NL1033816C2 - Liftconstructie, werkwijze voor het transporteren van een voertuig en werkwijze voor het inklappen van een liftconstructie. - Google Patents

Liftconstructie, werkwijze voor het transporteren van een voertuig en werkwijze voor het inklappen van een liftconstructie. Download PDF

Info

Publication number
NL1033816C2
NL1033816C2 NL1033816A NL1033816A NL1033816C2 NL 1033816 C2 NL1033816 C2 NL 1033816C2 NL 1033816 A NL1033816 A NL 1033816A NL 1033816 A NL1033816 A NL 1033816A NL 1033816 C2 NL1033816 C2 NL 1033816C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
holder
construction
elevator
elevator construction
transport device
Prior art date
Application number
NL1033816A
Other languages
English (en)
Inventor
Arie Van Donge
Original Assignee
Arie Van Donge B V
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Arie Van Donge B V filed Critical Arie Van Donge B V
Priority to NL1033816A priority Critical patent/NL1033816C2/nl
Priority to PCT/NL2008/050272 priority patent/WO2008136672A1/en
Application granted granted Critical
Publication of NL1033816C2 publication Critical patent/NL1033816C2/nl

Links

Classifications

    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B60VEHICLES IN GENERAL
    • B60PVEHICLES ADAPTED FOR LOAD TRANSPORTATION OR TO TRANSPORT, TO CARRY, OR TO COMPRISE SPECIAL LOADS OR OBJECTS
    • B60P3/00Vehicles adapted to transport, to carry or to comprise special loads or objects
    • B60P3/06Vehicles adapted to transport, to carry or to comprise special loads or objects for carrying vehicles
    • B60P3/08Multilevel-deck construction carrying vehicles
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B65CONVEYING; PACKING; STORING; HANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL
    • B65DCONTAINERS FOR STORAGE OR TRANSPORT OF ARTICLES OR MATERIALS, e.g. BAGS, BARRELS, BOTTLES, BOXES, CANS, CARTONS, CRATES, DRUMS, JARS, TANKS, HOPPERS, FORWARDING CONTAINERS; ACCESSORIES, CLOSURES, OR FITTINGS THEREFOR; PACKAGING ELEMENTS; PACKAGES
    • B65D85/00Containers, packaging elements or packages, specially adapted for particular articles or materials
    • B65D85/68Containers, packaging elements or packages, specially adapted for particular articles or materials for machines, engines or vehicles in assembled or dismantled form
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B66HOISTING; LIFTING; HAULING
    • B66FHOISTING, LIFTING, HAULING OR PUSHING, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR, e.g. DEVICES WHICH APPLY A LIFTING OR PUSHING FORCE DIRECTLY TO THE SURFACE OF A LOAD
    • B66F7/00Lifting frames, e.g. for lifting vehicles; Platform lifts
    • B66F7/10Lifting frames, e.g. for lifting vehicles; Platform lifts with platforms supported directly by jacks
    • B66F7/12Lifting frames, e.g. for lifting vehicles; Platform lifts with platforms supported directly by jacks by mechanical jacks
    • B66F7/14Lifting frames, e.g. for lifting vehicles; Platform lifts with platforms supported directly by jacks by mechanical jacks screw operated
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B65CONVEYING; PACKING; STORING; HANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL
    • B65DCONTAINERS FOR STORAGE OR TRANSPORT OF ARTICLES OR MATERIALS, e.g. BAGS, BARRELS, BOTTLES, BOXES, CANS, CARTONS, CRATES, DRUMS, JARS, TANKS, HOPPERS, FORWARDING CONTAINERS; ACCESSORIES, CLOSURES, OR FITTINGS THEREFOR; PACKAGING ELEMENTS; PACKAGES
    • B65D2585/00Containers, packaging elements or packages specially adapted for particular articles or materials
    • B65D2585/68Containers, packaging elements or packages specially adapted for particular articles or materials for machines, engines, or vehicles in assembled or dismantled form
    • B65D2585/6802Containers, packaging elements or packages specially adapted for particular articles or materials for machines, engines, or vehicles in assembled or dismantled form specific machines, engines or vehicles
    • B65D2585/686Containers, packaging elements or packages specially adapted for particular articles or materials for machines, engines, or vehicles in assembled or dismantled form specific machines, engines or vehicles vehicles
    • B65D2585/6867Containers, packaging elements or packages specially adapted for particular articles or materials for machines, engines, or vehicles in assembled or dismantled form specific machines, engines or vehicles vehicles automobiles

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Geology (AREA)
  • Structural Engineering (AREA)
  • Health & Medical Sciences (AREA)
  • Public Health (AREA)
  • Transportation (AREA)
  • Conveying And Assembling Of Building Elements In Situ (AREA)
  • Loading Or Unloading Of Vehicles (AREA)

