NL1029538C2 - Golfbeschermingsconstructie, werkwijze voor het vervaardigen van een teenelement voor een golfbeschermingsconstructie, en werkwijze voor het vervaardigen van een golfbeschermingsconstructie. - Google Patents

Golfbeschermingsconstructie, werkwijze voor het vervaardigen van een teenelement voor een golfbeschermingsconstructie, en werkwijze voor het vervaardigen van een golfbeschermingsconstructie. Download PDF

Info

Publication number
NL1029538C2
NL1029538C2 NL1029538A NL1029538A NL1029538C2 NL 1029538 C2 NL1029538 C2 NL 1029538C2 NL 1029538 A NL1029538 A NL 1029538A NL 1029538 A NL1029538 A NL 1029538A NL 1029538 C2 NL1029538 C2 NL 1029538C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
wave protection
toe
elements
protection structure
gravity
Prior art date
Application number
NL1029538A
Other languages
English (en)
Inventor
Jan Sebastiaan Reedijk
Arnoud Van Den Berge
Rolf Rainer Canto
Original Assignee
Konink Bam Groep Nv
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Konink Bam Groep Nv filed Critical Konink Bam Groep Nv
Priority to NL1029538A priority Critical patent/NL1029538C2/nl
Priority to ARP060102993A priority patent/AR058432A1/es
Priority to ZA200801470A priority patent/ZA200801470B/xx
Priority to PCT/NL2006/000366 priority patent/WO2007011208A1/en
Priority to AU2006270639A priority patent/AU2006270639B2/en
Priority to EP06783844.1A priority patent/EP1904687B1/en
Priority to NZ565798A priority patent/NZ565798A/en
Priority to US11/995,758 priority patent/US7862253B2/en
Application granted granted Critical
Publication of NL1029538C2 publication Critical patent/NL1029538C2/nl

Links

Classifications

    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E02HYDRAULIC ENGINEERING; FOUNDATIONS; SOIL SHIFTING
    • E02BHYDRAULIC ENGINEERING
    • E02B3/00Engineering works in connection with control or use of streams, rivers, coasts, or other marine sites; Sealings or joints for engineering works in general
    • E02B3/04Structures or apparatus for, or methods of, protecting banks, coasts, or harbours
    • E02B3/12Revetment of banks, dams, watercourses, or the like, e.g. the sea-floor
    • E02B3/14Preformed blocks or slabs for forming essentially continuous surfaces; Arrangements thereof
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E02HYDRAULIC ENGINEERING; FOUNDATIONS; SOIL SHIFTING
    • E02BHYDRAULIC ENGINEERING
    • E02B3/00Engineering works in connection with control or use of streams, rivers, coasts, or other marine sites; Sealings or joints for engineering works in general
    • E02B3/04Structures or apparatus for, or methods of, protecting banks, coasts, or harbours
    • E02B3/12Revetment of banks, dams, watercourses, or the like, e.g. the sea-floor
    • E02B3/129Polyhedrons, tetrapods or similar bodies, whether or not threaded on strings
    • YGENERAL TAGGING OF NEW TECHNOLOGICAL DEVELOPMENTS; GENERAL TAGGING OF CROSS-SECTIONAL TECHNOLOGIES SPANNING OVER SEVERAL SECTIONS OF THE IPC; TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC CROSS-REFERENCE ART COLLECTIONS [XRACs] AND DIGESTS
    • Y02TECHNOLOGIES OR APPLICATIONS FOR MITIGATION OR ADAPTATION AGAINST CLIMATE CHANGE
    • Y02ATECHNOLOGIES FOR ADAPTATION TO CLIMATE CHANGE
    • Y02A10/00TECHNOLOGIES FOR ADAPTATION TO CLIMATE CHANGE at coastal zones; at river basins
    • Y02A10/11Hard structures, e.g. dams, dykes or breakwaters

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • General Engineering & Computer Science (AREA)
  • Environmental & Geological Engineering (AREA)
  • Ocean & Marine Engineering (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Civil Engineering (AREA)
  • Structural Engineering (AREA)
  • Chemical & Material Sciences (AREA)
  • Crystallography & Structural Chemistry (AREA)
  • Inorganic Chemistry (AREA)
  • Revetment (AREA)

