzien van een honingraatstructuur, die aan weerszijden daarvan is bekleed door een binnenlaag respectievelijk een buitenlaag, het aanbrengen van twee verzwakkingslijnen door het 5 verwijderen van een respectievelijke uitsnijding van de binnenlaag, het plaatsen van de plano in een mal, het aangieten van een kunststof omranding langs de omtreksrand van de plano ter vorming van een stootrand van de plano, het omvouwen van de plano over de verzwakkingslijnen tot een U-vormig paneel, dat de bodemwand en de zijwanden vormt. Met deze werkwijze volgens de uitvinding worden in een enkele processtap de 10 bodemwand en de zijwanden van de behuizing, alsmede de kunststof omrandingen langs de randen daarvan gevormd. Hierdoor is de productie van de behuizing goedkoop.
Bij voorkeur wordt tijdens het vouwen van de plano tussen de zijwanden de bovenwand, en eventueel het scheidingsschot opgenomen doordat de holtes van de 15 zijwanden de lippen van de bovenwand, en eventueel de lippen van het scheidingsschot ontvangen.
De uitvinding heeft tevens betrekking op een transportmiddel voor het transport van meerdere passagiers, omvattende ten minste twee rijen zitplaatsen, die van elkaar zijn gescheiden door een gangpad. Volgens de uitvinding is in het gangpad een wagen 20 zoals hierboven beschreven voorzien. Het transportmiddel is bijvoorbeeld een vliegtuig, een trein of een vaartuig.
De uitvinding zal thans nader worden toegelicht aan de hand van de bijgaande tekening.
Fig. 1 toont een aanzicht in perspectief van een eerste uitvoeringsvorm van een 25 wagen volgens de uitvinding;
Fig. 2 toont een vooraanzicht van de in fig. 1 getoonde wagen;
Fig. 3 toont een zijaanzicht van de in fig. 1 getoonde wagen;
Fig. 4 toont een aanzicht in doorsnede volgens IV-IV in fig. 2;
Fig. 5 toont een bovenaanzicht van de in fig. 1 getoonde wagen; 30 Fig. 6 toont een onderaanzicht van de in fig. 1 getoonde wagen;
Fig. 7 toont een plano voor het vormen van de bodemwand en de zijwanden van de in fig. 1 getoonde wagen; 1028462_ _ δ
Fig. 8 toont een plano voor het vormen van een deurpaneel van de in fïg. 1 getoonde wagen;
Fig. 9 toont een plano voor het vormen van een scheidingsschot en voor het vormen van een bovenwand van de in fig. 1 getoonde wagen; 5 Fig. 10 toont een aanzicht in doorsnede volgens X-X in fig. 7;
Fig. 11 toont een aanzicht in doorsnede volgens XI-XI in fig. 6;
Fig. 12 toont een aanzicht in doorsnede volgens XII-XII in fig. 3;
Fig. 13a, 13b, 13c tonen de werking van de deurvergrendeling;
Fig. 14 toont een aanzicht in doorsnede volgens XIV-XIV in fig. 2.
10 Fig. 15 toont een aanzicht in doorsnede volgens XV-XV in fig. 2.
Fig. 16 toont een vooraanzicht van de in fig. 1 getoonde wagen met volledig geopende deurpanelen;
Fig. 17 toont een aanzicht in doorsnede van een tweede uitvoeringsvorm van een wagen volgens de uitvinding; 15 Fig. 18 toont een aanzicht in doorsnede van een derde uitvoeringsvorm van een wagen volgens de uitvinding.
Fig. 19 toont een aanzicht in doorsnede van een vierde uitvoeringsvorm van een wagen volgens de uitvinding.
De in de tekening getoonde wagen heeft meerdere nieuwe aspecten, die elk een 20 afzonderlijke uitvinding vormen. Deze aspecten bezitten zelfstandige betekenis, d.w.z. deze aspecten zijn afzonderlijk ook bij de bekende trolley toepasbaar. Bovendien kan de wagen volgens de uitvinding alle mogelijke combinaties van een of meer van deze aspecten omvatten. In deze figuurbeschrijving worden meerdere aspecten beschreven.
De wagen volgens de uitvinding is in zijn geheel aangeduid met 1. De wagen 1 25 volgens de uitvinding is een servicewagen. De servicewagen 1 is geschikt voor het verrijden door een gangpad van bijvoorbeeld een vliegtuig. De wagen 1 is tevens geschikt voor andere toepassingen, zoals in treinen, vaartuigen of ziekenhuizen. De servicewagen 1 is meestal slank uitgevoerd, d.w.z. de verhouding van de hoogte tot de breedte van de servicewagen is aanzienlijk. Deze verhouding ligt bijvoorbeeld tussen 2 30 en 6, zoals ongeveer 4.
De wagen 1 omvat vier zwenkwielen 3. De wagen 1 is door middel van de zwenkwielen 3 eenvoudig verrijdbaar en manoeuvreerbaar. Met elk zwenkwiel 3 is een pedaal 4 verbonden, waarmee de zwenkwielen 3 vergrendelbaar zijn. De zwenkwielen 1 Ω _ _ 9 en de vergrendeling daarvan met het pedaal 4 zijn op zichzelf bekend en worden daarom verder niet in detail beschreven. Op de zwenkwielen 3 rust een behuizing 5.
De behuizing 5 omvat een bodemwand 7, die in hoofdzaak rechthoekig is. De behuizing 5 heeft tevens twee opstaande zijwanden 9,10, die zich elk langs een lange 5 zijde van de bodemwand 7 uitstrekken tot een bovenrand 11. Elke onderrand van zijwanden 9,10 is verbonden met telkens een lange buitenrand van de bodemwand 7. De behuizing 5 bezit verder een bovenwand 12, die tussen de opstaande zijwanden 9, 10 is bevestigd. De bovenwand 12 is ten opzichte van de bovenranden 11 van de zijwanden 9,10 verzonken.
10 De lange zijden van de rechthoekige bodemwand 7 en de zijwanden 9,10 bepalen de langsrichting A van de wagen 1. De dwarsrichting B verloopt loodrecht op de langsrichting A, d.w.z. evenwijdig aan de smalle zijden van de bodemwand 7. Tijdens gebruik van de wagen 1 zijn de zijwanden 9,10 uitgelijnd ten opzichte van het gangpad. Overigens is in de figuren een zogenaamde “full size trolley” getoond. De 15 wagen volgens de uitvinding kan echter tevens een zogenaamde “half size trolley” zijn, waarbij de afmeting van de wagen in langsrichting A ruwweg is gehalveerd.
Een servicewagen heeft als gevolg van de rechthoekige bodemwand 7 gewoonlijk een langwerpige blokvorm, waarin loze ruimten zijn geminimaliseerd. De langszijden van de behuizing zijn langer dan de dwarszijden van behuizing. De langszijden van de 20 behuizing vormen immers de lange zijden van de wagen, terwijl de dwarszijden van de behuizing de smalle zijden van de wagen vormen. Dit is gunstig voor de stabiliteit van de wagen, omdat de stewardess de wagen tegen de smalle dwarszijde door het gangpad zal duwen.
Een aspect van de in fig. 1 getoonde wagen 1 is de gedeelde deur 16, d.w.z. de 25 deur 16 omvat twee deurpanelen 18,19. De behuizing 5 heeft aan de voorzijde van de wagen 1 een toegangsopening 14, die is begrensd door de koprand van de bodemwand 7, de opstaande randen 21 van de zijwanden 9,10 en de koprand van de bovenwand 12. De toegangsopening 14 bevindt zich aan een dwarszijde van de behuizing 5. De toegangsopening 14 is afsluitbaar door de deurpanelen 18,19 van de gedeelde deur 16. 30 Aan de achterzijde van de in fig. 1 getoonde full size trolley 1 is eveneens een toegangsopening 14 voorzien. De toegangsopening 14 aan de achterzijde is op dezelfde manier als de toegangsopening 14 aan de voorzijde afsluitbaar door een gedeelde deur 16 met twee deurpanelen 18,19. De wagen 1 is symmetrisch ten opzichte van het 1 02S4R9_ _ 10 dwarse middenvlak door de zijwanden 9, 10. Bij een niet-weergegeven half size trolley is de achterzijde afgesloten door een dichte achterwand. De hierin beschreven aspecten van de uitvinding zijn tevens toepasbaar bij een dergelijke niet-weergegeven half size trolley.
5 De deurpanelen 18,19 zijn elk schamierbaar tussen een gesloten stand, waarin de deurpanelen 18,19 de toegangsopeningen 14 afsluiten (zie fig. 1 en 2). Door het naar buiten scharnieren van de deurpanelen 18, 19 bereiken de deuipanelen 18,19 een open stand, waarin het inwendige 6 van de behuizing 5 toegankelijk is via de toegangsopening 14.
10 Voor het scharnieren van de deurpanelen 18,19 is elk deurpaneel 18,19 van de in fig. 1 getoonde wagen 1 via twee scharnieren 20 verbonden met telkens een opstaande rand 21 van de zijwanden 9,10. Daarnaast is elk deuipaneel 18,19 in de gesloten stand vergrendelbaar ten opzichte van de behuizing 5.
In verband met certificering van een vliegtuigtrolley moeten de deurpanelen 18, 15 19 gesloten blijven als de inhoud van de behuizing 5 een kracht van 9g op de deurpanelen 18,19 uitoefent - g is de gravitatieversnelling van ongeveer 9,8 m/s . De op de deurpanelen 18,19 uitgeoefende krachten liggen in de orde van grootte van 800 kg of meer. Deze krachten moeten naar de behuizing 5 worden weggeleid.
De bekende vliegtuigtrolley heeft een enkele deur in plaats van twee deurpanelen.
20 Deze enkele deur is gewoonlijk met twee of drie scharnieren aan een van de zijwanden opgehangen, terwijl de deur voor dé vergrendeling twee grendels omvat, die kunnen aangrijpen op de tegenoverliggende zijwand respectievelijk de bodemwand van de behuizing. De door de inhoud op de deur uitgeoefende krachten worden derhalve slechts op vier of vijf plaatsen in de behuizing geleid.
25 Volgens de uitvinding is de deur 16 een gedeelde deur, die twee deurpanelen 18, 19 omvat. Elk deurpaneel 18,19 is met twee scharnieren 20 opgehangen aan telkens een zijwand 9, 10. Verder is elk deurpaneel 18,19 vergrendelbaar door twee aangrijpingsmiddelen die aangrijpen op de bovenwand 12 respectievelijk de bodemwand 7 van de behuizing 5. Bij de wagen 1 volgens de uitvinding worden de 30 door de inhoud van de wagen uitgeoefende krachten op acht inleidplaatsen in de behuizing 5 geleid. Indien elk deurpaneel 18,19 is opgehangen met drie scharnieren (niet weergegeven), zijn zelfs tien inleidplaatsen aanwezig.
1 npnAfto_ _ 11
