NL1014676C2 - Wandsysteem en werkwijze voor het samenstellen van een wand uit een wandsysteem. - Google Patents

Description

Titel: Wandsysteem en werkwijze voor het samenstellen van een wand uit een wandsysteem.

De uitvinding heeft betrekking op een wandsysteem, omvattende een frame dat in een gebouw tussen vloer en plafond kan worden opgenomen en wandpanelen die, onder vorming van een zich in hoogterichting uitstrekkende 5 staande wand, met behulp van paneelbevestigingsmiddelen aan het frame kunnen worden bevestigd, zodanig dat de wand een nabij de vloer gelegen benedenrij van naast elkaar gelegen wandpanelen omvat en voorts onder insluiting van een liggende tussennaad een daarboven gelegen, aangrenzende 10 bovenrij van naast elkaar gelegen wandpanelen omvat.

Een dergelijk wandsysteem is uit de praktijk bekend en wordt met name toegepast om verdiepingen van gebouwen op efficiënte en flexibele wijze in verschillende ruimtes in te delen. In het bijzonder wordt het wandsysteem toegepast 15 om een kantoorverdieping van een gebouw in te delen in werkruimten, vergaderruimten, gangen, opslagruimten en dergelijke.

De panelen van het wandsysteem hebben een glad oppervlak en voorzien in een strak en zakelijk uiterlijk, 20 waardoor het bekende wandsysteem zich zeer goed leent voor moderne kantoorruimtes. In sommige gevallen is het echter gewenst om (kantoor-)ruimtes te voorzien van een klassiek interieur. In het bijzonder kan dit het geval zijn wanneer een klassiek gebouw na renovatie moet worden voorzien van 25 een efficiënte kantoorindeling. Vanwege het strakke uiterlijk van de wandpanelen van het wandsysteem en vanwege het nadenpatroon tussen de verschillende wandpanelen leent het uiterlijk van de met behulp van het wandsysteem gevormde wand zich minder goed voor inpassing in een 30 klassiek ogend interieur. Indien toch een klassiek ogend interieur gewenst is, wordt om het nadenpatroon te vermijden dikwijls een op maat gemaakte wand vervaardigd. Niet alleen leidt dit tot aanzienlijk hogere kosten, ook voorziet een dergelijke op maat gemaakte wand niet in de 10 1 4 6 7 6 2 gewenste flexibiliteit van de indeling van de ruimtes, aangezien de op maat gemaakte wand niet gemakkelijk op een andere plaats opnieuw kan worden opgesteld.

De uitvinding beoogt een wandsysteem waarbij 5 bovengenoemde nadelen kunnen worden vermeden. Daartoe is een wandsysteem volgens de uitvinding gekenmerkt doordat het een lambrizeringslijst omvat die met behulp van lambrizeringslijstbevestigingsmiddelen ter plaatse van de tussennaad althans gedeeltelijk op hèt door de wandpanelen 10 gevormde vlak kan worden aangebracht, zodanig dat de lambrizeringslijst zich liggend langs de wandpanelen kan uistrekken.

Door ter plaatse van de tussennaad met behulp van lambrizeringslijstbevestigingsmiddelen een zich liggend 15 langs de wandpanelen uitstrekkende lambrizeringslijst aan te brengen, wordt bereikt dat het nadenpatroon wordt onderbroken en dat de verschillende wandpanelen met elkaar worden verbonden. In het bijzonder kan de liggende tussennaad geheel worden afgedekt en kunnen de staande 20 tussennaden met behulp van de lambrizeringslijst worden onderbroken. Voorts kan het oppervlak van de panelen uit de onderrij worden voorzien van een reliëf, terwijl de lambrizeringslijst zorgt voor aansluiting tussen de panelen van de onderrij en de bovenrij. In het bijzonder kunnen de 25 panelen van de onderrij en de panelen van de bovenrij twee ten opzichte van elkaar versprongen vlakken vormen, terwijl de lambrizeringslijst de afstand tussen de vlakken overbrugt.

Op deze wijze kan met behoud van de flexibiliteit en 30 de kostenvoordelen worden voorzien in een wandsysteem dat kan worden toegepast in een klassiek interieur.