Description

Titel: Liftconstructie, werkwijze voor het transporteren van een voertuig en werkwijze voor het inklappen van een liftconstructie.
De uitvinding betreft een liftconstructie voor plaatsing in of op een transportinrichting.
Tevens betreft de uitvinding een werkwijze voor het tenminste deels liften van een voertuig.
5 De uitvinding betreft daarnaast een werkwijze voor het inklappen van een liftconstructie.
Een bekende constructie voor het in de hoogte ondersteunen van goederen in een transportinrichting is beschreven in EP 1 481 843. Deze constructie is geschikt voor het vervoeren van meerdere auto's per 10 container, waarbij niet slechts op de vloer van de container, maar ook op afstand van de vloer, auto's voor transport kunnen worden op geslagen. Hierdoor kunnen auto's schuin boven elkaar in de container worden opgeslagen en kan de ruimte in een container beter worden benut.
Bij deze bekende constructie wordt de container in enkele verticale 15 richels daarvan allereerst ingericht met vaste steunpilaren, welke steunpilaren zijn voorzien van verbindingsgaten verdeeld over de lengte van de steunpilaren. In deze gaten worden met pinnen platen gestoken, welke platen de te transporteren auto onder de wielen kunnen ondersteunen. Bijvoorbeeld wordt per wiel van de auto één plaat gebruikt, of wordt een 20 doorlopende plaat toegepast over de breedte van de container zodat een plaat twee of bijvoorbeeld alle wielen van een auto kan ondersteunen.
Een nadeel van deze constructie is dat een heftruck met een auto op de vork in de container moet rijden om de auto op de hoog in de steunpilaren opgehangen platen te plaatsen. Hierbij wordt de auto direct 25 met een heftruckvork getild of wordt de auto eerst op een rek gereden waarna het rek met de vork wordt aangegrepen. Hierdoor kan de 1033816 2 containervloer beschadigen. Tevens kan de auto mogelijk beschadigen, bijvoorbeeld door de heftruck of als de heftruck met de auto ergens tegenaan rijdt. Een ander nadeel is dat de aangepaste containers niet meer universeel, doch speciaal voor transport van bepaalde goederen zoals auto's 5 zijn ingericht. Daarom gaan deze aangepaste containers veelal na aflevering van de goederen leeg terug naar het punt van vertrek, bijvoorbeeld de autofabrikant.
Een doel van de uitvinding is tenminste één van bovenstaande nadelen en/of andere nadelen op te heffen.
10 Dit doel en/of andere doelen kunnen worden bereikt door een liftconstructie voor plaatsing in of op een transportinrichting, die is ingericht voor het in de hoogte ondersteunen van met de transportinrichting te transporteren goederen, in het bijzonder motorvoertuigen, in of op een transportinrichting, waarbij de liftconstructie op zichzelf een los onderdeel 15 van de transportinrichting vormt en is voorzien van tenminste een staander en een houder, waarbij in een gebruiksstand de tenminste ene staander de houder in de hoogte ondersteunt, en waarbij de houder geleidend langs de tenminste ene staander is ingericht, om langs de lengte daarvan te worden bewogen voor het omhoog bewegen en in de hoogte ondersteunen van 20 tenminste een deel van genoemde goederen.
De liftconstructie volgens de uitvinding is op zichzelf geschikt om, althans in een gebruiksstand, een auto in de hoogte te ondersteunen, zodat de beschikbare ruimte van een transportinrichting op efficiënte wijze kan worden gebruikt. Daarnaast kan de liftconstructie worden ingeklapt in een 25 een opslagstand, zodat deze in veelvoud ruimte-efficiënt kan worden opgeslagen. Daarbij zijn in principe geen aanpassingen in de transportinrichting, bij voorkeur container, of speciaal ingerichte transportinrichtingen nodig. De liftinrichting volgens de uitvinding kan dan ook worden toegepast in verschillende standaard transportinrichtingen, 30 zoals bijvoorbeeld, doch niet uitsluitend, 20, 30, 40, 45, 48 en/of 53 voet 3 containers, treinwagons, trailers zonder dat daarvoor de transportinrichting dient te worden aangepast of de wanden van de transportinrichting dienen te worden aangepast. Dit brengt als voordeel met zich mee dat deze standaard transportinrichtingen na het afleveren van de goederen, weer 5 beladen kunnen worden voor de terugreis, bijvoorbeeld met een ander type goederen.
De vakman zal begrijpen dat onder uitklappen in deze beschrijving onder meer ook kan worden begrepen, op(en)klappen, open/uitvouwen, uitnemen, open/uitslaan, etc. Het zelfde principe geldt voor uitklappen, 10 uitvouwen, etc.
Met de liftconstructie volgens de uitvinding wordt het te transporteren goed, bij voorkeur een motorvoertuig zoals bijvoorbeeld een auto, omhoog bewogen. Hiermee wordt tegengegaan dat het te transporteren goed direct, of indirect middels een rek, met een heftruck 15 moet worden aangegrepen en getild en daardoor eerder zou kunnen beschadigen, hoewel uiteraard wel een dergelijke inrichting kan worden gebruikt voor plaatsing van het goed, met name in een lage stand.
In een uitvoeringsvorm heeft de liftconstructie één houder en twee staanders, waarbij twee liftconstructies worden gebruikt voor het tillen van 20 één auto. Tevens worden de liftconstructies bijvoorbeeld gezekerd aan de transportinrichting. Bijvoorbeeld kunnen twee losse liftconstructies in een container worden geplaatst, waarbij de voorste wielen van een auto op een omlaag gehouden houder tussen twee staanders worden gereden, en de achterste wielen op gelijke wijze op een tweede houder. Er hoeft geen 25 heftruck aan te pas te komen om de auto in de hoogte in de container te plaatsen, zodat de container minder snel zal beschadigen. Vervolgens wordt de auto langs de staanders omhoog bewogen. Ook kan de auto reeds buiten de container op twee liftconstructies worden geplaatst en in de hoogte worden geplaatst, waarna de liftconstructies met de auto in de container 30 worden geplaatst. Ook kan de liftconstructie met auto meerdere malen 4 worden overgeladen tussen verschillende transportinrichtingen, bijvoorbeeld trailers, wagons en/of containers, en zo van fabriek tot afnemer met de auto meereizen.
