NL1032005C2 - Veiligheidsslot en een cilinderslot en een schild voor toepassing bij een dergelijk veiligheidsslot en een werkwijze voor het aanbrengen van een dergelijk cilinderslot of een dergelijk schild. - Google Patents

Description

Korte aanduiding: Veiligheidsslot en een cilinderslot en een schild voor toepassing bij een dergelijk veiligheidsslot en een werkwijze voor het aanbrengen van een dergelijk cilinderslot of een dergelijk schild.

5

BESCHRIJVING

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een veiligheidsslot, omvattende een slotkast met een eerste cilindergat, een cilinderslot in het eerste cilindergat en een schild met een tweede cilindergat dat het cilinderslot omgeeft.

10 Dergelijke veiligheidssloten zijn algemeen bekend en worden veelvuldig toegepast bij buitendeuren van woonhuizen. De slotkast met het eerste cilindergat is opgenomen in een uitsparing in de zijkant van een buitendeur. Ter hoogte van het eerste cilindergat is de buitendeur voorzien van een doorgaand gat, haaks op de slotkast. Het cilinderslot is door het doorgaand gat en het cilindergat 15 gestoken, zodat het cilinderslot zich aan beide zijden van de deur tot voorbij het oppervlak van de deur uitstrekt. Over de voorbij dat deuroppervlak uitstekende uiteinden van het cilinderslot zijn schilden aangebracht waarin ook een, tweede, cilindergat is opgenomen, en waarbij het cilinderslot aan ieder uiteinde ervan in de cilinderopening van het betreffende schild is opgenomen. Afhankelijk van de positie 20 van de uitsparing in de zijkant van de deur tussen de beide buitenvlakken van de deur kan het cilinderslot zich aan één van beide zijden tot iets voorbij het schild uitstrekken, of juist enigszins verzonken ten opzichte van het schild zijn gepositioneerd. Het cilinderslot is ten opzichte van de slotkast gefixeerd door middel van een schroef die zich vanaf de zijkant van de deur door de slotkast uitstrekt naar 25 een opening met schroefdraad in het cilinderslot waarin het schroefdraad is vastgedraaid. Wanneer een cilinderslot moet worden vervangen kan dat eenvoudig worden gerealiseerd door de schroef waarmee het cilinderslot is gefixeerd los te draaien en met een sleutel de cilinder van het cilinderslot enigszins te verdraaien waardoor een pal, die zich in de normale toestand van het slot deels in de slotkast 30 uitstrekt zodanig te positioneren dat die zich binnen de buitenomtrek van het cilinderslot bevindt, waarna het cilinderslot naar binnen of naar buiten uit de slotkast en uit de deur kan worden getrokken.

Een nadeel van een dergelijk veiligheidsslot is, dat het zeer eenvoudig kan worden geforceerd. Een zwakke schakel is daarbij het cilinderslot, 1032005 2 waarin in het midden een uitsparing is aangebracht voor de pal die dient voor het aangrijpen op een vergrendelmechanisme om het slot in een vergrendelde toestand te houden en waarin, ook in het midden onder de uitsparing voor de pal, het gat met schroefdraad is voorzien om het cilinderslot ten opzichte van de slotkast te fixeren.

5 Aldus resteert er zeer weinig materiaal voor het verschaffen van de gewenste stevigheid aan het cilinderslot. Bij slotenmakers, maar ook bij het dievengilde is bekend dat een dergelijk cilinderslot door het uitoefenen van een kracht haaks op de richting waarin het cilinderslot zich door de deur uitstrekt, op zijn zwakste plek, dus in het midden, zal breken. Vervolgens kan het cilinderslot eenvoudig uit de deur 10 worden verwijderd en kan de deur eenvoudig worden geopend. Als gevolg van verschillende maatregelen ter beveiliging van een veiligheidsslot is het cilinderslot van een dergelijk veiligheidsslot vaak de zwakste schakel.