Het wandsysteem volgens de uitvinding kan op voordelige wijze worden toegepast in combinatie met een conventioneel wandsysteem, zodat aan één zijde van een wand 35 een conventionele gladde wand met nadenpatroon wordt gerealiseerd, bijvoorbeeld in een gang, terwijl aan een 10 1 4 6 7 6 3 andere zijde van de wand een klassiek ogende wand met een nadenpatroon met slechts onderbroken, staande naden en twee, via de lambrizeringslijst verbonden versprongen vlakken wordt gevormd, bijvoorbeeld in een directievertrek.

5 Door de hoogte van de panelen uit de benedenrij kleiner of gelijk te kiezen aan de hoogte van de panelen uit de bovenrij kan worden bereikt dat het oppervlak van de panelen uit de onderrij relatief klein is. Aangezien de onderrijpanelen, wanneer het oppervlak daarvan van reliëf 10 is voorzien, een hogere kostprijs hebben per oppervlakte-eenheid dan de bovenste panelen die niet van reliëf zijn voorzien, kan dit een aanzienlijke kostenbesparing opleveren. Daarnaast kan hierdoor worden bereikt dat de wand in de praktijk hoger zal lijken.

15 In een voordelige uitvoeringsvorm zijn de lambrizeringslijstbevestigingsmiddelen ingericht om tot in de liggende tussennaad te reiken. Hierdoor kan worden bereikt dat de lambrizeringslijstbevestigingsmiddelen het oppervlak van de wandpanelen niet beschadigen. Bij voorkeur 20 werken de lambrizeringslijstbevestigingsmiddelen samen met de bovenranden van de wandpanelen uit de benedenrij. In het bijzonder omvatten de lambrizeringslijstbevestigingsmiddelen daarbij een beugel met een haakdeel, zodanig dat de lambrizeringslijst met behulp van de lambrizeringslijst-25 bevestigingsmiddelen ter plaatse van de tussennaad aan de bovenranden van de wandpanelen en het daarop aansluitende deel van de achtervlakken van de wandpanelen kan worden opgehangen.

Verdere voordelige uitvoeringsvormen van de 30 uitvinding zijn weergegeven in de volgconclusies. De uitvinding heeft eveneens betrekking op een wand, opgebouwd uit een wandsysteem en op een werkwijze voor het samenstellen van een wand uit een wandsysteem.

Opgemerkt wordt, dat in deze context onder een van 35 reliëf voorzien oppervlak tenminste dient te worden 10 1 4 676 4 verstaan een oppervlak waarop en/of waarin een structuur is aangebracht.

De uitvinding zal nader worden toegelicht aan de hand van een uitvoeringsvoorbeeld dat in een tekening is 5 weergegeven. In de tekening toont: fig. 1 een schematisch perspectivisch aanzicht van een kamer met een wand opgebouwd uit een wandsysteem volgens de uitvinding; fig. 2 een doorsnede van de wand van fig. 1 langs de 10 lijn I-1 ; fig. 3 een doorsnede van de wand langs de lijn III- III; fig. 4 een schematisch detailaanzicht van de wand van fig. 2 nabij de vloer en nabij het plafond; 15 fig. 5 een schematisch detailaanzicht van de wand van fig. 2 langs de lijn V-V; fig. 6 een schematisch detailaanzicht van de wand van fig. 2 nabij de lambrizeringslijst; en fig. 7 een schematisch perspectivisch bovenaanzicht 20 van de kamer van fig. 1.

In de figuren zijn identieke of corresponderende onderdelen met dezelfde verwijzingscijfers weergegeven. De figuren betreffen slechts schematische weergaven van een voorkeursuitvoeringsvorm van de uitvinding.

25 Fig. 1 toont een kamer met een staande wand 1. De staande wand 1 is opgebouwd met behulp van een wandsysteem volgens de uitvinding. Refererend aan fig. 2-5 omvat het wandsysteem een frame 2 dat in een gebouw tussen de vloer 3 en het plafond 4 kan worden opgenomen. Het wandsysteem 30 omvat voorts wandpanelen 5A, 5B die, onder vorming van een zich in een hoogterichting uitstrekkende, staande wand 1 met behulp van paneelbevestigingsmiddelen 6A, 6B aan het frame 2 kunnen worden bevestigd. Het frame 2 omvat een vloerbalk 7 die op de vloer kan worden bevestigd. De 35 vloerbalk 7 omvat twee profielen 7A, 7B die met behulp van 10 1 4 676 5 een stelbout 7C zodanig kunnen worden versteld dat het bovenste profiel 7B een horizontaal steunvlak kan vormen.