In sommige gevallen kan het voordelig zijn slechts een deel van het 5 goed omhoog te bewegen. Bijvoorbeeld kunnen twee wielen van een auto met een liftconstructie omhoog worden gehouden zodat onder het omhoog gehouden deel ruimte wordt gecreëerd.
Genoemd doel en/of andere doelen kunnen tevens worden bereikt door een werkwijze voor het transporteren van een voertuig, waarbij een 10 losse liftconstructie wordt uitgeklapt zodat een houder tussen tenminste twee staanders ontstaat, waarbij het voertuig met tenminste een voorste en/of achterste wiel op een houder wordt gereden, waarna de houder langs de staanders omhoog wordt bewogen zodat het voertuig tenminste deels omhoog wordt gehouden.
15 Genoemd doel en/of andere doelen kunnen daarnaast nog worden bereikt door een werkwijze voor het inklappen van een liftconstructie, waarbij een houder die een motorvoertuig in de hoogte ondersteunt langs twee staanders naar beneden wordt bewogen, waarbij het voertuig van de houder wordt bewogen en waarbij de liftconstructie vervolgens wordt 20 ingeklapt.
Verdere voordelen en kenmerken van de onderhavige uitvinding volgen uit de volgende beschrijving, waarin de uitvinding in meerdere uitvoeringsvoorbeelden aan de hand van de bijgevoegde tekeningen nader wordt beschreven. Daarin toont: 25 figuur 1A-D het gebruik van een liftconstructie; figuur 2A-2E het openklappen van een liftconstructie; figuur 3 een voorbeeld van het gebruik van een rotatiegereedschap voor het aandrijven van de liftconstructie; figuur 4A, 4B respectievelijk een platte stand en een gootvormige 30 stand van de houder van de liftconstructie.
5
In deze beschrijving hebben gelijke of corresponderende delen gelijke of corresponderende verwijzingscijfers. In de tekening zijn slechts als voorbeeld uitvoeringsvormen getoond. De daarbij gebruikte elementen zijn slechts als voorbeeld genoemd en dienen geenszins beperkend te worden 5 uitgelegd. Ook andere onderdelen kunnen worden toegepast binnen het raam van de onderhavige uitvinding. De in de figuren getoonde verhoudingen van de uitvoeringsvormen zijn in enkele gevallen schematisch en/of overdreven weergegeven en dienen niet beperkend te worden uitgelegd.
10 Ter uitleg illustreren figuren 1A-D op schematische wijze hoe in verschillende stappen meerdere auto's 2 op efficiënte wijze in een transportinrichting, in dit voorbeeld een container 3, kunnen worden getransporteerd met behulp van een liftinrichting 1 volgens de uitvinding.
Voor het vervoer van auto's 2 in containers 3 wordt de 15 liftconstructie 1 in een gebruiksstand gezet (zie figuren IB, 1C en 1D), en wanneer de liftconstructie 1 geen auto's 2 ondersteunt wordt deze in een tweede stand geklapt, in deze beschrijving ook wel opslagstand genoemd (figuur IA).
In een voordelige uitvoeringsvorm heeft de liftconstructie 1 20 bijvoorbeeld één houder 4 en twee staanders 5. In een opslagstand is de liftconstructie 1 bij voorkeur ingeklapt (figuur IA), waarbij de houder 4 en de staanders 5 bijvoorbeeld ongeveer parallel ten opzichte van elkaar zijn opgesteld. In de gebruiksstand (figuren IB - D) staan deze staanders 5 ongeveer recht omhoog, waarbij de houder 4 zich bij voorkeur horizontaal 25 tussen de twee staanders 5 uitstrekt. Hierbij is het mogelijk de houder 4 in een in hoofdzaak verticale richting Y langs de staanders 5 te bewegen, dit wil zeggen in een richting omhoog en/of omlaag, zodat de auto 2 op de omlaag geplaatste houder 4 kan worden gereden (stap B). Bij voorkeur wordt de auto 2 op twee houders 4 van twee liftconstructies 1 gereden.
6
Vervolgens worden de houders 4 langs de staanders omhoog bewogen (figuur 1C).
In de opslagstand is de liftconstructie 1 aanzienlijk minder hoog dan in de gebruiksstand, bij voorkeur tenminste 7 maal minder hoog, of 5 bijvoorbeeld 10 of 15 maal minder hoog. De ingeklapte liftconstructie 1 neemt dan een relatief platte, langwerpige vorm aan, zodat meerdere ingeklapte liftconstructies 1 relatief eenvoudig op en/of naast elkaar kunnen worden gestapeld c.q. opgeslagen, bijvoorbeeld in een container en/of andere transportinrichting, of in een opslagruimte. In de opslagstand wordt de 10 hoogte H van de liftconstructie 1 vanaf de grond bijvoorbeeld ongeveer bepaald door de diktes van de over elkaar geklapte staanders 5, de houder 4 en de hoogte van eventueel aanwezige steunen 7. In de gebruiksstand wordt de hoogte Hg van de liftconstructie 1 vanaf de grond bijvoorbeeld grotendeels bepaald door de lengte van de staanders 5.