De gedeelde deur 16 volgens de uitvinding en de vergrendeling daarvan kunnen hierdoor relatief licht worden uitgevoerd. Hoewel de wagen 1 volgens de uitvinding meer scharnieren heeft dan de bekende wagen, is het totale gewicht van de wagen 1 volgens de uitvinding gereduceerd door de lichtere uitvoering van de scharnieren, de 5 deurpanelen en de vergrendeling.
In een niet-weergegeven uitvoeringsvorm is elk deurpaneel 18, 19 fixeerbaar in het verlengde van die zijwand 9, 10. De deurpanelen 18,19 steken dan loodrecht uit ten opzichte van de toegangsopening 14. Zoals getoond in 16 is de binnenzijde van de deurpanelen 18,19 voorzien van reeksen pennen 99 die op verschillende hoogten zijn 10 aangebracht. Elke reeks pennen 99 komt overeen met een reeks pennen 98 die aan de binnenzijde van de behuizing 5 aan de zijwanden 9,10 zijn bevestigd (zie ook fig. 4). Op de reeksen pennen 98,99 zijn telkens dienbladen (niet weergegeven) ondersteunbaar.
Als de deurpanelen 18,19 gefixeerd in het verlengde van de zijwanden 9,10 15 uitsteken, kunnen tussen de deuipanelen 18,19 dienbladen op de reeksen pennen 99 rusten. Tijdens het serveren van maaltijden in de vliegtuigcabine kan een dienblad vanuit het inwendige 6 van de behuizing 5 over de pennen 98,99 tussen de uitgestoken deurpanelen 18,19 worden geschoven. Dit vergemakkelijkt het bedienen van de vliegtuigpassagiers.
20 In plaats van een pennengeleiding kan de geleiding van de dienbladen zijn uitgevoerd door rillen aan de binnenzijde van de behuizing en/of de binnenzijde van de deurpanelen. Dit is in het bijzonder gunstig als de wanden van de behuizing of de deurpanelen aan de binnenzijde zijn gemaakt van aluminium. De rillen kunnen dan meegevormd worden.
25 In het bijzonder vanwege de gewichtsreductie en de vergroting van het bedieningsgemak heeft de gedeelde deur volgens de uitvinding zelfstandige betekenis. De gedeelde deur volgens de uitvinding is bijvoorbeeld ook toepasbaar bij een verder bekende vliegtuigtrolley, waarmee de bovengenoemde voordelen worden bereikt. Het aspect van de gedeelde deur is daarom het onderwerp van een afzonderlijke 30 octrooiaanvrage die op dezelfde dag als de onderhavige octrooiaanvrage is ingediend.
Een verder aspect van de uitvinding is het opstaande scheidingsschot 30, dat zoals weergegeven in fig. 4 dwars tussen de zijwanden 9,10 is bevestigd. Het scheidingsschot 30 verloopt in dwarsrichting B van de wagen 1. Het scheidingsschot 30 1028462 12 verdeelt het inwendige 6 van de behuizing 5 in twee deelruimten 32, 33. Aangezien het scheidingsschot 30 zich in het midden van de zijwanden 9,10 bevindt, bezitten die deelruimten 32, 33 in hoofdzaak eenzelfde volume. Het scheidingsschot 30 is bij voorkeur langs alle buitenranden daarvan verbonden met respectievelijk de bodemwand 5 7, de zijwanden 9,10 en de bovenwand 12 (zie ook fig. 16).
Tijdens gebruik is de inhoud van de wagen 1 verdeeld over de deelruimten 32, 33. De ene helft van de inhoud is opgenomen in de in fig. 4 links getoonde deelruimte 32, terwijl de andere helft van de inhoud zich in de in fig. 4 rechts weergegeven deelruimte 33 bevindt. Als tijdens de certificatietest de wagen 1 een versnelling van 9g, 10 in fig. 4 naar rechts, ondervindt, oefent slechts de inhoud van de deelruimte 32 krachten uit op de deurpanelen 18,19 aan de voorzijde van de wagen 1, terwijl het scheidingsschot 30 de krachten opvangt die door de inhoud van de deelruimte 33 worden veroorzaakt. Die krachten op het scheidingsschot 30 komen vervolgens via de verbinding met de behuizing 5 in de behuizing 5 terecht.
15 Dit betekent dat slechts de helft van de inhoud van de wagen 1 op de deurpanelen 18,19 werkt, en de andere helft via het scheidingsschot 30 wordt weggeleid. De sterkte en stijfheid van een vliegtuigtrolley ligt vast via de certificeringstesten. Gezien het belang van gewichtsreductie, in het bijzonder in de vliegtuigindustrie, ontwerpt men de wagen met de gegeven sterkte en stijfheid zo licht mogelijk.
20 De eisen aan de sterkte en stijfheid van de deurpanelen 18,19 van de wagen 1 volgens de uitvinding, welke eisen voortvloeien uit bijvoorbeeld de 9g-certificeringstest, zijn door de verdeling van de belasting over de deurpanelen 18,19 en het scheidingsschot 30 minder streng dan bij de deur van de bekende wagen. Weliswaar vormt het scheidingsschot 30 een extra onderdeel vergeleken met de bekende wagen, 25 maar niettemin blijkt het totale gewicht van de wagen 1 volgens de uitvinding, inclusief het lichtgewicht scheidingsschot 30, kleiner dan dat van de bekende wagen.
Het scheidingsschot 30 kan overigens ook slechts een gedeelte van de dwarsdoorsnede van het inwendige 6 innemen (niet getoond). In dat geval is het mogelijk een aantal van de dienbladen vanuit deelruimte 32 naar deelruimte 33 en 30 andersom te verschuiven.
In een niet-weergegeven uitvoeringsvorm is het scheidingsschot schamierbaar in het inwendige van de behuizing 5 aangebracht. Het schamierbare scheidingsschot is daarbij in de loodrechte stand dwars tussen de zijwanden 9, 10 vergrendelbaar. Tijdens 1028462 13 de certificatietest vangt het scheidingsschot de helft van de belasting op, terwijl tijdens het gebruik van de wagen 1 in een vliegtuigcabine de dienbladen vanuit de ene deelruimte 32 naar de andere deelruimte 33 en andersom verschuifbaar zijn.
In het bijzonder vanwege de gewichtsreductie heeft het scheidingsschot volgens 5 de uitvinding zelfstandige betekenis. Het scheidingsschot volgens de uitvinding is bijvoorbeeld ook toepasbaar bij een verder bekende vliegtuigtrolley, waarmee eveneens het totale gewicht van de trolley kan worden gereduceerd. Ook is het aspect van het scheidingsschot onafhankelijk van het aspect van de gedeelde deur of verdere aspecten. Het is bijvoorbeeld mogelijk dat de in fig. 1-16 getoonde wagen is uitgevoerd met een 10 enkele deur. Het aspect van het scheidingsschot is daarom het onderwerp van een afzonderlijke octrooiaanvrage die op dezelfde dag als de onderhavige octrooiaanvrage is ingediend.
Een verder aspect van de in fig. 1 getoonde wagen is de opbouw uit panelen met een kunststof omranding. De uitvoering daarvan wordt thans nader toegelicht, in het 15 bijzonder aan de hand van fig. 7-12. De bodemwand 7 en de zijwanden 9,10 van de behuizing 5 zijn gevormd door een U-vormig paneel. Fig. 7 toont de vlakke plano 40 van het U-vormige paneel.
Zoals weergegeven in fig. 10 en 11 omvat het U-vormige paneel 40 een honingraatstructuur 43. Het paneel 40 met de honingraatstructuur heeft een buitenlaag 20 42 die is bestemd om de buitenzijde van de wagen 1 te vormen, en een binnenlaag 44 die is bestemd om de binnenzijde van de wagen 1 te vormen. In de wagen 1 is de buitenlaag 42 dus naar buiten gekeerd en is de binnenlaag 44 naar het inwendige 6 van de behuizing 5 gekeerd.
De buitenlaag 42 omvat bijvoorbeeld drie lagen glasvezels die zijn 25 geïmpregneerd met hars. De glasvezels van de lagen zijn gekruist ten opzichte van elkaar aangebracht, d.w.z. de glasvezels van verschillende lagen verlopen in verschillende richtingen, bijvoorbeeld dwars ten opzichte van elkaar. De binnenlaag 44 omvat bijvoorbeeld slechts een laag glasvezels die is geïmpregneerd met hars. De binnenlaag 44 hoeft minder sterk te zijn dan de buitenlaag 42.
30 Tussen de buitenlaag 42 en de binnenlaag 44 is de honingraatstructuur 43 aangebracht, die bijvoorbeeld is gevormd door met hars geïmpregneerd papier. De honingraatstructuur 43 verschaft het paneel een aanzienlijke stijfheid, terwijl het paneel relatief licht van gewicht is.
1028462 14
Overigens is de opbouw uit panelen met een honingraatstructuur voor de uitvinding niet noodzakelijk. Een of meer panelen van de wagen volgens de uitvinding kunnen een sandwichconstructie van elke combinatie van honingraatstructuur, schuim, hars geïmpregneerde (glas)vezels en aluminium omvatten. Zelfs zijn nog andere 5 materialen mogelijk. Het paneel heeft bijvoorbeeld een buitenlaag en binnenlaag van aluminium, terwijl de daartussen gelegen kem schuim omvat. Ook is mogelijk, dat de buitenlaag is gemaakt van aluminium, de kem van schuim en de binnenlaag van met hars geïmpregneerde vezels.
De plano 40 heeft twee verzwakkingslijnen 50, die zijn gevormd door een 10 uitsnijding 51 van de binnenlaag 44 van het paneel 40 (zie fig. 7 en 10). De uitsnijding 51 is gevormd door een weggesneden gedeelte van de binnenlaag 44. Tussen de verzwakkingslijnen 50 bevindt zich het gedeelte van de plano 40 dat overeenkomt met de bodemwand 7 van de wagen 1. Aan weerszijden van de bodemwand 7 zijn via de verzwakkingslijnen 50 de respectievelijke zijwanden 9,10 verbonden. De 15 verzwakkingslijnen 50 vormen vouwlijnen.
Als de zijwanden 9,10 over de verzwakkingslijnen 50 zijn omgevouwen ten opzichte van de bodemwand 7 zijn de gedeelten van de binnenlaag 44 aan weerszijden van de uitsparing 51 naar elkaar toe bewogen (zie fig. 11). Niettemin bevindt zich daartussen nog een spleet 52. Het inwendige 6 van de behuizing 5 moet waterdicht zijn. 20 Voor het afdichten van de spleet 52 wordt daarom na het omvouwen een afdichtmiddel 53 in de spleet 52 gegoten.
