NL1026026C2 - Muntafgifteapparaat, alsmede bevestigingsinrichting voor de opslagbak daarvan. - Google Patents

Muntafgifteapparaat, alsmede bevestigingsinrichting voor de opslagbak daarvan. Download PDF

Info

Publication number
NL1026026C2
NL1026026C2 NL1026026A NL1026026A NL1026026C2 NL 1026026 C2 NL1026026 C2 NL 1026026C2 NL 1026026 A NL1026026 A NL 1026026A NL 1026026 A NL1026026 A NL 1026026A NL 1026026 C2 NL1026026 C2 NL 1026026C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
foundation
storage bin
side hook
hook
positioning unit
Prior art date
Application number
NL1026026A
Other languages
English (en)
Other versions
NL1026026A1 (nl
Inventor
Motoharu Kurosawa
Original Assignee
Asahi Seiko Co Ltd
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Asahi Seiko Co Ltd filed Critical Asahi Seiko Co Ltd
Publication of NL1026026A1 publication Critical patent/NL1026026A1/nl
Application granted granted Critical
Publication of NL1026026C2 publication Critical patent/NL1026026C2/nl

Links

Classifications

    • GPHYSICS
    • G07CHECKING-DEVICES
    • G07DHANDLING OF COINS OR VALUABLE PAPERS, e.g. TESTING, SORTING BY DENOMINATIONS, COUNTING, DISPENSING, CHANGING OR DEPOSITING
    • G07D9/00Counting coins; Handling of coins not provided for in the other groups of this subclass
    • G07D9/008Feeding coins from bulk

Landscapes

  • Physics & Mathematics (AREA)
  • General Physics & Mathematics (AREA)
  • Slot Machines And Peripheral Devices (AREA)
  • Control Of Vending Devices And Auxiliary Devices For Vending Devices (AREA)