Het is daarom een doel van de onderhavige uitvinding een veiligheidsslot te verschaffen dat minder eenvoudig is te forceren dan het bekende 15 veiligheidsslot. Dit wordt door de onderhavige uitvinding bereikt, doordat het cilinderslot tussen de slotkast en het schild ten minste plaatselijk groter is dan het tweede cilindergat. Hierdoor is het weliswaar nog steeds mogelijk om het cilinderslot te breken, maar is het niet meer mogelijk om het cilinderslot door het tweede tweede cilindergat uit de deur te trekken hetgeen nodig is om de deur vervolgens te kunnen 20 openen. Het moge duidelijk zijn dat dit het veiligheidsslot minder gevoelig maakt voor het ongewenst forceren door derden.

Bij een voorkeursuitvoeringsvorm volgens de uitvinding is het cilinderslot plaatselijk voorzien van een vergroting van de omtrek. De momenteel verkrijgbare cilindersloten en -schilden hebben standaard afmetingen en zijn 25 zodanig gedimensioneerd dat een cilinderslot juist in een cilinderopening van een schild past. De standaardafmetingen zijn ook wel bekend onder de term “europrofiel". Door de cilinder plaatselijk te voorzien van een vergroting van de omtrek wordt het ónmogelijk gemaakt één cilinderslot ter plaatse van die vergroting van de omtrek door het cilindergat te bewegen.

30 Het heeft de voorkeur dat de vergroting van de omtrek een plaatmateriaal omvat. Plaatmaterialen kunnen eenvoudig op een relatief groot oppervlak van het cilinderslot worden aangebracht en de afmeting van de vergroting van de omtrek kan door het toepassen van een plaatje van plaatmateriaal worden gestandaardiseerd.

3

Het heeft verder de voorkeur dat de vergroting van de omtrek zich over een deel van de afstand tussen het uiteinde en het midden van het cilinderslot uitstrekt. Een dergelijke positionering voorkomt dat cilindergaten van slotkasten of -schilden moeten worden aangepast om samen te kunnen werken met een dergelijk 5 cilinderslot. Wanneer de vergroting van de omtrek zich over enige afstand van het cilinderslot uitstrekt wordt daarmee een zeer stevige vergroting van de omtrek verkregen.

De vergroting van de omtrek neemt bij een voorkeursuitvoeringsvorm volgens de uitvinding af in de richting van het uiteinde van het 10 cilinderslot. Hierdoor wordt een wigvormige uitvoering van de vergroting van de omtrek verschaft, waardoor het cilinderslot, wanneer getracht wordt het cilinderslot door het schild te trekken, steeds vaster in het schild komt vast te zitten.

Bij een voorkeursuitvoeringsvorm volgens de uitvinding is de vergroting van de omtrek losneembaar voorzien. Een cilinderslot volgens de stand 15 van de techniek kan bij montage vanaf twee zijden door de deur en het eerste cilindergat worden geschoven om het cilinderschot juist ten opzichte van de slotkast te positioneren. Indien een vergroting van de omtrek aan één kant van het cilinderslot is voorzien kan het cilinderslot alleen nog met het andere uiteinde in de deur en de cilinderopening van de slotkast worden geschoven. Voor beveiliging 20 tegen inbraak van buitenaf dient dat vanaf de naar buiten gerichte zijde van de deur te geschieden zodat de vergroting van de omtrek zich ten opzichte van de slotkast aan de buitenkant van de deur bevindt. Wanneer een cilinderslot aan beide zijden zou zijn voorzien van een vergroting van de omtrek i$ het niet meer mogelijk het cilinderslot in de deur en de slotkast te schuiven. Wanneer nu echter de vergroting 25 van de omtrek lösneembaar op het cilinderslot is aangebracht, kan de vergroting van de omtrek voorafgaand aan het plaatsen van het cilinderslot in de deur en het cilindergat van de slotkast worden losgenomen, en na het plaatsen weer worden aangebracht. Aldus is het mogelijk om aan weerszijden van de slotkast een vergroting van de omtrek van het cilinderslot te voorzien.

