NL1029216C2 - Planthulpmiddel, waterwinblad en werkwijze. - Google Patents

Planthulpmiddel, waterwinblad en werkwijze. Download PDF

Info

Publication number
NL1029216C2
NL1029216C2 NL1029216A NL1029216A NL1029216C2 NL 1029216 C2 NL1029216 C2 NL 1029216C2 NL 1029216 A NL1029216 A NL 1029216A NL 1029216 A NL1029216 A NL 1029216A NL 1029216 C2 NL1029216 C2 NL 1029216C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
plant
angle
aid
plant aid
moisture
Prior art date
Application number
NL1029216A
Other languages
English (en)
Inventor
Petrus Mattheus Maria Hoff
Original Assignee
Pmm Hoff Holding Bv
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Pmm Hoff Holding Bv filed Critical Pmm Hoff Holding Bv
Priority to NL1029216A priority Critical patent/NL1029216C2/nl
Priority to NL1029307A priority patent/NL1029307C2/nl
Priority to MX2007015368A priority patent/MX2007015368A/es
Priority to ES06747567.3T priority patent/ES2693610T3/es
Priority to EA200702671A priority patent/EA012126B1/ru
Priority to PCT/NL2006/000282 priority patent/WO2006132526A2/en
Priority to EP06747567.3A priority patent/EP1891275B1/en
Priority to BRPI0611810-0A priority patent/BRPI0611810A2/pt
Priority to JP2008515640A priority patent/JP5058987B2/ja
Priority to UAA200800214A priority patent/UA90724C2/ru
Priority to CN2006800284971A priority patent/CN101238254B/zh
Priority to US11/916,851 priority patent/US8240083B2/en
Priority to AP2007004266A priority patent/AP2154A/xx
Priority to AU2006255876A priority patent/AU2006255876A1/en
Priority to CA2610887A priority patent/CA2610887C/en
Priority to PL06747567T priority patent/PL1891275T3/pl
Priority to TR2018/15148T priority patent/TR201815148T4/tr
Application granted granted Critical
Publication of NL1029216C2 publication Critical patent/NL1029216C2/nl
Priority to TNP2007000456A priority patent/TNSN07456A1/en
Priority to IL187853A priority patent/IL187853A/en
Priority to ZA200710550A priority patent/ZA200710550B/xx
Priority to EGNA2007001375 priority patent/EG24834A/xx
Priority to MA30499A priority patent/MA29558B1/fr
Priority to US13/454,860 priority patent/US8752330B2/en

Links

Classifications

    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01GHORTICULTURE; CULTIVATION OF VEGETABLES, FLOWERS, RICE, FRUIT, VINES, HOPS OR SEAWEED; FORESTRY; WATERING
    • A01G13/00Protecting plants
    • A01G13/02Protective coverings for plants; Coverings for the ground; Devices for laying-out or removing coverings
    • A01G13/0243Protective shelters for young plants, e.g. tubular sleeves
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01GHORTICULTURE; CULTIVATION OF VEGETABLES, FLOWERS, RICE, FRUIT, VINES, HOPS OR SEAWEED; FORESTRY; WATERING
    • A01G13/00Protecting plants
    • A01G13/02Protective coverings for plants; Coverings for the ground; Devices for laying-out or removing coverings
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01GHORTICULTURE; CULTIVATION OF VEGETABLES, FLOWERS, RICE, FRUIT, VINES, HOPS OR SEAWEED; FORESTRY; WATERING
    • A01G27/00Self-acting watering devices, e.g. for flower-pots
    • A01G27/02Self-acting watering devices, e.g. for flower-pots having a water reservoir, the main part thereof being located wholly around or directly beside the growth substrate
    • YGENERAL TAGGING OF NEW TECHNOLOGICAL DEVELOPMENTS; GENERAL TAGGING OF CROSS-SECTIONAL TECHNOLOGIES SPANNING OVER SEVERAL SECTIONS OF THE IPC; TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC CROSS-REFERENCE ART COLLECTIONS [XRACs] AND DIGESTS
    • Y10TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC
    • Y10TTECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER US CLASSIFICATION
    • Y10T137/00Fluid handling
    • Y10T137/0318Processes
    • YGENERAL TAGGING OF NEW TECHNOLOGICAL DEVELOPMENTS; GENERAL TAGGING OF CROSS-SECTIONAL TECHNOLOGIES SPANNING OVER SEVERAL SECTIONS OF THE IPC; TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC CROSS-REFERENCE ART COLLECTIONS [XRACs] AND DIGESTS
    • Y10TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC
    • Y10TTECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER US CLASSIFICATION
    • Y10T137/00Fluid handling
    • Y10T137/8593Systems
    • YGENERAL TAGGING OF NEW TECHNOLOGICAL DEVELOPMENTS; GENERAL TAGGING OF CROSS-SECTIONAL TECHNOLOGIES SPANNING OVER SEVERAL SECTIONS OF THE IPC; TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC CROSS-REFERENCE ART COLLECTIONS [XRACs] AND DIGESTS
    • Y10TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC
    • Y10TTECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER US CLASSIFICATION
    • Y10T428/00Stock material or miscellaneous articles
    • Y10T428/24Structurally defined web or sheet [e.g., overall dimension, etc.]
    • Y10T428/24777Edge feature

Landscapes

  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Environmental Sciences (AREA)
  • Health & Medical Sciences (AREA)
  • General Health & Medical Sciences (AREA)
  • Toxicology (AREA)
  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Water Supply & Treatment (AREA)
  • Cultivation Of Plants (AREA)
  • Greenhouses (AREA)
  • Sampling And Sample Adjustment (AREA)
  • Examining Or Testing Airtightness (AREA)
  • Cultivation Receptacles Or Flower-Pots, Or Pots For Seedlings (AREA)

