NL1028439C2 - Vloer voor laadruimte. - Google Patents
Vloer voor laadruimte. Download PDFInfo
- Publication number
- NL1028439C2 NL1028439C2 NL1028439A NL1028439A NL1028439C2 NL 1028439 C2 NL1028439 C2 NL 1028439C2 NL 1028439 A NL1028439 A NL 1028439A NL 1028439 A NL1028439 A NL 1028439A NL 1028439 C2 NL1028439 C2 NL 1028439C2
- Authority
- NL
- Netherlands
- Prior art keywords
- drive
- floor
- foot
- boards
- loading space
- Prior art date
Links
Classifications
-
- B—PERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
- B65—CONVEYING; PACKING; STORING; HANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL
- B65G—TRANSPORT OR STORAGE DEVICES, e.g. CONVEYORS FOR LOADING OR TIPPING, SHOP CONVEYOR SYSTEMS OR PNEUMATIC TUBE CONVEYORS
- B65G25/00—Conveyors comprising a cyclically-moving, e.g. reciprocating, carrier or impeller which is disengaged from the load during the return part of its movement
- B65G25/04—Conveyors comprising a cyclically-moving, e.g. reciprocating, carrier or impeller which is disengaged from the load during the return part of its movement the carrier or impeller having identical forward and return paths of movement, e.g. reciprocating conveyors
- B65G25/06—Conveyors comprising a cyclically-moving, e.g. reciprocating, carrier or impeller which is disengaged from the load during the return part of its movement the carrier or impeller having identical forward and return paths of movement, e.g. reciprocating conveyors having carriers, e.g. belts
- B65G25/065—Reciprocating floor conveyors
-
- B—PERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
- B62—LAND VEHICLES FOR TRAVELLING OTHERWISE THAN ON RAILS
- B62D—MOTOR VEHICLES; TRAILERS
- B62D33/00—Superstructures for load-carrying vehicles
- B62D33/02—Platforms; Open load compartments
Landscapes
- Engineering & Computer Science (AREA)
- Mechanical Engineering (AREA)
- Chemical & Material Sciences (AREA)
- Combustion & Propulsion (AREA)
- Transportation (AREA)
- Reciprocating Conveyors (AREA)
- Body Structure For Vehicles (AREA)
- Warehouses Or Storage Devices (AREA)
Description
t
Vloer voor laadruimte
De uitvinding heeft betrekking op een vloer voor ondersteuning en transporteren van lading, waarbij de vloer twee of meer groepen planken omvat, die heen en weer beweegbaar zijn in plankrichting. De uitvinding heeft 5 voorts betrekking op een laadruimte voorzien van een dergelijke vloer.
Dergelijke vloeren zijn bekend, bijvoorbeeld als vloer van een aanhanger. De planken kunnen per groep zijn bevestigd op aandrijfvoeten, die elk verbonden zijn met een 10 bewegende component van een aandrijfcilinder, de zuigerstang of het cilinderhuis. Door het activeren van de cilinders worden de aandrijfvoeten en daarmee de groepen planken heen en weer bewogen om lading over de vloer te verplaatsen, in plankrichting. In een eerste soort 15 uitvoering zijn aandrijfvoeten en aandrijfcilinders opgenomen in een aandrijfsamenstel, dat beneden de vloer geplaatst is, bijvoorbeeld bevestigd op de hoofdliggers van een chassis. In een tweede soort uitvoering zijn de aandrijfvoeten en -cilinders vooraan de laadruimte 20 geplaatst. In een eerste verdere uitvoering daarvan zijn de aandrijfvoeten eveneens vóór de planken geplaatst en door middel van horizontaal vanaf de aandrijfvoeten reikende vingers verbonden met de betreffende planken. Deze 1028433 2 opstelling is complex en heeft een groot ruimtebeslag in plankrichting. In een tweede verdere uitvoering zijn de planken direct bevestigd aan de onderzijde van de aandrijfvoeten. De planken reiken in de tweede uitvoeringen 5 door een kopschot van de laadruimte, waarbij de gehele aandrijving vóór het kopschot is gelegen. Het oppervlak van de daar gelegen plankgedeelten, alsook de verdere ruimte vóór het kopschot kan niet worden gebruikt voor lading.
Een doel van de uitvinding is een vloer van de in 10 de aanhef genoemde soort te verschaffen waarmee met een aan het eind van de vloer opgestelde aandrijving een in horizontale plankrichting compacte opstelling verwezenlijkt kan worden.