15 In een uitvoeringsvorm zijn de houder 4 en de staanders 5 scharnierbaar gekoppeld, waartoe de houder 4 bijvoorbeeld nabij de uiteinden is voorzien van scharnierpunten 6. Het gekoppeld zijn van de houder 4 met de staanders 5 gaat een teveel aan losse onderdelen tegen, en voorkomt daarmee dat deze zoek zouden kunnen raken. Zonder 20 daadwerkelijk te hoeven monteren kan de liftconstructie 1 in genoemde standen worden gezet. Om een auto 2 met twee liftconstructies 1 te kunnen ondersteunen worden eerst de staanders 5 van de betreffende liftconstructies 1 in een rechtopstaande stand uitgeklapt (figuur 1B), waarbij deze zwenken om de scharnierpunten 6. Vervolgens worden de 25 voorwielen van de auto 2 op een eerste houder 4 van een eerste liftconstructie 1 gereden en de achterwielen op een tweede houder 4 van een tweede liftconstructie 1. Daarna worden de desbetreffende houders 4 langs de lengte van staanders 5 in een verticale richting Y omhoog bewogen en in de hoogte ondersteund zodat de auto 2 in de hoogte wordt gehouden (figuur 30 1C). Wanneer de auto 2 de gewenste positie heeft bereikt, of vóór het 7 omhoog bewegen, worden de wielen aan de houder 4 vastgesjord, althans bevestigd. Bij voorkeur tilt de liftconstructie 1 de auto 2 zodanig dat hierdoor op efficiënte wijze ruimte kan worden bespaard, bijvoorbeeld in een container 3 (figuur 1D). Ook kunnen dergelijke liftconstructies 1 op 5 efficiënte wijze worden toegepast op of in andere transportinrichtingen zoals bijvoorbeeld een trailers en/of laadwagons.
Tijdens het omhoog bewegen kan het zijn dat de auto 2 van een horizontale stand naar een hoekstand wordt gezet door een relatief grotere verplaatsing van één houder 4 ten opzichte van de andere, waarbij de auto 2 10 onder een hellingshoek α wordt gezet, bijvoorbeeld zoals in figuur 1C is getoond. Hierbij zal de horizontale afstand a tussen de wielen van de auto 2, althans de loodrecht op de vloer 19 geprojecteerde afstand tussen de wielen, afnemen terwijl de horizontale afstand tussen de houders 5 gelijk blijft.
Afhankelijk van de hellingshoek α wordt de auto 2 over een kleine afstand 15 te ver over de houder 4 gereden, welke kleine afstand wordt gecompenseerd terwijl de auto 2 in een hoekstand wordt gezet. Bijvoorbeeld worden de voor-en/of achterwielen over 5 tot 40 cm, bij voorkeur 10 tot 25 cm, verreden over de houder 4 tijdens het naar een hoekstand bewegen. Bijvoorbeeld worden de wielen pas nadat de auto 2 onder een hellingshoek α is gezet aan de 20 houder 4 vastgesjord of anderszins met de houder 4 verbonden.
In een voordelige gebruik van de liftconstructie 1 wordt deze al dan niet een auto 2 ondersteunend tussen verschillende transportinrichtingen overgeladen, bijvoorbeeld van een wagon naar een container 3 en/of vice versa. De liftconstructies 1 kunnen bijvoorbeeld vanaf de fabriek tot aan de 25 eindafnemer met de auto 2 meereizen. Het is mogelijk dat de auto 2 niet van de liftconstructie 1 wordt gehaald en tot het eindpunt continu in de hoogte wordt gehouden, waarbij de liftconstructie 1 meerdere malen is overgeladen tussen transportinrichtingen. Tussendoor kan de liftconstructie 1 al of niet worden bijgesteld om een gewenste hoogte en/of breedte aan te nemen.
i 8
Nadat een auto 2 in of op een transportinrichting is vervoerd en op de plaats van bestemming is aangekomen, bijvoorbeeld bij de eindafnemer, zoals bijvoorbeeld de autodealer, wordt de auto 2 van de liftconstructie 1 gelost. Hiertoe wordt de houder 4 langs de twee staanders naar beneden 5 bewogen, zodat de auto 2 van de houder 4 kan worden gereden. Nadat de auto 2 van de houder 4 is gereden, kan de liftconstructie 1 weer worden ingeklapt en worden hergebruikt voor een volgend transport. Bijvoorbeeld kunnen een of meerdere liftconstructies 1 mee worden terugvervoerd met een transportinrichting, bijvoorbeeld terug naar de fabriek. Ook kunnen 10 bijvoorbeeld meerdere liftconstructies 1 op een (eind)locatie worden verzameld en na verloop van tijd, bijvoorbeeld in tientallen, door een transportinrichting worden getransporteerd naar een plaats waar ze zijn benodigd.
Het uitklappen van een uitvoeringsvorm van een liftconstructie 1, 15 van een opslagstand naar een gebruiksstand, is nog eens weergegeven in figuur 2A-D. In figuur 2A is, deels, de liftconstructie 1 getoond in een opslagstand, waarbij een eerste staander 5 over een tweede staander 5 is geklapt en de tweede staander 5 over een houder 4. Door het gekozen aanzicht is houder 4 onder de staanders 5 niet zichtbaar in figuren 2A en 20 2B. In de opslagstand is de onderzijde van de liftconstructie 1 enigszins verhoogd ten opzichte van het deel van de liftconstructie 1 dat op de vloer staat, zodat daaronder een deel van een palletwagen of vork van een heftruck of iets dergelijks kan worden geschoven, voor het verplaatsen van de liftconstructie 1. Daartoe is de liftconstructie 1 bijvoorbeeld voorzien van 25 steunen 7, nabij de uiteinden van de houder 4, tussen welke steunen vervolgens bijvoorbeeld genoemde palletwagen of vork van een heftruck kan worden geplaatst.
Om in gebruik te worden genomen worden de eerste en tweede staander 5 uitgeklapt (figuur 2B en 2C, respectievelijk), zodat de houder 4 30 zich, bij voorkeur nagenoeg horizontaal, tussen de bij voorkeur nagenoeg 9 verticale staanders 5 uitstrekt (figuur 2D). In een uitvoeringsvorm is de houder 4 daarbij enigszins telescopisch, dat wil zeggen in en uitschuifbaar, ingericht, of althans in lengte varieerbaar geconstrueerd. Bijvoorbeeld omvat de houder 4 daartoe meerdere langs elkaar verschuifbare delen 4A, 5 4B. Met een dergelijke maatregel kan de liftconstructie 1 worden aangepast aan verschillende breedtes van verschillende transportinrichtingen. Bijvoorbeeld wordt de houder 4 zolang uitgeschoven tot de rechtop geklapte staanders 5 met de rug tegen de wanden van een container 3 staan. Voor containers 3 is dit overigens voordelig aangezien bij de verbinding van de 10 wand met de vloer relatief veel gewicht op veilige wijze kan worden opgevangen door de container 3. Vervolgens kan de houder 4 met auto 2 langs de staanders omhoog worden geleid. Figuur 2E illustreert de liftconstructie 1 waarbij de houder 4, zij het zonder auto 2, door de staanders 5 omhoog wordt gehouden. Bij voorkeur kan de houder 4 langs 15 nagenoeg de gehele lengte van de staanders 5 worden bewogen, doch bij voorkeur over tenminste 0,7 m, bij voorkeur over tenminste 1,4 m.