Description

» ψ ,
Muntafgifteapparaat, alsmede bevestigingsinrichting voor de opslagbak daarvan.
De uitvinding heeft betrekking op een muntafgifte-5 apparaat omvattende een fundament in de vorm van een steunplaat, een opslagbak, losneembaar bevestigbaar aan het fundament, en een roterende schijf, die gelegen is aan het benedendeel van de opslagbak en op het onderstel, alsmede op een bevestigingsinrichting voor de opslagbak van het 10 muntafgifteapparaat.
Het gaat daarbij om een muntafgifteapparaat waarin een hoeveelheid munten één voor één wordt afgegeven.
In het bijzonder heeft de uitvinding betrekking op een muntafgifteapparaat, waarbij het losmaken van de opslagbak 15 voor het bewaren van de hoeveelheid munten gemakkelijk is. Onder het begrip "munt" in deze beschrijving vallen geldstukken, speelmunten, automaatpenningen en dergelijke. Zo'n muntafgifteapparaat is ingebouwd in verkoopautomaten of speelautomaten. Zo'n muntafgifteapparaat heeft gewoonlijk 20 een fundament, een opslagbak voor het bewaren van de hoeveelheid munten, losneembaar bevestigbaar aan het fundament, en een roterende schijf voor het afgeven van munten.
Bij bekende muntafgifteapparaten treedt bij gelegenheid 25 verstopping op tussen het fundament en de roterende schijf.
Wanneer de roterende schijf gestopt is, wordt de hoeveelheid munten in de opslagbak daaruit weggenomen. Daarna wordt de opslagbak losgemaakt van het fundament, en tevens de roterende schijf losgemaakt. Daarna worden de vastgelopen 30 munten verwijderd. Vervolgens worden de roterende schijf en de opslagbak bevestigd op een wijze in tegenover gestelde volgorde van de bovenvermelde manier.
In dit verband werden sommige uitvindingen toegepast zoals die volgens het Japanse octrooi 3139697 (blz. 2, 35 fig. 1 en 2).
Deze bekende techniek houdt in een eerste bevestigings-eenheid, waar een ingrijpend deel van de opslagbak wórdt ingehaakt aan een haak van het fundament. Verder wordt een 1026026 2 tweede bevêstigingseenheid, die bevestigd is aan de opslagbak, en voorgespannen wordt door een veer, ingehaakt aan de haak.
5 Problemen om door de uitvinding te worden opgelost.
Bij de bekende techniek kunnen de eerste bevestigingseenheid en de tweede bevestigingseenheid gemakkelijk worden losgemaakt en bevestigd, maar een probleem is, dat de tweede bevestigingseenheid de veer bevat. Met andere woorden, de 10 kracht om de opslagbak los te maken, dient groot te zijn.
Het losmaken van de opslagbak is niet gemakkelijk, aangezien de opslagbak op zijn plaats gehouden wordt door de veer. Het is nodig, dat de veerkracht groot is, opdat de opslagbak niet trilt tijdens bedrijf. Wanneer de veerkracht kleiner 15 is, hetgeen het vast- en losmaken van de opslagbak gemakkelijker maakt, zal de opslagbak tijdens bedrijf trillen. Daardoor heeft de opslagbak een korte levensduur.
Het eerste doel van de onderhavige uitvinding is het vergemakkelijken van de losmaakoperatie van de opslagbak.
20 Het tweede doel van de uitvinding is er voor te zorgen, dat de losmaakoperatie van de opslagbak gemakkelijk gemaakt wordt, en dat de opslagbak op betrouwbare wijze wordt vastgezet.
Het derde doel van de uitvinding is het verschaffen van 25 de inrichting bij een lage kostprijs.
Middelen voor het oplossen van het probleem.
Voor de oplossing van dit probleem voorziet de uitvinding in een muntafgifteapparaat, zoals omschreven in 30 de aanhef, gekenmerkt door een bevestigingsinrichting voor de opslagbak, met een eerste fundamentzijhaak, gelegen aan . één einde van het bovenoppervlak van het fundament, een tweede fundamentzijhaak, gelegen aan het andere einde van het bovenoppervlak van het fundament, een eerste 35 opslagbakzijhaak, die kan worden ingehaakt in de eerste fundamentzijhaak, en een tweede opslagbakzijhaak, die kan worden ingehaakt in de tweede fundamentzijhaak.
In deze constructie is de eerste opslagbakzijhaak 102Ό026 3 gehaakt in 'de eerste fundamentzijhaak en is de tweede opslagbakzijhaak gehaakt in de tweede fundamentzijhaak. Op deze wijze is de opslagbak bevestigd aan het fundament.
Wanneer de opslagbak wordt losgemaakt van het' fundament, 5 wordt de tweede opslagbakzijhaak vrijgemaakt van de tweede fundamentzijhaak, daarna wordt de eerste opslagbakzijhaak vrijgemaakt van de eerste fundamentzijhaak. Zodoende kan de opslagbak gemakkelijk worden losgemaakt en .vastgemaakt, aangezien de enige bewerking van zowel het vastmaken als het 10 losmaken het inhaken of afhaken is.
Bij voorkeur is de bevestigingsinrichting volgens de uitvinding verder zo uitgevoerd, dat deze verder een fundamentzijpositioneringseenheid heeft, welke gelegen is aan het fundament, en een opslagbakzijpositionerings-15 eenheid, die kan worden ingehaakt in de tweede fundamentzijhaak.