Een doel van de uitvinding is een vloer van de in 15 de aanhef genoemde soort te verschaffen waarmee met een aan het eind van de vloer opgestelde aandrijving een in verticale richting compacte opstelling verwezenlijkt kan worden.
Een doel van de uitvinding is een vloer van de in 20 de aanhef genoemde soort te verschaffen waarmee met een aan het eind van de vloer opgestelde aandrijving een groot nuttig laadoppervlak behouden kan blijven.
Vanuit één aspect voorziet de uitvinding in een vloer voor ondersteuning van lading, waarbij de vloer twee 25 of meer groepen beweegbare planken omvat, die zich tussen een voorzijde en een achterzijde van de vloer uitstrekken, waarbij elke groep beweegbare planken bevestigd is aan een aandrijfvoet die in plankrichting heen en weer beweegbaar is door een bijbehorend aandrijfcilindersamenstel met 30 cilinder en zuigerstang, waarbij de aandrijfcilindersamenstellen althans deels vóór de groepen planken zijn opgesteld en elk door middel van de bewegende component van het betreffende aandrijfcilindersamenstel verbonden zijn met een bijbehorende aandrijfvoet, waarbij 35 de planken bevestigd zijn aan de bovenzijde van de aandrijfvoet. Hiermee kan een in verticale zin compacte opstelling worden gerealiseerd. Ook zal aan de voorzijde 3 van de vloer een groter oppervlak van de planken beschikbaar kunnen zijn voor lading.
Opgemerkt wordt dat de bewegende component de cilinder zelf kan zijn, maar bij voorkeur de zuigerstang of 5 een, al dan niet schamierbaar daarmee verbonden, al dan niet daarmee in lijn gelegen verlenging of voortzetting daarvan.
De bewegende component is bij voorkeur althans deels gelegen beneden het bovenoppervlak van de planken, 10 waardoor het ruimtebeslag boven de planken beperkt kan blijven.
In een eerste verdere ontwikkeling hiervan is de bewegende component gelegen boven het onderoppervlak van de planken.
15 Bij voorkeur is dan de bewegende component althans deels gelegen binnen de verticale ruimte bepaald door de planken. De bewegende componenten vallen aldus althans deels binnen de ruimte bepaald door de planken, waardoor de constructiehoogte beperkt kan worden.
20 De bewegende component kan daarbij reiken in een verticale ruimte die vrijgelaten is door plaatselijke verkorting van een of meer planken. De andere planken kunnen hun lengte behouden.
In een uitvoering lopen de planken gelegen naast 25 de bewegingsruimte van de bewegende componenten door tot het aldaar gelegen eind van de vloer.
Teneinde de lading gescheiden te houden van de bewegende delen kan volstaan worden met een kleine afscherming, zoals een bak of huis, waarmee de 30 bewegingsruimte voor de bewegende componenten afgedekt is.
In een tweede verdere ontwikkeling is de bewegende component beneden het bovenoppervlak van de planken gelegen, waardoor het gehele bovenoppervlak van de planken beschikbaar is voor lading.
35 In een verdere ontwikkeling van een vloer volgens de uitvinding dient een eerste van de aandrijfvoeten tevens als directe of indirecte steun voor een andere 4 aandrijfvoet, waardoor althans voor die andere aandrijfvoet geen ondersteunende voorzieningen behoeven te worden aangebracht op het frame van de vloer. Dat is voordelig in geval van plaatsing aan de voorzijde van een laadruimte van 5 een oplegger. De eerste van de aandrijfvoeten kan tevens dienen als steun voor meer dan één andere aandrijfvoet.
In een uitvoering is de eerste aandrijfvoet voorzien van steungeleidingen voor een of meer andere aandrijfvoeten of daarmee verbonden bewegende componenten.
10 In een alternatieve opstelling zijn de aandrijfvoeten ondersteund op een vaste glijsteun, die aangebracht is op een frame van de vloer.
Vanuit een verder aspect voorziet de uitvinding in een verrijdbare laadruimte, voorzien van een vloer 15 volgens de uitvinding.
In een uitvoering is de laadruimte uitgevoerd als oplegger en voorzien van een koppeling voor koppeling aan een trekker, waarbij de aandrijfcilinders aan de voorzijde van de laadruimte zijn geplaatst. Hierbij zijn de 20 aandrijfcilinders bij voorkeur geplaatst buiten de laadruimte, binnen de toegestane radius vanaf de kingpin tot de voorkant van de oplegger.