De viscositeit van het afdichtmiddel 53 is zodanig, dat dit door de kem 43 tot aan de buitenlaag 42 vloeit. Het afdichtmiddel 53 vormt op deze manier tevens een versteviging van de onderrand 8 van de wagen 1. De bekende wagen heeft langs die 25 onderranden omrandingen die stootranden vormen. Als gevolg van de versteviging door het afdichtmiddel 53 is het volgens de uitvinding niet nodig dat de onderranden 8 van de wagen 1 zijn voorzien van omrandingen. Het weglaten van dergelijke omrandingen leidt weer tot een gewichtsreductie.
De deurpanelen 18,19, de bovenwand 12, en het scheidingsschot 30 zijn 30 eveneens gemaakt van dergelijke panelen. Deze panelen kunnen dezelfde opbouw bezitten als het U-vormige paneel zoals weergegeven in figuur 10. De panelen voor de deurpanelen 18,19, de bovenwand 12, en het scheidingsschot 30 omvatten eveneens een binnenlaag 44, een buitenlaag 42 en een kem 43 tussen de binnenlaag 44 en de 1028462 15 buitenlaag 42. Voor de binnenlaag 44, de buitenlaag 42 en de kern 43 is weer elke combinatie van honingraatstructuur, schuim, met hars geïmpregneerde (glas)vezels en aluminium mogelijk of £elfs nog andere materialen. De plano voor het vormen van een deurpaneel is getoond in fig. 8; de plano voor het vormen van de bovenwand en het 5 scheidingsschot is weergegeven in fig. 9.
Zoals getoond in fig. 7 is de vlakke plano 40 voor het vormen van het U-vormige paneel van de behuizing 5 langs de randen die overeenkomen met de bovenranden 11 van de zijwanden 9,10 telkens voorzien van een reeks holtes 46. De reeksen holtes 46 zijn in hoofdzaak evenwijdig en op een afstand van de bovenranden 11 aangebracht.
10 Dwars ten opzichte van de reeksen holtes 46 verloopt een verdere reeks holtes 47.
Fig. 9 toont een rechthoekige plano 41 voor het vormen van de bovenwand 12 en het tussenschot 30. De bovenwand 12 en het tussenschot 30 zijn derhalve vervaardigbaar uit dezelfde plano 41. De plano 41 heeft aan de langsranden 48 daarvan lippen 49 die overeenkomen met de holtes 46,47.
15 Na het samenvoegen van de wagen 1 door het buigen van de in fig. 7 getoonde plano 40 over de verzwakkingslijnen 50 tot een U-vormig paneel, vallen de lippen 49 aan beide opstaande randen 48 van het scheidingsschot 30 in de holtes 47 van het U-vormige paneel. Daarbij rust het tussenschot 30 op de bodemwand 7. De bovenwand 12 van de wagen 1 ligt in hoofdzaak recht boven de bodemwand 7, waarbij de reeksen 20 holtes 46 de lippen 49 van de bodemwand 12 opnemen. Eventueel zijn de verbindingen tussen de holtes 46,47 en de lippen 49 versterkt met lijm.
Ten behoeve van de functie van het scheidingsschot 30 wordt opgemerkt dat het scheidingsschot 30 in een niet-weergegeven uitvoeringsvorm aan de onderrand en bovenrand tevens lippen 49 heeft. In de bodemwand 7 en de bovenwand 12 van de 25 wagen 1 volgens de uitvinding zijn dan overeenkomstige holtes aangebracht, waarin de lippen van de onderrand respectievelijk bovenrand opneembaar zijn, eventueel met lijm. Het scheidingsschot 30 in in dit geval steviger verbonden met de behuizing 5. Het scheidingsschot 30 kan langs alle buitenranden daarvan krachten doorgeven aan de behuizing 5.
30 De plano 40 heeft reeksen gaten (niet getoond) waarin overeenkomstige geleidingspennen 98 opneembaar zijn (zie fig. 18). Elke reeks geleidingspennen 98 verschaft een geleiding voor het ondersteunen van een of meer dienbladen. De reeksen gaten verlopen in hoofdzaak evenwijdig aan de reeksen holtes 46. De reeksen zijn op 1028462_ 16 onderlinge afstand aangebracht, d.w.z. op verschillende hoogtes vanaf de bodemwand 7. Eventueel zijn de verbindingen van de geleidingspennen 98 in de gaten versterkt met lijm.
Als de binnenlaag 44 van de plano 40 is gemaakt van aluminium kunnen de 5 geleidingen ook zijn meegevormd als rillen. De rillen vormen dan in plaats van de pennengeleiding een continue geleiding, die de dienbladen stevig kan ondersteunen.
De bekende wagen heeft langs de hoekranden van de behuizing omrandingen van aluminium of roestvaststaal, die stootvaste hoekranden van de wagen vormen. De aluminium of stalen omrandingen zijn verhoudingsgewijs zwaar - de omrandingen 10 vormen een aanzienlijk deel van het totale gewicht van de wagen. Volgens de uitvinding heeft de wagen 1 echter kunststof omrandingen 35, bijvoorbeeld omrandingen 35 van polyurethaan. De massa van de kunststof omrandingen 35 is kleiner dan de massa van de bekende omrandingen van aluminium of staal. Hierdoor is het gewicht van de wagen 1 volgens de uitvinding aanzienlijk gereduceerd.
15 Bovendien geven de kunststof omrandingen 35 volgens de uitvinding enigszins mee. Tijdens het stoten van de wagen 1 tegen een voorwerp kunnen de kunststof omrandingen vervormen. Hierdoor treden minder snel beschadigingen aan de wagen of het voorwerp op.
Ter vorming van de kunststof omrandingen 35 wordt de plano 40, d.w.z. het U- 20 vormige paneel in de vlakke toestand in een mal gebracht, waarna een kunststof wordt geïnjecteerd, zoals polyurethaan. Hierdoor ontstaat de omranding 35 naadloos rond de volledige omtrek van het paneel 40. De omrandingen 35 zijn dan aangegoten. Deze omrandingen 35 zijn elk in hoofdzaak aangebracht tegen de kopoppervlakken van buitenranden van het paneel 40.
25 Niet alleen de buitenranden van de plano voor het U-vormige paneel zijn voorzien van een omranding 35, maar ook is om de buitenranden van de deurpanelen 18,19 telkens een dergelijke omranding 35 aangebracht. Hiervoor wordt op dezelfde manier de plano voor het deurpaneel 18,19 in een mal gebracht, waarna de kunststof wordt aangegoten.
30 Zoals weergegeven in fïg. 12 kunnen de omrandingen van de deurpanelen 18,19 aan de naar elkaar toegekeerde randen van de deurpanelen 18,19 zijn voorzien van getrapte omrandingen 35a die in elkaar grijpen. Met de getrapte omrandingen 35a is bereikt, dat de gedeelde deur 16 de toegangsopening 14 zonder spleet afdicht.
1028462 17
In het bijzonder vanwege de gewichtsreductie, maar ook vanwege de hierboven genoemde verdere voordelen, heeft de opbouw van de wagen 1 uit panelen met kunststof stootranden volgens de uitvinding zelfstandige betekenis. Een wagen volgens de uitvinding met een behuizing die panelen met kunststof stootranden omvat, is 5 bijvoorbeeld ook toepasbaar bij een verder bekende trolley, waarmee eveneens het totale gewicht van de trolley kan worden gereduceerd. Ook is dit aspect onafhankelijk van het aspect van de gedeelde deur of het scheidingsschot - een wagen die is opgebouwd uit panelen met kunststof omrandingen, maar zonder gedeelde deur en/of zonder scheidingsschot is dus eveneens mogelijk. Het aspect van de panelen met 10 kunststof omrandingen is het onderwerp van de onderhavige octrooiaanvrage.
Hiermee hangt samen de vereenvoudigde productie van de trolley volgens de uitvinding. Voor het vervaardigen van de wagen met dergelijke kunststof omrandingen leidt de toepassing van een U-vormig paneel voor het vormen van de bodemwand en de zijwanden tot kostenbesparingen. Een werkwijze voor het vervaardigen van een trolley 15 met een U-vormig paneel ter vorming van de bodemwand en de zijwanden heeft tevens zelfstandige betekenis.
Een verder aspect van de wagen 1 volgens de uitvinding is de vergrendeling van de deurpanelen 18,19. Deze vergrendeling van de deurpanelen 18,19 van de wagen 1 volgens de uitvinding zal thans nader worden toegelicht, in het bijzonder aan de hand 20 van fig. 13a-c, fig. 14 en fig. 15. In deze figuren is slechts het vergrendelen en ontgrendelen van het deurpaneel 19 aan de voorzijde van de wagen 1 getoond. De vergrendeling van de verdere deurpanelen 18, 19 aan de voorzijde en achterzijde is op dezelfde manier uitgevoerd.
Zoals hierboven beschreven is het deurpaneel 19 met scharnieren 20 verbonden 25 met de opstaande rand 21 van de zijwanden 9. De scharnieren 20 van het deurpaneel 19 bepalen ten minste een schamierhartlijn voor het deurpaneel 19. Als de wagen 1 met de zwenkwielen 3 op een ondergrond rust, verloopt die schamierhartlijn verticaal ten opzichte van die ondergrond. Het deurpaneel 19 is om de schamierhartlijn daarvan zwenkbaar tussen een open stand en een gesloten stand. In de open stand is de 30 toegangsopening 14 gedeeltelijk vrijgegeven door het deurpaneel 19, d.w.z. het inwendige 6 van de behuizing 5 is toegankelijk via de toegangsopening 14. In de gesloten stand van het deurpaneel 19 is de toegangsopening 14 gedeeltelijk afgedekt door het deurpaneel 19.
_1 028462_ 18
Het deurpaneel 19 is verplaatsbaar langs een richting die in hoofdzaak evenwijdig aan de schamierhartlijn verloopt. De verplaatsbaarheid van het deurpaneel 19 is bereikt door middel van een speling in de scharnieren 20. Elk scharnier 20 omvat twee schamierdelen 61, 62. Het eerste schamierdeel 61 is bevestigd aan de zijwand 9 van de 5 behuizing 5, terwijl het tweede schamierdeel 62 is verbonden met het deurpaneel 19.
De schamierdelen 61,62 omvatten elk een schamierpen 64 respectievelijk 65. De schamierpen 65 van het aan het deurpaneel 19 bevestigde schamierdeel 62 is langer dan de schamierpen 65 van het aan de behuizing 5 bevestigde schamierdeel 61. De schamierpennen 64,65 zijn aan beide einden daarvan begrensd door 10 aanslagoppervlakken van de respectievelijke schamierdelen 61, 62.
Het scharnier 20 omvat verder een platte bus 67 die beide schamierpennen 64, 65 omgeeft. De bus 67 is draaibaar opgesloten tussen de aanslagoppervlakken van het aan de behuizing 5 bevestigde schamierdeel 61. De schamierpen 65 van het aan het deurpaneel 19 bevestigde schamierdeel 62 is langer dan de bus 67. De schamierpen 65 15 is verschuifbaar door de bus 67. Derhalve kan het deurpaneel 18,19 op en neer bewegen ten opzichte van de behuizing 5. Die beweging is begrensd door de aanslagoppervlakken van het met het deurpaneel 19 verbonden schamierdeel 62.