30 Bij een voorkeursuitvoeringsvorm volgens de uitvinding is het cilinderslot voorzien van een gat met inwendig schroefdraad waarin een schroef met een kop als vergroting van de omtrek van het cilinderslot is geschroefd. Een schroefdraadverbinding is uitstekend geschikt voor het herhaaldelijk los- en vastmaken van een vergroting van de omtrek in een cilinderslot en kan door een 4 doe-het-zelver makkelijk worden uitgevoerd.

Bij een voorkeursuitvoeringsvorm volgens de uitvinding is een klemring voorzien die losneembaar op het cilinderslot kan worden aangebracht voor het vergroten van de buitenomtrek van het cilinderslot. Hierbij wordt een 5 aangebrachte klemring verondersteld deel uit te maken van het cilinderslot. Het cilinderslot kan daarbij zijn voorzien van een uitsparing voor het vast positioneren van de klemring.

Bij een alternatieve uitvoeringsvorm volgens de uitvinding omvat het tweede cilindergat aan de, in gemonteerde toestand van het veiligheidsslot, van het 10 cilinderslot afgekeerde zijde een verkleining van de omtrek met een omtrek die kleiner is dan de omtrek van het cilinderslot. De verkleining van de omtrek kan integraal op het schild zijn voorzien of zijn voorzien als afzonderlijk element dat op het schild kan worden aangebracht. Met de term “een omtrek die kleiner is dan de omtrek van het cilinderslot” wordt iedere vorm bedoeld, waarbij het tweede 15 cilindergat aan de, in gemonteerde toestand van het veiligheidsslot, van de cilinder afgekeerde zijde belemmert dat een cilinderslot door het tweede cilindergat kan worden bewogen, althans tot voorbij de verkleining van de omtrek.

De onderhavige uitvinding heeft verder betrekking op een cilinderslot, omvattende een uiteinde met een kopse kant die is voorzien van het 20 sleutelgat, met het kenmerk, dat de buitenomtrek van het cilinderslot tussen het midden en de kopse kant van het cilinderslot plaatselijk groter is dan de buitenomtrek van het cilinderslot aan het uiteinde bij de kopse kant. Toepassing van een dergelijk cilinderslot bij een veiligheidsslot verschaft een veiligheidsslot volgens de uitvinding zoals hierboven beschreven en de voordelen van een dergelijk 25 cilinderslot stemmen overeen met de voordelen die hierboven reeds zijn besproken in combinatie met het veiligheidsslot volgens de onderhavige uitvinding. Verschillende uitvoeringsvormen van een dergelijke cilinder zijn eveneens in het bovenstaande besproken.

Het cilinderslot is bij voorkeur tussen het midden en de kopse kant 30 van het cilinderslot voorzien van een doorgaand gat waardoorheen zich een langwerpig element uitstrekt dat aan beide uiteinden uit het cilinderslot steekt. Hierbij vormen de uit het cilinderslot stekende uiteinden de vergroting van de buitenomtrek van het cilinderslot. Wanneer het cilinderslot, of althans een afgebroken helft daarvan waarin het langwerpig element is aangebracht, naar buiten 5 wordt getrokken grijpen beide uiteinden van het langwerpig element gelijktijdig aan op het schild en zal de kracht die daarbij door het schild op het langwerpig element wordt uitgeoefend over de hele breedte ervan op de wand van het gat van het cilinderslot worden overgebracht. Door dit krachtenspel kan een uiteinde van het 5 langwerpig element niet wegkantelen.

Het langwerpig element is bij voorkeur een massief element. Hierdoor kan het langwerpig element grote krachten opvangen zonder te vervormen, bijvoorbeeld als gevolg van een holle ruimte binnen het langwerpig element.

Het langwerpig element is bij voorkeur een pen. Pennen hebben 10 een cirkelvormige dwarsdoorsnede en als zodanig is het eenvoudig om een corresponderend gat in het cilinderslot te voorzien.

Bij een voorkeursuitvoeringsvorm volgens de uitvinding is de pen voorzien van uitwendig schroefdraad. Daarbij grijpt het uitwendig schroefdraad bij voorkeur aan op een inwendig schroefdraad van het gat. Op deze wijze is een 15 stevige, doch losneembare bevestiging van de pen in het cilinderslot voorzien.

