NL1027554C2 - Inrichting voor het met een deeltjesvormig materiaal bekleden van voedselproducten. - Google Patents

Description

Inrichting voor het met een deeltiesvormig materiaal bekleden van voedselproducten

De uitvinding betreft een inrichting voor het met een deeltjesvormig bekledingsmateriaal bekleden van een voedselproduct, omvattende tenminste een 5 liggende, roteerbare trommel, een toevoerbaan voor het toevoeren van te bekleden voedselproducten aan een eind van de trommel, een afVoerbaan voor het afVoeren van beklede voedselproducten aan het tegenoverliggende eind van de trommel, alsmede toevoermiddelen voor het toevoeren van het bekledingsmateriaal aan de voedselproducten in de trommel, zodanig dat bij het roteren van de trommel de 10 voedselproducten worden gewenteld en zich van het eind van de trommel dat is gericht naar de toevoerbaan naar het tegenoverliggende eind bewegen.

Een dergelijke inrichting is bekend uit US-A-3097967. Bij deze bekende inrichting worden de voedselproducten door middel van een transportband aan de trommel toegevoerd. In de trommel bevindt zich een viertal tunnels die elk een gedeelte 15 van de toegevoerde producten opnemen. De trommel is enigszins schuin aflopende opgesteld, zodanig dat via een afvoerband de beklede producten weer kunnen worden afgevoerd.

Ondanks het feit dat deze bekende inrichting vier tunnels bezit teneinde de capaciteit te vergroten, zijn er niettemin toch nog nadelen aan te wijzen, die 20 samenhangen met de breedteverhouding van de trommel enerzijds, en de toevoerbaan en afvoerbaan anderzijds. Die toevoerbaan en afVoerbaan moeten namelijk een breedte bezitten die is afgestemd op de diameter van de trommel. In de praktijk betekent dit dat de breedte van die banden aanzienlijk kleiner is dan de diameter van de trommel. Dit heeft tot gevolg dat een grote capaciteit, waarvoor relatief brede banen nodig zijn, 25 slechts kan worden verkregen met behulp van een zeer grote trommel. Dat is ongewenst, omdat het daarmee samenhangende ruimtebeslag ongewenst is.

Van belang is verder dat de producten regelmatig over de toevoerbaan verspreid worden getransporteerd. Daardoor kan worden verzekerd dat zij alle gelijkmatig worden behandeld. Omdat de producten vervolgens in een relatief kleine ruimte 30 terechtkomen, bestaat het risico dat daaraan afbreuk wordt gedaan en beschadigingen optreden of de producten aan elkaar kunnen kleven.

Een verder nadeel is dat de beklede voedselproducten in de vorm van een relatief smalle stroom, dicht op elkaar gepakt, de trommel verlaten. In die toestand zijn de 1027554 * 2 voedselproducten niet direct geschikt voor verdere verwerking, zoals bakken of braden. Gevolg daarvan is dat ingewikkelde maatregelen nodig zijn om de voedselproducten te spreiden.

Het spreiden van de producten is eveneens belangrijk in verband met de verdere 5 behandeling daarvan. Als voorbeeld wordt genoemd het verhitten van de producten, zoals in een frituurbad. De producten moeten zich vrij in dat bad kunnen bewegen. Indien zij tegen elkaar aan zouden liggen of aan elkaar gehecht zouden blijven, kan de uniformiteit van de behandeling niet worden verzekerd.

Doel van de uitvinding is daarom een inrichting van het hiervoor genoemde type 10 te verschaffen die deze nadelen niet bezit. Dat doel wordt bereikt doordat tenminste een verdere roteerbare trommel is voorzien, zodat de breedte van de toevoerbaan en de afvoerbaan groter is dan de diameter van een trommel en dat die banen in dwarsrichting zich over tenminste twee trommels uitstrekken.

Bij de inrichting volgens de uitvinding worden de voedselproducten, die in een 15 relatief brede stroom worden aangevoerd op een aanvoerbaan zoals een of meerdere banden, trilsystemen en dergelijke, niet alle in één en dezelfde trommel opgenomen maar in twee of meer trommels, afhankelijk van de breedte van de banen. De voedselproducten ondergaan de behandeling van het bekleden dan ook in gescheiden stromen, die de diverse trommels ook weer gescheiden verlaten. Vanwege het feit dat 20 de voedselproducten reeds zijn verdeeld over meerdere deelstromen, kan het verder verdelen van die producten over een brede afVoerband veel eenvoudiger geschieden.

