NL1027205C2 - Dakraamsamenstel. - Google Patents

Description

Dakraamsamenstel

De uitvinding heeft betrekking op een dakraamsamenstel voor hellende daken.

Het is bekend om in hellende daken dakramen aan te brengen, die in één vlak met het dakvlak gelegen zijn.

5 Daarmee kan wel een aanzienlijke hoeveelheid extra licht toegelaten worden tot de binnendakse ruimte, zoals een werkkamer, maar wordt geen ruimte gewonnen.

Het is voorts bekend om op hellende daken dakkapellen te plaatsen, waardoor niet alleen extra licht maar 10 ook aan ruimte gewonnen wordt. Dakkapellen zijn echter doorgaans grote en dure objecten, die bovendien veel in-stallatiearbeid en -deskundigheid vergen. Voorts kunnen grote en opvallende dakkapellen een inbreuk vormen op de vorm van het dak en op de omgeving.

15 Een doel van de uitvinding is een dakraamsamen stel te verschaffen, dat een vergroting van de binnendakse ruimte biedt en toch eenvoudig van opbouw is.

Een verder doel is een dakraamsamenstel te verschaffen, dat een vergroting van de binnendakse ruimte ’ 20 biedt en toch een beperkte verstoring van het hellend dakvlak vormt.

Een verder doel is een dakraamsamenstel voor hellende daken te verschaffen, dat modulair opgebouwd is.

Een verder doel van de uitvinding is een dakraam-25 samenstel voor hellende daken te verschaffen, dat eenvoudig 1027205 2 op individuele wensen is af te stemmen.

Een ander doel is een dakraamsamenstel te verschaffen waarin de kans van optreden van staand hemelwater tot een minimum wordt beperkt.

5 Althans een van deze doelen wordt volgens een aspect van de uitvinding bereikt met een dakraamsamenstel voor hellende daken opgebouwd uit een aantal geprefabriceerde onderdelen, omvattend een voorwand, een bovenwand en twee zijwanden, die met elkaar een uit het hellende 10 dakvlak reikende dakuitbouw vormen, waarbij de voorwand, de bovenwand en de zijwanden elk een kozijn omvatten, waarbij de kozijnen van de bovenwand en van de voorwand een hoek insluiten van meer dan 90 graden. Het dakraamsamenstel ! kan gemakkelijk vervaardigd en in voorraad worden gehouden.

15 Met een dergelijke stompe hoek kan eenvoudig worden bewerk- j stelligd dat zowel de bovenwand als de voorwand hellen, \ onder hoeken met eenzelfde teken (+/-). In geval van doorzichtige of doorschijnende wanden wordt daarmee de licht-toetreding tot de binnendakse ruimte bevorderd. Verder is 20 een hellende bovenwand gunstig voor afvoer van hemelwater.

Bovendien behoeft niet precies te worden afgestemd op verticale en horizontale lijnen.

In een uitvoering bezitten de kozijnen van de voorwand en de bovenwand gelijke afmetingen, waardoor op 25 aantal verschillende onderdelen wordt bespaard en de modu-lariteit wordt bevorderd. Dat gemak wordt vergroot indien volgens een voorkeur van de uitvinding de zijwanden onderling gelijke kozijnen omvatten.

Men kan dan voor de kozijnen voor het dakraam-30 samenstel onder omstandigheden volstaan met twee paar kozijnen.

De mogelijkheid de kozijnen zoveel mogelijk gelijk te maken wordt bevorderd indien de zijwanden elk een in hoofdzaak gelijkbenige driehoekig kozijn omvatten.

35 Bij voorkeur zijn de kleine hoeken van de drie hoek kleiner dan 35 graden, zodat de bovenwand onder vrijwel alle omstandigheden aflopend is, hetgeen bevorderlijk 3 is voor de afwatering en voor de aanblik.

Bij voorkeur zijn de kleine hoeken van de driehoek ongeveer 27,5 graden.