Het frame 2 omvat voorts een plafondbalk 8 die aan het plafond 4 kan worden bevestigd, eventueel via een 5 tussenconstructie. Tussen de vloerbalk 7 en de plafondbalk 8 kunnen staanders 9 worden opgenomen. De staanders 9 hebben bij voorkeur een in hoofdzaak S-vormige doorsnede en zijn voorzien van zich in hoogterichting uitstrekkende rijen bevestigingsgaten. De gaten zijn in hoogterichting 10 met een steek van 32 mm uiteen geplaatst. De staanders 9 kunnen bijvoorbeeld met een tussenafstand van 50-1200 mm uiteen worden geplaatst, afhankelijk van de breedte van de aan de staanders te bevestigen wandpanelen 5A, 5B. Bij voorkeur is de tussenafstand tussen de hartlijnen van de 15 staanders 9 telkens een veelvoud van 100 mm. Nabij de uiteinden van de vloerbalk 7 en de plafondbalk 8 zijn bij een dichte wand zijbalken 10 opgenomen; ter plaatse van een opening in de wand kan echter ook een kozijnprofiel in de uiteinden van de vloerbalk 7 en de plafondbalk 8 zijn 2 0 opgenomen.

De paneelbevestigingsmiddelen omvatten beugels 6A die met een lijfdeel 6A' in de gaten van de staanders 9 kunnen worden vastgezet, zodanig dat vleugeldelen 6A'' ten opzichte van de staanders 9 buitenwaarts reiken (fig. 5).

25 De vleugeldelen 6A'1 zijn aan hun bovenzijden voorzien van sleuven.

De paneelbevestigingsmiddelen omvatten voorts nippels 6B die in de panelen 5A, 5B kunnen worden geschroefd. De nippels 6B hebben een diabolo-vormig 30 diameterverloop dat is afgestemd op samenwerking met de sleuven in de vleugeldelen 6A'1. Door de panelen 5A, 5B te voorzien van nippels 6B die zodanig zijn aangebracht dat ze corresponderen met de posities van de sleuven, kunnen de panelen 5A, 5B aan de staanders 9 worden opgehangen. Nabij 35 de zijbalken 10 kunnen, om het ophangen te vergemakke- itO 1 4 67 6 6 lijken, in plaats van nippels 6B tongen 13 in de panelen 5A, 5B worden geschroefd.

Opgemerkt wordt dat de paneelbevestigingsmiddelen met in de panelen aangebrachte nippels 6B die samenwerken 5 met sleuven in op de staanders aangebrachte beugels 6A op zichzelf op voordelige wijze kunnen worden toegepast in een wandsysteem.

De panelen 5A, 5B kunnen met behulp van de paneelbevestigingsmiddelen 6A, 6B zodanig aan het frame 2 10 worden bevestigd dat de wand 1 een nabij de vloer 3 gelegen benedenrij 14 van naast elkaar gelegen wandpanelen 5A omvat en een onder insluiting van een liggende tussennaad 15 een daarboven gelegen, aangrenzende bovenrij 16 van naast elkaar gelegen wandpanelen 5B.

15 Refererend aan fig. 6 omvat het wandsysteem voorts een lambrizeringslijst 17 die met behulp van lambrizeringslijstbevestigingsmiddelen 18 ter plaatse van de liggende tussennaad 15 althans gedeeltelijk op het door de wandpanelen 5A, 5B gevormde vlak kan worden aangebracht, 20 zodanig dat de lambrizeringslijst 17 zich liggend langs de wandpanelen 5A, 5B uit de onderrij 14 en de bovenrij 16 kan uitstrekken. De lambrizeringslijst 17 strekt zich uit langs tenminste twee aangrenzende panelen 5A uit de onderrij 14, respectievelijk langs ten minste twee aangrenzende panelen 25 5B uit de bovenrij 16. Bij voorkeur strekt de lambrizeringslijst 17 zich als één, ononderbroken deel uit langs de gehele breedte van de wand. Door de lambrizeringslijst 17 op te bouwen uit afzonderlijke delen die bij voorkeur naadloos op elkaar aansluiten, kan de 30 flexibiliteit van het wandsysteem worden vergroot. De lambrizeringslijst kan worden uitgevoerd als een houten (profiel)balk, maar kan uiteraard ook uit kunststof of metaal worden vervaardigd.