In deze constructie is de opslagbak geplaatst op een voorbepaalde plaats door de fundamentzijpositionerings-eenheid en de opslagbakzijpositioneringseenheid·. Zodoende 20 is, wanneer de opslagbak bevestigd is, de plaats van de opslagbak steeds dezelfde. Als gevolg is een bijstellen van de opslagbak niet nodig, aangezien de beweging steeds in dezelfde plaats is. Daardoor treedt geen gedeeltelijke slijtage of een inferieure werking van de opslagbak op, 25 aangezien de opslagbak niet trilt.
Bij de uitvinding verdient het de voorkeur, dat de eerste fundamentzijhaak en de fundament-zijpositioneringseenheid gelegen zijn op een eerste voorbepaalde afstand, en de eerste opslagbakzijhaak en de 30 opslagbakzijpositioneringseenheid gelegen zijn op een tweede voorbepaalde afstand, welke iets groter is dan de eerste afstand.
In deze constructie heeft, wanneer de opslagbak bevestigd is aan het fundament, de opslagbak-35 zijpositioneringseenheid contact met de fundament- zijpositioneringseenheid, aangezien de tweede afstand, namelijk die tussen de eerste opslagbakzijhaak en de opslagbakzijpositioneringseenheid iets groter is dan de 1026026 1 4 eerste afstand, welke die is tussen de eerste fundament-zijhaak en de fundamentzijpositioneringseenheid. Zodoende is, wanneer de opslagbak bevestigd is aan het fundament, de positionering tussen de opslagbak en het fundament steeds 5 dezelfde. Zodoende is er geen bijstellingsbewerking nodig voor de opslagbak. Daardoor treedt er geen gedeeltelijke slijtage of een inferieure werking van de opslagbak op, aangezien de opslagbak niet trilt.
De onderhavige uitvinding voorziet verder in een 10 muntafgifteapparaat, omvattende een fundament in de vorm van een hellende steunplaat, een opslagbak, losneembaar bevestigbaar aan het fundament, en een roterende schijf, gelegen aan het benedendeel van de opslagbak en op het fundament, gekenmerkt door een bevestigingsinrichting voor 15 de opslagbak, omvattende een eerste fundamentzijhaak, welke een naar binnen uitstekend deel is, en gelegen is aan een boveneinde van het bovenoppervlak van het fundament, een tweede fundamentzijhaak, welke een schuifbare schacht is, en gelegen aan het benedeneinddeel van het bovenoppervlak 20 van het fundament ten opzichte van de eerste fundamentzijhaak, een eerste opslagbakzijhaak welke een concaaf deel is, dat naar buiten gaat en kan worden ingehaakt in de eerste fundamentzijhaak, en een tweede opslagbakzijhaak, welke een concaaf deel is, dat naar 25 buiten gaat, en kan worden ingehaakt in de tweede f undament z i j haak.
In deze constructie wordt om de opslagbak te bevestigen aan het fundament eerst de eerste opslagbakzijhaak, welke een concaaf deel is, en gelegen aan de opslagbak, ingehaakt 30 in de eerste fundamentzijhaak, welke een uitstekend deel is, en gelegen aan het eind van het bovenoppervlak van het fundament. Vervolgens wordt de tweede opslagbakzijhaak, welke een uitstekend deel is, ingehaakt in de tweede fundamentzijhaak, welke een schuifbare schacht is, en 35 gelegen aan het benedendeel van het fundament. Zodoende is de eerste opslagbakzijhaak gehaakt toegekeerd daarnaar, en vervolgens wordt de bak gedrukt naar het fundament. Dienovereenkomstig is de opslagbak bevestigd aan het 1026026 ♦ 5 fundament in een gemakkelijke operatie, aangezien de tweede opslagbakzijhaak gehaakt is aan de tweede fundamentzijhaak.
Bij voorkeur is de uitvoering daarbij zodanig, dat de schacht verschoven wordt door een vrijmakingshefboom, 5 die scharnierbaar is aan het fundament, waarbij de vrijmaakhendel bovendien gelegen is aan een concaaf deel, dat gelegen is onder de schacht aan het fundament.
In deze constructie wordt, wanneer geduwd wordt tegen de vrijmaakhendel, die aan het fundament scharnieren kan, de 10 tweede fundamentzijhaak, welke de schacht is, verplaatst. Op deze wijze wordt de tweede opslagbakzijhaak vrijgemaakt van de tweede fundamentzijhaak.
In deze vrijmakingstoestand wordt, wanneer de opslagbak wordt verplaatst, de eerste opslagbakzijhaak vrijgemaakt van 15 de eerste fundamentzijhaak. Als gevolg is de opslagbak losgemaakt van het fundament.
Zodoende is de losmaakoperatie gemakkelijk, en kan verder de vrijmaakhendel niet worden bediend in de verkeerde richting, aangezien deze gelegen is aan het concave deel.
20 De uitvinding zal nader worden toegelicht aan de hand van voorkeursuitvoeringen onder verwijzing naar de tekeningen. In de tekeningen toont:
Fig. l een aanzicht in perspectief van een muntafgifteapparaat volgens de uitvinding, waarbij fundament 25 en opslagbak aan elkaar bevestigd zijn,
Fig. 2 een vlak aanzicht van het muntafgifteapparaat in bevestigde toestand,
Fig. 3 een aanzicht in perspectief van het fundament, in de toestand losgemaakt van de opslagbak, 30 Fig. 4 een dwarsdoorsnede volgens de lijn A-A in fig. 2, en
Fig. 5 een gedeeltelijke dwarsdoorsnede van het vrijmaakhendelgedeelte van de uitvoering.
