NL1029819C2 - Werkwijze voor het verpakken van waren en inrichting daarvoor. - Google Patents

Description

WERKWIJZE VOOR HET VERPAKKEN VAN WAREN EN INRICHTING DAARVOOR

5 De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een werkwijze en een inrichting voor het verpakken van een waar ofwel product, zoals is weergegeven in de aanhef van de navolgende conclusie 1.

Dergelijke inrichtingen zijn algemeen bekend. Doorgaans zijn deze specifiek ontworpen voor het efficiënter verpakken van platte voedingsmiddelen zoals kaas, 10 gesneden kaas, vlees, vleeswaar en vis. Er zijn, onder andere, volautomatische lijnen bekend welke snijden en verpakken, en halfautomatische. Deze maken gebruik van rollen folie en zijn daardoor niet flexibel in het gebruik van verpakkingsmateriaal. Een voorbeeld hiervan is gegeven door het Duitse Offenlegungsschrift DE 103 32 483.

Bezwaren van dergelijke bekende verpakkingsmachines zijn dat ze duur in 15 aanschaf zijn, complex, zwaar, groot, en daardoor gebruiksonvriendelijk. Een grote rol folie welke noodzakelijk is draagt hieraan bij. Bestaande machines kunnen zijn voorzien van een of twee rollen folie waarbij met vingers de folie binnen de lasunit getrokken wordt, het te verpakken product op de onderfoiie meenemend. Tijdens het lassen wordt de folie doorgesneden en overgepakt door de vingers. Nadelen hierbij 20 zijn dat voor schoon functioneren het te verpakken product op een schaaltje neergelegd moet worden. Het product wordt in eerste instantie niet op de folie gelegd, maar op een schaaltje op een transportinrichting die veelal synchroon loopt met de vingers die de folie naar binnen trekt. Het schaaltje beperkt de vervuiling van de transportinrichting. De mechanica voor de vingers en het snijden is hierbij relatief 25 complex, de twee rollen zijn nooit tegelijkertijd op, terwijl de enige flexibiliteit in de verpakking de verpakkinglengte is, dat wil zeggen de hoeveelheid folie die naar binnen getrokken wordt. Tevens is de machine groot en zwaar.

Ook kan het voorkomen dat een bekende machine is voorzien van een enkele folierol waarvan een stuk wordt afgesneden en op een transportband wordt gelegd. Na 30 het plaatsen van het te verpakken product wordt wederom een stuk folie afgesneden en neergelegd. Dit geheel wordt in een lasunit getransporteerd en dichtgelast. Nadelen hierbij zijn dat de machine moet worden uitgezet om een folierol te vervangen, dat er geen flexibiliteit in het te gebruiken verpakkingsmateriaal is, dat de machine groot en zwaar is, en dat de positie van de rol extra tafeloppervlak in beslag 35 neemt. Hierbij js de machine niet geschikt voor het halfautomatisch bereik. Bovendien is het aantal toe te passen tussenvellen beperkt omdat deze dezelfde maat moeten hebben als de onder- en bovenfolie, omdat alle folie van een enkele rol komt. Bij een te groot aantal tussenvellen wordt de laskwaliteit slecht omdat om de verst van het 1029819- I ; 2 ! laselement gelegen las voldoende te verwarmen, de dichtstbijzijnde las te veel verwarmd moet worden.

Bij de genoemde nadelen komt dat niet elk te verpakken product geschikt is voor volautomatische lijnen. Een gebruiker zal normaal gesproken beschikken over 5 minimaal één volautomatische en één halfautomatische lijn. Deze situatie is niet gunstig voor wat betreft service en onderhoud en inwerken van bijvoorbeeld invalkrachten.

Het doel van de uitvinding is dan ook een nieuw verpakkingsconcept, althans inrichting daarvoor te verschaffen, welke de eerdergenoemde bezwaren oplost, 10 althans in vergaande mate opheft. Bovendien omvat het doel van de uitvinding in een enkele machine een geheel bereik aan verpakkingsmogelijkheden te bieden.

