NL1031687C2 - Centrifugaalpomp, alsmede rotor. - Google Patents

Centrifugaalpomp, alsmede rotor. Download PDF

Info

Publication number
NL1031687C2
NL1031687C2 NL1031687A NL1031687A NL1031687C2 NL 1031687 C2 NL1031687 C2 NL 1031687C2 NL 1031687 A NL1031687 A NL 1031687A NL 1031687 A NL1031687 A NL 1031687A NL 1031687 C2 NL1031687 C2 NL 1031687C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
rotor
rotor blades
rotation
axis
blades
Prior art date
Application number
NL1031687A
Other languages
English (en)
Inventor
Hasan Hueseyin Bugdayci
Original Assignee
Ihc Holland Ie Bv
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Ihc Holland Ie Bv filed Critical Ihc Holland Ie Bv
Priority to NL1031687A priority Critical patent/NL1031687C2/nl
Priority to EP07747405A priority patent/EP2010787A1/en
Priority to CNA2007800147907A priority patent/CN101432527A/zh
Priority to PCT/NL2007/050181 priority patent/WO2007123406A1/en
Application granted granted Critical
Publication of NL1031687C2 publication Critical patent/NL1031687C2/nl

Links

Classifications

    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F04POSITIVE - DISPLACEMENT MACHINES FOR LIQUIDS; PUMPS FOR LIQUIDS OR ELASTIC FLUIDS
    • F04DNON-POSITIVE-DISPLACEMENT PUMPS
    • F04D29/00Details, component parts, or accessories
    • F04D29/18Rotors
    • F04D29/22Rotors specially for centrifugal pumps
    • F04D29/24Vanes
    • F04D29/242Geometry, shape
    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F04POSITIVE - DISPLACEMENT MACHINES FOR LIQUIDS; PUMPS FOR LIQUIDS OR ELASTIC FLUIDS
    • F04DNON-POSITIVE-DISPLACEMENT PUMPS
    • F04D29/00Details, component parts, or accessories
    • F04D29/18Rotors
    • F04D29/22Rotors specially for centrifugal pumps
    • F04D29/2261Rotors specially for centrifugal pumps with special measures
    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F04POSITIVE - DISPLACEMENT MACHINES FOR LIQUIDS; PUMPS FOR LIQUIDS OR ELASTIC FLUIDS
    • F04DNON-POSITIVE-DISPLACEMENT PUMPS
    • F04D29/00Details, component parts, or accessories
    • F04D29/66Combating cavitation, whirls, noise, vibration or the like; Balancing
    • F04D29/669Combating cavitation, whirls, noise, vibration or the like; Balancing especially adapted for liquid pumps

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • General Engineering & Computer Science (AREA)
  • Physics & Mathematics (AREA)
  • Geometry (AREA)
  • Structures Of Non-Positive Displacement Pumps (AREA)