Description

Titel: Planthulpmiddel, waterwinblad en werkwijze
De uitvinding heeft betrekking op een planthulpmiddel voor het beschermen van een jonge plant, omvattende een koker die een in het planthulpmiddel plaatsbare jonge plant althans gedeeltelijk zijwaarts omgeeft.
5
Een dergelijk planthulpmiddel is bijvoorbeeld bekend uit de Internationale octrooipublicatie WO 0000015 voor het beschermen van jonge gewassen bij bosaanplant.
Na het planten van jonge gewassen is er vaak sprake van uitval 10 door gebrek aan vocht. De jonge plant heeft namelijk geen of nauwelijks wortelstructuren die in staat zijn water uit de ondergrond op te nemen, terwijl de plant wel vocht verliest door verdamping. Bovendien wordt door het graven van een plantgat de capillaire werking van de grond verbroken, waardoor er geen opdrachtig watertransport vanuit de ondergrond meer 15 plaatsvindt. Uiteraard brengt de uitval na het planten van de jonge gewassen extra werkzaamheden met zich mee, zoals het verwijderen van dood plantmateriaal en het plaatsen van nieuwe gewassen.
De uitvinding beoogt een planthulpmiddel volgens de aanhef te verkrijgen waarbij met behoud van de voordelen, genoemde nadelen worden 20 tegengegaan. In het bijzonder beoogt de uitvinding een planthulpmiddel te verkrijgen waarbij uitval van de jonge plant door gebrek aan vocht wordt tegengegaan. Daartoe omvat het planthulpmiddel voorts een waterwinblad voor het winnen van in de atmosfeer aanwezig vocht, waarbij het ; waterwinblad is voorzien van een waterwinoppervlak dat een ontvangstvlak 25 omvat, welk ontvangstvlak tijdens gebruik een eerste hoek maakt ten opzichte van de oriëntatie van de zwaartekracht, en een aan een onderste rand van het ontvangstvlak grenzend verzamelvlak, welk verzamelvlak 1029216” 2 tijdens gebruik een tweede hoek maakt ten opzichte van de oriëntatie van de zwaartekracht, waarbij de eerste hoek kleiner is dan de tweede hoek.
Door toepassing van het waterwinblad kan in de atmosfeer aanwezig vocht, zoals regen, hagel, en/of sneeuw, maar ook waterdamp 5 relatief gemakkelijk worden gewonnen. Het gewonnen vocht kan vervolgens worden gebruikt om het vochttekort van de plant aan te vullen.
Aangezien het waterwinblad zich zijwaarts verder kan uitstrekken dan de koker van het planthulpmiddel, wordt het effectieve oppervlak voor het ontvangen van het vocht vergroot. Hierdoor komt meer water 10 beschikbaar voor de jonge plant dan de binnenruimte van de koker op zichzelf genomen aan neerslag zou kunnen verzamelen.
Het waterwinblad vangt in de atmosfeer aanwezig vocht in vloeibare vorm op via het ontvangstvlak en het verzamelvlak van het waterwinoppervlak. Onder invloed van de zwaartekracht stroomt het vocht 15 naar lager gelegen delen van het waterwinoppervlak. Ook bevroren vocht, zoals hagel en/of sneeuw, vindt op dergelijke wijze zijn weg naar de lager gelegen delen van het waterwinoppervlak.
Voorts is het waterwinblad overeenkomstig de uitvinding tevens ingericht voor het winnen van in de atmosfeer aanwezig vocht in gasvormige 20 fase, namelijk waterdamp. Bij geschikte omgevingscondities, zoals een temperatuur van het waterwinoppervlak onder het dauwpunt en een voldoende hoge vochtigheid van de lucht, condenseert waterdamp op het ontvangstvlak van het waterwinoppervlak. De waterdamp slaat in de vorm van vochtdruppels neer op het ontvangstvlak. Onder invloed van de 25 zwaartekracht glijden de vochtdruppeltjes langs het ontvangstvlak naar beneden totdat ze bij de onderste rand van het ontvangstvlak aankomen bij het verzamelvlak. Tijdens het naar beneden glijden van de vochtdruppeltjes neemt hun omvang toe, aangezien de gecondenseerde druppeltjes zich door cohesie samenvoegen. Op het verzamelvlak aangekomen glijden de grotere 30 druppels naar het lager gelegen deel van het waterwinoppervlak. Aangezien 1029218“ 3 ι de eerste hoek kleiner is dan de tweede hoek, is de component van de zwaartekracht langs de helling van het ontvangstvlak groter dan de component van de zwaartekracht langs de helling van het verzamelvlak.
Hierdoor kan de zwaartekracht de adhesie tussen de gecondenseerde 5 druppeltjes en het ontvangstoppervlak relatief gemakkelijk overwinnen, zodat de druppeltjes zich benedenwaarts verplaatsen. Voorts kan de zwaartekracht de adhesie tussen de relatief grote druppels en het verzameloppervlak ondanks de geringere helling ook relatief gemakkelijk overwinnen, omdat de verhouding van de grootte van de adhesiekracht ten 10 opzichte van de zwaartekracht afneemt door het grotere volume van de druppels. Door de structuur van het waterwinblad overeenkomstig de uitvinding kunnen aldus ook kleine gecondenseerde druppeltjes zich verzamelen op lager gelegen delen van het waterwinoppervlak. Aangezien op deze wijze relatief veel vocht uit de atmosfeer kan worden gewonnen, kan 15 ook relatief veel vocht aan de jonge plant worden toegevoerd ter aanvulling op het tekort aan vocht, zodat uitval van de jonge plant zal afnemen. Bij het winnen van in de atmosfeer aanwezig vocht worden slechts passieve structuren toegepast die tijdens gebruik geen externe energie consumeren en geen bewegende onderdelen omvatten.
20 Bovendien is door toepassing van een ontvangstvlak met een relatief kleine hoek ten opzichte van de oriëntatie van de zwaartekracht tevens het effectieve oppervlak voor condensatie van vochtdruppeltjes relatief hoog, hetgeen de hoeveelheid gewonnen vocht ten goede komt.
Door het door middel van condensatie winnen van water uit de 25 atmosfeer is het mogelijk ook relatief droge en/of rotsachtige gebieden te beplanten. Ook gronden die zout of brak water bevatten komen in aanmerking voor aanplant, aangezien door de toegenomen beschikbare vochthoeveelheid segmenten in de ondergrond met zoet water gevormd kunnen worden. Bovendien kunnen planten en bomen in een priller stadium 30 worden aangeplant, aangezien het organisme beter wordt beschut en 1029216* —^ — 4 ! verzorgd door het planthulpmiddel overeenkomstig de uitvinding dan in het geval van het bekende planthulpmiddel. Uiteraard brengt dit als voordeel met zich mee dat minder kosten zijn gemoeid voor het verkrijgen van de jongere planten. Bovendien zijn transportkosten lager. Als gevolg van de 5 constante watertoevoer kan de jonge plant op de bodem worden geplant in plaats van in een te graven plantgat. Hierdoor wordt het capillair van de grond niet verstoord en kan tevens op rotsachtige bodems worden geplant.
Opgemerkt wordt dat onder jonge plant wordt verstaan een jong gewas in een pril stadium, zoals een gekweekte plant, jonge boom of struik, 10 maar ook juist ontkiemd plantmateriaal, een zaadje of een spoor.
Voorts wordt opgemerkt dat de koker de jonge plant althans gedeeltelijk zijwaarts omgeeft. Uiteraard is het mogelijk de koker rondom gesloten uit te voeren, zodat de koker de plant geheel omsluit. Het is echter ook mogelijk een opening of spleet vrij te laten, bijvoorbeeld voor het 15 aanbrengen van kiemmateriaal in de koker, nadat het planthulpmiddel op de ondergrond is gepositioneerd. Bij voorkeur is de jonge plant zodanig aangebracht dat de koker de wortelstructuur of te vormen wortelstructuur althans gedeeltelijk omgeeft. De stengel, stam, takken en/of loof bevindt zich dan in hoofdzaak boven de bovenrand van de koker, zodat voldoende 20 langsstromend lucht beschikbaar is voor de plant. Uiteraard is het ook mogelijk de jonge plant anders te positioneren, bijvoorbeeld met het loof althans gedeeltelijk onder de bovenrand van de koker, zodat een betere mechanische bescherming van de jonge plant is verkregen.
Daarnaast wordt opgemerkt dat het aantal ontvangst- en/of 25 verzamelvlakken van het waterwinoppervlak vrij kan worden gekozen, maar niet beperkt is tot één. Zo kan het waterwinoppervlak bijvoorbeeld tien of twintig ontvangst- en verzamelvlakken omvatten. Uiteraard zijn ook andere aantallen mogelijk, bijvoorbeeld honderd. Voorts kan één of een meervoudig aantal waterwinbladen worden toegepast.
j 1029216“ I---- - 5
Het planthulpmiddel overeenkomstig de uitvinding functioneert aldus niet alleen ter bescherming van fysieke invloeden van buitenaf, maar ook voor het ondersteunen van de plant en voor het stimuleren van groei van de jonge plant.
5 Bij voorkeur is de eerste hoek, namelijk de hoek die het ontvangstvlak maakt ten opzichte van de oriëntatie van de zwaartekracht, kleiner dan circa 45°, bij grotere voorkeur kleiner dan circa 30°, zodat gecondenseerde druppeltjes zich relatief gemakkelijk benedenwaarts verplaatsen.
10 De tweede hoek, namelijk de hoek die het verzamelvlak maakt ten opzichte van de oriëntatie van de zwaartekracht, is bij voorkeur groter dan circa 45°, bij grotere voorkeur groter dan circa 60°, zodat bij gelijkblijvende breedte van het waterwinblad toch relatief veel dag- en/of zonlicht en/of ventilatie beschikbaar blijft dat de jonge plant kan bereiken. Uiteraard kan 15 het ontvangst- en/of verzamelvlak ook anders zijn georiënteerd ten opzichte van de zwaartekracht, bijvoorbeeld respectievelijk circa 60° en 70°.
Een ontvangstvlak en/of verzamelvlak kan in hoofdzaak vlak zijn uitgevoerd. Het is echter ook mogelijk dat het ontvangst- en/of verzamelvlak gekromd is uitgevoerd. Zo kunnen het ontvangst- en het verzamelvlak 20 zonder knik in elkaar overgaan. In het kader van deze aanvrage wordt met 'de hoek die een vlak maakt' bedoeld 'de hoek die een raaklijn van althans een segment van het vlak maakt'.
Op voordelige wijze omvat het verzamelvlak een gootprofiel, zodat vochtdruppels gericht naar een lager gelegen deel van het waterwinblad 25 kunnen worden geleid. Vanzelfsprekend zijn ook ander profielen mogelijk, zoals een vlak of licht gekromd profiel. Bij voorkeur heeft het gootprofiel in dwarsdoorsnede een basis met een minimale breedte van circa 5 mm, zodat waterdruppels tijdens het naar beneden glijden relatief weinig belemmerende adhesiekrachten van de zijwanden van het gootprofielen 30 ondervinden. De basis heeft bijvoorbeeld een breedte in het bereik van circa 1029218" 6 5-15 mm, afhankelijk van de te verwachten druppelgrootte. De druppelgrootte kan worden ingeschat aan de hand van de maximale afgelegde afstand van de druppel over een opvang- en verzamelvlak. Uiteraard zijn ook andere afmetingen van de basis mogelijk, bijvoorbeeld 5 circa 20 mm.
Door het waterwinoppervlak in hoofdzaak trechtervormig uit te voeren kan het gewonnen vocht gemakkelijk naar de binnenzijde van de koker worden geleid, zodat het vocht ten goede komt aan de plant. Bovendien is relatief veel dag- en/of zonlicht en/of ventilatie beschikbaar 10 voor de jonge plant zodat schimmelvorming wordt tegengegaan en assimilatie- en/of ventilatieprocessen minimaal worden beïnvloed. Het waterwinoppervlak kan echter kan anders worden uitgevoerd, bijvoorbeeld als een afgeknotte kegel die aan de onderzijde de grootste doorsnede heeft. Het gewonnen vocht kan daarbij aan de randen worden verzameld.
15 Bij voorkeur omvat het waterwinoppervlak een uitstekende structuur die tijdens gebruik in hoofdzaak bovenwaarts is georiënteerd en waarbij het oppervlak van de uitstekende structuur althans gedeeltelijk het ontvangstvlak vormt. Hierdoor is het mogelijk relatief veel ontvangst vlakken te vormen ten opzichte van de zijwaartse uitgestrektheid 20 van het waterwinblad, zodat de hoeveelheid gewonnen vocht toeneemt bij gelijkblijvende dwarsafmetingen van het blad. De uitstekende structuur omvat bijvoorbeeld bolletjes, piramides, en/of rugprofielen.
Bij grote voorkeur omvat het planthulpmiddel voorts een reservoir voor het opslaan van gewonnen vocht, zodat de beschikbaarheid van het 25 vocht kan worden gereguleerd. Zo kan de hoeveelheid vocht die in korte tijd wordt verzameld over een langere periode aan de jonge plant worden aangevoerd. Al het gewonnen vocht kan in het reservoir worden geleid. Het is echter ook mogelijk slechts een deel in het reservoir op te slaan en een ander deel van het gewonnen vocht direct naar de plant te leiden.
1029216- 7
Door het reservoir in hoofdzaak onder het waterwinblad aan te brengen kan het gewonnen water relatief koel blijven, zodat ongewenste verdamping wordt tegengegaan. Bovendien is hiermee een relatief stabiele constructie verkregen die minder gemakkelijk omvalt bij het optreden van 5 bijvoorbeeld windhozen. De jonge plant wordt zodoende beter beschermd tegen invloeden van buitenaf.
Door het reservoir te voorzien van tenminste één irrigatiepunt voor het afgeven van in het reservoir aanwezig vocht aan een daaronder gelegen ondergrond kan het vocht vanuit het reservoir gedoseerd worden 10 toegediend, zodat de jonge plant regelmatig van vocht wordt voorzien.
Bij voorkeur is de bovenzijde van het waterwinoppervlak voorts voorzien van een adhesieverlagende afdeklaag, bijvoorbeeld van PET en/of teflon, zodat een waterafstotend effect wordt verkregen. Hierdoor kunnen waterdruppeltjes gemakkelijker lager gelegen delen van het 15 waterwinoppervlak bereiken, zodat de hoeveelheid gewonnen vocht toeneemt. Uiteraard zijn ook andere materialen mogelijk voor het vormen van een afdeklaag, zoals een was- of siliconenproduct.
Door voorts het waterwinblad aan de onderzijde te voorzien van thermisch isolatiemateriaal wordt warmteuitwisseling tussen het 20 waterwinblad en de omgevingslucht beperkt. Hierdoor kan een temperatuurverschil tussen het blad en de omgevende lucht relatief lang in stand worden gehouden, bijvoorbeeld na een koele nacht. Het waterwinblad behoudt een relatief lage temperatuur, ook wanneer de temperatuur van de omgevingslucht toeneemt, zodat het condensatieproces, waarbij 25 langsstromende warme lucht afkoelt en condensvorming optreedt, relatief lang in stand blijft en daarmee eveneens het waterwinningsproces. Zo volgt de temperatuur van het blad vertraagd het temperatuursverloop van de omgevende lucht. Bij het afkoelen van de omgevingslucht, bijvoorbeeld 's avonds na een warme dag, slaat de optredende dauw neer op het 30 waterwinblad. Ten einde temperatuurverschillen tussen de lucht en het 1029216“ ! 8 blad zo lang mogelijk in stand te houden kan het waterwinblad eveneens worden voorzien van materiaal dat een hoge soortelijke warmte heeft.
De uitvinding heeft eveneens betrekking op een waterwinblad.
Voorts heeft de uitvinding betrekking op een werkwijze voor het 5 winnen van in de atmosfeer aanwezig vocht.
Verdere voordelige uitvoeringsvormen van de uitvinding zijn weergegeven in de volgconclusies.
De uitvinding zal nader worden toegelicht aan de hand van uitvoeringsvoorbeelden die in de tekening zijn weergegeven. In de tekening 10 toont:
Figuur 1 een schematisch aanzicht van een dwarsdoorsnede van een eerste uitvoeringsvorm van een planthulpmiddel overeenkomstig de uitvinding:
Figuur 2 een schematisch aanzicht van een dwarsdoorsnede van 15 een eerste uitvoeringsvorm van een waterwinblad van het planthulpmiddel van Fig. 1;
Figuur 3 een schematisch aanzicht van een dwarsdoorsnede van een tweede uitvoeringsvorm van een waterwinblad van het planthulpmiddel van Fig. 1; 20 Figuur 4 een schematisch perspectivisch aanzicht van een derde uitvoeringsvorm van een waterwinblad van het planthulpmiddel van Fig. 1;
Figuur 5 een schematisch perspectivisch aanzicht van een vierde uitvoeringsvorm van een waterwinblad van het planthulpmiddel van Fig. 1;
Figuur 6 een schematisch perspectivisch aanzicht van een vijfde 25 uitvoeringsvorm van een waterwinblad van het planthulpmiddel van Fig. 1;
Figuur 7 een schematisch aanzicht van een dwarsdoorsnede van regelmiddelen overeenkomstig de uitvinding;
Figuur 8 een schematisch aanzicht van een dwarsdoorsnede van het planthulpmiddel van Fig. 1 boven een schuine helling; 1029216- 9
Figuur 9 een schematisch perspectivisch aanzicht van een tweede uitvoeringsvorm van een planthulpmiddel overeenkomstig de uitvinding;
Figuur 10 een schematisch perspectivisch aanzicht van een vlakke draagstructuur overeenkomstig de uitvinding; en 5 Figuur 11A, 11B1, 11B2 en 11C schematisch perspectivische aanzichten van twee alternatieve uitvoeringsvarianten voor een doseersysteem voor het afgeven van vloeistof uit het reservoir.
De figuren zijn slechts schematische weergaven van de uitvinding en worden uitsluitend gegeven bij wijze van niet-beperkende 10 uitvoeringsvoorbeelden.
Figuur 1 toont een schematisch zijaanzicht van een eerste uitvoeringsvorm van een planthulpmiddel 1 overeenkomstig de uitvinding.
Het planthulpmiddel 1 omvat een 2 die een jonge plant 3 zijwaarts zodanig omgeeft dat de jonge plant 3 zijwaarts geheel is omsloten. De koker is aan 15 de boven- en onderzijde open, zodat de plant benedenwaarts wortel kan schieten en bovenwaarts kan opgroeien. De jonge plant 3 is geworteld in een perskluit 4 die zodanig in de koker 2 is gepositioneerd, dat de wortelstructuur 4a van de plant 3 wordt omgeven door de koker 2, terwijl de onderzijde van de stengel zich ter hoogte van de onderrand van het 20 waterwinoppervlak bevindt. Zo staat de plant 3 in het licht en is voldoende luchtstromende lucht beschikbaar. De perskluit 4 omvat een substantie, bijvoorbeeld aarde of substraat en wordt geklemd aangebracht in de opening van de kokerwand 2. De substantie is optioneel voorzien van symbiotische bacteriën, eitjes van dieren, zaden, schimmels, sporen, en/of organische 25 en/of anorganische materialen ter voeding van de plant 3, de zogenaamde enting. Indien het planthulpmiddel uit afbreekbaar organisch materiaal is vervaardigd, kan in dit materiaal ook een enting worden aangebracht. Voor een verbeterde stabiliteit kan de perskluit 4 eventueel verder onderin de koker 2 worden aangebracht.
1029216- 10
Voorts omvat het planthulpmiddel 1 tenminste één entingskokon 5 voor het toedienen van voedingsstoffen aan de jonge plant 3. De entingskokon 5 bevindt zich bij voorkeur in de perskluit 4 omsloten door de koker 2 en omvat tenminste één verpakking die onder invloed van erosie 5 en/of bacterie werking gedurende een langere periode, bijvoorbeeld maanden of jaren, wordt afgebroken. In de verpakking(en) bevindt zich materiaal dat de groei van de plant 3 stimuleert en/of de conditie van de plant 3 verbetert, zoals bijvoorbeeld voedingsstoffen en/of symbiosebacteriën. Door verpakkingen met verschillende afbraakperiodes toe te passen komen de 10 daarin aanwezige stoffen gedoseerd ter beschikking van de plant 3, zodat over een relatief lange termijn autonoom entingsstoffen aan de plant 3 kunnen worden toegediend. Het zal voor de vakman duidelijk zijn dat in plaats van een entingskokon 5 andere middelen kunnen worden toegepast om de plant te voeden, zoals de eerder beschreven materialen in de perskluit | 15 4.
i
De koker 2 is op het oppervlak 6 van een ondergrond 7 geplaatst. Bij voorkeur is de ondergrond 7 vooraf niet bewerkt of slechts licht geschraapt, zodat het capillair 23 van de ondergrond 7 niet is verbroken. Hierdoor wordt tegengegaan dat onnodige verdamping optreedt van in de ondergrond 20 7 aanwezig vocht. Bovendien wordt hierdoor gestimuleerd dat een constante aanvoer van vocht blijft plaatsvinden vanuit de ondergrond naar boven door middel van het niet verbroken capillair. Ook treedt minder erosie op.
Bovendien bespaart de hierboven beschreven werkwijze arbeidsintensieve bewerkingen, zoals bijvoorbeeld het graven van een kuil in de ondergrond.
25 Na het plaatsen van de plantkoker 1 wortelt de jonge plant 3 in de ondergrond 7 en komt direct in contact met het capillaire vocht 23, zodat de plant zowel vanuit de ondergrond 7 als vanuit de plantkoker direct een dagelijkse constante hoeveelheid vocht krijgt toegediend. Overigens is het wel mogelijk de ondergrond 7 vooraf te bewerken, zodat de wortelstructuur 30 van de plant in de ondergrond 7 kan worden gebracht. Hierdoor kan de kans 1029216“ 11 op succesvol aanslaan van de plant 3 bij voldoende aanwezig vocht toenemen en kan een nog lagere uitval verwacht worden.
Het planthulpmiddel 1 omvat voorts een in hoofdzaak trechtervormig waterwinblad 8 met een waterwinoppervlak 9 dat 5 ontvangst- en verzamelvlakken 10, 11 omvat die in meer detail worden besproken aan de hand van Figuren 2-5. Het waterwinoppervlak 9 is voorzien van en adhesieverlagende afdeklaag of vervaardigd van waterafstotend materiaal of anderszins chemisch en/of mechanisch bewerkt zodat het oppervlak waterafstotend is om het kleven van waterdruppeltjes 10 aan het oppervlak 9 tegen te gaan en cohesie tussen de waterdruppeltjes onderling te bevorderen.
Verzamelvlakken 11 monden alle, slechts ten dele of in het geheel niet uit in de koker 2, zodat gewonnen vocht uit de atmosfeer, zoals regenen condenswater, eventueel direct ten goede kan komen aan de jonge plant 15 3. Voorts zijn in het waterwinoppervlak 9 openingen 12 aangebracht die als inlaatpunten dienen voor het doorlaten van vocht op het waterwinoppervlak 9 naar een onder het waterwinblad gelegen reservoir 13, zodat het gewonnen vocht kan worden opgeslagen. Het reservoir 13 rust op het oppervlak 6 van de ondergrond 7, zodat een stabiele positie van het 20 planthulpmiddel 1 is verkregen. Voorts wordt door de bedekking van de omgeving van de jonge plant door het planthulpmiddel de groei van plantmateriaal in de onmiddelijke nabijheid van de jonge plant 3 tegengegaan, zodat zoveel mogelijk licht en beschikbare voedingsstoffen in de ondergrond 7 ten goede komen aan de jonge plant 3. Ook beperkt de 25 aanwezigheid van het reservoir 13 verdamping van vocht uit de ondergrond rondom de plant 3. In het getoonde reservoir 13 is reeds een hoeveelheid vocht 19 aanwezig. Het reservoir 13 is voorzien van één of een meervoudig aantal irrigatiepunten voor het afgeven van in het reservoir 13 aanwezig vocht aan de daaronder gelegen ondergrond 7.
1029216* 12 j
Het getoonde irrigatiepunt is uitgevoerd als een holle naald 14 die als druppelaar dienst doet. Met behulp van de holle naald 14 kan het in het reservoir 13 aanwezige vocht gedoseerd worden in de ondergrond 7 worden ingebracht, zodat duurzame zoetwatervoorziening wordt gerealiseerd. Ook 5 maakt het reservoir 11 met het irrigatiepunt het mogelijk om relatief grote hoeveelheden regenwater die in relatief korte tijd worden opgevangen toch gedurende een relatief lange tijd af te geven aan de ondergrond 7. De holle naald 14 dient tevens als verankering voor het verder verhogen van de stabiliteit van het planthulpmiddel 1. Uiteraard is het mogelijk het 10 irrigatiepunt anders te implementeren, bijvoorbeeld als een opening in de bodem 16 van het reservoir 13, of als een capillair koord. De dosering van het debiet aan de ondergrond 7 af te geven vocht is optioneel instelbaar met behulp van extra regelmiddelen. De regelmiddelen omvatten bijvoorbeeld een permeabel vlies of een membraan dat is aangebracht in de doorgang van 15 de holle naald 14.
Het reservoir 13 omvat een uitstroomkanaal 15, ook wel overlooppijp genoemd, waarvan een eerste uiteinde 17 zich tijdens gebruik boven de bodem 16 van het reservoir 13 bevindt en waarvan een tweede uiteinde 18 aansluit op het irrigatiepunt, in de getoonde uitvoeringsvorm de 20 holle naald 14. Door toepassing van de overlooppijp 15 wordt bereikt dat vaste deeltjes in het op geslagen vocht 19, zoals vuil en/of stof, die op de bodem 16 van het reservoir 13 liggen tot aan het niveau van het eerste uiteinde 17 van de overlooppijp 15 niet via de irrigatiepunten de ondergrond 7 bereiken. Hierdoor wordt verstopping van de irrigatiepunten tegengegaan.
25 De overlooppijp 15 fungeert zodoende als een eenvoudig aangebracht filter voor bezonken vaste deeltjes in het opgeslagen vocht 19.
De dosering van het debiet aan de ondergrond 7 af te geven vocht is ook optioneel instelbaar met behulp van extra regelmiddelen. De opening van een irrigatiepunt, bijvoorbeeld de holle naald 14 of een opening in de 30 bodem van het reservoir, wordt afgedicht door een schuifbaar plaatje 26 '1029216- 13 welke door middel van een als pen 27 uitgevoerd aandrijforgaan in een schuifrichting D verschoven kan worden, zoals getoond in Figuur 7. Een eerste deel 25A van de irrigatieopening is door het plaatje 26 vrijgegeven, een tweede deel 25B van de opening is door het plaatje afgesloten. Door het 5 verschuiven wordt het irrigatiepunt groter of kleiner zodat de dosering groter of kleiner wordt. Door het aanbrengen van een schaalverdeling 28 op de pen 27 kan de afgifte geregeld worden, eventueel afhankelijk van de door de plantkoker gewonnen hoeveelheid vocht. Bovendien kan door het schuivende plaatje 26 een eventuele verstopping van het irrigatiepunt 10 worden opgeheven. Door de in hoofdzaak driehoekvorm van de opening 25A, 25B en de in hoofdzaak rechthoekvorm van het schuivend plaatje 26 fungeert het schuivend plaatje 26 als een mes waardoor verstoppingen gemakkelijker verwijderd kunnen worden. Uiteraard kan de geometrie van het plaatje 26 en de opening 25A, 25B ook anders worden gekozen, 15 bijvoorbeeld als respectievelijk een driehoek en een rechthoek.
Een alternatieve oplossing om het vocht 19 gedoseerd aan de ondergrond af te geven is getoond in figuur 11a. In deze figuur is weergegeven dat de bodem 16 van het reservoir is voorzien van een binnenwaarts reikende doorduwing 50. De doorduwing omvat een verhoogd 20 bodemdeel 51 waarvan één of meer zijwanden 52 een uittreedopening in de bodem 16 definiëren.
In de getoonde uitvoeringsvorm is een strookvormige doorduwing 50 aangebracht die tunnelvormig is uitgevoerd en die is voorzien van twee uittreedopeningen 53A, 53B. Het moge duidelijk zijn dat het eveneens 25 mogelijk is om meer of minder doorduwingen 50 toe te passen, en om per doorduwing 50 te voorzien in bijvoorbeeld één uittreedopening 53, of meer ! uittreedopeningen 53.
Indien gewenst kunnen de uittreedopeningen 53 op elegante wijze worden afgesloten met een schuif 54 die nabij de uittreedopeningen 53 door 30 een uitsparing 55 in de zijwand 52 van de doorduwing 50 heen reikt.
1029210“ 14
Met behulp van de schuif 54 kan het oppervlak van de uittreedopening 53 worden ingesteld, zodat het debiet aan vocht 19 dat uit het resevoir 13 uittreedt, kan worden ingesteld.
Op elegante wijze kunnen de uittreedopeningen 53 van meerdere 5 doorduwingen 50 tegelijkertijd worden bediend, bijvoorbeeld met behulp van een gevorkte schuif 54. Eventueel kan de schuif worden voorzien van een maatverdeling 57.
In een alternatieve uitvoeringsvorm kunnen, zoals weergegeven in j j fig. 11B de schuiven 54 zich door de openingen 53A, 53B van de ' 10 tunnelvormige doorduwingen 50 heen uitstrekken. In een dergelijke variant zijn in de schuif 54 verbredingen aangebracht die de openingen kunnen afsluiten en vrijgeven zoals getoond in figuur 11B1 respectievelijk 11B2.
In figuur 11C is weer een andere uitvoeringsvorm getoond, waarbij de doorduwingen 50 op een lijn zijn geplaatst. De doorduwingen zijn, net als 15 bij de variant van figuur 11C, elk voorzien van openingen 53A, 53B. Bij deze uitvoeringsvorm reikt de schuif 54 door de op lijn geplaatste openingen 53A, 53B heen, zodanig dat de schuif 54 de openingen 53A, 53B in de doorduwingen 50 afsluit. Door verstelling van de schuif 54, kunnen meer of minder doorduwingen worden vrijgegeven om via hun openingen 53A, 53B 20 vocht af te voeren. In deze variant kunnen de doorduwingen 50 bijvoorbeeld ook halfbolvormig of schijfvormig zijn uitgevoerd, en kan zijn voorzien in gaten 55 in de wand 52 van de doorduwingen 50.
De in de figuren 11A, 11B1, 11B2 en 11C getoonde afgiftesystemen zijn bijzonder voordelig, omdat ze kunnen worden gerealiseerd met een 25 minimaal aantal additionele onderdelen. In het bijzonder kunnen de doorduwingen gemakkelijk tijdens het vervaardigen van het reservoir worden aangebracht, en kan de bedieningsschuif later eenvoudig worden ingebracht.
De regelmiddelen kunnen bijvoorbeeld ook een permeabel vlies, een 30 capillair koord of een membraan omvatten dat is aangebracht in de 1029216“ 15 doorgang van de holle naald 14. Door toepassing van het schuifbare plaatje 26 is het op voordelige wijze mogelijk de afgiftesnelheid in de loop van de tijd aan te passen.
Bovendien is het reservoir 13 voorzien van een overstroomopening 5 21 in de koker 22 van het reservoir 13, zodat overtollig vocht gemakkelijk weg kan stromen. De overstroomopening 21 is juist boven het niveau van opening 12 gepositioneerd.
Het waterwinblad 8 is aan de onderzijde voorzien van thermisch isolatiemateriaal 20, zodat een temperatuurverschil tussen het 10 waterwinoppervlak 9 en de omringende atmosfeer zo lang mogelijk in stand blijft ter bevordering van het dauw- en condensatieproces. De onderzijde van het isolatiemateriaal 20 kan zowel horizontaal als hol of bol worden uitgevoerd, waarbij de holle vorm de verdamping van het in het reservoir 13 opgeslagen vocht tegengaat.
15 Voorts is het planthulpmiddel aan de buitenzijde voorzien van ogen 29. Door de ogen 29 kan een verankerpen 30 worden aangebracht ter verankering van het planthulpmiddel aan de ondergrond 7. Optioneel is aan de pen op verschillende afstanden een haak 31 aangebracht die kan aangrijpen op een oog van het planthulpmiddel. Hierdoor kan een pen het 20 planthulpmiddel op een gewenste hoogte dragen. Ook kan de oriëntatie van het planthulpmiddel worden ingesteld, zodat het hulpmiddel in hoofdzaak horizontaal boven een schuine hellende ondergrond kan worden gepositioneerd, zoals getoond in Figuur 8. Bij voorkeur zijn de ogen op gelijkmatige wijze verdeeld over de omtrek van het planthulpmiddel, 25 bijvoorbeeld om de 90°. De pen is voorts optioneel voorzien van armen die zich in hoofdzaak zijwaarts uitstrekken, zodat de pen zijwaarts kan worden gestabiliseerd tegen het oppervlak 6 van de ondergrond 7.