Vanuit een verder aspect voorziet de uitvinding in een laadruimte voor droge lading, met een vloer die twee 25 of meer groepen beweegbare planken omvat, die zich tussen een voorzijde en een achterzijde van de vloer uitstrekken, waarbij elke groep beweegbare planken bevestigd is aan een aandrijfvoet die in plankrichting heen en weer beweegbaar is door een bijbehorend aandrijfcilindersamenstel met 30 cilinder en zuigerstang, waarbij de aandrijfcilindersamenstellen aan de voorzijde van de laadruimte zijn opgesteld en elk door middel van de bewegende component van het betreffende aandrijfcilindersamenstel verbonden zijn met een 35 bijbehorende aandrijfvoet, waarbij de planken bevestigd zijn aan de aandrijfvoet. Bij voorkeur zijn de aandrijfcilinders geplaatst buiten, in het bijzonder 5 beschouwd in horizontaal vlak, de laadruimte.
Vanuit een verder aspect voorziet de uitvinding in een laadruimte met een vloer die twee of meer groepen beweegbare planken omvat, die zich tussen een voorzijde en 5 een achterzijde van de vloer uitstrekken, waarbij elke groep beweegbare planken bevestigd is aan een aandrijfvoet die in plankrichting heen en weer beweegbaar is door een bijbehorend aandrijfcilindersamenstel met cilinder en zuigerstang, waarbij de aandrijfcilindersamenstellen aan de 10 voorzijde van de laadruimte zijn opgesteld en elk door middel van de bewegende component van het betreffende aandrijfcilindersamenstel verbonden zijn met een bijbehorende aandrijfvoet, waarbij de planken bevestigd zijn aan de aandrijfvoet, waarbij een eerste van de 15 aandrijfvoeten tevens dient als directe of indirecte steun voor een andere aandrijfvoet.
De uitvinding zal worden toegelicht aan de hand van een aantal in de bijgevoegde tekeningen weergegeven voorbeelduitvoeringen. Getoond wordt in: 20 Figuur 1 een zijaanzicht op een aanhanger met een voorbeelduitvoering van een vloer volgens de uitvinding;
Figuur 2 een schematisch bovenaanzicht op het aandrijfgedeelte in de vloer van de oplegger van figuur 1;
Figuur 3 een schematisch zijaanzicht op het 25 aandrijfgedeelte van de vloer van de oplegger volgens figuren 1 en 2;
Figuren 3A en 3B respectievelijk een schematisch schuin bovenaanzicht en een schuin achteraanzicht op de aandrijfeenheid van figuur 3, met weergegeven plankenvloer; 30 Figuur 4 een alternatief voor de opstelling volgens figuur 3;
Figuren 5 en 5A, respectievelijk een schematisch zijaanzicht en een eindaanzicht op de aandrijfeenheid overeenkomend met die van figuur 4, met een eerste vorm van 35 ondersteuning voor de aandrijfvoeten;
Figuren 6 en 6A, respectievelijk een schematisch zijaanzicht en een eindaanzicht op de aandrijfeenheid 6 overeenkomend met die van figuur 4, met een tweede vorm van ondersteuning voor de aandrijfvoeten; en
Figuren 7 en 7A, respectievelijk een schematisch zijaanzicht en een eindaanzicht op de aandrijfeenheid 5 overeenkomend met die van figuur 4, met een derde vorm van ondersteuning voor de aandrijfvoeten.
De oplegger 1 weergegeven in figuur 1 omvat een zich in langsrichting op de tekening van rechts naar links uitstrekkend chassis 2 dat voorzien is van een aantal 10 wielen 3 en een uitzetbare voorsteun 7. Tussen de achterzijde 4 en de voorzijde 9 van de oplegger 1 strekt zich een op dwarsdelen 11 ondersteunde plankenvloer 12 uit, waarbij de planken 12 heen en weer beweegbaar zijn in de richting A. Hiertoe is aan het vooreind 9, in het versmalde 15 vooreind 8 van de oplegger 1, een aandrij f eenheid 10 voorzien, met een bij de voorzijde 9 gelegen aandrijfeenheid 5 en een daardoor aangedreven stelsel 6 van aandrijfvoeten 13a-c, waarop de planken 12 bevestigd zijn. Op het chassis 2 is een laadruimte 40 aanwezig, onder meer 20 begrensd door voorwand 42 en zijwand 41a, b.
Zoals te zien is in figuur 2 zijn de planken 12 verdeeld in drie groepen, welke groepen gevormd zijn door om en om gerangschikte planken 12, waarbij, op op zich bekende wijze, vrijwel elke plank 12 van de ene groep aan 25 weerszijden omgeven wordt door planken van beide andere groepen.