Bij een alternatieve uitvoeringsvorm is de pen aan één uiteinde voorzien van een kop en aan het andere uiteinde van een uitwendig schroefdraad voor aangrijping door een moer. Op deze wijze kan een relatief grote vergroting van het uitwendig oppervlak van het cilinderslot worden voorzien in verhouding tot de 20 doorsnede van het gat in het cilinderslot. Door de bevestiging van de moer aan het andere uiteinde van de pen kan de pen ten opzichte van het cilinderslot worden gefixeerd.

Bij nog een alternatieve uitvoeringsvorm is het langwerpig element onlosneembaar in het doorgaand gat bevestigd. Dit kan bijvoorbeeld worden 25 gerealiseerd door middel van een klemverbinding waarbij het langwerpig element onder uitoefening van een kracht klemmend in het cilinderslot wordt gedreven.

De onderhavige uitvinding heeft verder betrekking op een werkwijze voor het in een slotkast in een buitendeur van een pand aanbrengen van een cilinderslot volgens de onderhavige uitvinding, waarbij het cilinderslot met het deel 30 met de grotere buitenomtrek aan de naar buiten het pand gerichte zijde van de slotkast wordt aangebracht. Hierdoor beschermt het cilinderslot het veiligheidsslot tegen forcering vanaf de buitenkant van het pand, de kant van waar ongewenste forcering meestal plaatsheeft.

De onderhavige uitvinding heeft verder betrekking op een schild als 6 deurbeslag met een cilindergat voor het opnemen van een uiteinde van een cilinderslot, waarbij het cilindergat zich uitstrekt van een binnenzijde van het schild, die in op een deur gemonteerde toestand van het schild naar de deur is gericht en een buitenzijde die in op een deur gemonteerde toestand van de deur is afgekeerd 5 waarbij de omtrek van het cilindergat aan de buitenzijde kleiner is dan aan de binnenzijde en dan de buitenomtrek van een bijbehorend cilinderslot voor het voorkomen dat een cilinderslot geheel door het cilindergat kan worden gevoerd. Een dergelijk schild verschaft, indien toegepast in combinatie met een veiligheidsslot volgens de uitvinding zoals hierboven besproken de reeds vermelde voordelen.

10 Hiernavolgend zal de toepassing en werking van een veiligheidsslot volgens de onderhavige uitvinding meer in detail worden beschreven in combinatie met de bijgevoegde tekeningen die voorkeursuitvoeringsvormen tonen, en waarin:

Figuur 1 een vooraanzicht toont van een deel van een deur waarin een veiligheidsslot volgens de onderhavige uitvinding is opgènomen; 15 Figuur 2 een zijaanzicht toont van een slot volgens figuur 1; en

Figuur 3 een bovenaanzicht toont van het veiligheidsslot volgens figuur 1;

Figuren 4a en 4b een vooraanzicht respectievelijk een zijaanzicht tonen van een alternatieve uitvoeringsvorm van een cilinderslot volgens de 20 uitvinding;

Figuren 5a en 5b een vooraanzicht respectievelijk een zijaanzicht tonen van nog een alternatieve uitvoeringsvorm van het cilinderslot volgens de onderhavige uitvinding;

Figuren 6a en 6b een vooraanzicht respectievelijk een zijaanzicht 25 tonen van nog een alternatieve uitvoeringsvorm van het cilinderslot volgens de onderhavige uitvinding;

Figuren 7a en 7b een vooraanzicht respectievelijk een zijaanzicht tonen van nog een andere alternatieve uitvoeringsvorm van een cilinderslot volgens de onderhavige uitvinding; 30 Figuren 8a en 8b een vooraanzicht respectievelijk een zijaanzicht tonen van een schild voor een veiligheidsslot volgens onderhavige uitvinding;

Figuren 9a en 9b een vooraanzicht respectievelijk een zijaanzicht tonen van een uitvoeringsvorm van cilinderslot waardoorheen zich een pen uitstrekt; en

« I

7

Figuren 10a en 10b een vooraanzicht respectievelijk een zijaanzicht tonen van een uitvoeringsvorm van cilinderslot waardoorheen zich een bout uitstrekt.