Figuren 2 en 3 tonen een schematisch zijaanzicht van respectievelijk een eerste en een tweede uitvoeringsvorm van een 30 waterwinblad 8 van het planthulpmiddel 1. Het waterwinblad 8 heeft een 1029210- 16 waterwinoppervlak 9 dat in hoofdzaak bovenwaarts is georiënteerd voor het winnen van in de atmosfeer aanwezig vocht. Het waterwinoppervlak 9 omvat door een specifieke structuur tenminste één ontvangstvlak 10 en tenminste één verzamelvlak 11 voor het respectievelijk verkrijgen en 5 verzamelen van het vocht. Het ontvangstvlak 10 maakt een eerste hoek α ten opzichte van de oriëntatie van de zwaartekracht Z. Het verzamelvlak 11 maakt een tweede hoek 6 ten opzichte van de oriëntatie van de zwaartekracht Z. De eerste hoek α is kleiner dan de tweede hoek 6, zodat druppeltjes op het ontvangstvlak 10 in principe sneller naar beneden glijden 10 dan druppeltjes op het verzamelvlak 11. Aangezien het verzamelvlak 11 zich aan een onderste rand 10a grenst, zullen relatief veel druppeltjes nabij het verzamelvlak 11 verzamelen en door cohesiekrachten grotere druppels vormen. Grotere druppels ondervinden relatief minder adhesiekrachten van het waterwinoppervlak 9, zodat een tweede hoek β die groter is dan de 15 eerste hoek α, voldoende steil is om de druppels langs het verzamelvlak 11 naar beneden in de koker 2 of in een opening 12 naar het reservoir 13 te laten glijden.
Waterdruppeltjes op het ontvangstvlak 10 worden verkregen door het opvangen van neerslag, dauw en/of condensatie, waarbij het 20 ontvangstvlak 10 als condensvlak fungeert. Vaste neerslag wordt op dezelfde wijze als natte neerslag opgevangen en verzameld.
In de eerste uitvoeringsvorm van het waterwinblad 8, zoals getoond in Figuur 2, is de eerste hoek α zeer gering, bijvoorbeeld enkele graden; de tweede hoek β is circa 45°. In de tweede uitvoeringsvorm van het 25 waterwinblad 8, zoals getoond in Figuur 3, is de eerste hoek α groter, bijvoorbeeld 30°.
Figuur 4 toont een schematisch perspectivisch aanzicht van een derde uitvoeringsvorm van een waterwinblad 8 van het planthulpmiddel 1. Door de vorming van ruggen 25 op het waterwinblad 8 zijn relatief steile 30 ontvangstvlakken 10 en relatief minder steile verzamelvlakken 11 gevormd 1029216- 17 met hoeken ten opzichte van de oriëntatie van de zwaartekracht Z, zoals hierboven beschreven. Het verzamelvlak 11 omvat een gootprofiel 11a voor het via een kanaal geleiden van de waterdruppels naar een opening 12 in het waterwinoppervlak 9 of naar de koker 2. Het gootprofiel 11a heeft een 5 basis die minimaal 2 mm breder is dan de diameter van de waterdruppel, bijvoorbeeld in het bereik van circa 5 tot circa 15 mm, zoals bijvoorbeeld 10 mm.
Figuur 5 toont een schematisch perspectivisch aanzicht van een vierde uitvoeringsvorm van een waterwinblad 8 van het planthulpmiddel 1. 10 Het waterwinblad 8 omvat uit het blad 8 stekende structuren 10b, in de vorm van blokken, zodat ontvangstvlakken 10 worden gevormd. Door de uitstekende structuren wordt bovendien het effectieve oppervlak van het waterwinblad 8 vergroot, zodat extra vocht uit de atmosfeer kan worden gewonnen. De uitstekende structuren kunnen uiteraard ook anders zijn 15 gevormd, bijvoorbeeld als piramiden zoals getoond in Figuur 6.
Bij voorkeur omvat de koker 2 twee losneembare wanddelen, bijvoorbeeld wanddelen die scharnierbaar zijn opgesteld ten opzichte van een scharnieras die in hoofdzaak evenwijdig aan de lengteas L van de koker 2 is georiënteerd. Hierdoor kan het planthulpmiddel gemakkelijk worden 20 opgebouwd rondom een jonge plant 3. Ook andere delen van het planthulpmiddel 1 kunnen naar keuze separaat of geïntegreerd worden op gebouwd om het opbouwen van het planthulpmiddel 1 eenvoudig en snel uit te kunnen voeren. Ook kan het planthulpmiddel 1 relatief eenvoudig worden ontmanteld. Zo kunnen de twee wanddelen buitenwaarts zwenken 25 zonder noemenswaardige schade aan te richten aan de plant, bijvoorbeeld wanneer de plant 3 voldoende is gegroeid. Optioneel kan het planthulpmiddel 1 worden hergebruikt. Het is echter ook mogelijk het planthulpmiddel 1 te vervaardigen uit (biologisch) afbreekbare materialen, zodat ontmantelwerkzaamheden beperkt blijven of in het geheel overbodig 1029216- 18 zijn. In laatstgenoemde situatie kan het planthulpmiddel 1 op voordelige wijze worden voorzien van tenminste één entingskokon 5.
De koker 2 is bijvoorbeeld cirkelvormig met een constante dwarsdoorsnede. Het is echter ook mogelijk de koker 2 anders te vormen, 5 bijvoorbeeld ellipsvormig of rechthoekig. Bovendien kunnen de afmetingen in dwarsdoorsnede variëren, bijvoorbeeld kegelvormig voor het optimaliseren van ingevangen dag- en/of zonlicht.
In een voorkeursuitvoering overeenkomstig de uitvinding omsluit de koker 2 in bovenaanzicht een oppervlak van circa 1 dm2. Het 10 waterwinblad 8 heeft in bovenaanzicht een groter oppervlak, bijvoorbeeld 1 m2, zodat relatief veel vocht kan worden gewonnen. Door de verhouding van genoemde oppervlakken neemt de schijnbare neerslaghoeveelheid toe, zodat door efficiënt gebruik van regenwater ook in relatief droge gebieden met succes gewasaanplant mogelijk is.
15 Figuur 9 toont een schematisch perspectivisch aanzicht van een tweede uitvoeringsvorm van een planthulpmiddel 1 overeenkomstig de uitvinding. Voor het winnen van in de atmosfeer aanwezig vocht omvat het planthulpmiddel niet alleen het waterwinblad 9 zoals besproken naar aanleiding van de eerste uitvoeringsvorm van het planthulpmiddel 1, maar 20 ook een draadvörmige structuur met plaatselijke verdikkingen die zich in hoofdzaak boven het waterwinoppervlak bevinden. Een frame 32 strekt zich opwaarts uit en draagt de draadvormige structuur 33 waarvan een uiteinde 33a zich nabij het waterwinoppervlak 9 bevindt. De draadvormige structuur is voorzien van plaatselijke verdikkingen, die bijvoorkeur afgeronde vormen 25 hebben, zoals verdikkingen met in hoofdzaak een bol- of ellipsoïdevorm. Met behulp van de draadvormige structuur met plaatselijke verdikkingen wordt het oppervlak waarop condensatie en/of opvang van dauwdruppeltjes plaatsvindt, vergroot. De druppeltjes glijden onder invloed van de zwaartekracht naar het uiteinde 33a van de draadvormige structuur en 30 vallen op het waterwinoppervlak 9 waar verzameling zoals hierboven 1029216“ i 19 beschreven plaatsvindt. Hierdoor kan relatief veel vocht aan de atmosfeer worden onttrokken, hetgeen gunstig is in gebieden waar weinig of geen neerslag en/of condensatie optreedt, en waarbij een jonge plant relatief veel vocht verliest door verdamping. Door de toegepast draadvormige structuur 5 blijft de lichtopbrengst en/of ventilatie voor de jonge plant op voordelige wijze praktisch gelijk. Door de hoeveelheid draden te variëren kan de hoeveelheid aan de atmosfeer ontrokken vocht, en daarmee het vochtdebiet dat de plant ten goede komt verkleinen of vergroten. De draadvormige structuur kan relatief dun en/of buigzaam zijn uitgevoerd. Het is echter ook 10 mogelijk de structuur relatief stijf uit te voeren, zodat de draadvormige structuur penvormige segmenten omvat. Voorts is het mogelijk dat de draadvormige structuur wordt ondersteund door het opvangblad 9 of een draagstructuur die onder het opvangblad 9 is gelegen. Opgemerkt wordt dat in plaats van verdikking aan de draadvormige structuur ook andere 15 modules kunnen worden toegepasjt, bijvoorbeeld aan de draadvormige structuur bevestigde plaatjes.
Bij voorkeur is het planthulpmiddel ondoorzichtig, niet transparant, uitgevoerd, zodat vorming van onkruid binnenin het planthulpmiddel wordt tegengegaan.
20 In een verdere voordelige uitvoeringsvorm overeenkomstig de uitvinding omvat het planthulpmiddel 1 voorts een in hoofdzaak vlakke draagstructuur 40 voor het dragen van de koker 2, zoals getoond in Figuur 10. De in hoofdzaak vlakke draagstructuur 40 is bijvoorbeeld uitgevoerd als een stijf vlechtwerk of als een flexibel net. Eventueel kan de in hoofdzaak 25 vlakke draagstructuur een meervoudig aantal planthulpmiddelen dragen, bijvoorbeeld om de planthulpmiddelen handmatig en/of machinaal naar een aanplantlocatie te transporteren. Bovendien kunnen de planthulpmiddelen hierdoor relatief gemakkelijk naar relatief moeilijk toegankelijke gebieden worden gebracht, bijvoorbeeld op steile hellingen.
i i 1029216" 20 j
Het flexibele net, ook wel plantnet genoemd, kan één of meervoudig aantal lagen omvatten die bij voorkeur uit organische en/of van anorganische materialen zijn vervaardigd. Het plantnet omvat bij voorkeur een grondnet 41 en een topnet 42.
5 Het grondnet 41 dient voor het dragen van een meervoudig aantal planthulpmiddelen, inclusief de jonge planten. De enting kan in het grondnet zijn aangebracht. De jonge planten kunnen aan het grondnet worden bevestigd. Na impregnering is het grondnet 41 tevens geschikt als groeibodem en drager zijn van de enting. Bij toepassing met een enting kan 10 het net, eventueel fabrieksmatig, worden op gerold en bij planting, eventueel automatisch, worden uitgerold. Indien het grondnet reeds gekiemde planten of grotere planten moet dragen kan het net vooraf worden uitgerold waarna de planten bijvoorbeeld met behulp van een kliksysteem aan het net worden bevestigd. Vervolgens kan het net met mankracht of op mechanische wijze 15 worden gedragen naar de plaats waar de planten dienen te worden geplant.
Het grondnet 41 is zodanig gedimensioneerd dat het in afhankelijk van grootte en/of gewicht van de perskluit en/of, plant- en/of kokergewicht voldoende sterk is om als door enkele personen draagbaar transport te dienen als het totale gewicht relatief klein is. Bij een relatief groot totaal 20 gewicht kunnen eventueel machines worden ingezet. Door toepassing van het plantnet wordt de plantsnelheid verhoogd en worden moeilijk bereikbare gebieden, zoals berghellingen, moerassen en dergelijke toegankelijk voor beplanting.
Bij toepassing van automatische plantnetleggers en/of helikopters 25 kan de plantsnelheid verhogen, in het bijzonder in moeilijk toegankelijke gebieden.
Het plantnet inclusief enting en/of jonge planten kan tevens worden ingezet in de bestrijding van erosie. Door de hoge plantsnelheid kunnen grote gebieden geplant worden in korte tijd, waardoor planten op 30 het juiste tijdstip gezaaid en geplant kunnen worden. Ook kunnen planten 1029213“ ί j 21 met behulp van het hulpplantmiddel eventueel buiten conventionele plantperiodes worden geplant.
Het plantnet heeft evens als voordeel dat het aangepast kan worden aan de omstandigheden en de vorm en de gesteldheid van de 5 plantomgeving. Eventueel kan met digitale fotografie tesamen met GPS het te planten terrein in kaart worden gebracht.
Hierbij kunnen bijvoorbeeld plaatsen met alléén water, rotspunten, vrijstaande enkele bomen en dergelijke, als uitsparingen in het plantnet worden aangebracht. Ook kan het net zodanig worden ontworpen, dat met 10 de conische vorm van een bergtop of heuveltop rekening wordt gehouden. Naast de aanpassing aan de vorm en aan de gesteldheid van de omgeving, kan door een speciale vormgeving van de netten ook een beplanting aangebracht worden in een door de planter gewenste vorm en/of assortiment. Hierbij kan bijvoorbeeld gedacht worden aan windkeringen, 15 eventueel snelgroeiende planten of bomen om andere te planten gewassen te beschermen.
Het topnet 42 dient voor het geleiden en steunen van de opgroeiende plant. Hierdoor wordt voorkomen dat stengels van jonge planten omvallen of neerknakken, bijvoorbeeld ten gevolge van winden met 20 hoge snelheden die zich met name op relatief grote hoogte kunnen voordoen. Het topnet 42 kan eventueel zodanig zijn ingericht dat het meegroeit in de hoogte. Zo kan het topnet 42 bovenop de toppen van de plant of halverwege de stengel worden aangebracht.
Op voordelige wijze is overeenkomstig de uitvinding niet de inzet 25 van kostbare en complexe machines vereist bij het planten, zoals dit wel het geval is bij toepassing van suikerbietenlint waarbij zaadjes door een lint omgeven worden geplant, of een mulchpomp waarbij een laag bestaande uit bindmiddel, zaden, kunstmesten en dergelijke opgespoten wordt middels een hogedrukpomp om een groeilaag voor een gazon te verkrijgen.
1029219“ 22
Bovendien kunnen moeilijk toegankelijke gebieden, zoals bijvoorbeeld berghellingen of moerassen, die niet of nauwelijks toegankelijk zijn voor traditionele machines, kunnen worden beplant. Daarnaast heeft het plantnet nog meer voordelen ten opzichte van het suikerbietenlint, namelijk 5 een betere bescherming bij hoge windsnelheden, plaatsing van het planthulpmiddel en instelbare dikte van het net ten behoeve van enting.
Opgemerkt wordt dat het de in hoofdzaak vlakke draagstructuur niet alleen geschikt is voor het dragen van één of meer hulpplantmiddelen overeenkomstig conclusie 1, maar dat de in hoofdzaak vlakke 10 draagstructuur eveneens kan worden toegepast voor het dragen tenminste één planthulpmiddel 1 dat een beschermende structuur omvat voor het beschermen van een jonge plant.
De uitvinding is niet beperkt tot het hier beschreven uitvoeringsvoorbeeld. Vele varianten zijn mogelijk.
15 Zo kan het waterwinoppervlak in verschillende kleuren zijn uitgevoerd. Door het oppervlak te voorzien van een lichte kleur is de warmteopname door middel van zonlicht relatief gering, zodat een condensatieproces voor het winnen van water relatief lang effectief blijft.
Voorts kan het waterwinblad niet alleen in combinatie met een 20 planthulpmiddel, maar ook zelfstandig worden toegepast voor het winnen van in de atmosfeer aanwezig vocht, bijvoorbeeld met behulp van bevestigingsmiddelen ter bevestiging op gebouwen, vaartuigen, zoals zeilschepen, of op andere drijvende constructies buitengaats. Het gewonnen vocht kan worden bewerkt voor het verkrijgen van drinkwater of 25 anderszins, bijvoorbeeld voor chemische processen en/of irrigatiedoeleinden.
Toepassing van een planthulpmiddel overeenkomstig de uitvinding is voorts mogelijk door plaatsing boven zout of brak water, aangezien condensatie van verdampt zout of brak water tot zoetwaterproductie leidt.
30 1029218* 23
Dergelijke varianten zullen de vakman duidelijk zijn en worden geacht te liggen binnen het bereik van de uitvinding, zoals verwoord in de hiernavolgende conclusies.
j 1029219a