De lambrizeringslijstbevestigingsmiddelen 18 zijn 35 uitgevoerd als een beugel met een haakdeel dat via de tussennaad 15 achter de achtervlakken 19 van de wandpanelen 10 1 4 67 6 7 5A kan haken. Door de beugel uit te voeren als een profiel met h-vormige doorsnede kan de lambrizeringslijst 17 op eenvoudige wijze langs de bovenranden van de panelen 5A uit de onderrij 16 worden opgehangen. Door de beugel nabij het 5 middén van de lambrizeringslijst 17 te plaatsen kan worden bereikt dat de tussennaad 15 door de lambrizeringslijst 17 wordt.afgedekt. De beugel kan een lengte hebben van enige centimeters, maar kan zich ook uitstrekken over de lengte van één of meer panelen.

10 De panelen 5A uit de onderrij zijn voorzien van een reliëfopppervlak aan de voorzijde. De panelen 5A omvatten daartoe een raamdeel 20 waarin een binnenpaneel 21 is opgenomen, zodanig dat tussen het binnenpaneel 21 en het raamdeel 20 een groef 22 wordt gevormd. Het zal duidelijk 15 zijn dat de panelen uit de onderrij 14 op velerlei wijzen kunnen worden uitgevoerd. Zo kunnen zij zijn voorzien van een reliëfoppervlak door middel van allerlei (ingefreesde) groevenpatronen en/of profiellijsten. De panelen 5A uit de onderrij 14 kunnen voorts onderling verschillend zijn 20 uitgevoerd, maar kunnen ook verschillend zijn uitgevoerd ten opzichte van de panelen 5B uit de bovenrij 16. Zo kunnen de panelen 5B uit de bovenrij 16 glad, dat wil zeggen zonder reliëf zijn uitgevoerd. De panelen 5A uit de onderrij 14 kunnen {althans gedeeltelijk) zijn uitgevoerd 25 in een andere kleur dan de panelen 5B uit de bovenrij 16. Daarnaast kunnen de panelen 5A uit de onderrij en/of de bovenrij zijn voorzien van (verschillende) tweedimensionale afbeeldingen, zoals een foto van een reliëfpatroon.

30 Opnieuw refererend aan figuren 1-3 is daarin zichtbaar dat het wandsysteem een plafondlijst 23 omvat die met behulp van plafondlijstbevestigingsmiddelen nabij het plafond 4 op het door de wandpanelen 5B van de bovenrij 16 gevormde vlak kan worden aangebracht, zodanig dat de 35 plafondlijst 23 zich liggend langs de wandpanelen 5B kan uistrekken. Met behulp van de plafondlijst 23 kan de 10 1 4 876 8 overgang tussen het plafond 4 en de wand 1 worden afgedekt. De plafondlijstbevestigingsmiddelen kunnen worden uitgevoerd als schroeven waarmee de plafondlijst 23 aan het plafond 4 en/of de panelen 5B wordt vastgeschroefd.

5 Uiteraard is het eveneens mogelijk om de plafondlijstbevestigingsmiddelen anders uit te voeren, bijvoorbeeld als een strook adhesief materiaal.

Op soortgelijke wijze kan eveneens een plintlijst 24 met behulp van plintlijstbevestigingsmiddelen nabij de 10 vloer 3 op het door de wandpanelen 5A uit de onderrij 14 gevormde vlak worden aangebracht, zodanig dat de plintlijst 24 zich liggend langs de wandpanelen 5A kan uitstrekken. Op voordelige wijze zijn de plafondlijst 23 en/of de plintlijst 24 vervaardigd uit één stuk of uit een aantal 15 delen die naadloos met elkaar zijn verbonden.

Opgemerkt wordt dat in het hier getoonde uitvoeringsvoorbeeld de panelen 5A uit de onderrij 14 en de panelen 5B uit de bovenrij 16 in hoofdzaak in één vlak zijn gelegen. Het is echter ook mogelijk om de panelen 5A van de 20 onderrij 14 en de panelen 5B van de bovenrij 16 in twee ten opzichte van elkaar versprongen vlakken aan te brengen. De lambrizeringslijst kan daarbij de afstand tussen de vlakken overbruggen. Op deze wijze kan worden bereikt dat de voorvlakken van de panelen 5A uit de onderrij 14 meer 25 binnenwaarts in de kamer zijn geplaatst dan de voorvlakken van de panelen 5B uit de bovenrij 16, hetgeen de klassieke uitstraling van de wand versterkt. Voorts kunnen de panelen 5A uit de benedenrij 14 nu dikker worden uitgevoerd dan de panelen 5B uit de bovenrij 16, waardoor het mogelijk wordt 30 om een relatief diep reliëf in de panelen van de benedenrij 5A aan te brengen.