Nu kijkend naar figuren 1, 2 en 3 wordt een deel van een deur 2 5 getoond waarin een slotkast 4 met een cilinderslot 1 en schilden 3 zijn opgenomen. De slotkast 4 is aan de deur 2 bevestigd door middel van schroeven 5, en een bout 6 strekt zich door de deur 2 uit naar het cilinderslot 1. In figuur 2 zijn verder nog een dagschoot 7 en een nachtschoot 8 zichtbaar, alsook een pal 10 voor het vergrendelen en ontgrendelen daarvan. Het cilinderslot 1 heeft over een deel van de 10 afstand tussen de slotkast 4 en schild 3a bij 9 een buitenomtrek die breder is dan de buitenomtrek van het resterende deel van het cilinderslot 1.

Figuren 4a en 4b tonen een cilinderslot 21a vergelijkbaar met dat in de figuren 1 tot en met 3. Bij deze uitvoeringsvorm neemt de omtrek van het deel met de grotere omtrek 29a echter in de richting van het midden van het cilinderslot 15 toe. In figuur 4a is te zien dat de buitenomtrek van het cilinderslot op het breedste gedeelte, hier aangegeven met een stippellijn 22a groter is dan de omtrek van het cilindergat 24.

Figuren 5a en 5b tonen nog een alternatieve uitvoeringsvorm van een cilinderslot 21b waarin een vergroting van de omtrek van de omtrek is gevormd 20 door een pen 29b die zich dwars door het cilinderslot uitstrekt en waarvan de uit het cilinderslot 21 b stekende delen de vergroting van de omtrek vormen.

Figuren 6a en 6b tonen nog een andere uitvoeringsvorm van een cilinderslot 21c waarbij de vergroting van de omtrek 29c wordt gevormd door metalen plaatjes die op een vlak deel van het cilinderslot 21 c zijn aangebracht.

25 Figuren 7a en 7b tonen tenslotte nog een alternatieve uitvoeringsvorm van een cilinderslot 21 d waarbij de vergroting van de omtrek wordt gevormd door uitsteeksels 29d aan het boven- en onderuiteinde van het cilinderslot.

Figuren 8a en 8b tonen een cilinderslot 31 zoals dat momenteel in de winkel verkrijgbaar is, dus zonder vergroting van de omtrek, in combinatie met 30 een schild 33, waarbij het schild een cilindergat 24 heeft dat aan de van het cilinderslot 31 afgekeerde zijde kleiner is dan een gedeelte waarin het cilinderslot 31 is opgenomen.

Figuren 9a en 9b tonen een uitvoeringsvorm van een cilinderslot 40 volgens de onderhavige uitvinding, meer in detail dan bij figuren 5a en 5b, waarbij 8 een pen 41 zich uitstrekt door een doorgaand gat van het cilinderslot 40. Het cilinderslot 40 is verder voorzien van een sleutelgat 42, een pal 43 die om een as 45 roteerbaar in het cilinderslot 50 is opgenomen voor het vergrendelen en ontgrendelen van een dag- en/of nachtschoot (niet getoond) van een veiligheidsslot 5 en een schroefgat 44 om het cilinderslot 40 in een deur te fixeren.

Figuren 10a en10b tonen een uitvoeringsvorm van een cilinderslot 50 volgens de onderhavige uitvinding, waarbij een bout 51 met een kop 51a zich uitstrekt door een doorgaand gat van het cilinderslot 50 en met een moer 56 ten opzichte van het cilinderslot 50 is gefixeerd. Het cilinderslot 50 is verder voorzien 10 van een sleutelgat 52, een pal 53 die om een as 55 roteerbaar in het cilinderslot 50 is opgenomen voor het vergrendelen en ontgrendelen van een dag- en/of nachtschoot (niet getoond) van een veiligheidsslot en een schroefgat 54 om het cilinderslot 50 in een deur te fixeren.