Conform de uitvinding wordt genoemd doel bereikt door een verpakkingsinrichting welke een voorraadmagazijn omvat, bestaande uit één of meerdere bakken waar verpakkingsmateriaal op maat en in bakken gesepareerd ligt 15 opgeslagen. De bakken zijn verschuifbaar in de inrichting opgenomen, waardoor geschakeld kan worden tussen de verschillende verpakkingsmaterialen. Bij voorkeur zijn de bakken open, in het bijzonder aan de onderzijde, zodat het verpakkingsmateriaal naar instelbare keuze en volgorde door een tot de inrichting horend uitneemorgaan uit een bak genomen kan worden. Bij voorkeur is dit het 20 onderste exemplaar uit een stapel in een bak. In een bijzondere uitvoering maakt de inrichting hiertoe gebruik van op zich bekende vacuüm technologie, zodat een voorgesneden verpakkingsdeel met vacuüm aangegrepen wordt. In een halfautomatische uitvoering dan wel modus van een verpakkingsmachine volgens de uitvinding wordt hierbij gebruik gemaakt van de meetbare onderdruk in het daartoe 25 aanwezige systeem, voor het detecteren van het handmatig afgenomen zijn van een uitgenomen verpakkingsdeel.

De inrichting omvat bij voorkeur voorts een verplaatsingsorgaan zoals een transportband, waarop de verpakking en overigen uit de bakken te nemen verpakkingsmaterialen zoals inlegvellen, wikkelveilen, bodemdelen en afdekdelen, met 30 de te verpakken waar wordt samengesteld. De inrichting is hiertoe voorzien van een elektronische besturingseenheid waaraan gewenste verpakkingsvolgordes en/of samenstellingen kunnen worden opgegeven. Deze besturingseenheid stuurt hierbij ondermeer een activeringseenheid aan, voor het langs een rechtgeleiding in het magazijr| y^rplaatsen van voorraadbakken, ofwel voor het plaatsen van de juiste 35 voorraai: boven een verticaal in de inrichting beweegbaar opgenomen, door de besturingseenheid aangestuurd uitneemorgaan.

De inrichting omvat verder een afdichtorgaan, zoals een lasmodule waarin de samengestelde verpakking rondom dichtgelast wordt door middel van twee op elkaar aansluitende contouren waarvan er één verwarmd wordt.

! 029819- 3

De werkwijze en de verpakkingsinrichting volgens de uitvinding hebben het voordeel dat op relatief zeer voordelige wijze een automatisch verpakkingsapparaat wordt verkregen. Met het nieuwe apparaat is het mogelijk zowel in volautomatische als in half automatische modus te werken. Voor kleinere gebruikers is het mogelijk het 5 apparaat relatief voordelig aan te bieden door de inrichting uit te voeren voor uitsluitend gebruik als zogenaamde halfautomaat. Hierbij wordt de inrichting gecombineerd met een bestaand apparaat, bijvoorbeeld een vleessnijmachine, en kan de gesneden waar worden opgevangen door een automatisch aangestuurde verplaatsingsinrichting van de inrichting, welke de gesneden waar naar een 10 afdichtmodule zoals een lasapparaat verplaatst. Aangezien erin de halfautomatische uitvoering dan wel toestand van de inrichting geen geautomatiseerde, doorgaans elektronische uitwisseling van informatie, althans van signalen met het te combineren apparaat plaats vindt, worden de verpakkingsdelen niet op het verplaatsingsorgaan, ofwel de waar afgelegd, maar op grijphoogte opgehouden ter handmatige afname en 15 verdere plaatsing door de gebruiker.

Een voordeel van de uitvoering conform de uitvinding is dat de gebruiker niet in de bakken hoeft te graaien en er zo geen kans op bevuiling en besmetting bestaat. Ook bij handmatige verplaatsing van een rij bakken voor het instellen van het af te leveren soort verpakking wordt de verpakking zelf, en het binnenste van een bak niet 20 beroerd. Het systeem van bakken leent zich ervoor om eenvoudig een of meer gewenste bakken uit de inrichting te nemen ten behoeve van gebruik van een bak met ander verpakkingsmateriaal. Hierbij is het conform de uitvinding mogelijk dat de inrichting, met name in een halfautomatische uitvoering, meerdere uitneemorganen omvat en er bijvoorbeeld uit twee of drie bakken verpakkingsdelen worden 25 aangeboden. Het magazijn van de inrichting is ten gevolge van het ontwikkelde concept dan ook eenvoudig en zonder benodigde grote kracht hervulbaar.