De planken 12 zijn bevestigd op de bovenzijde van zich dwars op de langsrichting van de oplegger uitstrekkende aandrijfvoeten 13a, b, c, door middel van op 30 de aandrijfvoeten bevestigde vingers 52a, b, c die in de planken reiken en waarop de planken door middel van bijvoorbeeld bouten, klemmen, schroeven, schieten, poppen, lassen, lijmen, etc. zijn bevestigd. De aandrijfvoeten 13a, b, c zijn door middel van bevestigingsklemmen 14a, b, 3 5 c, bevestigd aan de uiteinden van zuigers tangen 15a, b, c, hoewel andere verbindingen tussen aandrijfvoeten én zuigerstang mogelijk zijn. De zuigerstangen 15a, b, c 7 reiken uit cilinders 17a, b, c die bevestigd zijn in cilinderblok 16. Het cilinderblok 16 is voorzien van een besturingsblok 37, dat met verder niet weergegeven middelen aangestuurd wordt. De bijbehorende leidingen zijn om 5 redenen van overzichtelijkheid weggelaten. Het cilinderblok 16 kan door onder meer bouten 51 bevestigd zijn aan het gestel van de oplegger.
Het cilinderblok 16 is opgenomen in een aan het vooreind 9 gelegen voorruimte 20, die uitsteekt van de 10 voorwand 42 van de laadruimte 40. Schematisch is weergegeven de normradius R vanaf de kingpin. De voorwand 21 van de afscherming 20 is net binnen de radius R gelegen. De voorruimte 20 wordt zijwaarts afgeschermd door zijwanden 22a, 22b die aansluiten op de voorwand 42 van de laadruimte 15 40.
In figuur 2 is op gestreepte wijze weergegeven de andere uiterste stand van de aandrijfvoet 13a. Wanneer de aandrijfvoet 13a naar die stand is bewogen kan de aandrijfvoet 13b over een zelfde afstand bewogen worden, 20 eveneens in de richting A, naar achteren. Vervolgens kan de aandrijfvoet 13c in dezelfde richting, over dezelfde afstand, worden bewogen. De terugslag naar voren kan voor alle drie aandrijfvoeten 13a, b, c tegelijk plaatsvinden, waarbij dan ook de daarmee verbonden planken 12 25 terugbewogen worden in de richting van de voorzijde 9.
In figuur 3 is de opstelling van figuur 2 in zijaanzicht nader weergegeven. Aangegeven is dat de aandrij fvoeten 13a, 13b, 13c de oplegging vormen voor de planken 12, die door middel van de vingers 52a-c op die 30 aandrijfvoeten 13a-c bevestigd zijn. Verder zijn weergegeven dwarsliggers 31 en 19. Op dwarsligger 19 zijn plankgeleiders 18 aangebracht, waarover de planken 12, ondersteund, heen en weer kunnen schuiven in de richting A. De ruimte beneden de aandrijfvoeten 13a-c is afgeschermd 35 door beplating 30.
In figuur 3 zijn de bevestigingsklemmen 14a-c op de bovenzijde van de aandrijfvoeten 13a-c bevestigd, zodat 8 ook de zuigerstangen 15a, b, c boven de aandrijfvoeten 13a-c zijn gelegen. De zuigerstangen 15a-c en de bevestigingsklemmen 14a-c liggen daarmee althans gedeeltelijk binnen het profiel van de planken 12.
5 In de weergegeven opstelling strekt het cilinderhuis 17 zich over een kleine afstand H uit voor de voorwand 42 van de laadruimte 40. In verticale zin is de ruimte boven de meeste van de planken 12 volledig vrij en beschikbaar voor lading. In het gebied van de 10 bevestigingsklemmen 14a-c kunnen, indien nodig, de zich in het verlengde daarvan bevindende planken worden ingekort, zoals ook te zien is in de figuren 3A en 3B. Aldaar is dan niet zonder meer een laadoppervlak beschikbaar, maar aan weerszijden daarvan, zoals duidelijk te zien in de figuren 15 3A, B, opzij daarvan. Om de aandrijving te beschermen en eventueel toch plaatsing van lading daarboven mogelijk te maken, kan echter, zoals weergegeven in figuur 3B, de aandrijfconstructie ter plaatse van de planken 12, weergegeven in figuur 3A, afgedekt worden, zoals door kap 2 0 32, met achterwand 34 en de zijwanden 35a, b, en met bovenwand 33, waarop lading geplaatst kan worden.