Nu kijkend naar de figuren 1 tot en met 3 wordt een veiligheidsslot 15 in een deur 2 getoond welk veiligheidsslot een slotkast 4 omvat die in de deur 2 is opgenomen en daaraan door middel van schroeven 5 is bevestigd. Aan weerszijden van de slotkast 4 zijn schilden 3a, 3b op de deur 2 aangebracht die de functie hebben de slotkast 4 te beschermen. Een verdere functie van de schilden 3a, 3b is het omsluiten van een cilinderslot 1 waarmee een vergrendelmechanisme, dat een 20 dagschoot 7 en een nachtschoot 8 omvat, door middel van een sleutel kan worden bediend. Het cilinderslot 1 is gewoonlijk tegen verschuiving geborgd door een pal 10 die dient voor het aangrijpen van het bedieningsmechanisme van de dagschoot en de nachtschoot die zich schuin tot voorbij de omtreksrand van het cilinderslot in de slotkast 4 uitstrekt. Maar borging geschiedt met name door middel van bout 6 die 25 zich door de deur 2 en de slotkast 4 uitstrekt tot in de cilinder die is voorzien van een gat met inwendig schroefdraad voor het opnemen van bout 6. Wanneer de deur 2 is gesloten is bout 6 niet bereikbaar en kan het cilinderslot 1 niet uit de deur worden verwijderd. Het is echter bij slotenmakers en bij het dievengilde bekend dat het cilinderslot 1 eenvoudig kan worden verwijderd door een kracht op het cilinderslot 1 30 uit te oefenen waardoor het cilinderslot 1 in het midden bij pal 10 en bout 6, waar het cilinderslot relatief dun is breekt en het cilinderslot eenvoudig uit de deur 2 en de slotkast 4 kan worden verwijderd waarna het vergrendelmechanisme kan worden bediend voor het openen van de deur. In figuren 1 tot en met 3 is echter te zien dat zich tussen de slotkast en het schild 3a bij 9 een vergroting van de omtrek bevindt.

• 4 9

Deze vergroting van de omtrek dient om te voorkomen dat het cilinderslot 1 door het cilindergat, dat nauw aansluit op de buitenomtrek van het cilinderslot 1 waar die buitenomtrek niet is voorzien van een vergroting van de omtrek, naar buiten te trekken. De vergroting van de omtrek zal zorgen dat het cilinderslot 1 als het ware 5 achter het schild 3a blijft hangen. Aldus is het veiligheidsslot niet meer te forceren door het breken van het cilinderslot.

Nu kijkend naar figuren 4a en 4b wordt een alternatieve uitvoeringsvorm van het cilinderslot 21a getoond, waarin de verbreding 29a taps toeloopt, en wel breder wordend in de richting van het midden van het cilinderslot 10 21a. Wanneer op het cilinderslot 21a een trekkracht wordt uitgeoefend om het door een cilindergat in een schild te trekken zal het cilinderslot 21a zich bij de verbreding 29a steeds vaster in het schild trekken.

In figuren 5a en 5b is nog een andere uitvoeringsvorm van een cilinderslot 21b volgens de onderhavige uitvinding getoond, waarin een pen 29b, die 15 zich door het cilinderslot uitstrekt, die de buitenomtrek van het cilinderslot vergroot. Deze uitvoeringsvorm is wellicht niet zo stevig als de hiervoor getoonde uitvoeringsvormen, maar kan eenvoudig worden vervaardigd door een gat in het cilinderslot te boren en een pen door het gat te steken.

Figuren 6a en 6b tonen nog een andere uitvoeringsvorm van een 20 cilinderslot 21c waarbij aan de onderzijde op de rechte vlakken van het cilinderslot 21c metalen plaatjes 29c zijn bevestigd. Deze plaatjes 29c kunnen op een bestaand cilinderslot zijn aangebracht, maar kunnen natuurlijk ook tijdens het productieproces van een nieuw te vervaardigen cilinderslot worden aangebracht.

In figuren 7a en 7b wordt nog een andere uitvoeringsvorm van een 25 cilinderslot 21 d volgens de onderhavige uitvinding getoond, waarbij uitsteeksels zijn voorzien aan de boven- en onderkant van het cilinderslot, eveneens met dezelfde werking als bij de hiervoor beschreven uitvoeringsvormen.