De hiervoor genoemde voordelen van flexibiliteit, eenvoud en economie, worden in het concept conform de uitvinding aangevuld met een uitbreiding van het aantal nieuwe verpakkingsmogelijkheden dat doorgaans met een verpakkingmachine 30 mogelijk is. Dit pakt met name op kaas en vleesafdelingen van supermarkten en in ambachtelijke winkels zeer gunstig uit. Met een inrichting volgens de uitvinding zijn namelijk de volgende nieuwe verpakkingen en combinaties daarvan eenvoudig te realiseren: - het verpakken met tussenlagen om onderlinge vetkleving te voorkomen; 35 - het gebruik van voorbedrukte verpakkingen in dit marktterrein - nu mogelijk gemaakt door het gebruik van gestandaardiseerde, althans voorgedefinieerde maten; - het gebruik van speciale vormgeving, bijvoorbeeld inkepingen of perforaties ten behoeve van het openen van de verpakking; 1029819- 4 - een onder- of toplaag kan uitgevoerd zijn in niet lasbaar materiaal, bijvoorbeeld aluminiumfolie; - een bak met (tussen-) folies kan “ at random” gevuld worden. Hiermee is het bijvoorbeeld mogelijk een “loterij” te creëren waarbij de consument gedurende 5 de consumptie aan een aangetroffen tussenlaag ofwel inlegvel kan bemerken of hij of zij “in de prijzen” is gevallen; - het gebruik van een verpakking waarbij de onderlaag uitgevoerd is als een voorgevormd bakje, al dan niet met een geïntegreerd deksel; - verpakking waarbij de onderlaag uitgevoerd is als meerdere voorgevormde 10 bakjes (als een deling loodrecht op de transportrichting staat, dan wordt deze deling middels een extra lasstap afgesloten);

Deze nieuwe mogelijkheden staan in de nieuwe machine in aanvulling tot de bekende verpakkingsmogelijkheden, al dan niet door gebruik van een afzonderlijke machine, zoals: 15 - enkele verpakking met onder-en toplaag; - meervoudige verpakking met extra tussenlagen; - verpakkingen die in de transportrichting kleiner zijn dan de lasinrichting; hier wordt dan in twee lasstappen een dichte verpakking bereikt; - verpakking met schaaltje; 20 De uitvinding wordt in het navolgende bij wijze van voorbeeld nader toegelicht aan de hand van een tekening waarin: figuur 1 een inrichting en werkwijze volgens de uitvinding op schematische wijze weergeeft; figuur 2 een tekening van het principe van figuur 1 vormt met een vooraanzicht 25 rechtsonder geplaatst, een bovenaanzicht in de bovenin gesitueerd, en een zijaanzicht in de meest links geplaatste figuur; figuur 3 de weergave van figuur 2 aanvult door weergave van een met de inrichting gecombineerd verder apparaat, in casu een snijmachine. In het bovenaanzicht is een gebruiker van de inrichting geschetst.

30 In het schema van figuur 1 is een verpakkingsinrichting 1 volgens de uitvinding weergegeven, voorzien van een magazijn 2 met meerdere, verplaatsbaar in de inrichting opgenomen bakken 2A, welke aan hun bovenzijde geheel, en aan hun onderzijde grotendeels open zijn. In de bakken 2A kunnen verschillende soorten verpaktypgs- en/of bijvulmateriaal 3 zijn opgenomen, hetgeen de inrichting 1 van een 35 verga^n^e vorm van flexibiliteit voorziet. De genoemde, in de inrichting toe te passen materialen zijn hiertoe, anders dan in de bekende inrichtingen niet “op rol”, doch in voorgesneden vorm. Een voordeel hierbij is dat het relatief zware verwisselen van een rol, vervangen wordt door het in zelf te bepalen mate bijvullen van voorgesneden • 029819- 5 materiaal. Hierdoor kan het bijvullen worden uitgevoerd door elke willekeurige gebruiker 10 daarvan, ongeacht sterkte en of bijzondere instructie.

De verpakkingsinrichting 1 is verder voorzien van een uitneemorgaan of ^inrichting 4 welke het onderste exemplaar van voorgesneden materiaal 3 uit een 5 voorraadbak 2A kan trekken. Een hier als transportband uitgevoerd verplaatsingsorgaan 5 transporteert het door de uitneeminrichting 4 opgenomen en op de transportband 5 gedeponeerd exemplaar materiaal 3 tezamen met te verpakken waar 7 als stapel naar een hier als lasmodule uitgevoerd afdichtorgaan 6. Hier wordt de stapel, van tussenliggende en omgevende verpakkingsmaterialen voorziene waar 7 10 dichtgemaakt, in case door een op warmtetoevoer gebaseerde lasbehandeling.