In een voorkeursuitvoering omvat het dakraam-5 samenstel volgens de uitvinding voorts een koppelprofiel voor de verbinding van de kozijnen van de voorwand en de bovenwand, waarbij het koppelprofiel voorzien is van langs-kanalen. Het koppelprofiel kan daarmee een dubbele functie vervullen, óf eventueel zelfs nog meer functies. Zo kunnen 10 de langskanalen gevormd zijn door holle langsruimtes, die een ventilatiefunctie vervullen, waarbij het koppelprofiel voorzien is van ventilatiemiddelen die naar de dakbinnen-ruimte openen. Bij voorkeur is het koppelprofiel dan aan althans een eind voorzien is van doorgangen voor fluidum-15 verbinding tussen de buitenlucht en de holle langsruimtes. De holle ruimtes kunnen ook een functie vervullen in warmte-isolatie.

Het koppelprofiel kan voorzien zijn van langskanalen die ingericht zijn voor geleiding van water daar-20 langs, naar de zijwanden. Het koppelprofiel kan hierbij benut worden voor het in buitenwaartse richting door het koppelprofiel afschermen van de watergeleidingsmiddelen. Bij voorkeur is het bovenwandkozijn voorzien van een of meer doorgangen voor water van de buitenzijde naar de 25 geleidingsmiddelen, waarmee water dat -bij voorbeeld als gevolg van verslechtering van afdichtstrips tussen kozijn en glas (of ander paneel) tussen glas en kozijn doordringt, afgeleid kan worden en staand water wordt tegengegaan.

Het is ook mogelijk om ter plaatse van het kop-30 pelprofiel zonweringsmiddelen voor zonwering in de voorwand en/of de bovenwand te voorzien.

In een uitgebreide uitvoering kan het kozijn van de voorwand en het kozijn van de bovenwand tenminste één tussenstijl omvatten, die bij voorkeur opgenomen is in het 35 betreffende kozijn.

Voor vergroting van de gebruiksmogelijkheden heeft het de voorkeur dat de voorwand en/of de bovenwand voorzien zijn van een vleugel, zodat een open doorgang kan worden gecreëerd tussen de binnendakse en de buitendakse ruimtes.

4

In een voordelige uitvoering is de vleugel aange-5 bracht in het kozijn van de voorwand en uit gevoerd als uitzetzakraam, waarin de voordelen van een steekraam (afscherming) gecombineerd zijn met die van een tuimelraam (buitenzijde is gemakkelijk te reinigen).

Lichttoetreding wordt bevorderd indien de voor-10 wand en/of de bovenwand voorzien zijn van platen van doorschijnend of doorzichtig materiaal, in het bijzonder glas.

In een uitvoering zijn de voorwand en/of de bovenwand voorzien van dubbele glasplaten waartussen een zonwering is aangebracht, zodat daardoor geen ruimte-bezet-15 tende, binnendakse voorzieningen behoeven te worden geplaatst.

In een eerste verdere ontwikkeling volgens de uitvinding zijn de kozijnen vervaardigd van aluminium. De kozijnen kunnen eenvoudig worden samengesteld uit aluminium 20 profielen, die zelf geëxtrudeerd kunnen zijn.

In een tweede verdere ontwikkeling volgens de uitvinding zijn de kozijnen vervaardigd van kunststof, in het bijzonder door spuitgieten.

Vanuit een verder aspect verschaft de uitvinding 25 een dakraamsamenstel voor hellende daken opgebouwd uit een aantal geprefabriceerde onderdelen, in het bijzonder volgens een der voorgaande conclusies, omvattend een voorwand, een bovenwand en twee zijwanden, die met elkaar een uit het hellende dakvlak reikende dakuitbouw vormen, 30 waarbij de voorwand en de bovenwand gevormd worden door kozijnen, die beide voorzien zijn van platen van doorschijnend of doorzichtig materiaal, in het bijzonder glas.

Bij voorkeur zijn de zijwanden voorzien van platen van doorschijnend of doorzichtig materiaal, in het 35 bijzonder glas.

Vanuit een verder aspect verschaft de uitvinding een dakraamsamenstel voor hellende daken opgebouwd uit een 5 aantal geprefabriceerde onderdelen, zoals in het voorgaande beschreven, omvattend een voorwand, een bovenwand en twee zijwanden, die met elkaar een uit het hellende dakvlak reikende dakuitbouw vormen, waarbij de voorwand en 5 de bovenwand gevormd worden door kozijnen, voorts omvattend een koppelprofiel voor de verbinding van de kozijnen van de voorwand en de bovenwand, waarbij het koppelprofiel voorzien is van holle ruimtes.