35 Muntafgifteapparaat 10 bestaat uit een frame 12, een fundament 14, een roterende schijf 16, een elektrische motor 18, welke de roterende schijf 16 roteert, en een opslagbak 20.
1026026 .
6 ι
Frame 12 is in de vorm van een trapezoide box, en heeft het fundament, 14 gelegen aan het bovendeel daarvan, welke t laatste een rechthoekige plaat is.
Frame 12 is een deel van het fundament 14, en'opgebouwd 5 verenigd met of gescheiden van het fundament 14, welke laatste helt onder een hoek van 30°.
Opslagbakonderstel 22 is een rechthoekige plaat, welke gelegen is aan het benedendeel van de opslagbak 20 en bevestigd aan fundament 14.
10 Opslagbakonderstel 22 heeft ongeveer dezelfde grootte als fundament 14 en heeft een benedenoppervlak 57, dat in contact is met het bovenoppervlak 56 van het fundament 14.
Een montageopening 24 is gelegen aan het midden van het fundament 14, en heeft zodoende een vlakke bodem 26. De 15 roterende schijf 16 is gelegen in montageopening 24, zoals getoond in fig. 3.
De roterende schijf 16 heeft een uitstekend deel 28, dat conisch van vorm is, aan het·midden, en een aantal doorgaande openingen 30 (zeven openingen zoals getoond in 20 fig. 2), gelegen rond het uitstekend deel 28 en op een voorbepaalde afstand.
De dikte van de roterende schijf 16 is ongeveer dezelfde als die van de montageopening 24.
Het bovendeel van doorgaande opening 30 (het 25 bovenoppervlak van roterende schijf 16) verloopt taps naar beneden, opdat munt 32 er gemakkelijk doorheen kan gaan.
De roterende schijf 16 wordt geroteerd door de as 38 van het verloopstuk 36 uit te voeren via een wrijvings-overdragend mechanisme (niet getoond), zoals getoond in fig.
30 4. Verloopstuk 36 is bevestigd aan de achterzijde van fundament 14 door middel van een bevestigingsorgaan (niet getoond).
De elektrische motor 18 is bevestigd aan het verloopstuk 36.
35 De roterende schijf 16 wordt geroteerd door een motor 18 via het verloopstuk 36, de uitgevoerde as 38 en het wri jvingsoverdragingsmechani sme.
Een munt 32 valt in de doorgaande opening van de 1026026 1 7 roterende échijf 16, daarna wordt zij gedragen door de bodem 26 van het fundament 14 en verplaatst door een uitsteeksel (niet getoond), dat gelegen is aan de achterzijde van de roterende schijf 16.
5 Vervolgens wordt de munt 32 geleid naar de omtreksrichting door middel van een pen (niet getoond), die uitsteekt vanuit de bodem 26 naar een plaats, vanwaar de · munt wordt afgegeven uit de afgiftegleuf 42·.
Het benedendeel van de opslagbak 20 heeft bij benadering 10 dezelfde diameter als de montageopening 24, het middendeel ervan helt naar boven, het bovendeel is rechthoekig, en het bovenoppervlak wordt gevormd door schijfopening 44.
Vervolgens zal de bevestigingseenheid 46, waarmee de opslagbak 20 bevestigd is aan het fundament 14, worden 15 toegelicht.
Bevestigingseenheid 46 omvat een eerste bevestigingseenheid 48 en een tweede bevestigingseenheid 50.
De eerste bevestigingseenheid 48 bevat de eerste fundamentzijhaak 52, die gelegen is aan het bovèneinde van 20 het fundament 14, en de eerste opslagbakzijhaak 64, welke gelegen is aan het benedendeel van de opslagbak 20. In de getoonde uitvoering omvat de eerste fundamentzijhaak 52 de eerste bovenhaak 52U en de eerste onderhaak 52L, die gelegen zijn aan het linker- en rechtereinddeel van het boveneind-25 deel van het fundament 14, zoals getoond in fig. 2. Evenwel kunnen deze ook gelegen zijn op een centrale plaats, wanneer de houdkracht sterk genoeg is.
De eerste bovenhaak 52U en de eerste benedenhaak 52L zijn van dezelfde constructie, derhalve zijn aan de 30 onderdelen dezelfde verwijzingscijfers toegekend.
De eerste fundamentzijhaak 52 is gelegen in een eerste fundamentzijhaakopening 58, die gelegen is aan het bovenoppervlak 56 van het fundament 14.
Met andere woorden, het eerste fundamentzijuitstekings-35 deel 60, waar de bovenwand van de haakopening 58 uitsteekt naar het binnenste (centrum) van fundament 14, is de eerste fundamentzijhaak 52, zoals getoond in fig. 4.
Het uitwendige oppervlak van het eerste uitstekingsdeel 1026026 ♦ 8 ι 60 is in doorsnee een boog.
De eerste opslagbakzijhaak 64 steekt benedenwaarts uit vanaf de achterkant van het bakonderstel 22 van de opslagbak 20 in relatie tot de eerste haakopening 5.8.
5 De eerste opslagbakzijhaak 64 is gelegen relatief ten opzichte van de eerste bovenhaak 52U en de eerste benedenhaak 52L.
Een eerste concaaf deel 66 is toegekeerd naar buiten en is gelegen aan het benedendeel van de eerste haak 64.
10 De eerste opslagbakzijhaak 64 is het eerste concave deel 66 en heeft contact met de eerste fundamentzijhaak 52.
Met andere woorden, de eerste opslagbakzijhaak 64 heeft een funktie voor het inhaken in de eerste fundamentzijhaak 52.
15 Vervolgens zal de tweede bevestigingseenheid 50 worden uiteengezet.
De tweede bevestigingseenheid 50 omvat de tweede fundamentzijhaak 72, welke gelegen is aan het benedeneind-deel van het fundament 14, dat helt, en de tweede opslagbak- 20 zijhaak 92, die gelegen is aan de opslagbak 20.