Figuur 2 toont een mogelijke uitvoeringsvorm van de verpakkingsinrichting 1 met een in de nabijheid van het verplaatsingsorgaan 5 opgenomen verticale rechtgeleiding ten behoeve van een uitneemorgaan 4, hier met zuignappen, en een als horizontale rechtgeleding uitgevoerde drager 9 voor naar de positie boven het afneemorgaan 4 15 verschuiven van een voorraadbak 2A. Behalve een geautomatiseerde verschuiving is ook een handmatige verschuiving mogelijk. De bakken 2A zijn bovendien makkelijk losneem- en plaatsbaar op de drager 9, zodat ook door uitnemen en inzetten een gewenste voorraadbak boven de uitnemer gesteld kan worden.

Figuur 3 toont de inrichting volgens figuur 2 in een gebruikstoestand waarbij 20 deze is gecombineerd met een hier als snijmachine uitgevoerd verder apparaat 11 welke te verpakken waren 7 op het verplaatsingsorgaan 5 aanbrengt. In dit voorbeeld omvat het apparaat 11 een snijtafel met daarop te snijden waar 13, bijvoorbeeld worst. De figuur toont in het bovenaanzicht tevens een mogelijke positie van een bedienend persoon 10.

25 De inrichting 1 is voorzien van een niet nader aangeduide besturingseenheid waarmee de diverse organen onder tussenkomst van eveneens niet nader aangegeven, veelal pneumatisch uitgevoerde activeringselementen worden aangestuurd en op elkaar zijn afgestemd. Zo is de programmering doorgaans zodanig dat het onderste en het bovenste vel materiaal uit aan elkaar lasbare verpakking 30 bestaat, doorgaans is dit een kunststof folie die met behulp van een in het laselement 6 opgenomen verwarmingselement op gebruikelijke wijze aan elkaar worden gehecht. Niettemin kan omgevend verpakkingsmateriaal ook bestaan uit bijvoorbeeld materiaal met plakranden welke door de lasmachine eenvoudig tegen elkaar worden gedrukt, dat wil zeggen zonder gebruikmaking van een eventueel aanwezig 35 verwarmingselement.

De inrichting volgens de uitvinding kan worden ingezet voor vol- en halfautomatisch bereik. In het volautomatische bereik communiceert de verpakkingsmachine bij voorkeur met behulp van op bekende elektronische communicatiemiddelen, met de snijmachine om de bewegingen op elkaar af te I 029819- 6 stemmen. De transportband 5 neemt hierbij de functie over voor het dakpansgewijs stapelen van de waren 7. In de bekende snijmachines wordt deze functie door de snijmachine vervuld. In het halfautomatische bereik communiceert de verpakkingsmachine met de gebruiker. Voor dit laatste is de machine ingericht om 5 naar keuze volgens een van twee verschillende gebruikstoestanden te opereren: de gebruiker bedient een bedieningsorgaan waardoor het gewenste, althans bij een gekozen programma behorend verpakkingsmateriaal automatisch wordt neergelegd, of het uitneemorgaan 4 biedt in de halfautomatische uitvoering op grijphoogte verpakkingsmateriaal uit het foliemagazijn 2 aan. Het wegnemen van dit materiaal 4A 10 wordt vervolgens gedetecteerd, en stuurt de inrichting 1 aan om het volgende verpakkingsmateriaal te pakken. Hiertoe is de inrichting voorzien van daartoe geëigende, op zichzelf bekende detectie- en activeringsmiddelen zoals een sensor voor het detecteren van wegvallende onderdruk in het pneumatisch systeem bij het afnemen van een verpakkingsdeel 3. In een halfautomatische uitvoering, dan wel in de 15 halfautomatische gebruikstoestand is een activeringsorgaan voor het boven het uitneemorgaan 4 plaatsen van een bak 2A afwezig dan wel is deze uitgeschakeld. Een eventueel gewenste of nodige verplaatsing of vervanging van een bak 2A gebeurt dan handmatig. In de eerstgenoemde gebruiksmogelijkheid wordt beroering van het verpakkingsmateriaal beperkt, in het tweede geval wordt een hogere 20 verwerkingssnelheid bereikt. Een verder voordeel van de nieuwe inrichting is dat deze toelaat dat alle verpakkingsmaterialen tijdens gebruik bijgevuld kunnen worden zonder dat het verpakkingsproces verstoord wordt.