De scharnieren 20 bezitten op deze manier een speling in de richting van de schamierhartlijn, die tijdens normaal gebruik in hoofdzaak samenvalt met de verticaal. 20 Hierdoor is de deur verplaatsbaar in de verticale richting.
Door middel van de scharnieren 20 is het deurpaneel 19 bovendien zodanig ver beweegbaar, dat het deurpaneel 19 plat tegen de zijwand 9 ligt (zie fig. 16). Dit is mogelijk doordat de schamierpennen 64,65 van elk scharnier 20 elk een schamierhartlijn bepalen.
25 De in fig. 13a getoonde deurpanelen 18,19 bevinden zich in de gesloten stand en in de vergrendelde positie. Het bovenste aanslagoppervlak van het aan het deurpaneel 19 bevestigde schamierdeel 62 hangt dan op de bus 67. In de gesloten stand is het deurpaneel 19 verplaatsbaar tussen een vergrendelde positie en een ontgrendelde positie. In de vergrendelde positie is het deurpaneel 19 vergrendeld ten opzichte van de 30 behuizing 5. Vanuit de vergrendelde positie (gesloten stand) kan het deurpaneel 19 enigszins worden opgetild naar de ontgrendelde positie, waarin het deurpaneel 19 zwenkbaar is om de schamierhartlijn.
1028462 19
Aan de buitenzijde van het deurpaneel 19 bevindt zich nabij de bovenrand 75 een handgreep 87. De handgreep 87 vergemakkelijkt het optillen van het deurpaneel 19. De handgreep 87 is bijvoorbeeld meegegoten met de omrandingen 35.
De vergrendeling van het deurpaneel 19 omvat in elkaar grijpbare 5 vergrendelmiddelen die zijn bevestigd aan het deurpaneel 19 respectievelijk de behuizing 5. De vergrendelmiddelen omvatten twee paar aangrijpingsmiddelen. Het eerste paar aangrijpingsmiddelen is aangebracht aan de bovenwand 12 en de bovenrand 75 van het deurpaneel 19. Het tweede paar aangrijpingsmiddelen is aangebracht aan de bodemwand 7 en de onderrand 76 van het deurpaneel 19.
10 Het eerste paar aangrijpingsmiddelen aan de bovenrand 75 van het deurpaneel 19 omvat een haakelement 68 (zie ook fig. 14). Het haakelement 68 bevindt zich aan de binnenzijde van het deurpaneel 19, d.w.z. aan de naar het inwendige 6 van de behuizing 5 toegekeèrde zijde. Het haakelement 68 is bijvoorbeeld van kunststof. Het haakelement 68 kan tegelijkertijd met het gieten van de omrandingen 35 worden 15 meegegoten.
Aan de binnenzijde van de bovenwand 12 is een slotplaat 80 bevestigd die een ring 81 bezit. De ring 81 steekt uit ten opzichte van de koprand 82 van de bovenwand 12. Het haakelement 68 van het deurpaneel 19 kan in de gesloten stand van het deurpaneel 19 in de ring 81 grijpen.
20 Het tweede paar aangrijpingsmiddelen aan de benedenrand 76 van het deurpaneel 19 bezit een penvormig uitsteeksel 83, dat naar beneden uitsteekt ten opzichte van de onderrand 76 (zie fig. 15). Tegen de koprand van de bodemwand 7 is verder een slotplaat 84 bevestigd, waarin zich een uitsparing 85 bevindt. In de gesloten stand steekt het penvormige uitsteeksel 83 in de uitsparing 85.
25 In de vergrendelde positie is het deurpaneel 19 vergrendeld door middel van het haakelement 68 en het penvormige uitsteeksel 83 die in aangrijping zijn met de ring 69 respectievelijk uitsparing 85. Vanuit die vergrendelde positie is het deurpaneel 19 in de gesloten stand naar boven verplaatsbaar door de speling in de scharnieren 20. Als gevolg van het optillen van het deurpaneel 19 beweegt het haakelement 68 van het 30 deurpaneel 19 uit de ring 81 en tegelijkertijd het penvormige uitsteeksel 83 uit de uitsparing 85. M.a.w. als het deurpaneel 19 is opgetild, zijn het haakelement 68 en de penvormig uitsteeksel 83 daarvan uit de ring 81 respectievelijk de uitsparing 85 getrokken. Het opgetilde deurpaneel 18 bevindt zich dan in de ontgrendelde positie.
1 028462_ _ 20
Het deurpaneel 19 kan dan zwenken naar de open stand, waarna het deurpaneel 19 weer enigszins naar beneden verplaatsbaar is totdat de bus 67 aanligt tegen het bovenste aanslagoppervlak van het, tweede schamierdeel 62.
De vergrendeling van de verdere deurpanelen 18,19 van de wagen 1 is op 5 dezelfde manier uitgevoerd. In de vergrendelde positie werkt de zwaartekracht een verplaatsing van de deurpanelen 18, 19 uit die positie tegen. In geval van uitwendige krachten op de deurpanelen, bijvoorbeeld door het stoten van de wagen 1 of door turbulentie, zouden een of meer deurpanelen 18,19 echter onbedoeld uit de vergrendelde positie kunnen raken. Daarom is een aanslaglichaam 70 voorzien.
10 Het aanslaglichaam 70 is op een duwstang 72 geschoven, die tussen de zijwanden 9,10 boven de bovenwand 12 is aangebracht. Het aanslaglichaam 70 is beweegbaar tussen een in fig. 13a en 14 getoonde borgstand en een in fig. 13b en 13c getoonde vrijgeefstand. In de borgstand ligt het benedenvlak 74 van het aanslaglichaam 70 aan tegen de bovenranden 75 van de deurpanelen 18,19. Het aanslaglichaam 70 verhindert 15 in deze stand dat een verplaatsing van de deurpanelen 18,19 naar boven kan optreden.
In de vrijgeefstand (zie fig. 13b en 13c) is het ondervlak 74 van het aanslaglichaam 70 om de duwstang 72 naar binnen gezwenkt. Hierdoor kunnen de deurpanelen 18,19 worden opgetild uit de vergrendelde positie naar de ontgrendelde positie.
20 Het aanslaglichaam 70 omvat verder een uithouder 78 waarin zich twee gaten 77, 79 bevinden. Het gat 77 is bestemd voor een hangslot (niet getoond). Het hangslot steekt door het gat 77 en door een bevestigingsring die is bevestigd aan de behuizing 5 (niet weergegeven). Het gat 79 is bestemd voor een douaneverzegeling. Door het aanbrengen van de verzegeling aan de bovenzijde van de wagen 1 is de verzegeling 25 eenvoudig aan te brengen en goed zichtbaar.
Hoewel de in fig. 1 getoonde wagen 1 een gedeelde deur met twee deurpanelen 18,19 omvat, is de vergrendeling volgens de uitvinding tevens mogelijk bij een deur 16, die is gevormd door een enkel deurpaneel. Het enkele deurpaneel is dan aan een zijrand schamierbaar verbonden met een opstaande rand 21 van de ene zijwand 9 of 10, 30 waarbij de tegenoverliggende zijrand van de deur zich in de gesloten stand uitstrekt tot de opstaande zijrand van de andere zijwand 9 of 10.
De deurvergrendeling volgens de uitvinding is toepasbaar bij een wagen, die verplaatsbaar is door een gangpad. Ook is mogelijk, dat de deurvergrendeling volgens 1028462_ 21 de uitvinding een onderdeel vormt van een vliegtuigkeuken, die veelal wordt aangeduid met “galley”. In een galley bevinden zich meerdere opbergkasten en andere ruimten, die elk zijn afgesloten door een deur. De door het optillen en neerlaten vergrendelbare deur volgens de uitvinding is ook toepasbaar bij die opbergkasten en ruimten.
5 In het bijzonder vanwege de gewichtsreductie en de vergroting van het bedieningsgemak heeft de vergrendeling volgens de uitvinding zelfstandige betekenis. De vergrendeling volgens de uitvinding is bijvoorbeeld ook toepasbaar bij een verder bekende vliegtuigtrolley, waarmee de bovengenoemde voordelen worden bereikt. Ook is de hierboven beschreven vergrendeling onafhankelijk van verdere aspecten van de 10 trolley - de wagen met de vergrendeling volgens de uitvinding bezit bijvoorbeeld geen scheidingsschot en/of geen panelen met kunststof stootranden. Het aspect van de vergrendeling is daarom het onderwerp van een afzonderlijke octrooiaanvrage die op dezelfde dag als de onderhavige octrooiaanvrage is ingediend.
Zoals getoond in fig. 2 en 4 bevindt zich aan de bovenzijde van de wagen 1 een 15 koelcompartiment 23, dat is begrensd door het bovenste buitenoppervlak van de bovenwand 12, de zijwanden 9,10 en een deksel 25 dat tussen de bovenranden 11 van de zijwanden 9,10 is aangebracht. Het deksel 25 omvat twee dekseldelen 26,27 die schamierbaar met elkaar zijn verbonden. De dekseldelen 26,27 kunnen panelen omvatten met een structuur, die overeenkomt met de structuur die hierboven is 20 beschreven voor de zijwanden 9,10 en de bodemwand 7 van de behuizing 5. Het aan de achterzijde van de wagen 1 liggende dekseldeel 27 is vast bevestigd aan de zijwanden 9,10, terwijl het dekseldeel 26 aan de voorzijde van de wagen 1 omhoog kan scharnieren. Het koelcompartiment 23 kan dan worden gevuld.
In het koelcompartiment 23 is een koelmiddel opneembaar, zoals droogijs (vaste 25 koolstofdioxide, CO2). Het koelcompartiment 23 is via gaten 29 in de bovenwand 12 in fluïdumverbinding met het inwendige 6 van de behuizing 5. Tijdens gebruik bij kamertemperatuur zal het in het compartiment 23 aanwezige droogijs verdampen, waarna de koeldamp via de gaten 29 zal uitmonden in het inwendige 6 van de behuizing 5. De inhoud van de behuizing 5, zoals te koelen maaltijden, blijft hierdoor 30 langer houdbaar.
In tegenstelling tot de bekende wagen omvat de in fig. 1 getoonde wagen 1 volgens de uitvinding geen afzonderlijke koellade die verschuifbaar is opgenomen tussen de bovenwand en een vaste dekselwand. Het koelcompartiment 23 volgens de 1028462 22 uitvinding bespaart derhalve materiaal, hetgeen de kosten en het gewicht van de wagen 1 volgens de uitvinding reduceert.