Er zou eventueel volstaan kunnen worden met één van de tweede bevestigingseenheid 50, wanneer de houdkracht voldoende is.
De tweede bovenhoek 72U en de tweede benedenhoek 72L
25 zijn van dezelfde constructie, en daarom worden voor deze constructie dezelfde verwijzingscijfers gebruikt.
De tweede fundamentzijhaak 72 is gelegen in de tweede haakopening 74, welke gelegen is aan het bovenoppervlak 56 van het fundament 14.
30 De beide einden van de schacht 80, welke de tweede fundamentzijhaak 72 vormt, zijn gelegen in langwerpige openingen 76, gelegen aan het fundament 14 aan de zijde van de tweede haakopening 74 en parallel aan het bovenoppervlak 56 .
35 Schacht 80 is schuifbaar parallel aan bovenoppervlak 56.
Schacht 80 kan zijn gemaakt in de vorm van een vierkante zuil.
Wanneer schacht 80 een voorbepaalde funktie en 1026026 9 voorbepaalde hardheid bezit, kan het materiaal en de vorm worden veranderd in een ander materiaal en een andere vorm.
Schacht 80 wordt voortgeduwd door het bovendeel van de vrijmaakhendel 84, welke scharnierbaar is over as 82, welke 5 bevestigd is in frame 12, en verplaatst zich in de langwerpige opening 76 (naar rechts, zoals getoond in fig.
5) .
Vrijmaakhendel 84 is gelegen in het concave deel, dat gelegen is aan de zijkant van frame 12. Dienovereenkomstig 10 wordt een fout bij het bedienen van hefboom 84 voorkomen, en wordt tevens de tweede bevestigingseenheid 50 niet vrijgemaakt.
Verder wordt schacht 80 naar de binnenzijde van fundament 14 gedrukt door veer.86 en gestopt door het einde 15 van de langwerpige opening 76. In deze toestand wordt het bovendeel van de vrijmaakhendel 84 doorgedrukt door schacht 80 en wordt gescharnierd in de meest verre antiklokrichting in fig. 5. Zodoende wordt het bovendeel gehouden tussen wand 88 van frame 12 en schacht 80.
20 Het tweede opslagbakzijhaakstuk 89 steekt uit van het benedenoppervlak 57 van het opslagbakonderstel 22 van opslagbak 20 ten opzichte van de tweede haakopening 74. Het tweede opslagbakzijhaakstuk 89 is gelegen tegenover de tweede bovenhaak 72U en de tweede benedenhaak 72L, welke van 25 dezelfde constructie zijn.
Het tweede concave deel 90, dat naar buiten gekeerd is, is gelegen aan het benedendeel van het tweede haakstuk 89.
De tweede opslagbakzijhaak 92 wordt gevormd door het tweede concave deel 90 en heeft de funktie van het inhaken 30 in schacht 80, welke de tweede fundamentzijhaak 72 is.
Vervolgens wordt de positioneringseenheid 94 uitgelegd.
De positioneringseenheid 94 omvat de fundamentzij-positioneringseenheid 96 en de opslagbakzijpositionerings-eenheid 98. De fundamentzijpositioneringseenheid 96 bevat de 35 fundamentzijstopper 100, welke relatief gepositioneerd is ten opzichte van de eerste fundamentzijhaak 52, en uitsteekt aan het benedendeel van fundament 14.
Fundamentzijstopper 100 is een plaat en staat 1026026 10 rechthoekig ten opzichte van het bövenoppervlak 56.
Met andere woorden, de eerste fundamentzijhaak 52 en de stopper 100 zijn gelegen op een voorbepaalde eerste afstand en zijn parallel.
5 De opslagbakzijpositioneringseenheid 98 omvat de eerste opslagbakzijhaak 64 en de opslagbakzijstopper 104, welke het ondereindoppervlak is van het opslagbakonderstel 22. De eerste opslagbakzijhaak 64 en de opslagbakzijstopper 104 zijn gelegen op een tweede afstand, die iets groter is dan 10 dé eerste afstand, en zijn parallel. De fundamentzijstopper 100 is veerkrachtig, aangezien deze gemaakt is van een hars en verenigd met fundament 14. Ook de eerste opslagbakzijhaak 64 en de tweede opslagbakzijhaak 92 zijn verenigd met opslagbak 20 en gemaakt van hars, waardoor ze veerkrachtig 15 zijn.
Wanneer de eerste opslagbakzijhaak 64 en de opslagbakzij stopper 104 gescheiden zijn door de tweede afstand, die iets groter is dan de eerste afstand, kunnen zij daardoor worden aangepast aan de ruimte, welke gelegèn is tussen de 20 eerste fundamentzijhaak 52 en stop 100, aangezien zij veerkrachtig zijn. Daarom trilt de opslagbakbak 20 niet ten opzichte van het fundament 14, aangezien de eerste fundamentzijhaak 52 en de eerste opslagbakzijhaak 64, fundamentzijstopper 100 en opslagbakzijstopper 100 nauw 25 aangepast bevestigd zijn. Tevens draagt het gewicht van de munten 32 bij tot de bodem 106, die gelegen is in het midden van de opslagbak 20. Dit gewicht wordt aan de opslagbakzij stopper 100 gelijkmatig opgevangen. Daardoor wordt de tweede bevestigingseenheid 50 niet gebroken, aangezien de 30 belasting op de tweede bevestigingseenheid 50 is gereduceerd.
Het hellende oppervlak 108 is gelegen aan het benedeneinde van de tweede opslagbakzijhaak 92, en naar buiten toe kan het contact hebben met de schacht 80. Wanneer 35 de schacht 80 wordt voortgedrukt door het hellende oppervlak 108, beweegt de schacht 80 naar buiten, en beweegt in de juiste richting. Wanneer schacht 80 is gelegen relatief ten opzichte van het tweede concave deel 90, wordt schacht 80 102Ö026 ( 11 veplaatst in het tweede concave deel 90 door de veer 86, en wordt ingepast in het concave deel 90.