Description

Korte aanduiding: Golfbeschermingsconstructie, werkwijze voor het vervaardigen van een teenelement voor een golfbeschermingsconstructie, en werkwijze voor het vervaardigen van een golfbeschermingsconstructie.
De uitvinding heeft betrekking op een golfbeschermingsconstructie voor een talud, zoals het talud van een golfbreker of een oever, volgens de aanhef van conclusie 1.
EP-A-1.540.087 openbaart een golfbeschermingsconstructie voor 5 een talud, in dit geval een talud van een golfbreker. Het talud gaat ter plaatse van een teen over in een bodem van bijvoorbeeld een zee, oceaan, of havenmonding. De golfbeschermingsconstructie wordt gevormd door golfbeschermingselementen van het zogenoemde aangrijpingstype.
De golfbeschermingselementen zijn voorzien van een zestal 10 uitsteeksels. De uitsteeksels van naburig gelegen golfbeschermingselementen grijpen in elkaar, zodat de golfbeschermingselementen gezamenlijk de krachten weerstaan die op de individuele golfbeschermingselementen uitgeoefend worden door golven en stroming.
15 Golfbeschermingselementen van het bekende type worden volgens een min of meer regelmatig grid tegen het talud voorzien. Binnen het grid hebben de zwaartepunten van de golfbeschermingselementen onderling een in hoofdzaak gelijke horizontale gridafstand. In de praktijk is enige variatie in de horizontale gridafstand van 20 individuele golfbeschermingselementen toegestaan, zonder dat dit substantieel ten koste gaat van de samenhang van de golfbeschermingsconstructie. De individuele variatie ten opzichte van het gemiddelde van de gridafstanden is afhankelijk van het type golfbeschermingselement en bedraagt voor het golfbeschermingselement 25 uit EP-A-1.540.087 ongeveer 10%.
In de praktijk worden langs de teen van de golfbeschermingsconstructie van EP-A-1.540.087 soms teenelementen toegepast die afwijkend gevormd zijn ten opzichte van de golfbeschermingselementen. Deze teenelementen zorgen ervoor dat de golfbeschermingselementen uit 30 de onderste rij, dat wil zeggen de rij die zich langs de teen uitstrekt, onder specifieke praktijkomstandigheden voldoende op hun plaats blijven. Dergelijke teenelementen worden bijvoorbeeld gevormd uit rotsblokken, waarvan het gewicht kleiner is dan het gewicht van 1029538- - 2 - de golfbeschermingselementen. Gebruikelijk is dat de gemiddelde massa van de rotsblokken 1/3 bedraagt van die van de golfbeschermingselementen. Bij extremere belastingen kunnen de rotsblokken gemiddeld 50% van de massa van de golfbeschermings-5 elementen hebben, waarbij individuele blokken door een spreiding van de grootte van de rotsblokken een massa van 60% van die van de golfbeschermingselement kunnen hebben. De rotsblokken worden langs de teen op elkaar gestapeld in de vorm van een onderwaterdam, waarbij in doorsnede bijvoorbeeld ongeveer zeven blokken worden voorzien. Tegen 10 deze onderwaterdam wordt een eerste rij golfbeschermingselementen voorzien.
De bekende golfbeschermingsconstructie heeft als nadeel dat de rotsblokken zeer zorgvuldig geplaatst moeten worden, om een voldoende stabiele onderwaterdam te construeren. Aangezien dergelijke 15 werkzaamheden veelal op grote diepte en/of in troebel water plaatsvinden, is het vervaardigen van een dergelijke onderwaterdam omslachtig en duur. Een ander nadeel is dat in sommige gevallen rotsblokken voor het vormen van een dergelijke onderwaterdam beperkt beschikbaar zijn.
20 De uitvinding beoogt bovengenoemde nadelen ten minste gedeeltelijk op te heffen, of in ieder geval een bruikbaar alternatief te verschaffen. In het bijzonder beoogt de uitvinding een golfbeschermingsconstructie te verschaffen, waarbij de teenelementen op eenvoudiger wijze geplaatst kunnen worden dan in de stand van de 25 techniek.
De uitvinding bereikt dit doel door middel van een golfbeschermingsconstructie volgens conclusie 1.
Een golfbeschermingsconstructie is bestemd voor een talud, zoals het talud van een golfbreker of een oever, welk talud ter 30 plaatse van een teen overgaat in een bodem. De golfbeschermingsconstructie omvat golfbeschermingselementen en teenelementen. De golfbeschermingselementen zijn ieder voorzien van meerdere uitsteeksels voor het onderling in elkaar grijpen, en zijn op het talud voorzien volgens een in hoofdzaak regelmatig denkbeeldig 35 grid, met een horizontale gridafstand tussen de zwaartepunten van de golfbeschermingselementen. De teenelementen strekken zich langs de teen uit, en hebben een vorm die afwijkt van de vorm van de golfbeschermingselementen. De zwaartepunten van de teenelementen zijn op in hoofdzaak de horizontale gridafstand van elkaar voorzien.
1029538- - 3 -
Door de teenelementen op de gridafstand van de golfbeschermingselementen te voorzien, kunnen de teenelementen eenvoudiger geplaatst worden. Ook kunnen hierdoor grotere blokken worden toegepast en is het stapelen van de golfbeschermingselementen 5 niet meer noodzakelijk.
In het bijzonder is een kantelhoek van ten minste één van de teenelementen groter dan een kantelhoek van het golfbeschermingselement, waarbij de kantelhoek voor elk van de elementen bepaald wordt door de hoek tussen de richting van de 10 zwaartekracht en een denkbeeldige lijn van het zwaartepunt naar een kantelpunt van het betreffende element. Hierdoor zal een teenelement onder horizontale belastingen minder makkelijk wegrollen dan een golfbeschermingselement dat zich op een zelfde positie zou bevinden.
In een uitvoeringsvorm is een terugstelmoment van ten minste 15 één van de teenelementen, dat uitgeoefend wordt door het gewicht van dit teenelement ten opzichte van een kantelpunt indien dit teenelement onderworpen wordt aan een kantelmoment, groter dan een terugstelmoment van een golfbeschermingselement indien het op een vergelijkbare positie langs de teen aan een gelijk kantelmoment zou 20 worden onderworpen. Hierdoor ligt het teenelement stabieler, dan wanneer een golfbeschermingselement op een zelfde positie langs de teen zou liggen. Het grotere terugstelmoment vermindert de bewegingen van het teenelement onder horizontale belastingen en daarmee de kans op wegschuiven en/of -rollen.
25 In een bijzondere uitvoeringsvorm ligt het zwaartepunt van ten minste één van de teenelementen lager dan de halve hoogte van de betreffende teenelementen. Door het teenelement zodanig vorm te geven, dat het zwaartepunt lager ligt dan de halve hoogte, wordt de kantelhoek groter.
30 In een voordelige vorm is ten minste één van de teenelementen voorzien van een steunvlak, waarmee het op de bodem rust. Een dergelijk steunvlak verkleint de kans op wegschuiven van het ! teenelement onder horizontale krachten. j
In een uitvoeringsvorm is de vorm van ten minste één van de | 35 teenelementen in hoofdzaak gelijk aan de vorm van een golfbeschermingselement waarvan ten minste één uitsteeksel is weggelaten. Een dergelijk teenelement kan relatief eenvoudig vervaardigd worden, door een aanpassing van een mal voor de golfbeschermingselementen. Bovendien zal een dergelijk teenelement 1029538“ - 4 - gunstig kunnen samenwerken met de uitsteeksels van de golfbeschermingselementen.