Description

Titel: Centrifugaalpomp, alsmede rotor.
De uitvinding heeft betrekking op een centrifugaalpomp, omvattende een huis alsmede een rotor, die draaibaar om een axiale rotatiehartlijn in het huis is aangebracht, 5 welke rotor is voorzien van ten minste twee rotorbladen die zich elk in hoofdzaak radiaal ten opzichte van de rotatiehartlijn uitstrekken tussen een radiaal buiteneind en een radiaal binneneind.
Een dergelijke centrifugaalpomp is bekend. Het huis van deze centrifugaalpomp heeft een axiale inlaat en een tangentiale uitlaat. De rotor is voorzien van een axiale 10 toevoer, die is uitgelijnd ten opzichte van de axiale inlaat van het huis, en een radiale afvoer. De rotorbladen strekken zich uit tussen een radiaal binneneind en een radiaal buiteneind. De radiale afvoer bevindt zich tussen de buiteneinden van de rotorbladen.
Tijdens bedrijf draait de rotor om de axiale rotatiehartlijn. Tussen de rotorbladen wordt de te verpompen massa onder invloed van centrifugaalkrachten radiaal naar 15 buiten gedwongen. Via de radiale afvoer van de rotor stroomt de verpompte massa in het huis. Vervolgens wordt die massa in omtreksrichting van het huis meegevoerd naar de tangentiale uitlaat van het huis.
Het huis heeft een omtrekswand, waarin de tangentiale uitlaat is aangebracht. De overgang tussen de binnenwand van de tangentiale uitlaat en de binnenzijde van de 20 omtrekswand van het huis bepaalt een zogenaamd puntstuk. De verpompte massa die vanuit de radiale afvoer van de rotor in omtreksrichting van het huis wordt meegevoerd stroomt grotendeels uit de tangentiale uitlaat van het huis. Een kleine hoeveelheid van de meegevoerde massa recirculeert, d.w.z. stroomt langs het puntstuk terug in het huis.
Tijdens het draaien van de rotorbladen treedt een pulserende druk nabij het 25 puntstuk op. Als een rotorblad langs het puntstuk van het huis beweegt, neemt de lokale druk bij het puntstuk eerst toe tot een maximale waarde. De verpompte massa wordt immers tussen de naar elkaar toegekeerde oppervlakken van het bewegende rotorblad en het puntstuk geperst. Vlak na het passeren van dat rotorblad langs het puntstuk daalt die lokale druk. Op deze manier oefenen de rotorbladen een pulserende kracht op het 30 puntstuk uit.
Teneinde de pompwerking te waarborgen bevinden de buiteneinden van de rotorbladen zich op een minimale afstand van de rotatiehartlijn. Deze minimale afstand bepaalt de amplitude van de pulserende druk.
1031687- 2
Daarnaast heeft het pompsysteem omvattende de centrifugaalpomp, de verpompte materie alsmede eventueel een gedeelte van het leidingsysteem aan de zuigen perszijde van de pomp een natuurlijke frequentie, die afhankelijk is van verschillende variabelen. Deze variabelen omvatten bijvoorbeeld de dichtheid van de 5 verpompte massa en/of de configuratie van het leidingsysteem. Afhankelijk van die variabelen kunnen de door de rotorbladen veroorzaakte drukpieken in combinatie met de natuurlijke frequentie van het systeem aanleiding geven tot ongewenste trillingen van onderdelen van de pomp of het daarmee verbonden leidingsysteem. In het bijzonder tijdens het verpompen van baggermengsel kan dit probleem optreden.
10 Het doel van de uitvinding is een centrifugaalpomp te verschaffen die minder gevoelig is voor ongewenste trillingen.
Dit doel is volgens de uitvinding bereikt doordat de buiteneinden van ten minste twee rotorbladen radiaal verschillende afstanden tot de rotatiehartlijn bezitten. Hierdoor veroorzaken die rotorbladen verschillende drukpieken bij het puntstuk van het huis. Het 15 pompsysteem zal daardoor niet door elk rotorblad met de maximaal optredende druk worden aangestoten. Per omwenteling zal naast de maximale druk tevens een ten opzichte daarvan verlaagde druk optreden, die overeenkomt met een of meer radiaal naar binnen versprongen rotorbladen. Hierdoor is de centrifugaalpomp minder gevoelig voor ongewenste trillingen.
20 In een uitvoeringsvorm van de uitvinding is de lengte van ten minste twee rotorbladen onderling verschillend is. Door het variëren van de lengte van de rotorbladen kunnen ongewenste trillingen van de centrifugaalpomp of het daarmee verbonden leidingstelsel effectief worden tegengewerkt.