Bij voorkeur is koppelprofiel voorzien van venti-10 latiemiddelen die van de holle ruimtes naar de dakbinnen-ruimte openen.

Bij voorkeur is het koppelprofiel aan althans een eind voorzien van doorgangen voor fluïdumverbinding tussen de buitenlucht en de holle ruimtes.

15 Vanuit een vérder aspect verschaft de uitvinding een dakraamsamenstel voor hellende daken opgebouwd uit een aantal geprefabriceerde onderdelen, zoals in het voorgaande omschreven, omvattend een voorwand, een bovenwand en twee zijwanden, die met elkaar een uit het hellende 20 dakvlak reikende dakuitbouw vormen, waarbij de voorwand en de bovenwand gevormd worden door kozijnen, voorts omvattend een koppelprofiel voor de verbinding van de kozijnen van de voorwand en de bovenwand, waarbij het koppelprofiel voorzien is van middelen voor geleiding van water daarlangs, 25 naar de zijwanden.

Bij voorkeur zijn de geleidingsmiddelen in buitenwaartse richting door het koppelprofiel afgeschermd zijn.

Bij voorkeur is het bovenwandkozijn voorzien van 30 een of meer doorgangen voor water van de buitenzijde naar de geleidingsmiddelen.

Vanuit een verder aspect verschaft de uitvinding een dakraamsamenstel voor hellende daken opgebouwd uit een aantal geprefabriceerde onderdelen, zoals in het voor-35 gaande omschreven, omvattend een voorwand, een bovenwand en twee zijwanden, die met elkaar een uit het hellende dakvlak reikende dakuitbouw vormen, waarbij de voorwand I , 6 gevormd wordt door een kozijn, voorts omvattend een eind-profiel voor verbinding met de onderrand van het voorwand-kozijn, waarbij het eindprofiel voorzien is van middelen voor geleiding van water daarlangs, naar de zijwanden.

5 Bij voorkeur zijn de geleidingsmiddelen in bui tenwaartse richting door het eindprofiel afgeschermd.

Bij voorkeur is het voorwandkozijn voorzien van een of meer doorgangen voor water van de buitenzijde naar de geleidingsmiddelen.

10 In het geval het bovenwandkozijn en/of het voor wandkozijn voorzien zijn van een raamvleugel, kan het kozijn van de raamvleugel in een onderprofiel voorzien zijn van een of meer doorgangen voor water naar het vaste kozijn. In dat vaste kozijn kan dan verdere afvoer plaatsvin-15 den via de daarin aanwezige doorgangen, in het bijzonder in een onderprofiel (onderste regel) daarvan.

De uitvinding zal worden toegelicht aan de hand van een aantal in de bijgevoegde tekeningen weergegeven voorbeelduitvoeringen. Getoond wordt in: 20 Figuur 1 Figuur IA een voorbeelduitvoering van een dakraamsamenstel volgens de uitvinding, in isometrisch vooraanzicht, aangebracht op een hellend pannendak;

Figuur 1B een zijaanzicht op de opstelling van figuur IA; 25 Figuur IC het dakraamsamenstel van figuren IA en 1B, zonder dak, met iets gewijzigde voorzijde;

Figuur 1D een enkelvoudige uitvoering van een dakraamsamenstel volgens de uitvinding;

Figuren 2A en 2B details van de bovenhoek in de 30 dakraamsamenstellen volgens de voorgaande figuren;

Figuur 3A een opengewerkt detail van een aansluiting ter plaatse van het hoekgebied in dakraamsamenstellen volgens de voorgaande figuren; en

Figuur 3B een opengewerkt detail van een aanslui-35 ting in een benedenrandgebied van dakraamsamenstellen volgens de voorgaande figuren.

Het dakraamsamenstel 1 weergegeven in figuren IA- 7 C is aangebracht op een van pannen 3 voorzien hellend dak 2. De hoek β van de dakhelling ten opzichte van de horizontaal bedraagt 35 - 55 graden, zoals gebruikelijk. Het dakraamsamenstel 1 is in hoofdzaak opgebouwd uit een boven-5 kozijn 4, dat een bovenwand vormt, een voórkozijn 5, dat een voorwand vormt, en twee zijkozijnen 6, 7, die zijwanden vormen.