In een uitvoeringsvorm omvat de golfbeschermingsconstructie kruinelementen, waarbij de vorm van ten minste één van de 5 kruinelementen in hoofdzaak gelijk is aan de vorm van een golfbeschermingselement waarvan ten minste; één uitsteeksel is weggelaten. Ten opzichte van de stand van de techniek heeft dit als voordeel dat een verbeterde aansluiting van de golfbeschermingsconstructie naar een andere constructie nabij de 10 kruin bereikt kan worden.
De uitvinding heeft verder betrekking op een werkwijze voor het vervaardigen van een teenelement voor een golfbeschermingsconstructie volgens conclusie 9. Dankzij deze werkwijze kan dezelfde, of een vergelijkbare, mal gebruik worden voor de teenelementen als voor de 15 golfbeschermingselementen.
De uitvinding heeft tevens betrekking op een werkwijze voor het vervaardigen van een golfbeschermingsconstructie, volgens conclusie 11.
Voordelige uitvoeringsvormen zijn vastgelegd in de 20 onderconclusies.
De uitvinding wordt nader toegelicht door middel van diverse uitvoeringsvoorbeelden, die getoond worden in de bijgaande figuren, waarin: fig. 1 een zijaanzicht toont van een geschematiseerd voorbeeld; 25 fig. 2 een gedeeltelijk bovenaanzicht toont van fig. 1; fig. 3 een tweede uitvoeringsvoorbeeld toont in zijaanzicht; fig. 4 een derde uitvoeringsvoorbeeld toont in zijaanzicht; fig. 5 een bovenaanzicht van een teenelement toont; fig. 6 een zijaanzicht van het teenelement van fig. 5 toont; 30 fig. 7 een bovenaanzicht van een alternatief teenelement toont; fig. 8 een zijaanzicht van fig. 7 toont; fig. 9-11 aanzichten tonen van een ander alternatief teenelement; fig. 12-14 aanzichten tonen van een verder alternatief 35 teenelement; fig. 15 een ruimtelijk aanzicht toont van een teenelement met vierkante basis; fig. 16 en 17 aanzichten tonen van een teenelement met een cirkelvormige basis; f 0295383 - 5 - fig. 18 en 19 aanzichten tonen van een teenelement met een afgeschuinde vierkante basis; fig. 20 een ruimtelijk aanzicht toont van een teenelement met een driehoekige basis; 5 fig. 21 een teenelement toont, gebaseerd op het teenelement van fig. 7,- fig. 22 een teenelement toont in de vorm van een bolsegment; fig. 23 een piramidevormig teenelement toont; en fig. 24 een golfbeschermingsconstructie met een kruinelement 10 toont.
Fig. 1 toont een golfbeschermingsconstructie, die in zijn geheel met het referentiecijfer 1 wordt aangeduid. De golfbeschermingsconstructie 1 is bestemd voor het beschermen van een talud 2, in dit geval het talud van een golfbreker 3. Het talud 2 15 gaat ter plaatse van een teen 4 over in een bodem 5. De bodem 5 bevindt zich onder water, waarvan het gemiddelde waterniveau wordt aangegeven bij 6.
Op het talud 2 is een filterlaag 7 voorzien. De filterlaag gaat ter plaatse van een teen 8 over in de bodem 5. Opgemerkt wordt het 20 begrip "teen" betrokken kan worden op de onbeschermde basis van een dijk of golfbreker, zoals hierboven aangeduid als teen 4. Het begrip "teen" kan echter ook betrokken zijn op de filterlaag 7, maar ook op de buitenste laag golfbeschermingselementen. Voor het begrip van de uitvinding is echter vooral de. richting van de teen van belang, en 25 die lopen bij de tenen volgens de verschillende definities in hoofdzaak evenwijdig.
De filterlaag 7 omvat verschillende stenen en dient als basis voor een enkele laag 11 golfbeschermingselementen. De golfbeschermingselementen zijn omwille van de duidelijkheid in fig. 1 30 alleen schematisch aangegeven door middel van twee lijnen die de begrenzing van de betreffende laag 11 golfbeschermingselementen weergeven. Daarnaast zijn schematisch, door middel van kleine x-en, de gewichtszwaartepunten 12 van de golfbeschermingselementen weergegeven.
35 De golfbeschermingselementen zijn van het zogenoemde aangrijpingstype, waarvan hierna in figuren 3 en 4 twee uitvoeringsvoorbeelden worden getoond. Dergelijke golfbeschermingselementen omvatten een aantal uitsteeksels, veelal vier, of zes. De uitsteeksels van een eerste golfbeschermingselement 40 grijpen die van één, of meerdere, nabijgelegen golfbeschermings- 1029538” - 6 - elementen aan en vormen hiermee een verbinding. De precieze uitvoeringsvorm van dit type golfbeschermingselementen is voor deze uitvinding niet van belang. Opgemerkt wordt dat dergelijke golfbeschermingselementen in de praktijk ook wel bekend staan onder 5 (geregistreerde) merknamen als Xbloc, Accropode, Accropode II,
Ecopode, Core-loc, en A-Jack.
De golfbeschermingselementen zijn voorzien in een regelmatig grid 14. De zwaartepunten 12 bevinden zich hierbij op een horizontale gridafstand 15. De horizontale gridafstand 15 is in hoofdzaak gelijk 10 voor alle naast elkaar geplaatste golfbeschermingselementen. Het zal voor de vakman echter duidelijk zijn, dat in de praktijk, ten gevolge j van plaatsingsonnauwkeurigheden en zettingen, de onderlinge afstanden 15 niet exact gelijk zullen zijn. Dergelijke afwijkingen kunnen in de praktijk in hoofdzaak 10% bedragen van de gemiddelde afstand. Onder 15 in hoofdzaak gelijk wordt hier een mate van overeenstemming bedoeld, waarbij een zodanig regelmatig grid ontstaat dat hierin rijen en kolommen van golfbeschermingselementen zijn te onderscheiden.
De golfbeschermingsconstructie 1 omvat verder teenelementen 30, opgesteld in een rij 31 langs teen 4, respectievelijk teen 8.
20 Gewichtszwaartepunten 32 van de teenelementen 30 bevinden zich op een onderlinge afstand 35. De onderlinge afstanden 35 van de teenelementen 30 zijn onderling in hoofdzaak gelijk en zijn in hoofdzaak gelijk aan de onderlinge afstand 15 van de golfbeschermingselementen. Voor de mate van overeenstemming van deze 25 afstanden gelden bovenstaande opmerkingen ten aanzien van optredende toleranties.
De vorm van de teenelementen 30 wijkt af van de niet getoonde vorm van de golfbeschermingselementen. In dit uitvoeringsvoorbeeld is het teenelement 30 kubusvormig en heeft geen uitsteeksels.
30 De ribbe van de kubus, en meer in het algemeen de lengte van het teenelement 30, gezien in de richting van de teen 4, is kleiner dan de onderlinge afstand 35. Aldus definiëren de teenelementen 30 doorstroomopeningen 36. Deze doorstroómopeningen 36 verminderen de hydraulische belasting op de teenelementen 30 die ontstaan wanneer 35 golven over de laag 11 golfbeschermingselementen stromen, en met name wanneer het betreffende water weer terugstroomt, langs het talud 2 naar beneden. In het algemeen heeft een teenconstructie met teenelementen volgens de uitvinding een porositeit van in hoofdzaak minstens 30%, in het bijzonder minstens 40% en bij voorkeur minstens 40 50%.
1029538- - 7 -
In tegenstelling tot een onderwaterdam, zoals toegepast in de stand van de techniek, zijn de teenelementen 30 niet op elkaar gestapeld en in een enkele rij 31 opgesteld. De teenelementen 30 hebben een massa, die bij voorkeur minimaal 80% van dat van de 5 golfbeschermingselementen is. In een variant is de massa in hoofdzaak gelijk aan dat van de golfbeschermingselementen.
De golfbeschermingselementen 30 rusten met een steunvlak 38 op de bodem 5. Het steunvlak 38 is bij voorkeur vlak, voor het verhogen van de wrijvingskrachten tussen teenelement 30 en bodem 5. Tevens is 10 het oppervlak van steunvlak 38 bij voorkeur gelijk aan de grootste horizontale doorsnede door het teenelement 30. Dit verhoogt eveneens de wrijvingskracht.