Het verdient de voorkeur, dat de rotor ten minste drie rotorbladen omvat, waarbij 25 het binneneind van elk rotorblad op dezelfde radiale afstand van de rotatiehartlijn ligt, en waarbij de lengte van elk rotorblad verschilt van de lengte van beide ten opzichte van dat rotorblad in omtreksrichting aangrenzende rotorbladen. In een gebruikelijk stromingsontwerp van de toevoer van de rotor liggen de binneneinden van de rotorbladen telkens op dezelfde radiale afstand van de rotatiehartlijn. Door het variëren 30 van de lengte van de rotorbladen bezitten de buiteneinden van de rotorbladen volgens de uitvinding verschillende radiale afstanden tot die rotatiehartlijn. Hierdoor is de verlaging van bijbehorende drukpieken te bereiken zonder het stromingsontwerp van de 3 toevoer van de rotor volgens de uitvinding te wijzigen. De stromingseigenschappen van de toevoer van de rotor volgens de uitvinding blijven gewaarborgd.
Bijvoorbeeld kan de rotor ten minste vijf rotorbladen omvatten, waarbij het buiteneind van ten minste drie rotorbladen telkens radiaal binnen het buiteneind van ten 5 minste een van de rotorbladen ligt. In deze uitvoeringsvorm van de uitvinding vormt ten minste een van de rotorbladen het buitenste rotorblad, d.w.z. het rotorblad dat radiaal het verst naar buiten uitsteekt ten opzichte van de rotatiehartlijn. Het buiteneind van de overige rotorbladen bevinden zich op een kleinere radiale afstand van de rotatiehartlijn. Het buitenste rotorblad veroorzaakt dan de maximale druk, terwijl de 10 drukpieken die overeenkomen met die overige rotorbladen lager zijn dan de maximale druk.
In deze uitvoeringsvorm van de uitvinding is het tevens mogelijk dat de rotor meerdere buitenste rotorbladen heeft. Bijvoorbeeld bezit de rotor met vijf rotorbladen twee buitenste rotorbladen, waardoor per omwenteling tweemaal de maximale druk en 15 driemaal een lagere drukpiek wordt bereikt. Ook in dit geval blijft het risico van ongewenste trillingen door resonantie beperkt.
Het aantal rotorbladen van de centrifugaalpomp en het aantal buitenste rotorbladen daarvan kan volgens de uitvinding variëren. De fnate waarin de afstanden van de buiteneinden van de rotorbladen tot de rotatiehartlijn verschillen is tevens 20 afhankelijk van de toepassing.
Het verdient volgens de uitvinding de voorkeur, dat de rotor is uitgebalanceerd ten opzichte van de rotatiehartlijn. Hierdoor zal tijdens het ronddraaien van de rotor in het huis geen onbalans ontstaan. Dit kan op verschillende manieren worden bereikt, bijvoorbeeld door een geschikte verdeling van de rotorbladen over de omtrek en/of het 25 plaatselijk wegfrezen en/of verzwaren van de rotor.
Het is volgens de uitvinding mogelijk, dat de rotor is voorzien van een naaf die de rotatiehartlijn bepaalt, een eerste wand die aan de naaf is bevestigd, alsmede een tweede wand die op axiale afstand van die eerste wand is aangebracht, waarbij de rotorbladen zijn aangebracht tussen die wanden, waarbij de radiale afvoer is gevormd 30 tussen die wanden, en waarbij de axiale toevoer is aangebracht in de tweede wand. Tussen de wanden en telkens twee aangrenzende rotorbladen is telkens een stromingskanaal gevormd.
4
Het is volgens de uitvinding mogelijk, dat het radiale binneneind van elk rotorblad zich binnen de axiale toevoer van de rotor bevindt. Hierdoor ondervindt de te verpompen massa in de toevoer een aanzienlijke aanzuigende kracht. De aanzuigende werking treedt op als gevolg van de onderdruk die tussen de rotorbladen heerst. Deze 5 onderdruk ontstaat door het wegpersen van de verpompte massa.
Teneinde het risico dat ongewenste trillingen optreden verder te reduceren, verdient het volgens de uitvinding de voorkeur, dat de rotorbladen in omtreksrichting op ongelijkmatige afstanden ten opzichte van elkaar zijn aangebracht. Bij de bekende rotor zijn de rotorbladen gelijkmatig verdeeld over de omtrek van de rotor. Daardoor 10 ondervindt de verpompte massa ter plaatse van het puntstuk een in hoofdzaak radiale tegendruk met een vaste frequentie. Deze aanstootfrequentie van de rotorbladen is gelijk aan het product van de omwentelingsfrequentie en het aantal rotorbladen. Als de aanstootfrequentie van de rotorbladen in hoofdzaak overeenkomen met de natuurlijke frequentie van het systeem, kunnen ongewenste trillingen van onderdelen van de pomp 15 of het daarmee verbonden leidingsysteem ontstaan. Volgens deze uitvoeringsvorm van de uitvinding is echter de tijdsduur tussen het bewegen van opeenvolgende rotorbladen langs de tangentiale uitlaat van de pomp, in het bijzonder langs het puntstuk daarvan, variabel door de ongelijkmatige afstanden tussen die rotorbladen. Hierdoor wordt het pompsysteem slechts met de omwentelingsfrequentie aangestoten, hetgeen het risico 20 van het optreden van resonantie reduceert.