Overigens is het tevens mogelijk de auto 2 eerst op de liftinrichtingen 1 te plaatsen en eventueel langs de staanders 5 in de hoogte te plaatsen, en daarna de liftconstructies 1 met auto 2 in de container 3 te 20 plaatsen. In deze gevallen wordt bijvoorbeeld gebruik gemaakt van een heftruck en/of palletwagen om de liftconstructies 1 met auto 2 in de container 3 te plaatsen en/of kan de liftconstructie 1 bijvoorbeeld tijdelijk of permanent zijn voorzien van wieltjes en/of langs een geleiding worden geschoven, om in de container 3 te worden geplaatst. Er kan bijvoorbeeld 25 ook gebruik worden gemaakt van een koppelstuk tussen de liftconstructies 1, of een ander hulpstuk, zodat de liftconstructies 1 met auto 2 in de container 3 kunnen worden geplaatst, bijvoorbeeld door een heftruck.
In een uitvoeringsvorm zijn de steunen 7 verbonden met de staander 5 zodat bij het opklappen van de staander 5 de steunen 30 meedraaien en zich langs de houder 4 uitstrekken (figuur 2D, 2E). Bij het 10 opklappen van de staanders 5 komen de voeten 8 van de staanders 5 op de grond of vloer te staan. De houder 4 komt daarbij, door het intrekken van de steunen 7, bij voorkeur ook dichter bij de vloer of grond, zodat deze niet meer is verhoogd en de voorste of achterste wielen van een auto 2 of ander 5 voertuig relatief eenvoudig op de houder 4 kunnen worden gereden. In een uitvoeringsvorm zijn de staanders 5 bijvoorbeeld voorzien van een verbreding bij de voet, zodat de staanders 5 relatief stabiel kunnen staan.
Bij voorkeur is de staander 5 en/of de houder 4 voorzien van een overbrenging 10 voor het tenminste in verticale richting langs de staander 5 10 bewegen van de houder 4 met auto 2. De overbrenging 10 omvat bijvoorbeeld een tandheugel, tandwielen, een schroefspindel, kabels, hydraulica, pneumatiek en/of andere middelen waarmee bijvoorbeeld door een draaiende beweging een verticale verplaatsing van het relatief zware te transporteren goed kan worden bewerkstelligd. In de getoonde 15 uitvoeringsvorm is de staander 5 voorzien van een schroefspindel waarop de houder 4 aangrijpt. Bij draaiing van de spindel wordt houder 4 langs de spindel, en langs de staander 5, omhoog en/of omlaag bewogen. De overbrenging 10 wordt bijvoorbeeld middels een draaimotor of separaat gereedschap aangedreven.
20 In nog een uitvoeringsvorm is de liftconstructie 1 voorzien van een aansluitstuk 9. Dit aansluitstuk 9 biedt de mogelijkheid om gereedschap aan te sluiten, bijvoorbeeld in de hand te houden rotatiegereedschap zoals bijvoorbeeld een boor, slijptol of dremel, of iets dergelijks, door een uitgaande draaias van het gereedschap met het aansluitstuk 9 te verbinden. 25 Het aansluitstuk 9 brengt de draaiende beweging over naar de overbrenging 10. Hiervoor is het aansluitstuk 9 bijvoorbeeld voorzien van een snaar 14 die tussen een draaias van de overbrenging 10 en een draaias van het aansluitstuk 9 is gespannen. De overbrenging 10 kan zo worden gekozen dat met relatief licht gereedschap een relatief zware auto 2 kan worden gelift. In 30 een andere uitvoeringsvorm is het aansluitstuk 9 zodanig ingericht dat er 11 gereedschap zoals bijvoorbeeld een sleutel, zwengel of sbnger op kan worden aangesloten voor het overbrengen van een draaiende beweging naar de overbrenging 10.
Een voordeel van het kunnen aandrijven van de liftconstructie 1 5 met separaat gereedschap is dat op het plaatselijk lichtnet aansluitbaar gereedschap kan worden gebruikt. Immers, de spanning die per locatie beschikbaar is kan internationaal verschillen. Bijvoorbeeld bij internationaal transport van auto's 2, bijvoorbeeld tussen havens en/of industriegebieden, kunnen de beschikbare spanningsbronnen bij laden en 10 lossen, respectievelijk, verschillen. Daarom is het voordelige als het aansluitstuk universeel geschikt is voor verschillende typen gereedschappen en de liftconstructie 1 onafhankelijk van de spanningsbron of van een adapter kan worden aangedreven. Na gebruik kan het gereedschap dan op locatie worden achtergehouden terwijl de transportinrichtingen, 15 liftconstructies 1 en/of de auto's 2 tussen locaties worden getransporteerd en op elke locatie beschikbaar gereedschap kan worden gebruikt. Bij voorkeur bevat het gereedschap algemeen beschikbaar gereedschap, doch kan het gereedschap ook bijvoorbeeld specifiek voor de liftconstructie 1 zijn ingericht. Het gebruik van een separate aandrijving, bijvoorbeeld in de vorm 20 van gereedschap, is ook voordelige om het gewicht van de liftconstructie 1 te beperken.
Bijvoorbeeld kan het aansluitstuk 9 zijn uitgevoerd als een vrouwelijk deel dat een vierkant gat 11 omvat, zodat een veelvoud aan gereedschap op het gat 11 kan worden aangesloten (figuur 2E). In figuur 3 is een voorbeeld van 25 op locatie beschikbaar rotatiegereedschap 12 getoond, dat is aangesloten op het gat 11. Het rotatiegereedschap 12 is voorzien van een stroomtoevoerdraad 13 waarmee het op een plaatselijke spanningsbron is aan te sluiten. In een andere uitvoeringsvorm is het rotatiegereedschap 12 bijvoorbeeld voorzien van een accu, en/of wordt het handmatig aangedreven.
12