De zijkozijnen 6, 7 zijn identiek aan elkaar en, zoals te zien is in figuur 1B, gevormd als gelijkbenige 10 driehoeken, met scherpe hoeken γΐ en y2 die beide 27,5° zijn, in dit voorbeeld. De zijkozijnen zijn opgebouwd uit basisdeel 14a en schuine delen 14b,14b. De zijkozijnen 6, 7 omspannen glasplaten 6a, 7a.

De hoeken α en δ bedragen hierbij respectievelijk 15 55 en 152,5 graden. Het bovenkozijn 4 en het voorkozijn 5 hellen daarbij beide naar voren en naar beneden.

Het bovenkozijn 4 is in dit voorbeeld gedeeld in drie deelkozijnen 8, die elk glasruiten 8a omspannen. Het bovenkozijn 4 is hierbij opgebouwd uit stijldelen 11a en 20 regeldelen 11b, met ter plaatse van de aansluiting op het dak een bovenregel regel 11b en ter plaatse van een hoekge-bied (A, zie figuur 1B) een onderregel 11b.

Het voorkozijn 5 is op vergelijkbare wijze opgebouwd uit stijldelen 10a en regeldelen 10b, weer met een 25 bovenregel 10b ter plaatse van het hoekgebied A en een onderregel 10b ter plaatse van de aansluiting aan het dak.

In het voorkozijn 5 van de uitvoering volgens figuur IA zijn één vleugel 12 en twee vaste ramen 9 voorzien, en in het voorkozijn volgens figuur IC zijn drie 30 raamvleugels 12 voorzien, telkens met glaspanelen 9a, welke raamvleugels bij voorkeur uitzetzakramen vormen.

De stijldelen 10a, 11a zijn afgedekt door sier- kappen 13, welke in het hoekgebied A door gebogen sierkap-pen 16a vloeiend overlopen in sierkappen 13 van het andere 35 kozijn (boven- of voorkozijn), en ter plaatse van de bovenrandgebied en het onderrandgebied respectievelijk via gebogen sierkappen 16b en 16c reiken tot op het pannendak 3.

8

Aan de bovenrand, de onderrand en de zijranden van het dakraamsamenstel zullen overgangsvoorzieningen aanwezig zijn, zoals bijvoorbeeld een slabbe.

5 In het hoekgebied A zijn de aldaar gelegen regels 11b en 10b met elkaar verbonden door middel van een koppel-profiel 15, nader weergegeven in figuur 2B en figuur 3A (deels). De bevestiging aan het koppelprofiel 15 vindt plaats door middel van niet weergegeven, voor de deskundige 10 bekende middelen, bijvoorbeeld door middel van schroeven of klikken.

Alle in het dakraamsamenstel 1 gebruikte profielen waaruit de kozijnen en stijlen/regels en kappen zijn samengesteld zijn vervaardigd van geëxtrudeerd aluminium.

15 De regels en stijlen 10a,b en 11a,b kunnen eenzelfde doorsnede bezitten.

Het dakraamsamenstel 101, weergegeven in figuur 1D, is een enkelvoudige uitgave van het dakraamsamenstel 1 van de figuren 1A-C, waarbij de zij kozijnen 6, 7 ongewij-2 0 zigd zijn en het bovenkozijn 4 en het voorkozijn 5 nu j enkelvoudig uitgevoerd zijn.

Merk op dat het voorkozijn 5 uitgevoerd kan zijn !

met daarin vaste ramen of een aantal ramen en van vleugels J

voorziene ramen. Hetzelfde geldt voor het bovenkozijn 4. | 25 Het koppelprof iel 15 is gevormd met een aantal langsholten 18, van elkaar gescheiden door wanden 18a. Deze langsholten 18 kunnen enerzijds via een roosterkap 17b (figuur 2B) in verbinding staan met de buitenlucht, en anderzijds via het niet weergegeven, open/sluitbare door-30 gangen, zoals roosters, in verbinding staan met de binnen-dakse ruimte. Indien de ventilatiefunctie niet behoeft te worden uitgeoefend kunnen de holle ruimtes 18 afgesloten worden door een kap 17a (figuur 2A).