In het voorbeeld van figuur 3 is het niveau van het draagoppervlak van de planken 12 VI weergegeven, vervolgens het onderoppervlak van de planken 12, V2, 25 waarbij V2 tevens het bovenoppervlak van de aandrijfvoeten 13a-c vormt, vervolgens het onderoppervlak van de aandrijfvoeten V3, en de net boven VI gelegen hartlijn V4 van de zuigerstangen 15a-c.
In figuur 4 is een alternatieve opstelling 30 weergegeven, waarbij de planken 12 en de aandrijfvoeten 13a-c op hetzelfde niveau als in figuur 3 zijn gelegen, maar waarbij de zuigerstangen 15a, b, c beneden de aandrijfvoeten 13a-c zijn gelegen, binnen de ruimte die reeds aanwezig is voor het chassis van de oplegger 1. De 35 bevestigingsklemmen 14a-c zijn daarbij op de onderzijde van de aandrijfvoeten 13a-c bevestigd. De ruimte beneden de aandrijfvoeten 13a-c, waar ook de bevestigingsklemmen 14a, 9 b, c voor de zuigerstangen 15a-c gelegen zijn, is afgeschermd door beplating 30.
In het voorbeeld van figuur 4 is het niveau van het draagoppervlak van de planken 12 VI weergegeven, 5 vervolgens het onderoppervlak van de planken 12, V2, waarbij V2 tevens het bovenoppervlak van de aandrijfvoeten 13a-c vormt, vervolgens het onderoppervlak van de aandrijfvoeten V3, en de daar beneden gelegen hartlijn V4 van de zuigerstangen 15a-c.
10 In de weergegeven opstelling strekt het cilinderhuis 17 zich over een kleine afstand H uit voor de voorwand 42 van de laadruimte 40. In verticale zin is de ruimte boven de planken 12 volledig vrij en beschikbaar voor lading.
15 In principe kunnen de lastkrachten uitgeoefend op het voorste gebied van de planken vloer enerzijds via de aandrijfvoeten 13a-b overgedragen worden op de zuigerstangen 15a-c en dan op de cilinders 16a-c, en via de cilinders 16a-c op het chassis, en anderzijds via de 20 planken en het dichterbij gelegen dwarsdeel (dwarsligger) van het chassis.
Omdat een groter deel van de vloer aan het vooreind van de laadruimte beschikbaar is voor lading kan het nodig zijn extra steun te voorzien voor de 25 aandrijfvoeten en/of planken.
In een eerste uitvoering kunnen de aandrijfvoeten 13a-c bijkomend ondersteund worden, zoals weergegeven in figuren 5 en 5A. Aldaar is aangegeven dat tussen de dwarsliggers 31 en 19 bijvoorbeeld twee kokers 36a, b 30 aangebracht kunnen zijn. De bovenzijde van de kokers 36a, b is bekleed met een de planken geleidende kunststof laag 38a, b waarover de aandrijfvoeten 13a-c, ondersteund, heen en weer kunnen bewegen in de richting A.
Een alternatieve uitvoering is weergegeven in 35 figuren 6, 6A waarin onder de middelste aandrijfvoet 13b steunen 46a, b zijn bevestigd. De steunen 46a, b reiken in voorwaartse en achterwaartse richting tot geheel onder de 10 aandrijfvoeten 13a en 13c. De steunen 46a, b zijn aan de voorzijde en de achterzijde van de aandrijfvoet 13b voorzien van een , kunststof geleidende laag 45a, b waar overheen de aandrijfvoeten 13a en 13c, ondersteund, heen en 5 weer bewogen kunnen worden.
Een verder alternatief is weergegeven in figuren 7 en 7A, waarbij de aandrij fvoet 13c voorzien is van een kunststofbeklede steun 60b, waarin de zuigerstang 15b, geleidend ondersteund is. De zuigerstang 15a is geleidend 10 ondersteund in een kunststof beklede steun 60a, die vast bevestigd is op de middelste aandrij fvoet 13b. Aldus is de aandrijfvoet 13a ondersteund door aandrijfvoet 13b, en is die aandrijfvoet ondersteund op aandrijfvoet 13c.
Opgemerkt wordt dat in de gegeven voorbeelden 15 sprake is van drie groepen beweegbare planken, maar dat andere opzetten mogelijk zijn binnen de strekking van de uitvinding, bijvoorbeeld een opstelling met twee groepen beweegbare planken en één groep vaste planken, om en om geplaatst.