Refererend aan figuur 7 is getoond dat het frame 2 van de wand 1 aan twee zijden kan worden voorzien van panelen 5A, 5B. Het is derhalve mogelijk om één zijde van 35 het frame 2 zoals hierboven besproken te voorzien van een lambrizeringslijst 17, een onderrij 14 met geprofileerde 10 1 4 676 9 panelen 5A en een bovenrij 16 met gladde panelen 5B, een plintlijst 24 en een plafondlijst 23, terwijl de andere zijde van het frame 2 wordt bekleed met een benedenrij 14 en een bovenrij 16 met gelijksoortige, gladde panelen 5B.

5 In figuur 7 is voorts zichtbaar dat op eenvoudige wijze in de wand 1 een kast 25 kan worden gevormd in of door onderbreking tussen de vloerbalk 7 en de plafondbalk 8 en daartussen een aantal brede staanders 26 op te nemen. Door de hartlijnen van de brede staanders en de smalle staanders 10 in hoofdzaak in één vlak te plaatsen kan worden bereikt dat de brede staanders 26 ten opzichte van het frame 2 aan weerszijden van het frame 2 buitenwaarts reiken. Hierdoor kan de kastruimte zich aan twee zijden van het frame 2 uitstrekken, zodat deze relatief diep kan zijn. Door de 15 kastruimte 25 in twee delen te scheiden kan worden bereikt dat twee kastruimtes 25 worden gevormd, waarbij de ene kastruimte toegankelijk kan worden gemaakt vanaf één zijde van de wand, terwijl de andere kastruimte toegankelijk kan worden gemaakt vanuit de andere zijde van het frame 2. In 20 een dergelijk geval zijn de deuren 27 en de achterwanden 28 van de beide kastdelen gespiegeld aangebracht. Het is uiteraard ook mogelijk om de brede staanders 26 zo in het frame 2 te plaatsen dat de kastruimte geheel aan één zijde van het frame 2 is gelegen.

25 Op voordelige wijze wordt tussen de panelen 5A, 5B

van de wand 1 en de voorzijde van een kastruimte 25, waarin bijvoorbeeld deuren 27 zijn aangebracht, een tussenpaneel 29 aangebracht met een in hoofdzaak Z-vormige doorsnede. Hierdoor kan het voorvlak van de kastruimte 25 en het vlak 30 van de wand 1 op elegante wijze worden verbonden. Op soortgelijke wijze kan ter plaatse van een hoek in de te vormen wand 1 tussen de staanders 9 van het frame 2 een tussenpaneel 30 worden aangebracht met een in hoofdzaak L-vormige doorsnede. Daarbij kan een onderscheid worden 35 gemaakt in een tussenpaneel 30A voor een buitenhoek en een tussenpaneel 30B voor een binnenhoek, waarbij de benen van 10 1 4 676 10 het tussenpaneel 30B een kortere lengte hebben dan de benen van het tussenpaneel 30A.

Op voordelige wijze worden de maten van de tussenpanelen 29, 30, 30A gestandaardiseerd en afgestemd op 5 de maten van de overige onderdelen van het wandsysteem. Daarbij wordt opgemerkt dat wanneer de panelen 5A, 5B in hoogterichting een afmeting hebben die een natuurlijk veelvoud is van circa 35 cm, bij voorkeur 35,2 cm in de praktijk niet alleen op ergonomisch verantwoorde plaatsen 10 in plaats van panelen, ramen in de wanden kunnen worden aangebracht, maar dat ook de hoogte van de panelen is aangepast aan standaard archiveringsmaten. Opgemerkt wordt dat deze maatregel ook op zichzelf met voordeel kan worden toegepast.

15 In dit verband wordt opgemerkt dat ook de steek in hoogterichting van 32 mm van de gaten van de staanders of eventueel in combinatie hiermee, met voordeel kan worden toegepast.