Als de rotorbladen in omtreksrichting op ongelijkmatige afstanden ten opzichte van elkaar zijn aangebracht, kan de afstand tussen een paar in omtreksrichting onderling aangrenzende rotorbladen verschillen van de afstand tussen een verder paar in omtreksrichting onderling aangrenzende rotorbladen. Volgens de uitvinding zijn de 25 rotorbladen ongelijk verdeeld over de omtrek van de rotor, zodat de aanstootfrequentie van de rotor in hoofdzaak gelijk is aan de rotatiefrequentie daarvan. Als een rotorblad langs de tangentiale uitlaat, in het bijzonder het puntstuk van het huis passeert, verstrijkt telkens een verschillende tijdsduur tot een opeenvolgend rotorblad voorbij dat puntstuk beweegt. Het risico van ongewenste trillingen is volgens de uitvinding sterk 30 gereduceerd.
In een uitvoeringsvorm volgens de uitvinding omvat de rotor ten minste drie rotorbladen, en zijn de hoeken tussen de paren rotorbladen telkens verschillend. De 5 rotor kan volgens de uitvinding echter een verschillend aantal rotorbladen omvatten, bijvoorbeeld vier, vijf, zes, zeven of meer rotorbladen.
De uitvinding heeft tevens betrekking op een rotor voor een centrifugaalpomp, omvattende een naaf die een axiale rotatiehartlijn van de rotor bepaalt, een axiale 5 toevoer, een radiale afvoer, alsmede ten minste twee rotorbladen die zich elk in hoofdzaak radiaal ten opzichte van de rotatiehartlijn uitstrekken tussen een radiaal buiteneind en een radiaal binneneind. Volgens de uitvinding bezitten de buiteneinden van ten minste twee rotorbladen radiaal verschillende afstanden tot de rotatiehartlijn.
In een voorkeursuitvoeringsvorm van de rotor volgens de uitvinding zijn de 10 rotorbladen in omtreksrichting op ongelijkmatige afstanden ten opzichte van elkaar aangebracht.
De uitvinding zal thans nader worden toegelicht aan de hand van een in de figuren weergegeven uitvoeringsvoorbeeld. Hierin toont: figuur 1 een aanzicht in dwarsdoorsnede van een centrifugaalpomp volgens de 15 uitvinding; figuur 2 een vooraanzicht volgens II in figuur 1, gedeeltelijk in dwarsdoorsnede.
De centrifugaalpomp volgens de uitvinding is in zijn geheel aangeduid met 1. De centrifugaalpomp 1 omvat een huis 2, dat een slakkenhuisvorm heeft (zie figuur 2). Het pomphuis 2 omvat een axiale inlaat 6 en een tangentiale uitlaat 7. De tangentiale uitlaat 20 7 bevindt zich zijdelings ten opzichte van het huis 2. De tangentiale uitlaat 7 is in dit uitvoeringsvoorbeeld gevormd als een tuit. Verder is een rotor 3 voorzien, die draaibaar om een axiale rotatiehartlijn 5 in het huis 2 is aangebracht. De axiale inlaat 6 in het huis 2 bevindt zich centraal ten opzichte van de rotor 3.
De rotor 3 is gewoonlijk gevormd door een enkel gietstuk. De rotor 3 omvat een 25 naaf 27, waarin een buiten het huis 2 gelagerde as kan worden opgenomen (niet weergegeven). De naaf 27 bepaalt de rotatiehartlijn 5 van de rotor 3. De rotor 3 heeft verder een eerste wand of asschild 30. De eerste wand 30 is met de naaf 27 verbonden. Op axiale afstand van die eerste wand 30 bevindt zich een tweede wand of zuigschild 31. De rotor 3 omvat verder meerdere rotorbladen 14 die tussen die wanden 30, 31 zijn 30 bevestigd. In dit uitvoeringsvoorbeeld zijn vijf rotorbladen 14 getoond (zie figuur 2).
De rotorbladen 14, die een gewelfde vorm bezitten, verlopen in hoofdzaak radiaal ten opzichte van de rotatiehartlijn 5.
6
De rotorbladen 14 bezitten elk een radiaal binneneind 16 en een radiaal buiteneind 17. Verder heeft elk rotorblad 14 een binnenoppervlak 20 en een buitenoppervlak 21. Tussen het binnenoppervlak 20 en het buitenoppervlak 21 van respectievelijk twee aangrenzende rotorbladen 14 en de wanden 30, 31 is telkens een 5 stromingskanaal 33 gevormd. Het stromingskanaal 33 strekt zich in hoofdzaak radiaal ten opzichte van de rotatiehartlijn 5 uit.