20 Opgemerkt wordt verder dat de uitvinding zich leent voor vloeren voor verplaatsing van lading in één of twee, tegengestelde richtingen, zoals laden en lossen.
Opgemerkt wordt verder dat de vloeren volgens de uitvinding ook kunnen worden toegepast op verder 25 stationaire gestellen en op motorwagens en op aanhangwagens.
1 0 2 8 4 3 9
Claims (23)
1. Vloer voor ondersteuning van lading, waarbij de vloer twee of meer groepen beweegbare planken omvat, die zich tussen een voorzijde en een achterzijde van de vloer uitstrekken, waarbij elke groep beweegbare planken 5 bevestigd is aan een aandrijfvoet die in plankrichting heen en weer beweegbaar is door een bijbehorend aandrijfcilinderamenstel met cilinder en zuigerstang, waarbij de aandrijfcilindersamenstellen althans deels vóór de groepen planken zijn opgesteld en elk door middel van de 10 bewegende component van het betreffende aandrijfcilindersamenstel verbonden zijn met een bijbehorende aandrijfvoet, waarbij de planken bevestigd zijn aan de bovenzijde van de aandrijfvoet.
2. Vloer volgens conclusie 1, waarbij de 15 bewegende component althans deels gelegen is beneden het bovenoppervlak van de planken.
3. Vloer volgens conclusie 2, waarbij de bewegende component gelegen is boven het benedenoppervlak van de planken.
4. Vloer volgens conclusie 3, waarbij de bewegende component althans deels gelegen is binnen de verticale ruimte bepaald door de planken.
5. Vloer volgens conclusie 4, waarbij de bewegende component reikt in een verticale ruimte die 25 vrijgelaten is door plaatselijke verkorting van een of meer planken.
6. Vloer volgens conclusie 3, 4 of 5, waarbij de planken gelegen naast de bewegingsruimte van de bewegende componenten doorlopen tot het aldaar gelegen eind van de 30 vloer.
7. Vloer volgens een der conclusies 3-6, waarbij de bewegingsruimte voor de bewegende componenten afgeschermd is door een bak of huis.
8. Vloer volgens conclusie 1 of 2, waarbij de 1028439 bewegende component beneden het bovenoppervlak van de planken gelegen is.
9. Vloer volgens conclusie 8, waarbij de bewegende component beneden de planken gelegen is.
10. Vloer volgens een der voorgaande conclusies, waarbij een eerste van de aandrijfvoeten tevens dient als directe of indirecte steun voor een andere aandrijfvoet.
11. Vloer volgens conclusie 10, waarbij de eerste van de aandrijfvoeten tevens dient als directe of indirecte 10 steun voor meer dan één andere aandrijfvoet.
12. Vloer volgens conclusie 10 of 11, waarbij de eerste aandrijfvoet voorzien is van steungeleidingen voor een of meer andere aandrijfvoeten of daarmee verbonden bewegende componenten.
13. Vloer volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de bewegende component gevormd wordt door een zuigerstang danwel een verlenging of voortzetting daarvan, waarbij de cilinders vast zijn opgesteld.
14. Verrijdbare laadruimte, voorzien van een 20 vloer volgens een der voorgaande conclusies.
15. Laadruimte volgens conclusie 14, voorzien van een koppeling voor koppeling aan een trekker, waarbij de aandrijfcilindersamenstellen aan de voorzijde van de laadruimte zijn geplaatst.
16. Laadruimte volgens conclusie 15, waarbij de aandrijfcilinders geplaatst zijn buiten de laadruimte in het bijzonder beschouwd in horizontaal vlak.
17. Laadruimte voor droge lading, met een vloer die twee of meer groepen beweegbare planken omvat, die zich 30 tussen een voorzijde en een achterzijde van de vloer uitstrekken, waarbij elke groep beweegbare planken bevestigd is aan een aandrijfvoet die in plankrichting heen en weer beweegbaar is door een bijbehorend aandrijfcilindersamenstel met cilinder en zuigerstang, 35 waarbij de aandrijfcilindersamenstellen aan de voorzijde van de laadruimte zijn opgesteld en elk door middel van de bewegende component van het betreffende aandrijfcilindersamenstel verbonden zijn met een bijbehorende aandrijfvoet, waarbij de planken bevestigd zijn aan de aandrijfvoet.
18. Laadruimte volgens conclusie 17, waarbij de 5 aandrijfcilinders geplaatst zijn buiten de laadruimte, in het bijzonder daarvóór.