Daarnaast vergroot het steunvlak 38 dankzij de grote doorsnede de stabiliteit, dat wil zeggen de weerstand tegen kantelen van het 15 teenelement 30. De randen van het steunvlak 38 vormen kantelpunten 39. Terugstromend water, en/of het gewicht van de golfbeschermingselementen, zal een horizontale kracht kunnen uitoefenen op het teenelement 30, schematisch weergegeven door middel van pijl 40.
Onder een dergelijke horizontale kracht 40 zal het teenelement 30 de 20 neiging hebben om te kantelen rond één van de kantelpunten 39.
Hierbij zal het gewicht van het teenelement 30 een terugstelmoment uitoefenen dat maximaal gelijk is aan het gewicht maal de horizontale afstand van het zwaartepunt 32 tot het betreffende kantelpunt 39.
Zelfs indien de horizontale kracht 40 gedurende een relatief 25 korte tijd een kantelmoment uitoefent op het teenelement 30, dat 1 groter is dan het terugstelmoment van het teenelement, dan nog zal het teenelement 30 niet direct omkantelen. De stabiliteit van het teenelement 30, dat wil zeggen het vermogen om terug te kantelen naar de oorspronkelijke positie na een begin van kantelen, wordt hierbij 30 bepaald door een kantelhoek 41. De kantelhoek 41 is de hoek tussen de verticaal, dat wil zeggen de richting van de zwaartekracht, en een verbindingslijn tussen het zwaartepunt 32 en de kantelpunt 39. Naarmate deze hoek groter is, zal de stabiliteit van het teenelement 30 groter zijn.
35 Fig. 3 en 4 tonen varianten op het algemene principe van fig. 1 en 2. Opgemerkt wordt dat in de fig. 1 t/m 4 de bodem 5 een relatief harde bodem is, bijvoorbeeld een rotsbodem. De uitvinding kan echter ook toegepast worden op zachtere bodems, zoals bijvoorbeeld een zandbodem. In dat geval zal de filterlaag 7 zich tevens over enige 40 afstand over de bodem 5 uitstrekken, waarbij deze zich ten minste 1029538- - 8 - onder de teenelementen 30 uitstrekt. Onder de filterlaag 7 kunnen zich nog andere lagen bevinden, opgebouwd uit elementen die kleinere afmetingen hebben dan die van de filterlaag 7.
Vergelijkbare onderdelen worden in de figuren 3 en 4 aangeduid 5 met een verwijzingscijfer dat met 100, respectievelijk 200, is opgehoogd ten opzichte van dat van fig. 1 en 2. Een golfbeschermingsconstructie 101 omvat golfbeschermingselementen 110 die in een enkele laag 111 zijn voorzien. De golfbeschermingselementen 110 hebben zwaartepunten 112, waarbij 10 omwille van de duidelijkheid van een deel van de golfbeschermingselementen 110 alleen het zwaartepunt 112 getoond wordt.
De golfbeschermingselementen 110 zijn rond een vierkante basisplaat 120 voorzien van vier identieke uitsteeksels 121. Verder 15 omvat het golfbeschermingselementen 110 twee vrijwel kubusvormige uitsteeksels, ook wel aangeduid als neuzen, 122. De neuzen 122 strekken zich loodrecht uit ten opzichte van de vierkante basis 120.
Langs de teen 4 strekt zich een rij teenelementen 130 uit. De onderlinge horizontale afstand van de zwaartepunten 132 van de 20 teenelementen 130 is in hoofdzaak gelijk aan de (niet getoonde) horizontale afstand van de golfbeschermingselementen 110, zoals hierboven in relatie tot fig. 1 en 2 in meer detail is beschreven.
Het teenelement 130 steunt met een steunvlak 138 op de bodem 5 en heeft kantelpunten 139. In vergelijking met het kubusvormige 25 teenelement 30 heeft het teenelement 130, bij vergelijkbare horizontale afmetingen en bij een gelijk gewicht, een vergelijkbaar terugstelmoment. Het teenelement 130 heeft echter een grotere kantelhoek 141. Dit komt doordat het zwaartepunt 132 van het teenelement 130 relatief lager ligt dan dat van het kubusvormige 30 teenelement 30. Het zwaartepunt 132 ligt daarbij lager dan de halve hoogte van het teenelement 130. Het teenelement 130 zal hierdoor een grotere stabiliteit hebben dan het kubusvormige teenelement 30. '
Het teenelement 130 wordt in meer detail getoond in fig. 5 en 6 en omvat een vierkante basisplaat 150. Aan elk van de hoeken van de 35 vierkante basisplaat 150 strekt zich een identieke uitsteeksel 151 uit. De uiterste begrenzingen van de uitsteeksels 151 vormen de kantelpunten 139. Verder strekt zich vanaf de plaat 150 een neus 152 naar boven toe uit. De bovenzijde van de plaat 150, dat wil zeggen de zijde die tegenover het steunvlak 138 is gelegen, kan beschouwd 1029538- - 9 - worden als een afsteunvlak, voor het laten steunen van nabijgelegen golfbeschermingselementen 110.
Optioneel is het teenelement 130 voorzien van wrijvingsverhogende middelen 155, in de vorm van relatief korte 5 uitsteeksels, of stalen pennen, of deuvels. De wrijvingsverhogende middelen 155, zijn bestemd om aan te grijpen in kleine openingen, of onregelmatigheden, in een rotsachtige bodem. De uitsteeksels 155 kunnen ook in een zandsteen bodem dringen.
Het teenelement 130 verschilt in vorm ten opzichte van de 10 golfbeschermingselementen 110, door het weglaten van een tweede neus. Dankzij de afwezigheid van een tweede neus is het vlakke steunvlak 138 gevormd. Met voordeel zijn neus 152 en de uitsteeksels 151 wel gelijk of ten minste vergelijkbaar, met de uitsteeksels 121 en 122 van de golfbeschermingselementen 120. Dit verbetert het onderling 15 aangrijpen van de onderste rij golfbeschermingselementen 110 op de rij teenelementen 130.
De neus 122 heeft ongeveer 11% van de totale massa van het golfbeschermingselement 110. Aldus zal de massa van het teenelement 130 ongeveer 89% zijn van de massa van het golfbeschermingselement 20 110, indien het verder dezelfde afmetingen heeft en uit hetzelfde materiaal is vervaardigd. Indien gewenst kan de massa van het teenelement vergroot worden, door bijvoorbeeld één, of twee, van de inkepingen 156 tussen de uitsteeksels 151 te vullen met beton. Bij voorkeur blijven twee naast elkaar gelegen inkepingen 156, dat wil 25 zeggen twee inkepingen 156 waartussen zich slechts één uitsteeksel 151 bevindt, open, voor het opnemen van uitsteeksels 221, 222 van golfbeschermingselementen 110.
Met voordeel worden de teenelementen 130 die aan elkaar grenzen ten opzichte van elkaar gedraaid met een hoek van in hoofdzaak 45°.
30 De uiterste punt van een uitsteeksel 151 kan daarbij tegen de teen 4 gaan liggen, zodat de minimale horizontale afstand van het zwaartepunt 132 naar de teen 4 gelijk is aan een half wortel twee maal de breedte van het teenelement 130. Een teenelement ligt dus uitsluitend op de bodem 5 en steunt niet op het talud 2, 35 respectievelijk het deel van de filterlaag 7 dat tegen het talud 2 aanligt. De gehele teenconstructie kan ook een rij golfbeschermingselementen 110 omvatten, die zich uitstrekt tussen de rij teenelementen 30 en de golfbeschermingselementen 110 die zich tegen het talud 2 bevinden.
\029538- - 10 -
Een alternatief teenelement kan gevormd worden, op basis van de vorm van het golfbeschermingselement 110, door één uitsteeksel 151, inclusief de betreffende hoek van de basis 150, weg te laten, zoals schematisch aangeduid met stippellijn 157 in fig. 5. Aldus ontstaat 5 een steunvlak, dat onder meer gevormd wordt door zijkanten van de twee uitsteeksels 152 en van de twee tegenover elkaar gelegen uitsteeksels 151.
Fig. 4 verschilt daarin van de uitvoeringsvorm van fig. 3 dat een golfbeschermingsconstructie 201 opgebouwd is met 10 golfbeschermingselementen 210, die afwijken van de golfbeschermingselementen 110. Teenelementen 230 wijken op overeenkomstige wijze af, zoals meer duidelijk wordt uit fig. 7 en fig. 8. De golfbeschermingselementen 210 zijn eveneens voorzien van uitsteeksels, in dit geval echter van twee aambeeldvormige 15 uitsteeksels 221 die zich langs een kubusvormige.kern 220 uitstrekken. Vanaf de kubusvormige kern 220 strekken zich eveneens twee neuzen 222 uit.