Zoals te zien is in figuren 2A en 3A zijn er 35 meerdere holle doorgangen 18. Naast een ventilatiefunctie kunnen de holle doorgangen 18 ook een warmte-isolerende functie vervullen, eventueel na vulling met isolatiemate- ? riaal. Een combinatie van functies is ook mogelijk.

Het koppelprofiel 15 kan ook benut worden voor afvoer van water. Deze functie is duidelijker weergegeven in figuur 3A.

5 In figuur 3A is een hoekgebied weergegeven nabij het koppelprofiel 15. Andere hoekgebieden nabij het koppelprofiel 15, waar het bovenkozijn 4 aansluit, zijn vergelijkbaar in opbouw.

Te zien is dat de onderregel 11a van raam 8 10 voorzien is van een glaslat of -lijst 40 voor de -dubbele-ruit 8a, en daarmee met een afdichtprofiel 41. Zoals gebruikelijk is het kozijnprofiel 11b voorzien van een aantal doorgaande holtes, gescheiden door scheidingswanden, verkregen met extrusie. In één dwarswand 44b, die de bodem van 15 een glasopleggoot vormt, is een aantal doorgangen 42 voorzien. De glasopleggoot is aan de ruitzijde voorzien van een rubber profiel 46 voor ondersteuning van de ruit 8a.

De dwarswand 44b sluit in de hoek aan op dwarswand 44a gevormd in stijl 11a. In dwarswand 44a zijn geen 20 doorgangen 42 aangebracht.

Door de doorgangen 42 kan water heengaan, welk water afkomstig is van neerslag P, en dat zoals volgens weergegeven pijlen tussen de lijst 40 en kozijnprofiel 11b geraakt dan wel tussen de afdichting 41 en de ruit 8a 25 geraakt, in de opneemruimte voor de rand van de dubbele ruit 8a, en dan op de dwarswanden 44a en 44b terechtkomt.

Het water stroomt over de dwarswanden 44a naar beneden naar dwarswand 44b. Na doorgang door de doorgangen 42 wordt het water opgevangen op een afvoerkanaal 32 dat verschaft is 30 door een strook 30 welke één geheel vormt met het koppelprofiel 15. Het afvoerkanaal 32 wordt aan de langsrand 35 van de strook 30 begrensd door een van een aantal ribben voorzien afdichtingsprofiel 31. De strook 30 is opgenomen in een uitsparing 36 in profiel 14b.

35 Het koppelprofiel 15 is voorts voorzien van een aantal meegeëxtrudeerde groeven 33, die aan de einden gaten vormen voor bevestigingsmiddelen waarmee een eindkap beves- 10 tigd kan worden op de einden van het koppélprofiel 15. Deze eindkap (niet weergegeven) kan zodanig gevormd zijn dat het water wat door het kanaal 32 stroomt, eenvoudig naar buiten toe afvloeit.

5 In figuur 3B is de afwatering-voorziening weer gegeven ter plaatse van de onderregel 10b. Op de neerwaarts gerichte zijde van de onderregel 10b is een langsprofiel 10c bevestigd, ook door extrusie verkregen van aluminium. Ook in het langsprofiel 10c zijn langsholten 19 voorzien, 10 en voorts is het langsprofiel 10c voorzien van groeven 55, voor het vormen van gaten voor bevestiging van eindkappen (niet weergegeven).

Op een wijze vergelijkbaar met die van het kop-pelprofiel 15 is het langsprofiel 10c voorzien van een 15 strook 52, met een langsraiid 53 waarin eeri rubber afdich-tingstrook 54 bevestigd is. De strook 52 is opgenomen in een uitsparing 37 in profiel 14b.

In dit geval is de situatie weergegeven waarbij sprake is van een raamvleugel 12 met rondom profieldelen 20 lOd. De raamvleugel 12 is voorzien van afdeklijst 40, met rubber afdichtstroken 41, één en ander overeenkomstig figuur 3A. De ruit 9a steunt op rubber profiel 47, dat bevestigd is op strook 45 die een geheel vormt met het profieldeel lOd. Het profieldeel lOd steunt op rubber strip 25 47 en is voorzien van een aantal doorgangen 43, waardoor heen water afkomstig van neerslag P kan gaan, om terecht te komen in eerder besproken goten 44a,b van vast kozijnpro-fieldeel 10b (en ook 10a) . Aldaar wordt het opgevangen op wanden 44a,b en vandaar kan het via doorgangen 42 in wand 30 44b terechtkomen op het door strook 52 gevormde afvoerka naal, om zijwaarts afgevoerd te worden, naar een verder niet weergegeven drainageopening.