19. Laadruimte met een vloer die twee of meer groepen beweegbare planken omvat, die zich tussen een voorzijde en een achterzijde van de vloer uitstrekken, 10 waarbij elke groep beweegbare planken bevestigd is aan een aandrij fvoet die in plankrichting heen en weer beweegbaar is door een bijbehorend aandrijfcilindersamenstel met cilinder en zuigerstang, waarbij de aandrijfcilindersamenstellen aan de voorzijde van de 15 laadruimte zijn opgesteld en elk door middel van de bewegende component van het betreffende aandrijfcilindersamenstel verbonden zijn met een bijbehorende aandrijfvoet, waarbij de planken bevestigd zijn aan de aandrijfvoet, waarbij een eerste van de 20 aandrijfvoeten tevens dient als directe of indirecte steun voor een andere aandrijfvoet.
20. Vloer volgens conclusie 19, waarbij de eerste van de aandrijfvoeten tevens dient als directe of indirecte steun voor meer dan één andere aandrij fvoet.
21. Vloer volgens conclusie 19 of 20, waarbij de eerste aandrijfvoet voorzien is van steungeleidingen voor een of meer andere aandrijfvoeten of daarmee verbonden bewegende componenten.
22. Vloer voorzien van een of meer van de in de 30 bijgevoegde beschrijving omschreven en/of in de bijgevoegde tekeningen getoonde kenmerkende maatregelen.
23. Laadruimte voorzien van een of meer van de in de bijgevoegde beschrijving omschreven en/of in de bij-gevoegde tekeningen getoonde kenmerkende maatregelen. 35 -o-o-o-o-o-o-o-o- ' f : ’
Priority Applications (6)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL1028439A NL1028439C2 (nl) | 2005-03-02 | 2005-03-02 | Vloer voor laadruimte. |
EP06075486A EP1698574B1 (en) | 2005-03-02 | 2006-03-02 | Floor for cargo space |
ES06075486T ES2307258T3 (es) | 2005-03-02 | 2006-03-02 | Plataforma para espacio de soporte de carga. |
AT06075486T ATE394327T1 (de) | 2005-03-02 | 2006-03-02 | Boden für laderaum |
US11/366,990 US7320395B2 (en) | 2005-03-02 | 2006-03-02 | Floor for cargo space |
DE602006001061T DE602006001061D1 (de) | 2005-03-02 | 2006-03-02 | Boden für Laderaum |
Applications Claiming Priority (2)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL1028439A NL1028439C2 (nl) | 2005-03-02 | 2005-03-02 | Vloer voor laadruimte. |
NL1028439 | 2005-03-02 |
Publications (1)
Publication Number | Publication Date |
---|---|
NL1028439C2 true NL1028439C2 (nl) | 2006-09-11 |
Family
ID=34977106
Family Applications (1)
Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
---|---|---|---|
NL1028439A NL1028439C2 (nl) | 2005-03-02 | 2005-03-02 | Vloer voor laadruimte. |
Country Status (5)
Country | Link |
---|---|
EP (1) | EP1698574B1 (nl) |
AT (1) | ATE394327T1 (nl) |
DE (1) | DE602006001061D1 (nl) |
ES (1) | ES2307258T3 (nl) |
NL (1) | NL1028439C2 (nl) |
Families Citing this family (6)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
EP2072424B1 (en) | 2007-12-21 | 2010-06-30 | Officine Meccaniche Bovesane S.r.l. | Moving floor for supporting and conveying loads |
EP2072425B1 (en) | 2007-12-21 | 2010-08-04 | Officine Meccaniche Bovesane S.r.l. | Moving floor for supporting and conveying loads |
FR2929226A1 (fr) * | 2008-03-31 | 2009-10-02 | Legras Ind Sa | Plateau de chargement a plancher mobile notamment pour vehicule de transport |
DE202011100760U1 (de) | 2011-05-17 | 2012-08-24 | Gerhard Schmees Stahl-, Anlagen- und Maschinenbau GmbH | Entleervorrichtung für ein Silo, einen Bunker o. dgl. Schüttgutbehälter |
JP2015521484A (ja) * | 2012-07-03 | 2015-07-30 | ワンツーフィード アンパーツゼルスカブ | 飼料マガジン |
DE102016012571B4 (de) | 2016-10-21 | 2020-03-26 | Christian Penners | Wechselbehälter mit integriertem Be- und Entladesystem |
Citations (5)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