Figuren 8a en 8b tonen een combinatie van een cilinderslot 31 en een schild 33, waarbij niet een vergroting van de omtrek van het cilinderslot 31 is 30 voorzien, maar waarbij de omtrek van het cilindergat 24 aan de buitenzijde van het schild is verkleind, zodat het cilinderslot 31 gedeeltelijk door het cilindergat 24 kan worden opgenomen, maar wordt geblokkeerd door de verkleining van de omtrek van het gat aan de buitenkant van het schild 33. Het moge duidelijk zijn dat een dergelijke uitvoeringsvorm hetzelfde effect zal hebben als de hiervoor genoemde 10 uitvoeringsvormen.

Figuren 9a en 9b tonen een cilinderslot 40 volgens een aspect van de onderhavige uitvinding voor toepassing bij een veiligheidsslot, waarbij een pen 41 die zich door een gat in het cilinderslot 40 uitstrekt een lokale vergroting van de 5 buitenomtrek van het cilinderslot 40 vormt. Een voordeel van deze uitvoeringsvorm is dat, bij het naar buiten trekken van het cilinderslot 40, beide uiteinden van de pen 41 tegelijkertijd aangrijpen op het schild (niet getoond). De kracht die daarbij van het schild op de pen 41 wordt overgebracht wordt daarbij vervolgens over de hele breedte van de pen 41 op de wand van het gat in het cilinderslot 41 overgebracht. 10 Dit zal voorkomen dat de pen 41 van het cilinderslot 40 loskomt of breekt en verschaft aldus een zeer solide borging. De pen 41 kan een zodanige dwarsdoorsnede hebben dat die in het gat van het cilinderslot klemt, of kan bijvoorbeeld zijn voorzien van uitwendig schroefdraad om aan te grijpen op een inwendig schroefdraad van het gat in het cilinderslot 40. De werking van de overige 15 elementen komt overeen met corresponderende elementen van eerder in dit document besproken uitvoeringsvormen.

Figuren 10a en 10b tonen een alternatieve uitvoeringsvorm van een cilinderslot 50 volgens een aspect van de onderhavige uitvinding voor toepassing bij een veiligheidsslot, waarbij een kop 51a van een bout 51 die zich door een gat in 20 het cilinderslot 50 uitstrekt en een moer 56 die op de bout 51 is geschroefd lokale vergrotingen van de buitenomtrek aan weerszijden van het cilinderslot 50 vormen. De werking van dit cilinderslot 50 is overeenkomstig met die van de uitvoeringsvorm in figuren 9a en 9b. Hier wordt echter door de kop 51a en de moer 56 een relatief grote vergroting van de buitenomtrek van het cilinderslot 50 verschaft ten opzichte 25 van de doorsnede van het gat waarin de bout 51 is opgenomen.

Het zal voor een vakman duidelijk zijn dat naast de getoonde varianten vele alternatieven mogelijk zijn op het thema van het voorkomen dat een cilinderslot uit een slotkast kan worden getrokken door het variëren van de buitenomtrek van het cilinderslot of het cilindergat in een schild. Zo is ih de 30 beschrijving min of meer uitgegaan van de bestaande standaardafmetingen van cilindersloten en schilden voor veiligheidssloten, maar ook combinaties met andere afmetingen zijn denkbaar. De hierboven genoemde uitvoeringsvoorbeelden zijn bedoeld ter toelichting en hebben geen beperking op de beschermingsomvang van de onderhavige uitvinding, die wordt bepaald door de hiernavolgende conclusies.

1032005

Claims (19)

1. Veiligheidsslot, omvattende een slotkast met een eerste cilindergat, een cilinderslot in het eerste cilindergat en een schild met een tweede cilindergat dat 5 het cilinderslot omgeeft, met het kenmerk, dat het cilinderslot tussen de slotkast en het schild ten minste plaatselijk groter is dan het tweede cilindergat.

2. Veiligheidsslot volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het cilinderslot plaatselijk is voorzien van een vergroting van de omtrek.

3. Veiligheidsslot volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat de 10 vergroting van de omtrek een plaatmateriaal omvat.