In een uitvoeringsvorm heeft de houder 4 een platte (figuur 4A) en een gootvormige stand (figuur 4B). In de platte stand kunnen de wielen relatief gemakkelijk over de houder 4 rollen en staat de as van de wielen relatief hoog boven de houder 4. Dit kan gewenst zijn om meer ruimte onder 5 de auto 2 te verkrijgen. Bij de gootvormige stand wordt ervoor gezorgd dat de wielen zich beter op de houder 4 centreren, en staat de as van de wielen relatief laag boven de houder 4 wat gewenst kan zijn om minder ruimte door de houder 4 te verliezen.
Het hebben van een gootvormige en platte stand van de houder 4 10 kan op verschillende wijzen worden bewerkstelligd. Bijvoorbeeld omvat de houder 4 twee houderdelen 15A, 15B die beperkt scharnierbaar zijn over een as 16A, 16B, respectievelijk. In een gootvormige stand zijn de houderdelen 15A, 15B in een maximale stand naar beneden gescharnierd en in een platte stand liggen de houderdelen 15A, 15B nagenoeg in één vlak.
15 Aan elk houderdeel 15A, 15B is een nok, respectievelijk 17A, 17B
verbonden. Deze nok 17A, 17B is zwenkbaar met elk houderdeel 15A, 15B verbonden. De nok 17A, 17B is zo gevormd dat deze in genoemde platte stand van de houderdelen 15A, 15B met diens platte zijde in een bak 18, of althans tegen een vlak, rust, zodat verder naar beneden scharnieren van het 20 betreffende houderdeel 15A, 15B wordt tegengehouden door de nok 17A, 17B.
Zoals te zien omvat een uitvoeringsvorm van de houder 4 een stangenconstructie zodat de wielen van de auto 2 op gunstige wijze kunnen worden vastgesjord, bijvoorbeeld met riemen, (span)banden of kettingen, 25 aan de houder 4.
In een uitvoeringsvorm omvat de liftconstructie 1 zekeringselementen voor het zekeren van de liftconstructie 1 aan de transportinrichting. Bijvoorbeeld omvatten deze zekeringselementen, bevestigingsmiddelen en/of kabels. Hiermee wordt bereikt dat de 30 liftconstructie 1, met auto 2, op stabielere wijze in of op de 13 transportinrichting kan worden geplaatst en bijvoorbeeld niet de neiging zal vertonen te wankelen.
Bij voorkeur omvatten de zekeringselementen sjormiddelen waarmee de liftconstructie 1 aan de transportinrichting wordt vastgesjord.
5 Bijvoorbeeld omvatten de sjormiddelen sjorogen en/of stangen in de staanders 5. Al of niet bij de liftconstructie 1 geleverde riemen en/of (span)banden kunnen bijvoorbeeld door de sjorogen en/of stangen door of langs sjorogen of uitstekende delen van de transportinrichting worden gehaald en worden aangespannen. Ook containers 3 zijn veelal van sjorogen 10 voorzien, bijvoorbeeld bij de vloer en de wand, zodat de liftconstructie 1 op eenvoudige wijze met riemen aan de container 3 kan worden gesjord. Bij voorkeur omvat de liftconstructie tevens tweede zekeringselementen voor het zekeren van de auto 2 aan de liftconstructie 1. Bijvoorbeeld omvatten deze zekeringselementen tweede sjormiddelen voor het vastsjorren van de 15 wielen van de auto 2 aan de houder 4.
Naast auto's 2 betreft de uitvinding (motor)voertuigen en/of wegtransportmiddelen in het algemeen. Onder motorvoertuigen kunnen in deze beschrijving onder meer worden begrepen, auto's, motorfietsen, autobussen, vrachtwagens, brommobielen en dergelijke, worden begrepen, 20 maar ook bijvoorbeeld aanhangwagens en trailers en dergelijke. De vakman zal begrijpen dat deze en ook andere goederen op geschikte wijze kunnen worden getransporteerd met behulp van de uitvinding, zodoende dient het begrip 'motorvoertuigen' breed te worden uitgelegd en zijn ook andere voertuigen of goederen geschikt voor toepassing van de uitvinding. In het 25 bijzonder is de uitvinding geschikt voor motorvoertuigen en/of andere soortgelijke goederen met een gewicht van bijvoorbeeld minimaal 100 kg, in het bijzonder minimaal 500 kg. Een en ander neemt niet weg dat de uitvinding tevens voor andere goederen dan motorvoertuigen kan worden toegepast.
14
Wanneer in deze beschrijving een verticale richting is beschreven dient dit niet beperkend te worden uitgelegd. In de meeste gevallen, althans in een gebruiksstand, zullen de staanders 5 ongeveer verticaal zijn gepositioneerd. In andere gevallen, bijvoorbeeld bij schuinstand van de 5 transportinrichting, kan het zijn dat de staanders 5 onder een bepaalde hoek staan waardoor de houder 4 niet ongeveer verticaal doch onder een hoek zal bewegen. In deze gevallen kan onder verticaal bijvoorbeeld "langs de staanders" worden begrepen.
Hoewel de liftinrichting 1 geschikt is voor meerdere 10 toepassingsgebieden kunnen een aantal illustratieve gebieden worden aangegeven. Bijvoorbeeld is de liftinrichting 1 geschikt voor toepassing in of op transportinrichtingen als containers 3, trailers, laadwagons, aanhangwagens, vliegtuigen en/of schepen, voor transport in de scheepvaart, luchtvaart, of over (spoor)wegen. In het algemeen kan de 15 liftinrichting 1 op voordelige wijze worden toe gepast in de transportindustrie en/of de motorvoertuigenbranche.
Bijvoorbeeld kan de liftconstructie 1 ook worden toegepast in dichte spoorwegwagons, in plaats van de conventionele voor autovervoer geschikt gemaakte open wagons. Hierdoor wordt schade door weersinvloeden en/of 20 diefstal tegengegaan.
De beschreven en vele vergelijkbare variaties, evenals combinaties daarvan, worden geacht binnen het door de conclusies geschetste raam van de uitvinding te vallen. Uiteraard kunnen verschillende aspecten van verschillende uitvoeringsvormen en/of combinaties daarvan met elkaar 25 worden gecombineerd en uitgewisseld. Er dient aldus niet tot slechts de genoemde uitvoeringsvormen te worden beperkt.
1033816