Een verder aspect van de uitvinding betreft de verbeterde koeling in het inwendige van de behuizing. Zoals hierboven beschreven is het koelen van maaltijden 5 in een trolley gebruikelijk om bederf tegen te werken en de maaltijden langer vers te houden. De bekende wagen heeft hiervoor een koellade, waarin droogijs opneembaar is. De koellade is tijdens gebruik in een opneemruimte geschoven, die zich op de bovenwand van de trolley bevindt. De met droogijs gevulde koellade zal de dienbladen bovenin de trolley ruim voldoende koelen.
10 Voor de onderste dienbladen in de bekende trolley is de op de bovenwand aangebrachte koellade echter minder effectief. De door de koellade afgegeven koude moet immers vanaf de bovenwand over de hoogte van de trolley naar de bodemwand afdalen. Die hoogte van de door een gangpad verrijdbare servicewagen is aanzienlijk als gevolg van de slanke vorm daarvan. Tussen de bovenwand en de bodemwand 15 bevinden zich derhalve een aanzienlijk aantal te koelen maaltijden, die de naar beneden afgegeven koude opwarmen. Beneden in de servicewagen is de koude zodanig opgewarmd, dat de maaltijden nauwelijks worden gekoeld.
In de bekende trolley treden daardoor aanzienlijke temperatuurverschillen in verticale richting op. In de praktijk komt zelfs voor, dat de maaltijden direct onder de 20 bovenwand bevroren zijn, terwijl de maaltijden nabij de bodemwand van de wagen een temperatuur bezitten, die nagenoeg niet verschilt van de temperatuur buiten de wagen.
De wagen 1 volgens de uitvinding omvat in een tweede, derde en vierde uitvoeringsvorm een verbeterde koeling, waarmee een lagere temperatuur onder in de behuizing 5 bereikbaar is.
25 Fig. 17 toont de tweede uitvoeringsvorm van een wagen 1 volgens de uitvinding.
Dezelfde onderdelen zijn aangegeven met dezelfde verwijzingscijfers. De wagen 1 omvat een koelcompartiment 23 boven de bovenwand 12. Het koelcompartiment 23 is goed afgedicht door afdichtorganen 97. Vanuit het koelcompartiment 23 verloopt via een toevoersleuf 95 in de bovenwand 12 een kanaal 93 in het inwendige 6 van de 30 behuizing 5. Het kanaal 93 omvat twee plaatvormige kanaalwanden 90,91. De kanaalwanden 90,91 zijn elk omgezet langs de toevoersleuf 95 in de bovenwand 12.
Elke kanaalwand 90, 91 omvat daardoor twee plaatdelen 90a, 90b respectievelijk 91a, 91b, die in hoofdzaak loodrecht ten opzichte van elkaar verlopen.
1 028462__ _ 23
Het plaatdeel 90a van de plaat 90 en het plaatdeel 91a van de plaat 91 zijn op onderlinge afstand en in hoofdzaak evenwijdig aan elkaar aangebracht in het inwendige 6 van de behuizing 5. De plaatdelen 90a, 91a vormen elk een scheidingswand van het scheidingsschot 30. Tussen de plaatdelen 90a, 91a bevindt zich het kanaal 93. Het 5 kanaal 93 is via de toevoersleuf 95 in de bovenwand 12 in fluïdumverbinding met het koelcompartiment 23, waarin tijdens gebruik droogijs is opgenomen.
Het plaatdeel 90b van de plaat 90 en het plaatdeel 91b van de plaat 91 liggen aan tegen de bovenwand 12. De plaatdelen 90b, 91b vormen elk een bodemplaat van het koelcompartiment 23. Als het koelcompartiment 23 is gevuld met droogijs, ligt het 10 droogijs op de bodemplaten 90b, 91b van het koelcompartiment 23, d.w.z. het droogijs maakt contact met de plaatdelen 90b, 91b van de platen 90,91.
De plaatvormige kanaal wanden 90,91 zijn gemaakt van aluminium, aluminiumlegering en/of een ander warmtegeleidend materiaal. Daardoor wordt de koude van het droogijs in het koelcompartiment 23 via warmtegeleiding door de 15 plaatvormige kanaal wanden 90,91 doorgegeven naar het inwendige 6 van de wagen 1. Bovendien heerst door het verdampen van het droogijs en de afdichting van het ijscompartiment 23 een geringe overdruk in het koelcompartiment 23. De geproduceerde koude damp vloeit onder invloed van de overdruk door het kanaal 93 tussen de plaatvormige kanaalwanden 90,91 naar de bodemwand 7 van de wagen 1. De 20 koude damp transporteert de koude via convectie effectief door het kanaal 93 naar een locatie op afstand van de bovenwand 12. Via warmtegeleiding door de kanaalwanden 90, 91 bereikt de koude dan het onderste gebied van het inwendige 6 van de behuizing 5. Hierdoor blijven de maaltijden die onderin de trolley zijn aangebracht voldoende gekoeld.
25 Nabij de bodemwand 7 is de koude damp door warmtewisseling met de kanaalwanden 90, 91 en het inwendige 6 van de behuizing 5 enigszins opgewarmd en stroomt de damp via een afvoeropening 94 in de bodemwand 7 naar buiten.
In de in fig. 18 weergegeven derde uitvoeringsvorm zijn dezelfde onderdelen aangegeven met dezelfde verwijzingscijfers. Deze uitvoeringsvorm verschilt van die 30 volgens fig. 17 doordat geen afvoeropening 94 in de bodemwand 7 aangebracht.
Bovendien verlopen tussen de plaatdelen 90a, 91a van de platen 90,91 drie kanalen 93, die van elkaar zijn gescheiden. Elk kanaal 93 verloopt vanaf de bovenwand 12 naar de bodemwand 7, waarbij elk kanaal 93 in fluïdumverbinding is met het koelcompartiment 1 02 84 62 24 23 dat op de bovenwand 12 is aangebracht. In verband met gewichtsreductie bezitten de plaatdelen 90a, 91a van de platen 90,91 verlichtingsgaten 105. De kanalen 93 bevinden zich elk tussen een verticale reeks verlichtingsgaten 105.
De kanalen 93 omvatten verder elk een uitstroomopening 103. De 5 uitstroomopening 103 van het middelste kanaal 93 is aangebracht nabij de bodemwand 7, terwijl de uitstroomopeningen 103 van de andere kanalen 93 op een grotere afstand van de bodemwand 7 zijn geplaatst. De koude damp stroomt door de kanalen 93 via de uitstroomopeningen 103 in het inwendige 6 van de behuizing 5. De koude damp koelt de inhoud in het inwendige 6 derhalve rechtstreeks via convectie. De in fig. 18 10 weergegeven uitvoeringsvorm verschaft in de praktijk een uitstekende koeling door het gehele inwendige van de trolley.
De afvoeropening 94 en/of de uitstroomopeningen 103 beïnvloeden de temperatuurverdeling in de trolley. Door het ontwerp van deze openingen en de kanalen kan een gewenste temperatuur op locaties in het inwendige worden ingesteld. Hierbij 15 verschaft elk kanaal steeds een doorvoer voor koude langs de inhoud boven in de trolley, zodat een overmatige warmtewisseling met die inhoud achterwege blijft en een voldoende koeling van de behuizing onderin mogelijk is.
In een niet-weergegeven uitvoeringsvorm kunnen de platen 90,91 langs de binnenzijde van de zijwanden 9,10 zijn aangebracht, waarbij het kanaal is gevormd 20 langs een of beide zijwanden 9,10. Het kanaal 93 kan dan tussen een zijwand 9,10 en een aangrenzende plaat zijn aangebracht. In dat geval is geen scheidingsschot in de wagen 1 aanwezig, zodat dienbladen van de voorzijde naar de achterzijde en andersom kunnen worden verschoven. Ook kunnen dergelijke kanalen langs de zijwanden buisvormig zijn. De buisvormige kanalen langs de zijwanden verlopen bijvoorbeeld 25 dwars ten opzichte van de geleiding voor de dienbladen.
Een vierde uitvoeringsvorm van de wagen 1 volgens de uitvinding is weergegeven in fig. 19. Dezelfde onderdelen zijn aangegeven met dezelfde verwijzingscijfers. De koeling van de in fig. 19 getoonde uitvoeringsvorm van de wagen 1 volgens de uitvinding is bereikt doordat het koelcompartiment 23 is 30 geïntegreerd met het scheidingsschot 30. Het koelcompartiment op de bovenwand 12 van de wagen is in dit geval overbodig. Op de bovenwand 12 van de wagen 1 is hierdoor extra ruimte beschikbaar.
1028462 ______ ____ 25
Het als scheidingsschot 30 uitgevoerde koelcompartiment 23 omvat in de in fig.
18 getoonde uitvoeringsvorm twee evenwijdige scheidingswanden 100,101, die op afstand van elkaar zijn aangebracht. De afstand tussen de scheidingswanden is bijvoorbeeld 30-250 mm. Tussen de scheidingswanden 100,101 is het 5 koelcompartiment 23 gevormd. De scheidingswanden 100,101 bezitten meerdere uitstroomopeningen 103. Het droogijs dat in het koelcompartiment 23 tussen de wanden 100,101 is opgenomen, verdampt in het koelcompartiment 23. Door de overdruk verlaat de koude damp het koelcompartiment 23 via de uitstroomopeningen 103. De koude damp komt dan terecht in het inwendige 6 van de behuizing 5, waarbij 10 de koude damp de inhoud van de wagen 1 koelt.
Het koelcompartiment 23 tussen de scheidingswanden 100,101 zorgt voor een koeling die gelijkmatig over de hoogte van de wagen 1 is verdeeld. Zowel de dienbladen boven als de dienbladen onder in de wagen 1 bevinden zich binnen het gewenste temperatuurinterval, bij voorkeur tussen 4-6°C.
15 Overeenkomstig de uitvoeringsvorm volgens fig. 17 is tevens mogelijk dat de scheidingswanden 100,101 zijn gemaakt van aluminium of een aluminiumlegering, zodat de koude via geleiding aan het inwendige van de behuizing 5 wordt afgegeven. In dat geval bezit het koelcompartiment 23 een opening, bijvoorbeeld in de bodemwand 7, waardoor de koude damp onder overdruk het koelcompartiment 23 kan verlaten.
20 De aan de hand van fig. 17-19 beschreven koeling volgens de uitvinding heeft zelfstandige betekenis. Deze koeling is immers eveneens toepasbaar bij een bekende vliegtuigtrolley, waarmee ook een lagere temperatuur onderin de trolley wordt bereikt. De in fig. 17-19 getoonde verbeterde koeling is daarom het onderwerp van een afzonderlijke octrooiaanvrage die op dezelfde dag als de onderhavige octrooiaanvrage 25 is ingediend.
De in de figuren getoonde uitvoeringsvormen zijn slechts voorbeelden van de uitvinding, die op geen enkele wijze de beschermingsomvang beperken.
1028462