Opgemerkt wordt dat de diverse profieldelen ook vervaardigd kunnen worden van kunststof. Bij geschikte 35 vormgeving kunnen de profieldelen ook vervaardigd zijn door spuitgieten.

1027205

Claims (32)

1. Dakraamsamenstel voor hellende daken opgebouwd uit een aantal geprefabriceerde onderdelen, omvattend een voorwand, een bovenwand en twee zijwanden, die met elkaar een uit het hellende dakvlak reikende dakuitbouw vormen, 5 waarbij de voorwand, de bovenwand en de zijwanden elk een kozijn omvatten, waarbij de kozijnen van de bovenwand en van de voorwand een hoek insluiten van meer dan 90 graden.

2. Dakraamsamenstel volgens conclusie 1, waarbij de kozijnen van de voorwand en de bovenwand gelijke 10 afmetingen bezitten.

3. Dakraamsamenstel volgens conclusie 1 of 2, waarbij de zijwanden onderling gelijke kozijnen omvatten.

4. Dakraamsamenstel volgens een der conclusies 1-3, waarbij de zijwanden elk een in hoofdzaak gelijkbenige 15 driehoekig kozijn omvatten.

5. Dakraamsamenstel volgens conclusie 4, waarbij de kleine hoeken van de driehoek kleiner dan 35 graden zijn.

6. Dakraamsamenstel volgens conclusie 5, waarbij 20 de kleine hoeken van de driehoek ongeveer 27,5 graden zijn.

7. Dakraamsamenstel volgens een der voorgaande conclusies, voorts omvattend een koppelprofiel voor de verbinding van de kozijnen van de voorwand en de bovenwand, waarbij het koppelprofiel voorzien is van langskanalen.

8. Dakraamsamenstel volgens conclusie 7, waarbij de langskanalen gevormd zijn door holle langsruimtes, die een ventilatiefunctie vervullen, waarbij het koppelprofiel voorzien is van ventilatiemiddelen die naar de dakbinnen-ruimte openen.

9. Dakraamsamenstel volgens conclusie 7 of 8, waarbij het koppelprofiel aan althans een eind voorzien is van doorgangen voor fluïdumverbinding tussen de buitenlucht 10 27 2 0 5 ' en de langskanalen danwel holle langsruimtes.

10. Dakraamsamenstel volgens conclusie 7, 8 of 9, waarbij het koppelprofiel is voorzien van langskanalen die ingericht zijn voor geleiding van water daarlangs, naar de 5 zijwanden, waarbij het bovenwandkozijn bij voorkeur voorzien is van een of meer doorgangen voor water van de buitenzijde naar de watergeleidingsmiddelen.

11. Dakraamsamenstel volgens conclusie 7, waarbij ter plaatse van het koppelprofiel zonweringsmiddelen voor 10 zonwering in de voorwand en/of de bovenwand voorzien zijn.

12. Dakraamsamenstel volgens een der voorgaande conclusies, waarbij het kozijn van de voorwand en het kozijn van de bovenwand tenminste één tussenstijl omvatten.

13. Dakraamsamenstel volgens conclusie 12, waar- 15 bij het betreffende kozijn een hoofdkozijn omvat, waarin de tussenstijl opgenomen is.

14. Dakraamsamenstel volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de voorwand en/of de bovenwand voorzien zijn van een vleugel.

15. Dakraamsamenstel volgens conclusie 15, waar bij de vleugel aangebracht is in het kozijn van de voorwand en uitgevoerd is als uitzetzakraam.

16. Dakraamsamenstel volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de voorwand en/of de bovenwand voorzien 25 zijn van platen van doorschijnend of doorzichtig materiaal, in het bijzonder glas.

17. Dakraamsamenstel volgens conclusie 16, waarbij de voorwand en/of de bovenwand voorzien zijn van dubbele glasplaten waartussen een zonwering is aangebracht.

18. Dakraamsamenstel volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de kozijnen vervaardigd zijn van aluminium, in het bijzonder met door extrusie verkregen elementen.