Claims (21)

1. Liftconstructie voor plaatsing in of op een transportinrichting, die is ingericht voor het in de hoogte ondersteunen van met de transportinrichting te transporteren goederen, in het bijzonder motorvoertuigen, in of op een transportinrichting, 5 waarbij de liftconstructie op zichzelf een los onderdeel van de transportinrichting vormt en is voorzien van tenminste een staander en een houder, waarbij in een gebruiksstand de tenminste ene staander de houder in de hoogte ondersteunt, en waarbij de houder geleidend langs de tenminste ene staander is ingericht, om langs de lengte daarvan te worden 10 bewogen voor het omhoog bewegen en in de hoogte ondersteunen van tenminste een deel van genoemde goederen.
2. Liftconstructie volgens conclusie 1, waarbij de houder en de tenminste ene staander scharnierbaar zijn gekoppeld.
3. Liftconstructie volgens conclusie 1 of 2, waarbij de liftconstructie 15 inklapbaar is tot een opslagstand, in welke stand de houder en de tenminste ene staander zijn ingeklapt zodat de liftconstructie aanzienlijk minder hoog is, bij voorkeur tenminste 7 maal minder hoog, dan in de gebruiksstand.
4. Liftconstructie volgens conclusie 3, waarbij in de opslagstand de houder en de tenminste ene staander nagenoeg parallel ten opzichte van 20 elkaar zijn opgesteld.
5. Liftconstructie volgens een der voorgaande conclusies, waarbij een overbrenging is voorzien voor het tenminste in verticale richting langs de staander voortbewegen van de houder.
6. Liftconstructie volgens conclusie 5, waarbij een aansluitstuk is 25 voorzien voor het aansluiten van gereedschap voor het bewegen van de houder middels de overbrenging. 1033816
7. Liftconstructie volgens een der voorgaande conclusies, waarbij tenminste in een opslagstand de onderzijde van de liftinrichting is verhoogd ten opzichte van een deel van de liftinrichting dat op de vloer rust, zodat daaronder tenminste een arm past van een palletwagen of heftruck of 5 der gelijke.
8. Liftconstructie volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de houder een platte en een gootvormige stand heeft.
9. Liftconstructie volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de houder een varieerbare lengte heeft, zodat deze geschikt is voor 10 verschillende breedtes van verschillende transportinrichtingen.
10. Liftconstructie volgens conclusie 9, waarbij de houder in- en uitschuifbaar is ingericht voor het aannemen van verschillende lengtes.
11. Liftconstructie volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de houder over tenminste 0.7 m beweegbaar is langs de staander, bij voorkeur 15 tenminste 1.4 m.
12. Liftconstructie volgens een der voorgaande conclusies, voorzien van zekeringselementen, bij voorkeur sjormiddelen, bij voorkeur aan de staander, waarmee de liftconstructie aan de container kan worden gezekerd.
13. Liftconstructie volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de 20 voertuigen gemotoriseerde motorvoertuigen omvatten, met een gewicht van tenminste ongeveer 100 kg, bijvoorkeur tenminste ongeveer 500 kg.
14. Samenstel van een liftconstructie volgens een der voorgaande conclusies en een transportinrichting, waarbij de liftconstructie in of op de transportinrichting is geplaatst, waarbij de tenminste ene staander bij 25 voorkeur nagenoeg tegen de wand van de container is geplaatst.
15. Samenstel volgens conclusie 15, waarbij de transportinrichting tenminste een container, wagon of trailer omvat.
16. Werkwijze voor het transporteren van een voertuig, waarbij een losse liftconstructie, bij voorkeur volgens een der conclusies 1 - 15, wordt 30 uitgeklapt zodat een houder tussen tenminste twee staanders ontstaat, waarbij het voertuig met tenminste een voorste en/of achterste wiel op een houder wordt gereden, waarna de houder langs de staanders omhoog wordt bewogen zodat het voertuig tenminste deels omhoog wordt gehouden.
17. Werkwijze volgens conclusie 16, waarbij de liftconstructie in of op 5 een transportinrichting wordt uitgeklapt.
18. Werkwijze volgens conclusie 16 of 17, waarbij de liftconstructie en het voertuig in omhoog bewogen stand in of op een transportinrichting zijn geplaatst, doordat het in of op de transportinrichting omhoog is bewogen met de liftconstructie, of doordat het eerst met behulp van de liftconstructie 10 omhoog is bewogen en vervolgens in of op de transportinrichting is geplaatst.
19. Werkwijze volgens een der conclusies 16 - 18, waarbij de liftconstructie al of niet een voertuig ondersteunend in of op een transportinrichting wordt geplaatst door middel van een heftruck, 15 palletwagen, steekwagen, of iets dergelijks.
20. Werkwijze volgens een der conclusies 16 - 19, waarbij het omhoog bewegen van de houder langs de staanders wordt aangestuurd door separaat gereedschap.
21. Werkwijze voor het inklappen van een liftconstructie, bij voorkeur 20 volgens een der conclusies 1 - 15, waarbij een houder die een voertuig in de hoogte ondersteunt langs twee staanders naar beneden wordt bewogen, waarbij het voertuig van de houder wordt bewogen en waarbij de liftconstructie vervolgens wordt ingeklapt. 25 1033816
NL1033816A 2007-05-07 2007-05-07 Liftconstructie, werkwijze voor het transporteren van een voertuig en werkwijze voor het inklappen van een liftconstructie. NL1033816C2 (nl)