Claims (25)

1. Wagen (1), omvattende een behuizing (5) die is voorzien van een bodemwand (7), twee opstaande zijwanden (9,10), die zich elk vanaf de bodemwand (7) 5 uitstrekken, en een bovenwand (12), die in hoofdzaak evenwijdig aan de bodemwand (7) en dwars tussen de zijwanden (9,10) is aangebracht, met het kenmerk, dat ten minste een wand (7,9,10,12) ten minste een buitenrand heeft die is voorzien van een omranding (35) ter vorming van een stootrand, en dat de omranding (35) kunststof omvat. 10
2. Wagen volgens conclusie 1, waarbij de kunststof omranding (35) is aangegoten aan die buitenrand van die wand (7,9,10,12).
3. Wagen volgens conclusie 1 of 2, waarbij de zijwanden van de behuizing (5) elk 15 opstaande randen (21) en bovenranden (11) bezitten, waarbij de kunststof omranding (35) ter vorming van stootranden is aangebracht aan die opstaande randen (21) en bovenranden (11).
4. Wagen volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij de kunststof 20 omranding (35) ter vorming van stootranden is aangebracht aan de kopranden van de bodemwand (7).
5. Wagen volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij de bodemwand (7) en de zijwanden (9,10) integraal zijn gevormd als een U-vormig paneel, dat is gevormd 25 uit een vlakke rechthoekige plano (40), die twee verzwakkingslijnen (50) heeft, waarover de plano (40) vouwbaar is, waarbij tussen de verzwakkingslijnen (50) de bodemwand (7) is gevormd, en aan de van de bodemwand (7) afgekeerde zijden van de verzwakkingslijnen (50) telkens een zijwand (9,10) is gevormd, en waarbij de omtreksrand van de vlakke plano (40) is voorzien van de kunststof omranding (35). 30
6. Wagen volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij de wanden (7,9,10, 12) van de behuizing (5) elk zijn voorzien van een kern (43), die aan weerszijden daarvan is bekleed door een binnenlaag (44) respectievelijk een buitenlaag (42). * n O Q Λ ft O_
7. Wagen volgens conclusie 6 voor zover afhankelijk van conclusie 5, waarbij de verzwakkingslijnen (50) elk zijn gevormd door een uitsnijding (51) in de binnenlaag (44) van de plano (40). 5
8. Wagen volgens conclusie 7, waarbij de uitsnijdingen (51) van het U-vormige paneel, die de verzwakkingslijnen (50) vormen, zich uitstrekken langs de onderranden (8) van de behuizing (5), waarbij een kunststof is ingegoten in de uitsnijding (51) ter versterking van de onderranden (8). 10
9. Wagen volgens conclusie 8, waarbij de kunststof een zodanige viscositeit heeft, dat de kunststof vanaf de uitsnijding (51) door de kem (43) tot aan de buitenlaag (42) van het paneel is gestroomd.
10. Wagen volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij aan de binnenzijde van elke zijwand (9,10) een reeks holtes (46) is aangebracht, die evenwijdig aan en op afstand van de bovenrand (11) van die zijwand (9,10) verloopt, en waarbij de bovenwand (12) aan de langsranden daarvan is voorzien van een reeks lippen (49), waarbij de lippen (49) van de bovenwand (12) zijn opgenomen in die holtes (46) van de 20 zijwanden (9,10).
11. Wagen volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij een opstaand scheidingsschot (30) dwars tussen de zijwanden (9,10) is aangebracht, welk scheidingsschot (30) langs ten minste de langsranden daarvan is voorzien van lippen 25 (49), waarbij aan de binnenzijde van elke zijwand (9, 10) een opstaande reeks holtes (47) is aangebracht, die zich vanaf de bodemwand (7) tot de bovenwand (12) uitstrekt, waarbij de lippen (49) van het scheidingsschot (30) zijn opgenomen in die holtes (47) van de zijwanden (9,10).
12. Wagen volgens conclusie 11, waarbij het scheidingsschot (30) is voorzien van een kem (43), die aan weerszijden daarvan is bekleed door een binnenlaag (44) respectievelijk een buitenlaag (42). 1 n?fufi9
13. Wagen volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij de behuizing (5) ten minste een toegangsopening (14) heeft, die is begrensd door de wanden (7,9,10,12), en waarbij de wagen (1) ten minste een deur (16) omvat, die schamierbaar is verbonden met een opstaande zijwand (9,10) tussen een open stand, waarin de toegangsopening 5 (14) toegankelijk is, en een gesloten stand, waarin de toegangsopening ten minste gedeeltelijk is afgesloten, en waarbij de deur (16) is voorzien van een kem (43), die aan weerszijden daarvan is bekleed door een binnenlaag (44) respectievelijk een buitenlaag (42), waarbij de deur (16) aan de omtreksrand daarvan een kunststof omranding (35) omvat. 10
14. Wagen volgens conclusie 13, waarbij de deur (16) twee deurpanelen (18,19) omvat, waarbij elk deurpaneel (18,19) is voorzien van een kem (43), die aan weerszijden daarvan is bekleed door een binnenlaag (44) respectievelijk een buitenlaag (42), waarbij elk deurpaneel (18,19) aan de omtreksrand daarvan een kunststof 15 omranding (35) omvat.
15. Wagen volgens conclusie 14, waarbij elk deurpaneel (18,19) is voorzien van een kunststof handgreep (87), die is meegegoten met de kunststof omranding (35).
16. Wagen volgens conclusie 14 of 15, waarbij de deurpanelen (18,19) aan de naar het inwendige (6) van de behuizing (5) toegekeerde binnenzijde elk zijn voorzien van geleidingen (99) voor het ondersteunen van dienbladen, welke geleidingen (99) elk een reeks pennen (99) omvatten die in uitsparingen in het deurpaneel (18,19) zijn gestoken.
17. Wagen volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij elke naar hét inwendige (6) van de behuizing (5) toegekeerde binnenzijde van de zijwanden (9,10) is voorzien van geleidingen (98) voor het ondersteunen van dienbladen, welke geleidingen (98) elk zijn voorzien van een reeks pennen (98) die in uitsparingen in die zijwand (9, 10) zijn gestoken.
18. Wagen volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij de kem (43) een honingraatstructuur en/of een schuim omvat. 30
19. Wagen volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij de binnenlaag (44) en/of buitenlaag (42) van de kern (43) is voorzien van aluminium en/of glasvezels, die zijn geïmpregneerd met hars.
20. Wagen volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij de kunststof polyurethaan omvat.
21. Wagen (1), omvattende een behuizing (5) die is voorzien van een bodemwand (7), twee opstaande zijwanden (9,10), die zich elk vanaf de bodemwand (7) 10 uitstrekken, en een bovenwand (12), die in hoofdzaak evenwijdig aan de bodemwand (7) en dwars tussen de zijwanden (9,10) is aangebracht, met het kenmerk, dat de bodemwand (7) en de zijwanden (9,10) integraal zijn gevormd als een U-vormig paneel, dat is gevormd uit een vlakke rechthoekige plano (40).
22. Wagen volgens conclusie 21, waarbij de plano (40) twee verzwakkingslijnen (50) heeft, waarover de plano (40) vouwbaar is, waarbij tussen de verzwakkingslijnen (50) de bodemwand (7) is gevormd, en aan de van de bodemwand (7) afgekeerde zijden van de verzwakkingslijnen (50) telkens een zijwand (9,10) is gevormd.
23. Werkwijze voor het vervaardigen van een wagen (1), omvattende: - het verschaffen van een rechthoekige plano (40), die is voorzien van een kem (43), die aan weerszijden daarvan is bekleed door een binnenlaag (44) respectievelijk een buitenlaag (42), - het aanbrengen van twee verzwakkingslijnen (50) door het verwijderen van een 25 respectievelijke uitsnijding (51) van de binnenlaag (44), - het plaatsen van de plano (40) in een mal, - het aangieten van een kunststof omranding (35) langs de omtreksrand van de plano (40) ter vorming van een stootrand van de plano, - het omvouwen van de plano (40) over de verzwakkingslijnen (50) tot een U-30 vormig paneel, dat de bodemwand (7) en de zijwanden (9,10) vormt.
24. Transportmiddel voor het transport van meerdere passagiers, omvattende ten minste twee rijen zitplaatsen, die van elkaar zijn gescheiden door een gangpad, met het 1028462___ kenmerk, dat in het gangpad een wagen (1) volgens een van de conclusies 1-22 is voorzien.
25. Transportmiddel volgens conclusie 25, waarbij het transportmiddel een vliegtuig, 5 een trein of een vaartuig omvat. 1028462
NL1028462A 2005-03-04 2005-03-04 Wagen, werkwijze voor het vervaardigen van een wagen, alsmede transportmiddel. NL1028462C2 (nl)