In de rotor 3 is een axiale toevoer 9 en een radiale afvoer 11 aangebracht. De axiale toevoer 9 bevindt zich in de tweede wand 31. De axiale toevoer 9 is uitgelijnd ten opzichte van de axiale inlaat 6 van het huis 2, d.w.z. de te verpompen massa kan via 10 de axiale inlaat 6 van het huis 2 in de axiale toevoer 9 van de rotor 3 stromen. De radiale afvoer 11 bevindt zich tussen de wanden 30,31.
De overgang tussen de binnenwand van de tangentiale uitlaat 7 en de binnenzijde van de omtrekswand van het huis 2 bepaalt het zogenaamde puntstuk 36. Het puntstuk 36 is derhalve gevormd door de elleboogvormige verbinding tussen de uitlaat 7 en de 15 omtrekswand van het pomphuis 2. Een omtrekskanaal 39 is gevormd tussen de binnenzijde van de omtrekswand van het huis 2 en de rotor 3. Het omtrekskanaal 39 heeft een doorlaatoppervlak dat in omtreksrichting enigszins toeneemt vanaf het puntstuk 36 tot de uitlaat 7 (zie figuur 2).
De werking van de centrifugaalpomp volgens de uitvinding is als volgt. Tijdens 20 bedrijf draait de rotor 3 rond in het huis 2 van de centrifugaalpomp 1 in de rotatierichting, die is aangegeven met pijl A (zie figuur 2). Het te verpompen fluïdum, zoals bagger, stroomt de centrifugaalpomp 1 binnen door de axiale inlaat 6 van het huis 2. Vervolgens vloeit het fluïdum in de axiale toevoer 9 van de rotor 3, waarna de ronddraaiende rotorbladen 14 krachten op het fluïdum uitoefenen. Die krachten bezitten 25 een tangentiale component Tijdens het roteren van de rotorbladen wordt het fluïdum in tangentiale richting gedwongen en oefent een centrifugale kracht op zijn omgeving uit. Onder invloed van die centrifugale krachten, stroomt het fluïdum door de stromingskanalen 33 radiaal naar buiten. De stromingskanalen 33 zijn elk begrensd door twee naburige rotorbladen en de wanden 30, 31.
30 Het fluïdum stroomt vervolgens uit de radiale afvoer 11. De radiale afvoer 11 is in hoofdzaak is omgeven door het omtrekskanaal 39 in het huis 2 van de centrifugaalpomp 1. Aangezien de verpompte massa een tangentiale snelheid bezit, voeren de rotorbladen 14 het fluïdum mee naar de tangentiale uitlaat 7 van het huis. Ter 7 plaatse van de tangentiale uitlaat 7 stroomt het meegevoerde fluïdum grotendeels in de tangentiale uitlaat 7, terwijl een kleine hoeveelheid van het meegevoerde fluïdum recirculeert, d.w.z. in figuur 2 rechts voorbij het puntstuk 36 terug in het omtrekskanaal 39 terechtkomt.
5 Terwijl een rotorblad 14 langs de tangentiale uitlaat 7 en het puntstuk 36 beweegt, varieert de druk periodiek. Als het rotorblad 14 zich ver van het puntstuk 36 bevindt, heerst nabij het puntstuk 36 lokaal een relatief lage druk. Naarmate het rotorblad 14 in de richting van de uitlaat 7 draait, neemt de lokale druk bij het puntstuk 36 toe. Als het rotorblad 14 zich het meest nabij het puntstuk 36 bevindt, is de lokale 10 druk ter plaatse van dat puntstuk 36 maximaal - die lokale druk heeft dan een piekwaarde bereikt. Na het passeren van het rotorblad 14 langs het puntstuk 36 neemt de druk af, waarna een opeenvolgend rotorblad 14 opnieuw een drukstijging veroorzaakt.
Bij de bekende centrifugaalpomp veroorzaakt elk rotorblad dezelfde piekdruk.
15 Indien die piekdruk van elk rotorblad voldoende groot is, kan die piekdruk van de pulserende druk ongewenste trillingen veroorzaken. Volgens de uitvinding wordt het optreden van die ongewenste trillingen tegenwerkt doordat de buiteneinden 17 van ten minste twee rotorbladen 14 radiaal verschillende afstanden tot de rotatiehartlijn 5 bezitten.
20 In het getoonde uitvoeringsvoorbeeld bezitten twee buitenste rotorbladen 14 een maximale radiale afstand tot de rotatiehartlijn 5, in figuur 2 getekend als het meest linkse en meest rechtse rotorblad 14. Deze buitenste rotorbladen 14 waarborgen de pompwerking, d.w.z. de maximale druk.
Tussen die buitenste rotorbladen 14 bevinden zich twee radiaal naar binnen 25 versprongen rotorbladen 14 respectievelijk een enkel radiaal naar binnen versprongen rotorblad 14. Het enkele naar binnen gelegen rotorblad 14 en een van de andere twee rotorbladen 14 liggen op in hoofdzaak 95% van de maximale radiale afstand tot de rotatiehartlijn 5 van de buitenste rotorbladen 14. Het andere rotorblad 14 heeft een afstand tot de rotatiehartlijn 5 van in hoofdzaak 85% van die maximale afstand van de 30 buitenste rotorbladen 14. Bijvoorbeeld zijn de afmetingen in rotatierichting A