In dat verband kan zich tussen elke trommel en de afvoerbaan een verdeelorgaan bevinden voor het dwars over die baan verspreiden van de voedselproducten. Dat verdeelorgaan kan een transportbaan of trilgoot e.d. per trommel omvatten die nabij de 25 trommel heen en weer zwenkbaar is opgehangen.

Verder kan zich tussen telkens twee trommels en de toevoerbaan een geleidingsorgaan bevinden voor het splitsen van de over de toevoerbaan toegevoerde voedselproducten in twee stromen, zoals een plaat waarvan de punt of rand is gericht tegen de toevoerrichting.

30 Bij de inrichting volgens de uitvinding kunnen tevens opvangmiddelen zijn voorzien voor het opvangen van overtollig bekledingsmateriaal dat afkomstig is van de voedselproducten uit de trommel. Verder kunnen overbrengmiddelen zijn voorzien 1027554 3 voor het overbrengen van bekledingsmateriaal vanaf de opvangmiddelen naar de voedselproducten op de toevoerbaan.

Vervolgens zal de uitvinding nader worden toegelicht aan de hand van een in de figuren weergegeven uitvoeringsvoorbeeld.

5 Figuur 1 toont een zijaanzicht van de inrichting volgens de uitvinding.

Figuur 2 toont een achteraanzicht.

Figuur 3 toont een bovenaanzicht volgens ΙΠ - III van figuur 1.

Figuur 4 toont een bovenaanzicht volgens IV - IV van figuur 1.

Aan de in de figuren 1-4 weergegeven inrichting voor het bekleden van 10 voedselproducten met een deeltjesvormig materiaal, poeder e.d. zoals broodkruimels, meelproducten zoals bloem en dergelijke, worden de voedselproducten toegevoerd via een in zijn geheel met 1 aangeduide toevoerband. Verder is een afVoerband 2 voorzien alsmede een drietal trommels 3. Aan het eind van de toevoerband 1 is een transportband 5 voorzien, door middel waarvan de producten 4 in een drie deelstromen 15 worden geleid. Deze deelstromen zijn gescheiden door de geleidingsorganen 6 en monden uit in de drie glijgoten 7.

Via de drie glijgoten 7 komen gelijke hoeveelheden van het voedselproduct 4 terecht in de drie trommels 3. Deze trommels 3 roteren rond hun langsas zoals weergegeven in figuur 1 en transporteren daarbij de voedselproducten 4 naar het andere 20 eind. De trommels 3 kunnen daartoe enigszins schuin aflopend zijn opgesteld. De hellingshoek kan instelbaar zijn in verband met het regelen van de doorvoersnelheid.

Aan dat andere eind is op elke trommel 3 een verdeelorgaan in de vorm van een zwenkbare transportband 8 voorzien. Deze transportbanden 8 zijn zwenkbaar rond een verticale hartlijn, en ontvangen de voedselproducten 4 die afkomstig zijn uit de 25 betreffende trommel 3.

De transportbanden 8 voeren de voedselproducten op de afVoerband 2, en maken daarbij een heen en weer gaande beweging zodanig dat de beklede voedselproducten regelmatig verdeeld over die transportband 2 afgevoerd kunnen worden.

De transportbanden 8 zijn poreus, zodanig dat, zoals weergegeven in figuur 1, het 30 korrelvormige materiaal 9 het vanaf de zich onder de transportbaan 8 bevindende plaat 17 naar beneden kan vallen. Daaronder bevindt zich een transportbandgedeelte 10, dat eveneens poreus is, en waaronder zich een dichte plaat 11 bevindt. Het vrijgekomen deeltjes vormige materiaal wordt met het transportbandgedeelte 10 meegevoerd naar de 1027554 4 buffer 12, van waaruit het gedoseerd wordt afgegeven aan het transportbandgedeelte 5 en de plaat 18 via de omkeerrol 13. Zoals te zien is in figuur 1 komen de te bekleden producten 4 op het deeltjesvormige materiaal 9 terecht, waarna de cyclus zoals hiervoor beschreven verder wordt vervolgd.

5 De transportbandgedeelten 10 en 5 vormen één geheel zoals weergegeven in figuur 1, hetgeen wordt mogelijk gemaakt door de verdere omkeerrollen 14,15, 16.

Hoewel de verdeelorganen in het hiervoor beschreven uitvoeringsvoorbeeld zijn uitgevoerd als transportbanden, kunnen ook andere uitvoeringen worden toegepast zoals glij goten, trilgoten en dergelijke.