De teenelementen 230 hebben zwaartepunten 232, een steunvlak 238, kantelpunten 239 en twee aambeeldvormige uitsteeksels 251 die 20 zich langs een kern 250 uitstrekken. In tegenstelling tot het golfbeschermingselement 220 is het teenelement 230 slechts voorzien van één neus 252.
In een voordelige vervaardigingswerkwijze is het teenelement 230 gevormd in een zelfde mal als golfbeschermingselement 210. Door 25 middel van een afscheidingsschot is er echter voor zorggedragen, dat in de holte die bestemd is voor een uitsteeksel 222 geen vullingmateriaal, zoals beton, kan stromen. Dezelfde werkwijze kan ook toegepast worden voor andere teenelementen, zoals het eerder besproken teenelement 130.
30 Het steunvlak 238 is gekromd. Hierdoor zal het terugstelmoment van teenelement 230 in eerste instantie relatief klein zijn en komt het teenelement 230 minder stabiel te liggen op een harde bodem. Bij een grotere kantelhoek, zal het teenelement gaan kantelen om kantelpunten 239. De kantelpunten 239 van de golfbeschermings-35 elementen 210 worden gevormd door de uiterste randen van de uitsteeksels 221 en 222. De kantelpunten 239 liggen daarbij aan de uiterste rand van het steunvlak 238, zodat alsnog een groter terugstelmoment ontstaat.
Een kantelhoek 241 wordt gedefinieerd als de hoek tussen de 40 zwaartekracht, die op het teenelement 230 aangrijpt in het ! 1029538“ - 11 - zwaartepunt 232, en een denkbeeldige lijn van het zwaartepunt 232 naar het kantelpunt 239. Deze kantelhoek is groter, dan die van een golfbeschermingselement 210, indien die in een willekeurige oriëntatie langs de teen 204 zou zijn voorzien. Het zwaartepunt 212 5 van het golfbeschermingselement ligt hoger dan dat van het teenelement 230. Indien een golfbeschermingselement 210 echter op een in hoofdzaak vlakke bodem 205 rust, maken de uitsteeksels een schuine hoek ten opzichte van de richting van de zwaartekracht. Hierdoor liggen de kantelpunten in horizontale richting relatief dichter bij 10 het zwaartepunt en is de kantelhoek kleiner, dan wanneer de betreffende uitsteeksels 221, 222 zich horizontaal zouden uitstrekken.
Op de filterlaag 7, of andere vervormbare ondergrond, kan de niet vlakke vorm van het steunvlak 238 bijdragen aan de weerstand 15 tegen wegglijden. Door het steunvlak 238 van het teenelement 230 vlak uit te voeren, verbetert daarentegen de stabiliteit en ontstaat een uitvoeringsvorm zoals getoond in fig. 21.
Een alternatief teenelement, gebaseerd op de vorm van het golfbeschermingselement 210, ontstaat door het weglaten van in 20 hoofdzaak een helft van het golfbeschermingselement.210. Als snijvlak, en in gebruik dus steunvlak, is een vlak te nemen dat door, of parallel aan, de symmetrieas door de neuzen 222 loopt en in hoofdzaak loodrecht staat op de langsrichting van de aambeeldvormige uitsteeksels 221. Indien fig. 7 beschouwd wordt als een aanzicht van 25 het golfbeschermingselement 210, zou het bedoelde vlak aangeduid worden door middel van streepstippellijn 257.
Fig. 9 toont schematisch een golfbeschermingselement 310 met kruisvormige uitsteeksels dat gedeeltelijk steunt op een afsteunvlak van een teenelement 330. Het teenelement 330 is H-vormig en omvat een 30 basisbalk 350 en twee langwerpige uitsteeksels 351. Het zwaartepunt van het teenelement 330 ligt onder de halve hoogte van het teenelement 330.
Fig. 12 toont een ruimtelijk aanzicht van een alternatief teenelement 430 met een kern 450 en twee langwerpige uitsteeksels 451 35 alsmede een neus 452. Fig. 13 en 14 tonen een bovenaanzicht en een zijaanzicht van het teenelement 430.
Fig. 15 toont een vereenvoudigde uitvoeringsvorm van een teenelement 530 met een vierkante basisplaat 550. De vierkante basisplaats 550 is voorzien van kubusvormige neus 552. De vierkante 40 basisplaats 550 kan voorzien van uitsparingen 556, die extra steun 1029538- - 12 - kunnen geven aan de uitsteeksels van de niet getoonde golfbeschermingselementen.
Fig. 16 en 17 tonen in zij-, respectievelijk bovenaanzicht een teenelement 630 met een in hoofdzaak cirkelvormige basisplaat 650. De 5 cirkelvormige basisplaat 650 is voorzien van een eveneens cirkelvormige neus 652, waarbij de diameter van de neus 652 kleiner is dan die van de basisplaat 650.
Fig. 18 en 19 tonen een zij-, respectievelijk bovenaanzicht van een teenelement 730 met een vierkante basisplaat 750. De zijkanten 10 van de vierkante basisplaat 750 zijn afgeschuind, om het zwaartepunt 732 omlaag te brengen ten opzichte van een basisplaat met rechte zijkanten. Met ditzelfde doel is de neus 752 piramidevormig uitgevoerd.
Fig. 20 toont een teenelement 830 met een driehoekige 15 basisplaat 850 en een drievlakkige puntneus 852.
Fig. 21 toont een teenelement 930 dat een aangepaste variant is van het teenelement 230 uit fig. 7 en 8. De aanpassing bestaat eruit dat het teenelement 930 voorzien is van een vlak steunvlak 938 waarvan het oppervlak gelijk is.aan de horizontale doorsnede door het 20 steunelement 930. Mede hierdoor liggen de kantelpunten 939 aan de uiterste grens om het teenelement 930. Het teenelement 930 is verder voorzien van een neus 952.
Fig. 22 toont een eenvoudige uitvoeringsvorm van een teenelement 1030, dat uitsluitend bestaat uit een bolvormig 25 basiselement 1050 met een vlak steunvlak 1038. Een zwaartepunt 1032 ligt onder de halve hoogte van het teenelement 1030.
Fig. 23 toont een alternatief eenvoudig teenelement 1130 dat uitsluitend bestaat uit een piramidevormig lichaam 1150. De onderzijde van het piramidevormige basiselement 1150 begrenst een 30 steunvlak 1138. Dankzij de piramidevorm ligt het zwaartepunt 1132 lager dan de halve hoogte van het teenelement 1130. Tevens liggen de kantelpunten 1139 ver naar buiten. De cirkelvormige begrenzing van het steunvlak 1038 is te beschouwen als een opeenvolging van kantelpunten 1039, die op maximale horizontale afstand liggen van het 35 zwaartepunt 1032.
Fig. 24 toont schematisch een zijaanzicht van een golfbeschermingsconstructie 1201 met een filterlaag 1207 en een laag 1211 van golfbeschermingselementen 1210. Een bovengelegen golfbeschermingselement 1210 wordt getoond, terwijl de overige 40 golfbeschermingselementen omwille van de duidelijkheid zijn 1029538- - 13 - weggelaten. Langs een teen 1204 kunnen teenelementen volgens de uitvinding zijn voorzien, maar de teen kan ook op een conventionele wijze zijn gevormd. Voordelig ten opzichte van de stand van de techniek van de golfbeschermingsconstructie 1201 is het toepassen van 5 een kruinelement 1260. Het kruinelement 1260 omvat een basis 1261, die aan één zijde vlak is uitgevoerd met een steunvlak 1262. Verder kan het kruinelement 1260 voorzien zijn van één of meerdere uitsteeksels 1263 voor het samenwerken met het golfbeschermingselement 1210. Het steunvlak 1260 kan samenwerken met 10 een kruinconstructie 1270, in het getoonde voorbeeld gevormd door L-vormig betonnen profiel.
Zowel de hiervoor beschreven golfbeschermingselementen, als de teenelementen en kruinelementen, kunnen voordelig uitgevoerd worden in beton. Daarnaast zijn ook andere materialen als vulmiddel 15 mogelijk, waaronder bitumineuze vulmiddelen en kunststoffen.
1029538^