beschouwd achtereenvolgens 404 mm, 350 mm, 404 mm, 350 mm en 380 mm. Deze afmetingen zijn vanzelfsprekend afhankelijk van de toepassing.
8
De binneneinden 16 van de rotorbladen 14 zijn in dit uitvoeringsvoorbeeld aangebracht op dezelfde afstand van de rotatiehartlijn 5. Aangezien de buiteneinden 17 zich op verschillende afstanden van die rotatiehartlijn 5 bevinden, bezitten de rotorbladen 14 verschillende lengten.
5 Tijdens het ronddraaien van de rotor 3 veroorzaken in dit uitvoeringsvoorbeeld slechts de twee buitenste rotorbladen 14 de maximale druk nabij het puntstuk 36. De overige rotorbladen 14 leiden tot een drukpiek die lager is dan die maximale druk. Per omwenteling wordt daardoor slechts tweemaal de maximale druk bereikt, hetgeen het risico van ongewenste trillingen aanzienlijk reduceert.
10 Teneinde het ontwikkelen van ongewenste trillingen verder tegen te werken, heeft de centrifugaalpomp volgens de uitvinding een tweede aspect.
Bij de bekende centrifugaalpomp zijn de rotorbladen gelijkmatig verdeeld over de omtrek van de rotor, zodat de rotorbladen tijdens het ronddraaien daarvan de tangentiale uitlaat van het huis met een vaste frequentie aanstoten, die gelijk is aan het 15 product van de omwentelingsfrequentie en het aantal rotorbladen. Deze aanstootfrequentie kan in de buurt van de natuurlijke frequentie van het pompsysteem liggen. Als het pompsysteem is ontworpen voor het verpompen van een fluïdum, d.w.z. het risico van resonantie is tijdens het verpompen van dat medium minimaal, kan het verpompen van een verschillend medium alsnog aanleiding geven tot een vergroot 20 risico van resonantie en ongewenste trillingen. De natuurlijke frequentie is namelijk afhankelijk van de dichtheid van het verpompte medium. Overigens kan de natuurlijke frequentie ook afhankelijk zijn van verdere variabelen.
Volgens het tweede aspect van de uitvinding wordt het optreden van ongewenste trillingen verder tegenwerkt doordat de rotorbladen 14 in omtreksrichting op 25 ongelijkmatige afstanden ten opzichte van elkaar zijn aangebracht (zie figuur 2). De afstand tussen een paar in omtreksrichting onderling aangrenzende rotorbladen 14 verschilt telkens van de afstand tussen een verder paar in omtreksrichting onderling aangrenzende rotorbladen 14.
In het getoonde uitvoeringsvoorbeeld met vijf rotorbladen 14 zijn de hoeken 30 tussen aangrenzende rotorbladen 14 telkens verschillend. Bijvoorbeeld zijn die hoeken in rotatierichting A beschouwd achtereenvolgens in hoofdzaak 72°, 50°, 94°, 51° en 92°.
Door deze ongelijkmatige verdeling van de rotorbladen 14 over de omtrek van de rotor 3 is de verstreken tijdsduur tussen het passeren van twee opeenvolgende 9 rotorbladen 14 langs de tangentiale uitlaat 7, in het bijzonder het puntstuk 36 daarvan, telkens verschillend. Het aanstoten van dat puntstuk 36 vindt plaats met slechts de omwentelingsfrequentie. Hierdoor is het risico, dat de frequentie van het aanstoten overeenkomt met de eigenfrequentie van het pompsysteem, aanzienlijk kleiner.
5 Resonantie en ongewenste trillingen zullen derhalve minder snel optreden.
Het zal duidelijk zijn, dat tijdens het roteren van de rotor 3 geen onbalans mag ontstaan. Daarom is de verdeling van de rotorbladen 14 over de omtrek van de rotor 3 zodanig, dat de rotor 3 is uitgebalanceerd ten opzichte van de rotatiehartlijn 5. Daarnaast kan de rotor 3 uitsparingen en/of balansgewichten voor het waarborgen van 10 het evenwicht van de rotor tijdens het ronddraaien daarvan omvatten. Het uitbalanceren is belangrijk in verband met het verhinderen van ongewenste trillingen.
Vanzelfsprekend is de hierboven beschreven uitvoeringsvorm slechts een voorbeeld. De centrifugaal pomp volgens de uitvinding kan op vele manieren zijn uitgevoerd. Bijvoorbeeld kan het aantal rotorbladen, de lengte van de rotorbladen en/of 15 de respectievelijke hoek tussen de rotorbladen worden aangepast.
Het tweede aspect van de uitvinding, d.w.z. het reduceren van het risico van ongewenste trillingen doordat de rotorbladen 14 in omtreksrichting op ongelijkmatige afstanden ten opzichte van elkaar zijn aangebracht, heeft zelfstandige betekenis. Dit tweede aspect is het onderwerp van een octrooiaanvrage ten name van aanvraagster, die 20 op dezelfde datum als deze octrooiaanvrage is ingediend.
S031687JS