Priority Applications (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1033816A NL1033816C2 (nl) 2007-05-07 2007-05-07 Liftconstructie, werkwijze voor het transporteren van een voertuig en werkwijze voor het inklappen van een liftconstructie.
PCT/NL2008/050272 WO2008136672A1 (en) 2007-05-07 2008-05-07 Lift construction, method for transporting a vehicle, and method for collapsing a lift construction

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1033816 2007-05-07
NL1033816A NL1033816C2 (nl) 2007-05-07 2007-05-07 Liftconstructie, werkwijze voor het transporteren van een voertuig en werkwijze voor het inklappen van een liftconstructie.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL1033816C2 true NL1033816C2 (nl) 2008-11-10

Family

ID=38705089

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL1033816A NL1033816C2 (nl) 2007-05-07 2007-05-07 Liftconstructie, werkwijze voor het transporteren van een voertuig en werkwijze voor het inklappen van een liftconstructie.

Country Status (2)

Country Link
NL (1) NL1033816C2 (nl)
WO (1) WO2008136672A1 (nl)

Cited By (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
CN104179376A (zh) * 2014-08-14 2014-12-03 山东上冶仓储科技有限公司 集装箱式储车仓

Families Citing this family (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
JP5390966B2 (ja) * 2009-07-07 2014-01-15 株式会社ロッコーエンジニアリング 貨物用ラック
AU2011265552B2 (en) * 2011-12-23 2016-07-28 Bomac Engineering Pty. Ltd. Mobile gantry crane
CN106639415B (zh) * 2016-11-11 2020-04-28 北京化工大学 一种立体停车装置

Citations (7)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
WO1994021488A1 (en) * 1993-03-17 1994-09-29 G & G Intellectual Properties, Inc. Adjustable load frame fully utilizing transport space
US5595465A (en) * 1993-02-04 1997-01-21 J.B. Hunt Corp. Rack for transporting automobiles in enclosed semitrailers
WO1997047494A1 (fr) * 1996-06-07 1997-12-18 Lohr Industrie Dispositif de manoeuvre d'une structure porteuse a partir d'un couple de vis portant chacune un ecrou de translation
WO1998007593A1 (fr) * 1996-08-20 1998-02-26 Lohr Industrie Rancher porteur a moyen de levage integre et ensemble porteur constitue d'au moins un couple de deux ranchers lies fonctionnellement entre eux
GB2329630A (en) * 1997-09-24 1999-03-31 Clive Smith Martin Side-loading multi-deck container
US5890855A (en) * 1994-04-15 1999-04-06 Claps; William R. Method and apparatus for transporting cars
US20020076288A1 (en) * 2000-12-18 2002-06-20 Masao Kubota Multipurpose freight vehicle

Patent Citations (7)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US5595465A (en) * 1993-02-04 1997-01-21 J.B. Hunt Corp. Rack for transporting automobiles in enclosed semitrailers
WO1994021488A1 (en) * 1993-03-17 1994-09-29 G & G Intellectual Properties, Inc. Adjustable load frame fully utilizing transport space
US5890855A (en) * 1994-04-15 1999-04-06 Claps; William R. Method and apparatus for transporting cars
WO1997047494A1 (fr) * 1996-06-07 1997-12-18 Lohr Industrie Dispositif de manoeuvre d'une structure porteuse a partir d'un couple de vis portant chacune un ecrou de translation
WO1998007593A1 (fr) * 1996-08-20 1998-02-26 Lohr Industrie Rancher porteur a moyen de levage integre et ensemble porteur constitue d'au moins un couple de deux ranchers lies fonctionnellement entre eux
GB2329630A (en) * 1997-09-24 1999-03-31 Clive Smith Martin Side-loading multi-deck container
US20020076288A1 (en) * 2000-12-18 2002-06-20 Masao Kubota Multipurpose freight vehicle

Cited By (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
CN104179376A (zh) * 2014-08-14 2014-12-03 山东上冶仓储科技有限公司 集装箱式储车仓

Also Published As

Publication number Publication date
WO2008136672A1 (en) 2008-11-13

Similar Documents

Publication Publication Date Title
BE1016851A3 (nl) Verbeterde portaalwagen.
US10449886B2 (en) Container transfer system
US9981590B2 (en) Individual, universal, removable, load-bearing pallet for car-carrying vehicle
US10654396B2 (en) Motorcycle carrier with retractable wheels
NL1033816C2 (nl) Liftconstructie, werkwijze voor het transporteren van een voertuig en werkwijze voor het inklappen van een liftconstructie.
US11660996B2 (en) Bridge apparatus and system for vehicle transport
US9139121B2 (en) Half-tilt bed unloading system
EP0586318B1 (fr) Plancher double mixte transformable en une structure porte-véhicules pour unité de transport
NL1013108C2 (nl) Verplaatsbare laad/los-transporteerder.
EP0890474B1 (en) Tiltable ramp for a load floor of a motor vehicle
US20190177132A1 (en) Hoist and Crane
NL2012402B1 (nl) Inrichting voor het verplaatsen van productdragers, zoals pallets.
CN103963687A (zh) 重力馈送的路边侧分配器
NL9100003A (nl) Voertuig, en werkwijze voor het laden/lossen daarvan.
CA3183743A1 (en) Deployable rack for loading and transportation of flat glass
US5094341A (en) Apparatus to facilitate movement of objects over a surface
EP0961750A1 (en) Good liffting/moving device
NL2025778B1 (en) Collapsible lift and transport cart
ES2298889T3 (es) Dispositivo para el movimiento limitado localmente de al menos un pale de mercancias.
JPH11513339A (ja) 軽量の物品を搬送するための方法および装置
ES2957325T3 (es) Dispositivo de carga para la carga trasera de un camión
JP3011534U (ja) 積載物運搬車輌の積載装置
NL2009774C2 (nl) Voertuig voor vervoer van goederen.
KR200150659Y1 (ko) 승용차 운반용 소형 카캐리어
FR2698343A1 (fr) Châssis mobile pour manutention de conteneurs.

Legal Events

Date Code Title Description
PD2B A search report has been drawn up
V1 Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 20101201