Nu zal eerst de operatie, waarmee de opslagbak 20 wordt losgemaakt van het fundament 14, worden uitgelegd.
5 De vrijmaakhendel 84 wordt geduwd en deze wordt gescharnierd in de richting van de klok, waardoor schacht 80 wordt bewogen naar buiten (naar rechts), zoals getoond in fig. 5. Daardoor is schacht 80 gelegen buiten het tweede concave deel 90. In deze toestand wordt het benedendeel 10 (rechtereinde in fig. 4) van de opslagbak 20 opgelicht en de tweede opslagbakzijhaak 92 vrijgemaakt van de tweede fundamentzijhaak 72.
Vervolgens wordt de opslagbak 20 gewenteld in antiklok-richting aan de eerste fundamentzijhaak 52. Daardoor wordt 15 de eerste opslagbakzijhaak 64 vrijgemaakt van de eerste fundamentzijhaak 52, en wordt de eerste opslagbakzijhaak 64 getrokken uit de eerste fundamentzijhaakopening 85. Als gevolg is de opslagbak 20 losgemaakt van het fundament 14.
Vervolgens zal de operatie, waarbij de opslagbak 20 20 wordt bevestigd aan het fundament 14, worden uitgelegd.
In de eerste plaats wordt de eerste opslagbakzijhaak 64 ingestoken in de haakopening 85, en zodoende wordt het eerste concave deel 66 ingehaakt in het eerste fundamentzi juitstekingsdeel 60.
25 Vervolgens wordt de opslagbak 20 gewenteld aan de eerste fundamentzijhaak 52 in de richting van de klok, zoals getoond in fig. 4, en wordt de tweede opslagbakzijhaak 92 ingestoken in de tweede haakopening 74, waarna de bak omlaag gedrukt wordt.
30 Zodoende wordt de schacht 80 bewogen naar buiten door het hellend oppervlak 80.
Bij dit proces is, wanneer het benedenoppervlak 57 van het opslagbakonderstel 22 contact heeft met het bovenoppervlak 56 van het fundament 14, de schacht 80 35 toegekeerd naar het tweede concave deel 90, dat de tweede opslagbakzijhaak 92 vormt. De schacht 80 wordt verplaatst in het tweede concave deel 90 door de veer 86.
Met andere woorden, de schacht 80 is ingehaakt door de 1026026 12 tweede opslagbakzijhaak 92, en zodoende is de opslagbak 20 bevestigd aan het fundament 14.
Bij dit proces heeft de opslagbakzijstopper 104 contact met de fundamentzij stopper 100.
5 Opslagbakzijonderstel 22 wordt gedraaid, en als gevolg wordt onderstelzij stopper 100 iets getransformeerd door . opslagbakonderstel 22, aangezien verder de opslagbak 20 naar beneden gedrukt wordt.
Daardoor past het opslagbakonderstel 22 in tussen de 10 eerste fundamentzijhaak 52 en stopper 100. Als gevolg is het opslagbakzijonderstel 22 vastgezet, en trilt dit niet.
Effekt van de uitvinding.
Bij de onderhavige uitvinding is het bevestigen en 15 losmaken van de opslagbak gemakkelijk. Wanneer de opslagbak bevestigd is aan het fundament, is de opslagbak-positioneringseenheid passend bevestigd aan de fundament-zijpositioneringseenheid.
Daardoor is, wanneer de opslagbak bevestigd is aan het 20 fundament, de positionering tussen de opslagbak en het fundament steeds dezelfde. Als gevolg behoeft er geen bijstelling plaats te vinden voor de opslagbak en trilt de opslagbak niet.
De opslagbak of het fundament zijn niet onderhevig aan 25 slijtage en breken niet af.
Verder is de tweéde opslagbakzijhaak, welke een uitstekend deel is, ingehaakt in de tweede fundament-zijhaak, welke een schuifbare schacht is, en gelegen is aan de benedenzijde van het fundament.
30 Dienovereenkomstig is de opslagbak bevestigd aan het fundament. Daardoor is de eerste opslagbakzijhaak gehaakt, daar naar toe gekeerd, daarna wordt de opslagbak gedrukt op het fundament.
Zodoende wordt de opslagbak aan het fundament bevestigd 35 in een gemakkelijke operatie, aangezien de tweede opslagbakzij haak is ingehaakt in de tweede fundamentzijhaak.
Wanneer op de vrijmaakhendel, die kan scharnieren aan het onderstel, gedrukt wordt, wordt de tweede fundament- 1026026 13 zijhaak, welke een schacht is, bewogen.
Zodoende wordt de tweede opslagbakzijhaak vrijgemaakt van de tweede fundamentzijhaak. In deze vrijmaaksituatie wordt, wanneer de opslagbak wordt bewogen, de eerste 5 opslagbakzijhaak vrijgemaakt van de eerste fundament- zijhaak.
Als gevolg is de opslagbak losgemaakt van het fundament. Zodoende is de losmaakoperatie gemakkelijk. .
Verder kan de vrijmaakhendel niet op verkeerde wijze 10 worden bediend, aangezien deze gelegen is aan het concave deel.
Omschrijving der verwijzingscijfers.
14 fundament 15 16 roterende schijf 20 opslagbak 52 eerste fundamentzijhaak 60 eerste fundamentzijuitstekingsdeel 64 eerste opslagbakzijhaak 20 66 eerste concaaf deel 72 tweede fundamentzijhaak 84 vrijmaakhendel 85 concaaf deel 92 tweede opslagbakzijhaak 25 96 fundamentzijpositioneringseenheid 98 opslagbakzijpositioneringseenheid 30 35 10 2 6 n 0 ς "