Bij het samenstellen van het wandsysteem wordt bij 20 voorkeur eerst het frame tussen vloer en plafond van het gebouw aangebracht. Vervolgens worden de wandpanelen onder vorming van een zich in hoogterichting uitstrekkende wand met behulp van de paneelbevestigingsmiddelen aan het frame bevestigd, zodanig dat de wand een nabij de vloer gelegen 25 benedenrij van naast elkaar gelegen wandpanelen omvat. Vervolgens kan de lambrizeringslijst worden aangebracht langs de bovenranden van de panelen uit de benedenrij, bijvoorbeeld door deze met behulp van de beugel daaraan op te hangen. Daarna worden verdere wandpanelen aan het frame 30 bevestigd, zodanig dat de wand een nabij het plafond gelegen bovenrij van naast elkaar gelegen wandpanelen omvat. De tussen de panelen uit de onderrij en de bovenrij gevormde, liggende tussennaad wordt nu door de lambrizeringslijst afgedekt.

35 Het moge duidelijk zijn dat de uitvinding niet beperkt is tot het hier besproken uitvoeringsvoorbeeld, 10 1 4 67 6 11 maar dat vele, voor de vakman voor de hand liggende variaties daarop mogelijk zijn. Dergelijke variaties worden geacht te liggen binnen de beschermingsomvang van de uitvinding zoals verwoord in de hierna volgende conclusies.

10 1 4 676

Claims (18)

1. Wandsysteem, omvattende een frame dat in een gebouw tussen vloer en plafond kan worden opgenomen en wandpanelen die, onder vorming van een zich in een hoogterichting uitstrekkende staande wand, met behulp van 5 paneelbevestigingsmiddelen aan het frame kunnen worden bevestigd, zodanig dat de wand een nabij de vloer gelegen benedenrij van naast elkaar gelegen wandpanelen omvat en voorts onder insluiting van een liggende tussennaad een daarboven gelegen, aangrenzende bovenrij van naast elkaar 10 gelegen wandpanelen omvat, voorts omvattende een lambrizeringslijst die met behulp van lambrizeringslijstbevestigingsmiddelen ter plaatse van de tussennaad althans gedeeltelijk op het door de wandpanelen gevormde vlak kan worden aangebracht, zodanig dat de 15 lambrizeringslijst zich liggend langs de wandpanelen kan uitstrekken.

2. Wandsysteem volgens conclusie 1, waarbij wandpanelen voor de onderrij zijn voorzien van een reliëfoppervlak en 20 waarbij de wandpanelen voor de bovenrij zijn voorzien van een in hoofdzaak glad oppervlak.

3. Wandsysteem volgens conclusie 1 of 2, waarbij de wandpanelen van de onderrij en de bovenrij in samengestelde 25 toestand van de wand twee met een tussenafstand ten opzichte van elkaar versprongen vlakken vormen, terwijl de lambrizeringslijst de tussenafstand overbrugt. 1 2 3 10 1 4 676 Wandsysteem volgens een der voorgaande conclusies, 2 30 waarbij de wand in samengestelde toestand in hoogterichting 3 uit twee rijen panelen bestaat.

5. Wandsysteem volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de hoogte van de panelen voor de benedenrij kleiner of gelijk is aan de hoogte van de panelen voor de bovenrij.

6. Wandsysteem volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de lambrizeringslijst in samengestelde toestand van de wand gelegen is in het interval vanaf 0.3 tot en met 0.5 maal de hoogte van de wand, bij voorkeur in het interval vanaf 0.35 tot en met 0.45 maal de hoogte van de wand. 10

7. Wandsysteem volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de panelen een hoogte hebben die een natuurlijk veelvoud is van circa 35 cm, bij voorkeur 35,2 cm.

8. Wandsysteem volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de panelen van althans de benedenrij en de bovenrij in hoofdzaak in één vlak gelegen zijn.

9. Wandsysteem volgens een der voorgaande conclusies, 20 waarbij de lambrizeringslijstbevestigingsmiddelen zijn ingericht om tot in de liggende tussennaad te reiken.

10. Wandsysteem volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de lambrizeringslijstbevestigingsmiddelen zijn 25 ingericht om samen te werken met bovenranden van de wandpanelen uit de bendenrij.

11. Wandsysteem volgens conclusies 9 en 10, waarbij de lambrizeringslijstbevesigingsmiddelen een beugel omvatten 30 met een haakdeel om via de tussennaad achter achtervlakken van de wandpanelen te haken. 1 10 1 4 676 Wandsysteem volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de lambrizeringslijst is ingericht om de tussennaad 35 af te dekken.