Claims (11)

1. Golfbeschermingsconstructie voor een talud, zoals het talud van een golfbreker of een oever, welk talud ter plaatse van een teen overgaat in een bodem, welke golfbeschermingsconstructie golfbeschermingselementen en 5 teenelementen omvat, waarbij de golfbeschermingselementen ieder voorzien zijn van meerdere uitsteeksels voor het onderling in elkaar grijpen, en op het talud zijn voorzien volgens een in hoofdzaak regelmatig denkbeeldig grid, met een horizontale gridafstand tussen de 10 zwaartepunten van de golfbeschermingselementen, terwijl de teenelementen zich langs de teen uitstrekken, en een vorm hebben die afwijkt van de vorm van de golfbeschermingselementen, met het kenmerk, dat de zwaartepunten van de teenelementen op 15 in hoofdzaak de horizontale gridafstand van elkaar zijn voorzien.
2. Golfbeschermingsconstructie volgens conclusie 1, waarbij een kantelhoek van ten minste één van de teenelementen groter is dan een kantelhoek van het golfbeschermingselement, waarbij de kantelhoek 20 voor elk van de elementen bepaald wordt door de hoek tussen de richting van de zwaartekracht en een denkbeeldige lijn van het zwaartepunt naar een kantelpunt van het betreffende element.
3. Golfbeschermingsconstructie volgens conclusie 1, of 2, waarbij 25 een terugstelmoment van ten minste één van de teenelementen, dat i uitgeoefend wordt door het gewicht van dit teenelement ten opzichte van een kantelpunt indien dit teenelement onderworpen wordt aan een kantelmoment, groter is dan een terugstelmoment van een golfbeschermingselement indien het op een vergelijkbare positie langs 30 de teen aan een gelijk kantelmoment zou worden onderworpen.
4. Golfbeschermingsconstructie volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij het zwaartepunt van ten minste één van de teenelementen lager ligt dan de halve hoogte van de betreffende 35 teenelementen. 1029538- - 15 -
5. Golfbeschermingsconstructie volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij ten minste één van de teenelementen voorzien is van een steunvlak, waarmee het op de bodem rust.
6. Golfbeschermingsconstructie volgens conclusie 5, waarbij het steunvlak voorzien is van wrijvingsverhogende middelen.
7. Golfbeschermingsconstructie volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij de vorm van ten minste één van de teenelementen 10 in hoofdzaak gelijk is aan de vorm van een golfbeschermingselement waarvan ten minste één uitsteeksel is weggelaten voor het vormen van een steunvlak.
8. Golfbeschermingsconstructie volgens één van de voorgaande 15 conclusies, die verder kruinelementen omvat, waarbij de vorm van ten minste één van de kruinelementen in hoofdzaak gelijk is aan de vorm van een golfbeschermingselement waarvan ten minste één uitsteeksel is weggelaten.
9. Werkwijze voor het vervaardigen van een tëenelement voor een golfbeschermingsconstructie volgens één van de voorgaande conclusies, of voor het vervaardigen van een kruinelement volgens conclusie 8, omvattende de volgende stappen: het in een mal voor een golfbeschermingselement storten van een 25 vulmiddel, zoals beton, welke mal holtes omvat voor het vormen van uitsteeksels van het golfbeschermingselement, en het zorgdragen dat het vulmiddel ten minste één van de holtes niet intreedt.
10. Werkwijze voor het vervaardigen van een teenelement, of een kruinelement, voor een golfbeschermingsconstructie volgens conclusie 9. omvattende het in de mal plaatsen van een afscheidingsschot.
11. Werkwijze voor het vervaardigen.van een 35 golfbeschermingsconstructie, omvattende de volgende stappen: het plaatsen van teenelementen langs een teen van een talud, met de zwaartepunten op een horizontale gridafstand, het plaatsen van eerste rij golfbeschermingselementen, op een in hoofdzaak gelijke gridafstand, waarbij de eerste rij 1029538“ - 16 - golfbeschermingselementen tegen het talud en tegen de teenelementen worden geplaatst. 1029538-
NL1029538A 2005-07-15 2005-07-15 Golfbeschermingsconstructie, werkwijze voor het vervaardigen van een teenelement voor een golfbeschermingsconstructie, en werkwijze voor het vervaardigen van een golfbeschermingsconstructie. NL1029538C2 (nl)