10 Nabij de omkeerrol 13 is een buffer met bekledingsmateriaal 12 voorzien, welke buffer geregeld kan worden door de in hoogte verstelbare verdeelplaat 19. Door het omhoog bewegen van de verdeelplaat 19, van de dichte plaat 11 af, wordt een relatief grote hoeveelheid bekledingsmateriaal naar de transportband 5 geleid. Door de regelklep 19 te laten zakken, kan die hoeveelheid verminderd worden waardoor ook de 15 laagdikte van het bekledingsmateriaal op de transportband 5 verkleind wordt.

Door middel van de sensor 20 en een (niet getoonde) toevoerinrichting kan de hoeveelheid bekledingsmateriaal 12 op peil worden gehouden.

Alle banen, verdeelorganen e.d. kunnen bestaan uit transportbanden, trilgoten, draaiende schijven, glijgoten, bewegende vingers en dergelijke.

1027554

Claims (12)

1. Inrichting voor het met een deeltjesvormig bekledingsmateriaal (9) bekleden van een voedselproduct (4), omvattende tenminste een liggende, roteerbare trommel 5 (3), ten minste een toevoerbaan (1, 5) voor het toevoeren van te bekleden voedselproducten (4) aan een eind van de trommel (3), ten minste een afVoerbaan (2, 8) voor het afvoeren van beklede voedselproducten (4) aan het tegenoverliggende eind van de trommel (3), alsmede toevoermiddelen (11) voor het toevoeren van het bekledingsmateriaal (9) aan de voedselproducten (4), zodanig dat bij het roteren van de 10 trommel (3) de voedselproducten (4) worden gewenteld en zich van het eind van de trommel (3) dat is gericht naar de toevoerbaan (1) naar het tegenoverliggende eind bewegen, met het kenmerk dat tenminste een verdere roteerbare trommel (3) is voorzien, dat de breedte van de toevoerbaan (1) en de afVoerbaan (2) groter is dan de diameter van een trommel (3) en dat die banen (1, 2) in dwarsrichting zich over 15 tenminste twee trommels (3) uitstrekken.

2. Inrichting volgens conclusie 1, waarbij aan de afvoerzijde van de trommels (3) zich een verdeelorgaan (8) bevindt voor het dwars verspreiden van de voedselproducten (4). 20

3. Inrichting volgens conclusie 2, waarbij het verdeelorgaan ten minste een transportband (8) zonder eind, trilgoot e.d. omvat die nabij de trommel (3) heen en weer zwenkbaar is opgehangen.

4. Inrichting volgens conclusie 2, waarbij het verdeelorgaan ten minste twee transportbanden (8) zonder eind, trilgoten e.d. omvat die nabij de trommel (3) heen en weer zwenkbaar zijn opgehangen.

5. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, waarbij aan de toevoerzijde 30 zich tussen telkens twee trommels (3) een geleidingsorgaan (6) bevindt voor het splitsen van de over de toevoerbaan (1) toegevoerde voedselproducten (4) in twee stromen. 1027554 «*

6. Inrichting volgens conclusie 5, waarbij het geleidingsorgaan een plaat (6) omvat die zich uitrekt over de toevoerbaan (1,5).

7. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de toevoerbaan (1) 5 en de afvoerbaan (2) elk ten minste een transportband zonder eind, trilgoot e.d. omvatten.

8. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de toevoerbaan (1) en de afvoerbaan (2) elk ten minste twee transportbanden zonder eind, trilgoten e.d. 10 omvatten.

9. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, waarbij opvangmiddelen (10, 11) zijn voorzien voor het opvangen van overtollig bekledingsmateriaal (9) dat afkomstig is van de voedselproducten (4) uit de trommel (3). 15

10. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, waarbij overbrengmiddelen (13, 15) zijn voorzien voor het overbrengen van bekledingsmateriaal vanaf de opvangmiddelen naar de voedselproducten (4) op de toevoerbaan (1).

11. Inrichting volgens conclusie 10, waarbij de overbrengmiddelen een regelklep (19) omvatten voor het regelen van de hoeveelheid bekledingsmateriaal die op de toevoerbaan (1) wordt gebracht.

12. Inrichting volgens conclusie 11, waarbij een sensor (20) is voorzien voor het 25 op peil houden van de hoeveelheid bekledingsmateriaal. 1027554