13. Wandsysteem volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de lambrizeringslijst een of meer delen omvat met een lengte die groter is dan de breedte van een wandpaneel.

14. Wandsysteem volgens een der voorgaande conclusies, voorts omvattende een plafondlijst die met behulp van plafondlijstbevestigingsmiddelen nabij het plafond op het door de wandpanelen gevormde vlak kan worden aangebracht, zodanig dat de plafondlijst zich liggend langs de 10 wandpanelen kan uitstrekken.

15. Wandsysteem volgens een der voorgaande conclusies, voorts omvattende een plintlijst die met behulp van plintlijstbevestigingsmiddelen nabij de vloer op het door 15 de wandpanelen gevormde vlak kan worden aangebracht, zodanig dat de plintlijst zich liggend langs de wandpanelen kan uitstrekken.

16. Wand, opgebouwd uit een wandsysteem volgens een der 20 voorgaande conclusies.

17. Werkwijze voor het samenstellen van een wand uit een wandsysteem volgens een der conclusies 1-15, waarbij in een gebouw tussen vloer en plafond een frame wordt aangebracht 25 en waarbij vervolgens wandpanelen onder vorming van een zich in een hoogterichting uitstrekkende staande wand, met behulp van paneelbevestigingsmiddelen aan het frame worden bevestigd, zodanig dat de wand een nabij de vloer gelegen benedenrij van naast elkaar gelegen wandpanelen omvat, 30 waarbij vervolgens een lambrizeringslijst wordt aangebracht langs de bovenranden van de wandpanelen uit de benedenrij, waarna verdere wandpanelen aan het frame worden bevestigd zodanig dat de wand een nabij het plafond gelegen bovenrij van naast elkaar gelegen wandpanelen omvat en dat tussen de 35 panelen uit de onderrij en de bovenrij een liggende 10 1 4 676 tussenna.ad wordt gevormd die door de lambrizeringslijst wordt afgedekt. %

18. Wandsysteem, omvattende een frame dat in een gebouw 5 tussen vloer en plafond kan worden opgenomen en wandpanelen die, onder vorming van een zich in een hoogterichting uitstrekkende staande wand, met behulp van paneelbevestigingsmiddelen aan het frame kunnen worden bevestigd, zodanig dat de wand een nabij de vloer gelegen 10 benedenrij van naast elkaar gelegen wandpanelen omvat en voorts onder insluiting van een liggende tussennaad een daarboven gelegen, aangrenzende bovenrij van naast elkaar gelegen wandpanelen omvat, waarbij waarbij de panelen een hoogte hebben die een natuurlijk veelvoud is van circa 35 15 cm, bij voorkeur 35,2 cm.

19. Wandsysteem, in het bijzonder volgens conclusie 18, omvattende een frame dat in een gebouw tussen vloer en plafond kan worden opgenomen en wandpanelen die, onder 20 vorming van een zich in een hoogterichting uitstrekkende staande wand, met behulp van paneelbevestigingsmiddelen aan het frame kunnen worden bevestigd, zodanig dat de wand een nabij de vloer gelegen benedenrij van naast elkaar gelegen wandpanelen omvat en voorts onder insluiting van een 25 liggende tussennaad een daarboven gelegen, aangrenzende bovenrij van naast elkaar gelegen wandpanelen omvat, waarbij de staanders zijn voorzien van een zich in hoogterichting uitstrekkende rij bevestigingsgaten die met een steek van 32 mm uiteen zij geplaatst. 30

20. Wandsysteem, in het bijzonder volgens conclusie 18 en/of 19, omvattende een frame dat in een gebouw tussen vloer en plafond kan worden opgenomen en wandpanelen die, onder vorming van een zich in een hoogterichting 35 uitstrekkende staande wand, met behulp van paneelbevestigingsmiddelen aan het frame kunnen worden 10 1 4 676 bevestigd, zodanig dat de wand een nabij de vloer gelegen benedenrij van naast elkaar gelegen wandpanelen omvat en voorts onder insluiting van een liggende tussennaad een daarboven gelegen, aangrenzende bovenrij van naast elkaar 5 gelegen wandpanelen omvat, waarbij de paneelbevestigingsmiddelen nippels en van sleuven voorziene beugels omvatten, waarbij de nippels op de panelen aangebracht kunnen worden en waarbij de beugels op de staanders aangebracht kunnen worden, zodanig dat de nippels 10 opgenomen kunnen worden in de sleuven van de beugels. 10 1 4 676