19. Dakraamsamenstel volgens een der conclusies 35 1-18, waarbij de kozijnen vervaardigd zijn van kunststof, in het bijzonder door spuitgieten.

20. Dakraamsamenstel voor hellende daken opge- bouwd uit een aantal geprefabriceerde onderdelen, in het bijzonder volgens een der voorgaande conclusies, omvattend een voorwand, een bovenwand en twee zijwanden, die met elkaar een uit het hellende dakvlak reikende dakuitbouw 5 vormen, waarbij de voorwand en de bovenwand gevormd worden door kozijnen, die beide voorzien zijn van platen van doorschijnend of doorzichtig materiaal, in het bijzonder glas.

21. Dakraamsamenstel volgens conclusie 20, 10 waarbij de zijwanden voorzien zijn van platen van door- i schijnend of doorzichtig materiaal, in het bijzonder glas.

22. Dakraamsamenstel voor hellende daken opgebouwd uit een aantal geprefabriceerde onderdelen, volgens een der voorgaande conclusies, omvattend een voorwand, een 15 bovenwand en twee zijwanden, die met elkaar een uit het j hellende dakvlak reikende dakuitbouw vormen, waarbij de voorwand en de bovenwand gevormd worden door kozijnen, voorts omvattend een koppelprofiel voor de verbinding van de kozijnen van de voorwand en de bovenwand, waarbij het j 20 koppelprofiel voorzien is van holle ruimtes.

23. Dakraamsamenstel volgens conclusie 22, waar- j bij het koppelprofiel voorzien is van ventilatiemiddelen | die van de holle ruimtes naar de dakbinnenruimte openen.

24. Dakraamsamenstel volgens conclusie 22 of 23, 25 waarbij het koppelprofiel aan althans een eind voorzien is van doorgangen voor fluïdumverbinding tussen de buitenlucht en de holle ruimtes.

25. Dakraamsamenstel voor hellende daken opgebouwd uit een aantal geprefabriceerde onderdelen, volgens 30 een der voorgaande conclusies, omvattend een voorwand, een bovenwand en twee zijwanden, dié met elkaar een uit het hellende dakvlak reikende dakuitbouw vormen, waarbij de voorwand en de bovenwand gevormd worden door kozijnen, voorts omvattend een koppelprofiel voor de verbinding van 35 de kozijnen van de voorwand en de bovenwand, waarbij het koppelprofiel voorzien is van middelen voor geleiding van water daarlangs, naar de zijwanden. __:_____________________________ _____

26. Dakraamsamenstel volgens conclusie 25, waarbij de geleidingsmiddelen in buitenwaartse richting door het koppelprofiel afgeschermd zijn.

27. Dakraamsamenstel volgens conclusie 25 of 26, 5 waarbij het bovenwandkozijn voorzien is van een of meer doorgangen voor water van de buitenzijde naar de geleidingsmiddelen .

28. Dakraamsamenstel voor hellende daken opgebouwd uit een aantal geprefabriceerde onderdelen, volgens 10 een der voorgaande conclusies, omvattend een voorwand, een bovenwand en twee zijwanden, die met elkaar een uit het hellende dakvlak reikende dakuitbouw vormen, waarbij de voorwand gevormd wordt door een kozijn, voorts omvattend een eindprofiel voor verbinding met de onderrand van het 15 voorwandkozijn, waarbij het eindprofiel voorzien is van middelen voor geleiding van water daarlangs, naar de zijwanden.

29. Dakraamsamenstel volgens conclusie 28, waarbij de geleidingsmiddelen in buitenwaartse richting door 20 het eindprofiel afgeschermd zijn.

30. Dakraamsamenstel volgens conclusie 28 of 29, waarbij het voorwandkozijn voorzien is van een of meer doorgangen voor water van de buitenzijde naar de geleidingsmiddelen .

31. Dakraamsamenstel volgens een der conclusies 25-30, waarbij het bovenwandkozijn en/of het voorwandkozijn voorzien zijn van een raamvleugel, waarvan het kozijn in een onderprofiel voorzien is van een of meer doorgangen voor water naar het vaste kozijn.

32. Dakraamsamenstel voorzien van een of meer van de in de bijgevoegde beschrijving omschreven en/of in de bijgevoegde tekeningen getoonde kenmerkende maatregelen. -o-o-o-o-o-o-o-o- 1027205