Priority Applications (6)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1028462A NL1028462C2 (nl) 2005-03-04 2005-03-04 Wagen, werkwijze voor het vervaardigen van een wagen, alsmede transportmiddel.
EP06716681.9A EP1858368B8 (en) 2005-03-04 2006-03-06 Airplane trolley and method for manufacturing the trolley
US11/817,603 US9033278B2 (en) 2005-03-04 2006-03-06 Device for accommodating objects, trolley, method for manufacturing a trolley, as well as transport means
PCT/NL2006/050048 WO2006093412A2 (en) 2005-03-04 2006-03-06 Device for accommodating objects, trolley, method for manufacturing a trolley, as well as transport means
SG201001294-6A SG159568A1 (en) 2005-03-04 2006-03-06 Device for accommodating objects, trolley, method for manufacturing a trolley, as well as transport means
US14/696,635 US20150225085A1 (en) 2005-03-04 2015-04-27 Device for accomodating trolley, method for manufacturing a trolley as transport means

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1028462 2005-03-04
NL1028462A NL1028462C2 (nl) 2005-03-04 2005-03-04 Wagen, werkwijze voor het vervaardigen van een wagen, alsmede transportmiddel.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL1028462C2 true NL1028462C2 (nl) 2006-09-06

Family

ID=35385725

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL1028462A NL1028462C2 (nl) 2005-03-04 2005-03-04 Wagen, werkwijze voor het vervaardigen van een wagen, alsmede transportmiddel.