Claims (13)

1. Centrifugaalpomp (1), omvattende een huis (2) alsmede een rotor (3) die draaibaar om een axiale rotatiehartlijn (5) in het huis (2) is aangebracht, welke rotor (3) 5 is voorzien van ten minste twee rotorbladen (14) die zich elk in hoofdzaak radiaal ten opzichte van de rotatiehartlijn (5) uitstrekken tussen een radiaal buiteneind (17) en een radiaal binneneind (16), met het kenmerk, dat de buiteneinden (17) van ten minste twee rotorbladen (14) radiaal verschillende afstanden tot de rotatiehartlijn (5) bezitten.
2. Pomp volgens conclusie 1, waarbij de lengte van ten minste twee rotorbladen (14) onderling verschillend is.
3. Pomp volgens conclusie 1 of 2, waarbij de rotor (3) ten minste drie rotorbladen (14) omvat, en waarbij het binneneind (16) van elk rotorblad (14) op dezelfde radiale 15 afstand van de rotatiehartlijn (5) ligt, en waarbij de lengte van elk rotorblad (14) verschilt van de lengte van beide ten opzichte van dat rotorblad (14) in omtreksrichting aangrenzende rotorbladen (14).
4. Pomp volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij de rotor ten minste vijf 20 rotorbladen (14) omvat, en waarbij het buiteneind (17) van ten minste drie rotorbladen (14) telkens radiaal binnen het buiteneind (17) van ten minste een van de rotorbladen (14) ligt.
5. Pomp volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij het huis (2) is voorzien 25 van een axiale inlaat (6) en een tangentiale uitlaat (7), waarbij de rotor (3) is voorzien van een axiale toevoer (9), die is uitgelijnd ten opzichte van de axiale inlaat (6) van het huis (2), en een radiale afVoer (11).
6. Centrifugaalpomp volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij de rotor (3) 30 is uitgebalanceerd ten opzichte van de rotatiehartlijn (5).
7. Pomp volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij de rotor (3) is voorzien van een naaf (27) die de rotatiehartlijn (5) bepaalt, een eerste wand (30) die aan de naaf 1031687- (27) is bevestigd, alsmede een tweede wand (31) die op axiale afstand van die eerste wand (30) is aangebracht, waarbij de rotorbladen (14) zijn aangebracht tussen die wanden (30, 31), waarbij de radiale afvoer (11) is gevormd tussen die wanden (30, 31), en waarbij de axiale toevoer (9) is aangebracht in de tweede wand (31). 5
8. Pomp volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij het binneneind (16) van elk rotorblad (14) zich binnen de axiale toevoer (9) van de rotor (3) bevindt.
9. Pomp volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij de rotorbladen (14) in 10 omtreksrichting op ongelijkmatige afstanden ten opzichte van elkaar zijn aangebracht.
10. Pomp volgens conclusie 9, waarbij de afstand tussen een paar in omtreksrichting onderling aangrenzende rotorbladen (14) verschilt van de afstand tussen een verder paar in omtreksrichting onderling aangrenzende rotorbladen (14). 15
11. Pomp volgens conclusie 10, waarbij de rotor twee of meer rotorbladen (14) omvat, en waarbij de hoeken tussen de paren rotorbladen (14) telkens verschillend zijn.
12. Rotor (3) voor een centrifugaalpomp (1), omvattende een naaf (27) die een axiale 20 rotatiehartlijn (5) van de rotor (3) bepaalt, alsmede ten minste twee rotorbladen (14) die zich elk in hoofdzaak radiaal ten opzichte van de rotatiehartlijn (5) uitstrekken tussen een radiaal buiteneind (17) en een radiaal binneneind (16), met het kenmerk, dat de buiteneinden (17) van ten minste twee rotorbladen (14) radiaal verschillende afstanden tot de rotatiehartlijn (5) bezitten. 25
13. Rotor volgens conclusie 12, waarbij de rotorbladen (14) in omtreksrichting op ongelijkmatige afstanden ten opzichte van elkaar zijn aangebracht.
NL1031687A 2006-04-25 2006-04-25 Centrifugaalpomp, alsmede rotor. NL1031687C2 (nl)