Claims (6)

1. Muntafgifteapparaat omvattende: 5 een fundament (14) in de vorm van een steunplaat, een opslagbak (20) , losneembaar bevestigbaar aan het fundament (14), en een roterende schijf (16), die gelegen is aan het benedendeel van de opslagbak (20) en op het fundament (14) , gekenmerktdoor 10 een bevestigingsinrichting voor de opslagbak (20), met een eerste fundamentzijhaak (52), gelegen aan één einde van het bovenoppervlak van het fundament (14), een tweede fundamentzijhaak (72), gelegen aan het andere einde van het bovenoppervlak van het fundament (14), 15 een eerste opslagbakzijhaak (64), die kan worden ingehaakt in de eerste fundamentzijhaak (52), en een tweede opslagbakzijhaak (92) , die kan worden ingehaakt in de tweede fundamentzijhaak (72).
2. Bevestigingsinrichting voor de opslagbak van het muntafgifteapparaat van conclusie 1, m e t het kenmerk, dat deze verder een fundament-zijpositioneringseenheid (96) heeft, welke gelegen is aan het fundament (14), en een opslagbakzijpositionerings-25 eenheid (92), die kan worden ingehaakt in de tweede fundamentzijhaak (72).
3. Bevestigingsinrichting volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat 30 de eerste fundamentzijhaak (52) en de fundament- zijpositioneringseenheid (96) gelegen zijn op een eerste voorbepaalde afstand, en de eerste opslagbakzijhaak (64) en de opslagbak-zijpositioneringseenheid gelegen zijn op een tweede 35 voorbepaalde afstand, welke iets groter is dan de eerste afstand. 1026026
4. Muntafgifteapparaat, omvattende: een fundament (14) in de vorm van een hellende steunplaat, een opslagbak (20), losneembaar bevestigbaar aan' het fundament (14), en een roterende schijf (16), gelegen 5 aan het benedendeel van de opslagbak (20) en op het fundament (14),gekenmerktdoor een bevestigingsinrichting voor de opslagbak (20), omvattende een eerste fundamentzijhaak (52), welke een naar binnen 10 uitstekend deel (60) is, en gelegen is aan een boveneinde van het bovenoppervlak van het fundament (14), een tweede fundamentzijhaak (72), wélke een schuifbare schacht (80) is, en gelegen aan het benedeneinddeel van het bovenoppervlak van het fundament (14) ten opzichte van de 15 eerste fundamentzijhaak (52), een eerste opslagbakzijhaak (64) welke een concaaf deel (66) is, dat naar buiten gaat en kan worden ingehaakt in de eerste fundamentzijhaak (52), en een tweede opslagbakzijhaak (92), welke een concaaf deel 20 (90) is, dat naar buiten gaat, en kan worden ingehaakt in de tweede fundamentzijhaak (72).
5. Bevestigingsinrichting voor de opslagbak van het muntafgifteapparaat van conclusie 4, m e t het 25 kenmerk, dat de eerste fundamentzijhaak (52) en een fundament-zijpositioneringseenheid (69) gelegen zijn op een eerste voorbepaalde afstand, en de eerste opslagbakzijhaak (64) en een opslagbakzijpositioneringseenheid (92) gelegen zijn op 30 een tweede voorbepaalde afstand, die iets groter is dan de eerste afstand.
6. Bevestigingsinrichting volgens conclusie 5, m e t het kenmerk, dat 35 de schacht (80) verschoven wordt door een vrijmakings- hendel (84), die scharnierbaar is aan het fundament (14), waarbij de vrijmaakhendel (84) bovendien gelegen is aan een 10 20 2 6 5 concaaf deel (85), dat gelegen is onder de schacht (80) aan het fyndament.(14). 10 15 20 25 30 35 1026026
NL1026026A 2003-05-02 2004-04-23 Muntafgifteapparaat, alsmede bevestigingsinrichting voor de opslagbak daarvan. NL1026026C2 (nl)