Priority Applications (8)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1029538A NL1029538C2 (nl) 2005-07-15 2005-07-15 Golfbeschermingsconstructie, werkwijze voor het vervaardigen van een teenelement voor een golfbeschermingsconstructie, en werkwijze voor het vervaardigen van een golfbeschermingsconstructie.
ARP060102993A AR058432A1 (es) 2005-07-15 2006-07-12 Estructura de proteccion contra olas, metodo para producir un elemento de pie para una estructura de proteccion contra olas y un metodo para producir una estructura de proteccion contra olas
ZA200801470A ZA200801470B (en) 2005-07-15 2006-07-13 Wave protection structure, method for producing a toe element for a wave protection structure, and method for producing a wave protection structure
PCT/NL2006/000366 WO2007011208A1 (en) 2005-07-15 2006-07-13 Wave protection structure, method for producing a toe element for a wave protection structure, and method for producing a wave protection structure
AU2006270639A AU2006270639B2 (en) 2005-07-15 2006-07-13 Wave protection structure, method for producing a toe element for a wave protection structure, and method for producing a wave protection structure
EP06783844.1A EP1904687B1 (en) 2005-07-15 2006-07-13 Wave protection structure, method for producing a toe element for a wave protection structure, and method for producing a wave protection structure
NZ565798A NZ565798A (en) 2005-07-15 2006-07-13 Wave protection structure, method for producing a toe element for a wave protection structure, and method for producing a wave protection structur
US11/995,758 US7862253B2 (en) 2005-07-15 2006-07-13 Wave protection structure and method for producing a wave protection structure

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1029538 2005-07-15
NL1029538A NL1029538C2 (nl) 2005-07-15 2005-07-15 Golfbeschermingsconstructie, werkwijze voor het vervaardigen van een teenelement voor een golfbeschermingsconstructie, en werkwijze voor het vervaardigen van een golfbeschermingsconstructie.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL1029538C2 true NL1029538C2 (nl) 2007-01-16

Family

ID=35985149

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL1029538A NL1029538C2 (nl) 2005-07-15 2005-07-15 Golfbeschermingsconstructie, werkwijze voor het vervaardigen van een teenelement voor een golfbeschermingsconstructie, en werkwijze voor het vervaardigen van een golfbeschermingsconstructie.