Priority Applications (4)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1031687A NL1031687C2 (nl) 2006-04-25 2006-04-25 Centrifugaalpomp, alsmede rotor.
EP07747405A EP2010787A1 (en) 2006-04-25 2007-04-25 Centrifugal pump impeller
CNA2007800147907A CN101432527A (zh) 2006-04-25 2007-04-25 离心泵叶轮
PCT/NL2007/050181 WO2007123406A1 (en) 2006-04-25 2007-04-25 Centrifugal pump impeller

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1031687A NL1031687C2 (nl) 2006-04-25 2006-04-25 Centrifugaalpomp, alsmede rotor.
NL1031687 2006-04-25

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL1031687C2 true NL1031687C2 (nl) 2007-10-26

Family

ID=37575099

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL1031687A NL1031687C2 (nl) 2006-04-25 2006-04-25 Centrifugaalpomp, alsmede rotor.

Country Status (4)

Country Link
EP (1) EP2010787A1 (nl)
CN (1) CN101432527A (nl)
NL (1) NL1031687C2 (nl)
WO (1) WO2007123406A1 (nl)

Families Citing this family (6)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
JP5393217B2 (ja) * 2009-03-25 2014-01-22 株式会社小糸製作所 ヘッドランプクリーナーのモーターポンプ
NL2005810C2 (en) * 2010-12-03 2012-06-05 Ihc Syst Bv Centrifugal pump and a double bent rotor blade for use in such a centrifugal pump.
US9599120B2 (en) * 2012-08-24 2017-03-21 Asmo Co., Ltd. Impeller for centrifugal pump and centrifugal pump of vehicle washer device
CN103334951B (zh) * 2013-03-11 2015-07-22 梁遗祥 一种推力泵
CN107524630B (zh) * 2017-10-19 2024-04-19 江苏国泉泵业制造有限公司 一种开式非等距叶片叶轮
CN107503979B (zh) * 2017-10-19 2024-04-19 江苏国泉泵业制造有限公司 一种非等距叶片固液两相排污泵叶轮

Citations (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US1676946A (en) * 1926-12-31 1928-07-10 Westinghouse Electric & Mfg Co Centrifugal pump
DE2541629A1 (de) * 1975-09-18 1977-03-24 Lederle Pumpen & Maschf Kreiselpumpe
DE4418662A1 (de) * 1994-05-27 1995-11-30 Grundfos As Kreiselpumpe
US20030139643A1 (en) * 1997-09-24 2003-07-24 The Cleveland Clinic Foundation Flow controlled blood pump system

Patent Citations (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US1676946A (en) * 1926-12-31 1928-07-10 Westinghouse Electric & Mfg Co Centrifugal pump
DE2541629A1 (de) * 1975-09-18 1977-03-24 Lederle Pumpen & Maschf Kreiselpumpe
DE4418662A1 (de) * 1994-05-27 1995-11-30 Grundfos As Kreiselpumpe
US20030139643A1 (en) * 1997-09-24 2003-07-24 The Cleveland Clinic Foundation Flow controlled blood pump system

Also Published As

Publication number Publication date
EP2010787A1 (en) 2009-01-07
WO2007123406A1 (en) 2007-11-01
CN101432527A (zh) 2009-05-13

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL1031687C2 (nl) Centrifugaalpomp, alsmede rotor.
CA1308959C (en) Centrifugal pump
JP5709898B2 (ja) 回転機械
KR101252984B1 (ko) 고속 원심 펌프용 유동 벡터 제어기
JP6682483B2 (ja) 遠心回転機械
US9874220B2 (en) Anti-swirl device
EP3209886B1 (en) Impeller for a centrifugal pump
RU2565253C2 (ru) Сверхзвуковой компрессорный ротор и сверхзвуковая компрессорная установка
NL1031689C2 (nl) Centrifugaalpomp, alsmede rotor.
FI11964U1 (fi) Painelajitin
KR102495315B1 (ko) 밸런싱홈에 의해 자기평형 기능을 갖는 축류 임펠러 및 이를 구비한 축류펌프
JP6873031B2 (ja) 渦巻きポンプ用ケーシング及び渦巻きポンプ
JP6775379B2 (ja) インペラ及び回転機械
JP6777400B2 (ja) 遠心回転機械
KR20100075584A (ko) 펌프의 성능 특성 설정 방법 및 디퓨저 베인의 제조 방법
JP2019070333A (ja) 水中ポンプ
US20170350410A1 (en) Centrifugal compressor impeller
JP6802770B2 (ja) 流体機械
US10082154B2 (en) Intake channel arrangement for a volute casing of a centrifugal pump, a flange member, a volute casing for a centrifugal pump and a centrifugal pump
JP6861623B2 (ja) 羽根車及びこれを備えたポンプ
JP3225197B2 (ja) 流体機械の旋回失速抑制装置
US2910946A (en) Pumps
KR102015958B1 (ko) 이물질 제거를 위한 전동식 워터펌프용 임펠러 어셈블리
JP3657919B2 (ja) 自吸式渦巻きポンプ
JP2019183807A (ja) 遠心ポンプ

Legal Events

Date Code Title Description
PD2B A search report has been drawn up
VD1 Lapsed due to non-payment of the annual fee

Effective date: 20091101