Country Status (5)

Country Link
US (2) US9033278B2 (nl)
EP (1) EP1858368B8 (nl)
NL (1) NL1028462C2 (nl)
SG (1) SG159568A1 (nl)
WO (1) WO2006093412A2 (nl)

Families Citing this family (28)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US7762565B2 (en) * 2007-02-20 2010-07-27 Mehdi Hatamian Multi-component container system and method for manufacturing the same
NL2000641C2 (nl) * 2007-05-10 2008-11-11 Nilesk Internat Ltd Trolley en werkwijze voor het vervaardigen van een gelamineerd kastdeel van een dergelijke trolley.
NL1035220C2 (nl) * 2008-03-28 2009-09-29 Aerocat B V Trolley.
US8465030B2 (en) * 2008-12-07 2013-06-18 Norduyn Inc. Modular utility cart
DE102008060665B3 (de) * 2008-12-08 2010-04-01 Kay-Uwe Witte Türverriegelungssystem eines Trolleys
DE102009010923A1 (de) 2008-12-08 2010-06-10 Rörig, Bernd Transportvorrichtung
DE102008060666A1 (de) 2008-12-08 2010-06-17 Kay-Uwe Witte Feststellbremse eines Trolleys
CA2736656C (en) 2010-04-11 2019-03-05 Norduyn Inc. Parts securing mechanism and method thereof
GB2480370B (en) 2010-05-14 2017-03-29 Norduyn Inc Body reinforcement and method of manufacturing thereof
NL2008693C2 (en) * 2012-04-24 2013-10-28 Driessen Aircraft Interior Systems Europ B V Device for accommodating objects and transportation means comprising such a device.
US8936260B2 (en) * 2012-07-20 2015-01-20 B/E Aerospace, Inc. Meal cart for an aircraft galley
CN105102324A (zh) * 2012-10-11 2015-11-25 戴森航空宇宙集团有限公司 用于飞机餐车和隔室的吸收式冷却
US10433657B1 (en) 2012-11-21 2019-10-08 Marcus Stetson Low temperature merchandiser system and method of use
US10040556B2 (en) * 2013-10-07 2018-08-07 B/E Aerospace, Inc. Chilled air plenum system for aircraft galleys
US20150282615A1 (en) * 2014-04-08 2015-10-08 J&J Snack Foods Corp. Storage and transport cart with latch
EP2939925B1 (en) * 2014-04-30 2017-10-25 Airbus Operations GmbH Galley segment for a cabin of a vehicle, cabin of a vehicle and aircraft having a cabin with such a galley segment
EP3034403B1 (en) * 2014-12-15 2019-02-20 Airbus Operations GmbH Service box for storing in a storage rack arrangement of a cargo container
US9802704B2 (en) * 2015-03-13 2017-10-31 The Boeing Company Folding galley unit
CN104986196A (zh) * 2015-08-04 2015-10-21 成都国光电气股份有限公司 一种手推车
US9741189B2 (en) * 2015-09-18 2017-08-22 Geerpres, Inc. Utility cart with electronic lock cabinet
US10005482B2 (en) 2015-11-18 2018-06-26 The Boeing Company Cart apparatus and methods for use
DE102016203686B4 (de) * 2016-03-07 2017-12-28 Koenig & Bauer Ag Transportwagen und ein Verfahren zur Herstellung eines Transportwagens
CN107327235A (zh) * 2016-04-28 2017-11-07 苏州鹭翔航空设备有限公司 一种门锁机构
CN106428169B (zh) * 2016-11-30 2019-08-02 中国民用航空总局第二研究所 一种航空餐车把手
EP3645394A1 (de) * 2017-06-30 2020-05-06 Safran Cabin Germany GmbH Wandelbare bordküche in flugzeugen
USD923276S1 (en) * 2018-04-05 2021-06-22 Safran Cabin Netherlands N.v. Trolley
CN108819615B (zh) * 2018-06-13 2021-09-21 南京棠邑科创服务有限公司 一种基于万向轮减震的推车平台
US11814094B2 (en) * 2020-05-05 2023-11-14 Barmobile, LLC Mobile serving device and method

Citations (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
FR2561509A1 (fr) 1984-03-26 1985-09-27 Soceman Chariot pour le service des repas a l'interieur d'un avion
EP0922415A2 (en) * 1997-12-05 1999-06-16 Jamco Corporation Rim member structure of service cart

Family Cites Families (21)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US2561509A (en) * 1949-08-30 1951-07-24 Samuel B Harris Magazine pencil
GB959185A (en) 1959-07-20 1964-05-27 Mason & Sons Ltd E N Improvements in and relating to drawing boards and drafting machines incorporating such boards
US3205033A (en) * 1961-11-21 1965-09-07 United Service Equipment Co In Tray support and thermal wall for a hot and cold food service cart
US3906744A (en) * 1972-05-15 1975-09-23 Kardel Prod Corp Passively cooled fluid storage apparatus
US3997028A (en) * 1975-06-23 1976-12-14 Lawrence Peska Associates, Inc. Entertainment table
US4093041A (en) * 1976-04-19 1978-06-06 Sweetheart Plastics, Inc. Food serving system
US4285391A (en) * 1979-08-29 1981-08-25 Aladdin Industries, Incorporated Electrical system for food service devices
US4397159A (en) * 1981-11-16 1983-08-09 Uop Inc. Apparatus for chilling a plurality of food trays
US4936377A (en) 1986-12-11 1990-06-26 The Boeing Company Food storage cart with thermo wall
US5159973A (en) * 1991-03-28 1992-11-03 Plastics Manufacturing Co. Dual temperature maintenance food serving compartment with pre-cooled cooling modules and heat storage pellets
US5690400A (en) * 1995-05-08 1997-11-25 Shell Oil Company Cabinet assembly comprising multiple identical molded cabinet units
JP3049510U (ja) 1997-12-05 1998-06-19 株式会社ジャムコ 配膳車の緩衝装置
US6034355A (en) * 1998-06-08 2000-03-07 A La Cart, Inc. Meal delivery system
US7444830B2 (en) * 2004-03-08 2008-11-04 The Boeing Company Aircraft galley carts and other insulated food storage units, and methods for their use
US7544915B2 (en) * 2004-03-31 2009-06-09 The Boeing Company Aircraft galley carts and associated methods of manufacture
US7458441B2 (en) * 2004-07-22 2008-12-02 The Boeing Company Securement latches and associated aircraft galley carts and methods
AU2005294893A1 (en) * 2004-10-15 2006-04-20 Foodcap International Limited Methods and apparatus for thermal regulation of perishable products
DE102005056079A1 (de) 2004-11-24 2006-06-08 GLÄSER, Willi Verfahren zum Fertigstellen einer Tragplatte, insbesondere einer Tischplatte
NL1028465C2 (nl) * 2005-03-04 2006-09-06 Driessen Aerospace Group Nv Inrichting voor het opnemen van objecten, alsmede transportmiddel.
NL1035220C2 (nl) * 2008-03-28 2009-09-29 Aerocat B V Trolley.
GB2480370B (en) * 2010-05-14 2017-03-29 Norduyn Inc Body reinforcement and method of manufacturing thereof

Patent Citations (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
FR2561509A1 (fr) 1984-03-26 1985-09-27 Soceman Chariot pour le service des repas a l'interieur d'un avion
EP0922415A2 (en) * 1997-12-05 1999-06-16 Jamco Corporation Rim member structure of service cart

Also Published As

Publication number Publication date
EP1858368A2 (en) 2007-11-28
EP1858368B8 (en) 2016-07-13
US9033278B2 (en) 2015-05-19
US20150225085A1 (en) 2015-08-13
WO2006093412A3 (en) 2006-12-28
US20080116773A1 (en) 2008-05-22
SG159568A1 (en) 2010-03-30
WO2006093412A2 (en) 2006-09-08
EP1858368B1 (en) 2016-05-11

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL1028462C2 (nl) Wagen, werkwijze voor het vervaardigen van een wagen, alsmede transportmiddel.
NL1028465C2 (nl) Inrichting voor het opnemen van objecten, alsmede transportmiddel.
US9669930B2 (en) Galley cart with multi-capacity support
US9180897B2 (en) Modular utility cart
CA2879028C (en) Meal cart for an aircraft galley
US6299008B1 (en) Transport and storage system
US9108661B2 (en) Transport cart that can be stored in a space-saving manner for equipping an aircraft galley
US20100229755A1 (en) Container support for freight wagon
NL1028464C2 (nl) Wagen, alsmede transportmiddel.
US8622403B2 (en) Transport cart for loading an aircraft galley
NL1028463C2 (nl) Wagen, alsmede transportmiddel.
GB2551967B (en) A Welfare Unit Comprising a Stowable Step Unit
NL1019366C2 (nl) Servicewagen voor in een vliegtuig of een trein.
WO2024104578A1 (en) Trolley

Legal Events

Date Code Title Description
PD2B A search report has been drawn up
MM Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 20180401