Country Status (8)

Country Link
US (1) US7862253B2 (nl)
EP (1) EP1904687B1 (nl)
AR (1) AR058432A1 (nl)
AU (1) AU2006270639B2 (nl)
NL (1) NL1029538C2 (nl)
NZ (1) NZ565798A (nl)
WO (1) WO2007011208A1 (nl)
ZA (1) ZA200801470B (nl)

Families Citing this family (10)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US8132985B2 (en) * 2007-01-31 2012-03-13 The United States Of America As Represented By The Secretary Of The Army Armor unit
US8888481B2 (en) 2011-01-10 2014-11-18 Stable Concrete Structures, Inc. Machine for manufacturing concrete U-wall type construction blocks by molding each concrete U-wall construction block from concrete poured about a block cage made from reinforcing material while said block cage is loaded within said machine
FR3003278B1 (fr) * 2013-03-15 2017-12-08 Inouco Bloc de protection d'ouvrages maritimes et/ou fluviaux, et structure de protection des ouvrages maritimes et/ou fluviaux comprenant une pluralite de tels blocs
MX2013006084A (es) * 2013-05-30 2014-10-03 Jose Canto Rincon Sistema multifuncional de bloques de concreto de forma de polipodo.
NL2011206C2 (nl) * 2013-07-22 2015-01-27 Hillblock B V Waterkering alsmede bekledingselement daarvoor.
US9644334B2 (en) 2013-08-19 2017-05-09 Stable Concrete Structures, Inc. Methods of and systems for controlling water flow, breaking water waves and reducing surface erosion along rivers, streams, waterways and coastal regions
WO2017010580A1 (ko) * 2015-07-13 2017-01-19 한국해양과학기술원 고파랑 대응 소파블록
FR3068716B1 (fr) 2017-07-10 2022-04-01 Artelia Eau Et Environnement Bloc de pied artificiel pour enrochement
NL2023195B1 (en) 2019-05-24 2020-12-02 Koninklijke Bam Groep Nv Crest element for a breakwater, armour layer assembly for a breakwater, breakwater, method of cresting a breakwater, and method of providing an armour on a breakwater.
US11555286B1 (en) * 2022-02-25 2023-01-17 Natrx, Inc. Stabilizing structural fills

Citations (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
CH290810A (fr) * 1950-03-10 1953-05-31 Neyrpic Ets Bloc artificiel pour la construction d'ouvrages hydrauliques.
US3759043A (en) * 1968-09-19 1973-09-18 K Tokunaga Molds for use in manufacturing energy dissipating concrete blocks for river and marine works
EP0016727A1 (de) * 1979-03-05 1980-10-01 Rolf Scheiwiller Bausatz aus Verbundsteinen, insbesondere für die Hangsicherung und Flussbettverbauung
DE4223335A1 (de) * 1991-07-17 1993-01-21 Alwin Kaiser Flussbauwerk und bauteil zum bau eines flussbauwerks

Family Cites Families (5)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US1678613A (en) * 1926-07-22 1928-07-24 Weiss Albert Method and apparatus for making building blocks
US3252287A (en) * 1962-12-10 1966-05-24 Suzuki Bunko T-shaped concrete block
US3368357A (en) * 1964-11-17 1968-02-13 Takamori Masayuki Structure for breaking waves
US4875803A (en) * 1988-07-18 1989-10-24 Scales Michael J Block-formed revetment system for controlling soil erosion
BR0312823B1 (pt) * 2002-07-24 2014-12-09 Hbg Civiel B V “elemento protetor para um quebra-mar ou construção de retenção de onda e método e contravento para a sua produção”

Patent Citations (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
CH290810A (fr) * 1950-03-10 1953-05-31 Neyrpic Ets Bloc artificiel pour la construction d'ouvrages hydrauliques.
US3759043A (en) * 1968-09-19 1973-09-18 K Tokunaga Molds for use in manufacturing energy dissipating concrete blocks for river and marine works
EP0016727A1 (de) * 1979-03-05 1980-10-01 Rolf Scheiwiller Bausatz aus Verbundsteinen, insbesondere für die Hangsicherung und Flussbettverbauung
DE4223335A1 (de) * 1991-07-17 1993-01-21 Alwin Kaiser Flussbauwerk und bauteil zum bau eines flussbauwerks

Also Published As

Publication number Publication date
EP1904687A1 (en) 2008-04-02
ZA200801470B (en) 2009-10-28
US7862253B2 (en) 2011-01-04
WO2007011208A1 (en) 2007-01-25
AU2006270639B2 (en) 2011-09-08
EP1904687B1 (en) 2015-09-09
NZ565798A (en) 2011-02-25
AU2006270639A1 (en) 2007-01-25
US20080298894A1 (en) 2008-12-04
AR058432A1 (es) 2008-02-06

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL1029538C2 (nl) Golfbeschermingsconstructie, werkwijze voor het vervaardigen van een teenelement voor een golfbeschermingsconstructie, en werkwijze voor het vervaardigen van een golfbeschermingsconstructie.
WO2010052806A1 (en) Retaining wall block and retaining wall
NL1024629C1 (nl) Bouwelement.
US7837415B2 (en) Retaining wall and blocks for the formation thereof
NL1039798C2 (nl) Blok voor oeververdediging en samenstel daarvan.
NL1039139C2 (nl) Oeverbekledingselement.
EP0429379B1 (fr) Nuvrage de soutènement et procédé de conotitution d'un ouvrage de soutènement
JP5822351B2 (ja) 消波ブロック
JP6338167B2 (ja) 盛土構造及びその構築方法
NL2006996C2 (nl) Verjongde funderingspaal.
JP4519591B2 (ja) 消波ブロック
WO2017140980A1 (fr) Element de sous-couche pour digue a talus, et procedes associes de fabrication de sous couche et de digue
JP5923825B2 (ja) 重力式ケーソン防波堤の捨石層保護構造
JP3213674U (ja) 堤防用法肩ブロック
JP2823603B2 (ja) 護岸壁
BE537465A (nl)
JP3190220U (ja) ハニカム構造体の立面構造
JPH0519370Y2 (nl)
JP3368495B2 (ja) 空組擁壁用コンクリートブロック及びその組積工法
JPH0748744Y2 (ja) 護岸用階段式ブロック
JPH04111Y2 (nl)
NL8600687A (nl) Verbandsteen voor het bedekken of bekleden van oppervlakten alsmede werkwijze voor zijn vervaardiging.
JP3016675U (ja) 防波堤の上部工構造
WO2019012217A1 (fr) Structure de defense d'ouvrage maritime ou fluvial
JPS5920827B2 (ja) 農地や宅地等の造成模型体

Legal Events

Date Code Title Description
PD2B A search report has been drawn up