Claims (26)

1. Planthulpmiddel voor het beschermen van een jonge plant, omvattende een koker die een in het planthulpmiddel plaatsbare jonge plant althans gedeeltelijk zijwaarts omgeeft, voorts omvattende een waterwinblad voor het winnen van in de atmosfeer aanwezig vocht, waarbij het 5 waterwinblad is voorzien van een waterwinoppervlak dat een ontvangstvlak omvat, welk ontvangstvlak tijdens gebruik een eerste hoek maakt ten opzichte van de oriëntatie van de zwaartekracht, en een aan een onderste rand van het ontvangstvlak grenzend verzamelvlak, welk verzamelvlak tijdens gebruik een tweede hoek maakt ten opzichte van de oriëntatie van 10 de zwaartekracht, waarbij de eerste hoek kleiner is dan de tweede hoek.
2. Planthulpmiddel volgens conclusie 1, waarbij de eerste hoek kleiner is dan circa 45°.
3. Planthulpmiddel volgens conclusie 1 of 2, waarbij de tweede hoek groter is dan circa 45°.
4. Planthulpmiddel volgens één der voorgaande conclusies, waarbij het verzamelvlak een gootprofiel omvat.
5. Planthulpmiddel volgens conclusie 4, waarbij het gootprofiel in dwarsdoorsnede een basis heeft met een breedte uit het bereik van circa 5 tot circa 15 mm.
6. Planthulpmiddel volgens één der voorgaande conclusies, waarbij het waterwinoppervlak in hoofdzaak trechtervormig is.
7. Planthulpmiddel volgens één der voorgaande conclusies, waarbij het waterwinoppervlak een uitstekende structuur omvat die tijdens gebruik in hoofdzaak bovenwaarts is georiënteerd en waarbij het oppervlak van de ; 25 uitstekende structuur althans gedeeltelijk het ontvangstvlak vormt. 1029218-
8. Planthulpmiddel volgens één der voorgaande conclusies, voorts 1 omvattende een draadvormige structuur met plaatselijke verdikkingen die zich in hoofdzaak boven het waterwinoppervlak bevinden.
9. Planthulpmiddel volgens één der voorgaande conclusies, voorts ! 5 omvattende een reservoir voor het opslaan van gewonnen vocht. !
10. Planthulpmiddel volgens één der voorgaande conclusies, waarbij het verzamelvlak uitmondt in het reservoir.
11. Planthulpmiddel volgens één der voorgaande conclusies, waarbij het reservoir in hoofdzaak onder het waterwinblad is gelegen.
12. Planthulpmiddel volgens één der voorgaande conclusies, waarbij het reservoir is voorzien van een irrigatiepunt voor het afgeven van in het reservoir aanwezig vocht aan een daaronder gelegen ondergrond.
13. Planthulpmiddel volgens één der voorgaande conclusies, waarbij het irrigatiepunt een druppelaar omvat die als een holle naald is uitgevoerd. 15
14. Planthulpmiddel volgens één der voorgaande conclusies, waarbij het irrigatiepunt is voorzien van regelmiddelen voor het regelen van een debiet af te geven vocht.
15. Planthulpmiddel volgens één der voorgaande conclusies, waarbij de regelmiddelen een schuifbaar plaatje omvatten voor het regelen van de 20 opening van het irrigatiepunt.
16. Planthulpmiddel volgens één der voorgaande conclusies, waarbij de regelmiddelen voorts een aandrijforgaan omvatten voor het verplaatsen van het schuifbare plaatje, waarbij het aandrijforgaan is voorzien van een schaalverdeling.
17. Planthulpmiddel volgens één der voorgaande conclusies, waarbij het reservoir een uitstroomkanaal omvat waarvan een eerste uiteinde zich tijdens gebruik boven een bodem van het reservoir bevindt en waarvan een tweede uiteinde aansluit op het irrigatiepunt. 1029210-
18. Planthulpmiddel volgens één der voorgaande conclusies, waarbij de bovenzijde van het waterwinoppervlak is voorzien van een adhesieverlagende afdeklaag.
19. Planthulpmiddel volgens één der voorgaande conclusies, waarbij 5 het waterwinblad aan de onderzijde is voorzien van thermisch isolatiemateriaal.
20. Planthulpmiddel volgens één der voorgaande conclusies, waarbij de koker twee losneembare wanddelen omvat.
21. Planthulpmiddel volgens één der voorgaande conclusies, voorts 10 omvattende een perskluit die zich in de koker bevindt.
22. Planthulpmiddel volgens één der voorgaande conclusies, voorts omvattende een entingskokon voor het toedienen van organische stoffen aan de jonge plant.
23. Planthulpmiddel volgens één der voorgaande conclusies, voorts 15 omvattende een in hoofdzaak vlakke draagstructuur voor het dragen van de koker.
24. Waterwinblad dat is voorzien van een waterwinoppervlak voor het winnen van in de atmosfeer aanwezig vocht, waarbij het waterwinoppervlak een ontvangstvlak omvat, welk ontvangstvlak tijdens gebruik een eerste 20 hoek maakt ten opzichte van de oriëntatie van de zwaartekracht, en een aan een onderste rand van het ontvangstvlak grenzend verzamelvlak, welk verzamelvlak tijdens gebruik een tweede hoek maakt ten opzichte van de oriëntatie van de zwaartekracht, waarbij de eerste hoek kleiner is dan de tweede hoek.
25. Waterwinblad volgens conclusie 24, voorts omvattende bevestigingsmiddelen ter bevestiging op gebouwen en/of vaartuigen.
26. Werkwijze voor het winnen van in de atmosfeer aanwezig vocht, omvattende het verkrijgen van vochtdruppels op een ontvangstvlak dat een eerste hoek maakt ten opzichte van de oriëntatie van de zwaartekracht en 30 het verzamelen van de vochtdruppels op een verzamelvlak dat een tweede 10292 16“ i hoek maakt ten opzichte van de oriëntatie van de zwaartekracht, waarbij voorts de eerste hoek kleiner is dan de tweede hoek. 1029216-
NL1029216A 2005-06-08 2005-06-08 Planthulpmiddel, waterwinblad en werkwijze. NL1029216C2 (nl)