De uitvinding kan ook worden omschreven als een verpakkingsmachine waarin door een modulair ontwerp van het magazijn 2 met verpakkingsmateriaal een 25 veelvoud van verpakkingsmogelijkheden beschikbaar is. De verpakkingsmachine 1 is onder te verdelen in drie modules: voorraadmagazijn, aanvoerband en lasmodule. Het magazijn is een module die bestaat uit één of meerdere bakken met elk hun eigen specifieke verpakkingsmateriaal. Het verpakkingsmateriaal kan bestaan uit losse vellen, maar ook voorgevormde bakjes al dan niet voorzien van een geïntegreerd 30 deksel. Onder een van de bakken 2 is een voorziening 4 die het onderste verpakkingsmateriaal eruit trekt. Naar gelang de toepassing wordt het verpakkingsmateriaal 3 op de aanvoerband gelegd of aan de gebruiker 10 gepresenteerd en met de hand op de aanvoerband 5 gelegd. Op dit verpakkingsmateriaal 3 kan het te verpakken product 7 gelegd worden. Vervolgens 35 kan er weer een verpakkingsmateriaal 3 op het product gelegd worden. Door met de bakken 2A, dan wel het uitneemorgaan 4, al dan niet automatisch te schuiven, kan gevarieerd worden in onder-, tussen- en bovenverpakkingsmateriaal. De aanvoerband 5 is een band die de daarop gelegde verpakkingsmaterialen kan transporteren.

Hiermee wordt bereikt dat de plek waar een verpakkingsdeel 3 neergelegd wordt niet 1029819-_ 7 gelijk hoeft te zijn aan de plek waar het product neergelegd wordt. Dit is met name belangrijk voor koppeling aan een automatische vleessnijmachine om zo de producten trapsgewijs te kunnen stapelen. Verder dient de aanvoerband 5 om de complete verpakking naar/in de lasmodule te transporteren.

5 De lasmodule 6 bestaat uit een onder- en bovenlas die ten opzichte van elkaar vertikaal kunnen bewegen. Een van de twee is voorzien van een verwarmingselement. Op het moment dat de verpakking 3 juist gepositioneerd is worden onder- en bovenlas tegen elkaar gedrukt. Zo wordt een dichte verpakking verkregen. De (asmodule hoeft niet rechthoekig van vorm te zijn, maar kan bijvoorbeeld ook ovaal zijn. In de 10 lasmodule bevindt zich een afvoerband. In geval van een rechthoekige vorm zal de grootste verpakking ongeveer gelijk zijn aan de (asgrootte, de kleinste verpakking kan aanmerkelijk kleiner zijn door in twee fases te lassen.

In verband met het eventueel begassen en/of vacumeren van het product kan de lasmodule zijn opgenomen in een afsluitbare kamer welke gevacumeerd en/of 15 begast kan worden. In verband met het eventueel etiketteren van de verpakking is in een bijzondere uitvoering de transportband van de lasmodule opgenomen in een weegeel die de verpakking weegt en een etiketteermodule aanstuurt. In verband met de conservering kan één van de bakken ook worden gevuld met conserveringsmateriaal dat aan de verpakking wordt toegevoegd.

20 De uitvinding heeft behalve op het in het voorgaande beschrevene eveneens betrekking op alle details in de figuren, althans voor zover deze onmiddellijk en eenduidig voor een vakman herleidbaar zijn, en op al hetgeen is beschreven in het navolgende stel conclusies.

029819-s

Claims (13)

1. Werkwijze voor het althans deels geautomatiseerd verpakken van waren (7), in het bijzonder bestemd voor het verpakken van voor consumptie bestemde waren 5 (7), volgens welke werkwijze althans om de waar (7) een verpakkingsmateriaal wordt aangebracht, in het bijzonder gewikkeld, en waarbij in een volgende stap vervolgens de verpakking afgedicht wordt, bijvoorbeeld met behulp van een lasinrichting (6), met het kenmerk, dat de werkwijze het gebruik van verpakkingsmateriaal in de vorm van op een stapel (2A) geplaatste, in het bijzonder in een voorraadbak (2A) geplaatste, 10 voorgesneden verpakkingsdelen (3) omvat, en waarbij het aanbrengen van het verpakkingsmateriaal het op geautomatiseerde wijze, met een uitneemorgaan (4) uit de stapel (2A) nemen van een verpakkingsdeel (3) omvat, alsmede het vervolgens afleggen van het uitgenomen verpakkingsdeel (3) op de voorziene plaats van, dan wel op de te verpakken waar (7) zelf, dan wel het vervolgens aanbieden ofwel ophouden 15 omvat van het uitgenomen verpakkingsdeel (3), ter handmatige verdere plaatsing daarvan.

2. Werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de werkwijze het ophouden van de te verpakken waar (7) op een verplaatsingsorgaan (5) omvat, en het geautomatiseerd afleggen van de te verpakken waar (7) in de afdichtinrichting (6).

3. Werkwijze volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat een stapel verpakkingsdelen (3) is opgenomen in een voorraadbak (2A), en dat handmatig dan wel geautomatiseerd, voorraadbakken (2A) met verschillende stapels verpakkingsmateriaal (3) aan het uitneemorgaan (4) worden aangeboden.

4. Verpakkingsinrichting (1), in het bijzonder voor het uitvoeren van voomoemde 25 werkwijze voor verpakken, voor het in verpakkingsmateriaal (3) verpakken van een product, in het bijzonder voor consumptie bestemde waar (7), voorzien van een magazijn (2) voor verpakkingsmateriaal (3), met het kenmerk, dat het magazijn (2) één of meerdere verplaatsbare voorraadbakken (2A) omvat, welke bakken (2A) zijn bestemd voor vulling met stapels voorgesneden materiaal (3) zoals 30 verpakkingsmateriaal, welke verpakkingsinrichting (1) verder is voorzien van een uitneemorgaan (4) voor het automatisch uit een voorraadbak (2A) nemen van een verpakkingsdeel (3).

5. Inrichting (1| yp/gens de voorgaande conclusie, met het kenmerk, dat de inrichting (1) een verplaatsingsorgaan (5) zoals een transportband omvat voor het 35 ophouden en/of naar een afdichtingsorgaan (6) verplaatsen van te verpakken waar (7).

6. Inrichting (1) volgens conclusie 4 of 5, met het kenmerk, dat de inrichting (1) is geprogrammeerd voor het met het uitneemorgaan (4) uit een voorraadbak (2A) 10298Ifl-_ nemen van een verpakkingsdeel (3), en het vervolgens op het verplaatsingsorgaan (5) afleggen van het uitgenomen materiaal (3).

7. Inrichting (1) volgens conclusie, 4 of 5, met het kenmerk, dat de inrichting (1) is geprogrammeerd voor het met het uitneemorgaan (4) uit een voorraadbak (2A) 5 nemen van een verpakkingsdeel (3), en het vervolgens op grijphoogte ophouden van het uitgenomen materiaal (3).

8. Inrichting (1) volgens de voorgaande conclusie, met het kenmerk, dat het magazijn (2) boven grijphoogte in de inrichting is opgenomen.

9. Inrichting (1) volgens de voorgaande conclusies 4 tot 8, met het kenmerk, dat 10 het uitneemorgaan (4) langs een verticale rechtgeleiding beweegbaar in de inrichting is opgenomen.

10. Inrichting volgens en der voorgaande conclusies 4 tot 9, met het kenmerk, dat uitgenomen materialen (3) op het verplaatsingsorgaan (5) worden samengesteld.

11. Inrichting (1) volgens de voorgaande conclusies 4 tot 10, met het kenmerk, 15 dat althans het magazijn (2), het uitneemorgaan (4) en het verplaatsingsorgaan (5) boven elkaar in de inrichting (1) zijn opgenomen en dat de voorraadbakken (2A) van het magazijn bij voorkeur aan de onderzijde deels open zijn uitgevoerd voor het aan de onderzijde uitnemen van een verpakkingsdeel (3).

12. Inrichting (1) volgens de voorgaande conclusies 4 tot 11, met het kenmerk, 20 dat het afdichtorgaan is uitgevoerd als laselement, en is ingericht voor het in meerdere stappen uitvoeren van een las, in het bijzonder om kleinere verpakkingen en/of meerdere compartimenten dicht te lassen.

13. Inrichting volgens een der conclusies 4 tot 12, met het kenmerk, dat de inrichting instelbaar is uitgevoerd voor het naar keuze instellen, van een eerste 25 bedrijfstoestand waarin een verpakkingsdeel handmatig, en in een tweede bedrijfstoestand automatisch op het verplaatsingsorgaan wordt afgelegd. 1029819-