US5125502A (en) * | 1991-04-08 | 1992-06-30 | Foster Raymond K | Drive mechanism for a reciprocating floor conveyor |
US5222590A (en) * | 1992-11-19 | 1993-06-29 | Quaeck Manfred W | Reciprocating floor conveyor drive mechanism |
US5402878A (en) * | 1994-04-06 | 1995-04-04 | Lutz; David E. | Reciprocating slat conveyor |
DE10046054A1 (de) * | 2000-09-18 | 2002-04-04 | Doll Fahrzeugbau Gmbh | Schiebebodenantrieb zum Be- und Entladen von Ladungen |
EP1443003A1 (en) * | 2003-01-31 | 2004-08-04 | Hyva International Inc. N.V. | Drive device |
-
2005
- 2005-03-02 NL NL1028439A patent/NL1028439C2/nl not_active IP Right Cessation
-
2006
- 2006-03-02 AT AT06075486T patent/ATE394327T1/de not_active IP Right Cessation
- 2006-03-02 EP EP06075486A patent/EP1698574B1/en not_active Not-in-force
- 2006-03-02 ES ES06075486T patent/ES2307258T3/es active Active
- 2006-03-02 DE DE602006001061T patent/DE602006001061D1/de active Active
Patent Citations (5)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
US5125502A (en) * | 1991-04-08 | 1992-06-30 | Foster Raymond K | Drive mechanism for a reciprocating floor conveyor |
US5222590A (en) * | 1992-11-19 | 1993-06-29 | Quaeck Manfred W | Reciprocating floor conveyor drive mechanism |
US5402878A (en) * | 1994-04-06 | 1995-04-04 | Lutz; David E. | Reciprocating slat conveyor |
DE10046054A1 (de) * | 2000-09-18 | 2002-04-04 | Doll Fahrzeugbau Gmbh | Schiebebodenantrieb zum Be- und Entladen von Ladungen |
EP1443003A1 (en) * | 2003-01-31 | 2004-08-04 | Hyva International Inc. N.V. | Drive device |
Also Published As
Publication number | Publication date |
---|---|
ES2307258T3 (es) | 2008-11-16 |
DE602006001061D1 (de) | 2008-06-19 |
EP1698574B1 (en) | 2008-05-07 |
EP1698574A2 (en) | 2006-09-06 |
EP1698574A3 (en) | 2006-11-15 |
ATE394327T1 (de) | 2008-05-15 |
Similar Documents
Publication | Publication Date | Title |
---|---|---|
NL1028439C2 (nl) | Vloer voor laadruimte. | |
US4966275A (en) | Reciprocating conveyor with detachable power drive | |
US3485400A (en) | Vehicle with sliding and tilting bed | |
US3521780A (en) | Truck-mounted lifting device | |
CA2437278A1 (en) | Improvements in and relating to methods and apparatus for loading a trailer | |
US7014237B1 (en) | Casket transporting apparatus | |
NL8700250A (nl) | Voor twee afzonderlijke ladingen geschikt wegtransportvoertuig. | |
NL8601358A (nl) | Vorkheftruck en voertuig voor het vervoer daarvan. | |
US20080217883A1 (en) | Tractor Adapted to Be Connected to a Semi-Trailer | |
US3717273A (en) | Vehicular bag hoist | |
US7320395B2 (en) | Floor for cargo space | |
CA2111534A1 (en) | Bi-directional ratchet conveyor | |
FI63202B (fi) | Anordning vid gaffeltruck | |
RU2554036C2 (ru) | Грузовая платформа автомобиля для перевозки рулонов сена, соломы | |
US20190177132A1 (en) | Hoist and Crane | |
NL1022541C2 (nl) | Aandrijfinrichting. | |
NL1037657C2 (nl) | Transportvoertuig met beweegbare laadvloer. | |
NL2014787B1 (nl) | Aanhangwagen voor het behandelen van vierpotige dieren. | |
US3717217A (en) | Mechanisms for mounting and stowing seismic vibrators on a vehicle | |
JP3995700B2 (ja) | コンテナ積載用セミトレーラ | |
NL9500067A (nl) | Laadvloer voor vrachtwagens of vrachttrailers. | |
KR101650889B1 (ko) | 지게차 적재장치가 구비된 화물차 | |
US3448878A (en) | Low bed trailer | |
JP3185608B2 (ja) | 移動棚設備 | |
RU2384429C1 (ru) | Устройство для перевозки колесных транспортных средств |
Legal Events
Date | Code | Title | Description |
---|---|---|---|
PD2B | A search report has been drawn up | ||
SD | Assignments of patents |
Owner name: CARGO MAC B.V. Effective date: 20080908 |
|
VD1 | Lapsed due to non-payment of the annual fee |
Effective date: 20091001 |