Priority Applications (23)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1029216A NL1029216C2 (nl) 2005-06-08 2005-06-08 Planthulpmiddel, waterwinblad en werkwijze.
NL1029307A NL1029307C2 (nl) 2005-06-08 2005-06-21 Planthulpmiddel, waterwinblad en werkwijze.
AU2006255876A AU2006255876A1 (en) 2005-06-08 2006-06-08 Plant aid, water collection sheet and method
EA200702671A EA012126B1 (ru) 2005-06-08 2006-06-08 Вспомогательное устройство для выращивания растений, лист сбора воды и способ их применения
PCT/NL2006/000282 WO2006132526A2 (en) 2005-06-08 2006-06-08 Plant aid, water collection sheet and method
EP06747567.3A EP1891275B1 (en) 2005-06-08 2006-06-08 Plant aid, water collection sheet and method
BRPI0611810-0A BRPI0611810A2 (pt) 2005-06-08 2006-06-08 auxiliar de planta para proteger uma planta jovem, folha de coleta de Água, e, mÉtodo para coletar umidade presente na atmosfera
JP2008515640A JP5058987B2 (ja) 2005-06-08 2006-06-08 植物エイド、集水シート、および、集水方法
UAA200800214A UA90724C2 (en) 2005-06-08 2006-06-08 Plant aid, water collection sheet and method to use those
CN2006800284971A CN101238254B (zh) 2005-06-08 2006-06-08 植物辅助设备、集水板及方法
MX2007015368A MX2007015368A (es) 2005-06-08 2006-06-08 Soporte de planta, hoja de recoleccion de agua y metodo.
AP2007004266A AP2154A (en) 2005-06-08 2006-06-08 Plant aid, water collection sheet and method.
ES06747567.3T ES2693610T3 (es) 2005-06-08 2006-06-08 Ayuda para planta, lámina de recolección de agua y método
CA2610887A CA2610887C (en) 2005-06-08 2006-06-08 Plant aid, water collection sheet and method
PL06747567T PL1891275T3 (pl) 2005-06-08 2006-06-08 Środek wspomagający roślinę, arkusz zbierający wodę i sposób
TR2018/15148T TR201815148T4 (tr) 2005-06-08 2006-06-08 Bi̇tki̇ yardimcisi, su toplama saci ve yöntemi̇
US11/916,851 US8240083B2 (en) 2005-06-08 2006-06-08 Plant aid, water collection sheet and method
TNP2007000456A TNSN07456A1 (en) 2005-06-08 2007-11-30 Plant aid, water collection sheet and method
IL187853A IL187853A (en) 2005-06-08 2007-12-03 Auxiliary plant, water collection sheet and method
ZA200710550A ZA200710550B (en) 2005-06-08 2007-12-04 Plant aid, water collection sheet and method
EGNA2007001375 EG24834A (en) 2005-06-08 2007-12-05 Plant aid, water collection sheet and method
MA30499A MA29558B1 (fr) 2005-06-08 2007-12-24 Aide pour plante, feuille de collecte d'eau et procede associe
US13/454,860 US8752330B2 (en) 2005-06-08 2012-04-24 Plant aid, water collection sheet and method