4. Veiligheidsslot volgens conclusie 2 of 3, met het kenmerk, dat de vergroting van de omtrek zich over een deel van de afstand tussen het uiteinde en het midden van het cilinderslot uitstrekt.

4 *

5. Veiligheidsslot volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat de 15 vergroting van de omtrek in de richting van het uiteinde van het cilinderslot afneemt.

6. Veiligheidsslot volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat de vergroting van de omtrek losneembaar is voorzien.

7. Veiligheidsslot volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat het cilinderslot is voorzien van een gat met inwendig schroefdraad waarin een schroef 20 met een kop als vergroting van de omtrek van het cilinderslot is geschroefd.

8. Veiligheidsslot volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat een klemring is voorzien die losneembaar op het cilinderslot kan worden aangebracht voor het vergroten van de buitenomtrek van het cilinderslot.

9. Veiligheidsslot volgens één of meer van de voorgaande conclusies, 25 met het kenmerk, dat het tweede cilindergat aan de, in gemonteerde toestand van het veiligheidsslot, van het cilinderslot afgekeerde zijde een verkleining van de omtrek omvat, met een omtrek die kleiner is dan de omtrek van het cilinderslot.

10. Cilinderslot, omvattende een uiteinde met een kopse kant die is voorzien van een sleutelgat, met het kenmerk, dat de buitenomtrek van het 30 cilinderslot tussen het midden en de kopse kant van het cilinderslot plaatselijk groter is dan de buitenomtrek van het cilinderslot aan het uiteinde bij de kopse kant.

11. Cilinderslot volgens conclusie 11, met het kenmerk, dat het langwerpig element een massief element is.

11. Cilinderslot volgens conclusie 10 met het kenmerk, dat het cilinderslot tussen het midden en de kopse kant van het cilinderslot is voorzien van doorgaand gat waardoorheen zich een langwerpig element uitstrekt dat aan beide 1032005 * Jk uiteinden uit het cilinderslot steekt.

12. Cilinderslot volgens conclusie 11 of 12 met het kenmerk, dat het 5 langwerpig element een pen is.

13. Cilinderslot volgens conclusie 12, met het kenmerk, dat de pen is voorzien van uitwendig schroefdraad.

14. Cilinderslot volgens conclusie 12 of 13, met het kenmerk, dat het gat is voorzien van inwendig schroefdraad, voor aangrijping door het uitwendig 10 schroefdraad van de pen.

15. Cilinderslot volgens conclusie 13, met het kenmerk, dat de pen aan één uiteinde is voorzien van een kop en aan het andere uiteinde is voorzien van het uitwendig schroefdraad voor aangrijping door een moer.

16. Cilinderslot volgens één of meer van de conclusies 11 tot en met 15 15, met het kenmerk, dat het langwerpig element onlosneembaar in het doorgaand gat is bevestigd.

17. Schild als deurbeslag met een cilindergat voor het opnemen van een uiteinde van een cilinderslot, waarbij het cilindergat zich uitstrekt van een binnenzijde van het schild, die in op een deur gemonteerde toestand van het schild 20 naar de deur is gericht, naar een buitenzijde, die in op een deur gemonteerde toestand van de deur is afgekeerd, met het kenmerk, dat de omtrek van het cilindergat aan de buitenzijde kleiner is dan aan de binnenzijde en dan de buitenomtrek van een bijbehorend cilinderslot voor het voorkomen dat een cilinderslot geheel door het cilindergat kan worden gevoerd.

18. Werkwijze voor het in een slotkast in een buitendeur van een pand aanbrengen van een cilinderslot volgens één of meer van de conclusies 10 tot en met 16, waarbij het cilinderslot met het deel met de grotere buitenomtrek aan de naar buiten het pand gerichte zijde van de slotkast wordt aangebracht.

19. Werkwijze voor het op een buitendeur van een pand over een 30 cilinderslot aanbrengen van een schild volgens conclusie 18, waarbij het schild aan de naar buiten het pand gerichte zijde van de buitendeur wordt aangebracht. 1032005