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
JP2003127470 2003-05-02
JP2003127470A JP4333208B2 (ja) 2003-05-02 2003-05-02 コインホッパの保留ボウル取付装置

Publications (2)

Publication Number Publication Date
NL1026026A1 NL1026026A1 (nl) 2004-11-03
NL1026026C2 true NL1026026C2 (nl) 2005-06-16

Family

ID=33504005

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL1026026A NL1026026C2 (nl) 2003-05-02 2004-04-23 Muntafgifteapparaat, alsmede bevestigingsinrichting voor de opslagbak daarvan.

Country Status (2)

Country Link
JP (1) JP4333208B2 (nl)
NL (1) NL1026026C2 (nl)

Families Citing this family (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
JP7279521B2 (ja) * 2019-05-30 2023-05-23 沖電気工業株式会社 硬貨処理装置及び現金取扱装置

Also Published As

Publication number Publication date
JP4333208B2 (ja) 2009-09-16
NL1026026A1 (nl) 2004-11-03
JP2004334408A (ja) 2004-11-25

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US20110266300A1 (en) Vending Apparatus
US4010766A (en) Change dispensing apparatus
WO2002073547A1 (fr) Detecteur de pieces
US20030032387A1 (en) Coin dispensing apparatus with removable auxiliary storage unit
NL1026026C2 (nl) Muntafgifteapparaat, alsmede bevestigingsinrichting voor de opslagbak daarvan.
US5984771A (en) High capacity dispenser for coins and tokens
JP4665088B2 (ja) コインホッパ
JP4093753B2 (ja) 硬貨繰出装置
US4693357A (en) Multiple chute coin mechanism
US4579215A (en) Multiple chute coin mechanism
US20050227604A1 (en) [outlet-adjusting device of coin dispenser]
JP3489959B2 (ja) 自動販売機の商品払出装置のばね取付構造
JP4312161B2 (ja) 自動販売機
CA1244256A (en) Coin operated pull-down door and door spring mechanism for vending machine
JP2006235747A (ja) 硬貨貯留放出機構
EP1255231A1 (en) Coin stores and coin dispensers
JP3711782B2 (ja) 自動販売機の商品搬出装置
JPH0142215Y2 (nl)
KR0139916B1 (ko) 코인 송출 장치
JPH021646Y2 (nl)
JP2019046509A (ja) 硬貨入出金装置
JP3262736B2 (ja) 自動販売機
JP4113023B2 (ja) 自動販売機の商品払出装置
JP4360820B2 (ja) 自動販売機の商品払出装置
EP1090860A2 (en) Mechanism for and method of feeding cards

Legal Events

Date Code Title Description
AD1A A request for search or an international type search has been filed
RD2N Patents in respect of which a decision has been taken or a report has been made (novelty report)

Effective date: 20050415

PD2B A search report has been drawn up
MM Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 20160501