Applications Claiming Priority (4)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1029216 2005-06-08
NL1029216A NL1029216C2 (nl) 2005-06-08 2005-06-08 Planthulpmiddel, waterwinblad en werkwijze.
NL1029307 2005-06-21
NL1029307A NL1029307C2 (nl) 2005-06-08 2005-06-21 Planthulpmiddel, waterwinblad en werkwijze.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL1029216C2 true NL1029216C2 (nl) 2006-12-11

Family

ID=37498852

Family Applications (2)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL1029216A NL1029216C2 (nl) 2005-06-08 2005-06-08 Planthulpmiddel, waterwinblad en werkwijze.
NL1029307A NL1029307C2 (nl) 2005-06-08 2005-06-21 Planthulpmiddel, waterwinblad en werkwijze.

Family Applications After (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL1029307A NL1029307C2 (nl) 2005-06-08 2005-06-21 Planthulpmiddel, waterwinblad en werkwijze.

Country Status (20)

Country Link
US (2) US8240083B2 (nl)
EP (1) EP1891275B1 (nl)
JP (1) JP5058987B2 (nl)
CN (1) CN101238254B (nl)
AP (1) AP2154A (nl)
AU (1) AU2006255876A1 (nl)
BR (1) BRPI0611810A2 (nl)
CA (1) CA2610887C (nl)
EA (1) EA012126B1 (nl)
EG (1) EG24834A (nl)
ES (1) ES2693610T3 (nl)
IL (1) IL187853A (nl)
MA (1) MA29558B1 (nl)
MX (1) MX2007015368A (nl)
NL (2) NL1029216C2 (nl)
PL (1) PL1891275T3 (nl)
TN (1) TNSN07456A1 (nl)
TR (1) TR201815148T4 (nl)
WO (1) WO2006132526A2 (nl)
ZA (1) ZA200710550B (nl)

Families Citing this family (39)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
NL1029216C2 (nl) 2005-06-08 2006-12-11 Pmm Hoff Holding Bv Planthulpmiddel, waterwinblad en werkwijze.
AU2013200272B2 (en) * 2007-12-18 2013-03-28 P.M.M. Hoff Holding B.V. Device and method for recovering moisture in the atmosphere
JP5627467B2 (ja) * 2007-12-18 2014-11-19 ぺー.エム.エム. ホッフ ホールディンク べー.フェー. 大気中の水分を回収するための装置及び方法
NL2001185C2 (nl) * 2008-01-15 2009-07-16 Pmm Hoff Holding Bv Inrichting en werkwijze.
JP5234943B2 (ja) * 2008-03-25 2013-07-10 一般財団法人電力中央研究所 光ファイバ複合架空地線の水検出方法および水検出装置
GB2472039A (en) * 2009-07-22 2011-01-26 Questor Group Ltd C Propagator for growing and planting a treelet
NL2003479C2 (en) * 2009-09-11 2011-03-14 Pmm Hoff Holding Bv A removable plant protection system and method of protecting a plant.
NL2003908C2 (en) 2009-12-04 2011-06-07 Pmm Hoff Holding Bv A method of planting a seed, plant, bush or tree, and a drill.
US8347927B2 (en) * 2009-12-11 2013-01-08 Robert Kenneth Edwin Mitchell Water collection apparatus and method
NL2003974C2 (en) 2009-12-17 2011-06-20 Pmm Hoff Holding Bv A stabilizing element, a removable plant protection system, a kit of parts and a method of stabilizing a removable plant protection system.
PE20131490A1 (es) * 2010-12-16 2014-01-09 Holland Technology B V Un sistema de irrigacion de plantas y un metodo
NL2006384C2 (en) * 2010-12-16 2012-07-17 Holding P M M Hoff B V A plant irrigating system and a method.
CN102116668B (zh) * 2011-01-28 2012-07-25 江苏省农业科学院 喷雾药液在植物叶片表面滞留量变化的计量装置
WO2012165942A1 (en) 2011-06-03 2012-12-06 Holding P.M.M. Hoff B.V. A method of drilling a multiple number of bore holes in a soil, and a drill
CN102445306B (zh) * 2011-08-05 2013-10-23 青岛市建筑工程质量监督站 建筑外窗现场水密性检测仪
GB201319258D0 (en) 2013-10-30 2013-12-18 Ruys Jurriaan H Method and apparatus for planting in arid environments
KR101572372B1 (ko) * 2014-05-15 2015-11-26 이경자 빗물 자동공급 재배장치
KR101461655B1 (ko) * 2014-05-26 2014-11-21 (주) 한국그린인프라연구소 홍수 방어형 녹화 시스템
NL2014185B1 (en) * 2015-01-23 2017-01-05 Debora De Fatima Auria Aranda A plate-shaped structure, a reservoir and a method.
CN105706851B (zh) * 2016-03-02 2019-05-21 西北农林科技大学 一种果园集水装置及方法
CN105941017A (zh) * 2016-06-07 2016-09-21 苏州蓑笠翁养生科技有限公司 一种节能环保的大棚种植系统
US10085394B2 (en) 2016-07-13 2018-10-02 Kuwait University Planter system using waste materials
IT201600073727A1 (it) * 2016-07-14 2018-01-14 Uberto Ravazzoni Dispositivo e metodo di pacciamatura
CN107882110A (zh) * 2016-09-29 2018-04-06 重庆市农业技术推广总站 一种农业防护网凝结水发生器
CN106337474A (zh) * 2016-09-30 2017-01-18 于林静 一种用于空气制水机的集水机构
CN107201766A (zh) * 2017-07-13 2017-09-26 杭州青江科技有限公司 集水装置及集水装置应用系统
CN107873349B (zh) * 2017-11-30 2020-10-16 王和 沙漠植物生根器
IL258339B (en) * 2018-03-25 2018-12-31 Park Haeyoung Devices and methods for collecting and routing water intended for growing plants in arid areas
AU2019288844A1 (en) 2018-06-22 2021-01-07 Nucleario Modular plant protection
SE1950889A1 (en) * 2019-07-12 2020-12-22 Pari Plast Ab Plant holder for hydroponic system
CN110754250A (zh) * 2019-12-03 2020-02-07 怀化市鹤翔生态农业股份有限公司 一种果树栽培装置
RU198193U1 (ru) * 2020-01-21 2020-06-23 Валерий Павлович Левицкий Устройство сбора и сохранения дождевых осадков в подземном слое корневой системы винограда на неполивных богарных земельных горно-предгорных участках
EP3885017A1 (en) 2020-03-26 2021-09-29 Groasis IP B.V. Water distiller
CN111373965B (zh) * 2020-04-09 2021-09-24 镇江巨杰新材料技术研发中心(有限合伙) 一种生物制药石斛种植凉荫装置
IT202000017623A1 (it) * 2020-07-21 2022-01-21 Lorenzo Maria Curci Dispositivo di condensazione e raccolta dell'acqua
CN112673850B (zh) * 2020-12-22 2024-05-03 张家口市大农种业有限公司 一种基于大棚的防起雾腐烂的马铃薯种植装置
CN114731939B (zh) * 2022-04-29 2023-06-20 宁夏大学 旱区咸水湖泊生态修复装置
CN114946609B (zh) * 2022-06-09 2024-01-16 湖南震丰农业科技开发有限公司 一种水利种植脐橙用节水灌溉装置
WO2024078333A1 (zh) * 2022-10-10 2024-04-18 俊富生态修复科技有限公司 一种集水托盘

Citations (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
GB1603661A (en) * 1978-05-26 1981-11-25 Crabtree J Water collection devices
US4315599A (en) * 1980-03-03 1982-02-16 Biancardi Robert P Apparatus and method for automatically watering vegetation
GB2230929A (en) * 1989-05-05 1990-11-07 John Athelstan Jones Protective sleeve for plants
WO2000000015A1 (en) 1998-06-26 2000-01-06 Martin Svensson Plant protection

Family Cites Families (52)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
GB190517031A (en) 1905-08-22 1906-05-03 George Henry Quirk Improvements in Plant Protecting Devices.
US1231976A (en) * 1915-06-11 1917-07-03 R Weitzel D Paul Regulator for flower-pot-watering devices.
US1773020A (en) * 1929-09-28 1930-08-12 George R Willis Flowerpot
US2431890A (en) * 1942-08-01 1947-12-02 Research Corp Method and receptacle for propagating plants
GB723239A (en) 1952-02-28 1955-02-02 British Electricon London Ltd Atmospheric moisture precipitation apparatus for use in arid regions
US3534498A (en) * 1968-04-16 1970-10-20 Peter Herrli Installation for plants
US3618260A (en) * 1970-04-02 1971-11-09 Robert T Convey Jr Weed-inhibiting and watering attachment device for potted plants
US3755965A (en) * 1971-12-20 1973-09-04 D Emery Plant cistern
US3856205A (en) * 1972-07-18 1974-12-24 H Rohling Plant watering device
US3915419A (en) * 1974-06-26 1975-10-28 Cedric B Brown Sling hanger for pots
US4008544A (en) 1975-09-08 1977-02-22 The Dow Chemical Company Plastic planting container
AT347729B (de) 1977-01-07 1979-01-10 Glueck Alfred Verfahren und anlage zur kultivation von pflanzen
US4087938A (en) * 1977-03-21 1978-05-09 Koch James Preston Tree watering device
US4126963A (en) * 1977-03-31 1978-11-28 Alvis Harold Dunbar Tree stand for supporting and watering a live tree
US4135599A (en) * 1977-11-03 1979-01-23 Continental Oil Company Base plate and earth coupling assembly for shear-wave transducers
GB2053640B (en) * 1979-07-24 1983-01-12 Metal Box Co Ltd Plant shoes for inhibiting weed growth
US4952229A (en) * 1983-09-27 1990-08-28 Hugh M. Muir Plant supplement and method for increasing plant productivity and quality
US4745707A (en) * 1986-06-04 1988-05-24 John Newby Plant pot assembly
CH672227A5 (en) 1987-02-11 1989-11-15 Kurt Ruess Ingenieurbuero Desalination and irrigation system - partly evaporates sea water by solar radiation for condensn. in pipes near roots
GB2218609B (en) * 1988-05-17 1992-04-22 Hanry Fong Plant container
IT218375Z2 (it) * 1989-04-26 1992-05-05 Zanussi A Spa Industrie Forno a microonde con raffreddamento perfezionato del magnetron.
US5117584A (en) * 1990-03-27 1992-06-02 Heinrich Kossman Sleeve for flowerpots for the like
US5113618A (en) 1991-05-14 1992-05-19 Robert Rigsby Protector for plant growing receptacle
US5299384A (en) * 1991-10-31 1994-04-05 Andrews Dean D Self-draining planter
US5279070A (en) * 1992-06-24 1994-01-18 Shreckhise Jerald C Plant growing receptacle and method
US5315783A (en) * 1992-07-29 1994-05-31 Peng Luke S Flowerpot with water/soil separative planting system
US5381826A (en) * 1993-11-29 1995-01-17 The Futurestar Corporation Fluid flow controller and meter
DE19515366C2 (de) 1994-05-06 1998-07-23 Laszlo Vari Betriebsverfahren und Steuergerät für eine Regenwassernutzungsanlage
SE503105C2 (sv) * 1994-07-18 1996-03-25 Svensson Ludvig Int Växtskyddsanordning med vikbar, vattentät växtskyddsgardin
US5601236A (en) 1995-01-18 1997-02-11 Wold; Keith F. Plant watering device and method for promoting plant growth
DE19507014A1 (de) 1995-03-01 1995-11-09 Pitt Fischer Regenwassersammel- und Wasserversorgungseinrichtung für Pflanzenbehälter
USD388019S (en) * 1995-11-02 1997-12-23 Southpac Trust International, Inc. Flower pot cover
USD384006S (en) * 1996-01-22 1997-09-23 Southpac Trust International, Inc. Flower pot cover
BE1010586A6 (nl) 1996-08-28 1998-11-03 Luts Herman Containerpot zonder bodem met potgrondondersteuning.
JPH10327689A (ja) * 1997-05-28 1998-12-15 Matsushita Seiko Co Ltd 自動給水装置
ES1041062Y (es) * 1998-08-31 1999-11-01 Recio Carlos A Sanchez Dispositivo para la captura de microgotas de niebla o bruma o gotas de lluvia y su union para un posterior almacenamiento.
FR2785498B1 (fr) 1998-11-05 2001-04-20 Exp Services Bureau Esb Manchon de protection pour jeunes arbres ou vegetaux
JP2000209965A (ja) * 1999-01-22 2000-08-02 Hitachi Chem Co Ltd 簡易自動ガ―デニング方法及びその方法を用いた簡易自動ガ―デニング装置
US6418663B1 (en) * 2000-03-08 2002-07-16 Wesley Paul Smith Potted plant watering apparatus
ITRM20000130A1 (it) * 2000-03-14 2001-09-14 Giampiero Fidotti Vaso a riserva d'acqua per la coltivazione di piante da appartamento.
CN2413488Y (zh) 2000-04-07 2001-01-10 江腾舟 可收集降水的植物栽培容器
CN2471707Y (zh) 2000-12-21 2002-01-16 上海冠恒工业设备有限公司 可插式周转箱
JP2002272273A (ja) * 2001-03-22 2002-09-24 Takami Ito 立設支持体用花飾り装置
JP2002345352A (ja) * 2001-05-29 2002-12-03 Takami Ito 雨水集水装置
CN1336102A (zh) 2001-08-27 2002-02-20 银川市兰天实用技术研究所 干旱、高温复杂地带植树方法及灌溉装置
AU2002951636A0 (en) * 2002-09-25 2002-10-10 Peter Hamilton Boyle Method and apparatus for collecting atmospheric moisture
US6976334B1 (en) * 2003-06-04 2005-12-20 Bowditch Mark L Outdoor planter system
DE20310544U1 (de) 2003-07-09 2003-09-18 Wu Yow Ruey Bewässerungsvorrichtung
US20070022660A1 (en) * 2003-08-14 2007-02-01 Buitendag Roelof A Irrigation unit
US7941971B2 (en) * 2005-04-06 2011-05-17 Avraham Tamir Irrigation system
NL1029216C2 (nl) 2005-06-08 2006-12-11 Pmm Hoff Holding Bv Planthulpmiddel, waterwinblad en werkwijze.
US20070062114A1 (en) * 2005-08-15 2007-03-22 Kruer Thomas R Pot-in-pot growing system for plants

Patent Citations (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
GB1603661A (en) * 1978-05-26 1981-11-25 Crabtree J Water collection devices
US4315599A (en) * 1980-03-03 1982-02-16 Biancardi Robert P Apparatus and method for automatically watering vegetation
GB2230929A (en) * 1989-05-05 1990-11-07 John Athelstan Jones Protective sleeve for plants
WO2000000015A1 (en) 1998-06-26 2000-01-06 Martin Svensson Plant protection

Non-Patent Citations (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Title
ROBERT A. NELSON (COPYRIGHT 2003): "Methods for recovery of atmospheric humidity.", AIR WELLS., XP002370257, Retrieved from the Internet <URL:http://www.rexresearch.com/airwells/airwells.htm> *

Also Published As

Publication number Publication date
JP5058987B2 (ja) 2012-10-24
CN101238254B (zh) 2012-02-22
TR201815148T4 (tr) 2018-11-21
WO2006132526A2 (en) 2006-12-14
ZA200710550B (en) 2008-10-29
EP1891275A2 (en) 2008-02-27
IL187853A0 (en) 2008-03-20
TNSN07456A1 (en) 2009-03-17
EG24834A (en) 2010-10-04
US8752330B2 (en) 2014-06-17
EA200702671A1 (ru) 2008-06-30
CA2610887C (en) 2011-03-22
JP2008543280A (ja) 2008-12-04
NL1029307C2 (nl) 2006-12-22
ES2693610T3 (es) 2018-12-12
AP2154A (en) 2010-09-10
US20120204485A1 (en) 2012-08-16
PL1891275T3 (pl) 2018-12-31
EP1891275B1 (en) 2018-08-08
AP2007004266A0 (en) 2007-12-31
US8240083B2 (en) 2012-08-14
IL187853A (en) 2011-08-31
CA2610887A1 (en) 2006-12-14
BRPI0611810A2 (pt) 2008-12-09
WO2006132526A3 (en) 2007-09-20
WO2006132526A9 (en) 2007-05-31
EA012126B1 (ru) 2009-08-28
MX2007015368A (es) 2008-03-11
US20080190017A1 (en) 2008-08-14
AU2006255876A1 (en) 2006-12-14
CN101238254A (zh) 2008-08-06
MA29558B1 (fr) 2008-06-02

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL1029216C2 (nl) Planthulpmiddel, waterwinblad en werkwijze.
US8357231B2 (en) Device and method for recovering moisture in the atmosphere
CA2219757C (en) Water conservation plant container
AU2011253814B2 (en) Plant aid, water collection sheet and method
NL2001099C1 (nl) Inrichting en werkwijze.
CN105474922A (zh) 一种紫藤引种栽培技术
NL2001185C2 (nl) Inrichting en werkwijze.
Levy Citrus irrigation
Breckle et al. Part D: ZB I—Zonobiome of the Evergreen Tropical Rainforest or of the Equatorial Humid Diurnal Climate
AU2013200272B2 (en) Device and method for recovering moisture in the atmosphere
BRPI0611810B1 (pt) A plant aid for protecting a young plant, a water collection sheet provided with a water collection surface for collecting moisture present in the atmosphere, and a method for collecting moisture present in the atmosphere
Diegio a new Lepanthes from Costa Rica
Call Watering Trees and Shrubs: Simple Techniques for Efficient Landscape Watering
Smith 6 Water and Climatic
Augusto et al. Partitioning of rainfall in a cocoa (Theobroma cacao lour.) plantation
CN106577089A (zh) 一种紫藤引种栽培技术

Legal Events

Date Code Title Description
PD2B A search report has been drawn up
MM Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 20220701